31.07.2013 Views

MSC aanvullend perspectief MC _definitief - DSpace at Open ...

MSC aanvullend perspectief MC _definitief - DSpace at Open ...

MSC aanvullend perspectief MC _definitief - DSpace at Open ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

1<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control: een Onderzoek naar Betekenisgeving over<br />

een Management Control Systeem<br />

Steven van Baarle<br />

<strong>Open</strong> Universiteit Nederland<br />

Faculteit Managementwetenschappen<br />

Onderzoekscentrum Facilit<strong>at</strong>ing Change and Implement<strong>at</strong>ion Dynamics<br />

Afstudeerbegeleiding<br />

prof. dr. Thijs Homan<br />

drs. Pim Hunfeld<br />

december 2009


Samenv<strong>at</strong>ting<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

2<br />

Het vakgebied management control beschrijft ma<strong>at</strong>regelen en processen om organis<strong>at</strong>iedoelstellingen te<br />

bereiken. Er zijn zowel enge als brede definities van management control. In enge definities wordt alleen<br />

naar het basis controlproces of het financieel administr<strong>at</strong>ieve systeem van een organis<strong>at</strong>ie gekeken. In<br />

brede definities worden meer organis<strong>at</strong>ievariabelen betrokken. Variabelen als beloningssystemen, cultuur<br />

of organis<strong>at</strong>iestructuur maken daarin ook onderdeel uit van management control. Simons (1995a, 1995b)<br />

levert met zijn hefboomtheorie een bijdrage aan de theorievorming over management control in brede zin.<br />

Simons beschrijft vier deelsystemen die het management zodanig in kan zetten d<strong>at</strong> de voor de organis<strong>at</strong>ie<br />

juiste mix van cre<strong>at</strong>iviteit en beheersing wordt gevonden. Een diagnostisch controlsysteem is een van de<br />

vier deelsystemen. Dit deelsysteem wordt ook wel gezien als het basis controlproces (Merchant, 1982).<br />

De theorievorming over management control wordt gekenmerkt door een ontwerp<strong>perspectief</strong>. Het is<br />

r<strong>at</strong>ioneel, afstandelijk en gericht op het ontwerpen van management controlstructuren of delen ervan.<br />

Empirisch onderzoek naar het effect van management control op medewerkers in de organis<strong>at</strong>ie<br />

wordt beperkt uitgevoerd. Als er al aan effectmeting wordt gedaan, dan is het veelal conventioneel<br />

onderzoek, d<strong>at</strong> is gebaseerd op economische theorie. Vooraanstaande auteurs in het management control<br />

vakgebied zijn van mening d<strong>at</strong> het onwenselijk is d<strong>at</strong> kennis uit de psychologische, sociologische en<br />

antropologische wetenschappen niet wordt aangewend om effecten inzichtelijk te maken.<br />

Om het effect van management control zichtbaar te maken is een ander <strong>perspectief</strong> nodig. Een <strong>perspectief</strong><br />

d<strong>at</strong> een aanvulling vormt op het conventionele <strong>perspectief</strong> d<strong>at</strong> is gebaseerd op economische theorie. Een<br />

dergelijk <strong>perspectief</strong> kan worden geconstrueerd op basis van theorie uit de organis<strong>at</strong>ieveranderkunde.<br />

Naast de meer klassieke ontwerp- en ontwikkelbenaderingen van organis<strong>at</strong>ieverandering, kunnen<br />

in de liter<strong>at</strong>uur sociaal constructionistische benaderingen worden herkend. Sociaal constructionisme<br />

vormt een denkkader waarin wetenschapsfilosofie, taalfilosofie, interpret<strong>at</strong>ieve tradities in de sociale<br />

wetenschappen en de antropologie en nieuwe methodische ontwikkelingen worden gecombineerd om<br />

over de sociale realiteit te kunnen communiceren. Bij ontwerpbenaderingen ligt het zwaartepunt op<br />

technisch inhoudelijk vlak, terwijl bij ontwikkelbenaderingen het accent op rel<strong>at</strong>ioneel procesm<strong>at</strong>ig vlak<br />

ligt. Met een sociaal constructionistische aanpak kan deze discrepantie tussen ontwerpen en ontwikkelen<br />

worden opgeheven. Organis<strong>at</strong>ieverandering is hierbij steeds een inhoudelijk én rel<strong>at</strong>ioneel proces.<br />

Het sociaal constructionistisch <strong>perspectief</strong>, waarin betekenisgeving bepalend is voor het gedrag<br />

van mensen, wordt in dit onderzoek gehanteerd bij de vraag hoe een diagnostisch controlsysteem landt in<br />

een organis<strong>at</strong>ie. Processen van betekenisgeving over het diagnostisch controlsysteem zijn in dit onderzoek<br />

het onderzoeksobject. Vrijwel alle grotere organis<strong>at</strong>ies beschikken over een diagnostisch controlsysteem<br />

of basis controlproces om hun organis<strong>at</strong>ie te besturen en beheersen. De Koninklijke Marechaussee is de<br />

case in dit explorerende onderzoek, d<strong>at</strong> met empirisch m<strong>at</strong>eriaal uit een enkelvoudige gevalsstudie wordt<br />

ondersteund. Het onderzoek is uitgevoerd binnen een onderdeel van de Koninklijke Marechaussee. De<br />

onderzoeksgegevens zijn verzameld in negen interviews. De gegevens zijn vervolgens gecodeerd zonder<br />

een voorgestructureerde coderingslijst. De gecodeerde tekstfragmenten zijn gebruikt in verschillende<br />

resulta<strong>at</strong>stabellen.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

3<br />

Op basis van één gevalsstudie mag niet zonder meer worden gegeneraliseerd. Toch lijken de volgende<br />

conclusies aannemelijk:<br />

- Niet alle elementen van een diagnostisch controlsysteem zullen in gelijke m<strong>at</strong>e tot<br />

betekenisgeving leiden. De betekenisgeving over een deel van een diagnostisch controlsysteem is<br />

bepalend voor betekenisgeving over het systeem als geheel.<br />

- Hetzelfde diagnostisch controlsysteem, of een deel ervan, leidt in de diverse informele netwerken<br />

tot verschillende, soms regelrecht tegenstrijdige betekenisgeving. Vanuit een symbolisch<br />

interactionistische benadering kan worden geconcludeerd d<strong>at</strong> het gedrag van medewerkers ten<br />

opzichte van d<strong>at</strong> systeem dus ook zal verschillen. De impliciete aanname van auteurs uit het<br />

vakgebied management control – controls beïnvloeden het gedrag van medewerkers zodanig d<strong>at</strong><br />

organis<strong>at</strong>iedoelstellingen worden bereikt – sta<strong>at</strong> daarmee onder druk.<br />

- Uit de gevalsstudie kan worden opgemaakt d<strong>at</strong> zowel procesm<strong>at</strong>ige als ontwerptechnische<br />

aspecten van het diagnostisch controlsysteem impulsen zijn voor betekenisgeving. Daarmee zijn<br />

zowel procesm<strong>at</strong>ige (rel<strong>at</strong>ionele) als ontwerptechnische (inhoudelijke) aspecten van diagnostische<br />

controlsystemen bepalend voor het gedrag ten opzichte van die systemen. Benaderingen die<br />

alleen gericht zijn op het ontwerp van systemen schieten daarmee tekort.<br />

Meer in het algemeen kan worden gesteld d<strong>at</strong> een benadering van management control vanuit een sociaal<br />

constructionistische invalshoek een bijdrage kan leveren aan de theorievorming in het management<br />

control vakgebied. Door deze benadering te hanteren als <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> ontsta<strong>at</strong> zicht op het<br />

effect van verschillende management controlinstrumenten op het gedrag van medewerkers in een<br />

organis<strong>at</strong>ie.<br />

Er worden drie aanbevelingen gedaan. Ten eerste wordt aanbevolen dit onderzoek te herhalen in<br />

andere organis<strong>at</strong>ies, omd<strong>at</strong> het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control als waardevol wordt<br />

gezien. Ten tweede wordt aangeraden bij vervolgonderzoek gebruik te maken van meer formele<br />

netwerkmetingen met behulp van een sociaal netwerk analyse tool. Ten derde zou een interessante<br />

onderzoeksvraag zijn welke interventies uit de organis<strong>at</strong>ieveranderkunde van toegevoegde waarde kunnen<br />

zijn om invulling te geven aan rel<strong>at</strong>ionele aspecten bij de implement<strong>at</strong>ie, werking en effectmeting van<br />

management controlinstrumenten? Deze vraag rijst na het onderzoek waaruit is gebleken d<strong>at</strong><br />

procesm<strong>at</strong>ige (rel<strong>at</strong>ionele) aspecten een belangrijke rol spelen in de wijze waarop mensen in de<br />

organis<strong>at</strong>ie omgaan met management control.


Inhoud<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

4<br />

Samenv<strong>at</strong>ting.........................................................................................................................................2<br />

Hoofdstuk 1: Inleiding...........................................................................................................................5<br />

Doelstelling en vraagstelling ...............................................................................................................5<br />

Hoofdstuk 2: Liter<strong>at</strong>uur........................................................................................................................8<br />

Management control............................................................................................................................8<br />

Empirisch onderzoek naar management control................................................................................. 11<br />

Kritiek op empirisch onderzoek management control......................................................................... 12<br />

Perspectieven op organis<strong>at</strong>ieverandering ........................................................................................... 13<br />

Hoofdstuk 3: Methodologie................................................................................................................. 18<br />

Onderzoeksstr<strong>at</strong>egie .......................................................................................................................... 18<br />

Onderzoeksmethode.......................................................................................................................... 19<br />

Onderzoeksobject.............................................................................................................................. 20<br />

Afbakening ....................................................................................................................................... 20<br />

Onderzoeksmethode per stap ............................................................................................................. 23<br />

Kwaliteit onderzoeksontwerp ............................................................................................................ 25<br />

Hoofdstuk 4: Result<strong>at</strong>en...................................................................................................................... 27<br />

Gebruik onderzoeksmethoden ........................................................................................................... 27<br />

Verantwoording gegevensanalyse...................................................................................................... 28<br />

Kwaliteit d<strong>at</strong>averzameling................................................................................................................. 29<br />

Beantwoording vraagstelling ............................................................................................................. 30<br />

Beperkingen onderzoeksresult<strong>at</strong>en..................................................................................................... 38<br />

Hoofdstuk 5: conclusies en aanbevelingen.......................................................................................... 39<br />

Conclusies......................................................................................................................................... 39<br />

Aanbevelingen .................................................................................................................................. 41<br />

Referenties ........................................................................................................................................... 42<br />

Bijlage I : Gespreksformulier ............................................................................................................. 45<br />

Bijlage IIa: Coderingslijst PM ............................................................................................................ 48<br />

Bijlage IIb: Gecodeerde tekstfragmenten........................................................................................... 49<br />

Bijlage III: Lijst met geselecteerde informanten............................................................................... 63<br />

Bijlage IV Resulta<strong>at</strong>tabellen............................................................................................................... 64


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

5<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control:<br />

Een Onderzoek naar Betekenisgeving over een Management Control Systeem<br />

Hoofdstuk 1: Inleiding<br />

Amerikaanse spoorwegorganis<strong>at</strong>ies en de textielindustrie waren halverwege de negentiende eeuw al bezig<br />

met activiteiten die nu worden geschaard onder de noemer management control. Onder management<br />

control wordt in dit onderzoek verstaan alle ma<strong>at</strong>regelen en processen die in organis<strong>at</strong>ies worden<br />

uitgevoerd om het gedrag van medewerkers bij te l<strong>at</strong>en dragen aan het bereiken van de doelstellingen van<br />

de organis<strong>at</strong>ie (Speklé, 2002). Sinds 1850 is er veel veranderd op het gebied van management control.<br />

Inmiddels beschikken vrijwel alle organis<strong>at</strong>ies – zowel klein als groot en publiek als priva<strong>at</strong> – over een<br />

heel scala aan activiteiten om zeker te stellen d<strong>at</strong> w<strong>at</strong> medewerkers doen, bijdraagt aan de gewenste<br />

result<strong>at</strong>en van de organis<strong>at</strong>ie. Er is ook erg veel gepubliceerd over hoe organis<strong>at</strong>ies management control<br />

activiteiten zouden moeten vormgeven. In de liter<strong>at</strong>uur is er echter veel minder bekend over w<strong>at</strong> nu<br />

precies de effecten zijn van al die management control ma<strong>at</strong>regelen die organis<strong>at</strong>ies treffen.<br />

Doelstelling en vraagstelling<br />

Vrijwel iedere organis<strong>at</strong>ie beschikt ten minste over een basis controlproces, ook wel diagnostisch<br />

controlsysteem genoemd (bijv. Merchant, 1982; Simons, 1995a, 1995b). In het kort besta<strong>at</strong> een dergelijk<br />

proces uit het definiëren van standaarden en plannen, het meten van de result<strong>at</strong>en van de organis<strong>at</strong>ie en<br />

het bijstellen van afwijkingen ten opzichte van d<strong>at</strong> w<strong>at</strong> was voorgenomen.<br />

Management control is in dit onderzoek breed gedefinieerd. Onderzoek naar het effect van<br />

management control wordt weinig uitgevoerd. De onderzoeken die worden gedaan, zijn hoofdzakelijk<br />

gebaseerd op economische theorie (Hopwood, 2008; Kaplan, 2006; Pollitt en Bouckaert, 2003). Theorie<br />

uit de psychologische, sociologische en antropologische wetenschappen wordt niet gebruikt om de<br />

effecten te onderzoeken. Daardoor ontbreekt in de liter<strong>at</strong>uur het zicht op hoe management control<br />

ma<strong>at</strong>regelen en processen worden ontvangen door medewerkers in de organis<strong>at</strong>ie. De doelstelling van dit<br />

onderzoek is dan ook het nagaan hoe het diagnostisch controlsysteem landt in de organis<strong>at</strong>ie.<br />

Auteurs als Weick en Gergen passen ideeën uit de sociologische stroming ‘symbolisch<br />

interactionisme’ toe in de organis<strong>at</strong>ieveranderkunde. Weick en Gergen nemen aan d<strong>at</strong> gedrag van mensen<br />

wordt bepaald door de manier waarop zij met elkaar hun beeld over ‘de werkelijkheid’ hebben<br />

geconstrueerd (Gergen, 2009; Weick, 1995). Vertaald naar management control zou d<strong>at</strong> betekenen d<strong>at</strong><br />

medewerkers hun gedrag niet baseren op de ma<strong>at</strong>regelen of processen zoals die door het management<br />

worden uitgedragen, maar op de betekenis die zij in het sociale verkeer geven aan de door het<br />

management bedachte ma<strong>at</strong>regelen en processen. In dit onderzoek wordt met behulp van deze


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

6<br />

sociologische ideeën uit de organis<strong>at</strong>ieveranderkunde een <strong>perspectief</strong> geconstrueerd op het diagnostisch<br />

controlsysteem. De volgende vraag sta<strong>at</strong> daarbij centraal:<br />

Hoe landt een diagnostisch control systeem in een organis<strong>at</strong>ie?<br />

1. W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over het diagnostisch controlsysteem in rel<strong>at</strong>ie tot management<br />

control?<br />

2. W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over de effecten van management control?<br />

3. Hoe kan een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> worden beschreven waarin de effecten van management<br />

control inzichtelijk worden gemaakt?<br />

4. Gevalsstudie: hoe landt het diagnostisch controlsysteem in een organis<strong>at</strong>ie? Het landen van een<br />

diagnostisch controlsysteem wordt geoper<strong>at</strong>ionaliseerd aan de hand van de volgende deelvragen:<br />

4.1. Hoe ontwikkelt betekenisgeving over een diagnostisch controlsysteem zich door de tijd heen<br />

in informele netwerken?<br />

4.2. W<strong>at</strong> zijn impulsen voor verandering in betekenisgeving over een diagnostisch<br />

controlsysteem en w<strong>at</strong> de aard is van verandering in betekenisgeving in de informele<br />

netwerken ten opzichte van een eerder moment?<br />

4.3. Hoe ontwikkelt de structuur van informele netwerken zich door de tijd heen?


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

7<br />

Figuur 1: Op basis van onderzoek van liter<strong>at</strong>uur over management control en organis<strong>at</strong>ieverandering<br />

wordt een gevalsstudie ontworpen. Daarna wordt het empirisch onderzoek uitgevoerd, de result<strong>at</strong>en<br />

verwerkt en een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op een Diagnostisch Control Systeem beschreven (figuur naar<br />

voorbeeld van Verschuren & Doorewaard, 2003).


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

8<br />

Hoofdstuk 2: Liter<strong>at</strong>uur<br />

In het begin van dit hoofdstuk wordt beschreven w<strong>at</strong> er in het vakgebied management control bekend is<br />

over het diagnostisch controlsysteem. Vervolgens wordt ingegaan op het soort empirisch onderzoek d<strong>at</strong><br />

wordt uitgevoerd naar management control. Daarna wordt ingegaan op een aantal concepten uit de<br />

organis<strong>at</strong>ieveranderkunde die nuttig zijn om een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management contol te kunnen<br />

beschrijven.<br />

Onderzoeksvraag 1: w<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over diagnostische controlsystemen in rel<strong>at</strong>ie tot<br />

management control?<br />

Management control<br />

W<strong>at</strong> wij nu management control noemen, kent zijn oorsprong in de eerste helft van de negentiende eeuw.<br />

De textielindustrie en spoorwegen maakten toen al gebruik van management controlinform<strong>at</strong>ie om de<br />

verschillende processen in de organis<strong>at</strong>ie te plannen en beheersen (Kaplan, 1984). Er bestaan vele<br />

definities van management control. Definities kunnen grofweg worden ingedeeld in twee stromen. In de<br />

eerste stroom wordt management control eng gedefinieerd als alleen de financieel administr<strong>at</strong>ieve<br />

processen (Abernethy en Brownell, 1999 in: Narjano-Gil en Hartmann, 2006) of alleen het basis<br />

controlproces. Dit betreft het definiëren van standaarden en plannen, het meten op basis van die<br />

standaarden en het bijstellen van de standaarden en plannen als reactie op afwijkingen (bijv. Merchant,<br />

1982; Simons, 1995). Daarnaast, en d<strong>at</strong> is een grotere stroom, hanteren auteurs een brede definitie voor<br />

management control. Brede benaderingen kenmerken zich door ook andere organis<strong>at</strong>ievariabelen te<br />

betrekken, bijvoorbeeld de organis<strong>at</strong>iestructuur, organis<strong>at</strong>iecultuur, beloningsbeleid, procedures en<br />

regelgeving (Simons, 1995a, 1995b; Anthony en Young, 2003; Anthony en Govindarajan, 2003; Narjano-<br />

Gil en Hartmann, 2006; Kaplan, 1984, 2006; Merchant, 1982; Malmi en Brown, 2008).<br />

Binnen de brede benaderingen const<strong>at</strong>eren Narjano-Gil en Hartmann (2006) op basis van hun<br />

liter<strong>at</strong>uuronderzoek twee centrale functies van management control: ten eerste het toewijzen van middelen<br />

aan de decentrale organis<strong>at</strong>iedelen en ten tweede het evalueren van de prest<strong>at</strong>ies van die decentrale<br />

organis<strong>at</strong>ie. Het toewijzen van middelen duidt op het ex ante gebruik van management control. Het<br />

evalueren van de prest<strong>at</strong>ies en het beheersen van de decentrale organis<strong>at</strong>ie duidt op het ex post gebruik<br />

van management control. Voor ex post gebruik van management control zijn ook de volgende begrippen<br />

in zwang: ‘output control’, ‘performance control’ of ‘results control’ (Simons, 1995b). Daarnaast leggen<br />

auteurs verschillende accenten. Sommigen benadrukken het gebruik van management control om de<br />

str<strong>at</strong>egie van een organis<strong>at</strong>ie te implementeren (Merchant, 1982; Anthony en Govindarajan, 2003).<br />

Anderen leggen ook het accent op het beïnvloeden van het gedrag van medewerkers (Speklé, 2001;<br />

Merchant, 1982). In dit onderzoek wordt management control gedefinieerd als het vakgebied d<strong>at</strong> de<br />

middelen en processen bestudeert die organis<strong>at</strong>ies gebruiken om het gedrag van medewerkers te<br />

beïnvloeden met het oog op het bereiken van organis<strong>at</strong>iedoelstellingen (Speklé, 2002). De onderstaande<br />

figuur verduidelijkt het cyclisch karakter – ex ante en ex post gebruik – van management control en de<br />

rel<strong>at</strong>ie met een organis<strong>at</strong>iestr<strong>at</strong>egie.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

9<br />

Figuur 2: Cyclisch karakter van Management Control en de rel<strong>at</strong>ie met organis<strong>at</strong>iestr<strong>at</strong>egie<br />

(Anthony en Young, 2003: 19)<br />

In de liter<strong>at</strong>uur worden artikelen gepubliceerd zowel over management controlstructuren als over<br />

specifieke onderdelen binnen die structuur; management controlsystemen of management<br />

controlinstrumenten. Management controlstructuren hebben een hoger abstractieniveau. Een management<br />

controlstructuur kan opgebouwd zijn uit meerdere systemen en/of instrumenten. Veel voorkomende<br />

componenten van een management controlstructuur zijn: administr<strong>at</strong>ieve systemen, planningssystemen,<br />

cybernetische systemen, beloningssystemen en cultuursystemen (Malmi en Brown, 2008). Een<br />

management controlstructuur zegt iets over de opbouw en de samenhang tussen verschillende systemen<br />

en instrumenten in een organis<strong>at</strong>ie.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

10<br />

Figuur 3: Voorbeeld van een management control structuur (Malmi en Brown, 2008)<br />

Ouchi (1979), Hofstede (1981), Merchant (1982), Simons (1995) en Speklé (2002) hebben een<br />

belangrijke bijdrage geleverd aan de theorievorming over management controlstructuren (Van Helden,<br />

2002). Een fundamentele vraag waar theoretici zich over buigen, is hoe de verschillen in de management<br />

controlstructuren kunnen worden verklaard (Speklé, 2002). Het voert te ver hier dieper op de theorie van<br />

de auteurs in te gaan. Om echter een idee te geven van het abstractieniveau van de theorievorming over<br />

management controlstructuren, wordt per auteur een aantal opvallende kenmerken van de theorie<br />

genoemd.<br />

- Ouchi (1979) beschrijft drie management controlstructuren die verschillend werken met hetzelfde<br />

doel, te weten: het zodanig omgaan met evalu<strong>at</strong>ie van prest<strong>at</strong>ies en beheersing, zod<strong>at</strong> recht wordt<br />

gedaan aan individuele inspanningen van medewerkers.<br />

- Hofstede (1981) heeft een theorie ontwikkeld voor de publieke en non-profit sector. Hij meent d<strong>at</strong><br />

de opzet van een management controlstructuur afhangt van de activiteiten van de organis<strong>at</strong>ie.<br />

- Merchant (1982) ziet management control als een gedragsprobleem: de effectiviteit van een<br />

control moet worden beoordeeld op basis van de m<strong>at</strong>e waarin hij gedrag in de gewenste richting<br />

beïnvloedt. ‘Good control’ kan je op verschillende manieren realiseren. Merchant schetst een<br />

raamwerk om te bepalen welk soort control op welk moment ‘good’ is.<br />

- Simons (1995) betoogt in zijn hefboomtheorie d<strong>at</strong> een management controlstructuur besta<strong>at</strong> uit<br />

vier verschillende deelsystemen – hij noemt ze hefbomen – waarbij ieder deelsysteem een eigen<br />

functie heeft. De manager kan de verschillende deelsystemen zo inzetten d<strong>at</strong> de voor hem juiste<br />

balans tussen beheersing en cre<strong>at</strong>iviteit wordt gevonden.<br />

- Speklé (2001, 2002) verklaart de variëteit in controlstructuren uit de diversiteit van<br />

controlproblemen waar organis<strong>at</strong>ies mee worstelen. De controlproblemen hangen samen met het<br />

karakter van de activiteiten van de organis<strong>at</strong>ie. Speklé vangt de activiteiten in drie variabelen en<br />

stelt vast d<strong>at</strong> er vier archetype management controlstructuren zijn als antwoord op<br />

controlproblemen bij de verschillende soorten activiteiten.<br />

Het diagnostisch control systeem is een van de vier deelsystemen van de management controlstructuur in<br />

de hefboomtheorie van Simons (1995a, 1995b). Simons stelt d<strong>at</strong> management control in zowel praktijk<br />

als de wetenschap ten onrechte wordt gelijkgesteld met het engere diagnostisch controlsysteem (1995a).<br />

Het diagnostisch controlsysteem is een cybernetisch systeem. Cybernetische systemen vormen de basis


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

11<br />

van management control (Merchant, 1982; Simons, 1995b; Malmi en Brown, 2008). De werking van<br />

cybernetische systemen lijkt op de werking van een thermosta<strong>at</strong>. In het kort komt het er op neer d<strong>at</strong>:<br />

- standaarden of verwachtingen vastliggen in plannen;<br />

- gedurende de uitvoering van plannen result<strong>at</strong>en worden gemeten;<br />

- de result<strong>at</strong>en door besluitvormers worden gemonitord en desgewenst bijgestuurd.<br />

Dit onderzoek ga<strong>at</strong> over het effect d<strong>at</strong> een diagnostisch control ysteem heeft op medewerkers in de<br />

organis<strong>at</strong>ie.<br />

Conclusies onderzoeksvraag 1:W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over diagnostische controlsystemen in<br />

rel<strong>at</strong>ie tot management control?<br />

In de liter<strong>at</strong>uur worden twee benaderingen voor management control gehanteerd. De eerste stroom betreft<br />

enge benaderingen van management contol. In enge benaderingen wordt bijvoorbeeld alleen gekeken naar<br />

het financieel administr<strong>at</strong>ieve systeem van een organis<strong>at</strong>ie of wordt management control gelijkgesteld met<br />

het basis controlproces.<br />

De tweede stroom wordt gevormd door brede benaderingen van management control. In brede<br />

benaderingen worden ook organis<strong>at</strong>ievariabelen als cultuur en structuur bestudeerd. De auteurs die<br />

bepalend zijn geweest voor de liter<strong>at</strong>uur op het gebied van de brede benadering van management control<br />

beschrijven theorie op organis<strong>at</strong>ie (overstijgend) niveau. Er worden verklaringen gezocht voor<br />

verschillende vormen van management controlstructuren om vervolgens aan te geven hoe organis<strong>at</strong>ies<br />

deze zouden moeten inrichten. Impliciet stellen deze auteurs d<strong>at</strong> de (inrichting of het ontwerp van) de<br />

structuren het gedrag van medewerkers in de organis<strong>at</strong>ie zodanig zullen beïnvloeden d<strong>at</strong><br />

organis<strong>at</strong>iedoelstellingen worden bereikt.<br />

Het diagnostisch controlsysteem is als deelsysteem vergelijkbaar met een basis controlproces,<br />

zoals d<strong>at</strong> in vrijwel iedere organis<strong>at</strong>ie aanwezig is: standaarden of verwachtingen liggen vast in plannen,<br />

gedurende de uitvoering van de plannen worden result<strong>at</strong>en gemeten en besluitvormers houden toezicht op<br />

de result<strong>at</strong>en.<br />

Onderzoeksvraag 2: W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over de effecten van management control?<br />

Empirisch onderzoek naar management control<br />

Wagenhofer (2006) heeft onderzocht w<strong>at</strong> er tussen 1998 en 2004 voor onderzoek is gedaan naar een<br />

belangrijk onderdeel van management control, namelijk management accounting. Dit behelst het adequa<strong>at</strong><br />

verzamelen en verwerken van interne financiële gegevens en andere inform<strong>at</strong>ie die het management van<br />

een organis<strong>at</strong>ie nodig heeft om verantwoorde beslissingen te kunnen nemen en de processen in het bedrijf<br />

te kunnen beheersen en aansturen. Hij heeft zich daarbij beperkt tot Duitssprekende landen en tot<br />

artikelen die zijn gepubliceerd in vooraanstaande Duitse en intern<strong>at</strong>ionale tijdschriften door<br />

wetenschappers verbonden aan een Duitstalige instelling. Hij baseert zijn uitspraken op 240 artikelen en<br />

const<strong>at</strong>eert (p. 16): “Combining theories and methods, analytic economic-based research is the most<br />

frequent combin<strong>at</strong>ion in German journals, and even more so in the German-based articles in<br />

intern<strong>at</strong>ional journals.” Verder stelt hij vast d<strong>at</strong> een verwaarloosbaar klein aantal artikelen is gebaseerd<br />

op sociologische, psychologische of organiz<strong>at</strong>ional behavior theorie.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

12<br />

Een omvangrijk onderzoek (Williams et al, 2006) naar de dominante onderwerpen op de<br />

onderzoeksagenda van Amerikaanse onderzoeksinstituten, in de periode 1963 tot 1999, la<strong>at</strong> een<br />

vergelijkbaar beeld zien (p. 814): “… the results of our paper show th<strong>at</strong> even the limited altern<strong>at</strong>ive<br />

voices in the US th<strong>at</strong> existed are being ‘turned down’ by the increasingly louder monologue of orthodox<br />

economics.”<br />

W<strong>at</strong> speelt er in de publieke sector? Onder invloed van de New Public Management stroom is er<br />

tussen 1980 en 2005 een groot aantal bedrijfsm<strong>at</strong>ige elementen toegevoegd aan management<br />

controlstructuren binnen overheden (Ter Bogt, 2005; Aardema, 2005). Evalu<strong>at</strong>ie van de geïntroduceerde<br />

management controlinstrumenten heeft beperkt pla<strong>at</strong>s gevonden. Echter, als er wordt geëvalueerd dan<br />

grijpen onderzoekers naar kostenb<strong>at</strong>en analyses, econometrische modellen, benchmarking et cetera<br />

(Pollitt en Bouckaert, 2003).<br />

Kritiek op empirisch onderzoek management control<br />

In de liter<strong>at</strong>uur zijn er twee vormen van kritiek op empirisch onderzoek naar management control. De<br />

eerste vorm van kritiek richt zich op het ontbreken van een gedegen ‘body of knowledge’. Sommigen zijn<br />

van mening d<strong>at</strong> de empirische onderzoekers onvoldoende in sta<strong>at</strong> zijn gebleken om theorieën te<br />

ontwikkelen en te testen (Zimmerman, 2001). Daar is vanuit meerdere kanten op gereageerd. Kaplan<br />

(2006) is bijvoorbeeld van mening d<strong>at</strong> de onder andere door hem ontwikkelde management<br />

controlinstrumenten als de ‘Business Balanced Scorecard’ en ‘Activity Based Costing’ wel degelijk zijn<br />

gebaseerd op economische theorie en een grote hoeveelheid empirische d<strong>at</strong>a.<br />

Een tweede vorm van kritiek op empirische studies in het vakgebied management control richt<br />

zich op het gehanteerde <strong>perspectief</strong>. Een ontwerp<strong>perspectief</strong> is dominant. Het <strong>perspectief</strong> is vaak op<br />

economische theorie gebaseerd. Het is r<strong>at</strong>ioneel, afstandelijk en gericht op het ontwerpen van<br />

management controlstructuren of delen ervan (Hopwood, 2008; Kaplan, 2006; Pollitt en Bouckaert,<br />

2003). Kaplan (2006) formuleert zijn kritiek mild en positief: economische theorie geeft empirisch<br />

onderzoek richting. Echter, er moet w<strong>at</strong> betreft Kaplan (2006) wel meer aandacht uitgaan naar de rel<strong>at</strong>ie<br />

tussen management control en paradigma’s uit de psychologische, sociologische en antropologische<br />

wetenschappen. De rol van leiderschap bij de implement<strong>at</strong>ie van management control vernieuwingen ziet<br />

hij bijvoorbeeld als een waardevol onderzoeksthema. Hopwood (2008a, 2008b) is stelliger. Hij<br />

const<strong>at</strong>eert eenzijdige gerichtheid op het ontwerp<strong>perspectief</strong>. D<strong>at</strong> geldt vooral voor Amerikaanse<br />

universiteiten. Maar ook de Europese universiteiten zijn te veel gericht op hun scores op ranglijsten voor<br />

best aangeschreven opleidingen. Om hoge scores te realiseren publiceren zij, in lijn met vooraanstaande<br />

Amerikaanse tijdschriften, conventioneel onderzoek, d<strong>at</strong> is gebaseerd op economische theorie. Theorie en<br />

methoden uit de sociale wetenschappen worden buiten beschouwing gel<strong>at</strong>en. Het gevolg is verdere<br />

verenging van het onderzoeksveld. Daarnaast is Hopwood (2008a) van mening d<strong>at</strong>, doord<strong>at</strong> perspectieven<br />

uit de sociale wetenschappen beperkt worden toegepast, het empirisch onderzoek zich steeds verder<br />

verwijdert van w<strong>at</strong> er werkelijk gebeurt in organis<strong>at</strong>ies. Bij vernieuwingen van management<br />

controlstructuren in de publieke sector spelen culturele en retorische aspecten een belangrijke rol.<br />

Conventionele onderzoeksmethoden onderkennen het belang van de culturele en retorische aspecten niet<br />

of negeren het (Pollitt en Bouckaert, 2003; Pollitt, 2001).


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

13<br />

Conclusies onderzoeksvraag 2: W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over de effecten van management<br />

control?<br />

Onderzoek naar de effecten van management control wordt beperkt uitgevoerd. Als effecten van theorie<br />

worden onderzocht, dan worden daar hoofdzakelijk economische methoden voor gebruikt. Methoden en<br />

technieken uit de sociale, psychologische en antropologische wetenschappen worden niet of nauwelijks<br />

toegepast. Hierdoor is er in de liter<strong>at</strong>uur weinig bekend over de effecten van management control op het<br />

gedrag van mensen in een organis<strong>at</strong>ie.<br />

Onderzoeksvraag 3: w<strong>at</strong> is een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control?<br />

Perspectieven op organis<strong>at</strong>ieverandering<br />

Zoals al aangegeven, bestudeert het vakgebied management control de middelen en processen die<br />

organis<strong>at</strong>ies gebruiken om het gedrag van medewerkers te beïnvloeden met het oog op het bereiken van<br />

organis<strong>at</strong>iedoelstellingen (Speklé, 2002). Management control wordt dus ingezet om<br />

organis<strong>at</strong>ieverandering te bereiken. In de volgende paragrafen wordt een <strong>perspectief</strong> uiteengezet waarmee<br />

de effecten van management control kunnen worden beschreven. Het <strong>perspectief</strong> wijkt af van<br />

conventioneel onderzoek. In het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> wordt gebruik gemaakt van theorie en methodes<br />

uit de sociale wetenschappen en de organis<strong>at</strong>ieveranderkunde. In de volgende paragraaf wordt ingegaan<br />

op twee meer klassieke benaderingen in organis<strong>at</strong>ieverandering. Daarna wordt een altern<strong>at</strong>ief <strong>perspectief</strong><br />

beschreven, waarbij vanuit het sociaal constructionisme naar organis<strong>at</strong>ieverandering wordt gekeken. Van<br />

daaruit wordt voortgebouwd aan het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control.<br />

Ontwerpen of ontwikkelen<br />

In de liter<strong>at</strong>uur wordt op verschillende manieren naar organis<strong>at</strong>ieverandering gekeken. Een klassieke<br />

manier om naar organis<strong>at</strong>ieverandering te kijken, is de ontwerpbenadering (Boonstra, 2000). Vanuit de<br />

ontwerpbenadering zien managers over het algemeen aanleiding voor een organis<strong>at</strong>ieverandering in een<br />

bepaald defect in de organis<strong>at</strong>ie of een nieuwe ontwikkeling in de omgeving van de organis<strong>at</strong>ie (Weick en<br />

Quinn, 1999). Er is een situ<strong>at</strong>ie ontstaan waarin de organis<strong>at</strong>ie niet meer voldoet aan de eisen die de<br />

omgeving stelt. Die situ<strong>at</strong>ie moet door een klein team specialisten worden hersteld. De organis<strong>at</strong>ie wordt<br />

(op onderdelen) opnieuw ontworpen, waarna het ontwerp wordt geïmplementeerd. Er is dan weer sprake<br />

van een evenwicht tussen organis<strong>at</strong>ie en omgeving. Aanpakken vanuit een ontwerp<strong>perspectief</strong> zijn<br />

r<strong>at</strong>ioneel van aard en kennen een duidelijke planm<strong>at</strong>ige aanpak. De nadruk ligt op het formuleren van<br />

doelen, een veranderstr<strong>at</strong>egie en een beheerst implement<strong>at</strong>ieproces. Onderzoekers (Boonstra, 2000;<br />

Homan, 2005) stellen d<strong>at</strong> de belangrijkste rol binnen de ontwerpbenadering is weggelegd voor<br />

expertvisies van consultants of managers.<br />

Organis<strong>at</strong>ieontwikkeling kan worden gedefinieerd als het system<strong>at</strong>isch toepassen van principes en<br />

praktijkvoorbeelden uit de gedragswetenschappen om de effectiviteit van individuen en organis<strong>at</strong>ies te<br />

vergroten (Boonstra, 2004). Ontwikkelbenaderingen voor organis<strong>at</strong>ieverandering onderscheiden zich op<br />

verschillende punten van ontwerpbenaderingen. Verscheidene auteurs stellen ontwikkelbenaderingen


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

14<br />

voor in situ<strong>at</strong>ies waar problemen en de veranderrichting niet geheel duidelijk zijn (Cummings en Worley,<br />

2001). In de ontwikkelbenadering wordt verandering afgekondigd en ondersteund door managers en<br />

worden adviseurs ingezet om de principes en praktijken uit de gedragswetenschappen toe te passen op<br />

individuen of in organis<strong>at</strong>ies.<br />

Deconstructionistisch of holistisch<br />

Een ander onderscheid d<strong>at</strong> relevant is voor dit onderzoek is de manier waarop onderzoekers rel<strong>at</strong>ies<br />

binnen een organis<strong>at</strong>ie definiëren. Enerzijds besta<strong>at</strong> er een deconstructionistische benadering. Hierbinnen<br />

worden individuen, groepen en organis<strong>at</strong>ies gezien als autonome entiteiten met een eigen bestaan, los van<br />

een bepaalde context (Verschuren, 2001). Anderzijds is er de holistische benadering waarbij individuen,<br />

groepen en organis<strong>at</strong>ies worden gezien als een systeem. Het zijn entiteiten die alleen bestaan in een<br />

systeem en niet los van elkaar kunnen worden begrepen (Hosking, 2004).<br />

Sociaal constructionistisch <strong>perspectief</strong><br />

Door verschillende ontwikkelingen staan de gedachten over verandermanagement de afgelopen jaren<br />

steeds meer onder druk. Vooral de geplande verandering (ontwerpbenadering) vanuit een individueel<br />

<strong>perspectief</strong> geeft problemen.<br />

In de eerste pla<strong>at</strong>s mislukt zeventig procent van de geplande organis<strong>at</strong>ieveranderingen (Beer en<br />

Nohria, 2000).<br />

Ten tweede is de theorievorming over en empirisch onderzoek naar organis<strong>at</strong>ieverandering<br />

beperkt. D<strong>at</strong> geldt zowel voor ontwerp- als ontwikkelbenaderingen (Weick en Quinn, 2001; Bouwen,<br />

1994). Er zijn dus ook weinig onderzoeken die aantonen d<strong>at</strong> deze benaderingen juist zijn.<br />

Ten derde pleiten onder andere Balogun en Johnson (1998, 2004), Balogun en Jenkins (2003) en<br />

Pettigrew, Woodman en Cameron (2001) voor meer onderzoek naar de effecten die veranderinterventies<br />

hebben op de ontvangers ervan. Deze drie factoren rechtvaardigen de zoektocht naar altern<strong>at</strong>ieve of<br />

<strong>aanvullend</strong>e benaderingen.<br />

Sociaal constructionistische benaderingen zijn in opkomst als <strong>aanvullend</strong> of verrijkend<br />

<strong>perspectief</strong> op organis<strong>at</strong>ieverandering (bijv. Boonstra, 2000, 2004; Van Dongen et al, 1996; Gergen,<br />

2009; Homan, 2005, 2006; Hosking, 2002, 2004; Termeer, 2006; Weick, 1995). Sociaal constructionisme<br />

vormt een denkkader waarin wetenschapsfilosofie, taalfilosofie, interpret<strong>at</strong>ieve tradities in de sociale<br />

wetenschap en de antropologie en nieuwe methodische ontwikkelingen worden gecombineerd om over de<br />

sociale realiteit te kunnen communiceren (Bouwen, 1994). Bij ontwerpbenaderingen ligt het zwaartepunt<br />

op technisch inhoudelijk vlak, terwijl bij ontwikkelbenaderingen het accent op rel<strong>at</strong>ioneel procesm<strong>at</strong>ig<br />

vlak ligt. Volgens Bouwen (1994) kan deze spanning tussen ontwerpen en ontwikkelen worden<br />

opgeheven met een sociaal constructionistische aanpak en worden gecombineerd: organis<strong>at</strong>ieverandering<br />

is steeds een inhoudelijk én rel<strong>at</strong>ioneel proces. Gergen (2009) beschrijft vooronderstellingen die ten<br />

grondslag liggen aan een sociaal constructionistisch denkkader:<br />

- De manier waarop wij de wereld begrijpen wordt niet bepaald door ‘w<strong>at</strong> er is’. De werkelijkheid<br />

schrijft geen bepaalde combin<strong>at</strong>ie van lettergrepen, woorden of zinsdelen voor. In beginsel is er<br />

een oneindig aantal mogelijkheden om ‘w<strong>at</strong> er is’ te beschrijven. Bouwen (1994) noemt in rel<strong>at</strong>ie<br />

tot dit uitgangspunt de termen ‘meerdere realiteiten’ en ‘intersubjectiviteit’.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

15<br />

- De wijze waarop wij de wereld beschrijven en verklaren is een resultante van (sociale) rel<strong>at</strong>ies<br />

Hier gebruikt Bouwen (1994) rel<strong>at</strong>ionele processen en rel<strong>at</strong>iep<strong>at</strong>ronen.<br />

- Het belang van constructies van de werkelijkheid neemt toe naar m<strong>at</strong>e hun bruikbaarheid in het<br />

sociale verkeer toeneemt. Door Bouwen (1994) ook wel contextkennis en ‘gedeelde’ kennis<br />

genoemd.<br />

- Terwijl we beschrijven en verklaren, geven wij vorm aan onze toekomst. ‘Taal als actie’,<br />

‘betekenis-in-de-maak’, co-constructie, co-cre<strong>at</strong>ie zijn de aanduidingen die Bouwen (1994)<br />

hanteert.<br />

- Kritische reflectie op de vooronderstellingen die ten grondslag liggen aan de werelden zoals we<br />

die kennen, is cruciaal voor toekomstig welzijn. In dit verband spreekt Bouwen (1994) van<br />

gener<strong>at</strong>ieve theorie, co-constructie en cocre<strong>at</strong>ie.<br />

Het doel van dit onderzoek is het vaststellen hoe diagnostische controlsystemen landen in organis<strong>at</strong>ies.<br />

Door voor dit onderzoek een sociaal contructionistisch <strong>perspectief</strong> te hanteren, ontsta<strong>at</strong> de ruimte om een<br />

verscheidenheid aan beelden, geruchten en ideeën over een systeem die in een organis<strong>at</strong>ie spelen of<br />

hebben gespeeld in kaart te brengen. Het sociaal constructionistisch <strong>perspectief</strong> sta<strong>at</strong> namelijk meerdere<br />

realiteiten toe. Het geluid van managers is net zo reëel als het geluid van medewerkers of de ontwerpers<br />

van een systeem.<br />

In de Engelstalige liter<strong>at</strong>uur wordt de door Weick (1995) geïntroduceerde term sensemaking<br />

veelvuldig gebruikt. In dit onderzoek wordt gewerkt met de vertaling hiervan, te weten ‘betekenisgeving’.<br />

Betekenisgeving is het construeren van werkelijkheden in sociale processen. Mensen richten hun<br />

aandacht op verschijnselen, gaan handelen, creëren daarmee ervaring, geven daar betekenis aan enzovoort<br />

(Weick, 1995). Een betekenis, het resulta<strong>at</strong> van die sociale processen, kan dus worden gedefinieerd als<br />

een werkelijkheidsconstructie van een bepaalde groep mensen op een bepaald moment. Betekenisgeving<br />

is door Weick in 1979 als theoretisch concept toegevoegd aan de organis<strong>at</strong>iekunde. Echter, Mead (1934)<br />

en Blumer (1969) zijn grondleggers van de sociologische stroming symbolisch interactionisme, waarin<br />

betekenisgeving ook een grote rol speelt. Aan de theorie van het symbolisch interactionisme liggen drie<br />

aannames ten grondslag (Blumer, 1969 in: Van Wijk, 2006):<br />

- mensen handelen op basis van betekenissen die zij aan een situ<strong>at</strong>ie toekennen;<br />

- de betekenissen die zij toekennen aan situ<strong>at</strong>ies worden ge(re)construeerd in sociale interacties met<br />

anderen;<br />

- in een interpret<strong>at</strong>ieproces en in interactie met anderen (re)construeert het individu deze<br />

betekenissen.<br />

Het meten van betekenisgeving<br />

Betekenissen bestaan volgens sociaal constructionisten alleen op het moment d<strong>at</strong> de dialoog gaande is<br />

(Homan, 2006). Het meten van betekenisgeving kan dus ook alleen tijdens de dialoog. D<strong>at</strong> geeft<br />

methodologische problemen. Bijvoorbeeld wanneer wordt gewerkt met interviews waarin de respondent<br />

wordt gevraagd zich de betekenisgeving van een moment in het verleden voor de geest te halen. Want<br />

meet je dan betekenisgeving die ontsta<strong>at</strong> tussen respondent en onderzoeker over een moment in het<br />

verleden, herinnering aan betekenisgeving zoals die destijds in de organis<strong>at</strong>ie rondging, een nieuwe<br />

constructie of de herinnering van de oude constructie?


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

16<br />

Homan (2006) verwacht d<strong>at</strong> twee verschillende c<strong>at</strong>egorieën onderzoeksinstrumenten in potentie<br />

zinvol zijn bij het expliciteren van betekenisp<strong>at</strong>ronen in de context van organis<strong>at</strong>ieverandering. Het ga<strong>at</strong><br />

om zogenaamde cognitive mapping technieken en narr<strong>at</strong>ive research. Bij cognitive mapping worden<br />

mapping-technieken toegepast om betekenissen uit de hoofden van individuen te halen. Bij narr<strong>at</strong>ieve<br />

technieken worden verhalen, narr<strong>at</strong>ives, gebruikt om betekenissen te verpakken om ze vervolgens op een<br />

toegankelijke manier over te dragen. De analyse van verhalen leidt tot veelbelovende result<strong>at</strong>en om<br />

betekenissen te achterhalen die rondgaan in zowel het formele als informele domein (Czarniawska, 2004;<br />

Gabriel, 2000; Boje, 1991 en Stevenson en Greenberg, 1998 in: Homan, 2006).<br />

In het licht van de centrale vraag van dit onderzoek worden cognitieve mapping technieken<br />

gebruikt om impliciete betekenissen van groepen medewerkers te eliciteren. De strikte sociaal<br />

constructionistische aanname d<strong>at</strong> ‘betekenissen alleen bestaan op het moment d<strong>at</strong> de dialoog gaande is’<br />

wordt losgel<strong>at</strong>en. In dit onderzoek wordt uitgegaan van de aanname van symbolisch interactionisten d<strong>at</strong><br />

betekenissen kunnen worden ge(re)construeerd in een interpret<strong>at</strong>ieproces en in interactie met anderen. De<br />

methode en de methodologische consequenties van de sociaal constructionistische benadering staan in het<br />

volgende hoofdstuk uitgewerkt.<br />

Aanvullend <strong>perspectief</strong> op management control<br />

In empirisch onderzoek naar management control ga<strong>at</strong> het er om na te gaan w<strong>at</strong> het effect is van een<br />

controlsysteem op het gedrag van medewerkers. In een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> wordt het sociaal<br />

contructionistische concept van betekenisgeving toegevoegd aan het vakgebied management control.<br />

Sociaal constructionisten gaan er vanuit d<strong>at</strong> betekenisgeving bepalend is voor het gedrag van<br />

mensen (bijvoorbeeld Bouwen (1994) of Weick (1995)). Daarnaast menen zij d<strong>at</strong> de betekenisgeving die<br />

ontsta<strong>at</strong> in de informele netwerken van mensen het gedrag van mensen meer beïnvloedt, dan de<br />

betekenissen die in het formele domein worden tentoongespreid (tijdens vergadering, in formele brieven<br />

of present<strong>at</strong>ies). Daarom wordt in het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> betekenisgeving bestudeerd in informele<br />

netwerken.<br />

Om vast te stellen hoe een systeem landt, lijkt het niet voldoende betekenisgeving op een moment<br />

in de tijd te bestuderen. Processen van betekenisgeving zijn dynamisch, voortdurend in ontwikkeling.<br />

Volgens de meest stricte sociaal constructionisten besta<strong>at</strong> betekenisgeving alleen zolang de dialoog<br />

gaande is. Juist door het dynamisch karakter van betekenisgeving levert het bestuderen van de<br />

ontwikkeling van betekenisgeving door de tijd heen – longitudinaal meten dus – een veel aannemelijker<br />

beeld, dan het bestuderen van betekenisgeving op één moment. Die betekenisgeving besta<strong>at</strong> immers maar<br />

even. Hoe meer meetmomenten worden gehanteerd, hoe completer de afspiegeling van de ontwikkeling<br />

van de betekenisgeving en dus hoe meer zicht er ontsta<strong>at</strong> op het effect van het controlsysteem op het<br />

gedrag van medewerkers.<br />

Verder bieden longitudinale metingen meer aangrijpingspunten om inzicht te krijgen in impulsen<br />

voor de verandering van betekenisgeving. Ook die impulsen zijn belangrijk om te zien of/hoe en waarom<br />

iets landt. Iets d<strong>at</strong> goed landt, genereert positieve betekenisgeving in de informele netwerken. Door zowel<br />

impulsen voor positieve en neg<strong>at</strong>ieve betekenisgeving te bestuderen, ontsta<strong>at</strong> inzicht in welke theoretische<br />

of ontwerpaspecten van controlsystemen in de praktijk werken en welke niet.<br />

De bestudering van de structuur van de informele netwerken verschaft inzicht in waar de<br />

betekenissen zich bevinden. Is er sprake van een locale werkelijkheid of wordt die werkelijkheid door een


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

17<br />

groot deel van de organis<strong>at</strong>ieleden geconstrueerd? Veroorzaken bepaalde elementen van het<br />

controlsysteem veranderingen in de structuur van die infomele netwerken?<br />

In de onderstaande figuur sta<strong>at</strong> zowel de impliciete vooronderstelling van het conventionele<br />

<strong>perspectief</strong> (boven) als de expliciete vooronderstelling over gedrag van het <strong>aanvullend</strong>e <strong>perspectief</strong><br />

(onder) weergegeven. Vanuit het <strong>aanvullend</strong>e <strong>perspectief</strong> is het de betekenisgeving (BTGV) over<br />

management control die bepaalt of mensen zich gedragen zodanig d<strong>at</strong> organis<strong>at</strong>iedoelstellingen worden<br />

bereikt. De ‘juistheid’ van de control is niet van belang.<br />

Figuur 4: het verschil in vooronderstellingen tussen het conventionele en het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong><br />

Conclusie onderzoeksvraag 3: W<strong>at</strong> is een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control?<br />

In het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control worden de effecten van management control op het<br />

gedrag van mensen in een organis<strong>at</strong>ie in kaart gebracht. In dit <strong>perspectief</strong> wordt het sociaal<br />

constructionistische uitgangspunt gehanteerd d<strong>at</strong> betekenisgeving bepalend is voor het gedrag van<br />

mensen.Het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control beschrijft dus het effect van management<br />

control op betekenisgeving van mensen in de organis<strong>at</strong>ie. Het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> maakt duidelijk:<br />

- hoe betekenisgeving zich door de tijd heen ontwikkelt in informele netwerken;<br />

- w<strong>at</strong> impulsen zijn voor verandering in betekenisgeving en w<strong>at</strong> de aard is van verandering in<br />

betekenisgeving in de informele netwerken ten opzichte van een eerder moment;<br />

- hoe de structuur van informele netwerken zich door de tijd heen ontwikkelt;


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

18<br />

Hoofdstuk 3: Methodologie<br />

Dit hoofdstuk ga<strong>at</strong> over het empirische onderzoek: hoe landt een diagnostisch controlsysteem in een<br />

organis<strong>at</strong>ie? Eerst wordt de gebruikte onderzoeksstr<strong>at</strong>egie beschreven. Daarna volgt een beschrijving van<br />

de organis<strong>at</strong>ie waar het empirisch onderzoek wordt uitgevoerd (case). Vervolgens wordt de<br />

onderzoeksmethode stapsgewijs gepresenteerd. Tot slot volgt een uitspraak over de kwaliteit van het<br />

onderzoeksontwerp.<br />

Onderzoeksstr<strong>at</strong>egie<br />

De Man stelt in zijn public<strong>at</strong>ie ‘Methodologische keuzen in bedrijfswetenschappelijk onderzoek: een palet<br />

voor de onderzoeker’ d<strong>at</strong> onderzoekers een fundamentele keuze moeten maken tussen empirisch of<br />

ontwerpgericht onderzoek. De result<strong>at</strong>en van empirisch onderzoek richten zich op het aanvullen van<br />

wetenschappelijke theorie. Het resulta<strong>at</strong> van ontwerpgericht onderzoek levert een model op basis waarvan<br />

kan worden ingegrepen in de (organis<strong>at</strong>ie) praktijk. Uit het liter<strong>at</strong>uuronderzoek bleek d<strong>at</strong> theorievorming<br />

over management control zich voornamelijk bezig houdt met het ontwerp van instrumenten. Onderhavig<br />

onderzoek is gericht op het bijdragen aan de kennis over de effecten van die instrumenten in een<br />

organis<strong>at</strong>ie. Het betreft dus een theoriegericht onderzoek (Verschuren en Doorewaard, 2000).<br />

Omd<strong>at</strong> er in de liter<strong>at</strong>uur weinig bekend is over de effecten van een diagnostisch controlsysteem<br />

op betekenisgeving in de organis<strong>at</strong>ie wordt een explorerend onderzoek uitgevoerd. Dit type onderzoek<br />

richt zich volgens De Man, tevens in de genoemde public<strong>at</strong>ie, op het vormen van hypothesen. Om<br />

hypothesen te kunnen vormen wordt eerst een beschrijvend onderzoek uitgevoerd. In beschrijvend<br />

onderzoek ga<strong>at</strong> het er om de belangrijkste feiten op een rij te zetten. Vanwege het gekozen sociaal<br />

constructionistisch <strong>perspectief</strong> wordt in dit onderzoek niet van feiten gesproken. Het ga<strong>at</strong> hier om<br />

(intersubjectieve) betekenissen. Door middel van een beschrijvend onderzoek wordt in kaart gebracht<br />

welke (collectieve) betekenissen te herkennen zijn.<br />

Gevalsstudies worden als onderzoeksstr<strong>at</strong>egie veel toegepast als complexe sociale fenomenen het<br />

object zijn van onderzoek (Yin, 2003) of als holistische onderzoeksbenaderingen (Verschuren, 2001)<br />

nodig zijn. Bij een gevalsstudie wordt een praktijksitu<strong>at</strong>ie in zijn bestaande context bestudeerd. Hierbij<br />

zijn de grenzen tussen de praktijksitu<strong>at</strong>ie en zijn context niet (volledig) duidelijk (Yin, 2003). Dit<br />

onderzoek voldoet aan beide kenmerken. In de eerste pla<strong>at</strong>s zijn processen van betekenisgeving, w<strong>at</strong> in dit<br />

onderzoek wordt bestudeerd, sociale fenomenen. Betekenissen worden immers gevormd tijdens en door<br />

interactie van mensen. Ten tweede is de context waarin management controlinstrumenten moeten landen<br />

niet duidelijk. Welke objecten, functionarissen of gebruiken tot de context van management control<br />

moeten worden gerekend, kan niet voorafgaand aan de uitvoering van het onderzoek worden vastgesteld.<br />

Omd<strong>at</strong> dit onderzoek wordt uitgevoerd vanuit een sociaal constructionistisch <strong>perspectief</strong>, maakt zelfs de<br />

onderzoeker deel uit van de context van management control. Bouwen (1994) hanteert de oneliner<br />

‘onderzoek als interventie en interventie als onderzoek’. Sociaal constructionisten zijn van mening d<strong>at</strong><br />

onderzoekers per definitie interveniëren in de werkelijkheid. De mensen die worden benaderd in het kader<br />

van het onderzoek gaan spontaan betekenis geven aan zowel onderzoek als onderzoeker. D<strong>at</strong> maakt d<strong>at</strong> er<br />

volgens de sociaal constructionist geen ‘objectief’ onderzoek mogelijk is waarbij de onderzoeker geen<br />

enkele invloed heeft op de context. Daarmee verandert het onderzoek en de ‘feitelijke’ situ<strong>at</strong>ie ook<br />

(Bouwen, 1994).


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

19<br />

Omd<strong>at</strong> dit onderzoek, vanwege het gehanteerde <strong>perspectief</strong>, ook wordt gezien als interventie, is een<br />

ontwerpteam geformeerd. Het ontwerpteam wordt gezien en benut als onderdeel van de<br />

onderzoeksstr<strong>at</strong>egie en heeft drie functies:<br />

- het verkrijgen van draagvlak voor het onderzoek;<br />

- het selecteren van geschikte informanten / respondenten;<br />

- het maken van terugkoppelingsafspraken, waarbij geldt d<strong>at</strong> terugkoppeling alleen aan het<br />

management‘not done’ is.<br />

Onderzoeksmethode<br />

Cognitive mapping technieken zijn geschikt om betekenissen te expliciteren (Homan, 2006). Een<br />

onderzoeksmethode die de afgelopen jaren frequent is gebruikt om betekenissen te expliciteren is de<br />

ChangeMirror (www.changemirror.nl). Daarnaast zijn semigestructureerde interviews geschikt om<br />

betekenissen te registreren. De ChangeMirror heeft een aantal voordelen ten opzichte van het gebruik van<br />

interviews. De methode is tijdefficiënt, de methode is non-intrusive, medewerkers scoren op door henzelf<br />

geformuleerde betekenissen. Daarmee is het effect van de interviewer op de geïnterviewde kleiner.<br />

Daarnaast wordt de d<strong>at</strong>averzameling en analyse uit handen genomen door een team van ervaren<br />

onderzoekers (Synthetron medewerkers). Ondanks de (evidente) voordelen van de ChangeMirror<br />

methodiek worden in dit onderzoek semigestructureerde interviews gebruikt, omd<strong>at</strong>:<br />

- er behoefte is aan zo rijk mogelijke beschrijvingen en interviews de mogelijkheid bieden door te<br />

vragen en flexibel ‘heen en weer’ te gaan in de tijd;<br />

- er op dit moment in de case-organis<strong>at</strong>ie allerlei trajecten lopen die veel aandacht trekken met<br />

workshops, groepsbijeenkomsten en andersoortige interventies. Dit onderzoek wordt bewust zo<br />

ingericht, d<strong>at</strong> er rel<strong>at</strong>ief weinig aandacht aan wordt geschonken;<br />

Omd<strong>at</strong> het onderzoek een explorerend karakter heeft en de parameters en dynamiek van de organis<strong>at</strong>ie<br />

waarin het diagnostisch controlsysteem landt onbekend zijn, wordt het gebruik van allerhande<br />

onderzoeksinstrumenten en sterk gestructureerd onderzoek ongepast gevonden (Miles en Huberman,<br />

1994). Het instrumentgebruik blijft daarom beperkt tot:<br />

- gespreksformulieren voor de d<strong>at</strong>averzameling (een leeg formulier is opgenomen als bijlage I, de<br />

ingevulde formulieren zijn opvraagbaar bij de onderzoeker);<br />

- gesprekssamenv<strong>at</strong>tingen (de uitgewerkte samenv<strong>at</strong>tingen zijn opvraagbaar bij de onderzoeker);<br />

- geanonimiseerde, gecodeerde gespreksfragmenten (alle gecodeerde gespreksfragmenten zijn<br />

opgenomen als bijlage IIb).<br />

Om tijdtechnische redenen wordt niet gewerkt met bandopnamen. De transcriptie van de bandopnames is<br />

rel<strong>at</strong>ief tijdrovend. De <strong>aanvullend</strong>e inspanningen worden in rel<strong>at</strong>ie tot de mogelijke opbrengsten van dit<br />

onderzoek niet in voldoende m<strong>at</strong>e herkend. Daarbij komt d<strong>at</strong> de onderzoekspopul<strong>at</strong>ie gemakkelijk<br />

toegankelijk is voor de onderzoeker. Eventuele vragen of onduidelijkheden die zich gedurende de d<strong>at</strong>aanalyse<br />

fase voordoen, kunnen worden opgelost door de geïnterviewde nogmaals te raadplegen.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

20<br />

Onderzoeksobject<br />

Processen van betekenisgeving over het diagnostisch controlsysteem zijn hier het onderzoeksobject.<br />

Vrijwel alle grotere organis<strong>at</strong>ies beschikken over een diagnostisch controlsysteem (Simons,1995a) of<br />

basis controlproces (Merchant, 1982) om hun organis<strong>at</strong>ie te besturen en beheersen. Dit fenomeen kan dus<br />

in rel<strong>at</strong>ief veel organis<strong>at</strong>ies worden onderzocht. De Koninklijke Marechaussee beschikt over een<br />

diagnostisch controlsysteem en is tevens gemakkelijk toegankelijk voor de onderzoeker en daarmee een<br />

geschikte case.<br />

De Koninklijke Marechaussee is een Defensieonderdeel en voert voor de Minister van Defensie<br />

militaire politietaken uit. Daarnaast voert de Koninklijke Marechaussee civiele taken uit voor de Ministers<br />

van Justitie en Binnenlandse Zaken, zoals het uitvoeren van grensbewaking en mobiel toezicht aan de<br />

binnengrenzen en het beveiligen van objecten en waardetransporten. Om die taken uit te kunnen voeren<br />

zijn er zo’n 6.000 medewerkers actief verdeeld over zes decentrale districten. Die districten zijn op hun<br />

beurt weer onderverdeeld in kleinere eenheden. Die worden brigades genoemd. Verder is er een centraal<br />

stafappara<strong>at</strong> om de Commandant KMar te ondersteunen in de besturing en beheersing van de organis<strong>at</strong>ie.<br />

Op die centrale staf, de Staf CKMar, wordt ook het diagnostisch controlsysteem ontworpen. Het<br />

diagnostisch controlsysteem sta<strong>at</strong> binnen de Koninklijke Marechaussee bekend als de interne planning en<br />

control (P&C) cyclus. De medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het (her)ontwerp van de P&C<br />

cyclus werken bij de Directie P&C. Een recente verandering aan het diagnostisch controlsysteem is het<br />

gebruik van het INK managementmodel. Het is de bedoeling d<strong>at</strong> het gebruik van dit model de<br />

organis<strong>at</strong>ieontwikkeling, klanttevredenheid en de algemene bestuurbaarheid en beheersbaarheid van de<br />

organis<strong>at</strong>ie positief beïnvloedt. De implement<strong>at</strong>ie van het INK managementmodel wordt begeleid door<br />

TNO management consultants. TNO propageert het gebruik van de zogenaamde A3-methodiek<br />

(Doeleman en Van Heumen, 2008).<br />

Afbakening<br />

De districten en brigades vormen de organis<strong>at</strong>ie waar het diagnostisch controlsysteem moet ‘landen’.<br />

Betekenissen bevinden zich overal binnen die districten en brigades. Idealiter wordt dan ook iedereen die<br />

iets doet of moet met de interne P&C cyclus betrokken bij dit onderzoek. Zowel de gemiddelde<br />

doorlooptijd voor een afstudeerproject als de tijd en middelen die de organis<strong>at</strong>ie ter beschikking stelt voor<br />

dit onderzoek zijn beperkt. Daarom wordt gewerkt met een dwarsdoorsnede van de organis<strong>at</strong>ie. In tabel 1<br />

sta<strong>at</strong> een overzicht van verschillende parameters die volgens Miles en Huberman (1994) relevant zijn bij<br />

het maken van zo’n dwarsdoorsnede.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

21<br />

Tabel 1: mogelijke keuzen in steekproefselectie (naar Miles en Huberman p. 30)<br />

Steekproef parameters Mogelijke keuzen<br />

loc<strong>at</strong>ies 26 Bedrijfsbureaus bij brigades, zes districtstaven, Staf CKMar<br />

actoren Medewerkers bedrijfsbureau, brigadecommandant en pla<strong>at</strong>svervanger, medewerkers Planning<br />

en Control van een district, districtscommandant en pla<strong>at</strong>svervanger, medewerkers en<br />

leidinggevenden Directie Planning en Control, CKMar en pla<strong>at</strong>svervanger<br />

gebeurtenissen Jaarplan consult<strong>at</strong>ies, consult<strong>at</strong>ies over periodieke rapportages, controllersoverleggen,<br />

management control overleggen, financial control overleggen, bedrijfsvoeringsoverleggen,<br />

managementteam vergaderingen, overleggen van het bedrijfsvoeringsmanagementteam<br />

processen Het maken van controlbeleid en uitvoeringsrichtlijnen, het opstellen van een bedrijfsplan, het<br />

opstellen van een jaarplan, het voeren van management gesprekken of consult<strong>at</strong>ies, het<br />

uitvoeren van plannen, het verantwoorden over uitvoering van plannen<br />

Gevalsstudies kennen verschillende vormen. Een onderscheidende variabele is de hoeveelheid<br />

onderzoeksloc<strong>at</strong>ies die er bij betrokken zijn. Hier wordt een enkelvoudige gevalsstudie uitgevoerd (Yin,<br />

2003). Meer concreet houdt d<strong>at</strong> voor deze case-organis<strong>at</strong>ie in d<strong>at</strong> het landen van een diagnostisch<br />

controlsysteem niet in meerdere districten wordt onderzocht. Er wordt een district gekozen. In<br />

kwantit<strong>at</strong>ief onderzoek wordt normaliter gewerkt met willekeurige steekproeftrekkingen. Bij kwalit<strong>at</strong>ief<br />

onderzoek wordt de onderzoekspopul<strong>at</strong>ie doelgericht gekozen. De inform<strong>at</strong>ieve waarde van de<br />

onderzoekspopul<strong>at</strong>ie is hierbij de bepalende factor (Miles en Huberman, 1994).<br />

Bij het afbakenen van een kwalit<strong>at</strong>ieve onderzoekscasus kunnen verschillende str<strong>at</strong>egieën worden<br />

gehanteerd. Er kan onder andere worden gekozen voor een afbakening die een goede afspiegeling is van<br />

de totale popul<strong>at</strong>ie (een zogenaamde‘typical case’ (Denscombe, 2007)). Een andere overweging kan zijn<br />

d<strong>at</strong> de casus een goede kans biedt om een bepaalde theorie te ontwikkelen of testen (Yin, 2003). Er zijn<br />

ook gevallen waarin een onderzoeker kiest voor een pragm<strong>at</strong>ische aanpak: de onderzoeksloc<strong>at</strong>ie is<br />

toevallig makkelijk toegankelijk, terwijl andere d<strong>at</strong> juist niet zijn (een zogenaamde ‘convenient case’<br />

(Denscombe, 2007)).<br />

De onderzoekscasus wordt afgebakend zodanig d<strong>at</strong> de inform<strong>at</strong>ieve waarde het grootst is. Daartoe<br />

worden vragen gesteld als: wie weet het meest, wie weet het beste w<strong>at</strong> er leeft, waar doen zich<br />

ontwikkelingen voor die een impuls kunnen zijn voor processen van betekenisgeving? Een deel van die<br />

vragen wordt door het ontwerpteam beantwoord. In tabel 2 sta<strong>at</strong> een overzicht van karakteristieken die<br />

een ma<strong>at</strong>staf kunnen zijn voor de inform<strong>at</strong>ieve waarde van de potentiële gevalsstudies binnen de<br />

Koninklijke Marechaussee.


Tabel 2: karakteristieken van potentiële cases<br />

Loc<strong>at</strong>ie M<strong>at</strong>e van adoptie A3<br />

methodiek<br />

Zittingsduur<br />

DC<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

22<br />

Gemiddelde zittingsduur<br />

District Noord-Oost laag 2 jaar 2 Nee<br />

District Zuid hoog 1 jaar 3 Ja<br />

District Landelijke en<br />

Buitenlandse Eenheden<br />

laag < 1 jaar 3 Nee<br />

District West hoog < 1 jaar 2 Nee<br />

District Schiphol hoog 2 jaar 3 Ja<br />

Landelijk Opleidings- en<br />

Kennismanagement<br />

laag < 1jaar 2 Nee<br />

BC<br />

Bestuurlijke achtergrond<br />

De inform<strong>at</strong>ieve waarde van de casus District Zuid is groot om verschillende redenen. Het district heeft<br />

een rel<strong>at</strong>ief nieuwe methodiek snel en volgens de ‘wandelgangen’ vooruitstrevend geadopteerd. De<br />

result<strong>at</strong>en van dit onderzoek kunnen daarom zinvol zijn voor districten die minder ver zijn. Daarnaast kan<br />

de introductie van de nieuwe methodiek betekenisgevende processen k<strong>at</strong>alyseren. De voor het jaarplan<br />

verantwoordelijke Districtscommandant lijkt een particip<strong>at</strong>ieve stijl te hanteren. Hij betrekt<br />

Brigadecommandanten binnen zijn district actief bij het opstellen van zijn jaarplan. Daarnaast zijn<br />

‘externe belanghebbenden’ ook welkom om te participeren in het proces van het opstellen van het<br />

jaarplan. Ook de gehanteerde veranderstijl zou een impuls kunnen zijn voor betekenisgevende processen.<br />

Ten slotte heeft de Districtscommandant in zijn promotieonderzoek de werking van resulta<strong>at</strong>gerichte<br />

sturing binnen de Koninklijke Marechaussee onderzocht (Leijtens, 2008). De exacte omvang van de<br />

onderzoekspopul<strong>at</strong>ie sta<strong>at</strong> voorafgaand aan het onderzoek niet vast. Er is wel een aantal criteria<br />

gehanteerd:<br />

- Selecteer van iedere ‘type’ functionaris die iets doet of moet met P&C tenminste twee<br />

informanten. Een die er volgens het ontwerpteam ‘positief’ in sta<strong>at</strong>, de ander met minder<br />

positieve opv<strong>at</strong>tingen.<br />

- Selecteer informanten met ten minste anderhalf jaar ervaring in die functie.<br />

- Als informanten tijdens de interviews verwijzen naar een type functionaris of persoon die door<br />

onderzoeker en ontwerpteam niet is geselecteerd, dan wordt hij of zij toegevoegd aan de<br />

onderzoekspopul<strong>at</strong>ie.<br />

DC


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

23<br />

Onderzoeksmethode per stap<br />

Methodestap 1: Intake gesprek met manager<br />

Om toegang te krijgen tot de informanten wordt voorafgaand aan het onderzoek een intake gesprek<br />

gevoerd met de manager die verantwoordelijk is voor het organis<strong>at</strong>ieonderdeel waar het onderzoek wordt<br />

uitgevoerd. Tijdens dit gesprek komen in ieder geval aan de orde:<br />

- doelstelling van het onderzoek: onderzoek doen naar de manier waarop management<br />

controlsystemen, in het bijzonder het diagnostisch controlsysteem, landen in een organis<strong>at</strong>ie<br />

- w<strong>at</strong> er gemeten wordt:<br />

betekenisgeving in de informele netwerken van de informant, door de tijd heen;<br />

de structuur van de informele netwerken van de informant, door de tijd heen;<br />

de aard van verandering in betekenisgeving in de informele netwerken (positiever,<br />

neg<strong>at</strong>iever of vergelijkbaar, ten opzichte van het voorgaande moment);<br />

impulsen voor verandering in betekenisgeving.<br />

Na afloop van het gesprek geeft de manager wel of geen goedkeuring voor de uitvoering van het<br />

onderzoek.<br />

Methodestap 2: Afbakening van het onderzoek en werkafspraken met het ontwerpteam<br />

In de paragraaf ‘onderzoeksstr<strong>at</strong>egie’ is aangegeven waarom wordt gewerkt met een ontwerpteam. Het<br />

ontwerpteam wordt zodanig gekozen d<strong>at</strong> het een afspiegeling is van de verwachte onderzoekspopul<strong>at</strong>ie.<br />

Daarom besta<strong>at</strong> het ontwerpteam uit:<br />

- een Districtscommandant;<br />

- een Brigadecommandant;<br />

- P&C medewerker van het district;<br />

- P&C medewerker van een brigade.<br />

De agenda van de eerste ontwerpteambijeenkomst bev<strong>at</strong>:<br />

- een uiteenzetting van doel en de opzet van het onderzoek;<br />

- de rol van het ontwerp team tijdens het onderzoek;<br />

- afspraken over het waarborgen van de anonimiteit van de onderzoeksgegevens;<br />

- de selectie van informanten voor de uitvoering van het onderzoek in lijn met de eerder genoemde<br />

criteria.<br />

Methodestap 3: Uitvoering van een proefmeting<br />

Tijdens een proefmeting met een kritische collega wordt vastgesteld:<br />

- of de te meten concepten duidelijk zijn;<br />

- of de interviewvragen begrijpelijk zijn;<br />

- hoeveel tijd met de interviews gemoeid is.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

24<br />

Methodestap 4: Uitvoering van de metingen<br />

De feedback uit de proefmeting is in de uiteindelijke interviewaanpak verwerkt. De interviewaanpak ziet<br />

er nu als volgt uit:<br />

i. Inleiding<br />

a. In de inleiding wordt benadrukt d<strong>at</strong> het ga<strong>at</strong> om betekenisgeving: verhalen, geruchten, ideeën<br />

en beelden die in de informele circuits de ronde doen. Informele beelden blijken namelijk<br />

vaak veel meer effect te hebben op het gedrag van mensen, dan de standpunten, verhalen en<br />

beelden die zij bijvoorbeeld in het formele domein naar buiten brengen (bijvoorbeeld tijdens<br />

vergaderingen, present<strong>at</strong>ies of in brieven).<br />

b. Het ga<strong>at</strong> er in dit gesprek om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de beelden over P&C<br />

in het informele netwerk van de gesprekspartner. P&C is de aanduiding die in deze<br />

organis<strong>at</strong>ie wordt gebruikt voor het basis controlproces.<br />

c. Benadrukt worden de vertrouwelijkheid van de gespreksgegevens.<br />

d. Het ga<strong>at</strong> om w<strong>at</strong> de gesprekspartner op verschillende momenten in de tijd in zijn eigen<br />

informele netwerk hoorde over P&C. Het ga<strong>at</strong> in dit gesprek dus niet om de mening van de<br />

respondent, maar waar het informeel over ging bij de vertrouwelingen van de respondent als<br />

het P&C betrof.<br />

ii. Kernvragen<br />

In tabel 3 staan de interviewvragen weergegeven die moeten leiden tot de d<strong>at</strong>averzameling om de<br />

onderzoeksvragen 4.1 tot en met 4.5 te kunnen beantwoorden. Tijdens de interviews wordt<br />

gebruikt gemaakt van een gespreksformulier (Bijlage I).<br />

Methodestap 5: Bespreking van de conceptresult<strong>at</strong>en met het ontwerpteam<br />

Na de interviewrondes en de d<strong>at</strong>a-analyse worden de conceptresult<strong>at</strong>en aan het ontwerpteam voorgelegd.<br />

De vraag die hierbij centraal sta<strong>at</strong>, is in hoeverre zij het beeld herkennen d<strong>at</strong> ontsta<strong>at</strong> uit de d<strong>at</strong>a-analyse<br />

en present<strong>at</strong>ie.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

25<br />

Tabel 3: overzicht van de interviewvragen en antwoordvormen van de respondenten<br />

Vraag<br />

Interviewer<br />

start “L<strong>at</strong>en we terug gaan in de tijd. W<strong>at</strong> is een belangrijk moment<br />

geweest in de ontwikkeling van P&C? D<strong>at</strong> belangrijke moment<br />

kan van alles zijn, iets formeels als een aanwijzing, een brief of<br />

een voorlichting. Iets informeels kan ook, een gerucht, een<br />

voorval, een gesprek, zoiets.”<br />

1 “W<strong>at</strong> was er toen aan de hand?”<br />

2 “Met wie sprak je toen informeel over P&C, wie waren d<strong>at</strong><br />

precies?”<br />

3 “Waar hadden jullie het over? W<strong>at</strong> wisselden jullie bij de<br />

koffieautoma<strong>at</strong> of na een bijeenkomst? W<strong>at</strong> ging er rond?”<br />

“L<strong>at</strong>en we w<strong>at</strong> vooruit gaan in de tijd, w<strong>at</strong> is een volgend<br />

belangrijk moment, w<strong>at</strong> dichter bij het heden?”<br />

[herhaling van de vragen 1, 2 en 3 maar toevoegen van vragen 4,<br />

5 en 6]<br />

4 “Is de manier waarop over P&C gesproken werd veranderd ten<br />

opzichte van het moment d<strong>at</strong> we hiervoor bespraken?”<br />

5 “Werd er in de informele circuits – vergeleken met het vorige<br />

moment – positiever, neg<strong>at</strong>iever of hetzelfde tegen P&C<br />

aangekeken? Het ga<strong>at</strong> dus om w<strong>at</strong> er op d<strong>at</strong> moment in de<br />

wandelgangen rondging…”<br />

6 “Waardoor is die verbetering, verslechtering of verdieping tot<br />

stand gekomen?” [nadrukkelijk stil zijn]<br />

[herhalingen van de vragen 1, 2, 3 met toevoeging van 4, 5 en 6<br />

gaan door tot en met het heden. Na de vragen over het heden<br />

wordt een vraag over de toekomst toegevoegd: 7]<br />

7 “Hoe wordt er in jouw informele circuits gesproken over de<br />

toekomst van P&C?”<br />

slot “Welke vraag heb ik niet gesteld? Vind je d<strong>at</strong> we het hebben<br />

gehad over w<strong>at</strong> er toe doet, als het ga<strong>at</strong> om de werking van<br />

P&C?”<br />

Respondent<br />

[leeft zich in en noemt moment]<br />

[noemt gebeurtenis]<br />

[noemt namen en eventueel functietypen]<br />

[geeft zijn of haar herinneringen aan de betekenisgeving weer]<br />

[leeft zich in en noemt een moment]<br />

[ja/nee]<br />

[positiever/neg<strong>at</strong>iever/hetzelfde]<br />

[verklaring]<br />

[geeft zijn of haar herinneringen aan de betekenisgeving weer]<br />

[aanvullingen]<br />

Kwaliteit onderzoeksontwerp<br />

Volgens Yin zijn bij explorerend onderzoek vooral construct validiteit, externe validiteit en de<br />

betrouwbaarheid belangrijke ma<strong>at</strong>staven voor de kwaliteit van het onderzoek. Hoe verhoudt het<br />

onderzoeksontwerp zich tot deze drie door Yin genoemde criteria?<br />

Onder de construct validiteit versta<strong>at</strong> Yin de m<strong>at</strong>e waarin het bestudeerde concept juist is<br />

geoper<strong>at</strong>ionaliseerd. Hier wordt onderzocht hoe een bepaald management controlinstrument uit een<br />

management controlstructuur landt bij medewerkers in de organis<strong>at</strong>ie. Het landen van iets is een<br />

betrekkelijk abstracte term. Dit abstracte wordt geoper<strong>at</strong>ionaliseerd met het concept betekenisgeving, d<strong>at</strong><br />

al vanaf 1934 (Mead) binnen het ‘symbolisch interactionisme’ bekend is in de liter<strong>at</strong>uur. Het is<br />

overgenomen door onderzoekers van organis<strong>at</strong>ieverandering (Weick, 1995; Gergen, 2009). Daarnaast is


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

26<br />

het theoretische concept empirisch onderzocht en zijn er verschillende methoden om betekenissen te<br />

eliciteren (Homan, 2006).<br />

Onder de externe validiteit versta<strong>at</strong> Yin de m<strong>at</strong>e waarin de result<strong>at</strong>en van de gevalsstudie<br />

generaliseerbaar zijn. De m<strong>at</strong>e waarin vanuit deze gevalsstudie kan worden gegeneraliseerd, hangt af van<br />

de m<strong>at</strong>e waarin de karakteristieken van deze gevalsstudie overeenkomen met de karakteristieken van<br />

vergelijkbare gevallen. In de conclusies van dit onderzoek wordt hier verder op ingegaan.<br />

Onder de betrouwbaarheid versta<strong>at</strong> Yin de m<strong>at</strong>e waarin de handelingen uit de studie herhaalbaar<br />

zijn, met dezelfde result<strong>at</strong>en. Voor sociaal constructionisten is betrouwbaarheid een problem<strong>at</strong>isch begrip.<br />

Sociaal constructionisten zijn van mening d<strong>at</strong> onderzoekers interveniëren in de werkelijkheid. De<br />

werkelijkheidsconstructie besta<strong>at</strong> alleen zolang de dialoog gaande is. De mensen die worden benaderd in<br />

het kader van het onderzoek gaan spontaan betekenis geven aan zowel onderzoek als onderzoeker.<br />

Daarnaast kunnen medewerkers door tal van andere factoren betekenis geven aan het basis controlproces.<br />

Het is dus maar de vraag in hoeverre de betekenisgevingen op tijdstip t overeenkomen met de<br />

betekenisgevingen op tijdstip t + n. Daarnaast stelt De Man in zijn public<strong>at</strong>ie ‘Methodologische keuzen<br />

in bedrijfswetenschappelijk onderzoek: een palet voor de onderzoeker’ d<strong>at</strong> de kwaliteit van de dialoog<br />

tussen onderzoeker en de informant de kernvariabele is in de deugdelijkheid van onderzoek waarin er<br />

geen strikte scheiding is tussen onderzochte en onderzoeker. De kwaliteit van de uitkomsten van het<br />

onderzoek zullen dus sterk afhankelijk zijn van de vaardigheden van de onderzoeker.<br />

Validiteit, betrouwbaarheid, generaliseerbaarheid en objectiviteit zijn (conventionele) ma<strong>at</strong>staven<br />

voor onderzoek d<strong>at</strong> wordt gedaan vanuit een functioneel positivistisch onderzoeksparadigma<br />

(Denscombe, 2007). Deze ma<strong>at</strong>staven hebben vanuit sociaal constructionistisch <strong>perspectief</strong> beperkte<br />

waarde. Een bekende sociaal constructionist, Bouwen (1994), is van mening d<strong>at</strong> vanuit dit <strong>perspectief</strong> de<br />

aannemelijkheid en ‘naspeurbaarheid’ van de onderzoeksresult<strong>at</strong>en van belang zijn. De aannemelijkheid<br />

van de result<strong>at</strong>en van dit onderzoek wordt vergroot doord<strong>at</strong>:<br />

- het conceptresulta<strong>at</strong> is voorgelegd aan het ontwerpteam;<br />

- een deel van de tekstfragmenten is gecodeerd door collega onderzoekers op basis van een<br />

voorlopige coderingslijst. Op basis van de discussie over interpret<strong>at</strong>ie van tekstfragmenten is de<br />

coderingslijst bijgewerkt en zijn de fragmenten anders gecodeerd.<br />

De ‘naspeurbaarheid’ van het onderzoek wordt vergroot doord<strong>at</strong>:<br />

- iedere doorlopen onderzoeksstap in dit rapport wordt verantwoord;<br />

- de d<strong>at</strong>a die ten grondslag liggen aan iedere onderzoeks- en analysestap beschikbaar zijn voor<br />

geïnteresseerden.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

27<br />

Hoofdstuk 4: Result<strong>at</strong>en<br />

In dit hoofdstuk worden de result<strong>at</strong>en besproken van het empirisch onderzoek hoe het diagnostisch<br />

controlsysteem landt bij een onderdeel van de Koninklijke Marechaussee. Eerst worden de gebruikte<br />

onderzoeksmethoden verantwoord. Daarna komt het proces van gegevensanalyse aan bod en wordt een<br />

uitspraak gedaan over de kwaliteit van de d<strong>at</strong>averzameling. Dan volgen de result<strong>at</strong>en van het empirisch<br />

onderzoek en wordt ingegaan op de onderzoeksresult<strong>at</strong>en.<br />

Gebruik onderzoeksmethoden<br />

Methodestap 1: Intake gesprek met manager<br />

Met de manager die verantwoordelijk is voor het organis<strong>at</strong>ieonderdeel waar het onderzoek wordt<br />

uitgevoerd, is allereerst een intake gesprek gevoerd. In dit gesprek heeft de manager aangegeven akkoord<br />

te gaan met de doelstelling van het onderzoek, de keuze voor het organis<strong>at</strong>ieonderdeel en de inhoud van<br />

de metingen. Tevens heeft hij aangegeven d<strong>at</strong> de controller van het organis<strong>at</strong>iedeel het aanspreekpunt is<br />

voor de praktische aangelegenheden.<br />

Methodestap 2: Afbakening van het onderzoek en werkafspraken met het ontwerpteam en management<br />

Het ontwerpteam is gevormd door vier medewerkers. Naast de onderzoeker maakten de<br />

verantwoordelijke manager (Districtscommandant), de controller van het district en een<br />

beleidsmedewerker er onderdeel van uit. De beleidsmedewerker is werkzaam geweest op verschillende<br />

hiërarchische niveaus binnen de onderzoekseenheid en kon derhalve een goede insch<strong>at</strong>ting maken over<br />

w<strong>at</strong> wel en niet zou kunnen werken voor een specifiek onderdeel. De beoogde deelname van<br />

Brigadecommandanten kon niet worden gerealiseerd omd<strong>at</strong> zij onvoldoende konden worden vrijgemaakt<br />

om zitting te hebben in het ontwerpteam. Een onderzoekstijd van maximaal twee uur per<br />

Brigadecommandant was ingesch<strong>at</strong> als het maximaal haalbare en Brigadecommandanten traden dan ook<br />

alleen op als informant. De informanten bevinden zich op loc<strong>at</strong>ies met een gemiddelde reisafstand van<br />

een uur naar Den Bosch, de loc<strong>at</strong>ie van de Districtsstaf. Afgesproken is de informanten te bezoeken op<br />

hun eigen werkplek. Het ontwerpteam heeft een lijst geselecteerd met informanten die voldoen aan de<br />

door de onderzoeker gestelde criteria. De lijst met medewerkers is opgenomen als bijlage III. De<br />

onderzoeker had de volgende informanten voorzien: Districtscommandant, twee Brigadecommandanten,<br />

twee coördin<strong>at</strong>oren bedrijfsbureau van een brigade en één P&C’er van het district. Het ontwerpteam vond<br />

het wenselijk daar twee medewerkers van het district aan toe te voegen en een zogenoemd Hoofd<br />

Oper<strong>at</strong>ies van een brigade. De totale onderzoekspopul<strong>at</strong>ie besta<strong>at</strong> daarmee uit negen medewerkers en<br />

twee reservekandid<strong>at</strong>en. De geselecteerde informanten zijn in een e-mail van hun eigen controller<br />

benaderd en op de hoogte gesteld van het onderzoek.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

28<br />

Methodestap 3:Uitvoering van een proefmeting<br />

De proefmeting met een kritische collega van de onderzoeker is op 16 september 2009 uitgevoerd. De<br />

gehanteerde begrippen en interviewvragen bleken tijdens de proefmeting voldoende duidelijk. De<br />

geïnterviewde werd gevraagd zich in te leven in het onderwerp en dit aan de hand van zijn agenda om de<br />

peilmomenten te identificeren. Uit de proefmeting volgde het vermoeden d<strong>at</strong> het werken met een agenda<br />

niet plezierig is omd<strong>at</strong> de informanten (deels) gebruik maken van elektronische agenda’s met een<br />

beperkte historie. Daarnaast werd tijdens het proefinterview gebruikt gemaakt van een leeg<br />

aantekeningenblok. Na het proefinterview is een d<strong>at</strong>averzamelingsformulier gemaakt om de<br />

onderzoeksd<strong>at</strong>a meer gestructureerd te kunnen vastleggen.<br />

Methodestap 4: Uitvoering van de metingen<br />

De door het ontwerpteam geselecteerde informanten zijn geïnterviewd in de periode van 17 september tot<br />

en met 19 oktober 2009. Interviews met de reserve informanten bleken niet nodig, met alle informanten<br />

kon op een redelijke termijn een afspraak worden ingepland. De gesprekken verliepen aangenaam. Alle<br />

gesprekspartners vonden het plezierig een beeld te schetsen van w<strong>at</strong> er speelde en speelt met betrekking<br />

tot P&C. Meerdere gesprekspartners gaven spontaan aan het interessant te vinden welke beelden er in<br />

andere informele netwerken leven of hebben geleefd. Een gesprek week van deze algemene houding af,<br />

de respondent leek niet bijzonder geïnteresseerd. Zeven van de negen respondenten hadden geen<br />

vervolgafspraken na het interview en beschikbare tijd was hierdoor geen beperking. Slechts bij een<br />

respondent moest er haast worden gemaakt om het gesprek tijdig af te ronden. Gemiddeld bedroeg de<br />

gespreksduur tweeënhalf uur, de duur van het kortste interview bedroeg een uur, het langste viereneenhalf<br />

uur.<br />

Methodestap 5: Bespreking van de conceptresult<strong>at</strong>en met het ontwerpteam<br />

Het is niet mogelijk gebleken het volledige ontwerpteam op korte termijn bij elkaar te brengen. Daarom is<br />

er voor gekozen de conceptresult<strong>at</strong>en schriftelijk voor een feedback naar de ontwerpteamleden te sturen.<br />

Een week l<strong>at</strong>er zijn de leden individueel benaderd (telefonisch). Een teamlid had de result<strong>at</strong>en nog niet<br />

gelezen, de overige leden herkennen zich in het beeld en stellen het op prijs de result<strong>at</strong>en in een<br />

werkbijeenkomst terug te koppelen naar de geïnterviewden.<br />

Verantwoording gegevensanalyse<br />

Analysestap 1: Het verwerken van gespreksformulieren tot gesprekssamenv<strong>at</strong>tingen<br />

Binnen een dag na het interview zijn handm<strong>at</strong>ig ingevulde gespreksformulieren en de losse<br />

gespreksnotities verwerkt tot gesprekssamenv<strong>at</strong>tingen. De gesprekssamenv<strong>at</strong>tingen zijn niet<br />

geanonimiseerd en daarom niet opgenomen als bijlage. De ingevulde gespreksformulieren,<br />

gespreksnotities en gesprekssamenv<strong>at</strong>tingen zijn opvraagbaar bij de onderzoeker.<br />

Analysestap 2: Het schrappen van m<strong>at</strong>eriaal d<strong>at</strong> niet past in het conceptueel model<br />

Gegevens die niet passen in het conceptueel model van dit onderzoek zijn niet overgenomen in de te<br />

coderen fragmenten. Voorbeelden daarvan zijn opmerkingen waarvan de informanten expliciet hebben<br />

aangegeven d<strong>at</strong> zij voor zichzelf spreken en niet over w<strong>at</strong> er op d<strong>at</strong> moment in het informele circuit


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

29<br />

rondging. Ook losse waarnemingen zijn niet gecodeerd. De gesprekssamenv<strong>at</strong>tingen zijn gereduceerd tot<br />

losse tekstfragmenten, gegroepeerd per (informeel netwerk van de) informant.<br />

Analysestap 3: Het coderen van tekstfragmenten<br />

De losse tekstfragmenten zijn voorzien van codes (door zogenaamd open coderen). Er is bewust niet<br />

gekozen voor een vooraf gedefinieerde codelijst. Het betreft hier een explorerend onderzoek, een vooraf<br />

gedefinieerde codelijst zou de waarneming kunnen beïnvloeden. Eerst zijn de fragmenten beschrijvend<br />

gecodeerd, Miles en Hubermann (1994) noemen d<strong>at</strong> first level coding. Hier komt weinig interpret<strong>at</strong>ie bij<br />

kijken: tekstfragmenten die verwijzen naar actoren of bepaalde onderdelen van het diagnostisch<br />

controlsysteem worden voorzien van codes. Daarna is meer verklarend of interpret<strong>at</strong>ief gecodeerd (Miles<br />

en Hubermann (1994) noemen d<strong>at</strong> p<strong>at</strong>tern coding). Vervolgens is nagegaan of er verbanden zitten tussen<br />

de verschillende codes. Het coderen, maken van een voorlopige codelijst, ordenen van verschillende<br />

codes is een (tijdrovend) iter<strong>at</strong>ief proces (gebleken). Twee kritische collega’s van de onderzoeker hebben<br />

ieder drie formulieren met niet gecodeerde tekstfragmenten gecodeerd op basis van de voorlopige<br />

codelijst. Het resulta<strong>at</strong> hiervan zijn geanonimiseerde gecodeerde tekstfragmenten per informant. Deze en<br />

de lijst met codes zijn integraal opgenomen als bijlagen bij dit onderzoek (bijlage IIa en b).<br />

Analysestap 4: Het maken van beschrijvende en verklarende tabellen<br />

De gecodeerde tekstfragmenten zijn verwerkt in tabellen die het beantwoorden van de onderzoeksvragen<br />

ondersteunen. De belangrijkste resulta<strong>at</strong>tabellen maken deel uit van de beantwoording van de<br />

onderzoeksvragen verderop in dit hoofdstuk. De overige zijn IV opgenomen als bijlage.<br />

Kwaliteit d<strong>at</strong>averzameling<br />

De volgende factoren beïnvloeden de d<strong>at</strong>akwaliteit neg<strong>at</strong>ief:<br />

- Betekenisgeving ontsta<strong>at</strong> overal in de organis<strong>at</strong>ie, alle medewerkers zijn daar bij betrokken. De<br />

d<strong>at</strong>averzameling besta<strong>at</strong> uit betekenissen uit informele netwerken van negen informanten. Die<br />

negen informele netwerken dekken niet de hele popul<strong>at</strong>ie af van medewerkers die betrokken zijn<br />

bij het diagnostisch controlsysteem. Derhalve zullen de overzichten van betekenissen niet<br />

volledig zijn.<br />

- Een beperkt aantal informanten ging verder terug in de tijd dan 2006. De volledigheid van<br />

gegevens over die periode is daarmee beperkter dan de periode van 2006 tot en met 2009.<br />

- Herinneringen van mensen zijn selectief en gekleurd.<br />

- Er is geen ‘formele’ netwerkanalyse (door gebruikmaking van een sociaal netwerk analyse tool<br />

als UCINET, http://www.analytictech.com/ ) uitgevoerd. Het beeld d<strong>at</strong> van de netwerken is<br />

ontstaan is hierdoor minder system<strong>at</strong>isch. Als een informant aangeeft d<strong>at</strong> een bepaalde<br />

medewerker in zijn informele netwerk zit, is d<strong>at</strong> ‘voor waar’ aangenomen.<br />

- De ‘betekenisvolle’ momenten waar informanten naar verwijzen zijn niet allemaal even concreet.<br />

Het inleven met behulp van de agenda bleek in de praktijk niet haalbaar. Het geschetste tijdbeeld<br />

heeft het karakter van een grote lijn. Naar m<strong>at</strong>e informanten dichter bij het heden komen, neemt<br />

de concreetheid van (impulsen voor) betekenissen toe.<br />

- Het ontwerpteam heeft een insch<strong>at</strong>ting gemaakt wie positief en wie neg<strong>at</strong>ief tegen het onderwerp<br />

aankijken. Tijdens de gesprekken met informanten leken ook de door het ontwerpteam als<br />

neg<strong>at</strong>ief gemerkte informanten betrekkelijk positief. Als de beschikbare tijd geen beperkende


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

30<br />

factor was geweest dan zou de verzameling informanten zijn uitgebreid met enkele kritische<br />

medewerkers.<br />

- Tijdens de interviews bleken teamleiders een rol te hebben bij de werking van het diagnostisch<br />

controlsysteem. Er was geen gelegenheid de d<strong>at</strong>averzameling uit te breiden met gesprekken met<br />

enkele teamleiders.<br />

De volgende factoren beïnvloeden de d<strong>at</strong>akwaliteit positief:<br />

- De informanten zijn allen betrokken bij het diagnostisch controlsysteem: Districtscommandant,<br />

Brigadecommandanten, Hoofden Oper<strong>at</strong>ies, teamleiders, P&C medewerkers van het District en<br />

P&C medewerkers van de Brigades. Met uitzondering van de teamleiders zijn alle rollen in de<br />

d<strong>at</strong>aset vertegenwoordigd.<br />

- Waar mogelijk (er is namelijk maar een Districtscommandant) is door het ontwerpteam per rol<br />

zowel een medewerker geselecteerd met een positieve als een met een kritische houding ten<br />

opzichte van planning en control. D<strong>at</strong> is gelukt voor de rollen Brigadecommandant, P&C<br />

medewerkers van het District en P&C medewerkers van de Brigades. Hiermee is een genuanceerd<br />

beeld ontstaan.<br />

Beantwoording vraagstelling<br />

In deze paragraaf worden de result<strong>at</strong>en van de gevalsstudie binnen District Zuid van de Koninklijke<br />

Marechaussee weergegeven. In de gevalsstudie hebben de volgende vragen centraal gestaan:<br />

1. Hoe landt het basis controlproces binnen het District Zuid van de Koninklijke Marechaussee?<br />

1.1. Welke betekenissen over het basis controlproces gaan rond in 2009 en daarvoor?<br />

1.2. W<strong>at</strong> zijn door de tijd heen impulsen geweest voor verandering in de betekenisgeving over<br />

het basis controlproces en w<strong>at</strong> was de aard van de verandering?<br />

1.3. Op welke wijze hebben informele netwerken zich door de tijd heen ontwikkeld?<br />

Deelvraag 1.1: Welke betekenissen gaan rond in 2009 en daarvoor?<br />

Planning en control is binnen de Koninklijke Marechaussee geïntroduceerd in 1998. Tabel i in bijlage IV<br />

geeft een overzicht van de planning en control elementen waarover in de periode van ongeveer 1998 tot<br />

en met 2009 betekenissen zijn gevormd. Tabel ii in bijlage IV geeft een overzicht van fenomenen waar in<br />

rel<strong>at</strong>ie tot planning en control over wordt gesproken. In de onderstaande drie tabellen zijn de betekenissen<br />

die in 2009 rondgaan gegroepeerd rond de thema’s jaarplan, bedrijfsplan en rondom geautom<strong>at</strong>iseerde<br />

ondersteuning van de planning en control cyclus.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

31<br />

Tabel 4: Betekenissen die in 2009 rondgaan rond het thema jaarplan en over de toekomst daarvan.<br />

De getallen tussen haakjes verwijzen naar de gecodeerde tekstfragmenten in bijlage II.<br />

Jaarplan A3<br />

doelstellingen<br />

visieconferentie<br />

PIOFAH<br />

Positieve<br />

betekenissen<br />

Neg<strong>at</strong>ieve<br />

betekenissen<br />

2009 Toekomst<br />

- We gaan visieconferenties inzetten om de communic<strong>at</strong>ie met<br />

en de betrokkenheid van brigades te verbeteren (1.3).<br />

- Gesprekken met BC’en verlopen makkelijker en beter, we<br />

hebben het minder over het ‘eeuwige resulta<strong>at</strong>gerichte’(1.8).<br />

- We zien de meerwaarde van het JP/A3 maar hoe gaan we het<br />

gebruiken? (2.12).<br />

- Goede zet om proceseigenaren te benoemen voor<br />

oper<strong>at</strong>ionele verantwoording in pla<strong>at</strong>s van de BC (3.12).<br />

- INK wordt binnen de hele brigade gedragen (4.11).<br />

- Overzichtelijk ding, d<strong>at</strong> A3 (4.11).<br />

- INK A3: heel prettig en duidelijk om mee te werken, leesbaar<br />

voor iedereen (8.17)<br />

- We hebben hoge verwachtingen van INK. Iedereen weet d<strong>at</strong><br />

SBF’en niet van korte duur zijn, ze geven ons richting. Oude<br />

doelstellingen uit een JP verdwenen ineens na een jaar, is het<br />

dan ineens niet meer belangrijk? (8.25)<br />

- Waar het mij om ga<strong>at</strong>, is d<strong>at</strong> het heel belangrijk is d<strong>at</strong> het heel<br />

duidelijk is voor de mensen op de werkvloer. Ze komen niet<br />

alleen om hun brood op te eten, ze weten ook waar ze mee<br />

bezig zijn (8.26).<br />

- Hoe gaan we om met processturing? (9.15)<br />

- Doelstellingen gerealiseerd maar geen contact (1.1)<br />

- Uitvoerende medewerkers onvoldoende betrokken bij sturing<br />

(1.2)<br />

- Geen constructieve dialoog met STC (1.6)<br />

- Geen constructieve dialoog met brigades (1.7)<br />

- We beschikken niet over de noodzakelijke inform<strong>at</strong>ie en fin.<br />

middelen om de juiste opleidingen in te kopen. (1.4)<br />

- Buiten ons netwerk hadden ze het vooral over<br />

randvoorwaarden, d<strong>at</strong> soort zaken horen niet thuis in een<br />

jaarplan (2.12).<br />

- In ons netwerk wordt verontwaardigd gereageerd, dit is niet<br />

in lijn met onze ambitie van een betrouwbare partner! (2.15)<br />

- Na visieconferentie: ‘w<strong>at</strong> gooien ze nu weer over de schutting,<br />

dit gaan we alleen niet trekken’. (3.11)<br />

- Teamleiders vinden plannen wel aardig, verantwoorden<br />

minder(3.14a).<br />

- Over INK zeiden ze d<strong>at</strong> het minder werk zou worden, d<strong>at</strong> is<br />

n<strong>at</strong>uurlijk niet zo (4.11).<br />

- Veel positieve geluiden over d<strong>at</strong> A3, ik weet het niet zo, het is<br />

nogal wollig w<strong>at</strong> er in sta<strong>at</strong>, hoe ga je d<strong>at</strong> meten? (5.6)<br />

- LOKKMar is onhandig gepositioneerd in de P&C cyclus, we<br />

moeten inform<strong>at</strong>ie leveren op tijdstippen waarop die<br />

inform<strong>at</strong>ie nog helemaal niet beschikbaar is.<br />

- We hopen d<strong>at</strong> het productengedeelte in de toekomst<br />

geautom<strong>at</strong>iseerd uit een systeem zal komen (2.18).<br />

- Hoe gaan we invulling geven aan de conferentie van<br />

ambitie naar actie? (3.14b)<br />

- Meer decentrale inbreng in producten CF te beïnvloeden,<br />

we maken onvoldoende gebruik van de ruimte om bottom up<br />

doelstellingen te beïnvloeden (3.17).<br />

- We moeten plannen baseren op trends uit de omgeving, de<br />

Staf CKMar zou daar ook een belangrijke rol in moeten<br />

spelen (7.20).<br />

- In de toekomst meer lijn aanbrengen in de nu wel erg<br />

informele gesprekken met BC’en (1.10).<br />

- Ontwikkelingsniveau secties blijft achter bij ontwikkeling<br />

die brigades hebben doorgemaakt.(1.11).<br />

- Gegevensbeheer is een probleem (3.18).<br />

- Slank, slim en betekenisvol. Het moet er toe doen – niet<br />

alleen voor een brigade, het kan ook een (keten)partner zijn<br />

– anders moet je het ‘killen’ (7.19).


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

32<br />

Tabel 5: Betekenissen die in 2009 rondgaan over het bedrijfsplan en over de toekomst daarvan.<br />

De getallen tussen haakjes verwijzen naar de gecodeerde tekstfragmenten in bijlage II.<br />

Bedrijfsplan 2009 Toekomst<br />

Positieve<br />

betekenissen<br />

Neg<strong>at</strong>ieve<br />

betekenissen<br />

- Het BP als rollend plan is een goed product en het komt<br />

ook op het goede moment. Toch merk ik wel weerstand.<br />

(9.17)<br />

- We waren er heel blij mee, totd<strong>at</strong> we zagen d<strong>at</strong> er een BP<br />

moest komen. Gelukkig is het een groeidocument, d<strong>at</strong> geeft<br />

w<strong>at</strong> minder druk (8.20).<br />

- Misschien moeten we het BP voor het JP doen. Het was<br />

heel veel werk voor de PBC/HOP maar het past<br />

uiteindelijk prima bij het INK A3 (8.30).<br />

Tabel 6: Betekenissen die in 2009 rondgaan over de geautom<strong>at</strong>iseerde ondersteuning van de planning en<br />

control cyclus en over de toekomst daarvan.<br />

De getallen tussen haakjes verwijzen naar de gecodeerde tekstfragmenten in bijlage II.<br />

CP, CM, CF,<br />

FINAD,<br />

Dashboard,<br />

Autom<strong>at</strong>isering<br />

Positieve<br />

betekenissen<br />

Neg<strong>at</strong>ieve<br />

betekenissen<br />

- Tijdsdruk zet te veel dingen onder druk, zo ook het BP, d<strong>at</strong><br />

moest ineens een aantal maanden eerder worden<br />

aangeleverd omd<strong>at</strong> de bestuursstaf d<strong>at</strong> heeft bedacht (9.21.)<br />

- “W<strong>at</strong> moet ik hier nu mee? We waren toch bezig om P&C<br />

eenvoudiger, handiger en slanker te maken?” “ja...eh…het<br />

is heus heel handig en op de staf maken ze ook een BP.”<br />

(7.14)<br />

- “Op een brigade kunnen we helemaal geen twee tot vier<br />

jaar vooruit kijken.” (7.14)<br />

- Ineens was er een BP, we lopen op de zaken vooruit (5.10).<br />

2009 Toekomst<br />

- Er besta<strong>at</strong> behoefte aan INK dashboards bij het JP (1.4).<br />

- Geen bijzondere verschillen in de dialoog over het CF. Het<br />

is een goede tool om producten te registreren (5.5).<br />

- Toen we geen plenaire sessies hebben gehouden om het JP<br />

om te zetten in de CP tool zijn de brigades gaan zweven.<br />

D<strong>at</strong> bewijst d<strong>at</strong> de sessies nuttig zijn (5.7).<br />

- Er is een probleem met de CM tool. Die kan bijna niemand<br />

lezen, zeker tweede teamleiders niet (8.23).<br />

- We hopen d<strong>at</strong> het productengedeelte in de toekomst<br />

geautom<strong>at</strong>iseerd uit een systeem zal komen (2.18).<br />

- Meer decentrale inbreng in het productengedeelte van het<br />

CF, we hebben de ruimte maar benutten hem niet (3.17).<br />

- CP/CM, daar hoor ik allemaal verschillende geluiden<br />

over. Misschien wordt het één tool, misschien ga<strong>at</strong> ie weg,<br />

misschien gaan we helemaal niet meer sturen op uren<br />

Op basis van tabellen 4 tot en met 6 en de tabellen in bijlage IV kan het volgende worden geconcludeerd.<br />

- Niet alle elementen van het diagnostisch controlsysteem leiden in dezelfde m<strong>at</strong>e tot betekenisgeving.<br />

In 2009 is het grootste deel van de betekenissen gevormd over het A3 Jaarplan.<br />

- Betekenisgeving ga<strong>at</strong> in de vroege periode (van ongeveer 1998 tot 2003) van planning en control<br />

vooral over verantwoording van gegevens (‘cijfertjes’) naar centrale onderdelen van de KMar. Tussen<br />

2003 en 2007 komt daar verandering in en worden er steeds meer elementen en fenomenen besproken<br />

die te maken hebben met sturing. In 2008 en 2009 voeren de elementen en fenomenen die te maken<br />

hebben met sturing de boventoon.<br />

- In de negen informele netwerken gaan verschillende betekenissen rond over hetzelfde onderwerp.<br />

Sommige betekenissen zijn tegenstrijdig. Er ontsta<strong>at</strong> een beeld van een gevarieerde context.<br />

(5.13).<br />

- Registr<strong>at</strong>ie van producten is een probleem, iedere brigade<br />

heeft zijn eigen systeem (3.18).<br />

- Zal de samenvoeging van de SAP modules MATLOG en<br />

FINAD een personele reductie met zich meebrengen?<br />

(6.11)


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

33<br />

Deelvraag 1.2: W<strong>at</strong> zijn impulsen geweest voor verandering in de betekenisvorming?<br />

Tabel 7 geeft een overzicht van de impulsen die in de negen informele netwerken worden onderkend voor<br />

positievere, vergelijkbare of neg<strong>at</strong>ievere betekenisgeving ten opzichte van een voorafgaand moment. In<br />

tabel 8 op de volgende pagina staan de verschillende impulsen gegroepeerd rondom de aard van de<br />

verandering. In de dialoog over impulsen voor positievere betekenisgeving worden verschillende soorten<br />

verklaringen gegeven:<br />

- Verbetering van de dialoog geeft elementen van het diagnostisch controlsysteem meer betekenis<br />

(bijvoorbeeld het jaarplan);<br />

- Zichtbare verbetering in het realiseren van vooraf gedefinieerde doelen;<br />

- Ondersteuning aan onderdelen die moeite hebben om invulling te geven aan bepaalde elementen<br />

van het diagnostisch controlsysteem;<br />

- Betrokkenheid van een lijnmanager;<br />

- Elementen van het basis controlproces die een zeker praktisch nut hebben. Die elementen bieden<br />

bijvoorbeeld inzicht, geven richting of brengen delen van de organis<strong>at</strong>ie samen.<br />

In de verklaringen voor vergelijkbare of neg<strong>at</strong>ievere betekenisgeving is geen achterliggend p<strong>at</strong>roon<br />

ontdekt. In algemene zin – dus voor positievere, neg<strong>at</strong>ievere en vergelijkbare betekenisgeving – kan<br />

worden gesteld d<strong>at</strong> er zowel impulsen of verklaringen worden genoemd die te maken hebben met het<br />

ontwerp (inhoud) van als met de processen rondom (rel<strong>at</strong>ioneel) het diagnostisch controlsysteem.<br />

Voorbeelden van verklaringen die te maken hebben met het ontwerp van (onderdelen van) het<br />

diagnostisch controlsysteem zijn: “het Jaarplan A3 geeft inzicht in werkzaamheden en richting”, “het<br />

bedrijfsplan heeft de verkeerde inhoud of voegt niets toe ten opzichte van het bestaande” of<br />

“doelstellingen verbeteren zichtbaar”. Voorbeelden van verklaringen die te maken hebben met de<br />

processen rondom het diagnostisch controlsysteem zijn: “verbeterde communic<strong>at</strong>ie”, “ondersteuning van<br />

eenheden bij de invulling van <strong>MC</strong> instrumenten”, “particip<strong>at</strong>ie”, “wantrouwen of defensief gedrag<br />

(‘duiken’, zie gecodeerd tekstfragment 7.14)”.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

34<br />

Tabel 7: Overzicht impulsen voor verbetering, verslechtering of verdieping van betekenisgeving<br />

De getallen tussen haakjes verwijzen naar de gecodeerde tekstfragmenten in bijlage II<br />

GS Voor 2003 2003 – 2005 2006-2007 2008 2009<br />

01 Positiever (+) door<br />

verbeterde communic<strong>at</strong>ie<br />

met BC’en (1.9)<br />

02 Neg<strong>at</strong>iever (-)door<br />

toegenomen<br />

wantrouwen (2.3)<br />

Vergelijkbaar (-) door<br />

onduidelijkheid over nut en<br />

noodzaak van de<br />

werkzaamheden (2.6)<br />

Positiever (+) door<br />

verbeterde dialoog<br />

waardoor het JP meer<br />

betekenis kreeg.<br />

Daarnaast heeft een<br />

andere BC vermoedelijk<br />

een positieve bijdrage<br />

geleverd (2.9).<br />

03 Positiever (+)doord<strong>at</strong><br />

result<strong>at</strong>en zichtbaar<br />

verbeterden, planningen<br />

werden gerealiseerd en<br />

ondersteuning door DIS<br />

04<br />

LN<br />

Positiever (+), het JP<br />

kreeg langzaam meer<br />

betekenis door: (1)<br />

doelrealis<strong>at</strong>ie<br />

verbeterde zichtbaar,<br />

(2) er ontstonden<br />

spontante initi<strong>at</strong>ieven<br />

om prest<strong>at</strong>ies te<br />

verbeteren (4.8).<br />

Vergelijkbaar (+), aard van<br />

gesprekken over P&C is<br />

hetzelfde. Gedachten over nut<br />

en noodzaak van P&C zijn<br />

eerder ontstaan en constant<br />

gebleven (4.10).<br />

bij moeilijkheden (3.8).<br />

05 Vergelijkbaar (+) doord<strong>at</strong><br />

aard van gesprekken over<br />

P&C altijd positief is<br />

geweest door gezamenlijke<br />

aanpak, openheid en<br />

zichtbaar resulta<strong>at</strong><br />

(doelrealis<strong>at</strong>ie)(5.4).<br />

Vergelijkbaar (+) door de<br />

reorganis<strong>at</strong>ie hadden we<br />

minder tijd voor P&C<br />

maar we vonden het nog<br />

net zo belangrijk (3.10).<br />

Positiever (++) doord<strong>at</strong><br />

de A3 JP methodiek meer<br />

inzicht en overzicht gaf in<br />

werkzaamheden en<br />

duidelijkheid over richting<br />

(2.14).<br />

Positiever (++) door de A3<br />

methodiek: overzicht,<br />

inzicht en het werkt<br />

sneller. Het wordt gezien<br />

als ons ding, d<strong>at</strong> werkt<br />

motiverend (3.14).<br />

Vergelijkbaar (+), de aard<br />

van de gesprekken over<br />

P&C is positief en<br />

hetzelfde (4.14).<br />

Vergelijkbaar (+) doord<strong>at</strong><br />

we brigades altijd<br />

betrekken en ondersteunen<br />

waar nodig (5.12).<br />

06 Verdieping (+), doord<strong>at</strong><br />

onderwerpen in de<br />

overleggen zijn hetzelfde,<br />

ook het wij – zij gevoel.<br />

Maar in principe staan we<br />

positief tegenover P&C,<br />

07<br />

LN<br />

’05-’06: Vergelijkbaar (-) van<br />

neg<strong>at</strong>ieve betekenissen over<br />

P&C. De kwaliteit van P&C<br />

is van dram<strong>at</strong>isch niveau, al<br />

was de aanwas van nieuwe<br />

KMA opgeleide officieren een<br />

positieve impuls (7.7).<br />

’06-’07: Positiever (+)<br />

doord<strong>at</strong> discussies over<br />

sturing en het te bereiken<br />

(maa) effect beter werden<br />

(7.9).<br />

08 ’06-’07:Neg<strong>at</strong>iever (-)<br />

door onhaalbare deadlines<br />

en te hoge werklast in het<br />

algemeen (8.10).<br />

09<br />

LN<br />

Neg<strong>at</strong>iever (-) doord<strong>at</strong> P&C<br />

aanvankelijk alleen veel<br />

gedoe was, ‘leugenbriefjes’<br />

schrijven, maar nu was het<br />

complexer geworden door<br />

allerlei technische exercities<br />

(9.6).<br />

Neg<strong>at</strong>iever (-) doord<strong>at</strong> we<br />

P&C onvoldoende<br />

benutten om sturing<br />

binnen een brigade op<br />

scherp te zetten. Sommigen<br />

lijken het ook wel prima te<br />

vinden, je haalt je<br />

doelstellingen makkelijk,<br />

d<strong>at</strong> geeft vrijheid (7.13).<br />

’07-’07: Positiever (+)<br />

doord<strong>at</strong> STC ons<br />

bevestigde in onze ideeën<br />

over doelstellingen en DIS<br />

ongelijk gaf. Daarnaast<br />

waardeerden wij STC<br />

vanwege kennis (8.16).<br />

Positiever (+) doord<strong>at</strong> we<br />

merken d<strong>at</strong> ‘pr<strong>at</strong>en’ werkt<br />

(9.14).<br />

d<strong>at</strong> is ons werk (6.9).<br />

Neg<strong>at</strong>iever (--) doord<strong>at</strong> de<br />

dialoog over het BP<br />

inhoudelijk teleurstellend<br />

verliep. (7.15)<br />

Positiever (++) doord<strong>at</strong>:<br />

(1) we met het A3 JP<br />

identiteit konden geven<br />

aan onze eenheid, (2)<br />

leesbaar en voor iedereen<br />

duidelijk waar we mee<br />

bezig zijn en (3) welke<br />

consequenties d<strong>at</strong> heeft<br />

(8.22 en 8.27).<br />

Positiever (++) de aard<br />

van de gesprekken is<br />

positiever, we pr<strong>at</strong>en<br />

vanuit positieve ervaringen<br />

met de nieuwe aanpak<br />

(9.19).


Tabel 8: Impulsen naar aard van verandering<br />

De getallen tussen haakjes verwijzen naar de gecodeerde tekstfragmenten in bijlage II<br />

Verbetering<br />

Door verbeterde communic<strong>at</strong>ie met BC’en<br />

(1.9).<br />

Door verbeterde dialoog waardoor het JP<br />

meer betekenis kreeg. Daarnaast heeft een<br />

andere BC vermoedelijk een positieve<br />

bijdrage geleverd (2.9).<br />

Doord<strong>at</strong> de A3 JP methodiek meer inzicht gaf<br />

en overzicht in werkzaamheden en<br />

duidelijkheid over richting (2.14).<br />

Doord<strong>at</strong> result<strong>at</strong>en zichtbaar verbeterden,<br />

planningen werden gerealiseerd en<br />

ondersteuning door het DIS bij moeilijkheden<br />

(3.8).<br />

Door de A3 methodiek: overzicht, inzicht en<br />

het werkt sneller. Het wordt gezien als ons<br />

ding, d<strong>at</strong> werkt motiverend (3.14).<br />

Doord<strong>at</strong> het JP steeds meer betekenis kreeg<br />

door: zichtbare verbetering van<br />

doelrealis<strong>at</strong>ie en het ontstaan van spontane<br />

initi<strong>at</strong>ieven om prest<strong>at</strong>ies te verbeteren (4.8).<br />

Doord<strong>at</strong> de STC(1 medewerker) ons<br />

bevestigde in onze ideeën over doelstellingen<br />

en daarmee het DIS ongelijk gaf. Daarnaast<br />

waardeerden wij STC (1 medewerker)<br />

vanwege zijn kennis (8.16).<br />

Doord<strong>at</strong> wij met het A3 JP identiteit konden<br />

geven aan onze eenheid, het A3 JP leesbaar<br />

is en voor iedereen duidelijk waar we mee<br />

bezig zijn en w<strong>at</strong> daarvan de consequenties<br />

zijn (8.22 en 8.27).<br />

Doord<strong>at</strong> we merkten d<strong>at</strong> ‘pr<strong>at</strong>en’ werkt<br />

(9.14).<br />

Doord<strong>at</strong> de aard van de gesprekken<br />

positiever is, er klinkt een frisser geluid in<br />

vergaderingen. We pr<strong>at</strong>en vanuit positieve<br />

ervaringen met de nieuwe aanpak, d<strong>at</strong> smaakt<br />

naar meer (9.19) .<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

35<br />

Verdieping Verslechtering<br />

Door onduidelijkheid over nut en noodzaak<br />

van de werkzaamheden (2.6).<br />

Door de reorganis<strong>at</strong>ie hadden we minder tijd<br />

voor P&C maar we vonden het nog net zo<br />

belangrijk (3.10).<br />

Doord<strong>at</strong> de gedachten over nut en noodzaak<br />

van P&C eerder zijn ontstaan en constant<br />

zijn gebleven (4.10).<br />

Door gezamenlijke aanpak, openheid en<br />

zichtbaar resulta<strong>at</strong> (doelrealis<strong>at</strong>ie) (5.4).<br />

Doord<strong>at</strong> we brigades altijd betrekken en<br />

ondersteunen waar nodig (5.12).<br />

Doord<strong>at</strong> de onderwerpen in de overleggen en<br />

het wij – zij gevoel hetzelfde zijn (6.9).<br />

Doord<strong>at</strong> de kwaliteit van P&C van laag<br />

niveau is (7.7).<br />

Door toegenomen wantrouwen (2.3).<br />

Doord<strong>at</strong> we P&C onvoldoende benutten om<br />

sturing binnen een brigade op scherp te<br />

zetten. Sommigen lijken het wel prima te<br />

vinden, je haalt je doelstellingen makkelijk,<br />

d<strong>at</strong> geeft vrijheid (7.14).<br />

Doord<strong>at</strong> de dialoog over het BP inhoudelijk<br />

teleurstellend verliep (7.15).<br />

Door onhaalbare deadlines en hoge<br />

werkdruk in het algemeen (8.10).<br />

Doord<strong>at</strong> P&C aanvankelijk alleen veel gedoe<br />

was, ‘leugenbriefjes’ schrijven maar het nu<br />

veel complexer was geworden door allerlei<br />

technische exercities (9.6).


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

36<br />

Deelvraag 1.3 : Hoe ontwikkelen de informele netwerken zich?<br />

Onderstaande tabel (9) is een weergave van de informele netwerken van de negen gesprekspartners op<br />

verschillende momenten in de tijd. Geconcludeerd kan worden d<strong>at</strong>:<br />

- de voornaamste reden voor verandering van het informele netwerk functiewisseling is;<br />

- informele netwerken over het algemeen sterke verwantschap met de formele organis<strong>at</strong>iestructuur<br />

vertonen;<br />

- contacten tussen districten over het basis controlproces er nauwelijks zijn. Eén gesprekspartner<br />

geeft aan veel profijt te hebben van het informele netwerk met functionarissen in andere<br />

districten. Deze functionaris heeft zelf echter geen of een beperkt informeel netwerk binnen het<br />

eigen organis<strong>at</strong>ieonderdeel.<br />

De informele contacten ogen rel<strong>at</strong>ief beperkt. De uitkomsten van het onderzoek geven de indruk d<strong>at</strong> er<br />

(in een positief scenario) op een brigade hoofdzakelijk informeel over P&C wordt gesproken tussen<br />

Brigadecommandant, P&C medewerkers (BB, 2 medewerkers) en Hoofd Oper<strong>at</strong>ies (HOP).<br />

Tabel 9: Overzicht van informele netwerken van informanten door de tijd<br />

De getallen tussen haakjes geven het aantal medewerkers met die specifieke rol aan.<br />

GS Voor 2003 2003 – 2005 2006-2007 2008 2009<br />

01 DC-PDC-HP&C<br />

ACT-DIS: lokaal & intern<br />

02 1998: dienstploeg 2003: BC,<br />

2006: STC (1),<br />

P&C (1), HOP/PBC, BC<br />

2000: ploegcommandant, afdelingscommandanten afdelingscommandanten<br />

afdelingscommandant<br />

2007: P&C(2), HOP/PBC,<br />

2002: BC,<br />

afdelingscommandanten<br />

2001: functiewissel<br />

(intern BRG van lid<br />

motorpool naar BB)<br />

BC<br />

03 Hoofd doorla<strong>at</strong>post, BC BC & BB<br />

BC & BB BC, BB, oper<strong>at</strong>ioneel<br />

2006: Functiewissel van<br />

planner (BB, facilit<strong>at</strong>or<br />

afdelingscommandant naar<br />

INK), teamleiders,<br />

HOP/PBC<br />

coördin<strong>at</strong>or recherche<br />

04<br />

LN<br />

P&C(1), afdelingschef,<br />

DC, enkele<br />

groepscommandanten<br />

2003: brigadeadjudant,<br />

twee<br />

afdelingscommandanten,<br />

BB (1)<br />

2004: functiewissel,<br />

CDT andere brigade:<br />

pla<strong>at</strong>svervanger en P&C<br />

(1)<br />

pla<strong>at</strong>svervanger en P&C (1) P&C (1) P&C (1)<br />

05 STC (4), BB (6) uitzending STC (4), BB (6)<br />

06 STC (1), DIS (3) STC (1), DIS (3)<br />

07<br />

LN<br />

P&C (1), medewerkers<br />

bureau OPS<br />

2006: PBC<br />

2007: Brigadeadjudant, P&C<br />

08 2006: medewerkers BB,<br />

vriend externe organis<strong>at</strong>ie<br />

09<br />

LN<br />

(1)<br />

2007: BB (2)<br />

P&C (1), BC’en BB(1), PBC<br />

PHOP, BB (2)<br />

Divers 2003:beperkt MINDEF Bureau SG(2) PDC, P&C (1) DIS (1), IGO (1), P&C(1),<br />

extern (1), STC(1)


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

37<br />

Conclusie casestudy: Hoe landt het basis controlproces binnen het District Zuid van de Koninklijke<br />

Marechaussee?<br />

Hoe ontwikkelt betekenisgeving in informele netwerken zich door de tijd heen?<br />

Betekenisgeving is in de loop der jaren verschoven van het verantwoorden van ‘cijfertjes’ aan de centrale<br />

organis<strong>at</strong>ie naar een behoefte aan hulpmiddelen bij sturing in de decentrale organis<strong>at</strong>ie. Daarbij geldt d<strong>at</strong><br />

niet alle elementen van het diagnostisch controlsysteem in dezelfde m<strong>at</strong>e tot betekenisgeving hebben<br />

geleid.<br />

W<strong>at</strong> zijn impulsen voor verandering in betekenisgeving en w<strong>at</strong> is de aard van de verandering?<br />

In algemene zin kan worden gesteld d<strong>at</strong> impulsen te maken hebben met zowel inhoudelijke of<br />

ontwerptechnische als rel<strong>at</strong>ionele of procesm<strong>at</strong>ige aspecten van het diagnostisch controlsysteem. Dit geldt<br />

voor positievere, neg<strong>at</strong>ievere en vergelijkbare betekenisgeving. Wanneer medewerkers in hun informele<br />

netwerk de betekenis hebben geconstrueerd d<strong>at</strong> een element van het diagnostisch controlsysteem ‘richting<br />

geeft’, is het aannemelijk d<strong>at</strong> dit element een positief effect heeft op de manier waarop zij het element<br />

gaan gebruiken om organis<strong>at</strong>ieresult<strong>at</strong>en te beïnvloeden in de richting van doelen van de organis<strong>at</strong>ie.<br />

Echter, wanneer medewerkers een neg<strong>at</strong>ieve betekenis construeren – bijvoorbeeld ‘dit element voegt niets<br />

toe’ of ‘dit is niet in lijn met w<strong>at</strong> wij hebben afgesproken’ – dan heeft dit ook een neg<strong>at</strong>ief effect op de<br />

wijze waarop het element wordt toegepast. De betekenisgeving over het dynamisch controlproces heeft<br />

zich door de tijd overwegend positief ontwikkeld.<br />

Opvallend is d<strong>at</strong> er geen betekenisgeving rondga<strong>at</strong> over de rol van de partijen die betrokken zijn<br />

geweest bij de implement<strong>at</strong>ie, zoals bijvoorbeeld TNO, de kwaliteit van de verzorgde opleidingen en de<br />

projectondersteuning van de centrale staf van de Koninklijke Marechaussee.<br />

Hoe ontwikkelt de structuur van informele netwerken zich door de tijd heen?<br />

Er zit weinig ontwikkeling in de structuur van de informele netwerken. Als er veranderingen in structuur<br />

hebben pla<strong>at</strong>sgevonden, dan worden die veroorzaakt door functiewisselingen.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

38<br />

Beperkingen onderzoeksresult<strong>at</strong>en<br />

In welke m<strong>at</strong>e kan worden gegeneraliseerd vanuit deze gevalsstudie hangt af van de m<strong>at</strong>e waarin de caseorganis<strong>at</strong>ie<br />

overeenkomt met andere organis<strong>at</strong>ies (Densecombe, 2007). De case-organis<strong>at</strong>ie kan in<br />

verschillende manieren worden gec<strong>at</strong>egoriseerd. Om te beginnen maakt de case-organis<strong>at</strong>ie – het District<br />

Zuid – onderdeel uit van de Koninklijke Marechaussee. Iedere te bestuderen geval heeft ook unieke<br />

eigenschappen. Zo zullen bijvoorbeeld de ervaren leiderschapsstijl en/of de gemiddelde<br />

opleidingsachtergrond van medewerkers per district verschillen. Het District Zuid is voor w<strong>at</strong> betreft een<br />

aantal karakteristieken wel vergelijkbaar met de overige onderdelen van de Koninklijke Marechaussee:<br />

- de organis<strong>at</strong>ieonderdelen zijn op hetzelfde moment geconfronteerd met het diagnostisch<br />

controlsysteem en worden op eenzelfde wijze geïnstrueerd op het gebied van P&C;<br />

- de organis<strong>at</strong>ieonderdelen voeren vergelijkbare taken uit;<br />

- de organis<strong>at</strong>ieonderdelen hebben een vergelijkbare ‘organis<strong>at</strong>ieculturele achtergrond’.<br />

Een tweede c<strong>at</strong>egorisering: de Koninklijke Marechaussee maakt onderdeel uit van de Defensieorganis<strong>at</strong>ie.<br />

Andere Defensieonderdelen als de Koninklijke Marine of de Koninklijke Luchtmacht zijn op hetzelfde<br />

moment met een diagnostisch controlsysteem begonnen. Alle Defensieonderdelen ontvangen richtlijnen<br />

voor het diagnostisch controlsysteem van de Minister van Defensie. De taakuitoefening van de<br />

Defensieonderdelen verschilt. Het is aannemelijk d<strong>at</strong> de organis<strong>at</strong>iecultuur van Defensieonderdelen<br />

bepaalde overeenkomsten zal vertonen – denk bijvoorbeeld aan de ervaren hiërarchie of machtsafstand –<br />

toch hebben Defensieonderdelen hun eigen ‘kleur’.<br />

De case-organis<strong>at</strong>ie kan ook binnen een nog breder kader worden gepla<strong>at</strong>st:<br />

overheidsorganis<strong>at</strong>ies. Allemaal gehouden aan de Comptabiliteitswet (regelgeving voor de begrotings- en<br />

verantwoordingsprocessen) die bepaalde richtlijnen meegeeft over de in te richten diagnostische<br />

controlsystemen. De verschillen tussen overheidsonderdelen zijn echter zo groot d<strong>at</strong> generalis<strong>at</strong>ies tot d<strong>at</strong><br />

niveau onaannemelijk zijn.<br />

Samenv<strong>at</strong>tend lijkt het aannemelijk d<strong>at</strong> de kenmerken van de verschillende Districten binnen de<br />

Koninklijke Marechaussee voldoende overeenkomsten vertonen om op basis van deze overeenkomsten de<br />

dialoog aan te gaan met andere delen binnen de eigen organis<strong>at</strong>ie. Hierbij dienen de al genoemde<br />

voorbehouden te worden gemaakt. Bij generalis<strong>at</strong>ies naar andere Defensieonderdelen neemt het aantal<br />

voorbehouden aanzienlijk toe. Verder generaliseren is niet aan de orde.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

39<br />

Hoofdstuk 5: conclusies en aanbevelingen<br />

Conclusies<br />

Hoofdvraag: Hoe landt een diagnostisch controlsysteem in een organis<strong>at</strong>ie?<br />

W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over diagnostische control systemen in rel<strong>at</strong>ie tot management control?<br />

Een diagnostisch controlsysteem bev<strong>at</strong> middelen en processen om het gedrag van medewerkers te<br />

beïnvloeden om organis<strong>at</strong>iedoelstellingen te bereiken. Het diagnostisch controlsysteem is een van de vier<br />

deelsystemen in de hefboomtheorie van Simons (1995a, 1995b). Volgens de theorie beschikken managers<br />

van organis<strong>at</strong>ies met de vier deelsystemen over voldoende middelen om een juiste balans te vinden tussen<br />

cre<strong>at</strong>ieve processen in een organis<strong>at</strong>ie en het beheerst bereiken van organis<strong>at</strong>iedoelstellingen. Echter, het<br />

diagnostisch controlsysteem is equivalent aan een basis controlproces (Merchant, 1982; Simons, 1995a).<br />

In het kort komt het er op neer d<strong>at</strong>:<br />

- standaarden of verwachtingen vastliggen in plannen;<br />

- gedurende de uitvoering van plannen result<strong>at</strong>en worden gemeten;<br />

- de result<strong>at</strong>en door besluitvormers worden gemonitord en desgewenst bijgestuurd.<br />

Impliciet gaan de auteurs die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de theorievorming over<br />

management control er vanuit d<strong>at</strong> juist ontworpen management controlsystemen of -structuren het gedrag<br />

van medewerkers zodanig beïnvloeden, d<strong>at</strong> organis<strong>at</strong>iedoelstellingen worden bereikt.<br />

W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over de effecten van management control?<br />

Onderzoek naar de effecten van management control wordt beperkt uitgevoerd (Pollitt en Bouckaert,<br />

2003). Als effecten van theorie worden onderzocht, dan worden daar hoofdzakelijk economische<br />

methoden voor gebruikt. Methoden en technieken uit de sociale, psychologische en antropologische<br />

wetenschappen worden niet toegepast (Hopwood, 2008a, 2008b; Kaplan, 2006). Hierdoor is er in de<br />

liter<strong>at</strong>uur weinig bekend over de effecten van management control op het gedrag van mensen in een<br />

organis<strong>at</strong>ie.<br />

Hoe kan een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> worden beschreven waarin de effecten van management control<br />

inzichtelijk worden gemaakt?<br />

Met theorie uit een sociaal constructionistische benadering van organis<strong>at</strong>ieverandering kan een<br />

<strong>perspectief</strong> op management control worden geconstrueerd waarmee in kaart kan worden gebracht w<strong>at</strong> het<br />

effect is van een management control op gedrag van medewerkers in de organis<strong>at</strong>ie. Daartoe is het<br />

belangrijk betekenisgeving van medewerkers in kaart te brengen. Betekenisgeving – werkelijkheden die<br />

over management control worden geconstrueerd – is volgens sociaal constructionisten namelijk bepalend<br />

voor het gedrag van medewerkers. In een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control wordt<br />

achtereenvolgens in kaart gebracht:<br />

- hoe betekenisgeving zich door de tijd heen ontwikkelt in informele netwerken;<br />

- w<strong>at</strong> impulsen zijn voor verandering in betekenisgeving en w<strong>at</strong> de aard is van verandering in<br />

betekenisgeving in de informele netwerken ten opzichte van een eerder moment;<br />

- hoe de structuur van informele netwerken zich door de tijd heen ontwikkelt.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

40<br />

Gevalsstudie: hoe landt het diagnostisch controlsysteem in een organis<strong>at</strong>ie?<br />

De uitgevoerde gevalsstudie heeft slechts betrekking op één onderzoeksobject en negen interviews. De<br />

conclusies mogen daarom niet zomaar worden gegeneraliseerd. In het algemeen kan worden<br />

geconcludeerd d<strong>at</strong> een sociaal constructionistische benadering van management control een waardevol<br />

<strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> is. Hiermee ontsta<strong>at</strong> er namelijk inzicht in w<strong>at</strong> voor effect controls hebben op<br />

betekenisgeving (en dus gedrag van) medewerkers. D<strong>at</strong> inzicht ontbreekt op dit moment. Daarnaast is het<br />

op basis van het onderzoek aannemelijk d<strong>at</strong>:<br />

- niet alle elementen van een diagnostisch controlsysteem in gelijke m<strong>at</strong>e tot betekenisgeving<br />

zullen leiden. De betekenisgeving over een deel van diagnostisch controlsysteem is bepalend voor<br />

betekenisgeving over het systeem als geheel;<br />

- hetzelfde diagnostisch controlsysteem, of een deel ervan, in de diverse informele netwerken tot<br />

verschillende, soms regelrecht tegenstrijdige, betekenisgeving leidt. Vanuit een symbolisch<br />

interactionistische benadering kan worden geconcludeerd d<strong>at</strong> het gedrag van medewerkers ten<br />

opzichte van d<strong>at</strong> systeem dus ook zal verschillen. De impliciete aanname van auteurs uit het<br />

vakgebied management control – controls beïnvloeden het gedrag van medewerkers zodanig d<strong>at</strong><br />

organis<strong>at</strong>iedoelstellingen worden bereikt – sta<strong>at</strong> daarmee onder druk;<br />

- uit de gevalsstudie kan worden opgemaakt d<strong>at</strong> zowel procesm<strong>at</strong>ige (rel<strong>at</strong>ionele) als<br />

ontwerptechnische (inhoudelijke) aspecten van het diagnostisch controlsysteem impulsen zijn<br />

voor betekenisgeving. Daarmee zijn beide aspecten van diagnostische controlsystemen bepalend<br />

voor het gedrag ten opzichte van die systemen. Benaderingen die alleen gericht zijn op het<br />

ontwerp van systemen schieten daarmee tekort.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

41<br />

Aanbevelingen<br />

Aanbeveling 1:<br />

Omd<strong>at</strong> het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control als waardevol wordt gezien, is het<br />

aanbevelenswaardig dit onderzoek te herhalen in andere organis<strong>at</strong>ies. De interviews zijn tijdrovend maar<br />

geschikt om rijke d<strong>at</strong>a te verzamelen. De betrouwbaarheid en selectiviteit van herinnering aan processen<br />

van betekenisgeving van respondenten vormen een probleem. Die betrouwbaarheid zal alleen maar<br />

afnemen naar m<strong>at</strong>e respondenten de behoefte hebben verder terug te gaan in de tijd. Er zijn methoden<br />

waarbij de betrouwbaarheid van de meting groter is en waarbij het ‘interviewer effect’ kleiner is. Een<br />

voorbeeld is de ChangeMirror. Als ChangeMirror wordt ingezet als een formele interventie en/of net na<br />

een formele interventie meet je betekenisgeving en niet de herinnering daar aan. Mensen zijn met deze<br />

methode immers met elkaar aan het betekenisgeven in een soort ch<strong>at</strong>sessie. In dit onderzoek is er van uit<br />

gegaan d<strong>at</strong> de rijkheid van beschrijvingen, een belangrijk element in explorerend onderzoek, groter is<br />

wanneer interviews worden gebruikt als onderzoeksmethode.<br />

Aanbeveling 2:<br />

In de uitgevoerde gevalsstudie bleek de netwerkmeting te weinig system<strong>at</strong>isch. Het verdient de<br />

aanbeveling in vervolgonderzoek gebruik te maken van meer formele netwerkmetingen met behulp van<br />

een sociaal netwerk analyse tool als UCINET (http://www.analytictech.com/).<br />

Aanbeveling 3:<br />

Uit het uitgevoerde onderzoek blijkt d<strong>at</strong> procesm<strong>at</strong>ige (rel<strong>at</strong>ionele) aspecten een rol spelen in de wijze<br />

waarop mensen in de organis<strong>at</strong>ie omgaan met management control. Een interessante onderzoeksvraag is<br />

daarom: welke interventies uit de organis<strong>at</strong>ieveranderkunde kunnen van toegevoegde waarde zijn om<br />

invulling te geven aan rel<strong>at</strong>ionele aspecten bij de implement<strong>at</strong>ie, werking en effectmeting van<br />

management controlinstrumenten?


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

42<br />

Referenties<br />

Aardema, H. (2005). Stille waarden: een reflectie op overnormering in publiekmanagement. Heerlen:<br />

<strong>Open</strong> Universiteit.<br />

Anthony, N. A., Young, D. W. (2003). Management control: in nonprofit organiz<strong>at</strong>ions. New York:<br />

McGraw-Hill/Irwin.<br />

Anthony, N. A., Govindarajan, V. (2003). Management control systems. New York: McGraw-Hill/Irwin.<br />

Baarda, D. B., Goede, M. P. M. de, Teunissen, J. Basisboek Kwalit<strong>at</strong>ief Onderzoek: een handleiding voor<br />

het opzetten en uitvoeren van kwalit<strong>at</strong>ief onderzoek. Groningen: Stenfert Kroese<br />

Balogun, J. & Jenkins, M. (2003). Re-conceiving change management. In: European Management<br />

Journal, Vol. 21, No 2, p.247 – 257.<br />

Balogun, J., Johnson, G. (1998). Bridging the Gap between intended and unintended change: the role<br />

of managerial sensemaking. In: Hitt, M. A., Ricart I Costa, J. E., Nixon, R. D. (editors). New<br />

managerial mindsets organiz<strong>at</strong>ional transform<strong>at</strong>ion and str<strong>at</strong>egy implement<strong>at</strong>ion. Chichester:<br />

John Wiley & Sons.<br />

Balogun, J., Johnson, G. (2004). Organiz<strong>at</strong>ional restructuring and middle manager sensemaking. In:<br />

Academy of Management Journal, Vol. 47, No. 4, p. 523 – 549.<br />

Beer, M., Nohria, N. (2000). Cracking the code of change. In: Harvard Business Review, May-June,<br />

p. 29 – 40.<br />

Blumer, H. (1969). Symbolic Interactionism: Perspective and Method. New Jersey: Prentice Hall.<br />

Bogt, B. ter (2005). Managementvernieuwingen bij de overheid: mooie woorden of echte daden?<br />

Groningen: Rijksuniversiteit Groningen (rede).<br />

Boonstra, J. J. (2000). Lopen over w<strong>at</strong>er: over de dynamiek van organiseren, vernieuwen en leren.<br />

Amsterdam, Vossiuspers (rede).<br />

Boonstra, J. J. (editor) (2004). Dynamics of Organiz<strong>at</strong>ional Change and Learning. Chichester: Wiley.<br />

Bouwen, R. (1994). Onderzoek als interventie en interventie als onderzoek. Een sociaal<br />

constructionistische methodologie voor organis<strong>at</strong>ieverandering. In: Gedrag en organis<strong>at</strong>ie 1994-<br />

7, nr. 6. Den Haag: VUGA Uitgeverij.<br />

Denscombe, M. (2007). The Good Research Guide: for Small Scale Research Projects. Maidenhead:<br />

<strong>Open</strong> University Press, McGraw-Hill.<br />

Doeleman, H., Heumen van, L. (2008). Leiderschap in Planning & Control: A3-methodiek leidt tot<br />

'one paper str<strong>at</strong>egy'. In: Finance & Control, 10/2008<br />

Dongen, H. J. van, La<strong>at</strong>, W. A. M. de, Maas, A. J. J. A. (1996). Een kwestie van verschil:<br />

conflicthantering en onderhandeling in een configur<strong>at</strong>ieve integr<strong>at</strong>ietheorie. Delft: Uitgeverij<br />

Eburon.<br />

Gergen, K. J. (2009). An invit<strong>at</strong>ion to Social Construction. London: SAGE Public<strong>at</strong>ions Ltd.<br />

Helden, J. van (2002). Beyond Generics. In: Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie,<br />

september, p. 432 – 435.<br />

Hofstede, G. (1981). Management Control of Public and Not-for-profit Activities. In: Accounting,<br />

Organiz<strong>at</strong>ions and Society, 6(3), p. 193 – 211.<br />

Homan, Th. H. ChangeMirror: Concretisering van de methode. OUNL.<br />

Homan, Th. H. (2004). Organis<strong>at</strong>ie dynamica. Den Haag: Sdu Uitgevers.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

43<br />

Homan, Th. H. (2006). Wolkenridders: over de binnenkant van organis<strong>at</strong>ieverandering. Heerlen, <strong>Open</strong><br />

Universiteit Nederland (rede).<br />

Hopwood, A. G. (2008a). Management Accounting Research in a Changing World. In: Journal of<br />

Management Accounting Research, Volume 20, p. 3 – 13.<br />

Hopwood, A. G. (2008b). Changing Pressures on the Research Process: On Trying to Research in an<br />

Age when Curiosity is not Enough. In: European Accounting Review, Vol. 17, No. 1, p. 87 – 96.<br />

Hosking, D. M. (2002). Constructing Changes: A Social Constructionist approach to Change Work (and<br />

beetles and witches). Tilburg: K<strong>at</strong>holieke Universiteit Brabant (rede).<br />

Hosking, D. M. (2004). Change Works: A Critical Construction. In: Boonstra, J. J. (editor): Dynamics of<br />

Organiz<strong>at</strong>ional Change and Learning. Chichester: Wiley.<br />

Kaplan, R. S. (1984). The Evolution of Management Accounting. In: The Accounting Review,<br />

Vol. LIX, No. 3.<br />

Kaplan, R. S. (2006). The Competitive Advantage of Management Accounting. In: Journal of<br />

Management Accounting Research, Volume Eighteen, p. 127 – 135.<br />

Leijtens, J. M. J. (2008). Tussen Plan en Praktijk: de Werking van Resulta<strong>at</strong>gerichte Sturing binnen de<br />

Koninklijke Marechaussee. Leiden: Universiteit Leiden.<br />

Malmi, T., Brown, T. M. (2008). Management Control Systems as a package: Oppertunities, Challenges<br />

and Research Directions. In: Management Accounting Research, 19, p. 287 – 300.<br />

Man, H. de, Methodologische keuzen in bedrijfswetenschappelijk onderzoek: een palet voor de<br />

onderzoeker, OUNL a<br />

Mead, G. H. (1934). Mind, Self and Society. Chicago: University of Chicago Press.<br />

Merchant, K. A. (1982). The Control Function of Management. In: Sloan Management Review,<br />

Summer 1982, 23, p. 43 – 55.<br />

Miles, M. B., Huberman, A. M. (1994). Qualit<strong>at</strong>ive D<strong>at</strong>a Analysis: an Expanded Sourcebook. Thousand<br />

Oaks: SAGE Public<strong>at</strong>ions.<br />

Narjano-Gil, D., Hartmann, F. (2006). How Top Management Teams Use Management Accounting<br />

Systems to Implement Str<strong>at</strong>egy. In: Journal of Management Accounting Research, Volume<br />

Eighteen, p. 21 – 53.<br />

Ouchi, W. G. (1979). A Conceptual Framework for the Design of Organiz<strong>at</strong>ional Control Mechanisms.<br />

In: Management Science, 25(9), p. 833 – 848.<br />

Pettigrew, A. M., Woodman, R. W., Cameron, K. S. (2001). Studying organiz<strong>at</strong>ional change and<br />

development: challenges for future research. In: Academy of Management Journal, Vol. 44, No. 4,<br />

p. 697 – 713.<br />

Pollitt, C. (2001). Convergence: the usefull myth? In: Public Administr<strong>at</strong>ion, 79(4), p. 933 – 947.<br />

Pollitt, C. , Bouckaert, G. (2003). Evalu<strong>at</strong>ing Public Management Reforms: an Intern<strong>at</strong>ional<br />

Perspective. In: Wollmann, H. (editor) Evalu<strong>at</strong>ion in Public Sector Reform: Concepts and Practice<br />

in Intern<strong>at</strong>ional Perspective. Cheltenham: Edward Elgar Publishing.<br />

Simons, R. (1995a). Control in an age of empowerment: How can managers promote innov<strong>at</strong>ion while<br />

avoiding unwelcome surprises? In: Harvard Business Review, March – April.<br />

Simons, R. (1995b). Levers of Control: how Managers Use Innov<strong>at</strong>ive Control Systems to Drive<br />

Str<strong>at</strong>egic Renewal. Boston: Harvard Business School Press.<br />

Speklé, R. F. (2001). Explaining Management Control Structure Variety: a Transaction Cost Economic<br />

Perspective. In: Accounting, Organiz<strong>at</strong>ions and Society, 26(1), p. 419 – 441.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

44<br />

Speklé, R. F. (2002). Variëteit in management controlstructuren: een transactiekosten<strong>perspectief</strong>. In:<br />

Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, september, p. 409 – 417.<br />

Termeer, C. J. A. M. (2006). Vitale verschillen: over publiek leiderschap en ma<strong>at</strong>schappelijke innov<strong>at</strong>ie<br />

(rede). Wageningen: Universiteit Wageningen.<br />

Verschuren, P. J. M. (2001). Case Study as a Research Str<strong>at</strong>egy: some Amiguities and Opportunities. In:<br />

Intern<strong>at</strong>ional Journal of Social Research Methodology, vol. 6, no. 2, p. 121 -139.<br />

Verschuren, P., Doorewaard, H. (2003). Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht: Uitgeverij Lemma<br />

BV.<br />

Wagenhofer, A. (2006). Management Accounting Research in German Speaking Countries. In: Journal<br />

of Management Accounting Research, Volume Eighteen, p. 1 – 19.<br />

Weick, K. E. (1995). Sensemaking in organiz<strong>at</strong>ions. Thousand Oaks: SAGE public<strong>at</strong>ions.<br />

Weick, K.E. & Quinn, R.E. (1999). Organiz<strong>at</strong>ional change and development. In: Ann. Rev. Psychol., 50,<br />

p. 361 – 386.<br />

Williams, P. F., Jenkins, J. G., Ingraham, L. (2006). The winnowing away of Behavioral Accounting<br />

Research in the US: the process for anointing academic elites. In: Accounting, Organiz<strong>at</strong>ions and<br />

Society, 31, p. 783 – 818.<br />

Wijk, E. N. van (2006). Ruim Baan voor Cre<strong>at</strong>ief Talent: Bindingen van Cre<strong>at</strong>ieve Professionals in<br />

Communic<strong>at</strong>ie Adviesbureaus (proefschrift).Utrecht: Universiteit Utrecht.<br />

Yin, R. K. (2003). Case Study Research: Design and Methods. Thousand Oaks: SAGE Public<strong>at</strong>ions.<br />

Zimmerman, J. J. (2001). Conjectures regarding Emperical Managerial Accounting Research. In: Journal<br />

of Accounting & Economics, 32(2001), p. 411 – 427.


Bijlage I : Gespreksformulier<br />

Gespreksformulier<br />

Contact: Loc<strong>at</strong>ie:<br />

Contactgegevens: Gespreksd<strong>at</strong>um:<br />

Op functie sinds: Huidige d<strong>at</strong>um:<br />

1. Inleiding<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

45<br />

a. Ik richt me op betekenisgevingen: verhalen, geruchten, ideeën, beelden die in de informele circuits<br />

rondgaan over P&C. Die informele beelden blijken vaak veel meer effect te hebben op het werkelijke<br />

gedrag, dan formele verhalen en standpunten. Herken je d<strong>at</strong>?<br />

b. In dit gesprek wil ik met jou een beeld opbouwen van de ontwikkeling van de verhalen in het<br />

informele circuit. Ik wil met jou door de tijd heen in beeld brengen hoe er over het P&C gebeuren<br />

wordt gedacht.<br />

c. De onderzoeksgegevens zijn vertrouwelijk! Anonimiteit!<br />

d. Kortom: het ga<strong>at</strong> over d<strong>at</strong> w<strong>at</strong> je op verschillende momenten in de tijd hoorde over P&C van jouw<br />

vertrouwelingen: w<strong>at</strong> leefde er, waar sprak je over bij de koffieautoma<strong>at</strong>, tussen of na de<br />

vergaderingen? Het ga<strong>at</strong> dus even niet om je mening, maar waar jullie het over hadden op P&C gebied.<br />

2. Interviewvragen<br />

Vraag Antwoord<br />

Welk moment?<br />

W<strong>at</strong> was er toen aan de hand?<br />

Wie z<strong>at</strong>en er toen precies in je<br />

informele netwerk?<br />

Betekenissen op d<strong>at</strong> moment?


Vraag Antwoord<br />

Volgend belangrijk moment voor<br />

P&C?<br />

(inleven met agenda!)<br />

W<strong>at</strong> was er toen aan de hand?<br />

Samenstelling inf. netwerk?<br />

(wie precies?)<br />

Betekenissen op d<strong>at</strong> moment?<br />

Is de manier waarop in de<br />

wandelgangen over P&C werd<br />

gesproken veranderd t.o.v. vorige<br />

moment?<br />

Aard van gesprekken positiever,<br />

neg<strong>at</strong>iever of hetzelfde?<br />

Waardoor is die verandering of<br />

verdieping tot stand gekomen?<br />

(stil zijn!)<br />

Vraag Antwoord<br />

Heden: P&C op dit moment<br />

Samenstelling inf. netwerk?<br />

Betekenissen op dit moment?<br />

Is de manier waarop in de<br />

wandelgangen over P&C werd<br />

gesproken veranderd t.o.v. vorige<br />

moment?<br />

Aard van gesprekken positiever,<br />

neg<strong>at</strong>iever of hetzelfde?<br />

Waardoor is die verandering of<br />

verdieping tot stand gekomen?<br />

(stil zijn!)<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

46


Vraag Antwoord<br />

Toekomst van P&C<br />

Samenstelling inf. netwerk?<br />

Betekenissen op dit moment over<br />

toekomst?<br />

Afsluiting<br />

Vraag Antwoord<br />

Welke vraag heb ik niet gesteld,<br />

als het ga<strong>at</strong> om de werking van<br />

P&C?<br />

Vind je d<strong>at</strong> we het hebben gehad<br />

over w<strong>at</strong> er toe doet als het ga<strong>at</strong><br />

om de werking van P&C of over<br />

w<strong>at</strong> er leeft?<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

47


Bijlage IIa: Coderingslijst PM<br />

Beschrijvende codes<br />

Elementen DCS<br />

Bedrijfsplan BP DCS-BP<br />

Marechaussee- MB DCS-MB<br />

Brief<br />

Jaarplan JP DCS-JP<br />

Doelstellingen DOEL DCS-JP/DOEL A3<br />

A3 DCS-JP/A3<br />

PIOFAH PIOFAH DCS-JP/<br />

PIOFAH<br />

Offerte- OFFER DCS-JP/OFFER<br />

Sytem<strong>at</strong>iek<br />

Dashboards DASH DCS-JP/DASH<br />

Districtsplan- DPA DCS-DPA<br />

aanwijzing<br />

Rapportages RAP DCS-RAP<br />

Visieconferentie VISIE DCS-VISIE<br />

Control Form<strong>at</strong> CF DCS-CF<br />

Capaciteits- CP DCS-CP<br />

planningstool<br />

Capaciteits- CM DCS-CM<br />

management-<br />

tool<br />

Registr<strong>at</strong>ie REG DCS-REG<br />

Actoren DCS<br />

District DIS ACT-DIS<br />

Brigade BRG ACT-BRG<br />

Staf CKMar STC ACT-STC<br />

Districts- DC ACT-DC<br />

Commandant<br />

Brigade- BC ACT-BC<br />

Commandant<br />

Coördin<strong>at</strong>or- BB ACT-BB<br />

Bedrijfsbureau<br />

P&C district P&C ACT-P&C Directie<br />

P&C DP&C ACT-DP&C<br />

Hoofd Oper<strong>at</strong>ies HOPS ACT-HOPS<br />

District<br />

Hoofd Oper<strong>at</strong>ies HOP ACT-HOP<br />

Brigade<br />

Teamleider TL ACT-TL<br />

Aard betekenis<br />

Positief +<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

48<br />

Neg<strong>at</strong>ief –<br />

Overig<br />

Reorganis<strong>at</strong>ie REORG REORG<br />

Interpret<strong>at</strong>ieve codes<br />

Fenomenen<br />

Gescheiden GE FEN-GE<br />

Circuits<br />

Betrokkenheid BETR FEN-BETR<br />

Individuele IND_AF FEN-IND_AF<br />

afhankelijkheid<br />

Autom<strong>at</strong>isering AUT FEN-AUT<br />

Transparantie TRANS FEN-TRANS<br />

Richting RICHT FEN-RICHT<br />

Kennisniveau KE FEN-KE<br />

Particip<strong>at</strong>ie PART FEN-PART<br />

Samenwerking SAMEN FEN-SAMEN<br />

Cijfertjes CIJF FEN-CIJF<br />

Dialoog DIAL FEN-DIAL<br />

Vertrouwen VERTR FEN-VERTR<br />

Ondersteuning OND FEN-OND<br />

Noodzaak NOODZ FEN-NOODZ<br />

Stimuleren STIMU FEN-STIMU<br />

Vertaling naar VERT_ FEN-VERT_<br />

Brigade BRG BRG<br />

Praktische PRAK_ FEN-PRAK_<br />

Relevantie REL REL<br />

Werklast WERKL FEN-WERKL<br />

Ma<strong>at</strong>schappelijk MAA_ FEN-MAA_EFF<br />

Effect EFF<br />

Identiteit IDENT FEN-IDENT<br />

Menselijkheid MENS FEN-MENS<br />

Sturing STUR FEN-STURING<br />

P<strong>at</strong>ronen<br />

Thema TH PAT-TH<br />

Verbetering VERB PAT-VERB<br />

Verslechtering VERSL PAT-VERSL<br />

Verdieping VERD PAT-VERD<br />

Impuls IMPULS PAT-IMPULS<br />

Knelpunt KNEL PAT-KNEL<br />

Interventie INTERV PAT-INTERV<br />

Oplossing OPL PAT-OPL


Bijlage IIb: Gecodeerde tekstfragmenten<br />

Betekenissen GS01<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

49<br />

First level P<strong>at</strong>tern<br />

Frag. Tijdstip Betekenis<br />

(beschrijvend) (verklarend)<br />

DCS-JP/DOEL<br />

ACT-DIS-BRG<br />

FEN-DIAL – 1.1 Jan. 2009 Doelstellingen zijn gerealiseerd maar we hebben geen contact.<br />

ACT-BC/TL/OP THEMA- 1.2 Uitvoerende medewerkers zijn onvoldoende betrokken bij<br />

STURING<br />

sturing. BC’en moeten zodanig worden beïnvloedt d<strong>at</strong> zij een<br />

FEN- DIAL –<br />

actieve dialoog met hun medewerkers hebben, het geluid van<br />

FEN-BE (TL/OP)<br />

–<br />

FEN-<br />

GE(BC:TL/OP)<br />

het management moet niet dominant zijn.<br />

DCS-VISIE INTERV 1.3 We gaan visieconferenties inzetten om de communic<strong>at</strong>ie met en<br />

betrokkenheid van brigades te verbeteren.<br />

DCS-JP<br />

1.4 Er besta<strong>at</strong> behoefte aan INK dashboards bij het Jaarplan. De<br />

DCS-DA –<br />

inform<strong>at</strong>iepositie van beslissers moet worden verbeterd. Het<br />

DCS-JP/PIOFAH<br />

aantal mut<strong>at</strong>ies in VBS en BPS is een goede ma<strong>at</strong>staf voor de<br />

–<br />

inform<strong>at</strong>iepositie. We beschikken niet over de noodzakelijke<br />

inform<strong>at</strong>ie en financiële middelen om de juiste opleidingen in te<br />

kopen.<br />

DCS-REG FEN-REG – 1.5 Mrt. 2009 Met de regelgeving voor inhuur en m<strong>at</strong>erieelbeheer kunnen wij<br />

ACT-DIS/STC FEN-<br />

niet uit de voeten. De turflijstjes van de staf voor het<br />

GE(DIS:STC)<br />

bezwarenonderzoek zijn heilig, ze hebben onvoldoende<br />

FEN-VERTR<br />

aandacht voor de werkelijke problem<strong>at</strong>iek. STC wil ons op een<br />

fout betrappen.<br />

ACT-DIS/STC FEN- DIAL – 1.6 Het ontbreekt aan een constructieve dialoog met de Staf<br />

CKMar, d<strong>at</strong> openbaart zich in form<strong>at</strong> discussies, zwartepieten of<br />

het ontbreken van dialoog.<br />

ACT-DIS/BRG FEN- DIAL – 1.7 Het ontbreekt aan een constructieve dialoog met de brigades,<br />

d<strong>at</strong> openbaart zich in form<strong>at</strong> discussies, zwartepieten of het<br />

ontbreken van dialoog.<br />

ACT-DIS/BRG FEN- DIAL + 1.8 Okt. 2009 Gesprekken met BC’en verlopen gemakkelijker en beter.<br />

Gesprekken gaan minder over het ‘eeuwige resulta<strong>at</strong>gerichte’<br />

(het halen van doelstellingen). Managementgesprekken hebben<br />

een informeel karakter, er wordt geen verslaglegging gedaan.<br />

Men herkent een beweging van strikte formele consult<strong>at</strong>ies,<br />

naar informele ongestructureerde gesprekken.<br />

PAT-VERB 1.9 Door verbeterde communic<strong>at</strong>ie met BC’en. Positieve feedback,<br />

IMPULS: FEN-<br />

bedankjes en spontane beweging: denktank nav.<br />

DIAL<br />

visieconferentie.<br />

ACT-DC/BC FEN-DIAL 1.10 Toekomst In de toekomst moet er w<strong>at</strong> meer lijn worden aangebracht in de nu wel<br />

erg informele gesprekken met BC’en.<br />

ACT-DIS FEN-BETR 1.11 We moeten het ontwikkelingsniveau van de districtssecties, d<strong>at</strong> is<br />

(secties)<br />

FENprocesm<strong>at</strong>igwerk<br />

achtergebleven ten opzichte van brigades, gelijk zien te trekken. Er<br />

blijven schotten tussen de secties, ze gaan niet mee in het procesm<strong>at</strong>ig<br />

denken. Hoe betrekken we ze erbij? De lijn PDC – Secties – BVMT<br />

loopt niet.


Betekenissen GS02<br />

First level<br />

(beschrijvend)<br />

ACT-OP/STC<br />

DCS-RAP<br />

ACT-OP<br />

DCS-<br />

RAP/VERANTW<br />

ACT-OP<br />

DCS-<br />

RAP/VERANTW<br />

ACT-BC/TL/BB<br />

DCS-<br />

RAP/VERANTW<br />

P<strong>at</strong>tern<br />

(verklarend)<br />

FEN-CIJF –<br />

FEN-NOODZ –<br />

FEN-<br />

GE(OP:STC)<br />

FEN-GE/DIS-<br />

STC<br />

PAT-VERSL<br />

IMPULS: FEN-<br />

VERTR –<br />

FEN-<br />

GE(BRG:STC)<br />

THEMA-VERANT<br />

FEN- DIAL +<br />

FEN-VERT(BRG<br />

intern) +<br />

ACT-BC/TL FEN-GE/DIS-<br />

STC<br />

ACT-BRG PAT-VERD<br />

IMPULS: FEN-<br />

NOODZ –<br />

ACT-BB<br />

DCS-CF<br />

THEMA-VERANT<br />

DCS-REGISTR –<br />

ACT-BC/TL FEN-BETROK<br />

FEN-<br />

STIMU(TL/OP)<br />

DCS-JP<br />

PAT-VERB<br />

IMPULS: FEN-<br />

DIAL +, FEN-<br />

IND_AF<br />

DCS-CP&CM CP +<br />

CM +<br />

ACT-BB PAT-VERD<br />

IMPULS:<br />

FEN-PRAK_REL<br />

+ (CP)<br />

FEN-PRAK_REL<br />

DCS-JP/A3<br />

DCS-VISIE<br />

– (CM)<br />

FEN-NOODZ +<br />

FEN-<br />

VERT_BRG +/-<br />

Frag. Tijdstip Betekenis<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

50<br />

2.1 1998 Vanuit de ploeg werd ervaren d<strong>at</strong> cijfertjes over ons heen werden<br />

gestort. We begrepen niet w<strong>at</strong> ze van ons wilden.<br />

2.2 2000 “Leugenbriefjes” en (betekenisloze) sta<strong>at</strong>jes vullen<br />

2.3 De manier waarop werd gesproken is neg<strong>at</strong>ief veranderd.<br />

Leugenbriefjes, waar men eerst niet begreep waarom er ineens<br />

cijfers moeten worden opgehoest, voelt men (de mannen in het team,<br />

niet Giel persoonlijk) zich nu gecontroleerd.<br />

2.4 2002-2003 Tijdens formele oper<strong>at</strong>ionele vergaderingen zijn de cijfers onderdeel<br />

van de agenda. Die vergaderingen hebben een erg informeel karakter,<br />

er wordt open gesproken.<br />

2.5 Cijfers hadden veroorzaakten neg<strong>at</strong>ieve geluiden bij de oper<strong>at</strong>ionele<br />

medewerkers, “punten neuken”, “je moet cijfertjes halen voor die<br />

mannen in Den Haag”<br />

2.6 De verdieping komt tot stand doord<strong>at</strong> we nog steeds niet wisten<br />

waarom d<strong>at</strong> nou allemaal nodig was. Niemand vertelde ons waarom<br />

we d<strong>at</strong> moesten doen.<br />

2.7 2006 Lastig verhaal, d<strong>at</strong> invullen van d<strong>at</strong> control form<strong>at</strong>(CF). Koppeling<br />

CF en OPRS is een vooruitgang. Registr<strong>at</strong>ie (van producten)in het CF<br />

is een probleem, daar is nooit iets voor geregeld. Hoe betrouwbaar<br />

kan het dan zijn?<br />

2.8 Hoe kun je mensen motiveren en stimuleren om producten te<br />

realiseren?<br />

2.9 Aard gesprekken is w<strong>at</strong> positiever. Het Jaarplan heeft meer betekenis<br />

gekregen. Daarnaast wordt een BC wisseling als mogelijke oorzaak<br />

geopperd.<br />

2.10 2007 Mooie hulpmiddelen die CM en CP tool.<br />

2.11 Aanvankelijk positiever, daarna gelijk gebleven. Vooral de CP tool<br />

werd gezien als nuttig hulpmiddel bij het plannen (van capaciteit).<br />

De CM tool vonden we niet echt handig, die voegde niet zo veel toe,<br />

daarom ‘daarna gelijk gebleven’.<br />

2.12 Apr. 2009 We zien de meerwaarde maar hoe gaan we het gebruiken? Positief en<br />

enthousiast over de nieuwe uitdagingen. Na visieconferentie hebben<br />

we de A3 op verschillende plekken in het districtsgebouw gehangen.<br />

Eigenlijk gebruikten we vooral het A3 bij HOP/PBC. Mensen buiten<br />

ons informele netwerk hadden het vooral over ‘randvoorwaarden’<br />

zoals ‘de temper<strong>at</strong>uur van het badw<strong>at</strong>er is niet warm genoeg’. D<strong>at</strong><br />

soort zaken hoorden w<strong>at</strong> ons betreft juist niet in het jaarplan.<br />

DCS-VISIE VISIE + 2.13 Visie conferentie op district: positief!<br />

DCS-JP/A3<br />

ACT-BB/BC/?TL<br />

PAT-VERB<br />

IMPULS: FEN-<br />

PRAK_REL<br />

FEN-TRANS<br />

2.14 Duidelijk positiever. De A3 jaarplan methodiek gaf ons<br />

inzicht/overzicht een helderder beeld en richting (“koers en vaart”).<br />

Het was een duidelijke toevoeging aan het bestaande jaarplan, d<strong>at</strong><br />

werk eigenlijk maar heel weinig gebruikt. Dit pakken we er vaak bij.


FEN-RICHT<br />

THEMA-<br />

STURING<br />

DCS-JP/A3 FEN-WERKL<br />

FEN-IND_AF<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

51<br />

2.15 Okt. 2009 Er ga<strong>at</strong> nu weinig rond, een beetje stilte na de afronding van het A3<br />

en Jaarplan. Sinds augustus een nieuwe BC aftasten hoe d<strong>at</strong> ga<strong>at</strong><br />

lopen. Voorbeeld abrupt einde aan Horecaploeg (ondersteuning<br />

leveren aan politie. In informele kring wordt verbaasd/<br />

verontwaardigd gereageerd. Hoe verhoudt d<strong>at</strong> zich met onze ambitie<br />

uit het A3 een betrouwbaar partner te zijn?)<br />

PAT-VERDIEP 2.16 Hetzelfde, stabiel, uithijgen na een drukke periode.<br />

FEN-<br />

BETRK(TL)<br />

2.17 Toekomst Teamleiders zijn / worden in toenemende m<strong>at</strong>e betrokken.<br />

FEN-IND_AF 2.18 Bezorgd: PBC/HOP ga<strong>at</strong> weg, wie komt daar voor terug? Hoe ga<strong>at</strong> de<br />

nieuwe BC zaken aanpakken.<br />

DCS-CF FEN-AUTM 2.19 Hoop d<strong>at</strong> producten gedeelte uit CF in de toekomst geautom<strong>at</strong>iseerd<br />

uit een systeem gaan komen.


First level<br />

(Beschrijvend)<br />

ACT-PBC<br />

DCS<br />

ACT-PBC<br />

DCS<br />

Betekenissen GS03<br />

ACT-BB/BC<br />

DCS-CP&CM<br />

ACT-BB-BC-<br />

TL<br />

DCS-<br />

JP/VERANT<br />

DCS-JP/DOEL<br />

DCS-JP/MID<br />

DCS-<br />

JP/RAP&VER.<br />

DCS-JP/RAP-<br />

VERANTW<br />

P<strong>at</strong>tern<br />

(Verklarend)<br />

FEN-KE –<br />

FEN-<br />

NOODZ+<br />

FEN-<br />

TRANS+<br />

TH: REORG<br />

FEN- KE<br />

(BC)–<br />

FEN-BETR<br />

(BC) –<br />

FEN-GE<br />

(BB:BC)<br />

FEN-BETR<br />

(TL) –<br />

FEN-GE<br />

(BB:TL)<br />

TH:<br />

VERANTW<br />

Frag. Tijdstip Betekenis<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

52<br />

3.1 2005<br />

-2006<br />

Lastige m<strong>at</strong>erie d<strong>at</strong> P&C!<br />

3.2 Ballast, maar ergens wel het idee d<strong>at</strong> het iets toe kan voegen. De op handen zijnde<br />

reorganis<strong>at</strong>ie maakt het zinvol te l<strong>at</strong>en zien waar je mee bezig bent. Maak het<br />

maar transparant! Toen de reorganis<strong>at</strong>ie er aan kwam, werden cijfers erg<br />

belangrijk.<br />

3.3 Toen de reorganis<strong>at</strong>ie er aan kwam, werden cijfers erg belangrijk.<br />

3.4 Okt. 2006,<br />

jan. 2007<br />

Leiding vond het maar lastig P&C, CP en CM tools en deden daarom niet mee.<br />

Hoe gebruik je die tools nou eigenlijk? Hoe vul je ze?<br />

3.5 Teamleiders vinden het allemaal niet zo belangrijk (ook in 2009 niet!): ’t is maar<br />

lastig, ze willen gewoon op dienst. Ze voelen zich gecontroleerd. Ze l<strong>at</strong>en<br />

regelm<strong>at</strong>ig ‘een klotezooi achter’.<br />

FEN-STIM 3.6 Als ma<strong>at</strong>regel hebben ze geprobeerd teams verantwoordelijk te maken voor<br />

producten. D<strong>at</strong> werkte niet echt, d<strong>at</strong> interne concurrentie idee.<br />

3.7 Het resulta<strong>at</strong>gerichte, een zichtbare verhoging in de aantallen producten, moet<br />

PAT-VERB<br />

IMPULS:<br />

FEN-<br />

VERB_RES<br />

FEN-SAM +,<br />

FEN-<br />

OND_DIS +<br />

FEN-<br />

WERKL –<br />

FEN-STIM<br />

FEN-BE(TL)<br />

DCS PAT-VERD<br />

IMPULS:<br />

FEN-WERKL<br />

THEMA:<br />

DCS-VISIE<br />

DCS-JP/A3<br />

REORG<br />

INTERV:<br />

BETR_TL<br />

INTERV:<br />

BEN_PROC<br />

EIG +<br />

niet doorslaan, het is immers geen doel op zich.<br />

3.8 De aard is veranderd. We zijn positiever gaan pr<strong>at</strong>en over P&C en we gaan<br />

bewuster om met capaciteit, middelen en de inzet daarvan. Waar we aanvankelijk<br />

inzetten w<strong>at</strong> we beschikbaar hadden voor een dienst, kijken we nu hoeveel man<br />

we redelijkerwijs nodig hebben. D<strong>at</strong> er positiever werd gesproken komt doord<strong>at</strong>:<br />

(1) de result<strong>at</strong>en zichtbaar verbeterden, aantallen gingen omhoog, (2) het<br />

motiverende effect van met een klein groepje bedenkt te zullen gaan doen in het<br />

volgende jaar, ook voor 80 procent uitkomt. En (3) d<strong>at</strong> de districtsstaf ons<br />

3.9 2006<br />

- 2008<br />

adequa<strong>at</strong> ondersteunde bij moeilijkheden.<br />

Extra lastig, naast de reorganis<strong>at</strong>ie moeten we nu ook nog VMR’en opleveren,<br />

extra ballast, onze focus ligt op de reorganis<strong>at</strong>ie. P&C was een ondergeschoven<br />

kind, minder sturen op uren. Teamleiders: “daar heb je hem weer met zijn uren!”<br />

Als reactie zijn sancties geprobeerd.<br />

3.10 De aard van de gesprekken hetzelfde gebleven, P&C vonden we net zo belangrijk.<br />

Echter, de focus lag op de reorganis<strong>at</strong>ie, zaken naast P&C vroegen op d<strong>at</strong><br />

moment meer aandacht.<br />

3.11 2009 Na visieconferentie: “dit gaan we alleen niet trekken” en “w<strong>at</strong> gooien ze nu weer<br />

over de schutting” Oplossing: teamleiders betrekken, zij zijn ervan moeizaam<br />

proces, wel uiteindelijk 70% positief, langzaam wordt het hun ding.<br />

3.12 Goede zet om proceseigenaren te benoemen voor oper<strong>at</strong>ionele verantwoording<br />

ipv BC<br />

FEN-RICHT 3.13 Horec<strong>at</strong>eam voorbeeld: ondersteuning politie mag niet meer van nieuwe BC <br />

d<strong>at</strong> kan toch niet zomaar? In A3 sta<strong>at</strong> betrouwbare partner.<br />

DCS-JP/A3 PAT-VERB 3.14 Positiever over P&C door A3 methodiek. Overzicht, inzicht, transparanter,<br />

IMPULS:<br />

FEN-<br />

TRANS/RICH<br />

T FENsneller.<br />

Het wordt gezien als ‘ons ding’, d<strong>at</strong> werkt motiverend.


DCS-CF<br />

DCS-JP/DOEL<br />

DCS-gegevens<br />

beheer<br />

SAMEN<br />

FEN-<br />

PRAK_REL<br />

THEMA<br />

STURING vs<br />

VERANT<br />

FEN-<br />

VERT_BRG<br />

PAT-VERD<br />

IMPULS:<br />

FEN-WERKL<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

53<br />

3.14a Okt. 2009 Teamleiders vinden plannen wel aardig, verantwoorden minder<br />

3.14b Hoe gaan we invulling geven aan de conferentie in november: van ambitie naar<br />

actie?<br />

3.15 Hetzelfde, even geen nieuwe dingen naast al w<strong>at</strong> loopt: veranderorganis<strong>at</strong>ie,<br />

rapportage Vliegenthart, even de rem op P&C.<br />

3.16 Toekomst Meer decentrale inbreng in producten CF. We maken onvoldoende gebruik van<br />

de ruimte om bottom -up doelstellingen te beïnvloeden. We zouden<br />

klantonderzoek moeten uitvoeren, bijv. bij commandanten van objecten waar me<br />

MPD doen. behoefte in kaart brengen en offreren in JP.<br />

3.17 Gegevensbeheer is een probleem. Registr<strong>at</strong>ie van producten is een probleem,<br />

iedere brigade heeft zijn eigen systeem<br />

FEN-MOT – 3.18 Dubbele uitvragen werken demotiverend, daar moeten jullie w<strong>at</strong> mee!


Betekenissen GS04<br />

First level<br />

(beschrijvend)<br />

DCS-<br />

DATA_KWAL<br />

DCS<br />

DCS-JP<br />

P<strong>at</strong>tern<br />

(verklarend)<br />

DATA_KWA<br />

L –<br />

FEN-<br />

NOODZ+<br />

Frag<br />

ment<br />

Tijdstip Betekenis<br />

4.1 2000 Cijfers waren niet valide.<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

54<br />

4.2 Waren er niet in opgeleid. Ergens zag ik d<strong>at</strong> het wel goed was, w<strong>at</strong><br />

bedrijfsm<strong>at</strong>ig werken/denken, heel voorzichtig gaan bouwen, ging<br />

bijvoorbeeld heel veel energie zitten in JP en appreci<strong>at</strong>ie. We moesten het<br />

anders organiseren.<br />

4.3 P&C had het karakter van “verantwoorden van w<strong>at</strong> je deed”.<br />

DCS THEMA-<br />

VERANT<br />

DCS-JP FEN-ROL + 4.4 2002 Kwam al veel meer structuur in, voorheen was de wachtmeester van de<br />

- 2004 appreci<strong>at</strong>ie, en deed de wachtmeester de consult<strong>at</strong>ie.<br />

DCS FEN- KE +<br />

INTERV:<br />

OPL<br />

4.5 Het volgen van opleiding voor P&C werkt inzicht verhogend.<br />

DCS FEN-VERT 4.6 We streven naar verbetering: “fouten maken mag, maar l<strong>at</strong>en we de fouten<br />

+<br />

die we vandaag maken, morgen niet weer maken”.<br />

DCS-RAP INTERV:<br />

BELONING<br />

FEN-STIMU<br />

4.7 We vierden feest als we de beste doelrealis<strong>at</strong>ie hadden.<br />

PAT-VERB 4.8 De manier waarop over P&C wordt gesproken is positiever geworden.<br />

IMPULS:<br />

Langzaam gaven we meer betekenis aan het Jaarplan. Oorzaken:<br />

FEN-<br />

VERB_RES<br />

FEN: BETR<br />

+<br />

-<br />

-<br />

Doelrealis<strong>at</strong>ie verbeterde: bijv. van 60 naar 160 misdrijfverbalen<br />

Mensen kwamen zelf met allerlei ideeën om prest<strong>at</strong>ies te verbeteren,<br />

door bijvoorbeeld met diensten te schuiven, op andere plekken te<br />

controleren. (IGO avant la lettre)<br />

DCS FEN- 4.9 2004 Op deze afdeling / brigade was het een grote chaos. “we missen een<br />

IND_AF<br />

bedrijfsbureau” “de ACT-P&C kende aanvankelijk de organis<strong>at</strong>ie nog<br />

FEN-KE +<br />

NB: andere<br />

loc<strong>at</strong>ie<br />

niet, d<strong>at</strong> is nu heel anders, maar d<strong>at</strong> was aanvankelijk storend” <br />

wederzijds begrip is voorwaarde dialoog! “JP doorleeft met personeel,<br />

bijvoorbeeld door doelstellingen op te stellen in brainstormsessies ” brief<br />

en boekje met JP naar huisadres.<br />

PAT-VERD 4.10 Aard van de gesprekken is hetzelfde. Over sturing en doelm<strong>at</strong>ig werken<br />

IMPULS:<br />

zijn de gesprekken positief. Gesprekspartner geeft aan d<strong>at</strong> er ontwikkeling<br />

FEN-<br />

IND_AF<br />

FEN- KE<br />

zit in de werking van zijn afdeling/brigade vanaf het moment d<strong>at</strong> hij er is<br />

gekomen, en de belangrijke rol van een andere medewerker daarin.<br />

Echter, zijn gedachten over nut en noodzaak van P&C zijn eerder<br />

ontstaan: door ervaringen in Seedorf, opleiding enzovoort.<br />

DCS-JP/A3 FEN-BE 4.11 Okt. 2009 “over INK zeiden ze d<strong>at</strong> het minder werk zou zijn, d<strong>at</strong> is n<strong>at</strong>uurlijk niet<br />

zo”<br />

“INK wordt binnen de hele brigade gedragen”<br />

DCS-JP/A3 FEN- 4.12 “Overzichtelijk ding d<strong>at</strong> INK A3” A3 gebruiken om kritische processen<br />

PRAKT_RE<br />

L<br />

FEN-<br />

TRANS<br />

aan te wijzen, d<strong>at</strong> gebruik ik bijvoorbeeld bij het ‘pandemie-plan’<br />

DCS-DASH 4.13 INK model als dashboard<br />

DCS PAT-VERD 4.14 De aard van de gesprekken over P&C is positief en hetzelfde: “we zitten<br />

IMPULS:<br />

gewoon op koers en het ziektepercentage is laag. Ik zit heus niet iedere<br />

FEN-AF<br />

dag in d<strong>at</strong> form<strong>at</strong> te kijken”. “alles w<strong>at</strong> ik doe is doordrenkt met<br />

capaciteitsvraagstukken.<br />

4.15 Toekomst Ik probeer constant vooruit te denken.<br />

4.16 Soms mis ik een beetje de menselijke kant van P&C. “het menselijke, daar<br />

draait het allemaal om”, “Overal met dikke letters VERTROUWEN op de<br />

muur schrijven”<br />

4.17 Eigenlijk ga<strong>at</strong> het best heel goed. Met ACT-P&C heb ik een goede rel<strong>at</strong>ie.


Betekenissen GS05<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

55<br />

First level P<strong>at</strong>tern Frag Tijdstip Betekenis<br />

(beschrijvend) (verklarend) ment<br />

DCS-CP FEN- PAR 5.1 2006 “CP tool van bovenaf naar beneden geworpen, maar wisten d<strong>at</strong> ie er zou<br />

ACT-P&C/BB FEN-<br />

komen.” Sessies op brigade georganiseerd om met alle coördin<strong>at</strong>oren BB<br />

ONDERS+<br />

de CP tool te vullen. Feitelijk ging het om het omzetten van het JP in de<br />

INTERV:GEZ<br />

CP tool. ACT-STC(1) was daarbij aanwezig. “we reden terug met een<br />

_CP_VULLE<br />

N<br />

positief gevoel”.<br />

DCS-CM– 5.2 “CM tool hebben we in het begin weinig mee gedaan. Op de brigades<br />

doen ze er op zich ook weinig mee.”<br />

DCS-JP/DOEL FEN- 5.3 2007 “het is zinnig, we doen het goed, we realiseren 98 procent van de geplande<br />

VERB_RES<br />

activiteiten.”<br />

DCS-CP PAT-VERD 5.4 De aard van de gesprekken is altijd positief geweest omd<strong>at</strong> we wisten d<strong>at</strong><br />

IMPULS:<br />

er iets aan z<strong>at</strong> te komen. We hebben d<strong>at</strong> samen opgepakt en de realis<strong>at</strong>ie<br />

FEN-SAMEN<br />

FEN-TRANS<br />

FEN-<br />

VERB_RES<br />

en de openheid la<strong>at</strong> zien d<strong>at</strong> we goed bezig zijn.<br />

DCS-CF+ 5.5 mei 2009 “geen bijzondere verschillen in de dialoog over CF. ’t Is een goede tool<br />

om producten te registreren”<br />

DCS-JP/A3– 5.6 Veel positieve geluiden over d<strong>at</strong> A3 maar ik weet het niet zo, het is nogal<br />

wollig w<strong>at</strong> in die A3’s sta<strong>at</strong>, hoe ga je d<strong>at</strong> meten?<br />

DCS-JP/CP INTERV:GE 5.7 “Tijdens mij afwezigheid zijn de plenaire CP sessies niet gehouden, uit<br />

Z_CP_VUL<br />

mijn netwerk krijg ik geluiden ‘we zijn gaan zweven’. D<strong>at</strong> bewijst d<strong>at</strong> ze<br />

LEN +<br />

nuttig zijn.”<br />

ACT DIS-STC FEN- DIAL 5.8 Contacten gaan met de Staf gaan goed, we staan bekend als het beste<br />

+<br />

jongetje van de klas.<br />

ACT DIS-BB FEN-DIAL + 5.9 Bij ons zijn de brigades niet zo moeilijk, als we iets zeggen dan doen ze<br />

het gewoon.<br />

DCS-BP– 5.10 Ineens was er een BP, we lopen op de zaken vooruit.<br />

ACT BB FEN- 5.11 “het is allemaal wel heel erg veel voor zo’n brigade, d<strong>at</strong> merk je doord<strong>at</strong><br />

WERKL BB<br />

–<br />

ze vaak aangeven d<strong>at</strong> ze het zo druk hebben, d<strong>at</strong> is ook zo”<br />

DCS PAT-VERD 5.12 Aard van de gesprekken is hetzelfde, positief. We betrekken de brigades er<br />

IMP: FEN-<br />

altijd bij, zo weten ze waar ze aan toe zijn. Als iets niet duidelijk is, gaan<br />

BETR +<br />

ONDERST +<br />

we er naar toe.<br />

DCS-CP/CM 5.13 toekomst “CP/CM: Daar hoor ik allemaal verschillende geluiden over. Misschien<br />

wordt het een tool, misschien ga<strong>at</strong> ie weg, misschien gaan we helemaal<br />

niet meer sturen op uren.”


Betekenissen GS06<br />

First level<br />

(beschrijvend)<br />

DCS-PIOFAH<br />

(FINAD)<br />

DCS-PIOFAH<br />

ACT-DIS/DIS<br />

ACT-DIS/STC<br />

P<strong>at</strong>tern<br />

(verklarend)<br />

FEN-NOODZ<br />

+<br />

FEN-DIAL+<br />

FEN-DIAL –<br />

FEN-<br />

GE(DIS:STC<br />

)<br />

Frag. Tijdstip Betekenis<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

56<br />

6.1 Jun. 2008 We zien de potentie van het ERP systeem SAP.<br />

6.2 “het informele netwerk is belangrijk om praktische fin. adm. problemen<br />

op te lossen, de staf bellen helpt niet.”<br />

Werkgroep FC is toch wel erg veel eenrichtingsverkeer, weinig ruimte<br />

voor decentraal geluid.<br />

DCS-PIOFAH 6.3 Slechte timing, het verpla<strong>at</strong>sen van het betaalkantoor gelijktijdig met het<br />

de implement<strong>at</strong>ies van SAP.<br />

DCS-PIOFAH FEN-DIAL – 6.4 Gevoel “gullie tegen hullie”, staf tegen districten. D<strong>at</strong> openbaart zich<br />

ACT-DIS/STC FEN-<br />

GE(DIS:STC<br />

)<br />

onder andere in verschil van inzicht over onrechtm<strong>at</strong>igheden.<br />

Voorbeelden: Waardeaanpassingen deden ze voorheen zelf onder de k€<br />

25. In GVKKA kon je d<strong>at</strong> allemaal zelf doorvoeren, met SAP is het<br />

allemaal zichtbaar. Visie staf: jullie zijn onrechtm<strong>at</strong>ig bezig. Decentraal<br />

vindt men d<strong>at</strong> onzin, d<strong>at</strong> deed men voorheen ook al.<br />

Het gebeurt regelm<strong>at</strong>ig d<strong>at</strong> er zaken achteraf moeten worden<br />

rechtgetrokken. D<strong>at</strong> is nu eenmaal zo met oper<strong>at</strong>ionele diensten. Ineens is<br />

er een factuur van een garagebedrijf waar anderhalf jaar een in beslag<br />

genomen voertuig heeft gestaan. Een vermeende vreemdeling wordt<br />

vastgehouden, en is genoodzaakt kosten te maken voor openbaar vervoer.<br />

E.e.a. blijkt in orde, deze persoon moet onmiddellijk zijn gemaakte kosten<br />

terugkrijgen, d<strong>at</strong> soort dingen plan je niet. Als ik de staf bel om het op te<br />

lossen , dan werkt het niet, een collega uit een district bellen helpt wel.<br />

FEN-<br />

NOODZ –<br />

6.5 Nut/noodzaak mut<strong>at</strong>ies: slaan we niet door?<br />

DCS-REG FEN-REG – 6.6 Okt. 2009 De AR of HDFC drukt op de staf, zij drukken op ons. Wij gaan dan bellen<br />

ACT-DIS/STC<br />

ACT-DIS/DIS<br />

DIAL –<br />

DIAL +<br />

GE(DIS:STC<br />

)<br />

met collega’s en lossen dingen praktisch op. Zo ging d<strong>at</strong> bijvoorbeeld met<br />

de zwaar verouderde middelenbestedingscontrole formulieren. Daar<br />

konden we niet veel mee, in overleg met informele contacten verzinnen<br />

we dan een praktische oplossing. Er zit een groot verschil tussen de<br />

regelgeving en de praktijk, ze zijn niet op elkaar afgestemd.<br />

FEN-REG – 6.7<br />

ACT-STC-DIS FEN-BETR 6.8 De staf betrekt er tegenwoordig regelm<strong>at</strong>ig een bepaalde decentrale<br />

P&C’er bij. Handige keuze. De rest zit er misschien helemaal niet zo op te<br />

wachten om door de staf betrokken te worden.<br />

DCS-PIOFAH PAT-VERD 6.9 De aard van de gesprekken is hetzelfde. Onderwerpen in FC overleg zijn<br />

IMPULS<br />

eigenlijk nog hetzelfde. In principe is men wel positief over P&C, d<strong>at</strong> is<br />

P&C +<br />

DIAL STC<br />

+/immers<br />

ons vak. Echter, in die FC overleggen is er nog steeds een wij – zij<br />

gevoel, het blijft eenrichtingsverkeer.<br />

DCS-PIOFAH 6.10 Toekomst er zijn geluiden d<strong>at</strong> in de toekomst middelenbestedingen vanaf k€ 25 pas<br />

gaan worden vastgelegd. De impliciete consequentie daarvan is het<br />

opheffen van de FEZ functie op het derde niveau (centraliseren FEZ<br />

functie). De staf zegt: “Wij weten ook niet waar het naar toe ga<strong>at</strong>.”<br />

DCS-PIOFAH 6.11 “zal de samenvoeging van MATLOG en FINAD een personele reductie<br />

met zich meebrengen?”


Betekenissen GS07<br />

First level<br />

(beschrijvend)<br />

DCS-<br />

RAP/VERAN<br />

DCS-JP<br />

ACT-BC<br />

DCS-JP<br />

P<strong>at</strong>tern<br />

(verklarend)<br />

DCS –<br />

FEN-<br />

CIJFERTJES<br />

FEN-NOODZ<br />

–<br />

FEN-KE–<br />

Frag<br />

ment<br />

Tijdstip Betekenis<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

57<br />

7.1 2004 Cijfertjes allergie voor heel veel mensen. P&C was in opkomst, BC’en<br />

moesten gegevens ophoesten. Wij hadden het idee d<strong>at</strong> BC’en op een brigade<br />

niet weten waarom ze zoiets (als jaarplannen, rapportages, cijfertjes) op<br />

moesten leveren. Er werd allemaal nogal lacherig over gedaan.<br />

7.2 De kwaliteit van de appreci<strong>at</strong>ies van BC’en is dram<strong>at</strong>isch, toch is het de<br />

bedoeling op basis van deze dingen input te leveren voor het jaarplan van<br />

het district.<br />

ACT-BB FEN-KE– 7.3 Kwaliteit van P&C’ers bij de brigades is onder de ma<strong>at</strong><br />

DCS DCS – 7.4 De kwaliteit van P&C was over het algemeen niet hoogdravend.<br />

ACT-BC-BB FEN- 7.5 2006 Het vullen van een BB terwijl je weet d<strong>at</strong> er weinig mensen kaas van hebben<br />

KE_BB –<br />

gegeten. Een van die BB mensen is een full time P&C’er<br />

THEMA:<br />

REORG<br />

Het aanbod van geschikt personeel was echt een probleem, de kwaliteit van<br />

de gesprekken was bedroevend laag, de mensen die op gesprek kwamen<br />

hadden geen flauw benul van het vakgebied P&C.<br />

De collega’s die solliciteerden op een pla<strong>at</strong>s in het bedrijfsbureau waren<br />

oper<strong>at</strong>ionele medewerkers die niet meer oper<strong>at</strong>ioneel meer wilden zijn. Met<br />

de meesten was iets aan de hand.<br />

ACT-P&C INTERV_OP<br />

L<br />

7.6 ACT-P&C begon met het geven van cursussen.<br />

DCS<br />

PAT-VERD 7.7 Aard van de gesprekken hetzelfde, P&C nog steeds een dram<strong>at</strong>isch niveau.<br />

ACT-BC IMPULS<br />

FEN- KE+<br />

Al kwam er wel w<strong>at</strong> vers bloed bij in de vorm van KMA opgeleide officieren.<br />

DCS-JP/RAP FEN- 7.8 Jan. 2007 BC: “nou HOP, vertel, hoe hebben we het gedaan. Hoe ver zijn we met het<br />

ACT-<br />

BC,PBC&BB<br />

ROLNEM–<br />

FEN-KE –<br />

FEN:INTER<br />

P_REAL<br />

realiseren van doelstellingen, waar hebben we accenten gelegd en w<strong>at</strong> raad<br />

je me aan?” HOPS: “Oh…eh…result<strong>at</strong>en…dan loop ik wel even naar het<br />

bedrijfsbureau.” In zijn informele netwerk bespreekt BC dit voorval. De<br />

interpret<strong>at</strong>ie van ‘getallen en producten’ ontbreekt volledig. D<strong>at</strong> is wel waar<br />

het om draait. De brigadeadjudant legt uit d<strong>at</strong> de HOP, net als hij, van een<br />

gener<strong>at</strong>ie is die er niet mee is opgegroeid.<br />

DCS PAT-VERB 7.9 De manier waarop we over P&C spraken is veranderd, we hadden op d<strong>at</strong><br />

IMPULS +:<br />

moment betere discussies. D<strong>at</strong> maakt d<strong>at</strong> we positiever zijn gaan spreken<br />

FEN-DIAL+<br />

FEN-<br />

MAA_EFF<br />

over P&C. Zo rond 2006 waren we veel bezig met inrichtingsvraagstukken<br />

(vanwege de reorganis<strong>at</strong>ie) en andere zaken, het la<strong>at</strong>ste waar je dan aan<br />

denkt is P&C. Nu zijn we veel scherper in de discussie over sturing. W<strong>at</strong> je<br />

nu doet moet ook leiden tot iets. In de discussie zitten we erg op het<br />

realiseren van ma<strong>at</strong>schappelijke effecten. W<strong>at</strong> zijn we nu eigenlijk aan het<br />

Nota Bene:<br />

IMPULS –:<br />

doen, waarom hebben we deze doelstellingen? Die zijn over het algemeen<br />

makkelijk te halen, je ga<strong>at</strong> ergens drie dagen op een loc<strong>at</strong>ie staan, realiseert<br />

in een keer een doelstelling. D<strong>at</strong> kan toch niet de bedoeling zijn, dan hoef je<br />

FEN-<br />

voor die taak de rest van het jaar niets meer te doen.<br />

NOODZ–<br />

Je verantwoorden over betekenisvolle dingen is cruciaal. Als je mij la<strong>at</strong> zien<br />

waarom ik me ergens over moet verantwoorden, dan regel ik alles voor je.<br />

Als iemand mij vertelt d<strong>at</strong> we d<strong>at</strong> doen omd<strong>at</strong> ze d<strong>at</strong> ergens anders ook<br />

doen, of omd<strong>at</strong> we d<strong>at</strong> altijd doen, dan gaan bij mij de lichten uit. Wie<br />

gebruikt nu al die dingen die wij moeten invullen? Waarom zie ik er nooit<br />

w<strong>at</strong> van terug?<br />

DCS-JP/DOEL FEN- 7.10 Jan. 2008 daar kunnen we dus helemaal niets mee.. dit soort aansturing op<br />

NOODZ–<br />

controledruk, het ga<strong>at</strong> echt helemaal nergens over.1500 processen verbaal<br />

FEN-INH –<br />

voor het OM Arnhem. D<strong>at</strong> is al jaren zo. W<strong>at</strong> bereiken we daar voor effect<br />

mee?<br />

DCS-<br />

JP/DOEL/RAP<br />

FEN-<br />

NOODZ–<br />

7.11 We moeten goed kunnen discussiëren over de cijfers die we ophoesten,<br />

discussie of dialoog is het doel. Als we op groen staan, en daar blijft het bij,<br />

daar heeft toch niemand w<strong>at</strong> aan?


DCS/JP/OFFE<br />

R–<br />

FEN-<br />

NOODZ–<br />

DCS PAT-<br />

VERD/VERS<br />

L<br />

DCS-BP<br />

ACT-<br />

BC/P&C<br />

DCS-<br />

PIOFAH<br />

IMPULS:<br />

FEN-<br />

VERB_RES<br />

–<br />

Discussies<br />

leiden niet<br />

tot<br />

verbetering<br />

BP –<br />

FEN-<br />

NOODZ–<br />

FEN-<br />

CONSIST –<br />

PAT-VERSL<br />

IMPULS:<br />

FEN-DIAL –<br />

FEN-<br />

NOODZ –<br />

FEN-<br />

KENNIS<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

58<br />

7.12 Die offertesystem<strong>at</strong>iek is best een aardig principe. Het is een aanname van<br />

w<strong>at</strong> je ga<strong>at</strong> doen. Maar als je d<strong>at</strong> niet kunt moet je je bij de meer standaard<br />

doelstellingen houden. Het werkt nu niet omd<strong>at</strong>: we er als organis<strong>at</strong>ie niet<br />

aan toe zijn, er geen wederkerigheid in zit, je wilt offreren obv lokale<br />

omstandigheden maar die ruimte is er niet je mag ‘offreren w<strong>at</strong> wij<br />

uitkiezen’. Om te l<strong>at</strong>en zien d<strong>at</strong> we er nog niet aan toe zijn: sommigen<br />

proberen de offertesystem<strong>at</strong>iek te kopiëren naar teamleiders. Zeer<br />

onwenselijk.<br />

7.13 We doen verwoede pogingen om de boel te stroomlijnen, procedures aan te<br />

scherpen maar we nog niet de scherpe inhoudelijke discussie. In de loop van<br />

de tijd is scherpte gekomen in discussies (zie 3) maar de discussies leiden<br />

nog niet tot verbetering. D<strong>at</strong> komt voor een deel door vastgelegde form<strong>at</strong>s en<br />

normeringen. We hebben geen discussie over de meerwaarde van de (huidige<br />

cyclus) en verantwoording(sgegevens). We benoemen het wel maar<br />

verdiepen de discussie niet. Mensen vinden het wel prima zo, het geeft ook<br />

vrijheid, als je doelstellingen of producten makkelijk kan halen. D<strong>at</strong> we<br />

vinden het wel prima zo geldt voor sturing in meer brede zin maar ook voor<br />

P&C. P&C wordt niet gebruikt om sturing binnen een brigade op scherp te<br />

krijgen, het is alleen maar verantwoording.<br />

7.14 Okt.<br />

2009<br />

“ACT-P&C, w<strong>at</strong> moet ik hier nu mee? We waren toch bezig om het P&C<br />

gebeuren eenvoudiger, handiger en ‘slanker’ te maken?” “ja, eh… het is heus<br />

heel handig en op de staf maken ze ook een bedrijfsplan.” “daar kan ik<br />

dus helemaal niks mee”. Consequentie is d<strong>at</strong> ik hier dus ook heel weinig<br />

effort in ga steken. Ze krijgen een opzetje, verder zoeken ze het maar uit.<br />

Wij kunnen op brigade niveau helemaal geen twee tot vier jaar vooruit<br />

kijken. Voor mij is dit een signaal d<strong>at</strong> we met zijn allen veel te veel tijd<br />

hebben….<br />

7.15 Dit soort gesprekken en ontwikkelingen beïnvloedt de aard van de<br />

gesprekken over P&C neg<strong>at</strong>ief. Ik wil heel graag sparren. Bijvoorbeeld:<br />

hebben we nu gericht dingen gedaan (plan) en hebben we daardoor iets<br />

beïnvloed? Daarmee la<strong>at</strong> je zien d<strong>at</strong> je je lokale context kent. P&C maakt<br />

daar onderdeel van uit.<br />

7.16 TOEKO<br />

MST<br />

Opleidingen P&C zitten niet in opleidingen voor lijnfunctionarissen en<br />

medewerkers<br />

7.17 De kwaliteit van BB moet beter<br />

7.18 Continuïteit binnen P&C waarborgen met burgermedewerkers (op een<br />

brigade!)<br />

7.19 Slank, slim en betekenisvol! Het moet er toe doen (niet alleen voor een<br />

brigade!) anders moet je het ‘killen’.<br />

7.20 Plannen baseren op trends en verschijnselen in de (interne en externe)<br />

omgeving. Denk bijvoorbeeld aan het terugdringen van uitgaansgeweld of<br />

huiselijk geweld. D<strong>at</strong> zijn landelijke thema’s. Het kan toch niet zo zijn d<strong>at</strong><br />

wij daar niets aan doen? Kijk bijvoorbeeld eens naar militairen die opgefokt<br />

uit uitzendgebieden terugkomen… Voor die landelijke thema’s zijn<br />

verschillende bronnen: ontwikkelingen bij ketenpartners, in de politiek maar<br />

de voornaamste bron zou moeten zijn w<strong>at</strong> wij vanuit onze eigen organis<strong>at</strong>ie<br />

waarnemen / verzamelen. De Staf CKMar zou daar een belangrijke rol in<br />

moeten spelen, bijvoorbeeld op basis van CBA’s, de analyse van plannen en<br />

ideeën van de verschillende districten en de gemeenschappelijkheden<br />

daarbinnen.


Betekenissen GS08<br />

First level<br />

(beschrijvend)<br />

DCS-JP<br />

DCS-JP/DOEL<br />

ACT-<br />

BB/BC:TL<br />

P<strong>at</strong>tern<br />

(verklarend)<br />

FEN-WERKL<br />

–<br />

THEMA:<br />

REORG<br />

FEN-<br />

BETR–<br />

FEN-<br />

INTERV:<br />

COMM<br />

THEMA:<br />

STURING<br />

ACT-BRG FEN-ST –<br />

THEMA:<br />

STURING<br />

ACT-<br />

STC/DIS/BRG<br />

FEN-<br />

GE(BRG:ST<br />

C/DIS)<br />

DCS-DPA DPA –<br />

DCS-JP<br />

ACT-<br />

BRG:DIS/STC<br />

FEN-IDENT<br />

–<br />

FEN-GE<br />

ACT-BB FEN-KE –<br />

ACT-BB FEN-<br />

WERKL–<br />

DCS PAT-VERSL<br />

IMPULS:<br />

FEN-<br />

WERKL<br />

DCS-JP/DOEL<br />

DCS-CP&CM<br />

ACT-<br />

BRG/STC<br />

DCS-CP&CM<br />

ACT-<br />

BRG/STC<br />

DCS-JP/DOEL<br />

ACT-<br />

BB/BC:TL<br />

THEMA-<br />

STURING<br />

FEN-STUR.<br />

FEN-<br />

ORG/BE–<br />

ACT-BB/P&C FEN-<br />

WERKL+<br />

FEN-MENS<br />

PAT-VERB<br />

IMPULS:<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

59<br />

Frag<br />

ment<br />

Tijdstip Betekenis<br />

8.1 Okt. 2006 Het JP werd hoofdzakelijk door het district gemaakt, we waren nauwelijks<br />

ingericht, het was geen JP van de brigade. De waan van de dag regeerde,<br />

veel ad hoc opdrachten.<br />

8.2<br />

8.3 Hoe kan je mensen gewaar l<strong>at</strong>en worden waar je mee bezig bent en w<strong>at</strong> je<br />

wilt bereiken? Daar hadden we veel moeite mee. Communic<strong>at</strong>ie als<br />

oplossing.<br />

8.4 We gaan gewoon op de oude voet verder. Sturing moet worden<br />

geïntroduceerd, niet zomaar je kloffie pakken en op dienst gaan, gericht<br />

aan de slag, daar staan waar nodig is.<br />

8.5 “de beleidslijn KMar 2010 – districtsplanaanwijzing – brigadejaarplan<br />

was puur theoretische sturing. In de praktijk werkte het niet zo”<br />

8.6 Mrt. 2007 In hoeverre moeten we het beleid aanpassen vanwege de<br />

Marechausseebrief? De districtsplanaanwijzing voegde niks toe, d<strong>at</strong><br />

wisten we al met de Marechausseebrief.<br />

8.7 Het is iets kils, een jaarplan d<strong>at</strong> precies voldoet aan w<strong>at</strong> gesteld is (in de<br />

Marechausseebrief), het is een heel klinisch jaar geweest. Hoe krijgen we<br />

de identiteit van de brigade er in? We schreven in het jaarplan w<strong>at</strong> ze<br />

wilden horen, onze identiteit z<strong>at</strong> er niet in.<br />

8.8 Alles was zo nieuw en zo complex.<br />

8.9 De bedrijfsbureaus stonden onder grote druk. Coördin<strong>at</strong>oren hebben alles<br />

aangepakt, ze schermen al heel lang met een bevordering naar luitenant.<br />

Onze frustr<strong>at</strong>ie is niet gekoppeld aan P&C.<br />

8.10 Er werd neg<strong>at</strong>iever gesproken over P&C. (nauwelijks haalbare) deadlines<br />

voor het opleveren van cijfers, in het algemeen een te hoge werkdruk. Het<br />

jaar hiervoor was rel<strong>at</strong>ief rustig, toen was men op het district aan het<br />

reorganiseren. In oktober waren wij juist aan het reorganiseren en omd<strong>at</strong><br />

ze op het district goed ingewerkt waren, kwam ineens de volle druk bij ons<br />

te liggen.<br />

8.11 Okt. 2007 Sturen aan de hand van je besteedbare hoeveelheid uren (input) was altijd<br />

al de insteek van het BB. De insteek van ACT-P&C(1) was sturen op<br />

basis van de output: de aantallen producten die inzet op zouden moeten<br />

leveren. ACT-STC(1) zei letterlijk, het ga<strong>at</strong> om het aantal uren, daar<br />

vloeien dan vanzelf producten uit voort.<br />

8.12 Door ACT-STC(1) inzet is bij ons van het begin af aan duidelijk w<strong>at</strong> de<br />

CP & CM tool voor ons kunnen betekenen.<br />

8.13 We z<strong>at</strong>en met het probleem: hoe stuur je nou een team aan? We hebben<br />

even geëxperimenteerd met de registr<strong>at</strong>ie van producten per team. D<strong>at</strong><br />

moet je niet willen: registr<strong>at</strong>ie is heel moeilijk en competitie tussen teams<br />

is onwenselijk. Het past niet in de samenwerkingsgedachten.<br />

8.14<br />

8.15 Sinds ACT-P&C(1) op de districtsstaf zit is het w<strong>at</strong> gemoedelijker. Je<br />

merkt d<strong>at</strong> Ron niet meer alleen zit. Als je nu afwijkt van deadlines, dan<br />

kan d<strong>at</strong> met goede motiv<strong>at</strong>ie.<br />

8.16 Positiever: nu zijn we gelukkig van die producten af, niet eerst je<br />

producten halen en dan je uren bijstellen. We zijn bevestigd in onze


PRAKT<br />

FEN-<br />

ORG/OND.<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

60<br />

oorspronkelijke ideeën, d<strong>at</strong> is plezierig. Verder viel de evalu<strong>at</strong>ie van ACT-<br />

STC(1) goed, eerst vonden we het een eigenwijs figuur, we zijn hem gaan<br />

waarderen vanwege zijn kennis en ervaring.<br />

DCS-JP/A3+ 8.17 Mei 2009 INK A3: heel prettig en duidelijk om mee te werken, leesbaar voor<br />

iedereen.<br />

FEN-MENS 8.18 Professionalisering van de briefing is een hot item naast zingeving en<br />

werkbeleving.<br />

ACT-BB:BC FEN- 8.19 Afwachten welke kant de nieuwe BC op wil.<br />

IND_AF<br />

DCS-BP+ 8.20 “Ik was er heel gelukkig mee, totd<strong>at</strong> ik zag d<strong>at</strong> er een bedrijfsplan moest<br />

komen. Gelukkig is het een groeidocument, d<strong>at</strong> geeft w<strong>at</strong> minder druk.”<br />

INTERV 8.21 We hebben het binnen de brigade als volgt aangepakt: we maakten vier<br />

jaarplannen, (1) van de BC, (2) JP HOP, (3) JP BB en een jaarplan door<br />

26 medewerkers. De terugkerende thema’s hebben we Succes Bepalende<br />

Factoren gemaakt. We hebben de jaarplannen samengevoegd. 16<br />

PAT-VERB<br />

IMPULS:<br />

FEN-IDENT<br />

FEN-TRANS<br />

december presenteren we het jaarplan aan het personeel.<br />

8.22 Positiever, niet meer d<strong>at</strong> kille. Het is leesbaar voor iedereen en we hebben<br />

het is een hulpmiddel om een eigen identiteit aan het JP/brigade te geven.<br />

DCS-CM– 8.23 Okt. 2009 Probleem met de CM tool, die kan bijna niemand lezen, zeker tweede<br />

teamleiders niet.<br />

Er wordt wel w<strong>at</strong> bewuster naar ons gekeken van bovenaf.<br />

FEN- 8.24 We hebben op dit moment w<strong>at</strong> meer ruimte en d<strong>at</strong> is prettig.<br />

WERKL+<br />

DCS-JP/A3 FEN-RICHT<br />

+<br />

DCS-JP/A3 FEN-<br />

TRANS+<br />

DCS-JP/A3 PAT-VERB<br />

IMPULS:<br />

FEN-IDENT<br />

FEN-<br />

KE/BEG<br />

FEN-INH/TR<br />

DCS-BP +<br />

DCS-JP/A3<br />

8.25 We hebben hoge verwachtingen van INK. Iedereen weet d<strong>at</strong> SBF’en niet<br />

van korte duur zijn, ze geven ons richting, het moet gaan groeien. Oude JP<br />

doelstellingen verdwenen ineens na een jaar, is het dan ineens niet meer<br />

belangrijk?<br />

8.26 Waar het mij om ga<strong>at</strong> is d<strong>at</strong> het heel duidelijk is voor de mensen op de<br />

werkvloer. Ze komen niet meer alleen om hun brood op te eten, ze weten<br />

ook waar ze mee bezig zijn.<br />

8.27 Positiever: het doorleefde JP geeft ons een identiteit, we weten nu waar<br />

we mee bezig zijn, we zijn bewuster van de consequenties van w<strong>at</strong> we doen<br />

door het vergrote inzicht.<br />

8.29 Toekomst We hebben het niet echt over de toekomst.<br />

8.30 Misschien moeten we d<strong>at</strong> bedrijfsplan voor het jaarplan doen. Het was<br />

heel veel werk voor de P-HOP maar het past uiteindelijk prima bij het<br />

INK A3.<br />

8.31 Wekelijkse wapentellingen kosten ons heel veel tijd met verschillende<br />

loc<strong>at</strong>ies en lange aanrijd tijden, ongeveer 1 VTE per week. Daarnaast<br />

moeten er ook nog BB medewerkers aanwezig zijn bij<br />

schoonmaakwerkzaamheden in een buiten post.


Betekenissen GS09<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

61<br />

First level P<strong>at</strong>tern Frag Tijdstip Betekenis<br />

(beschrijvend) (verklarend) ment<br />

DCS<br />

FEN-GE 9.1 2000 Meerderheidsstandpunt: P&C is politiek bestuurlijk moetje onder andere<br />

ACT-<br />

ARK:KMar<br />

op basis van een rapport van de Algemene Rekenkamer<br />

DCS ORGONT/he 9.2 Het P&C gebeuren werd door een klein groepje gebruikt om als<br />

fboom<br />

organis<strong>at</strong>ie op een hoger plan te komen, vanuit een professionele ambitie.<br />

ONTWERP<br />

D<strong>at</strong> kleine groepje wilde het gelijk heel goed doen, een ‘perfect’ ontwerp<br />

maken. Daar z<strong>at</strong> misschien ook wel een egospel onder, profileergedrag.<br />

DCS<br />

FEN- 9.3 2003 De perfect ontworpen cyclus (BBKMar 2000) was inmiddels losgel<strong>at</strong>en.<br />

PRAKT<br />

Costongs had een pragm<strong>at</strong>ischer insteek, hij streefde naar een haalbaar<br />

FEN-GE<br />

Intrumenteel<br />

volgend niveau. P&C had een routinem<strong>at</strong>ig karakter. Het was verworden<br />

tot een technische exercitie.<br />

ACT-BB FEN-KE – 9.4 Schrijnende gevallen: bedrijfsbureaus werden bezet met mensen die<br />

toevallig ervaring hadden met Excel, maakten zelf het jaarplan, de lijn had<br />

er geen bemoeienis mee.<br />

ACT-BB/BC FEN- 9.5 Was het nu wel goed belegd? Bedrijfsbureaus wisten meer van<br />

ROLNEM<br />

planvorming dan de commandanten of teamleiders. Het was een aparte<br />

werkelijkheid geworden.<br />

DCS PAT-VERSL 9.6 Aard van de gesprekken is in licht neg<strong>at</strong>ieve zin veranderd. Aanvankelijk<br />

IMPULS –<br />

vond men het een moetje, gedoe, veel werk, leugenbriefjes. Nu was het nog<br />

FEN-<br />

NOODZ,<br />

WERKLAST<br />

–,<br />

lastiger geworden door allerlei technische exercities.<br />

DCS<br />

FEN-VER. 9.7 ? Het gedoe met P&C hoorde ik niet meer, ik z<strong>at</strong> in een heel ander netwerk<br />

ACT-DIS/STC PERSP.<br />

FEN-GE<br />

P&C had in dit netwerk, en in Marechaussee Raad een symbolische<br />

waarde, echte beslissingen gingen over macht enzo, niet over cijfers. De<br />

cijfers, plannen en rapportages waren een manier om in gesprek te raken.<br />

In ons netwerk vroegen we ons vooral af “komt de KMar weg met dit plan<br />

of deze rapportage” (lopen ze politiek risico?) we lazen P&C niet vanuit<br />

sturingsoogpunt. KMar op scherp: verantwoording, geen sturing<br />

9.8 Niet te vergelijken door heel ander netwerk. De rapportages waren een<br />

verplicht nummer op de agenda van verschillende beraden en werden niet<br />

echt gebruikt voor sturing.<br />

DCS FE-<br />

9.9 Jan. 2008 P&C als kapstok, om met elkaar in gesprek te maken op keuzemomenten,<br />

STURING<br />

FEminder<br />

focus op instrumenten<br />

ACT-<br />

INTERV 9.10 Het Jaarplan 2009 zijn we nog redelijk conserv<strong>at</strong>ief opgelopen, we hebben<br />

DIS/BC/BB FE-<br />

ORG/DI+<br />

de bestaande instrumenten met w<strong>at</strong> meer interactie gevuld.<br />

2010 ging anders, we hebben interactie georganiseerd en daarmee<br />

producten gemaakt.<br />

DSC/overleg FE-<br />

9.11 Het is belangrijk het te organiseren en voldoende rust te behouden om<br />

ORG/DI+<br />

interactie / contact te kunnen hebben. Net z<strong>at</strong> ik bijvoorbeeld in een<br />

overleg, ik kon niet voldoende rust vinden om zaken echt te bespreken,<br />

dan schiet je snel in het afwerken van agendapunten.<br />

DCS/ALG 9.12 Instrumenteel is niet goed, d<strong>at</strong> moet anders, zowel proces als inhoud zijn<br />

belangrijk.<br />

FEN/MENS 9.13 Bestuurbaarheid, beheersbaarheid én leefbaarheid staan centraal<br />

PAT-VERB<br />

FEN/DI +<br />

9.14 Positiever, pr<strong>at</strong>en werkt.<br />

FEN-ST 9.15 Okt. 2009 Hoe gaan we om met processturing?<br />

FEN-ROLN 9.16 LOKKMar is onhandig gepositioneerd in de P&C cyclus, we moeten<br />

inform<strong>at</strong>ie leveren op een tijdstip waarop die inform<strong>at</strong>ie nog niet<br />

voorhanden is.<br />

DCS-BP BET + 9.17 Het bedrijfsplan als rollend plan is een goed product en komt ook op het


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

62<br />

ACT-DIS/DIS FEN-GE 9.18<br />

goede moment, toch merk ik wel weerstand.<br />

Er zijn niet veel districtscommandanten die op deze lijn zitten.<br />

PAT-VERB 9.19 De aard van de gesprekken is positiever. Er klinkt een frisser geluid in<br />

IMPULS<br />

vergaderingen, we pr<strong>at</strong>en nu vanuit positieve ervaringen met deze nieuwe<br />

FEN-DI +<br />

Positieve<br />

ervaringen<br />

aanpak, d<strong>at</strong> smaakt naar meer.<br />

FEN- 9.20 We gaan toch wel door he? (ondanks het aangekondigd vertrek van Hans<br />

IND_AFH<br />

als DC)<br />

FEN- 9.21 Tijdsdruk zet te veel dingen op spanning (terwijl we die rust juist nodig<br />

WERKL<br />

hebben). Voorbeelden daarvan zijn het Bedrijfsplan, d<strong>at</strong> ineens een aantal<br />

FEN-ORG<br />

maanden eerder moet omd<strong>at</strong> de bestuursstaf d<strong>at</strong> bedacht heeft. Een ander<br />

voorbeeld: het tijdstip waarop het A3 jaarplan moest worden opgeleverd<br />

kwam te vroeg. D<strong>at</strong> hebben we in overleg op kunnen lossen.


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

63<br />

Bijlage III: Lijst met geselecteerde informanten<br />

Rol Loc<strong>at</strong>ie Naam<br />

DC District Den Bosch Leijtens, Hans<br />

HP&C District Den Bosch Geurts, Ron<br />

<strong>MC</strong> District Den Bosch Klerx, Daisy<br />

FC District Den Bosch Buijs-Willems, Corine<br />

BC Brig. Brabant Noord – Limburg Noord Venlo, loc<strong>at</strong>ie Den Bosch Meussen, Jamil<br />

BC Brig. R&I Den Bosch Eversdijk, Marco<br />

HOP/PBC Brigade Brabant Zuid Eindhoven Lemmens, M<strong>at</strong>h<br />

HBB Brig. Brabant Zuid Eindhoven Hoek, Giel<br />

HBB Brig. Scheldestromen Hoogerheide Ripson, Corne(lis)<br />

HBB Brig. Limburg Zuid Maastricht Lenoire, Emmanuel (Noel)<br />

HOP Brig. Brabant Zuid Limburg Zuid nb Jacobs, Rob


Bijlage IV Resulta<strong>at</strong>tabellen<br />

Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

64<br />

Tabel i: Overzicht van de elementen van het basis controlproces die van 2003 tot en met 2009<br />

impulsen zijn geweest voor betekenisgeving bij medewerkers in een organis<strong>at</strong>ie.<br />

GS Voor 2003 2003 – 2005 2006-2007 2008 2009 Toekomst<br />

01 JP-doelstellingen,<br />

visieconferentie +,<br />

JP, dashboards,<br />

02 Rapportages<br />

(verantwoording) (2)<br />

–<br />

Registr<strong>at</strong>ie –, JP, CP<br />

+, CM –<br />

03<br />

04<br />

CP, CM,<br />

Doelstellingen,<br />

PIOFAH,<br />

rapportages<br />

(verantwoording)<br />

LN<br />

JP, Rapportages<br />

(verantwoording)<br />

PIOFAH –<br />

JP/A3 +,<br />

visieconferentie +<br />

Visieconferentie + ,<br />

JP/A3 +<br />

D<strong>at</strong>akwaliteit -, JP JP +, Rapportage JP/A3 +, dashboard<br />

05 CP +, CM –,<br />

Doelstellingen +<br />

06 PIOFAH,<br />

Regelgeving<br />

07<br />

LN<br />

Rapportage<br />

(verantwoording) –<br />

JP, rapportage<br />

(verantwoording),<br />

doelstellingen<br />

08 JP –, doelstellingen,<br />

DPA -, CP/CM<br />

09<br />

LN<br />

Rapportage<br />

(verantwoording)<br />

JP/Doelstellingen,<br />

rapportage<br />

(verantwoording),<br />

offertesytem<strong>at</strong>iek<br />

A3 –, CF +, CP,<br />

bedrijfsplan –<br />

CF/productengedeelte<br />

JP/Doelstellingen<br />

CP/CM<br />

PIOFAH PIOFAH<br />

Bedrijfsplan – JP, PIOFAH<br />

JP/A3+, BP +, CM –, BP/JP<br />

BP +


Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />

65<br />

Tabel ii: Overzicht van fenomenen die van 2003 tot en met 2009 werden besproken in de<br />

informele netwerken in rel<strong>at</strong>ie tot het basis controlproces.<br />

GS Voor 2003 2003 – 2005 2006-2007 2008 2009 toekomst<br />

01 Dialoog(DIS: BRG) –<br />

, Betrokkenheid (TL,<br />

OP) –, Gescheiden<br />

circuits (BC: TL/OP),<br />

(DIS/BRG) & (DIS:<br />

STC), vertrouwen,<br />

dialoog +<br />

02 Cijfertjes –, noodzaak<br />

–, Gescheiden circuit<br />

(OP: STC-DIS)<br />

Dialoog +,<br />

vertrouwen (intern<br />

BRG ) +, Gescheiden<br />

circuit (DIS: STC)<br />

Stimuleren van<br />

betrokkenheid<br />

(TL/OP)<br />

03 P&C kennis Noodzaak +, P&C<br />

kennis BC –,<br />

betrokkenheid BC &<br />

TL –, gescheiden<br />

circuits (staf: lijn),<br />

stimuleren van<br />

betrokkenheid (TL),<br />

04<br />

LN<br />

Noodzaak +, P&C<br />

kennis –<br />

Rolneming +, P&C<br />

kennis +, motiveren<br />

medewerkers,<br />

individuele<br />

afhankelijkheid<br />

werklast<br />

05 Particip<strong>at</strong>ie,<br />

ondersteuning +,<br />

verbetering resulta<strong>at</strong><br />

06 Noodzaak +, dialoog<br />

(DIS: DIS) +, dialoog<br />

(DIS: STC) –,<br />

Gescheiden circuit<br />

(DIS: STC),<br />

07<br />

LN<br />

Cijfertjes –, noodzaak<br />

–, P&C kennis –<br />

Rolneming –, P&C<br />

kennis –, interpret<strong>at</strong>ie<br />

realis<strong>at</strong>ie<br />

08 Werklast –,<br />

betrokkenheid TL –,<br />

sturing –, gescheiden<br />

circuits (BRG:<br />

DIS/STC, P&C<br />

09<br />

LN<br />

Gescheiden circuits<br />

(STC: OP), P&C als<br />

hefboom voor<br />

organis<strong>at</strong>ie ontwik.<br />

Gescheiden circuits<br />

(lijn: staf),<br />

instrumenteel,<br />

rolneming –<br />

kennis), menselijkheid<br />

Centraal:<br />

verantwoordingspers<br />

pectief.<br />

Noodzaak –<br />

Noodzaak +,<br />

vertaling naar BRG,<br />

werklast, individuele<br />

afhankelijkheid<br />

Stimuleren van<br />

betrokkenheid TL,<br />

richting, vertaling<br />

naar BRG<br />

Betrokkenheid +,<br />

praktische relevantie,<br />

transparantie<br />

Dialoog(DIS: STC &<br />

DIS: BB) +, werklast<br />

BB –<br />

dialoog (DIS: DIS) +,<br />

dialoog (DIS: STC) –,<br />

betrokkenheid DIS<br />

Noodzaak – Noodzaak –,<br />

Consistentie –<br />

Sturings<strong>perspectief</strong>:<br />

P&C als kapstok,<br />

dialoog(DIS: BRG)<br />

+, menselijkheid<br />

Menselijkheid,<br />

individuele<br />

afhankelijkheid,<br />

werklast +, richting +<br />

Processturing,<br />

gescheiden circuits<br />

(DIS: DIS)<br />

Dialoog BC’en,<br />

betrokkenheid DIS<br />

(secties)<br />

Betrokkenheid TL,<br />

Individuele<br />

afhankelijkheid,<br />

autom<strong>at</strong>isering.<br />

Demotiverende<br />

dubbele uitvragen<br />

Menselijkheid,<br />

vertrouwen<br />

P&C Kennis BB &<br />

continuïteit daarvan,<br />

‘een slanke en<br />

betekenisvolle P&C<br />

cyclus’<br />

Continuïteit van<br />

werkwijze

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!