You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
12<br />
‘Neem een condoom en kom naar bed.’<br />
‘We kunnen toch zonder.’<br />
‘Geen handenbinders voor mij. Eentje volstaat. Kom nu<br />
naar bed en neuk me.’<br />
Geen handenbinders. Hoe vaak had hij al gesmeekt? Elke<br />
keer had ze een goede reden gehad. Een zakenreis, een<br />
nieuwe opdracht, een nieuwe jurk.<br />
Hij maakte zich weer klein en kroop naast haar. Hij wrong<br />
zijn arm onder haar hoofd en zoende de kloppende slagader<br />
in haar hals.<br />
‘Liefje, hou je nog van me?’<br />
Ze draaide zich om, haar rug tegen zijn buik.<br />
‘Ik ben moe. Ik ga slapen. Morgen weer werken.’<br />
Een rood waas verscheen voor zijn ogen. Hij stond op en<br />
liep de marmeren trap af. Het mes lag nog in zijn atelier.<br />
Hij haalde het uit zijn broekzak en trok het lemmet uit de<br />
houder, geruisloos. Hij lachte. Tijd voor het stille werk.<br />
Het koele metaal brengt het licht naar de ogen. De poort<br />
van de ziel. Wijdopen.<br />
Nu moet het gebeuren. Geen woorden meer, nooit meer.<br />
De tong droog. Het hart in de keel. Met de ene hand naar de<br />
mond, de andere draagt het mes. Het bewustzijn tot het uiterste<br />
gespreid. De spier biedt weerstand. Even, heel even, in<br />
ongeloof. Open. Splijt open. Mozes door de rode zee, de dode<br />
zee. Eén druppel, zoete warmte. Nog dieper! Kleurkristallen<br />
in zijn hoofd. Adrenaline. Morpheus, van eigen makelij, op<br />
bliksembezoek. Warmte in de buik. De oerknal hagelt zijn<br />
onmacht dit lijf uit. Een warme straal langs zijn mondhoek.<br />
Een druppel hangt in de lucht. Spat in tweeën op de grond.<br />
Gedeelde smart, klopt in zijn tong, klopt in zijn hoofd. Dit<br />
kan hij voelen. Dit kan hij aan.<br />
Het waas ebde weg. De tong zat er nog. Zelfs dat kon hij<br />
niet. Hij droop af, kroop terug bij Yara. Warm lijf, koud hart.<br />
Ze lagen een poosje naast elkaar, rug naar rug. De stilte tus-<br />
<strong>Lava</strong> 13.3/13.4<br />
sen hen als een koude brug: ‘Zijn we hier niet te jong voor?’<br />
Haar gesnurk ontkende alles.<br />
Hij sloot zijn ogen en opende de sluizen naar zijn wereld.<br />
Die andere, verborgen wereld, waarin goed en slecht niet<br />
getoetst werden aan de normen van een wispelturige maatschappij<br />
die liefde en passie predikt, maar veiligheid belijdt.<br />
Dit was verboden terrein voor de rede, hier heersten de wetten<br />
van de ziel. Vraag en antwoord altijd één. Onsterfelijk,<br />
onkwetsbaar, roekeloos.<br />
Ooit vonden ze elkaar bij elkaar, in elkaar. Brien en Yara,<br />
het alfa en omega, de cirkel eindelijk rond. Hij gaf zich aan<br />
haar, leeg. Want de cirkel bleek al gauw geen cirkel, slechts<br />
een zwart gat dat alles naar zich toe trok, een bodemloze put.<br />
Zeven magere jaren sprokkelde hij haar kruimels liefde als<br />
kostbaar hout om hun vuur toch te laten branden. Nu veegde<br />
hij de resten van haar opgebrande woorden op een gouden<br />
schaal. Klatergoud. De weegschaal met holle gewichten. En<br />
zelfs hier werd haar liefde te licht bevonden. Hephaistos bleef<br />
liggen, Ares stond op.<br />
Hij opende de kasten en zocht naar iets onmisbaars. Een<br />
voorwerp dat hij niet kon achterlaten. Maar niets van hun<br />
gezamenlijke verleden bleef aan zijn zoekende handen kleven.<br />
De blauwe kamer, wist hij. Daar wachtte het echte afscheid.<br />
Maar een muur van verwachting hield hem tegen.<br />
‘Ik ben,’ begon hij tastend naar de waarheid, ‘geen vader.’ De<br />
muur verdween en hij nam afscheid van zijn kinderen. Een<br />
zoen op hun neus, een zoen op hun wang, vingers door<br />
blonde haren, vingers zwevend in de lucht. De kinderen die<br />
hij nooit zou hebben, met haar. Hij opende het raam en liet<br />
hen vrij.<br />
<strong>Lava</strong> 13.2 13