MSC aanvullend perspectief MC _definitief - DSpace at Open ...
MSC aanvullend perspectief MC _definitief - DSpace at Open ...
MSC aanvullend perspectief MC _definitief - DSpace at Open ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
1<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control: een Onderzoek naar Betekenisgeving over<br />
een Management Control Systeem<br />
Steven van Baarle<br />
<strong>Open</strong> Universiteit Nederland<br />
Faculteit Managementwetenschappen<br />
Onderzoekscentrum Facilit<strong>at</strong>ing Change and Implement<strong>at</strong>ion Dynamics<br />
Afstudeerbegeleiding<br />
prof. dr. Thijs Homan<br />
drs. Pim Hunfeld<br />
december 2009
Samenv<strong>at</strong>ting<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
2<br />
Het vakgebied management control beschrijft ma<strong>at</strong>regelen en processen om organis<strong>at</strong>iedoelstellingen te<br />
bereiken. Er zijn zowel enge als brede definities van management control. In enge definities wordt alleen<br />
naar het basis controlproces of het financieel administr<strong>at</strong>ieve systeem van een organis<strong>at</strong>ie gekeken. In<br />
brede definities worden meer organis<strong>at</strong>ievariabelen betrokken. Variabelen als beloningssystemen, cultuur<br />
of organis<strong>at</strong>iestructuur maken daarin ook onderdeel uit van management control. Simons (1995a, 1995b)<br />
levert met zijn hefboomtheorie een bijdrage aan de theorievorming over management control in brede zin.<br />
Simons beschrijft vier deelsystemen die het management zodanig in kan zetten d<strong>at</strong> de voor de organis<strong>at</strong>ie<br />
juiste mix van cre<strong>at</strong>iviteit en beheersing wordt gevonden. Een diagnostisch controlsysteem is een van de<br />
vier deelsystemen. Dit deelsysteem wordt ook wel gezien als het basis controlproces (Merchant, 1982).<br />
De theorievorming over management control wordt gekenmerkt door een ontwerp<strong>perspectief</strong>. Het is<br />
r<strong>at</strong>ioneel, afstandelijk en gericht op het ontwerpen van management controlstructuren of delen ervan.<br />
Empirisch onderzoek naar het effect van management control op medewerkers in de organis<strong>at</strong>ie<br />
wordt beperkt uitgevoerd. Als er al aan effectmeting wordt gedaan, dan is het veelal conventioneel<br />
onderzoek, d<strong>at</strong> is gebaseerd op economische theorie. Vooraanstaande auteurs in het management control<br />
vakgebied zijn van mening d<strong>at</strong> het onwenselijk is d<strong>at</strong> kennis uit de psychologische, sociologische en<br />
antropologische wetenschappen niet wordt aangewend om effecten inzichtelijk te maken.<br />
Om het effect van management control zichtbaar te maken is een ander <strong>perspectief</strong> nodig. Een <strong>perspectief</strong><br />
d<strong>at</strong> een aanvulling vormt op het conventionele <strong>perspectief</strong> d<strong>at</strong> is gebaseerd op economische theorie. Een<br />
dergelijk <strong>perspectief</strong> kan worden geconstrueerd op basis van theorie uit de organis<strong>at</strong>ieveranderkunde.<br />
Naast de meer klassieke ontwerp- en ontwikkelbenaderingen van organis<strong>at</strong>ieverandering, kunnen<br />
in de liter<strong>at</strong>uur sociaal constructionistische benaderingen worden herkend. Sociaal constructionisme<br />
vormt een denkkader waarin wetenschapsfilosofie, taalfilosofie, interpret<strong>at</strong>ieve tradities in de sociale<br />
wetenschappen en de antropologie en nieuwe methodische ontwikkelingen worden gecombineerd om<br />
over de sociale realiteit te kunnen communiceren. Bij ontwerpbenaderingen ligt het zwaartepunt op<br />
technisch inhoudelijk vlak, terwijl bij ontwikkelbenaderingen het accent op rel<strong>at</strong>ioneel procesm<strong>at</strong>ig vlak<br />
ligt. Met een sociaal constructionistische aanpak kan deze discrepantie tussen ontwerpen en ontwikkelen<br />
worden opgeheven. Organis<strong>at</strong>ieverandering is hierbij steeds een inhoudelijk én rel<strong>at</strong>ioneel proces.<br />
Het sociaal constructionistisch <strong>perspectief</strong>, waarin betekenisgeving bepalend is voor het gedrag<br />
van mensen, wordt in dit onderzoek gehanteerd bij de vraag hoe een diagnostisch controlsysteem landt in<br />
een organis<strong>at</strong>ie. Processen van betekenisgeving over het diagnostisch controlsysteem zijn in dit onderzoek<br />
het onderzoeksobject. Vrijwel alle grotere organis<strong>at</strong>ies beschikken over een diagnostisch controlsysteem<br />
of basis controlproces om hun organis<strong>at</strong>ie te besturen en beheersen. De Koninklijke Marechaussee is de<br />
case in dit explorerende onderzoek, d<strong>at</strong> met empirisch m<strong>at</strong>eriaal uit een enkelvoudige gevalsstudie wordt<br />
ondersteund. Het onderzoek is uitgevoerd binnen een onderdeel van de Koninklijke Marechaussee. De<br />
onderzoeksgegevens zijn verzameld in negen interviews. De gegevens zijn vervolgens gecodeerd zonder<br />
een voorgestructureerde coderingslijst. De gecodeerde tekstfragmenten zijn gebruikt in verschillende<br />
resulta<strong>at</strong>stabellen.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
3<br />
Op basis van één gevalsstudie mag niet zonder meer worden gegeneraliseerd. Toch lijken de volgende<br />
conclusies aannemelijk:<br />
- Niet alle elementen van een diagnostisch controlsysteem zullen in gelijke m<strong>at</strong>e tot<br />
betekenisgeving leiden. De betekenisgeving over een deel van een diagnostisch controlsysteem is<br />
bepalend voor betekenisgeving over het systeem als geheel.<br />
- Hetzelfde diagnostisch controlsysteem, of een deel ervan, leidt in de diverse informele netwerken<br />
tot verschillende, soms regelrecht tegenstrijdige betekenisgeving. Vanuit een symbolisch<br />
interactionistische benadering kan worden geconcludeerd d<strong>at</strong> het gedrag van medewerkers ten<br />
opzichte van d<strong>at</strong> systeem dus ook zal verschillen. De impliciete aanname van auteurs uit het<br />
vakgebied management control – controls beïnvloeden het gedrag van medewerkers zodanig d<strong>at</strong><br />
organis<strong>at</strong>iedoelstellingen worden bereikt – sta<strong>at</strong> daarmee onder druk.<br />
- Uit de gevalsstudie kan worden opgemaakt d<strong>at</strong> zowel procesm<strong>at</strong>ige als ontwerptechnische<br />
aspecten van het diagnostisch controlsysteem impulsen zijn voor betekenisgeving. Daarmee zijn<br />
zowel procesm<strong>at</strong>ige (rel<strong>at</strong>ionele) als ontwerptechnische (inhoudelijke) aspecten van diagnostische<br />
controlsystemen bepalend voor het gedrag ten opzichte van die systemen. Benaderingen die<br />
alleen gericht zijn op het ontwerp van systemen schieten daarmee tekort.<br />
Meer in het algemeen kan worden gesteld d<strong>at</strong> een benadering van management control vanuit een sociaal<br />
constructionistische invalshoek een bijdrage kan leveren aan de theorievorming in het management<br />
control vakgebied. Door deze benadering te hanteren als <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> ontsta<strong>at</strong> zicht op het<br />
effect van verschillende management controlinstrumenten op het gedrag van medewerkers in een<br />
organis<strong>at</strong>ie.<br />
Er worden drie aanbevelingen gedaan. Ten eerste wordt aanbevolen dit onderzoek te herhalen in<br />
andere organis<strong>at</strong>ies, omd<strong>at</strong> het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control als waardevol wordt<br />
gezien. Ten tweede wordt aangeraden bij vervolgonderzoek gebruik te maken van meer formele<br />
netwerkmetingen met behulp van een sociaal netwerk analyse tool. Ten derde zou een interessante<br />
onderzoeksvraag zijn welke interventies uit de organis<strong>at</strong>ieveranderkunde van toegevoegde waarde kunnen<br />
zijn om invulling te geven aan rel<strong>at</strong>ionele aspecten bij de implement<strong>at</strong>ie, werking en effectmeting van<br />
management controlinstrumenten? Deze vraag rijst na het onderzoek waaruit is gebleken d<strong>at</strong><br />
procesm<strong>at</strong>ige (rel<strong>at</strong>ionele) aspecten een belangrijke rol spelen in de wijze waarop mensen in de<br />
organis<strong>at</strong>ie omgaan met management control.
Inhoud<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
4<br />
Samenv<strong>at</strong>ting.........................................................................................................................................2<br />
Hoofdstuk 1: Inleiding...........................................................................................................................5<br />
Doelstelling en vraagstelling ...............................................................................................................5<br />
Hoofdstuk 2: Liter<strong>at</strong>uur........................................................................................................................8<br />
Management control............................................................................................................................8<br />
Empirisch onderzoek naar management control................................................................................. 11<br />
Kritiek op empirisch onderzoek management control......................................................................... 12<br />
Perspectieven op organis<strong>at</strong>ieverandering ........................................................................................... 13<br />
Hoofdstuk 3: Methodologie................................................................................................................. 18<br />
Onderzoeksstr<strong>at</strong>egie .......................................................................................................................... 18<br />
Onderzoeksmethode.......................................................................................................................... 19<br />
Onderzoeksobject.............................................................................................................................. 20<br />
Afbakening ....................................................................................................................................... 20<br />
Onderzoeksmethode per stap ............................................................................................................. 23<br />
Kwaliteit onderzoeksontwerp ............................................................................................................ 25<br />
Hoofdstuk 4: Result<strong>at</strong>en...................................................................................................................... 27<br />
Gebruik onderzoeksmethoden ........................................................................................................... 27<br />
Verantwoording gegevensanalyse...................................................................................................... 28<br />
Kwaliteit d<strong>at</strong>averzameling................................................................................................................. 29<br />
Beantwoording vraagstelling ............................................................................................................. 30<br />
Beperkingen onderzoeksresult<strong>at</strong>en..................................................................................................... 38<br />
Hoofdstuk 5: conclusies en aanbevelingen.......................................................................................... 39<br />
Conclusies......................................................................................................................................... 39<br />
Aanbevelingen .................................................................................................................................. 41<br />
Referenties ........................................................................................................................................... 42<br />
Bijlage I : Gespreksformulier ............................................................................................................. 45<br />
Bijlage IIa: Coderingslijst PM ............................................................................................................ 48<br />
Bijlage IIb: Gecodeerde tekstfragmenten........................................................................................... 49<br />
Bijlage III: Lijst met geselecteerde informanten............................................................................... 63<br />
Bijlage IV Resulta<strong>at</strong>tabellen............................................................................................................... 64
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
5<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control:<br />
Een Onderzoek naar Betekenisgeving over een Management Control Systeem<br />
Hoofdstuk 1: Inleiding<br />
Amerikaanse spoorwegorganis<strong>at</strong>ies en de textielindustrie waren halverwege de negentiende eeuw al bezig<br />
met activiteiten die nu worden geschaard onder de noemer management control. Onder management<br />
control wordt in dit onderzoek verstaan alle ma<strong>at</strong>regelen en processen die in organis<strong>at</strong>ies worden<br />
uitgevoerd om het gedrag van medewerkers bij te l<strong>at</strong>en dragen aan het bereiken van de doelstellingen van<br />
de organis<strong>at</strong>ie (Speklé, 2002). Sinds 1850 is er veel veranderd op het gebied van management control.<br />
Inmiddels beschikken vrijwel alle organis<strong>at</strong>ies – zowel klein als groot en publiek als priva<strong>at</strong> – over een<br />
heel scala aan activiteiten om zeker te stellen d<strong>at</strong> w<strong>at</strong> medewerkers doen, bijdraagt aan de gewenste<br />
result<strong>at</strong>en van de organis<strong>at</strong>ie. Er is ook erg veel gepubliceerd over hoe organis<strong>at</strong>ies management control<br />
activiteiten zouden moeten vormgeven. In de liter<strong>at</strong>uur is er echter veel minder bekend over w<strong>at</strong> nu<br />
precies de effecten zijn van al die management control ma<strong>at</strong>regelen die organis<strong>at</strong>ies treffen.<br />
Doelstelling en vraagstelling<br />
Vrijwel iedere organis<strong>at</strong>ie beschikt ten minste over een basis controlproces, ook wel diagnostisch<br />
controlsysteem genoemd (bijv. Merchant, 1982; Simons, 1995a, 1995b). In het kort besta<strong>at</strong> een dergelijk<br />
proces uit het definiëren van standaarden en plannen, het meten van de result<strong>at</strong>en van de organis<strong>at</strong>ie en<br />
het bijstellen van afwijkingen ten opzichte van d<strong>at</strong> w<strong>at</strong> was voorgenomen.<br />
Management control is in dit onderzoek breed gedefinieerd. Onderzoek naar het effect van<br />
management control wordt weinig uitgevoerd. De onderzoeken die worden gedaan, zijn hoofdzakelijk<br />
gebaseerd op economische theorie (Hopwood, 2008; Kaplan, 2006; Pollitt en Bouckaert, 2003). Theorie<br />
uit de psychologische, sociologische en antropologische wetenschappen wordt niet gebruikt om de<br />
effecten te onderzoeken. Daardoor ontbreekt in de liter<strong>at</strong>uur het zicht op hoe management control<br />
ma<strong>at</strong>regelen en processen worden ontvangen door medewerkers in de organis<strong>at</strong>ie. De doelstelling van dit<br />
onderzoek is dan ook het nagaan hoe het diagnostisch controlsysteem landt in de organis<strong>at</strong>ie.<br />
Auteurs als Weick en Gergen passen ideeën uit de sociologische stroming ‘symbolisch<br />
interactionisme’ toe in de organis<strong>at</strong>ieveranderkunde. Weick en Gergen nemen aan d<strong>at</strong> gedrag van mensen<br />
wordt bepaald door de manier waarop zij met elkaar hun beeld over ‘de werkelijkheid’ hebben<br />
geconstrueerd (Gergen, 2009; Weick, 1995). Vertaald naar management control zou d<strong>at</strong> betekenen d<strong>at</strong><br />
medewerkers hun gedrag niet baseren op de ma<strong>at</strong>regelen of processen zoals die door het management<br />
worden uitgedragen, maar op de betekenis die zij in het sociale verkeer geven aan de door het<br />
management bedachte ma<strong>at</strong>regelen en processen. In dit onderzoek wordt met behulp van deze
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
6<br />
sociologische ideeën uit de organis<strong>at</strong>ieveranderkunde een <strong>perspectief</strong> geconstrueerd op het diagnostisch<br />
controlsysteem. De volgende vraag sta<strong>at</strong> daarbij centraal:<br />
Hoe landt een diagnostisch control systeem in een organis<strong>at</strong>ie?<br />
1. W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over het diagnostisch controlsysteem in rel<strong>at</strong>ie tot management<br />
control?<br />
2. W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over de effecten van management control?<br />
3. Hoe kan een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> worden beschreven waarin de effecten van management<br />
control inzichtelijk worden gemaakt?<br />
4. Gevalsstudie: hoe landt het diagnostisch controlsysteem in een organis<strong>at</strong>ie? Het landen van een<br />
diagnostisch controlsysteem wordt geoper<strong>at</strong>ionaliseerd aan de hand van de volgende deelvragen:<br />
4.1. Hoe ontwikkelt betekenisgeving over een diagnostisch controlsysteem zich door de tijd heen<br />
in informele netwerken?<br />
4.2. W<strong>at</strong> zijn impulsen voor verandering in betekenisgeving over een diagnostisch<br />
controlsysteem en w<strong>at</strong> de aard is van verandering in betekenisgeving in de informele<br />
netwerken ten opzichte van een eerder moment?<br />
4.3. Hoe ontwikkelt de structuur van informele netwerken zich door de tijd heen?
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
7<br />
Figuur 1: Op basis van onderzoek van liter<strong>at</strong>uur over management control en organis<strong>at</strong>ieverandering<br />
wordt een gevalsstudie ontworpen. Daarna wordt het empirisch onderzoek uitgevoerd, de result<strong>at</strong>en<br />
verwerkt en een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op een Diagnostisch Control Systeem beschreven (figuur naar<br />
voorbeeld van Verschuren & Doorewaard, 2003).
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
8<br />
Hoofdstuk 2: Liter<strong>at</strong>uur<br />
In het begin van dit hoofdstuk wordt beschreven w<strong>at</strong> er in het vakgebied management control bekend is<br />
over het diagnostisch controlsysteem. Vervolgens wordt ingegaan op het soort empirisch onderzoek d<strong>at</strong><br />
wordt uitgevoerd naar management control. Daarna wordt ingegaan op een aantal concepten uit de<br />
organis<strong>at</strong>ieveranderkunde die nuttig zijn om een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management contol te kunnen<br />
beschrijven.<br />
Onderzoeksvraag 1: w<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over diagnostische controlsystemen in rel<strong>at</strong>ie tot<br />
management control?<br />
Management control<br />
W<strong>at</strong> wij nu management control noemen, kent zijn oorsprong in de eerste helft van de negentiende eeuw.<br />
De textielindustrie en spoorwegen maakten toen al gebruik van management controlinform<strong>at</strong>ie om de<br />
verschillende processen in de organis<strong>at</strong>ie te plannen en beheersen (Kaplan, 1984). Er bestaan vele<br />
definities van management control. Definities kunnen grofweg worden ingedeeld in twee stromen. In de<br />
eerste stroom wordt management control eng gedefinieerd als alleen de financieel administr<strong>at</strong>ieve<br />
processen (Abernethy en Brownell, 1999 in: Narjano-Gil en Hartmann, 2006) of alleen het basis<br />
controlproces. Dit betreft het definiëren van standaarden en plannen, het meten op basis van die<br />
standaarden en het bijstellen van de standaarden en plannen als reactie op afwijkingen (bijv. Merchant,<br />
1982; Simons, 1995). Daarnaast, en d<strong>at</strong> is een grotere stroom, hanteren auteurs een brede definitie voor<br />
management control. Brede benaderingen kenmerken zich door ook andere organis<strong>at</strong>ievariabelen te<br />
betrekken, bijvoorbeeld de organis<strong>at</strong>iestructuur, organis<strong>at</strong>iecultuur, beloningsbeleid, procedures en<br />
regelgeving (Simons, 1995a, 1995b; Anthony en Young, 2003; Anthony en Govindarajan, 2003; Narjano-<br />
Gil en Hartmann, 2006; Kaplan, 1984, 2006; Merchant, 1982; Malmi en Brown, 2008).<br />
Binnen de brede benaderingen const<strong>at</strong>eren Narjano-Gil en Hartmann (2006) op basis van hun<br />
liter<strong>at</strong>uuronderzoek twee centrale functies van management control: ten eerste het toewijzen van middelen<br />
aan de decentrale organis<strong>at</strong>iedelen en ten tweede het evalueren van de prest<strong>at</strong>ies van die decentrale<br />
organis<strong>at</strong>ie. Het toewijzen van middelen duidt op het ex ante gebruik van management control. Het<br />
evalueren van de prest<strong>at</strong>ies en het beheersen van de decentrale organis<strong>at</strong>ie duidt op het ex post gebruik<br />
van management control. Voor ex post gebruik van management control zijn ook de volgende begrippen<br />
in zwang: ‘output control’, ‘performance control’ of ‘results control’ (Simons, 1995b). Daarnaast leggen<br />
auteurs verschillende accenten. Sommigen benadrukken het gebruik van management control om de<br />
str<strong>at</strong>egie van een organis<strong>at</strong>ie te implementeren (Merchant, 1982; Anthony en Govindarajan, 2003).<br />
Anderen leggen ook het accent op het beïnvloeden van het gedrag van medewerkers (Speklé, 2001;<br />
Merchant, 1982). In dit onderzoek wordt management control gedefinieerd als het vakgebied d<strong>at</strong> de<br />
middelen en processen bestudeert die organis<strong>at</strong>ies gebruiken om het gedrag van medewerkers te<br />
beïnvloeden met het oog op het bereiken van organis<strong>at</strong>iedoelstellingen (Speklé, 2002). De onderstaande<br />
figuur verduidelijkt het cyclisch karakter – ex ante en ex post gebruik – van management control en de<br />
rel<strong>at</strong>ie met een organis<strong>at</strong>iestr<strong>at</strong>egie.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
9<br />
Figuur 2: Cyclisch karakter van Management Control en de rel<strong>at</strong>ie met organis<strong>at</strong>iestr<strong>at</strong>egie<br />
(Anthony en Young, 2003: 19)<br />
In de liter<strong>at</strong>uur worden artikelen gepubliceerd zowel over management controlstructuren als over<br />
specifieke onderdelen binnen die structuur; management controlsystemen of management<br />
controlinstrumenten. Management controlstructuren hebben een hoger abstractieniveau. Een management<br />
controlstructuur kan opgebouwd zijn uit meerdere systemen en/of instrumenten. Veel voorkomende<br />
componenten van een management controlstructuur zijn: administr<strong>at</strong>ieve systemen, planningssystemen,<br />
cybernetische systemen, beloningssystemen en cultuursystemen (Malmi en Brown, 2008). Een<br />
management controlstructuur zegt iets over de opbouw en de samenhang tussen verschillende systemen<br />
en instrumenten in een organis<strong>at</strong>ie.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
10<br />
Figuur 3: Voorbeeld van een management control structuur (Malmi en Brown, 2008)<br />
Ouchi (1979), Hofstede (1981), Merchant (1982), Simons (1995) en Speklé (2002) hebben een<br />
belangrijke bijdrage geleverd aan de theorievorming over management controlstructuren (Van Helden,<br />
2002). Een fundamentele vraag waar theoretici zich over buigen, is hoe de verschillen in de management<br />
controlstructuren kunnen worden verklaard (Speklé, 2002). Het voert te ver hier dieper op de theorie van<br />
de auteurs in te gaan. Om echter een idee te geven van het abstractieniveau van de theorievorming over<br />
management controlstructuren, wordt per auteur een aantal opvallende kenmerken van de theorie<br />
genoemd.<br />
- Ouchi (1979) beschrijft drie management controlstructuren die verschillend werken met hetzelfde<br />
doel, te weten: het zodanig omgaan met evalu<strong>at</strong>ie van prest<strong>at</strong>ies en beheersing, zod<strong>at</strong> recht wordt<br />
gedaan aan individuele inspanningen van medewerkers.<br />
- Hofstede (1981) heeft een theorie ontwikkeld voor de publieke en non-profit sector. Hij meent d<strong>at</strong><br />
de opzet van een management controlstructuur afhangt van de activiteiten van de organis<strong>at</strong>ie.<br />
- Merchant (1982) ziet management control als een gedragsprobleem: de effectiviteit van een<br />
control moet worden beoordeeld op basis van de m<strong>at</strong>e waarin hij gedrag in de gewenste richting<br />
beïnvloedt. ‘Good control’ kan je op verschillende manieren realiseren. Merchant schetst een<br />
raamwerk om te bepalen welk soort control op welk moment ‘good’ is.<br />
- Simons (1995) betoogt in zijn hefboomtheorie d<strong>at</strong> een management controlstructuur besta<strong>at</strong> uit<br />
vier verschillende deelsystemen – hij noemt ze hefbomen – waarbij ieder deelsysteem een eigen<br />
functie heeft. De manager kan de verschillende deelsystemen zo inzetten d<strong>at</strong> de voor hem juiste<br />
balans tussen beheersing en cre<strong>at</strong>iviteit wordt gevonden.<br />
- Speklé (2001, 2002) verklaart de variëteit in controlstructuren uit de diversiteit van<br />
controlproblemen waar organis<strong>at</strong>ies mee worstelen. De controlproblemen hangen samen met het<br />
karakter van de activiteiten van de organis<strong>at</strong>ie. Speklé vangt de activiteiten in drie variabelen en<br />
stelt vast d<strong>at</strong> er vier archetype management controlstructuren zijn als antwoord op<br />
controlproblemen bij de verschillende soorten activiteiten.<br />
Het diagnostisch control systeem is een van de vier deelsystemen van de management controlstructuur in<br />
de hefboomtheorie van Simons (1995a, 1995b). Simons stelt d<strong>at</strong> management control in zowel praktijk<br />
als de wetenschap ten onrechte wordt gelijkgesteld met het engere diagnostisch controlsysteem (1995a).<br />
Het diagnostisch controlsysteem is een cybernetisch systeem. Cybernetische systemen vormen de basis
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
11<br />
van management control (Merchant, 1982; Simons, 1995b; Malmi en Brown, 2008). De werking van<br />
cybernetische systemen lijkt op de werking van een thermosta<strong>at</strong>. In het kort komt het er op neer d<strong>at</strong>:<br />
- standaarden of verwachtingen vastliggen in plannen;<br />
- gedurende de uitvoering van plannen result<strong>at</strong>en worden gemeten;<br />
- de result<strong>at</strong>en door besluitvormers worden gemonitord en desgewenst bijgestuurd.<br />
Dit onderzoek ga<strong>at</strong> over het effect d<strong>at</strong> een diagnostisch control ysteem heeft op medewerkers in de<br />
organis<strong>at</strong>ie.<br />
Conclusies onderzoeksvraag 1:W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over diagnostische controlsystemen in<br />
rel<strong>at</strong>ie tot management control?<br />
In de liter<strong>at</strong>uur worden twee benaderingen voor management control gehanteerd. De eerste stroom betreft<br />
enge benaderingen van management contol. In enge benaderingen wordt bijvoorbeeld alleen gekeken naar<br />
het financieel administr<strong>at</strong>ieve systeem van een organis<strong>at</strong>ie of wordt management control gelijkgesteld met<br />
het basis controlproces.<br />
De tweede stroom wordt gevormd door brede benaderingen van management control. In brede<br />
benaderingen worden ook organis<strong>at</strong>ievariabelen als cultuur en structuur bestudeerd. De auteurs die<br />
bepalend zijn geweest voor de liter<strong>at</strong>uur op het gebied van de brede benadering van management control<br />
beschrijven theorie op organis<strong>at</strong>ie (overstijgend) niveau. Er worden verklaringen gezocht voor<br />
verschillende vormen van management controlstructuren om vervolgens aan te geven hoe organis<strong>at</strong>ies<br />
deze zouden moeten inrichten. Impliciet stellen deze auteurs d<strong>at</strong> de (inrichting of het ontwerp van) de<br />
structuren het gedrag van medewerkers in de organis<strong>at</strong>ie zodanig zullen beïnvloeden d<strong>at</strong><br />
organis<strong>at</strong>iedoelstellingen worden bereikt.<br />
Het diagnostisch controlsysteem is als deelsysteem vergelijkbaar met een basis controlproces,<br />
zoals d<strong>at</strong> in vrijwel iedere organis<strong>at</strong>ie aanwezig is: standaarden of verwachtingen liggen vast in plannen,<br />
gedurende de uitvoering van de plannen worden result<strong>at</strong>en gemeten en besluitvormers houden toezicht op<br />
de result<strong>at</strong>en.<br />
Onderzoeksvraag 2: W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over de effecten van management control?<br />
Empirisch onderzoek naar management control<br />
Wagenhofer (2006) heeft onderzocht w<strong>at</strong> er tussen 1998 en 2004 voor onderzoek is gedaan naar een<br />
belangrijk onderdeel van management control, namelijk management accounting. Dit behelst het adequa<strong>at</strong><br />
verzamelen en verwerken van interne financiële gegevens en andere inform<strong>at</strong>ie die het management van<br />
een organis<strong>at</strong>ie nodig heeft om verantwoorde beslissingen te kunnen nemen en de processen in het bedrijf<br />
te kunnen beheersen en aansturen. Hij heeft zich daarbij beperkt tot Duitssprekende landen en tot<br />
artikelen die zijn gepubliceerd in vooraanstaande Duitse en intern<strong>at</strong>ionale tijdschriften door<br />
wetenschappers verbonden aan een Duitstalige instelling. Hij baseert zijn uitspraken op 240 artikelen en<br />
const<strong>at</strong>eert (p. 16): “Combining theories and methods, analytic economic-based research is the most<br />
frequent combin<strong>at</strong>ion in German journals, and even more so in the German-based articles in<br />
intern<strong>at</strong>ional journals.” Verder stelt hij vast d<strong>at</strong> een verwaarloosbaar klein aantal artikelen is gebaseerd<br />
op sociologische, psychologische of organiz<strong>at</strong>ional behavior theorie.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
12<br />
Een omvangrijk onderzoek (Williams et al, 2006) naar de dominante onderwerpen op de<br />
onderzoeksagenda van Amerikaanse onderzoeksinstituten, in de periode 1963 tot 1999, la<strong>at</strong> een<br />
vergelijkbaar beeld zien (p. 814): “… the results of our paper show th<strong>at</strong> even the limited altern<strong>at</strong>ive<br />
voices in the US th<strong>at</strong> existed are being ‘turned down’ by the increasingly louder monologue of orthodox<br />
economics.”<br />
W<strong>at</strong> speelt er in de publieke sector? Onder invloed van de New Public Management stroom is er<br />
tussen 1980 en 2005 een groot aantal bedrijfsm<strong>at</strong>ige elementen toegevoegd aan management<br />
controlstructuren binnen overheden (Ter Bogt, 2005; Aardema, 2005). Evalu<strong>at</strong>ie van de geïntroduceerde<br />
management controlinstrumenten heeft beperkt pla<strong>at</strong>s gevonden. Echter, als er wordt geëvalueerd dan<br />
grijpen onderzoekers naar kostenb<strong>at</strong>en analyses, econometrische modellen, benchmarking et cetera<br />
(Pollitt en Bouckaert, 2003).<br />
Kritiek op empirisch onderzoek management control<br />
In de liter<strong>at</strong>uur zijn er twee vormen van kritiek op empirisch onderzoek naar management control. De<br />
eerste vorm van kritiek richt zich op het ontbreken van een gedegen ‘body of knowledge’. Sommigen zijn<br />
van mening d<strong>at</strong> de empirische onderzoekers onvoldoende in sta<strong>at</strong> zijn gebleken om theorieën te<br />
ontwikkelen en te testen (Zimmerman, 2001). Daar is vanuit meerdere kanten op gereageerd. Kaplan<br />
(2006) is bijvoorbeeld van mening d<strong>at</strong> de onder andere door hem ontwikkelde management<br />
controlinstrumenten als de ‘Business Balanced Scorecard’ en ‘Activity Based Costing’ wel degelijk zijn<br />
gebaseerd op economische theorie en een grote hoeveelheid empirische d<strong>at</strong>a.<br />
Een tweede vorm van kritiek op empirische studies in het vakgebied management control richt<br />
zich op het gehanteerde <strong>perspectief</strong>. Een ontwerp<strong>perspectief</strong> is dominant. Het <strong>perspectief</strong> is vaak op<br />
economische theorie gebaseerd. Het is r<strong>at</strong>ioneel, afstandelijk en gericht op het ontwerpen van<br />
management controlstructuren of delen ervan (Hopwood, 2008; Kaplan, 2006; Pollitt en Bouckaert,<br />
2003). Kaplan (2006) formuleert zijn kritiek mild en positief: economische theorie geeft empirisch<br />
onderzoek richting. Echter, er moet w<strong>at</strong> betreft Kaplan (2006) wel meer aandacht uitgaan naar de rel<strong>at</strong>ie<br />
tussen management control en paradigma’s uit de psychologische, sociologische en antropologische<br />
wetenschappen. De rol van leiderschap bij de implement<strong>at</strong>ie van management control vernieuwingen ziet<br />
hij bijvoorbeeld als een waardevol onderzoeksthema. Hopwood (2008a, 2008b) is stelliger. Hij<br />
const<strong>at</strong>eert eenzijdige gerichtheid op het ontwerp<strong>perspectief</strong>. D<strong>at</strong> geldt vooral voor Amerikaanse<br />
universiteiten. Maar ook de Europese universiteiten zijn te veel gericht op hun scores op ranglijsten voor<br />
best aangeschreven opleidingen. Om hoge scores te realiseren publiceren zij, in lijn met vooraanstaande<br />
Amerikaanse tijdschriften, conventioneel onderzoek, d<strong>at</strong> is gebaseerd op economische theorie. Theorie en<br />
methoden uit de sociale wetenschappen worden buiten beschouwing gel<strong>at</strong>en. Het gevolg is verdere<br />
verenging van het onderzoeksveld. Daarnaast is Hopwood (2008a) van mening d<strong>at</strong>, doord<strong>at</strong> perspectieven<br />
uit de sociale wetenschappen beperkt worden toegepast, het empirisch onderzoek zich steeds verder<br />
verwijdert van w<strong>at</strong> er werkelijk gebeurt in organis<strong>at</strong>ies. Bij vernieuwingen van management<br />
controlstructuren in de publieke sector spelen culturele en retorische aspecten een belangrijke rol.<br />
Conventionele onderzoeksmethoden onderkennen het belang van de culturele en retorische aspecten niet<br />
of negeren het (Pollitt en Bouckaert, 2003; Pollitt, 2001).
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
13<br />
Conclusies onderzoeksvraag 2: W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over de effecten van management<br />
control?<br />
Onderzoek naar de effecten van management control wordt beperkt uitgevoerd. Als effecten van theorie<br />
worden onderzocht, dan worden daar hoofdzakelijk economische methoden voor gebruikt. Methoden en<br />
technieken uit de sociale, psychologische en antropologische wetenschappen worden niet of nauwelijks<br />
toegepast. Hierdoor is er in de liter<strong>at</strong>uur weinig bekend over de effecten van management control op het<br />
gedrag van mensen in een organis<strong>at</strong>ie.<br />
Onderzoeksvraag 3: w<strong>at</strong> is een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control?<br />
Perspectieven op organis<strong>at</strong>ieverandering<br />
Zoals al aangegeven, bestudeert het vakgebied management control de middelen en processen die<br />
organis<strong>at</strong>ies gebruiken om het gedrag van medewerkers te beïnvloeden met het oog op het bereiken van<br />
organis<strong>at</strong>iedoelstellingen (Speklé, 2002). Management control wordt dus ingezet om<br />
organis<strong>at</strong>ieverandering te bereiken. In de volgende paragrafen wordt een <strong>perspectief</strong> uiteengezet waarmee<br />
de effecten van management control kunnen worden beschreven. Het <strong>perspectief</strong> wijkt af van<br />
conventioneel onderzoek. In het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> wordt gebruik gemaakt van theorie en methodes<br />
uit de sociale wetenschappen en de organis<strong>at</strong>ieveranderkunde. In de volgende paragraaf wordt ingegaan<br />
op twee meer klassieke benaderingen in organis<strong>at</strong>ieverandering. Daarna wordt een altern<strong>at</strong>ief <strong>perspectief</strong><br />
beschreven, waarbij vanuit het sociaal constructionisme naar organis<strong>at</strong>ieverandering wordt gekeken. Van<br />
daaruit wordt voortgebouwd aan het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control.<br />
Ontwerpen of ontwikkelen<br />
In de liter<strong>at</strong>uur wordt op verschillende manieren naar organis<strong>at</strong>ieverandering gekeken. Een klassieke<br />
manier om naar organis<strong>at</strong>ieverandering te kijken, is de ontwerpbenadering (Boonstra, 2000). Vanuit de<br />
ontwerpbenadering zien managers over het algemeen aanleiding voor een organis<strong>at</strong>ieverandering in een<br />
bepaald defect in de organis<strong>at</strong>ie of een nieuwe ontwikkeling in de omgeving van de organis<strong>at</strong>ie (Weick en<br />
Quinn, 1999). Er is een situ<strong>at</strong>ie ontstaan waarin de organis<strong>at</strong>ie niet meer voldoet aan de eisen die de<br />
omgeving stelt. Die situ<strong>at</strong>ie moet door een klein team specialisten worden hersteld. De organis<strong>at</strong>ie wordt<br />
(op onderdelen) opnieuw ontworpen, waarna het ontwerp wordt geïmplementeerd. Er is dan weer sprake<br />
van een evenwicht tussen organis<strong>at</strong>ie en omgeving. Aanpakken vanuit een ontwerp<strong>perspectief</strong> zijn<br />
r<strong>at</strong>ioneel van aard en kennen een duidelijke planm<strong>at</strong>ige aanpak. De nadruk ligt op het formuleren van<br />
doelen, een veranderstr<strong>at</strong>egie en een beheerst implement<strong>at</strong>ieproces. Onderzoekers (Boonstra, 2000;<br />
Homan, 2005) stellen d<strong>at</strong> de belangrijkste rol binnen de ontwerpbenadering is weggelegd voor<br />
expertvisies van consultants of managers.<br />
Organis<strong>at</strong>ieontwikkeling kan worden gedefinieerd als het system<strong>at</strong>isch toepassen van principes en<br />
praktijkvoorbeelden uit de gedragswetenschappen om de effectiviteit van individuen en organis<strong>at</strong>ies te<br />
vergroten (Boonstra, 2004). Ontwikkelbenaderingen voor organis<strong>at</strong>ieverandering onderscheiden zich op<br />
verschillende punten van ontwerpbenaderingen. Verscheidene auteurs stellen ontwikkelbenaderingen
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
14<br />
voor in situ<strong>at</strong>ies waar problemen en de veranderrichting niet geheel duidelijk zijn (Cummings en Worley,<br />
2001). In de ontwikkelbenadering wordt verandering afgekondigd en ondersteund door managers en<br />
worden adviseurs ingezet om de principes en praktijken uit de gedragswetenschappen toe te passen op<br />
individuen of in organis<strong>at</strong>ies.<br />
Deconstructionistisch of holistisch<br />
Een ander onderscheid d<strong>at</strong> relevant is voor dit onderzoek is de manier waarop onderzoekers rel<strong>at</strong>ies<br />
binnen een organis<strong>at</strong>ie definiëren. Enerzijds besta<strong>at</strong> er een deconstructionistische benadering. Hierbinnen<br />
worden individuen, groepen en organis<strong>at</strong>ies gezien als autonome entiteiten met een eigen bestaan, los van<br />
een bepaalde context (Verschuren, 2001). Anderzijds is er de holistische benadering waarbij individuen,<br />
groepen en organis<strong>at</strong>ies worden gezien als een systeem. Het zijn entiteiten die alleen bestaan in een<br />
systeem en niet los van elkaar kunnen worden begrepen (Hosking, 2004).<br />
Sociaal constructionistisch <strong>perspectief</strong><br />
Door verschillende ontwikkelingen staan de gedachten over verandermanagement de afgelopen jaren<br />
steeds meer onder druk. Vooral de geplande verandering (ontwerpbenadering) vanuit een individueel<br />
<strong>perspectief</strong> geeft problemen.<br />
In de eerste pla<strong>at</strong>s mislukt zeventig procent van de geplande organis<strong>at</strong>ieveranderingen (Beer en<br />
Nohria, 2000).<br />
Ten tweede is de theorievorming over en empirisch onderzoek naar organis<strong>at</strong>ieverandering<br />
beperkt. D<strong>at</strong> geldt zowel voor ontwerp- als ontwikkelbenaderingen (Weick en Quinn, 2001; Bouwen,<br />
1994). Er zijn dus ook weinig onderzoeken die aantonen d<strong>at</strong> deze benaderingen juist zijn.<br />
Ten derde pleiten onder andere Balogun en Johnson (1998, 2004), Balogun en Jenkins (2003) en<br />
Pettigrew, Woodman en Cameron (2001) voor meer onderzoek naar de effecten die veranderinterventies<br />
hebben op de ontvangers ervan. Deze drie factoren rechtvaardigen de zoektocht naar altern<strong>at</strong>ieve of<br />
<strong>aanvullend</strong>e benaderingen.<br />
Sociaal constructionistische benaderingen zijn in opkomst als <strong>aanvullend</strong> of verrijkend<br />
<strong>perspectief</strong> op organis<strong>at</strong>ieverandering (bijv. Boonstra, 2000, 2004; Van Dongen et al, 1996; Gergen,<br />
2009; Homan, 2005, 2006; Hosking, 2002, 2004; Termeer, 2006; Weick, 1995). Sociaal constructionisme<br />
vormt een denkkader waarin wetenschapsfilosofie, taalfilosofie, interpret<strong>at</strong>ieve tradities in de sociale<br />
wetenschap en de antropologie en nieuwe methodische ontwikkelingen worden gecombineerd om over de<br />
sociale realiteit te kunnen communiceren (Bouwen, 1994). Bij ontwerpbenaderingen ligt het zwaartepunt<br />
op technisch inhoudelijk vlak, terwijl bij ontwikkelbenaderingen het accent op rel<strong>at</strong>ioneel procesm<strong>at</strong>ig<br />
vlak ligt. Volgens Bouwen (1994) kan deze spanning tussen ontwerpen en ontwikkelen worden<br />
opgeheven met een sociaal constructionistische aanpak en worden gecombineerd: organis<strong>at</strong>ieverandering<br />
is steeds een inhoudelijk én rel<strong>at</strong>ioneel proces. Gergen (2009) beschrijft vooronderstellingen die ten<br />
grondslag liggen aan een sociaal constructionistisch denkkader:<br />
- De manier waarop wij de wereld begrijpen wordt niet bepaald door ‘w<strong>at</strong> er is’. De werkelijkheid<br />
schrijft geen bepaalde combin<strong>at</strong>ie van lettergrepen, woorden of zinsdelen voor. In beginsel is er<br />
een oneindig aantal mogelijkheden om ‘w<strong>at</strong> er is’ te beschrijven. Bouwen (1994) noemt in rel<strong>at</strong>ie<br />
tot dit uitgangspunt de termen ‘meerdere realiteiten’ en ‘intersubjectiviteit’.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
15<br />
- De wijze waarop wij de wereld beschrijven en verklaren is een resultante van (sociale) rel<strong>at</strong>ies<br />
Hier gebruikt Bouwen (1994) rel<strong>at</strong>ionele processen en rel<strong>at</strong>iep<strong>at</strong>ronen.<br />
- Het belang van constructies van de werkelijkheid neemt toe naar m<strong>at</strong>e hun bruikbaarheid in het<br />
sociale verkeer toeneemt. Door Bouwen (1994) ook wel contextkennis en ‘gedeelde’ kennis<br />
genoemd.<br />
- Terwijl we beschrijven en verklaren, geven wij vorm aan onze toekomst. ‘Taal als actie’,<br />
‘betekenis-in-de-maak’, co-constructie, co-cre<strong>at</strong>ie zijn de aanduidingen die Bouwen (1994)<br />
hanteert.<br />
- Kritische reflectie op de vooronderstellingen die ten grondslag liggen aan de werelden zoals we<br />
die kennen, is cruciaal voor toekomstig welzijn. In dit verband spreekt Bouwen (1994) van<br />
gener<strong>at</strong>ieve theorie, co-constructie en cocre<strong>at</strong>ie.<br />
Het doel van dit onderzoek is het vaststellen hoe diagnostische controlsystemen landen in organis<strong>at</strong>ies.<br />
Door voor dit onderzoek een sociaal contructionistisch <strong>perspectief</strong> te hanteren, ontsta<strong>at</strong> de ruimte om een<br />
verscheidenheid aan beelden, geruchten en ideeën over een systeem die in een organis<strong>at</strong>ie spelen of<br />
hebben gespeeld in kaart te brengen. Het sociaal constructionistisch <strong>perspectief</strong> sta<strong>at</strong> namelijk meerdere<br />
realiteiten toe. Het geluid van managers is net zo reëel als het geluid van medewerkers of de ontwerpers<br />
van een systeem.<br />
In de Engelstalige liter<strong>at</strong>uur wordt de door Weick (1995) geïntroduceerde term sensemaking<br />
veelvuldig gebruikt. In dit onderzoek wordt gewerkt met de vertaling hiervan, te weten ‘betekenisgeving’.<br />
Betekenisgeving is het construeren van werkelijkheden in sociale processen. Mensen richten hun<br />
aandacht op verschijnselen, gaan handelen, creëren daarmee ervaring, geven daar betekenis aan enzovoort<br />
(Weick, 1995). Een betekenis, het resulta<strong>at</strong> van die sociale processen, kan dus worden gedefinieerd als<br />
een werkelijkheidsconstructie van een bepaalde groep mensen op een bepaald moment. Betekenisgeving<br />
is door Weick in 1979 als theoretisch concept toegevoegd aan de organis<strong>at</strong>iekunde. Echter, Mead (1934)<br />
en Blumer (1969) zijn grondleggers van de sociologische stroming symbolisch interactionisme, waarin<br />
betekenisgeving ook een grote rol speelt. Aan de theorie van het symbolisch interactionisme liggen drie<br />
aannames ten grondslag (Blumer, 1969 in: Van Wijk, 2006):<br />
- mensen handelen op basis van betekenissen die zij aan een situ<strong>at</strong>ie toekennen;<br />
- de betekenissen die zij toekennen aan situ<strong>at</strong>ies worden ge(re)construeerd in sociale interacties met<br />
anderen;<br />
- in een interpret<strong>at</strong>ieproces en in interactie met anderen (re)construeert het individu deze<br />
betekenissen.<br />
Het meten van betekenisgeving<br />
Betekenissen bestaan volgens sociaal constructionisten alleen op het moment d<strong>at</strong> de dialoog gaande is<br />
(Homan, 2006). Het meten van betekenisgeving kan dus ook alleen tijdens de dialoog. D<strong>at</strong> geeft<br />
methodologische problemen. Bijvoorbeeld wanneer wordt gewerkt met interviews waarin de respondent<br />
wordt gevraagd zich de betekenisgeving van een moment in het verleden voor de geest te halen. Want<br />
meet je dan betekenisgeving die ontsta<strong>at</strong> tussen respondent en onderzoeker over een moment in het<br />
verleden, herinnering aan betekenisgeving zoals die destijds in de organis<strong>at</strong>ie rondging, een nieuwe<br />
constructie of de herinnering van de oude constructie?
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
16<br />
Homan (2006) verwacht d<strong>at</strong> twee verschillende c<strong>at</strong>egorieën onderzoeksinstrumenten in potentie<br />
zinvol zijn bij het expliciteren van betekenisp<strong>at</strong>ronen in de context van organis<strong>at</strong>ieverandering. Het ga<strong>at</strong><br />
om zogenaamde cognitive mapping technieken en narr<strong>at</strong>ive research. Bij cognitive mapping worden<br />
mapping-technieken toegepast om betekenissen uit de hoofden van individuen te halen. Bij narr<strong>at</strong>ieve<br />
technieken worden verhalen, narr<strong>at</strong>ives, gebruikt om betekenissen te verpakken om ze vervolgens op een<br />
toegankelijke manier over te dragen. De analyse van verhalen leidt tot veelbelovende result<strong>at</strong>en om<br />
betekenissen te achterhalen die rondgaan in zowel het formele als informele domein (Czarniawska, 2004;<br />
Gabriel, 2000; Boje, 1991 en Stevenson en Greenberg, 1998 in: Homan, 2006).<br />
In het licht van de centrale vraag van dit onderzoek worden cognitieve mapping technieken<br />
gebruikt om impliciete betekenissen van groepen medewerkers te eliciteren. De strikte sociaal<br />
constructionistische aanname d<strong>at</strong> ‘betekenissen alleen bestaan op het moment d<strong>at</strong> de dialoog gaande is’<br />
wordt losgel<strong>at</strong>en. In dit onderzoek wordt uitgegaan van de aanname van symbolisch interactionisten d<strong>at</strong><br />
betekenissen kunnen worden ge(re)construeerd in een interpret<strong>at</strong>ieproces en in interactie met anderen. De<br />
methode en de methodologische consequenties van de sociaal constructionistische benadering staan in het<br />
volgende hoofdstuk uitgewerkt.<br />
Aanvullend <strong>perspectief</strong> op management control<br />
In empirisch onderzoek naar management control ga<strong>at</strong> het er om na te gaan w<strong>at</strong> het effect is van een<br />
controlsysteem op het gedrag van medewerkers. In een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> wordt het sociaal<br />
contructionistische concept van betekenisgeving toegevoegd aan het vakgebied management control.<br />
Sociaal constructionisten gaan er vanuit d<strong>at</strong> betekenisgeving bepalend is voor het gedrag van<br />
mensen (bijvoorbeeld Bouwen (1994) of Weick (1995)). Daarnaast menen zij d<strong>at</strong> de betekenisgeving die<br />
ontsta<strong>at</strong> in de informele netwerken van mensen het gedrag van mensen meer beïnvloedt, dan de<br />
betekenissen die in het formele domein worden tentoongespreid (tijdens vergadering, in formele brieven<br />
of present<strong>at</strong>ies). Daarom wordt in het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> betekenisgeving bestudeerd in informele<br />
netwerken.<br />
Om vast te stellen hoe een systeem landt, lijkt het niet voldoende betekenisgeving op een moment<br />
in de tijd te bestuderen. Processen van betekenisgeving zijn dynamisch, voortdurend in ontwikkeling.<br />
Volgens de meest stricte sociaal constructionisten besta<strong>at</strong> betekenisgeving alleen zolang de dialoog<br />
gaande is. Juist door het dynamisch karakter van betekenisgeving levert het bestuderen van de<br />
ontwikkeling van betekenisgeving door de tijd heen – longitudinaal meten dus – een veel aannemelijker<br />
beeld, dan het bestuderen van betekenisgeving op één moment. Die betekenisgeving besta<strong>at</strong> immers maar<br />
even. Hoe meer meetmomenten worden gehanteerd, hoe completer de afspiegeling van de ontwikkeling<br />
van de betekenisgeving en dus hoe meer zicht er ontsta<strong>at</strong> op het effect van het controlsysteem op het<br />
gedrag van medewerkers.<br />
Verder bieden longitudinale metingen meer aangrijpingspunten om inzicht te krijgen in impulsen<br />
voor de verandering van betekenisgeving. Ook die impulsen zijn belangrijk om te zien of/hoe en waarom<br />
iets landt. Iets d<strong>at</strong> goed landt, genereert positieve betekenisgeving in de informele netwerken. Door zowel<br />
impulsen voor positieve en neg<strong>at</strong>ieve betekenisgeving te bestuderen, ontsta<strong>at</strong> inzicht in welke theoretische<br />
of ontwerpaspecten van controlsystemen in de praktijk werken en welke niet.<br />
De bestudering van de structuur van de informele netwerken verschaft inzicht in waar de<br />
betekenissen zich bevinden. Is er sprake van een locale werkelijkheid of wordt die werkelijkheid door een
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
17<br />
groot deel van de organis<strong>at</strong>ieleden geconstrueerd? Veroorzaken bepaalde elementen van het<br />
controlsysteem veranderingen in de structuur van die infomele netwerken?<br />
In de onderstaande figuur sta<strong>at</strong> zowel de impliciete vooronderstelling van het conventionele<br />
<strong>perspectief</strong> (boven) als de expliciete vooronderstelling over gedrag van het <strong>aanvullend</strong>e <strong>perspectief</strong><br />
(onder) weergegeven. Vanuit het <strong>aanvullend</strong>e <strong>perspectief</strong> is het de betekenisgeving (BTGV) over<br />
management control die bepaalt of mensen zich gedragen zodanig d<strong>at</strong> organis<strong>at</strong>iedoelstellingen worden<br />
bereikt. De ‘juistheid’ van de control is niet van belang.<br />
Figuur 4: het verschil in vooronderstellingen tussen het conventionele en het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong><br />
Conclusie onderzoeksvraag 3: W<strong>at</strong> is een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control?<br />
In het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control worden de effecten van management control op het<br />
gedrag van mensen in een organis<strong>at</strong>ie in kaart gebracht. In dit <strong>perspectief</strong> wordt het sociaal<br />
constructionistische uitgangspunt gehanteerd d<strong>at</strong> betekenisgeving bepalend is voor het gedrag van<br />
mensen.Het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control beschrijft dus het effect van management<br />
control op betekenisgeving van mensen in de organis<strong>at</strong>ie. Het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> maakt duidelijk:<br />
- hoe betekenisgeving zich door de tijd heen ontwikkelt in informele netwerken;<br />
- w<strong>at</strong> impulsen zijn voor verandering in betekenisgeving en w<strong>at</strong> de aard is van verandering in<br />
betekenisgeving in de informele netwerken ten opzichte van een eerder moment;<br />
- hoe de structuur van informele netwerken zich door de tijd heen ontwikkelt;
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
18<br />
Hoofdstuk 3: Methodologie<br />
Dit hoofdstuk ga<strong>at</strong> over het empirische onderzoek: hoe landt een diagnostisch controlsysteem in een<br />
organis<strong>at</strong>ie? Eerst wordt de gebruikte onderzoeksstr<strong>at</strong>egie beschreven. Daarna volgt een beschrijving van<br />
de organis<strong>at</strong>ie waar het empirisch onderzoek wordt uitgevoerd (case). Vervolgens wordt de<br />
onderzoeksmethode stapsgewijs gepresenteerd. Tot slot volgt een uitspraak over de kwaliteit van het<br />
onderzoeksontwerp.<br />
Onderzoeksstr<strong>at</strong>egie<br />
De Man stelt in zijn public<strong>at</strong>ie ‘Methodologische keuzen in bedrijfswetenschappelijk onderzoek: een palet<br />
voor de onderzoeker’ d<strong>at</strong> onderzoekers een fundamentele keuze moeten maken tussen empirisch of<br />
ontwerpgericht onderzoek. De result<strong>at</strong>en van empirisch onderzoek richten zich op het aanvullen van<br />
wetenschappelijke theorie. Het resulta<strong>at</strong> van ontwerpgericht onderzoek levert een model op basis waarvan<br />
kan worden ingegrepen in de (organis<strong>at</strong>ie) praktijk. Uit het liter<strong>at</strong>uuronderzoek bleek d<strong>at</strong> theorievorming<br />
over management control zich voornamelijk bezig houdt met het ontwerp van instrumenten. Onderhavig<br />
onderzoek is gericht op het bijdragen aan de kennis over de effecten van die instrumenten in een<br />
organis<strong>at</strong>ie. Het betreft dus een theoriegericht onderzoek (Verschuren en Doorewaard, 2000).<br />
Omd<strong>at</strong> er in de liter<strong>at</strong>uur weinig bekend is over de effecten van een diagnostisch controlsysteem<br />
op betekenisgeving in de organis<strong>at</strong>ie wordt een explorerend onderzoek uitgevoerd. Dit type onderzoek<br />
richt zich volgens De Man, tevens in de genoemde public<strong>at</strong>ie, op het vormen van hypothesen. Om<br />
hypothesen te kunnen vormen wordt eerst een beschrijvend onderzoek uitgevoerd. In beschrijvend<br />
onderzoek ga<strong>at</strong> het er om de belangrijkste feiten op een rij te zetten. Vanwege het gekozen sociaal<br />
constructionistisch <strong>perspectief</strong> wordt in dit onderzoek niet van feiten gesproken. Het ga<strong>at</strong> hier om<br />
(intersubjectieve) betekenissen. Door middel van een beschrijvend onderzoek wordt in kaart gebracht<br />
welke (collectieve) betekenissen te herkennen zijn.<br />
Gevalsstudies worden als onderzoeksstr<strong>at</strong>egie veel toegepast als complexe sociale fenomenen het<br />
object zijn van onderzoek (Yin, 2003) of als holistische onderzoeksbenaderingen (Verschuren, 2001)<br />
nodig zijn. Bij een gevalsstudie wordt een praktijksitu<strong>at</strong>ie in zijn bestaande context bestudeerd. Hierbij<br />
zijn de grenzen tussen de praktijksitu<strong>at</strong>ie en zijn context niet (volledig) duidelijk (Yin, 2003). Dit<br />
onderzoek voldoet aan beide kenmerken. In de eerste pla<strong>at</strong>s zijn processen van betekenisgeving, w<strong>at</strong> in dit<br />
onderzoek wordt bestudeerd, sociale fenomenen. Betekenissen worden immers gevormd tijdens en door<br />
interactie van mensen. Ten tweede is de context waarin management controlinstrumenten moeten landen<br />
niet duidelijk. Welke objecten, functionarissen of gebruiken tot de context van management control<br />
moeten worden gerekend, kan niet voorafgaand aan de uitvoering van het onderzoek worden vastgesteld.<br />
Omd<strong>at</strong> dit onderzoek wordt uitgevoerd vanuit een sociaal constructionistisch <strong>perspectief</strong>, maakt zelfs de<br />
onderzoeker deel uit van de context van management control. Bouwen (1994) hanteert de oneliner<br />
‘onderzoek als interventie en interventie als onderzoek’. Sociaal constructionisten zijn van mening d<strong>at</strong><br />
onderzoekers per definitie interveniëren in de werkelijkheid. De mensen die worden benaderd in het kader<br />
van het onderzoek gaan spontaan betekenis geven aan zowel onderzoek als onderzoeker. D<strong>at</strong> maakt d<strong>at</strong> er<br />
volgens de sociaal constructionist geen ‘objectief’ onderzoek mogelijk is waarbij de onderzoeker geen<br />
enkele invloed heeft op de context. Daarmee verandert het onderzoek en de ‘feitelijke’ situ<strong>at</strong>ie ook<br />
(Bouwen, 1994).
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
19<br />
Omd<strong>at</strong> dit onderzoek, vanwege het gehanteerde <strong>perspectief</strong>, ook wordt gezien als interventie, is een<br />
ontwerpteam geformeerd. Het ontwerpteam wordt gezien en benut als onderdeel van de<br />
onderzoeksstr<strong>at</strong>egie en heeft drie functies:<br />
- het verkrijgen van draagvlak voor het onderzoek;<br />
- het selecteren van geschikte informanten / respondenten;<br />
- het maken van terugkoppelingsafspraken, waarbij geldt d<strong>at</strong> terugkoppeling alleen aan het<br />
management‘not done’ is.<br />
Onderzoeksmethode<br />
Cognitive mapping technieken zijn geschikt om betekenissen te expliciteren (Homan, 2006). Een<br />
onderzoeksmethode die de afgelopen jaren frequent is gebruikt om betekenissen te expliciteren is de<br />
ChangeMirror (www.changemirror.nl). Daarnaast zijn semigestructureerde interviews geschikt om<br />
betekenissen te registreren. De ChangeMirror heeft een aantal voordelen ten opzichte van het gebruik van<br />
interviews. De methode is tijdefficiënt, de methode is non-intrusive, medewerkers scoren op door henzelf<br />
geformuleerde betekenissen. Daarmee is het effect van de interviewer op de geïnterviewde kleiner.<br />
Daarnaast wordt de d<strong>at</strong>averzameling en analyse uit handen genomen door een team van ervaren<br />
onderzoekers (Synthetron medewerkers). Ondanks de (evidente) voordelen van de ChangeMirror<br />
methodiek worden in dit onderzoek semigestructureerde interviews gebruikt, omd<strong>at</strong>:<br />
- er behoefte is aan zo rijk mogelijke beschrijvingen en interviews de mogelijkheid bieden door te<br />
vragen en flexibel ‘heen en weer’ te gaan in de tijd;<br />
- er op dit moment in de case-organis<strong>at</strong>ie allerlei trajecten lopen die veel aandacht trekken met<br />
workshops, groepsbijeenkomsten en andersoortige interventies. Dit onderzoek wordt bewust zo<br />
ingericht, d<strong>at</strong> er rel<strong>at</strong>ief weinig aandacht aan wordt geschonken;<br />
Omd<strong>at</strong> het onderzoek een explorerend karakter heeft en de parameters en dynamiek van de organis<strong>at</strong>ie<br />
waarin het diagnostisch controlsysteem landt onbekend zijn, wordt het gebruik van allerhande<br />
onderzoeksinstrumenten en sterk gestructureerd onderzoek ongepast gevonden (Miles en Huberman,<br />
1994). Het instrumentgebruik blijft daarom beperkt tot:<br />
- gespreksformulieren voor de d<strong>at</strong>averzameling (een leeg formulier is opgenomen als bijlage I, de<br />
ingevulde formulieren zijn opvraagbaar bij de onderzoeker);<br />
- gesprekssamenv<strong>at</strong>tingen (de uitgewerkte samenv<strong>at</strong>tingen zijn opvraagbaar bij de onderzoeker);<br />
- geanonimiseerde, gecodeerde gespreksfragmenten (alle gecodeerde gespreksfragmenten zijn<br />
opgenomen als bijlage IIb).<br />
Om tijdtechnische redenen wordt niet gewerkt met bandopnamen. De transcriptie van de bandopnames is<br />
rel<strong>at</strong>ief tijdrovend. De <strong>aanvullend</strong>e inspanningen worden in rel<strong>at</strong>ie tot de mogelijke opbrengsten van dit<br />
onderzoek niet in voldoende m<strong>at</strong>e herkend. Daarbij komt d<strong>at</strong> de onderzoekspopul<strong>at</strong>ie gemakkelijk<br />
toegankelijk is voor de onderzoeker. Eventuele vragen of onduidelijkheden die zich gedurende de d<strong>at</strong>aanalyse<br />
fase voordoen, kunnen worden opgelost door de geïnterviewde nogmaals te raadplegen.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
20<br />
Onderzoeksobject<br />
Processen van betekenisgeving over het diagnostisch controlsysteem zijn hier het onderzoeksobject.<br />
Vrijwel alle grotere organis<strong>at</strong>ies beschikken over een diagnostisch controlsysteem (Simons,1995a) of<br />
basis controlproces (Merchant, 1982) om hun organis<strong>at</strong>ie te besturen en beheersen. Dit fenomeen kan dus<br />
in rel<strong>at</strong>ief veel organis<strong>at</strong>ies worden onderzocht. De Koninklijke Marechaussee beschikt over een<br />
diagnostisch controlsysteem en is tevens gemakkelijk toegankelijk voor de onderzoeker en daarmee een<br />
geschikte case.<br />
De Koninklijke Marechaussee is een Defensieonderdeel en voert voor de Minister van Defensie<br />
militaire politietaken uit. Daarnaast voert de Koninklijke Marechaussee civiele taken uit voor de Ministers<br />
van Justitie en Binnenlandse Zaken, zoals het uitvoeren van grensbewaking en mobiel toezicht aan de<br />
binnengrenzen en het beveiligen van objecten en waardetransporten. Om die taken uit te kunnen voeren<br />
zijn er zo’n 6.000 medewerkers actief verdeeld over zes decentrale districten. Die districten zijn op hun<br />
beurt weer onderverdeeld in kleinere eenheden. Die worden brigades genoemd. Verder is er een centraal<br />
stafappara<strong>at</strong> om de Commandant KMar te ondersteunen in de besturing en beheersing van de organis<strong>at</strong>ie.<br />
Op die centrale staf, de Staf CKMar, wordt ook het diagnostisch controlsysteem ontworpen. Het<br />
diagnostisch controlsysteem sta<strong>at</strong> binnen de Koninklijke Marechaussee bekend als de interne planning en<br />
control (P&C) cyclus. De medewerkers die verantwoordelijk zijn voor het (her)ontwerp van de P&C<br />
cyclus werken bij de Directie P&C. Een recente verandering aan het diagnostisch controlsysteem is het<br />
gebruik van het INK managementmodel. Het is de bedoeling d<strong>at</strong> het gebruik van dit model de<br />
organis<strong>at</strong>ieontwikkeling, klanttevredenheid en de algemene bestuurbaarheid en beheersbaarheid van de<br />
organis<strong>at</strong>ie positief beïnvloedt. De implement<strong>at</strong>ie van het INK managementmodel wordt begeleid door<br />
TNO management consultants. TNO propageert het gebruik van de zogenaamde A3-methodiek<br />
(Doeleman en Van Heumen, 2008).<br />
Afbakening<br />
De districten en brigades vormen de organis<strong>at</strong>ie waar het diagnostisch controlsysteem moet ‘landen’.<br />
Betekenissen bevinden zich overal binnen die districten en brigades. Idealiter wordt dan ook iedereen die<br />
iets doet of moet met de interne P&C cyclus betrokken bij dit onderzoek. Zowel de gemiddelde<br />
doorlooptijd voor een afstudeerproject als de tijd en middelen die de organis<strong>at</strong>ie ter beschikking stelt voor<br />
dit onderzoek zijn beperkt. Daarom wordt gewerkt met een dwarsdoorsnede van de organis<strong>at</strong>ie. In tabel 1<br />
sta<strong>at</strong> een overzicht van verschillende parameters die volgens Miles en Huberman (1994) relevant zijn bij<br />
het maken van zo’n dwarsdoorsnede.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
21<br />
Tabel 1: mogelijke keuzen in steekproefselectie (naar Miles en Huberman p. 30)<br />
Steekproef parameters Mogelijke keuzen<br />
loc<strong>at</strong>ies 26 Bedrijfsbureaus bij brigades, zes districtstaven, Staf CKMar<br />
actoren Medewerkers bedrijfsbureau, brigadecommandant en pla<strong>at</strong>svervanger, medewerkers Planning<br />
en Control van een district, districtscommandant en pla<strong>at</strong>svervanger, medewerkers en<br />
leidinggevenden Directie Planning en Control, CKMar en pla<strong>at</strong>svervanger<br />
gebeurtenissen Jaarplan consult<strong>at</strong>ies, consult<strong>at</strong>ies over periodieke rapportages, controllersoverleggen,<br />
management control overleggen, financial control overleggen, bedrijfsvoeringsoverleggen,<br />
managementteam vergaderingen, overleggen van het bedrijfsvoeringsmanagementteam<br />
processen Het maken van controlbeleid en uitvoeringsrichtlijnen, het opstellen van een bedrijfsplan, het<br />
opstellen van een jaarplan, het voeren van management gesprekken of consult<strong>at</strong>ies, het<br />
uitvoeren van plannen, het verantwoorden over uitvoering van plannen<br />
Gevalsstudies kennen verschillende vormen. Een onderscheidende variabele is de hoeveelheid<br />
onderzoeksloc<strong>at</strong>ies die er bij betrokken zijn. Hier wordt een enkelvoudige gevalsstudie uitgevoerd (Yin,<br />
2003). Meer concreet houdt d<strong>at</strong> voor deze case-organis<strong>at</strong>ie in d<strong>at</strong> het landen van een diagnostisch<br />
controlsysteem niet in meerdere districten wordt onderzocht. Er wordt een district gekozen. In<br />
kwantit<strong>at</strong>ief onderzoek wordt normaliter gewerkt met willekeurige steekproeftrekkingen. Bij kwalit<strong>at</strong>ief<br />
onderzoek wordt de onderzoekspopul<strong>at</strong>ie doelgericht gekozen. De inform<strong>at</strong>ieve waarde van de<br />
onderzoekspopul<strong>at</strong>ie is hierbij de bepalende factor (Miles en Huberman, 1994).<br />
Bij het afbakenen van een kwalit<strong>at</strong>ieve onderzoekscasus kunnen verschillende str<strong>at</strong>egieën worden<br />
gehanteerd. Er kan onder andere worden gekozen voor een afbakening die een goede afspiegeling is van<br />
de totale popul<strong>at</strong>ie (een zogenaamde‘typical case’ (Denscombe, 2007)). Een andere overweging kan zijn<br />
d<strong>at</strong> de casus een goede kans biedt om een bepaalde theorie te ontwikkelen of testen (Yin, 2003). Er zijn<br />
ook gevallen waarin een onderzoeker kiest voor een pragm<strong>at</strong>ische aanpak: de onderzoeksloc<strong>at</strong>ie is<br />
toevallig makkelijk toegankelijk, terwijl andere d<strong>at</strong> juist niet zijn (een zogenaamde ‘convenient case’<br />
(Denscombe, 2007)).<br />
De onderzoekscasus wordt afgebakend zodanig d<strong>at</strong> de inform<strong>at</strong>ieve waarde het grootst is. Daartoe<br />
worden vragen gesteld als: wie weet het meest, wie weet het beste w<strong>at</strong> er leeft, waar doen zich<br />
ontwikkelingen voor die een impuls kunnen zijn voor processen van betekenisgeving? Een deel van die<br />
vragen wordt door het ontwerpteam beantwoord. In tabel 2 sta<strong>at</strong> een overzicht van karakteristieken die<br />
een ma<strong>at</strong>staf kunnen zijn voor de inform<strong>at</strong>ieve waarde van de potentiële gevalsstudies binnen de<br />
Koninklijke Marechaussee.
Tabel 2: karakteristieken van potentiële cases<br />
Loc<strong>at</strong>ie M<strong>at</strong>e van adoptie A3<br />
methodiek<br />
Zittingsduur<br />
DC<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
22<br />
Gemiddelde zittingsduur<br />
District Noord-Oost laag 2 jaar 2 Nee<br />
District Zuid hoog 1 jaar 3 Ja<br />
District Landelijke en<br />
Buitenlandse Eenheden<br />
laag < 1 jaar 3 Nee<br />
District West hoog < 1 jaar 2 Nee<br />
District Schiphol hoog 2 jaar 3 Ja<br />
Landelijk Opleidings- en<br />
Kennismanagement<br />
laag < 1jaar 2 Nee<br />
BC<br />
Bestuurlijke achtergrond<br />
De inform<strong>at</strong>ieve waarde van de casus District Zuid is groot om verschillende redenen. Het district heeft<br />
een rel<strong>at</strong>ief nieuwe methodiek snel en volgens de ‘wandelgangen’ vooruitstrevend geadopteerd. De<br />
result<strong>at</strong>en van dit onderzoek kunnen daarom zinvol zijn voor districten die minder ver zijn. Daarnaast kan<br />
de introductie van de nieuwe methodiek betekenisgevende processen k<strong>at</strong>alyseren. De voor het jaarplan<br />
verantwoordelijke Districtscommandant lijkt een particip<strong>at</strong>ieve stijl te hanteren. Hij betrekt<br />
Brigadecommandanten binnen zijn district actief bij het opstellen van zijn jaarplan. Daarnaast zijn<br />
‘externe belanghebbenden’ ook welkom om te participeren in het proces van het opstellen van het<br />
jaarplan. Ook de gehanteerde veranderstijl zou een impuls kunnen zijn voor betekenisgevende processen.<br />
Ten slotte heeft de Districtscommandant in zijn promotieonderzoek de werking van resulta<strong>at</strong>gerichte<br />
sturing binnen de Koninklijke Marechaussee onderzocht (Leijtens, 2008). De exacte omvang van de<br />
onderzoekspopul<strong>at</strong>ie sta<strong>at</strong> voorafgaand aan het onderzoek niet vast. Er is wel een aantal criteria<br />
gehanteerd:<br />
- Selecteer van iedere ‘type’ functionaris die iets doet of moet met P&C tenminste twee<br />
informanten. Een die er volgens het ontwerpteam ‘positief’ in sta<strong>at</strong>, de ander met minder<br />
positieve opv<strong>at</strong>tingen.<br />
- Selecteer informanten met ten minste anderhalf jaar ervaring in die functie.<br />
- Als informanten tijdens de interviews verwijzen naar een type functionaris of persoon die door<br />
onderzoeker en ontwerpteam niet is geselecteerd, dan wordt hij of zij toegevoegd aan de<br />
onderzoekspopul<strong>at</strong>ie.<br />
DC
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
23<br />
Onderzoeksmethode per stap<br />
Methodestap 1: Intake gesprek met manager<br />
Om toegang te krijgen tot de informanten wordt voorafgaand aan het onderzoek een intake gesprek<br />
gevoerd met de manager die verantwoordelijk is voor het organis<strong>at</strong>ieonderdeel waar het onderzoek wordt<br />
uitgevoerd. Tijdens dit gesprek komen in ieder geval aan de orde:<br />
- doelstelling van het onderzoek: onderzoek doen naar de manier waarop management<br />
controlsystemen, in het bijzonder het diagnostisch controlsysteem, landen in een organis<strong>at</strong>ie<br />
- w<strong>at</strong> er gemeten wordt:<br />
betekenisgeving in de informele netwerken van de informant, door de tijd heen;<br />
de structuur van de informele netwerken van de informant, door de tijd heen;<br />
de aard van verandering in betekenisgeving in de informele netwerken (positiever,<br />
neg<strong>at</strong>iever of vergelijkbaar, ten opzichte van het voorgaande moment);<br />
impulsen voor verandering in betekenisgeving.<br />
Na afloop van het gesprek geeft de manager wel of geen goedkeuring voor de uitvoering van het<br />
onderzoek.<br />
Methodestap 2: Afbakening van het onderzoek en werkafspraken met het ontwerpteam<br />
In de paragraaf ‘onderzoeksstr<strong>at</strong>egie’ is aangegeven waarom wordt gewerkt met een ontwerpteam. Het<br />
ontwerpteam wordt zodanig gekozen d<strong>at</strong> het een afspiegeling is van de verwachte onderzoekspopul<strong>at</strong>ie.<br />
Daarom besta<strong>at</strong> het ontwerpteam uit:<br />
- een Districtscommandant;<br />
- een Brigadecommandant;<br />
- P&C medewerker van het district;<br />
- P&C medewerker van een brigade.<br />
De agenda van de eerste ontwerpteambijeenkomst bev<strong>at</strong>:<br />
- een uiteenzetting van doel en de opzet van het onderzoek;<br />
- de rol van het ontwerp team tijdens het onderzoek;<br />
- afspraken over het waarborgen van de anonimiteit van de onderzoeksgegevens;<br />
- de selectie van informanten voor de uitvoering van het onderzoek in lijn met de eerder genoemde<br />
criteria.<br />
Methodestap 3: Uitvoering van een proefmeting<br />
Tijdens een proefmeting met een kritische collega wordt vastgesteld:<br />
- of de te meten concepten duidelijk zijn;<br />
- of de interviewvragen begrijpelijk zijn;<br />
- hoeveel tijd met de interviews gemoeid is.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
24<br />
Methodestap 4: Uitvoering van de metingen<br />
De feedback uit de proefmeting is in de uiteindelijke interviewaanpak verwerkt. De interviewaanpak ziet<br />
er nu als volgt uit:<br />
i. Inleiding<br />
a. In de inleiding wordt benadrukt d<strong>at</strong> het ga<strong>at</strong> om betekenisgeving: verhalen, geruchten, ideeën<br />
en beelden die in de informele circuits de ronde doen. Informele beelden blijken namelijk<br />
vaak veel meer effect te hebben op het gedrag van mensen, dan de standpunten, verhalen en<br />
beelden die zij bijvoorbeeld in het formele domein naar buiten brengen (bijvoorbeeld tijdens<br />
vergaderingen, present<strong>at</strong>ies of in brieven).<br />
b. Het ga<strong>at</strong> er in dit gesprek om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de beelden over P&C<br />
in het informele netwerk van de gesprekspartner. P&C is de aanduiding die in deze<br />
organis<strong>at</strong>ie wordt gebruikt voor het basis controlproces.<br />
c. Benadrukt worden de vertrouwelijkheid van de gespreksgegevens.<br />
d. Het ga<strong>at</strong> om w<strong>at</strong> de gesprekspartner op verschillende momenten in de tijd in zijn eigen<br />
informele netwerk hoorde over P&C. Het ga<strong>at</strong> in dit gesprek dus niet om de mening van de<br />
respondent, maar waar het informeel over ging bij de vertrouwelingen van de respondent als<br />
het P&C betrof.<br />
ii. Kernvragen<br />
In tabel 3 staan de interviewvragen weergegeven die moeten leiden tot de d<strong>at</strong>averzameling om de<br />
onderzoeksvragen 4.1 tot en met 4.5 te kunnen beantwoorden. Tijdens de interviews wordt<br />
gebruikt gemaakt van een gespreksformulier (Bijlage I).<br />
Methodestap 5: Bespreking van de conceptresult<strong>at</strong>en met het ontwerpteam<br />
Na de interviewrondes en de d<strong>at</strong>a-analyse worden de conceptresult<strong>at</strong>en aan het ontwerpteam voorgelegd.<br />
De vraag die hierbij centraal sta<strong>at</strong>, is in hoeverre zij het beeld herkennen d<strong>at</strong> ontsta<strong>at</strong> uit de d<strong>at</strong>a-analyse<br />
en present<strong>at</strong>ie.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
25<br />
Tabel 3: overzicht van de interviewvragen en antwoordvormen van de respondenten<br />
Vraag<br />
Interviewer<br />
start “L<strong>at</strong>en we terug gaan in de tijd. W<strong>at</strong> is een belangrijk moment<br />
geweest in de ontwikkeling van P&C? D<strong>at</strong> belangrijke moment<br />
kan van alles zijn, iets formeels als een aanwijzing, een brief of<br />
een voorlichting. Iets informeels kan ook, een gerucht, een<br />
voorval, een gesprek, zoiets.”<br />
1 “W<strong>at</strong> was er toen aan de hand?”<br />
2 “Met wie sprak je toen informeel over P&C, wie waren d<strong>at</strong><br />
precies?”<br />
3 “Waar hadden jullie het over? W<strong>at</strong> wisselden jullie bij de<br />
koffieautoma<strong>at</strong> of na een bijeenkomst? W<strong>at</strong> ging er rond?”<br />
“L<strong>at</strong>en we w<strong>at</strong> vooruit gaan in de tijd, w<strong>at</strong> is een volgend<br />
belangrijk moment, w<strong>at</strong> dichter bij het heden?”<br />
[herhaling van de vragen 1, 2 en 3 maar toevoegen van vragen 4,<br />
5 en 6]<br />
4 “Is de manier waarop over P&C gesproken werd veranderd ten<br />
opzichte van het moment d<strong>at</strong> we hiervoor bespraken?”<br />
5 “Werd er in de informele circuits – vergeleken met het vorige<br />
moment – positiever, neg<strong>at</strong>iever of hetzelfde tegen P&C<br />
aangekeken? Het ga<strong>at</strong> dus om w<strong>at</strong> er op d<strong>at</strong> moment in de<br />
wandelgangen rondging…”<br />
6 “Waardoor is die verbetering, verslechtering of verdieping tot<br />
stand gekomen?” [nadrukkelijk stil zijn]<br />
[herhalingen van de vragen 1, 2, 3 met toevoeging van 4, 5 en 6<br />
gaan door tot en met het heden. Na de vragen over het heden<br />
wordt een vraag over de toekomst toegevoegd: 7]<br />
7 “Hoe wordt er in jouw informele circuits gesproken over de<br />
toekomst van P&C?”<br />
slot “Welke vraag heb ik niet gesteld? Vind je d<strong>at</strong> we het hebben<br />
gehad over w<strong>at</strong> er toe doet, als het ga<strong>at</strong> om de werking van<br />
P&C?”<br />
Respondent<br />
[leeft zich in en noemt moment]<br />
[noemt gebeurtenis]<br />
[noemt namen en eventueel functietypen]<br />
[geeft zijn of haar herinneringen aan de betekenisgeving weer]<br />
[leeft zich in en noemt een moment]<br />
[ja/nee]<br />
[positiever/neg<strong>at</strong>iever/hetzelfde]<br />
[verklaring]<br />
[geeft zijn of haar herinneringen aan de betekenisgeving weer]<br />
[aanvullingen]<br />
Kwaliteit onderzoeksontwerp<br />
Volgens Yin zijn bij explorerend onderzoek vooral construct validiteit, externe validiteit en de<br />
betrouwbaarheid belangrijke ma<strong>at</strong>staven voor de kwaliteit van het onderzoek. Hoe verhoudt het<br />
onderzoeksontwerp zich tot deze drie door Yin genoemde criteria?<br />
Onder de construct validiteit versta<strong>at</strong> Yin de m<strong>at</strong>e waarin het bestudeerde concept juist is<br />
geoper<strong>at</strong>ionaliseerd. Hier wordt onderzocht hoe een bepaald management controlinstrument uit een<br />
management controlstructuur landt bij medewerkers in de organis<strong>at</strong>ie. Het landen van iets is een<br />
betrekkelijk abstracte term. Dit abstracte wordt geoper<strong>at</strong>ionaliseerd met het concept betekenisgeving, d<strong>at</strong><br />
al vanaf 1934 (Mead) binnen het ‘symbolisch interactionisme’ bekend is in de liter<strong>at</strong>uur. Het is<br />
overgenomen door onderzoekers van organis<strong>at</strong>ieverandering (Weick, 1995; Gergen, 2009). Daarnaast is
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
26<br />
het theoretische concept empirisch onderzocht en zijn er verschillende methoden om betekenissen te<br />
eliciteren (Homan, 2006).<br />
Onder de externe validiteit versta<strong>at</strong> Yin de m<strong>at</strong>e waarin de result<strong>at</strong>en van de gevalsstudie<br />
generaliseerbaar zijn. De m<strong>at</strong>e waarin vanuit deze gevalsstudie kan worden gegeneraliseerd, hangt af van<br />
de m<strong>at</strong>e waarin de karakteristieken van deze gevalsstudie overeenkomen met de karakteristieken van<br />
vergelijkbare gevallen. In de conclusies van dit onderzoek wordt hier verder op ingegaan.<br />
Onder de betrouwbaarheid versta<strong>at</strong> Yin de m<strong>at</strong>e waarin de handelingen uit de studie herhaalbaar<br />
zijn, met dezelfde result<strong>at</strong>en. Voor sociaal constructionisten is betrouwbaarheid een problem<strong>at</strong>isch begrip.<br />
Sociaal constructionisten zijn van mening d<strong>at</strong> onderzoekers interveniëren in de werkelijkheid. De<br />
werkelijkheidsconstructie besta<strong>at</strong> alleen zolang de dialoog gaande is. De mensen die worden benaderd in<br />
het kader van het onderzoek gaan spontaan betekenis geven aan zowel onderzoek als onderzoeker.<br />
Daarnaast kunnen medewerkers door tal van andere factoren betekenis geven aan het basis controlproces.<br />
Het is dus maar de vraag in hoeverre de betekenisgevingen op tijdstip t overeenkomen met de<br />
betekenisgevingen op tijdstip t + n. Daarnaast stelt De Man in zijn public<strong>at</strong>ie ‘Methodologische keuzen<br />
in bedrijfswetenschappelijk onderzoek: een palet voor de onderzoeker’ d<strong>at</strong> de kwaliteit van de dialoog<br />
tussen onderzoeker en de informant de kernvariabele is in de deugdelijkheid van onderzoek waarin er<br />
geen strikte scheiding is tussen onderzochte en onderzoeker. De kwaliteit van de uitkomsten van het<br />
onderzoek zullen dus sterk afhankelijk zijn van de vaardigheden van de onderzoeker.<br />
Validiteit, betrouwbaarheid, generaliseerbaarheid en objectiviteit zijn (conventionele) ma<strong>at</strong>staven<br />
voor onderzoek d<strong>at</strong> wordt gedaan vanuit een functioneel positivistisch onderzoeksparadigma<br />
(Denscombe, 2007). Deze ma<strong>at</strong>staven hebben vanuit sociaal constructionistisch <strong>perspectief</strong> beperkte<br />
waarde. Een bekende sociaal constructionist, Bouwen (1994), is van mening d<strong>at</strong> vanuit dit <strong>perspectief</strong> de<br />
aannemelijkheid en ‘naspeurbaarheid’ van de onderzoeksresult<strong>at</strong>en van belang zijn. De aannemelijkheid<br />
van de result<strong>at</strong>en van dit onderzoek wordt vergroot doord<strong>at</strong>:<br />
- het conceptresulta<strong>at</strong> is voorgelegd aan het ontwerpteam;<br />
- een deel van de tekstfragmenten is gecodeerd door collega onderzoekers op basis van een<br />
voorlopige coderingslijst. Op basis van de discussie over interpret<strong>at</strong>ie van tekstfragmenten is de<br />
coderingslijst bijgewerkt en zijn de fragmenten anders gecodeerd.<br />
De ‘naspeurbaarheid’ van het onderzoek wordt vergroot doord<strong>at</strong>:<br />
- iedere doorlopen onderzoeksstap in dit rapport wordt verantwoord;<br />
- de d<strong>at</strong>a die ten grondslag liggen aan iedere onderzoeks- en analysestap beschikbaar zijn voor<br />
geïnteresseerden.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
27<br />
Hoofdstuk 4: Result<strong>at</strong>en<br />
In dit hoofdstuk worden de result<strong>at</strong>en besproken van het empirisch onderzoek hoe het diagnostisch<br />
controlsysteem landt bij een onderdeel van de Koninklijke Marechaussee. Eerst worden de gebruikte<br />
onderzoeksmethoden verantwoord. Daarna komt het proces van gegevensanalyse aan bod en wordt een<br />
uitspraak gedaan over de kwaliteit van de d<strong>at</strong>averzameling. Dan volgen de result<strong>at</strong>en van het empirisch<br />
onderzoek en wordt ingegaan op de onderzoeksresult<strong>at</strong>en.<br />
Gebruik onderzoeksmethoden<br />
Methodestap 1: Intake gesprek met manager<br />
Met de manager die verantwoordelijk is voor het organis<strong>at</strong>ieonderdeel waar het onderzoek wordt<br />
uitgevoerd, is allereerst een intake gesprek gevoerd. In dit gesprek heeft de manager aangegeven akkoord<br />
te gaan met de doelstelling van het onderzoek, de keuze voor het organis<strong>at</strong>ieonderdeel en de inhoud van<br />
de metingen. Tevens heeft hij aangegeven d<strong>at</strong> de controller van het organis<strong>at</strong>iedeel het aanspreekpunt is<br />
voor de praktische aangelegenheden.<br />
Methodestap 2: Afbakening van het onderzoek en werkafspraken met het ontwerpteam en management<br />
Het ontwerpteam is gevormd door vier medewerkers. Naast de onderzoeker maakten de<br />
verantwoordelijke manager (Districtscommandant), de controller van het district en een<br />
beleidsmedewerker er onderdeel van uit. De beleidsmedewerker is werkzaam geweest op verschillende<br />
hiërarchische niveaus binnen de onderzoekseenheid en kon derhalve een goede insch<strong>at</strong>ting maken over<br />
w<strong>at</strong> wel en niet zou kunnen werken voor een specifiek onderdeel. De beoogde deelname van<br />
Brigadecommandanten kon niet worden gerealiseerd omd<strong>at</strong> zij onvoldoende konden worden vrijgemaakt<br />
om zitting te hebben in het ontwerpteam. Een onderzoekstijd van maximaal twee uur per<br />
Brigadecommandant was ingesch<strong>at</strong> als het maximaal haalbare en Brigadecommandanten traden dan ook<br />
alleen op als informant. De informanten bevinden zich op loc<strong>at</strong>ies met een gemiddelde reisafstand van<br />
een uur naar Den Bosch, de loc<strong>at</strong>ie van de Districtsstaf. Afgesproken is de informanten te bezoeken op<br />
hun eigen werkplek. Het ontwerpteam heeft een lijst geselecteerd met informanten die voldoen aan de<br />
door de onderzoeker gestelde criteria. De lijst met medewerkers is opgenomen als bijlage III. De<br />
onderzoeker had de volgende informanten voorzien: Districtscommandant, twee Brigadecommandanten,<br />
twee coördin<strong>at</strong>oren bedrijfsbureau van een brigade en één P&C’er van het district. Het ontwerpteam vond<br />
het wenselijk daar twee medewerkers van het district aan toe te voegen en een zogenoemd Hoofd<br />
Oper<strong>at</strong>ies van een brigade. De totale onderzoekspopul<strong>at</strong>ie besta<strong>at</strong> daarmee uit negen medewerkers en<br />
twee reservekandid<strong>at</strong>en. De geselecteerde informanten zijn in een e-mail van hun eigen controller<br />
benaderd en op de hoogte gesteld van het onderzoek.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
28<br />
Methodestap 3:Uitvoering van een proefmeting<br />
De proefmeting met een kritische collega van de onderzoeker is op 16 september 2009 uitgevoerd. De<br />
gehanteerde begrippen en interviewvragen bleken tijdens de proefmeting voldoende duidelijk. De<br />
geïnterviewde werd gevraagd zich in te leven in het onderwerp en dit aan de hand van zijn agenda om de<br />
peilmomenten te identificeren. Uit de proefmeting volgde het vermoeden d<strong>at</strong> het werken met een agenda<br />
niet plezierig is omd<strong>at</strong> de informanten (deels) gebruik maken van elektronische agenda’s met een<br />
beperkte historie. Daarnaast werd tijdens het proefinterview gebruikt gemaakt van een leeg<br />
aantekeningenblok. Na het proefinterview is een d<strong>at</strong>averzamelingsformulier gemaakt om de<br />
onderzoeksd<strong>at</strong>a meer gestructureerd te kunnen vastleggen.<br />
Methodestap 4: Uitvoering van de metingen<br />
De door het ontwerpteam geselecteerde informanten zijn geïnterviewd in de periode van 17 september tot<br />
en met 19 oktober 2009. Interviews met de reserve informanten bleken niet nodig, met alle informanten<br />
kon op een redelijke termijn een afspraak worden ingepland. De gesprekken verliepen aangenaam. Alle<br />
gesprekspartners vonden het plezierig een beeld te schetsen van w<strong>at</strong> er speelde en speelt met betrekking<br />
tot P&C. Meerdere gesprekspartners gaven spontaan aan het interessant te vinden welke beelden er in<br />
andere informele netwerken leven of hebben geleefd. Een gesprek week van deze algemene houding af,<br />
de respondent leek niet bijzonder geïnteresseerd. Zeven van de negen respondenten hadden geen<br />
vervolgafspraken na het interview en beschikbare tijd was hierdoor geen beperking. Slechts bij een<br />
respondent moest er haast worden gemaakt om het gesprek tijdig af te ronden. Gemiddeld bedroeg de<br />
gespreksduur tweeënhalf uur, de duur van het kortste interview bedroeg een uur, het langste viereneenhalf<br />
uur.<br />
Methodestap 5: Bespreking van de conceptresult<strong>at</strong>en met het ontwerpteam<br />
Het is niet mogelijk gebleken het volledige ontwerpteam op korte termijn bij elkaar te brengen. Daarom is<br />
er voor gekozen de conceptresult<strong>at</strong>en schriftelijk voor een feedback naar de ontwerpteamleden te sturen.<br />
Een week l<strong>at</strong>er zijn de leden individueel benaderd (telefonisch). Een teamlid had de result<strong>at</strong>en nog niet<br />
gelezen, de overige leden herkennen zich in het beeld en stellen het op prijs de result<strong>at</strong>en in een<br />
werkbijeenkomst terug te koppelen naar de geïnterviewden.<br />
Verantwoording gegevensanalyse<br />
Analysestap 1: Het verwerken van gespreksformulieren tot gesprekssamenv<strong>at</strong>tingen<br />
Binnen een dag na het interview zijn handm<strong>at</strong>ig ingevulde gespreksformulieren en de losse<br />
gespreksnotities verwerkt tot gesprekssamenv<strong>at</strong>tingen. De gesprekssamenv<strong>at</strong>tingen zijn niet<br />
geanonimiseerd en daarom niet opgenomen als bijlage. De ingevulde gespreksformulieren,<br />
gespreksnotities en gesprekssamenv<strong>at</strong>tingen zijn opvraagbaar bij de onderzoeker.<br />
Analysestap 2: Het schrappen van m<strong>at</strong>eriaal d<strong>at</strong> niet past in het conceptueel model<br />
Gegevens die niet passen in het conceptueel model van dit onderzoek zijn niet overgenomen in de te<br />
coderen fragmenten. Voorbeelden daarvan zijn opmerkingen waarvan de informanten expliciet hebben<br />
aangegeven d<strong>at</strong> zij voor zichzelf spreken en niet over w<strong>at</strong> er op d<strong>at</strong> moment in het informele circuit
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
29<br />
rondging. Ook losse waarnemingen zijn niet gecodeerd. De gesprekssamenv<strong>at</strong>tingen zijn gereduceerd tot<br />
losse tekstfragmenten, gegroepeerd per (informeel netwerk van de) informant.<br />
Analysestap 3: Het coderen van tekstfragmenten<br />
De losse tekstfragmenten zijn voorzien van codes (door zogenaamd open coderen). Er is bewust niet<br />
gekozen voor een vooraf gedefinieerde codelijst. Het betreft hier een explorerend onderzoek, een vooraf<br />
gedefinieerde codelijst zou de waarneming kunnen beïnvloeden. Eerst zijn de fragmenten beschrijvend<br />
gecodeerd, Miles en Hubermann (1994) noemen d<strong>at</strong> first level coding. Hier komt weinig interpret<strong>at</strong>ie bij<br />
kijken: tekstfragmenten die verwijzen naar actoren of bepaalde onderdelen van het diagnostisch<br />
controlsysteem worden voorzien van codes. Daarna is meer verklarend of interpret<strong>at</strong>ief gecodeerd (Miles<br />
en Hubermann (1994) noemen d<strong>at</strong> p<strong>at</strong>tern coding). Vervolgens is nagegaan of er verbanden zitten tussen<br />
de verschillende codes. Het coderen, maken van een voorlopige codelijst, ordenen van verschillende<br />
codes is een (tijdrovend) iter<strong>at</strong>ief proces (gebleken). Twee kritische collega’s van de onderzoeker hebben<br />
ieder drie formulieren met niet gecodeerde tekstfragmenten gecodeerd op basis van de voorlopige<br />
codelijst. Het resulta<strong>at</strong> hiervan zijn geanonimiseerde gecodeerde tekstfragmenten per informant. Deze en<br />
de lijst met codes zijn integraal opgenomen als bijlagen bij dit onderzoek (bijlage IIa en b).<br />
Analysestap 4: Het maken van beschrijvende en verklarende tabellen<br />
De gecodeerde tekstfragmenten zijn verwerkt in tabellen die het beantwoorden van de onderzoeksvragen<br />
ondersteunen. De belangrijkste resulta<strong>at</strong>tabellen maken deel uit van de beantwoording van de<br />
onderzoeksvragen verderop in dit hoofdstuk. De overige zijn IV opgenomen als bijlage.<br />
Kwaliteit d<strong>at</strong>averzameling<br />
De volgende factoren beïnvloeden de d<strong>at</strong>akwaliteit neg<strong>at</strong>ief:<br />
- Betekenisgeving ontsta<strong>at</strong> overal in de organis<strong>at</strong>ie, alle medewerkers zijn daar bij betrokken. De<br />
d<strong>at</strong>averzameling besta<strong>at</strong> uit betekenissen uit informele netwerken van negen informanten. Die<br />
negen informele netwerken dekken niet de hele popul<strong>at</strong>ie af van medewerkers die betrokken zijn<br />
bij het diagnostisch controlsysteem. Derhalve zullen de overzichten van betekenissen niet<br />
volledig zijn.<br />
- Een beperkt aantal informanten ging verder terug in de tijd dan 2006. De volledigheid van<br />
gegevens over die periode is daarmee beperkter dan de periode van 2006 tot en met 2009.<br />
- Herinneringen van mensen zijn selectief en gekleurd.<br />
- Er is geen ‘formele’ netwerkanalyse (door gebruikmaking van een sociaal netwerk analyse tool<br />
als UCINET, http://www.analytictech.com/ ) uitgevoerd. Het beeld d<strong>at</strong> van de netwerken is<br />
ontstaan is hierdoor minder system<strong>at</strong>isch. Als een informant aangeeft d<strong>at</strong> een bepaalde<br />
medewerker in zijn informele netwerk zit, is d<strong>at</strong> ‘voor waar’ aangenomen.<br />
- De ‘betekenisvolle’ momenten waar informanten naar verwijzen zijn niet allemaal even concreet.<br />
Het inleven met behulp van de agenda bleek in de praktijk niet haalbaar. Het geschetste tijdbeeld<br />
heeft het karakter van een grote lijn. Naar m<strong>at</strong>e informanten dichter bij het heden komen, neemt<br />
de concreetheid van (impulsen voor) betekenissen toe.<br />
- Het ontwerpteam heeft een insch<strong>at</strong>ting gemaakt wie positief en wie neg<strong>at</strong>ief tegen het onderwerp<br />
aankijken. Tijdens de gesprekken met informanten leken ook de door het ontwerpteam als<br />
neg<strong>at</strong>ief gemerkte informanten betrekkelijk positief. Als de beschikbare tijd geen beperkende
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
30<br />
factor was geweest dan zou de verzameling informanten zijn uitgebreid met enkele kritische<br />
medewerkers.<br />
- Tijdens de interviews bleken teamleiders een rol te hebben bij de werking van het diagnostisch<br />
controlsysteem. Er was geen gelegenheid de d<strong>at</strong>averzameling uit te breiden met gesprekken met<br />
enkele teamleiders.<br />
De volgende factoren beïnvloeden de d<strong>at</strong>akwaliteit positief:<br />
- De informanten zijn allen betrokken bij het diagnostisch controlsysteem: Districtscommandant,<br />
Brigadecommandanten, Hoofden Oper<strong>at</strong>ies, teamleiders, P&C medewerkers van het District en<br />
P&C medewerkers van de Brigades. Met uitzondering van de teamleiders zijn alle rollen in de<br />
d<strong>at</strong>aset vertegenwoordigd.<br />
- Waar mogelijk (er is namelijk maar een Districtscommandant) is door het ontwerpteam per rol<br />
zowel een medewerker geselecteerd met een positieve als een met een kritische houding ten<br />
opzichte van planning en control. D<strong>at</strong> is gelukt voor de rollen Brigadecommandant, P&C<br />
medewerkers van het District en P&C medewerkers van de Brigades. Hiermee is een genuanceerd<br />
beeld ontstaan.<br />
Beantwoording vraagstelling<br />
In deze paragraaf worden de result<strong>at</strong>en van de gevalsstudie binnen District Zuid van de Koninklijke<br />
Marechaussee weergegeven. In de gevalsstudie hebben de volgende vragen centraal gestaan:<br />
1. Hoe landt het basis controlproces binnen het District Zuid van de Koninklijke Marechaussee?<br />
1.1. Welke betekenissen over het basis controlproces gaan rond in 2009 en daarvoor?<br />
1.2. W<strong>at</strong> zijn door de tijd heen impulsen geweest voor verandering in de betekenisgeving over<br />
het basis controlproces en w<strong>at</strong> was de aard van de verandering?<br />
1.3. Op welke wijze hebben informele netwerken zich door de tijd heen ontwikkeld?<br />
Deelvraag 1.1: Welke betekenissen gaan rond in 2009 en daarvoor?<br />
Planning en control is binnen de Koninklijke Marechaussee geïntroduceerd in 1998. Tabel i in bijlage IV<br />
geeft een overzicht van de planning en control elementen waarover in de periode van ongeveer 1998 tot<br />
en met 2009 betekenissen zijn gevormd. Tabel ii in bijlage IV geeft een overzicht van fenomenen waar in<br />
rel<strong>at</strong>ie tot planning en control over wordt gesproken. In de onderstaande drie tabellen zijn de betekenissen<br />
die in 2009 rondgaan gegroepeerd rond de thema’s jaarplan, bedrijfsplan en rondom geautom<strong>at</strong>iseerde<br />
ondersteuning van de planning en control cyclus.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
31<br />
Tabel 4: Betekenissen die in 2009 rondgaan rond het thema jaarplan en over de toekomst daarvan.<br />
De getallen tussen haakjes verwijzen naar de gecodeerde tekstfragmenten in bijlage II.<br />
Jaarplan A3<br />
doelstellingen<br />
visieconferentie<br />
PIOFAH<br />
Positieve<br />
betekenissen<br />
Neg<strong>at</strong>ieve<br />
betekenissen<br />
2009 Toekomst<br />
- We gaan visieconferenties inzetten om de communic<strong>at</strong>ie met<br />
en de betrokkenheid van brigades te verbeteren (1.3).<br />
- Gesprekken met BC’en verlopen makkelijker en beter, we<br />
hebben het minder over het ‘eeuwige resulta<strong>at</strong>gerichte’(1.8).<br />
- We zien de meerwaarde van het JP/A3 maar hoe gaan we het<br />
gebruiken? (2.12).<br />
- Goede zet om proceseigenaren te benoemen voor<br />
oper<strong>at</strong>ionele verantwoording in pla<strong>at</strong>s van de BC (3.12).<br />
- INK wordt binnen de hele brigade gedragen (4.11).<br />
- Overzichtelijk ding, d<strong>at</strong> A3 (4.11).<br />
- INK A3: heel prettig en duidelijk om mee te werken, leesbaar<br />
voor iedereen (8.17)<br />
- We hebben hoge verwachtingen van INK. Iedereen weet d<strong>at</strong><br />
SBF’en niet van korte duur zijn, ze geven ons richting. Oude<br />
doelstellingen uit een JP verdwenen ineens na een jaar, is het<br />
dan ineens niet meer belangrijk? (8.25)<br />
- Waar het mij om ga<strong>at</strong>, is d<strong>at</strong> het heel belangrijk is d<strong>at</strong> het heel<br />
duidelijk is voor de mensen op de werkvloer. Ze komen niet<br />
alleen om hun brood op te eten, ze weten ook waar ze mee<br />
bezig zijn (8.26).<br />
- Hoe gaan we om met processturing? (9.15)<br />
- Doelstellingen gerealiseerd maar geen contact (1.1)<br />
- Uitvoerende medewerkers onvoldoende betrokken bij sturing<br />
(1.2)<br />
- Geen constructieve dialoog met STC (1.6)<br />
- Geen constructieve dialoog met brigades (1.7)<br />
- We beschikken niet over de noodzakelijke inform<strong>at</strong>ie en fin.<br />
middelen om de juiste opleidingen in te kopen. (1.4)<br />
- Buiten ons netwerk hadden ze het vooral over<br />
randvoorwaarden, d<strong>at</strong> soort zaken horen niet thuis in een<br />
jaarplan (2.12).<br />
- In ons netwerk wordt verontwaardigd gereageerd, dit is niet<br />
in lijn met onze ambitie van een betrouwbare partner! (2.15)<br />
- Na visieconferentie: ‘w<strong>at</strong> gooien ze nu weer over de schutting,<br />
dit gaan we alleen niet trekken’. (3.11)<br />
- Teamleiders vinden plannen wel aardig, verantwoorden<br />
minder(3.14a).<br />
- Over INK zeiden ze d<strong>at</strong> het minder werk zou worden, d<strong>at</strong> is<br />
n<strong>at</strong>uurlijk niet zo (4.11).<br />
- Veel positieve geluiden over d<strong>at</strong> A3, ik weet het niet zo, het is<br />
nogal wollig w<strong>at</strong> er in sta<strong>at</strong>, hoe ga je d<strong>at</strong> meten? (5.6)<br />
- LOKKMar is onhandig gepositioneerd in de P&C cyclus, we<br />
moeten inform<strong>at</strong>ie leveren op tijdstippen waarop die<br />
inform<strong>at</strong>ie nog helemaal niet beschikbaar is.<br />
- We hopen d<strong>at</strong> het productengedeelte in de toekomst<br />
geautom<strong>at</strong>iseerd uit een systeem zal komen (2.18).<br />
- Hoe gaan we invulling geven aan de conferentie van<br />
ambitie naar actie? (3.14b)<br />
- Meer decentrale inbreng in producten CF te beïnvloeden,<br />
we maken onvoldoende gebruik van de ruimte om bottom up<br />
doelstellingen te beïnvloeden (3.17).<br />
- We moeten plannen baseren op trends uit de omgeving, de<br />
Staf CKMar zou daar ook een belangrijke rol in moeten<br />
spelen (7.20).<br />
- In de toekomst meer lijn aanbrengen in de nu wel erg<br />
informele gesprekken met BC’en (1.10).<br />
- Ontwikkelingsniveau secties blijft achter bij ontwikkeling<br />
die brigades hebben doorgemaakt.(1.11).<br />
- Gegevensbeheer is een probleem (3.18).<br />
- Slank, slim en betekenisvol. Het moet er toe doen – niet<br />
alleen voor een brigade, het kan ook een (keten)partner zijn<br />
– anders moet je het ‘killen’ (7.19).
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
32<br />
Tabel 5: Betekenissen die in 2009 rondgaan over het bedrijfsplan en over de toekomst daarvan.<br />
De getallen tussen haakjes verwijzen naar de gecodeerde tekstfragmenten in bijlage II.<br />
Bedrijfsplan 2009 Toekomst<br />
Positieve<br />
betekenissen<br />
Neg<strong>at</strong>ieve<br />
betekenissen<br />
- Het BP als rollend plan is een goed product en het komt<br />
ook op het goede moment. Toch merk ik wel weerstand.<br />
(9.17)<br />
- We waren er heel blij mee, totd<strong>at</strong> we zagen d<strong>at</strong> er een BP<br />
moest komen. Gelukkig is het een groeidocument, d<strong>at</strong> geeft<br />
w<strong>at</strong> minder druk (8.20).<br />
- Misschien moeten we het BP voor het JP doen. Het was<br />
heel veel werk voor de PBC/HOP maar het past<br />
uiteindelijk prima bij het INK A3 (8.30).<br />
Tabel 6: Betekenissen die in 2009 rondgaan over de geautom<strong>at</strong>iseerde ondersteuning van de planning en<br />
control cyclus en over de toekomst daarvan.<br />
De getallen tussen haakjes verwijzen naar de gecodeerde tekstfragmenten in bijlage II.<br />
CP, CM, CF,<br />
FINAD,<br />
Dashboard,<br />
Autom<strong>at</strong>isering<br />
Positieve<br />
betekenissen<br />
Neg<strong>at</strong>ieve<br />
betekenissen<br />
- Tijdsdruk zet te veel dingen onder druk, zo ook het BP, d<strong>at</strong><br />
moest ineens een aantal maanden eerder worden<br />
aangeleverd omd<strong>at</strong> de bestuursstaf d<strong>at</strong> heeft bedacht (9.21.)<br />
- “W<strong>at</strong> moet ik hier nu mee? We waren toch bezig om P&C<br />
eenvoudiger, handiger en slanker te maken?” “ja...eh…het<br />
is heus heel handig en op de staf maken ze ook een BP.”<br />
(7.14)<br />
- “Op een brigade kunnen we helemaal geen twee tot vier<br />
jaar vooruit kijken.” (7.14)<br />
- Ineens was er een BP, we lopen op de zaken vooruit (5.10).<br />
2009 Toekomst<br />
- Er besta<strong>at</strong> behoefte aan INK dashboards bij het JP (1.4).<br />
- Geen bijzondere verschillen in de dialoog over het CF. Het<br />
is een goede tool om producten te registreren (5.5).<br />
- Toen we geen plenaire sessies hebben gehouden om het JP<br />
om te zetten in de CP tool zijn de brigades gaan zweven.<br />
D<strong>at</strong> bewijst d<strong>at</strong> de sessies nuttig zijn (5.7).<br />
- Er is een probleem met de CM tool. Die kan bijna niemand<br />
lezen, zeker tweede teamleiders niet (8.23).<br />
- We hopen d<strong>at</strong> het productengedeelte in de toekomst<br />
geautom<strong>at</strong>iseerd uit een systeem zal komen (2.18).<br />
- Meer decentrale inbreng in het productengedeelte van het<br />
CF, we hebben de ruimte maar benutten hem niet (3.17).<br />
- CP/CM, daar hoor ik allemaal verschillende geluiden<br />
over. Misschien wordt het één tool, misschien ga<strong>at</strong> ie weg,<br />
misschien gaan we helemaal niet meer sturen op uren<br />
Op basis van tabellen 4 tot en met 6 en de tabellen in bijlage IV kan het volgende worden geconcludeerd.<br />
- Niet alle elementen van het diagnostisch controlsysteem leiden in dezelfde m<strong>at</strong>e tot betekenisgeving.<br />
In 2009 is het grootste deel van de betekenissen gevormd over het A3 Jaarplan.<br />
- Betekenisgeving ga<strong>at</strong> in de vroege periode (van ongeveer 1998 tot 2003) van planning en control<br />
vooral over verantwoording van gegevens (‘cijfertjes’) naar centrale onderdelen van de KMar. Tussen<br />
2003 en 2007 komt daar verandering in en worden er steeds meer elementen en fenomenen besproken<br />
die te maken hebben met sturing. In 2008 en 2009 voeren de elementen en fenomenen die te maken<br />
hebben met sturing de boventoon.<br />
- In de negen informele netwerken gaan verschillende betekenissen rond over hetzelfde onderwerp.<br />
Sommige betekenissen zijn tegenstrijdig. Er ontsta<strong>at</strong> een beeld van een gevarieerde context.<br />
(5.13).<br />
- Registr<strong>at</strong>ie van producten is een probleem, iedere brigade<br />
heeft zijn eigen systeem (3.18).<br />
- Zal de samenvoeging van de SAP modules MATLOG en<br />
FINAD een personele reductie met zich meebrengen?<br />
(6.11)
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
33<br />
Deelvraag 1.2: W<strong>at</strong> zijn impulsen geweest voor verandering in de betekenisvorming?<br />
Tabel 7 geeft een overzicht van de impulsen die in de negen informele netwerken worden onderkend voor<br />
positievere, vergelijkbare of neg<strong>at</strong>ievere betekenisgeving ten opzichte van een voorafgaand moment. In<br />
tabel 8 op de volgende pagina staan de verschillende impulsen gegroepeerd rondom de aard van de<br />
verandering. In de dialoog over impulsen voor positievere betekenisgeving worden verschillende soorten<br />
verklaringen gegeven:<br />
- Verbetering van de dialoog geeft elementen van het diagnostisch controlsysteem meer betekenis<br />
(bijvoorbeeld het jaarplan);<br />
- Zichtbare verbetering in het realiseren van vooraf gedefinieerde doelen;<br />
- Ondersteuning aan onderdelen die moeite hebben om invulling te geven aan bepaalde elementen<br />
van het diagnostisch controlsysteem;<br />
- Betrokkenheid van een lijnmanager;<br />
- Elementen van het basis controlproces die een zeker praktisch nut hebben. Die elementen bieden<br />
bijvoorbeeld inzicht, geven richting of brengen delen van de organis<strong>at</strong>ie samen.<br />
In de verklaringen voor vergelijkbare of neg<strong>at</strong>ievere betekenisgeving is geen achterliggend p<strong>at</strong>roon<br />
ontdekt. In algemene zin – dus voor positievere, neg<strong>at</strong>ievere en vergelijkbare betekenisgeving – kan<br />
worden gesteld d<strong>at</strong> er zowel impulsen of verklaringen worden genoemd die te maken hebben met het<br />
ontwerp (inhoud) van als met de processen rondom (rel<strong>at</strong>ioneel) het diagnostisch controlsysteem.<br />
Voorbeelden van verklaringen die te maken hebben met het ontwerp van (onderdelen van) het<br />
diagnostisch controlsysteem zijn: “het Jaarplan A3 geeft inzicht in werkzaamheden en richting”, “het<br />
bedrijfsplan heeft de verkeerde inhoud of voegt niets toe ten opzichte van het bestaande” of<br />
“doelstellingen verbeteren zichtbaar”. Voorbeelden van verklaringen die te maken hebben met de<br />
processen rondom het diagnostisch controlsysteem zijn: “verbeterde communic<strong>at</strong>ie”, “ondersteuning van<br />
eenheden bij de invulling van <strong>MC</strong> instrumenten”, “particip<strong>at</strong>ie”, “wantrouwen of defensief gedrag<br />
(‘duiken’, zie gecodeerd tekstfragment 7.14)”.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
34<br />
Tabel 7: Overzicht impulsen voor verbetering, verslechtering of verdieping van betekenisgeving<br />
De getallen tussen haakjes verwijzen naar de gecodeerde tekstfragmenten in bijlage II<br />
GS Voor 2003 2003 – 2005 2006-2007 2008 2009<br />
01 Positiever (+) door<br />
verbeterde communic<strong>at</strong>ie<br />
met BC’en (1.9)<br />
02 Neg<strong>at</strong>iever (-)door<br />
toegenomen<br />
wantrouwen (2.3)<br />
Vergelijkbaar (-) door<br />
onduidelijkheid over nut en<br />
noodzaak van de<br />
werkzaamheden (2.6)<br />
Positiever (+) door<br />
verbeterde dialoog<br />
waardoor het JP meer<br />
betekenis kreeg.<br />
Daarnaast heeft een<br />
andere BC vermoedelijk<br />
een positieve bijdrage<br />
geleverd (2.9).<br />
03 Positiever (+)doord<strong>at</strong><br />
result<strong>at</strong>en zichtbaar<br />
verbeterden, planningen<br />
werden gerealiseerd en<br />
ondersteuning door DIS<br />
04<br />
LN<br />
Positiever (+), het JP<br />
kreeg langzaam meer<br />
betekenis door: (1)<br />
doelrealis<strong>at</strong>ie<br />
verbeterde zichtbaar,<br />
(2) er ontstonden<br />
spontante initi<strong>at</strong>ieven<br />
om prest<strong>at</strong>ies te<br />
verbeteren (4.8).<br />
Vergelijkbaar (+), aard van<br />
gesprekken over P&C is<br />
hetzelfde. Gedachten over nut<br />
en noodzaak van P&C zijn<br />
eerder ontstaan en constant<br />
gebleven (4.10).<br />
bij moeilijkheden (3.8).<br />
05 Vergelijkbaar (+) doord<strong>at</strong><br />
aard van gesprekken over<br />
P&C altijd positief is<br />
geweest door gezamenlijke<br />
aanpak, openheid en<br />
zichtbaar resulta<strong>at</strong><br />
(doelrealis<strong>at</strong>ie)(5.4).<br />
Vergelijkbaar (+) door de<br />
reorganis<strong>at</strong>ie hadden we<br />
minder tijd voor P&C<br />
maar we vonden het nog<br />
net zo belangrijk (3.10).<br />
Positiever (++) doord<strong>at</strong><br />
de A3 JP methodiek meer<br />
inzicht en overzicht gaf in<br />
werkzaamheden en<br />
duidelijkheid over richting<br />
(2.14).<br />
Positiever (++) door de A3<br />
methodiek: overzicht,<br />
inzicht en het werkt<br />
sneller. Het wordt gezien<br />
als ons ding, d<strong>at</strong> werkt<br />
motiverend (3.14).<br />
Vergelijkbaar (+), de aard<br />
van de gesprekken over<br />
P&C is positief en<br />
hetzelfde (4.14).<br />
Vergelijkbaar (+) doord<strong>at</strong><br />
we brigades altijd<br />
betrekken en ondersteunen<br />
waar nodig (5.12).<br />
06 Verdieping (+), doord<strong>at</strong><br />
onderwerpen in de<br />
overleggen zijn hetzelfde,<br />
ook het wij – zij gevoel.<br />
Maar in principe staan we<br />
positief tegenover P&C,<br />
07<br />
LN<br />
’05-’06: Vergelijkbaar (-) van<br />
neg<strong>at</strong>ieve betekenissen over<br />
P&C. De kwaliteit van P&C<br />
is van dram<strong>at</strong>isch niveau, al<br />
was de aanwas van nieuwe<br />
KMA opgeleide officieren een<br />
positieve impuls (7.7).<br />
’06-’07: Positiever (+)<br />
doord<strong>at</strong> discussies over<br />
sturing en het te bereiken<br />
(maa) effect beter werden<br />
(7.9).<br />
08 ’06-’07:Neg<strong>at</strong>iever (-)<br />
door onhaalbare deadlines<br />
en te hoge werklast in het<br />
algemeen (8.10).<br />
09<br />
LN<br />
Neg<strong>at</strong>iever (-) doord<strong>at</strong> P&C<br />
aanvankelijk alleen veel<br />
gedoe was, ‘leugenbriefjes’<br />
schrijven, maar nu was het<br />
complexer geworden door<br />
allerlei technische exercities<br />
(9.6).<br />
Neg<strong>at</strong>iever (-) doord<strong>at</strong> we<br />
P&C onvoldoende<br />
benutten om sturing<br />
binnen een brigade op<br />
scherp te zetten. Sommigen<br />
lijken het ook wel prima te<br />
vinden, je haalt je<br />
doelstellingen makkelijk,<br />
d<strong>at</strong> geeft vrijheid (7.13).<br />
’07-’07: Positiever (+)<br />
doord<strong>at</strong> STC ons<br />
bevestigde in onze ideeën<br />
over doelstellingen en DIS<br />
ongelijk gaf. Daarnaast<br />
waardeerden wij STC<br />
vanwege kennis (8.16).<br />
Positiever (+) doord<strong>at</strong> we<br />
merken d<strong>at</strong> ‘pr<strong>at</strong>en’ werkt<br />
(9.14).<br />
d<strong>at</strong> is ons werk (6.9).<br />
Neg<strong>at</strong>iever (--) doord<strong>at</strong> de<br />
dialoog over het BP<br />
inhoudelijk teleurstellend<br />
verliep. (7.15)<br />
Positiever (++) doord<strong>at</strong>:<br />
(1) we met het A3 JP<br />
identiteit konden geven<br />
aan onze eenheid, (2)<br />
leesbaar en voor iedereen<br />
duidelijk waar we mee<br />
bezig zijn en (3) welke<br />
consequenties d<strong>at</strong> heeft<br />
(8.22 en 8.27).<br />
Positiever (++) de aard<br />
van de gesprekken is<br />
positiever, we pr<strong>at</strong>en<br />
vanuit positieve ervaringen<br />
met de nieuwe aanpak<br />
(9.19).
Tabel 8: Impulsen naar aard van verandering<br />
De getallen tussen haakjes verwijzen naar de gecodeerde tekstfragmenten in bijlage II<br />
Verbetering<br />
Door verbeterde communic<strong>at</strong>ie met BC’en<br />
(1.9).<br />
Door verbeterde dialoog waardoor het JP<br />
meer betekenis kreeg. Daarnaast heeft een<br />
andere BC vermoedelijk een positieve<br />
bijdrage geleverd (2.9).<br />
Doord<strong>at</strong> de A3 JP methodiek meer inzicht gaf<br />
en overzicht in werkzaamheden en<br />
duidelijkheid over richting (2.14).<br />
Doord<strong>at</strong> result<strong>at</strong>en zichtbaar verbeterden,<br />
planningen werden gerealiseerd en<br />
ondersteuning door het DIS bij moeilijkheden<br />
(3.8).<br />
Door de A3 methodiek: overzicht, inzicht en<br />
het werkt sneller. Het wordt gezien als ons<br />
ding, d<strong>at</strong> werkt motiverend (3.14).<br />
Doord<strong>at</strong> het JP steeds meer betekenis kreeg<br />
door: zichtbare verbetering van<br />
doelrealis<strong>at</strong>ie en het ontstaan van spontane<br />
initi<strong>at</strong>ieven om prest<strong>at</strong>ies te verbeteren (4.8).<br />
Doord<strong>at</strong> de STC(1 medewerker) ons<br />
bevestigde in onze ideeën over doelstellingen<br />
en daarmee het DIS ongelijk gaf. Daarnaast<br />
waardeerden wij STC (1 medewerker)<br />
vanwege zijn kennis (8.16).<br />
Doord<strong>at</strong> wij met het A3 JP identiteit konden<br />
geven aan onze eenheid, het A3 JP leesbaar<br />
is en voor iedereen duidelijk waar we mee<br />
bezig zijn en w<strong>at</strong> daarvan de consequenties<br />
zijn (8.22 en 8.27).<br />
Doord<strong>at</strong> we merkten d<strong>at</strong> ‘pr<strong>at</strong>en’ werkt<br />
(9.14).<br />
Doord<strong>at</strong> de aard van de gesprekken<br />
positiever is, er klinkt een frisser geluid in<br />
vergaderingen. We pr<strong>at</strong>en vanuit positieve<br />
ervaringen met de nieuwe aanpak, d<strong>at</strong> smaakt<br />
naar meer (9.19) .<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
35<br />
Verdieping Verslechtering<br />
Door onduidelijkheid over nut en noodzaak<br />
van de werkzaamheden (2.6).<br />
Door de reorganis<strong>at</strong>ie hadden we minder tijd<br />
voor P&C maar we vonden het nog net zo<br />
belangrijk (3.10).<br />
Doord<strong>at</strong> de gedachten over nut en noodzaak<br />
van P&C eerder zijn ontstaan en constant<br />
zijn gebleven (4.10).<br />
Door gezamenlijke aanpak, openheid en<br />
zichtbaar resulta<strong>at</strong> (doelrealis<strong>at</strong>ie) (5.4).<br />
Doord<strong>at</strong> we brigades altijd betrekken en<br />
ondersteunen waar nodig (5.12).<br />
Doord<strong>at</strong> de onderwerpen in de overleggen en<br />
het wij – zij gevoel hetzelfde zijn (6.9).<br />
Doord<strong>at</strong> de kwaliteit van P&C van laag<br />
niveau is (7.7).<br />
Door toegenomen wantrouwen (2.3).<br />
Doord<strong>at</strong> we P&C onvoldoende benutten om<br />
sturing binnen een brigade op scherp te<br />
zetten. Sommigen lijken het wel prima te<br />
vinden, je haalt je doelstellingen makkelijk,<br />
d<strong>at</strong> geeft vrijheid (7.14).<br />
Doord<strong>at</strong> de dialoog over het BP inhoudelijk<br />
teleurstellend verliep (7.15).<br />
Door onhaalbare deadlines en hoge<br />
werkdruk in het algemeen (8.10).<br />
Doord<strong>at</strong> P&C aanvankelijk alleen veel gedoe<br />
was, ‘leugenbriefjes’ schrijven maar het nu<br />
veel complexer was geworden door allerlei<br />
technische exercities (9.6).
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
36<br />
Deelvraag 1.3 : Hoe ontwikkelen de informele netwerken zich?<br />
Onderstaande tabel (9) is een weergave van de informele netwerken van de negen gesprekspartners op<br />
verschillende momenten in de tijd. Geconcludeerd kan worden d<strong>at</strong>:<br />
- de voornaamste reden voor verandering van het informele netwerk functiewisseling is;<br />
- informele netwerken over het algemeen sterke verwantschap met de formele organis<strong>at</strong>iestructuur<br />
vertonen;<br />
- contacten tussen districten over het basis controlproces er nauwelijks zijn. Eén gesprekspartner<br />
geeft aan veel profijt te hebben van het informele netwerk met functionarissen in andere<br />
districten. Deze functionaris heeft zelf echter geen of een beperkt informeel netwerk binnen het<br />
eigen organis<strong>at</strong>ieonderdeel.<br />
De informele contacten ogen rel<strong>at</strong>ief beperkt. De uitkomsten van het onderzoek geven de indruk d<strong>at</strong> er<br />
(in een positief scenario) op een brigade hoofdzakelijk informeel over P&C wordt gesproken tussen<br />
Brigadecommandant, P&C medewerkers (BB, 2 medewerkers) en Hoofd Oper<strong>at</strong>ies (HOP).<br />
Tabel 9: Overzicht van informele netwerken van informanten door de tijd<br />
De getallen tussen haakjes geven het aantal medewerkers met die specifieke rol aan.<br />
GS Voor 2003 2003 – 2005 2006-2007 2008 2009<br />
01 DC-PDC-HP&C<br />
ACT-DIS: lokaal & intern<br />
02 1998: dienstploeg 2003: BC,<br />
2006: STC (1),<br />
P&C (1), HOP/PBC, BC<br />
2000: ploegcommandant, afdelingscommandanten afdelingscommandanten<br />
afdelingscommandant<br />
2007: P&C(2), HOP/PBC,<br />
2002: BC,<br />
afdelingscommandanten<br />
2001: functiewissel<br />
(intern BRG van lid<br />
motorpool naar BB)<br />
BC<br />
03 Hoofd doorla<strong>at</strong>post, BC BC & BB<br />
BC & BB BC, BB, oper<strong>at</strong>ioneel<br />
2006: Functiewissel van<br />
planner (BB, facilit<strong>at</strong>or<br />
afdelingscommandant naar<br />
INK), teamleiders,<br />
HOP/PBC<br />
coördin<strong>at</strong>or recherche<br />
04<br />
LN<br />
P&C(1), afdelingschef,<br />
DC, enkele<br />
groepscommandanten<br />
2003: brigadeadjudant,<br />
twee<br />
afdelingscommandanten,<br />
BB (1)<br />
2004: functiewissel,<br />
CDT andere brigade:<br />
pla<strong>at</strong>svervanger en P&C<br />
(1)<br />
pla<strong>at</strong>svervanger en P&C (1) P&C (1) P&C (1)<br />
05 STC (4), BB (6) uitzending STC (4), BB (6)<br />
06 STC (1), DIS (3) STC (1), DIS (3)<br />
07<br />
LN<br />
P&C (1), medewerkers<br />
bureau OPS<br />
2006: PBC<br />
2007: Brigadeadjudant, P&C<br />
08 2006: medewerkers BB,<br />
vriend externe organis<strong>at</strong>ie<br />
09<br />
LN<br />
(1)<br />
2007: BB (2)<br />
P&C (1), BC’en BB(1), PBC<br />
PHOP, BB (2)<br />
Divers 2003:beperkt MINDEF Bureau SG(2) PDC, P&C (1) DIS (1), IGO (1), P&C(1),<br />
extern (1), STC(1)
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
37<br />
Conclusie casestudy: Hoe landt het basis controlproces binnen het District Zuid van de Koninklijke<br />
Marechaussee?<br />
Hoe ontwikkelt betekenisgeving in informele netwerken zich door de tijd heen?<br />
Betekenisgeving is in de loop der jaren verschoven van het verantwoorden van ‘cijfertjes’ aan de centrale<br />
organis<strong>at</strong>ie naar een behoefte aan hulpmiddelen bij sturing in de decentrale organis<strong>at</strong>ie. Daarbij geldt d<strong>at</strong><br />
niet alle elementen van het diagnostisch controlsysteem in dezelfde m<strong>at</strong>e tot betekenisgeving hebben<br />
geleid.<br />
W<strong>at</strong> zijn impulsen voor verandering in betekenisgeving en w<strong>at</strong> is de aard van de verandering?<br />
In algemene zin kan worden gesteld d<strong>at</strong> impulsen te maken hebben met zowel inhoudelijke of<br />
ontwerptechnische als rel<strong>at</strong>ionele of procesm<strong>at</strong>ige aspecten van het diagnostisch controlsysteem. Dit geldt<br />
voor positievere, neg<strong>at</strong>ievere en vergelijkbare betekenisgeving. Wanneer medewerkers in hun informele<br />
netwerk de betekenis hebben geconstrueerd d<strong>at</strong> een element van het diagnostisch controlsysteem ‘richting<br />
geeft’, is het aannemelijk d<strong>at</strong> dit element een positief effect heeft op de manier waarop zij het element<br />
gaan gebruiken om organis<strong>at</strong>ieresult<strong>at</strong>en te beïnvloeden in de richting van doelen van de organis<strong>at</strong>ie.<br />
Echter, wanneer medewerkers een neg<strong>at</strong>ieve betekenis construeren – bijvoorbeeld ‘dit element voegt niets<br />
toe’ of ‘dit is niet in lijn met w<strong>at</strong> wij hebben afgesproken’ – dan heeft dit ook een neg<strong>at</strong>ief effect op de<br />
wijze waarop het element wordt toegepast. De betekenisgeving over het dynamisch controlproces heeft<br />
zich door de tijd overwegend positief ontwikkeld.<br />
Opvallend is d<strong>at</strong> er geen betekenisgeving rondga<strong>at</strong> over de rol van de partijen die betrokken zijn<br />
geweest bij de implement<strong>at</strong>ie, zoals bijvoorbeeld TNO, de kwaliteit van de verzorgde opleidingen en de<br />
projectondersteuning van de centrale staf van de Koninklijke Marechaussee.<br />
Hoe ontwikkelt de structuur van informele netwerken zich door de tijd heen?<br />
Er zit weinig ontwikkeling in de structuur van de informele netwerken. Als er veranderingen in structuur<br />
hebben pla<strong>at</strong>sgevonden, dan worden die veroorzaakt door functiewisselingen.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
38<br />
Beperkingen onderzoeksresult<strong>at</strong>en<br />
In welke m<strong>at</strong>e kan worden gegeneraliseerd vanuit deze gevalsstudie hangt af van de m<strong>at</strong>e waarin de caseorganis<strong>at</strong>ie<br />
overeenkomt met andere organis<strong>at</strong>ies (Densecombe, 2007). De case-organis<strong>at</strong>ie kan in<br />
verschillende manieren worden gec<strong>at</strong>egoriseerd. Om te beginnen maakt de case-organis<strong>at</strong>ie – het District<br />
Zuid – onderdeel uit van de Koninklijke Marechaussee. Iedere te bestuderen geval heeft ook unieke<br />
eigenschappen. Zo zullen bijvoorbeeld de ervaren leiderschapsstijl en/of de gemiddelde<br />
opleidingsachtergrond van medewerkers per district verschillen. Het District Zuid is voor w<strong>at</strong> betreft een<br />
aantal karakteristieken wel vergelijkbaar met de overige onderdelen van de Koninklijke Marechaussee:<br />
- de organis<strong>at</strong>ieonderdelen zijn op hetzelfde moment geconfronteerd met het diagnostisch<br />
controlsysteem en worden op eenzelfde wijze geïnstrueerd op het gebied van P&C;<br />
- de organis<strong>at</strong>ieonderdelen voeren vergelijkbare taken uit;<br />
- de organis<strong>at</strong>ieonderdelen hebben een vergelijkbare ‘organis<strong>at</strong>ieculturele achtergrond’.<br />
Een tweede c<strong>at</strong>egorisering: de Koninklijke Marechaussee maakt onderdeel uit van de Defensieorganis<strong>at</strong>ie.<br />
Andere Defensieonderdelen als de Koninklijke Marine of de Koninklijke Luchtmacht zijn op hetzelfde<br />
moment met een diagnostisch controlsysteem begonnen. Alle Defensieonderdelen ontvangen richtlijnen<br />
voor het diagnostisch controlsysteem van de Minister van Defensie. De taakuitoefening van de<br />
Defensieonderdelen verschilt. Het is aannemelijk d<strong>at</strong> de organis<strong>at</strong>iecultuur van Defensieonderdelen<br />
bepaalde overeenkomsten zal vertonen – denk bijvoorbeeld aan de ervaren hiërarchie of machtsafstand –<br />
toch hebben Defensieonderdelen hun eigen ‘kleur’.<br />
De case-organis<strong>at</strong>ie kan ook binnen een nog breder kader worden gepla<strong>at</strong>st:<br />
overheidsorganis<strong>at</strong>ies. Allemaal gehouden aan de Comptabiliteitswet (regelgeving voor de begrotings- en<br />
verantwoordingsprocessen) die bepaalde richtlijnen meegeeft over de in te richten diagnostische<br />
controlsystemen. De verschillen tussen overheidsonderdelen zijn echter zo groot d<strong>at</strong> generalis<strong>at</strong>ies tot d<strong>at</strong><br />
niveau onaannemelijk zijn.<br />
Samenv<strong>at</strong>tend lijkt het aannemelijk d<strong>at</strong> de kenmerken van de verschillende Districten binnen de<br />
Koninklijke Marechaussee voldoende overeenkomsten vertonen om op basis van deze overeenkomsten de<br />
dialoog aan te gaan met andere delen binnen de eigen organis<strong>at</strong>ie. Hierbij dienen de al genoemde<br />
voorbehouden te worden gemaakt. Bij generalis<strong>at</strong>ies naar andere Defensieonderdelen neemt het aantal<br />
voorbehouden aanzienlijk toe. Verder generaliseren is niet aan de orde.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
39<br />
Hoofdstuk 5: conclusies en aanbevelingen<br />
Conclusies<br />
Hoofdvraag: Hoe landt een diagnostisch controlsysteem in een organis<strong>at</strong>ie?<br />
W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over diagnostische control systemen in rel<strong>at</strong>ie tot management control?<br />
Een diagnostisch controlsysteem bev<strong>at</strong> middelen en processen om het gedrag van medewerkers te<br />
beïnvloeden om organis<strong>at</strong>iedoelstellingen te bereiken. Het diagnostisch controlsysteem is een van de vier<br />
deelsystemen in de hefboomtheorie van Simons (1995a, 1995b). Volgens de theorie beschikken managers<br />
van organis<strong>at</strong>ies met de vier deelsystemen over voldoende middelen om een juiste balans te vinden tussen<br />
cre<strong>at</strong>ieve processen in een organis<strong>at</strong>ie en het beheerst bereiken van organis<strong>at</strong>iedoelstellingen. Echter, het<br />
diagnostisch controlsysteem is equivalent aan een basis controlproces (Merchant, 1982; Simons, 1995a).<br />
In het kort komt het er op neer d<strong>at</strong>:<br />
- standaarden of verwachtingen vastliggen in plannen;<br />
- gedurende de uitvoering van plannen result<strong>at</strong>en worden gemeten;<br />
- de result<strong>at</strong>en door besluitvormers worden gemonitord en desgewenst bijgestuurd.<br />
Impliciet gaan de auteurs die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de theorievorming over<br />
management control er vanuit d<strong>at</strong> juist ontworpen management controlsystemen of -structuren het gedrag<br />
van medewerkers zodanig beïnvloeden, d<strong>at</strong> organis<strong>at</strong>iedoelstellingen worden bereikt.<br />
W<strong>at</strong> is er in de liter<strong>at</strong>uur bekend over de effecten van management control?<br />
Onderzoek naar de effecten van management control wordt beperkt uitgevoerd (Pollitt en Bouckaert,<br />
2003). Als effecten van theorie worden onderzocht, dan worden daar hoofdzakelijk economische<br />
methoden voor gebruikt. Methoden en technieken uit de sociale, psychologische en antropologische<br />
wetenschappen worden niet toegepast (Hopwood, 2008a, 2008b; Kaplan, 2006). Hierdoor is er in de<br />
liter<strong>at</strong>uur weinig bekend over de effecten van management control op het gedrag van mensen in een<br />
organis<strong>at</strong>ie.<br />
Hoe kan een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> worden beschreven waarin de effecten van management control<br />
inzichtelijk worden gemaakt?<br />
Met theorie uit een sociaal constructionistische benadering van organis<strong>at</strong>ieverandering kan een<br />
<strong>perspectief</strong> op management control worden geconstrueerd waarmee in kaart kan worden gebracht w<strong>at</strong> het<br />
effect is van een management control op gedrag van medewerkers in de organis<strong>at</strong>ie. Daartoe is het<br />
belangrijk betekenisgeving van medewerkers in kaart te brengen. Betekenisgeving – werkelijkheden die<br />
over management control worden geconstrueerd – is volgens sociaal constructionisten namelijk bepalend<br />
voor het gedrag van medewerkers. In een <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control wordt<br />
achtereenvolgens in kaart gebracht:<br />
- hoe betekenisgeving zich door de tijd heen ontwikkelt in informele netwerken;<br />
- w<strong>at</strong> impulsen zijn voor verandering in betekenisgeving en w<strong>at</strong> de aard is van verandering in<br />
betekenisgeving in de informele netwerken ten opzichte van een eerder moment;<br />
- hoe de structuur van informele netwerken zich door de tijd heen ontwikkelt.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
40<br />
Gevalsstudie: hoe landt het diagnostisch controlsysteem in een organis<strong>at</strong>ie?<br />
De uitgevoerde gevalsstudie heeft slechts betrekking op één onderzoeksobject en negen interviews. De<br />
conclusies mogen daarom niet zomaar worden gegeneraliseerd. In het algemeen kan worden<br />
geconcludeerd d<strong>at</strong> een sociaal constructionistische benadering van management control een waardevol<br />
<strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> is. Hiermee ontsta<strong>at</strong> er namelijk inzicht in w<strong>at</strong> voor effect controls hebben op<br />
betekenisgeving (en dus gedrag van) medewerkers. D<strong>at</strong> inzicht ontbreekt op dit moment. Daarnaast is het<br />
op basis van het onderzoek aannemelijk d<strong>at</strong>:<br />
- niet alle elementen van een diagnostisch controlsysteem in gelijke m<strong>at</strong>e tot betekenisgeving<br />
zullen leiden. De betekenisgeving over een deel van diagnostisch controlsysteem is bepalend voor<br />
betekenisgeving over het systeem als geheel;<br />
- hetzelfde diagnostisch controlsysteem, of een deel ervan, in de diverse informele netwerken tot<br />
verschillende, soms regelrecht tegenstrijdige, betekenisgeving leidt. Vanuit een symbolisch<br />
interactionistische benadering kan worden geconcludeerd d<strong>at</strong> het gedrag van medewerkers ten<br />
opzichte van d<strong>at</strong> systeem dus ook zal verschillen. De impliciete aanname van auteurs uit het<br />
vakgebied management control – controls beïnvloeden het gedrag van medewerkers zodanig d<strong>at</strong><br />
organis<strong>at</strong>iedoelstellingen worden bereikt – sta<strong>at</strong> daarmee onder druk;<br />
- uit de gevalsstudie kan worden opgemaakt d<strong>at</strong> zowel procesm<strong>at</strong>ige (rel<strong>at</strong>ionele) als<br />
ontwerptechnische (inhoudelijke) aspecten van het diagnostisch controlsysteem impulsen zijn<br />
voor betekenisgeving. Daarmee zijn beide aspecten van diagnostische controlsystemen bepalend<br />
voor het gedrag ten opzichte van die systemen. Benaderingen die alleen gericht zijn op het<br />
ontwerp van systemen schieten daarmee tekort.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
41<br />
Aanbevelingen<br />
Aanbeveling 1:<br />
Omd<strong>at</strong> het <strong>aanvullend</strong> <strong>perspectief</strong> op management control als waardevol wordt gezien, is het<br />
aanbevelenswaardig dit onderzoek te herhalen in andere organis<strong>at</strong>ies. De interviews zijn tijdrovend maar<br />
geschikt om rijke d<strong>at</strong>a te verzamelen. De betrouwbaarheid en selectiviteit van herinnering aan processen<br />
van betekenisgeving van respondenten vormen een probleem. Die betrouwbaarheid zal alleen maar<br />
afnemen naar m<strong>at</strong>e respondenten de behoefte hebben verder terug te gaan in de tijd. Er zijn methoden<br />
waarbij de betrouwbaarheid van de meting groter is en waarbij het ‘interviewer effect’ kleiner is. Een<br />
voorbeeld is de ChangeMirror. Als ChangeMirror wordt ingezet als een formele interventie en/of net na<br />
een formele interventie meet je betekenisgeving en niet de herinnering daar aan. Mensen zijn met deze<br />
methode immers met elkaar aan het betekenisgeven in een soort ch<strong>at</strong>sessie. In dit onderzoek is er van uit<br />
gegaan d<strong>at</strong> de rijkheid van beschrijvingen, een belangrijk element in explorerend onderzoek, groter is<br />
wanneer interviews worden gebruikt als onderzoeksmethode.<br />
Aanbeveling 2:<br />
In de uitgevoerde gevalsstudie bleek de netwerkmeting te weinig system<strong>at</strong>isch. Het verdient de<br />
aanbeveling in vervolgonderzoek gebruik te maken van meer formele netwerkmetingen met behulp van<br />
een sociaal netwerk analyse tool als UCINET (http://www.analytictech.com/).<br />
Aanbeveling 3:<br />
Uit het uitgevoerde onderzoek blijkt d<strong>at</strong> procesm<strong>at</strong>ige (rel<strong>at</strong>ionele) aspecten een rol spelen in de wijze<br />
waarop mensen in de organis<strong>at</strong>ie omgaan met management control. Een interessante onderzoeksvraag is<br />
daarom: welke interventies uit de organis<strong>at</strong>ieveranderkunde kunnen van toegevoegde waarde zijn om<br />
invulling te geven aan rel<strong>at</strong>ionele aspecten bij de implement<strong>at</strong>ie, werking en effectmeting van<br />
management controlinstrumenten?
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
42<br />
Referenties<br />
Aardema, H. (2005). Stille waarden: een reflectie op overnormering in publiekmanagement. Heerlen:<br />
<strong>Open</strong> Universiteit.<br />
Anthony, N. A., Young, D. W. (2003). Management control: in nonprofit organiz<strong>at</strong>ions. New York:<br />
McGraw-Hill/Irwin.<br />
Anthony, N. A., Govindarajan, V. (2003). Management control systems. New York: McGraw-Hill/Irwin.<br />
Baarda, D. B., Goede, M. P. M. de, Teunissen, J. Basisboek Kwalit<strong>at</strong>ief Onderzoek: een handleiding voor<br />
het opzetten en uitvoeren van kwalit<strong>at</strong>ief onderzoek. Groningen: Stenfert Kroese<br />
Balogun, J. & Jenkins, M. (2003). Re-conceiving change management. In: European Management<br />
Journal, Vol. 21, No 2, p.247 – 257.<br />
Balogun, J., Johnson, G. (1998). Bridging the Gap between intended and unintended change: the role<br />
of managerial sensemaking. In: Hitt, M. A., Ricart I Costa, J. E., Nixon, R. D. (editors). New<br />
managerial mindsets organiz<strong>at</strong>ional transform<strong>at</strong>ion and str<strong>at</strong>egy implement<strong>at</strong>ion. Chichester:<br />
John Wiley & Sons.<br />
Balogun, J., Johnson, G. (2004). Organiz<strong>at</strong>ional restructuring and middle manager sensemaking. In:<br />
Academy of Management Journal, Vol. 47, No. 4, p. 523 – 549.<br />
Beer, M., Nohria, N. (2000). Cracking the code of change. In: Harvard Business Review, May-June,<br />
p. 29 – 40.<br />
Blumer, H. (1969). Symbolic Interactionism: Perspective and Method. New Jersey: Prentice Hall.<br />
Bogt, B. ter (2005). Managementvernieuwingen bij de overheid: mooie woorden of echte daden?<br />
Groningen: Rijksuniversiteit Groningen (rede).<br />
Boonstra, J. J. (2000). Lopen over w<strong>at</strong>er: over de dynamiek van organiseren, vernieuwen en leren.<br />
Amsterdam, Vossiuspers (rede).<br />
Boonstra, J. J. (editor) (2004). Dynamics of Organiz<strong>at</strong>ional Change and Learning. Chichester: Wiley.<br />
Bouwen, R. (1994). Onderzoek als interventie en interventie als onderzoek. Een sociaal<br />
constructionistische methodologie voor organis<strong>at</strong>ieverandering. In: Gedrag en organis<strong>at</strong>ie 1994-<br />
7, nr. 6. Den Haag: VUGA Uitgeverij.<br />
Denscombe, M. (2007). The Good Research Guide: for Small Scale Research Projects. Maidenhead:<br />
<strong>Open</strong> University Press, McGraw-Hill.<br />
Doeleman, H., Heumen van, L. (2008). Leiderschap in Planning & Control: A3-methodiek leidt tot<br />
'one paper str<strong>at</strong>egy'. In: Finance & Control, 10/2008<br />
Dongen, H. J. van, La<strong>at</strong>, W. A. M. de, Maas, A. J. J. A. (1996). Een kwestie van verschil:<br />
conflicthantering en onderhandeling in een configur<strong>at</strong>ieve integr<strong>at</strong>ietheorie. Delft: Uitgeverij<br />
Eburon.<br />
Gergen, K. J. (2009). An invit<strong>at</strong>ion to Social Construction. London: SAGE Public<strong>at</strong>ions Ltd.<br />
Helden, J. van (2002). Beyond Generics. In: Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie,<br />
september, p. 432 – 435.<br />
Hofstede, G. (1981). Management Control of Public and Not-for-profit Activities. In: Accounting,<br />
Organiz<strong>at</strong>ions and Society, 6(3), p. 193 – 211.<br />
Homan, Th. H. ChangeMirror: Concretisering van de methode. OUNL.<br />
Homan, Th. H. (2004). Organis<strong>at</strong>ie dynamica. Den Haag: Sdu Uitgevers.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
43<br />
Homan, Th. H. (2006). Wolkenridders: over de binnenkant van organis<strong>at</strong>ieverandering. Heerlen, <strong>Open</strong><br />
Universiteit Nederland (rede).<br />
Hopwood, A. G. (2008a). Management Accounting Research in a Changing World. In: Journal of<br />
Management Accounting Research, Volume 20, p. 3 – 13.<br />
Hopwood, A. G. (2008b). Changing Pressures on the Research Process: On Trying to Research in an<br />
Age when Curiosity is not Enough. In: European Accounting Review, Vol. 17, No. 1, p. 87 – 96.<br />
Hosking, D. M. (2002). Constructing Changes: A Social Constructionist approach to Change Work (and<br />
beetles and witches). Tilburg: K<strong>at</strong>holieke Universiteit Brabant (rede).<br />
Hosking, D. M. (2004). Change Works: A Critical Construction. In: Boonstra, J. J. (editor): Dynamics of<br />
Organiz<strong>at</strong>ional Change and Learning. Chichester: Wiley.<br />
Kaplan, R. S. (1984). The Evolution of Management Accounting. In: The Accounting Review,<br />
Vol. LIX, No. 3.<br />
Kaplan, R. S. (2006). The Competitive Advantage of Management Accounting. In: Journal of<br />
Management Accounting Research, Volume Eighteen, p. 127 – 135.<br />
Leijtens, J. M. J. (2008). Tussen Plan en Praktijk: de Werking van Resulta<strong>at</strong>gerichte Sturing binnen de<br />
Koninklijke Marechaussee. Leiden: Universiteit Leiden.<br />
Malmi, T., Brown, T. M. (2008). Management Control Systems as a package: Oppertunities, Challenges<br />
and Research Directions. In: Management Accounting Research, 19, p. 287 – 300.<br />
Man, H. de, Methodologische keuzen in bedrijfswetenschappelijk onderzoek: een palet voor de<br />
onderzoeker, OUNL a<br />
Mead, G. H. (1934). Mind, Self and Society. Chicago: University of Chicago Press.<br />
Merchant, K. A. (1982). The Control Function of Management. In: Sloan Management Review,<br />
Summer 1982, 23, p. 43 – 55.<br />
Miles, M. B., Huberman, A. M. (1994). Qualit<strong>at</strong>ive D<strong>at</strong>a Analysis: an Expanded Sourcebook. Thousand<br />
Oaks: SAGE Public<strong>at</strong>ions.<br />
Narjano-Gil, D., Hartmann, F. (2006). How Top Management Teams Use Management Accounting<br />
Systems to Implement Str<strong>at</strong>egy. In: Journal of Management Accounting Research, Volume<br />
Eighteen, p. 21 – 53.<br />
Ouchi, W. G. (1979). A Conceptual Framework for the Design of Organiz<strong>at</strong>ional Control Mechanisms.<br />
In: Management Science, 25(9), p. 833 – 848.<br />
Pettigrew, A. M., Woodman, R. W., Cameron, K. S. (2001). Studying organiz<strong>at</strong>ional change and<br />
development: challenges for future research. In: Academy of Management Journal, Vol. 44, No. 4,<br />
p. 697 – 713.<br />
Pollitt, C. (2001). Convergence: the usefull myth? In: Public Administr<strong>at</strong>ion, 79(4), p. 933 – 947.<br />
Pollitt, C. , Bouckaert, G. (2003). Evalu<strong>at</strong>ing Public Management Reforms: an Intern<strong>at</strong>ional<br />
Perspective. In: Wollmann, H. (editor) Evalu<strong>at</strong>ion in Public Sector Reform: Concepts and Practice<br />
in Intern<strong>at</strong>ional Perspective. Cheltenham: Edward Elgar Publishing.<br />
Simons, R. (1995a). Control in an age of empowerment: How can managers promote innov<strong>at</strong>ion while<br />
avoiding unwelcome surprises? In: Harvard Business Review, March – April.<br />
Simons, R. (1995b). Levers of Control: how Managers Use Innov<strong>at</strong>ive Control Systems to Drive<br />
Str<strong>at</strong>egic Renewal. Boston: Harvard Business School Press.<br />
Speklé, R. F. (2001). Explaining Management Control Structure Variety: a Transaction Cost Economic<br />
Perspective. In: Accounting, Organiz<strong>at</strong>ions and Society, 26(1), p. 419 – 441.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
44<br />
Speklé, R. F. (2002). Variëteit in management controlstructuren: een transactiekosten<strong>perspectief</strong>. In:<br />
Maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie, september, p. 409 – 417.<br />
Termeer, C. J. A. M. (2006). Vitale verschillen: over publiek leiderschap en ma<strong>at</strong>schappelijke innov<strong>at</strong>ie<br />
(rede). Wageningen: Universiteit Wageningen.<br />
Verschuren, P. J. M. (2001). Case Study as a Research Str<strong>at</strong>egy: some Amiguities and Opportunities. In:<br />
Intern<strong>at</strong>ional Journal of Social Research Methodology, vol. 6, no. 2, p. 121 -139.<br />
Verschuren, P., Doorewaard, H. (2003). Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht: Uitgeverij Lemma<br />
BV.<br />
Wagenhofer, A. (2006). Management Accounting Research in German Speaking Countries. In: Journal<br />
of Management Accounting Research, Volume Eighteen, p. 1 – 19.<br />
Weick, K. E. (1995). Sensemaking in organiz<strong>at</strong>ions. Thousand Oaks: SAGE public<strong>at</strong>ions.<br />
Weick, K.E. & Quinn, R.E. (1999). Organiz<strong>at</strong>ional change and development. In: Ann. Rev. Psychol., 50,<br />
p. 361 – 386.<br />
Williams, P. F., Jenkins, J. G., Ingraham, L. (2006). The winnowing away of Behavioral Accounting<br />
Research in the US: the process for anointing academic elites. In: Accounting, Organiz<strong>at</strong>ions and<br />
Society, 31, p. 783 – 818.<br />
Wijk, E. N. van (2006). Ruim Baan voor Cre<strong>at</strong>ief Talent: Bindingen van Cre<strong>at</strong>ieve Professionals in<br />
Communic<strong>at</strong>ie Adviesbureaus (proefschrift).Utrecht: Universiteit Utrecht.<br />
Yin, R. K. (2003). Case Study Research: Design and Methods. Thousand Oaks: SAGE Public<strong>at</strong>ions.<br />
Zimmerman, J. J. (2001). Conjectures regarding Emperical Managerial Accounting Research. In: Journal<br />
of Accounting & Economics, 32(2001), p. 411 – 427.
Bijlage I : Gespreksformulier<br />
Gespreksformulier<br />
Contact: Loc<strong>at</strong>ie:<br />
Contactgegevens: Gespreksd<strong>at</strong>um:<br />
Op functie sinds: Huidige d<strong>at</strong>um:<br />
1. Inleiding<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
45<br />
a. Ik richt me op betekenisgevingen: verhalen, geruchten, ideeën, beelden die in de informele circuits<br />
rondgaan over P&C. Die informele beelden blijken vaak veel meer effect te hebben op het werkelijke<br />
gedrag, dan formele verhalen en standpunten. Herken je d<strong>at</strong>?<br />
b. In dit gesprek wil ik met jou een beeld opbouwen van de ontwikkeling van de verhalen in het<br />
informele circuit. Ik wil met jou door de tijd heen in beeld brengen hoe er over het P&C gebeuren<br />
wordt gedacht.<br />
c. De onderzoeksgegevens zijn vertrouwelijk! Anonimiteit!<br />
d. Kortom: het ga<strong>at</strong> over d<strong>at</strong> w<strong>at</strong> je op verschillende momenten in de tijd hoorde over P&C van jouw<br />
vertrouwelingen: w<strong>at</strong> leefde er, waar sprak je over bij de koffieautoma<strong>at</strong>, tussen of na de<br />
vergaderingen? Het ga<strong>at</strong> dus even niet om je mening, maar waar jullie het over hadden op P&C gebied.<br />
2. Interviewvragen<br />
Vraag Antwoord<br />
Welk moment?<br />
W<strong>at</strong> was er toen aan de hand?<br />
Wie z<strong>at</strong>en er toen precies in je<br />
informele netwerk?<br />
Betekenissen op d<strong>at</strong> moment?
Vraag Antwoord<br />
Volgend belangrijk moment voor<br />
P&C?<br />
(inleven met agenda!)<br />
W<strong>at</strong> was er toen aan de hand?<br />
Samenstelling inf. netwerk?<br />
(wie precies?)<br />
Betekenissen op d<strong>at</strong> moment?<br />
Is de manier waarop in de<br />
wandelgangen over P&C werd<br />
gesproken veranderd t.o.v. vorige<br />
moment?<br />
Aard van gesprekken positiever,<br />
neg<strong>at</strong>iever of hetzelfde?<br />
Waardoor is die verandering of<br />
verdieping tot stand gekomen?<br />
(stil zijn!)<br />
Vraag Antwoord<br />
Heden: P&C op dit moment<br />
Samenstelling inf. netwerk?<br />
Betekenissen op dit moment?<br />
Is de manier waarop in de<br />
wandelgangen over P&C werd<br />
gesproken veranderd t.o.v. vorige<br />
moment?<br />
Aard van gesprekken positiever,<br />
neg<strong>at</strong>iever of hetzelfde?<br />
Waardoor is die verandering of<br />
verdieping tot stand gekomen?<br />
(stil zijn!)<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
46
Vraag Antwoord<br />
Toekomst van P&C<br />
Samenstelling inf. netwerk?<br />
Betekenissen op dit moment over<br />
toekomst?<br />
Afsluiting<br />
Vraag Antwoord<br />
Welke vraag heb ik niet gesteld,<br />
als het ga<strong>at</strong> om de werking van<br />
P&C?<br />
Vind je d<strong>at</strong> we het hebben gehad<br />
over w<strong>at</strong> er toe doet als het ga<strong>at</strong><br />
om de werking van P&C of over<br />
w<strong>at</strong> er leeft?<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
47
Bijlage IIa: Coderingslijst PM<br />
Beschrijvende codes<br />
Elementen DCS<br />
Bedrijfsplan BP DCS-BP<br />
Marechaussee- MB DCS-MB<br />
Brief<br />
Jaarplan JP DCS-JP<br />
Doelstellingen DOEL DCS-JP/DOEL A3<br />
A3 DCS-JP/A3<br />
PIOFAH PIOFAH DCS-JP/<br />
PIOFAH<br />
Offerte- OFFER DCS-JP/OFFER<br />
Sytem<strong>at</strong>iek<br />
Dashboards DASH DCS-JP/DASH<br />
Districtsplan- DPA DCS-DPA<br />
aanwijzing<br />
Rapportages RAP DCS-RAP<br />
Visieconferentie VISIE DCS-VISIE<br />
Control Form<strong>at</strong> CF DCS-CF<br />
Capaciteits- CP DCS-CP<br />
planningstool<br />
Capaciteits- CM DCS-CM<br />
management-<br />
tool<br />
Registr<strong>at</strong>ie REG DCS-REG<br />
Actoren DCS<br />
District DIS ACT-DIS<br />
Brigade BRG ACT-BRG<br />
Staf CKMar STC ACT-STC<br />
Districts- DC ACT-DC<br />
Commandant<br />
Brigade- BC ACT-BC<br />
Commandant<br />
Coördin<strong>at</strong>or- BB ACT-BB<br />
Bedrijfsbureau<br />
P&C district P&C ACT-P&C Directie<br />
P&C DP&C ACT-DP&C<br />
Hoofd Oper<strong>at</strong>ies HOPS ACT-HOPS<br />
District<br />
Hoofd Oper<strong>at</strong>ies HOP ACT-HOP<br />
Brigade<br />
Teamleider TL ACT-TL<br />
Aard betekenis<br />
Positief +<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
48<br />
Neg<strong>at</strong>ief –<br />
Overig<br />
Reorganis<strong>at</strong>ie REORG REORG<br />
Interpret<strong>at</strong>ieve codes<br />
Fenomenen<br />
Gescheiden GE FEN-GE<br />
Circuits<br />
Betrokkenheid BETR FEN-BETR<br />
Individuele IND_AF FEN-IND_AF<br />
afhankelijkheid<br />
Autom<strong>at</strong>isering AUT FEN-AUT<br />
Transparantie TRANS FEN-TRANS<br />
Richting RICHT FEN-RICHT<br />
Kennisniveau KE FEN-KE<br />
Particip<strong>at</strong>ie PART FEN-PART<br />
Samenwerking SAMEN FEN-SAMEN<br />
Cijfertjes CIJF FEN-CIJF<br />
Dialoog DIAL FEN-DIAL<br />
Vertrouwen VERTR FEN-VERTR<br />
Ondersteuning OND FEN-OND<br />
Noodzaak NOODZ FEN-NOODZ<br />
Stimuleren STIMU FEN-STIMU<br />
Vertaling naar VERT_ FEN-VERT_<br />
Brigade BRG BRG<br />
Praktische PRAK_ FEN-PRAK_<br />
Relevantie REL REL<br />
Werklast WERKL FEN-WERKL<br />
Ma<strong>at</strong>schappelijk MAA_ FEN-MAA_EFF<br />
Effect EFF<br />
Identiteit IDENT FEN-IDENT<br />
Menselijkheid MENS FEN-MENS<br />
Sturing STUR FEN-STURING<br />
P<strong>at</strong>ronen<br />
Thema TH PAT-TH<br />
Verbetering VERB PAT-VERB<br />
Verslechtering VERSL PAT-VERSL<br />
Verdieping VERD PAT-VERD<br />
Impuls IMPULS PAT-IMPULS<br />
Knelpunt KNEL PAT-KNEL<br />
Interventie INTERV PAT-INTERV<br />
Oplossing OPL PAT-OPL
Bijlage IIb: Gecodeerde tekstfragmenten<br />
Betekenissen GS01<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
49<br />
First level P<strong>at</strong>tern<br />
Frag. Tijdstip Betekenis<br />
(beschrijvend) (verklarend)<br />
DCS-JP/DOEL<br />
ACT-DIS-BRG<br />
FEN-DIAL – 1.1 Jan. 2009 Doelstellingen zijn gerealiseerd maar we hebben geen contact.<br />
ACT-BC/TL/OP THEMA- 1.2 Uitvoerende medewerkers zijn onvoldoende betrokken bij<br />
STURING<br />
sturing. BC’en moeten zodanig worden beïnvloedt d<strong>at</strong> zij een<br />
FEN- DIAL –<br />
actieve dialoog met hun medewerkers hebben, het geluid van<br />
FEN-BE (TL/OP)<br />
–<br />
FEN-<br />
GE(BC:TL/OP)<br />
het management moet niet dominant zijn.<br />
DCS-VISIE INTERV 1.3 We gaan visieconferenties inzetten om de communic<strong>at</strong>ie met en<br />
betrokkenheid van brigades te verbeteren.<br />
DCS-JP<br />
1.4 Er besta<strong>at</strong> behoefte aan INK dashboards bij het Jaarplan. De<br />
DCS-DA –<br />
inform<strong>at</strong>iepositie van beslissers moet worden verbeterd. Het<br />
DCS-JP/PIOFAH<br />
aantal mut<strong>at</strong>ies in VBS en BPS is een goede ma<strong>at</strong>staf voor de<br />
–<br />
inform<strong>at</strong>iepositie. We beschikken niet over de noodzakelijke<br />
inform<strong>at</strong>ie en financiële middelen om de juiste opleidingen in te<br />
kopen.<br />
DCS-REG FEN-REG – 1.5 Mrt. 2009 Met de regelgeving voor inhuur en m<strong>at</strong>erieelbeheer kunnen wij<br />
ACT-DIS/STC FEN-<br />
niet uit de voeten. De turflijstjes van de staf voor het<br />
GE(DIS:STC)<br />
bezwarenonderzoek zijn heilig, ze hebben onvoldoende<br />
FEN-VERTR<br />
aandacht voor de werkelijke problem<strong>at</strong>iek. STC wil ons op een<br />
fout betrappen.<br />
ACT-DIS/STC FEN- DIAL – 1.6 Het ontbreekt aan een constructieve dialoog met de Staf<br />
CKMar, d<strong>at</strong> openbaart zich in form<strong>at</strong> discussies, zwartepieten of<br />
het ontbreken van dialoog.<br />
ACT-DIS/BRG FEN- DIAL – 1.7 Het ontbreekt aan een constructieve dialoog met de brigades,<br />
d<strong>at</strong> openbaart zich in form<strong>at</strong> discussies, zwartepieten of het<br />
ontbreken van dialoog.<br />
ACT-DIS/BRG FEN- DIAL + 1.8 Okt. 2009 Gesprekken met BC’en verlopen gemakkelijker en beter.<br />
Gesprekken gaan minder over het ‘eeuwige resulta<strong>at</strong>gerichte’<br />
(het halen van doelstellingen). Managementgesprekken hebben<br />
een informeel karakter, er wordt geen verslaglegging gedaan.<br />
Men herkent een beweging van strikte formele consult<strong>at</strong>ies,<br />
naar informele ongestructureerde gesprekken.<br />
PAT-VERB 1.9 Door verbeterde communic<strong>at</strong>ie met BC’en. Positieve feedback,<br />
IMPULS: FEN-<br />
bedankjes en spontane beweging: denktank nav.<br />
DIAL<br />
visieconferentie.<br />
ACT-DC/BC FEN-DIAL 1.10 Toekomst In de toekomst moet er w<strong>at</strong> meer lijn worden aangebracht in de nu wel<br />
erg informele gesprekken met BC’en.<br />
ACT-DIS FEN-BETR 1.11 We moeten het ontwikkelingsniveau van de districtssecties, d<strong>at</strong> is<br />
(secties)<br />
FENprocesm<strong>at</strong>igwerk<br />
achtergebleven ten opzichte van brigades, gelijk zien te trekken. Er<br />
blijven schotten tussen de secties, ze gaan niet mee in het procesm<strong>at</strong>ig<br />
denken. Hoe betrekken we ze erbij? De lijn PDC – Secties – BVMT<br />
loopt niet.
Betekenissen GS02<br />
First level<br />
(beschrijvend)<br />
ACT-OP/STC<br />
DCS-RAP<br />
ACT-OP<br />
DCS-<br />
RAP/VERANTW<br />
ACT-OP<br />
DCS-<br />
RAP/VERANTW<br />
ACT-BC/TL/BB<br />
DCS-<br />
RAP/VERANTW<br />
P<strong>at</strong>tern<br />
(verklarend)<br />
FEN-CIJF –<br />
FEN-NOODZ –<br />
FEN-<br />
GE(OP:STC)<br />
FEN-GE/DIS-<br />
STC<br />
PAT-VERSL<br />
IMPULS: FEN-<br />
VERTR –<br />
FEN-<br />
GE(BRG:STC)<br />
THEMA-VERANT<br />
FEN- DIAL +<br />
FEN-VERT(BRG<br />
intern) +<br />
ACT-BC/TL FEN-GE/DIS-<br />
STC<br />
ACT-BRG PAT-VERD<br />
IMPULS: FEN-<br />
NOODZ –<br />
ACT-BB<br />
DCS-CF<br />
THEMA-VERANT<br />
DCS-REGISTR –<br />
ACT-BC/TL FEN-BETROK<br />
FEN-<br />
STIMU(TL/OP)<br />
DCS-JP<br />
PAT-VERB<br />
IMPULS: FEN-<br />
DIAL +, FEN-<br />
IND_AF<br />
DCS-CP&CM CP +<br />
CM +<br />
ACT-BB PAT-VERD<br />
IMPULS:<br />
FEN-PRAK_REL<br />
+ (CP)<br />
FEN-PRAK_REL<br />
DCS-JP/A3<br />
DCS-VISIE<br />
– (CM)<br />
FEN-NOODZ +<br />
FEN-<br />
VERT_BRG +/-<br />
Frag. Tijdstip Betekenis<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
50<br />
2.1 1998 Vanuit de ploeg werd ervaren d<strong>at</strong> cijfertjes over ons heen werden<br />
gestort. We begrepen niet w<strong>at</strong> ze van ons wilden.<br />
2.2 2000 “Leugenbriefjes” en (betekenisloze) sta<strong>at</strong>jes vullen<br />
2.3 De manier waarop werd gesproken is neg<strong>at</strong>ief veranderd.<br />
Leugenbriefjes, waar men eerst niet begreep waarom er ineens<br />
cijfers moeten worden opgehoest, voelt men (de mannen in het team,<br />
niet Giel persoonlijk) zich nu gecontroleerd.<br />
2.4 2002-2003 Tijdens formele oper<strong>at</strong>ionele vergaderingen zijn de cijfers onderdeel<br />
van de agenda. Die vergaderingen hebben een erg informeel karakter,<br />
er wordt open gesproken.<br />
2.5 Cijfers hadden veroorzaakten neg<strong>at</strong>ieve geluiden bij de oper<strong>at</strong>ionele<br />
medewerkers, “punten neuken”, “je moet cijfertjes halen voor die<br />
mannen in Den Haag”<br />
2.6 De verdieping komt tot stand doord<strong>at</strong> we nog steeds niet wisten<br />
waarom d<strong>at</strong> nou allemaal nodig was. Niemand vertelde ons waarom<br />
we d<strong>at</strong> moesten doen.<br />
2.7 2006 Lastig verhaal, d<strong>at</strong> invullen van d<strong>at</strong> control form<strong>at</strong>(CF). Koppeling<br />
CF en OPRS is een vooruitgang. Registr<strong>at</strong>ie (van producten)in het CF<br />
is een probleem, daar is nooit iets voor geregeld. Hoe betrouwbaar<br />
kan het dan zijn?<br />
2.8 Hoe kun je mensen motiveren en stimuleren om producten te<br />
realiseren?<br />
2.9 Aard gesprekken is w<strong>at</strong> positiever. Het Jaarplan heeft meer betekenis<br />
gekregen. Daarnaast wordt een BC wisseling als mogelijke oorzaak<br />
geopperd.<br />
2.10 2007 Mooie hulpmiddelen die CM en CP tool.<br />
2.11 Aanvankelijk positiever, daarna gelijk gebleven. Vooral de CP tool<br />
werd gezien als nuttig hulpmiddel bij het plannen (van capaciteit).<br />
De CM tool vonden we niet echt handig, die voegde niet zo veel toe,<br />
daarom ‘daarna gelijk gebleven’.<br />
2.12 Apr. 2009 We zien de meerwaarde maar hoe gaan we het gebruiken? Positief en<br />
enthousiast over de nieuwe uitdagingen. Na visieconferentie hebben<br />
we de A3 op verschillende plekken in het districtsgebouw gehangen.<br />
Eigenlijk gebruikten we vooral het A3 bij HOP/PBC. Mensen buiten<br />
ons informele netwerk hadden het vooral over ‘randvoorwaarden’<br />
zoals ‘de temper<strong>at</strong>uur van het badw<strong>at</strong>er is niet warm genoeg’. D<strong>at</strong><br />
soort zaken hoorden w<strong>at</strong> ons betreft juist niet in het jaarplan.<br />
DCS-VISIE VISIE + 2.13 Visie conferentie op district: positief!<br />
DCS-JP/A3<br />
ACT-BB/BC/?TL<br />
PAT-VERB<br />
IMPULS: FEN-<br />
PRAK_REL<br />
FEN-TRANS<br />
2.14 Duidelijk positiever. De A3 jaarplan methodiek gaf ons<br />
inzicht/overzicht een helderder beeld en richting (“koers en vaart”).<br />
Het was een duidelijke toevoeging aan het bestaande jaarplan, d<strong>at</strong><br />
werk eigenlijk maar heel weinig gebruikt. Dit pakken we er vaak bij.
FEN-RICHT<br />
THEMA-<br />
STURING<br />
DCS-JP/A3 FEN-WERKL<br />
FEN-IND_AF<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
51<br />
2.15 Okt. 2009 Er ga<strong>at</strong> nu weinig rond, een beetje stilte na de afronding van het A3<br />
en Jaarplan. Sinds augustus een nieuwe BC aftasten hoe d<strong>at</strong> ga<strong>at</strong><br />
lopen. Voorbeeld abrupt einde aan Horecaploeg (ondersteuning<br />
leveren aan politie. In informele kring wordt verbaasd/<br />
verontwaardigd gereageerd. Hoe verhoudt d<strong>at</strong> zich met onze ambitie<br />
uit het A3 een betrouwbaar partner te zijn?)<br />
PAT-VERDIEP 2.16 Hetzelfde, stabiel, uithijgen na een drukke periode.<br />
FEN-<br />
BETRK(TL)<br />
2.17 Toekomst Teamleiders zijn / worden in toenemende m<strong>at</strong>e betrokken.<br />
FEN-IND_AF 2.18 Bezorgd: PBC/HOP ga<strong>at</strong> weg, wie komt daar voor terug? Hoe ga<strong>at</strong> de<br />
nieuwe BC zaken aanpakken.<br />
DCS-CF FEN-AUTM 2.19 Hoop d<strong>at</strong> producten gedeelte uit CF in de toekomst geautom<strong>at</strong>iseerd<br />
uit een systeem gaan komen.
First level<br />
(Beschrijvend)<br />
ACT-PBC<br />
DCS<br />
ACT-PBC<br />
DCS<br />
Betekenissen GS03<br />
ACT-BB/BC<br />
DCS-CP&CM<br />
ACT-BB-BC-<br />
TL<br />
DCS-<br />
JP/VERANT<br />
DCS-JP/DOEL<br />
DCS-JP/MID<br />
DCS-<br />
JP/RAP&VER.<br />
DCS-JP/RAP-<br />
VERANTW<br />
P<strong>at</strong>tern<br />
(Verklarend)<br />
FEN-KE –<br />
FEN-<br />
NOODZ+<br />
FEN-<br />
TRANS+<br />
TH: REORG<br />
FEN- KE<br />
(BC)–<br />
FEN-BETR<br />
(BC) –<br />
FEN-GE<br />
(BB:BC)<br />
FEN-BETR<br />
(TL) –<br />
FEN-GE<br />
(BB:TL)<br />
TH:<br />
VERANTW<br />
Frag. Tijdstip Betekenis<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
52<br />
3.1 2005<br />
-2006<br />
Lastige m<strong>at</strong>erie d<strong>at</strong> P&C!<br />
3.2 Ballast, maar ergens wel het idee d<strong>at</strong> het iets toe kan voegen. De op handen zijnde<br />
reorganis<strong>at</strong>ie maakt het zinvol te l<strong>at</strong>en zien waar je mee bezig bent. Maak het<br />
maar transparant! Toen de reorganis<strong>at</strong>ie er aan kwam, werden cijfers erg<br />
belangrijk.<br />
3.3 Toen de reorganis<strong>at</strong>ie er aan kwam, werden cijfers erg belangrijk.<br />
3.4 Okt. 2006,<br />
jan. 2007<br />
Leiding vond het maar lastig P&C, CP en CM tools en deden daarom niet mee.<br />
Hoe gebruik je die tools nou eigenlijk? Hoe vul je ze?<br />
3.5 Teamleiders vinden het allemaal niet zo belangrijk (ook in 2009 niet!): ’t is maar<br />
lastig, ze willen gewoon op dienst. Ze voelen zich gecontroleerd. Ze l<strong>at</strong>en<br />
regelm<strong>at</strong>ig ‘een klotezooi achter’.<br />
FEN-STIM 3.6 Als ma<strong>at</strong>regel hebben ze geprobeerd teams verantwoordelijk te maken voor<br />
producten. D<strong>at</strong> werkte niet echt, d<strong>at</strong> interne concurrentie idee.<br />
3.7 Het resulta<strong>at</strong>gerichte, een zichtbare verhoging in de aantallen producten, moet<br />
PAT-VERB<br />
IMPULS:<br />
FEN-<br />
VERB_RES<br />
FEN-SAM +,<br />
FEN-<br />
OND_DIS +<br />
FEN-<br />
WERKL –<br />
FEN-STIM<br />
FEN-BE(TL)<br />
DCS PAT-VERD<br />
IMPULS:<br />
FEN-WERKL<br />
THEMA:<br />
DCS-VISIE<br />
DCS-JP/A3<br />
REORG<br />
INTERV:<br />
BETR_TL<br />
INTERV:<br />
BEN_PROC<br />
EIG +<br />
niet doorslaan, het is immers geen doel op zich.<br />
3.8 De aard is veranderd. We zijn positiever gaan pr<strong>at</strong>en over P&C en we gaan<br />
bewuster om met capaciteit, middelen en de inzet daarvan. Waar we aanvankelijk<br />
inzetten w<strong>at</strong> we beschikbaar hadden voor een dienst, kijken we nu hoeveel man<br />
we redelijkerwijs nodig hebben. D<strong>at</strong> er positiever werd gesproken komt doord<strong>at</strong>:<br />
(1) de result<strong>at</strong>en zichtbaar verbeterden, aantallen gingen omhoog, (2) het<br />
motiverende effect van met een klein groepje bedenkt te zullen gaan doen in het<br />
volgende jaar, ook voor 80 procent uitkomt. En (3) d<strong>at</strong> de districtsstaf ons<br />
3.9 2006<br />
- 2008<br />
adequa<strong>at</strong> ondersteunde bij moeilijkheden.<br />
Extra lastig, naast de reorganis<strong>at</strong>ie moeten we nu ook nog VMR’en opleveren,<br />
extra ballast, onze focus ligt op de reorganis<strong>at</strong>ie. P&C was een ondergeschoven<br />
kind, minder sturen op uren. Teamleiders: “daar heb je hem weer met zijn uren!”<br />
Als reactie zijn sancties geprobeerd.<br />
3.10 De aard van de gesprekken hetzelfde gebleven, P&C vonden we net zo belangrijk.<br />
Echter, de focus lag op de reorganis<strong>at</strong>ie, zaken naast P&C vroegen op d<strong>at</strong><br />
moment meer aandacht.<br />
3.11 2009 Na visieconferentie: “dit gaan we alleen niet trekken” en “w<strong>at</strong> gooien ze nu weer<br />
over de schutting” Oplossing: teamleiders betrekken, zij zijn ervan moeizaam<br />
proces, wel uiteindelijk 70% positief, langzaam wordt het hun ding.<br />
3.12 Goede zet om proceseigenaren te benoemen voor oper<strong>at</strong>ionele verantwoording<br />
ipv BC<br />
FEN-RICHT 3.13 Horec<strong>at</strong>eam voorbeeld: ondersteuning politie mag niet meer van nieuwe BC <br />
d<strong>at</strong> kan toch niet zomaar? In A3 sta<strong>at</strong> betrouwbare partner.<br />
DCS-JP/A3 PAT-VERB 3.14 Positiever over P&C door A3 methodiek. Overzicht, inzicht, transparanter,<br />
IMPULS:<br />
FEN-<br />
TRANS/RICH<br />
T FENsneller.<br />
Het wordt gezien als ‘ons ding’, d<strong>at</strong> werkt motiverend.
DCS-CF<br />
DCS-JP/DOEL<br />
DCS-gegevens<br />
beheer<br />
SAMEN<br />
FEN-<br />
PRAK_REL<br />
THEMA<br />
STURING vs<br />
VERANT<br />
FEN-<br />
VERT_BRG<br />
PAT-VERD<br />
IMPULS:<br />
FEN-WERKL<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
53<br />
3.14a Okt. 2009 Teamleiders vinden plannen wel aardig, verantwoorden minder<br />
3.14b Hoe gaan we invulling geven aan de conferentie in november: van ambitie naar<br />
actie?<br />
3.15 Hetzelfde, even geen nieuwe dingen naast al w<strong>at</strong> loopt: veranderorganis<strong>at</strong>ie,<br />
rapportage Vliegenthart, even de rem op P&C.<br />
3.16 Toekomst Meer decentrale inbreng in producten CF. We maken onvoldoende gebruik van<br />
de ruimte om bottom -up doelstellingen te beïnvloeden. We zouden<br />
klantonderzoek moeten uitvoeren, bijv. bij commandanten van objecten waar me<br />
MPD doen. behoefte in kaart brengen en offreren in JP.<br />
3.17 Gegevensbeheer is een probleem. Registr<strong>at</strong>ie van producten is een probleem,<br />
iedere brigade heeft zijn eigen systeem<br />
FEN-MOT – 3.18 Dubbele uitvragen werken demotiverend, daar moeten jullie w<strong>at</strong> mee!
Betekenissen GS04<br />
First level<br />
(beschrijvend)<br />
DCS-<br />
DATA_KWAL<br />
DCS<br />
DCS-JP<br />
P<strong>at</strong>tern<br />
(verklarend)<br />
DATA_KWA<br />
L –<br />
FEN-<br />
NOODZ+<br />
Frag<br />
ment<br />
Tijdstip Betekenis<br />
4.1 2000 Cijfers waren niet valide.<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
54<br />
4.2 Waren er niet in opgeleid. Ergens zag ik d<strong>at</strong> het wel goed was, w<strong>at</strong><br />
bedrijfsm<strong>at</strong>ig werken/denken, heel voorzichtig gaan bouwen, ging<br />
bijvoorbeeld heel veel energie zitten in JP en appreci<strong>at</strong>ie. We moesten het<br />
anders organiseren.<br />
4.3 P&C had het karakter van “verantwoorden van w<strong>at</strong> je deed”.<br />
DCS THEMA-<br />
VERANT<br />
DCS-JP FEN-ROL + 4.4 2002 Kwam al veel meer structuur in, voorheen was de wachtmeester van de<br />
- 2004 appreci<strong>at</strong>ie, en deed de wachtmeester de consult<strong>at</strong>ie.<br />
DCS FEN- KE +<br />
INTERV:<br />
OPL<br />
4.5 Het volgen van opleiding voor P&C werkt inzicht verhogend.<br />
DCS FEN-VERT 4.6 We streven naar verbetering: “fouten maken mag, maar l<strong>at</strong>en we de fouten<br />
+<br />
die we vandaag maken, morgen niet weer maken”.<br />
DCS-RAP INTERV:<br />
BELONING<br />
FEN-STIMU<br />
4.7 We vierden feest als we de beste doelrealis<strong>at</strong>ie hadden.<br />
PAT-VERB 4.8 De manier waarop over P&C wordt gesproken is positiever geworden.<br />
IMPULS:<br />
Langzaam gaven we meer betekenis aan het Jaarplan. Oorzaken:<br />
FEN-<br />
VERB_RES<br />
FEN: BETR<br />
+<br />
-<br />
-<br />
Doelrealis<strong>at</strong>ie verbeterde: bijv. van 60 naar 160 misdrijfverbalen<br />
Mensen kwamen zelf met allerlei ideeën om prest<strong>at</strong>ies te verbeteren,<br />
door bijvoorbeeld met diensten te schuiven, op andere plekken te<br />
controleren. (IGO avant la lettre)<br />
DCS FEN- 4.9 2004 Op deze afdeling / brigade was het een grote chaos. “we missen een<br />
IND_AF<br />
bedrijfsbureau” “de ACT-P&C kende aanvankelijk de organis<strong>at</strong>ie nog<br />
FEN-KE +<br />
NB: andere<br />
loc<strong>at</strong>ie<br />
niet, d<strong>at</strong> is nu heel anders, maar d<strong>at</strong> was aanvankelijk storend” <br />
wederzijds begrip is voorwaarde dialoog! “JP doorleeft met personeel,<br />
bijvoorbeeld door doelstellingen op te stellen in brainstormsessies ” brief<br />
en boekje met JP naar huisadres.<br />
PAT-VERD 4.10 Aard van de gesprekken is hetzelfde. Over sturing en doelm<strong>at</strong>ig werken<br />
IMPULS:<br />
zijn de gesprekken positief. Gesprekspartner geeft aan d<strong>at</strong> er ontwikkeling<br />
FEN-<br />
IND_AF<br />
FEN- KE<br />
zit in de werking van zijn afdeling/brigade vanaf het moment d<strong>at</strong> hij er is<br />
gekomen, en de belangrijke rol van een andere medewerker daarin.<br />
Echter, zijn gedachten over nut en noodzaak van P&C zijn eerder<br />
ontstaan: door ervaringen in Seedorf, opleiding enzovoort.<br />
DCS-JP/A3 FEN-BE 4.11 Okt. 2009 “over INK zeiden ze d<strong>at</strong> het minder werk zou zijn, d<strong>at</strong> is n<strong>at</strong>uurlijk niet<br />
zo”<br />
“INK wordt binnen de hele brigade gedragen”<br />
DCS-JP/A3 FEN- 4.12 “Overzichtelijk ding d<strong>at</strong> INK A3” A3 gebruiken om kritische processen<br />
PRAKT_RE<br />
L<br />
FEN-<br />
TRANS<br />
aan te wijzen, d<strong>at</strong> gebruik ik bijvoorbeeld bij het ‘pandemie-plan’<br />
DCS-DASH 4.13 INK model als dashboard<br />
DCS PAT-VERD 4.14 De aard van de gesprekken over P&C is positief en hetzelfde: “we zitten<br />
IMPULS:<br />
gewoon op koers en het ziektepercentage is laag. Ik zit heus niet iedere<br />
FEN-AF<br />
dag in d<strong>at</strong> form<strong>at</strong> te kijken”. “alles w<strong>at</strong> ik doe is doordrenkt met<br />
capaciteitsvraagstukken.<br />
4.15 Toekomst Ik probeer constant vooruit te denken.<br />
4.16 Soms mis ik een beetje de menselijke kant van P&C. “het menselijke, daar<br />
draait het allemaal om”, “Overal met dikke letters VERTROUWEN op de<br />
muur schrijven”<br />
4.17 Eigenlijk ga<strong>at</strong> het best heel goed. Met ACT-P&C heb ik een goede rel<strong>at</strong>ie.
Betekenissen GS05<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
55<br />
First level P<strong>at</strong>tern Frag Tijdstip Betekenis<br />
(beschrijvend) (verklarend) ment<br />
DCS-CP FEN- PAR 5.1 2006 “CP tool van bovenaf naar beneden geworpen, maar wisten d<strong>at</strong> ie er zou<br />
ACT-P&C/BB FEN-<br />
komen.” Sessies op brigade georganiseerd om met alle coördin<strong>at</strong>oren BB<br />
ONDERS+<br />
de CP tool te vullen. Feitelijk ging het om het omzetten van het JP in de<br />
INTERV:GEZ<br />
CP tool. ACT-STC(1) was daarbij aanwezig. “we reden terug met een<br />
_CP_VULLE<br />
N<br />
positief gevoel”.<br />
DCS-CM– 5.2 “CM tool hebben we in het begin weinig mee gedaan. Op de brigades<br />
doen ze er op zich ook weinig mee.”<br />
DCS-JP/DOEL FEN- 5.3 2007 “het is zinnig, we doen het goed, we realiseren 98 procent van de geplande<br />
VERB_RES<br />
activiteiten.”<br />
DCS-CP PAT-VERD 5.4 De aard van de gesprekken is altijd positief geweest omd<strong>at</strong> we wisten d<strong>at</strong><br />
IMPULS:<br />
er iets aan z<strong>at</strong> te komen. We hebben d<strong>at</strong> samen opgepakt en de realis<strong>at</strong>ie<br />
FEN-SAMEN<br />
FEN-TRANS<br />
FEN-<br />
VERB_RES<br />
en de openheid la<strong>at</strong> zien d<strong>at</strong> we goed bezig zijn.<br />
DCS-CF+ 5.5 mei 2009 “geen bijzondere verschillen in de dialoog over CF. ’t Is een goede tool<br />
om producten te registreren”<br />
DCS-JP/A3– 5.6 Veel positieve geluiden over d<strong>at</strong> A3 maar ik weet het niet zo, het is nogal<br />
wollig w<strong>at</strong> in die A3’s sta<strong>at</strong>, hoe ga je d<strong>at</strong> meten?<br />
DCS-JP/CP INTERV:GE 5.7 “Tijdens mij afwezigheid zijn de plenaire CP sessies niet gehouden, uit<br />
Z_CP_VUL<br />
mijn netwerk krijg ik geluiden ‘we zijn gaan zweven’. D<strong>at</strong> bewijst d<strong>at</strong> ze<br />
LEN +<br />
nuttig zijn.”<br />
ACT DIS-STC FEN- DIAL 5.8 Contacten gaan met de Staf gaan goed, we staan bekend als het beste<br />
+<br />
jongetje van de klas.<br />
ACT DIS-BB FEN-DIAL + 5.9 Bij ons zijn de brigades niet zo moeilijk, als we iets zeggen dan doen ze<br />
het gewoon.<br />
DCS-BP– 5.10 Ineens was er een BP, we lopen op de zaken vooruit.<br />
ACT BB FEN- 5.11 “het is allemaal wel heel erg veel voor zo’n brigade, d<strong>at</strong> merk je doord<strong>at</strong><br />
WERKL BB<br />
–<br />
ze vaak aangeven d<strong>at</strong> ze het zo druk hebben, d<strong>at</strong> is ook zo”<br />
DCS PAT-VERD 5.12 Aard van de gesprekken is hetzelfde, positief. We betrekken de brigades er<br />
IMP: FEN-<br />
altijd bij, zo weten ze waar ze aan toe zijn. Als iets niet duidelijk is, gaan<br />
BETR +<br />
ONDERST +<br />
we er naar toe.<br />
DCS-CP/CM 5.13 toekomst “CP/CM: Daar hoor ik allemaal verschillende geluiden over. Misschien<br />
wordt het een tool, misschien ga<strong>at</strong> ie weg, misschien gaan we helemaal<br />
niet meer sturen op uren.”
Betekenissen GS06<br />
First level<br />
(beschrijvend)<br />
DCS-PIOFAH<br />
(FINAD)<br />
DCS-PIOFAH<br />
ACT-DIS/DIS<br />
ACT-DIS/STC<br />
P<strong>at</strong>tern<br />
(verklarend)<br />
FEN-NOODZ<br />
+<br />
FEN-DIAL+<br />
FEN-DIAL –<br />
FEN-<br />
GE(DIS:STC<br />
)<br />
Frag. Tijdstip Betekenis<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
56<br />
6.1 Jun. 2008 We zien de potentie van het ERP systeem SAP.<br />
6.2 “het informele netwerk is belangrijk om praktische fin. adm. problemen<br />
op te lossen, de staf bellen helpt niet.”<br />
Werkgroep FC is toch wel erg veel eenrichtingsverkeer, weinig ruimte<br />
voor decentraal geluid.<br />
DCS-PIOFAH 6.3 Slechte timing, het verpla<strong>at</strong>sen van het betaalkantoor gelijktijdig met het<br />
de implement<strong>at</strong>ies van SAP.<br />
DCS-PIOFAH FEN-DIAL – 6.4 Gevoel “gullie tegen hullie”, staf tegen districten. D<strong>at</strong> openbaart zich<br />
ACT-DIS/STC FEN-<br />
GE(DIS:STC<br />
)<br />
onder andere in verschil van inzicht over onrechtm<strong>at</strong>igheden.<br />
Voorbeelden: Waardeaanpassingen deden ze voorheen zelf onder de k€<br />
25. In GVKKA kon je d<strong>at</strong> allemaal zelf doorvoeren, met SAP is het<br />
allemaal zichtbaar. Visie staf: jullie zijn onrechtm<strong>at</strong>ig bezig. Decentraal<br />
vindt men d<strong>at</strong> onzin, d<strong>at</strong> deed men voorheen ook al.<br />
Het gebeurt regelm<strong>at</strong>ig d<strong>at</strong> er zaken achteraf moeten worden<br />
rechtgetrokken. D<strong>at</strong> is nu eenmaal zo met oper<strong>at</strong>ionele diensten. Ineens is<br />
er een factuur van een garagebedrijf waar anderhalf jaar een in beslag<br />
genomen voertuig heeft gestaan. Een vermeende vreemdeling wordt<br />
vastgehouden, en is genoodzaakt kosten te maken voor openbaar vervoer.<br />
E.e.a. blijkt in orde, deze persoon moet onmiddellijk zijn gemaakte kosten<br />
terugkrijgen, d<strong>at</strong> soort dingen plan je niet. Als ik de staf bel om het op te<br />
lossen , dan werkt het niet, een collega uit een district bellen helpt wel.<br />
FEN-<br />
NOODZ –<br />
6.5 Nut/noodzaak mut<strong>at</strong>ies: slaan we niet door?<br />
DCS-REG FEN-REG – 6.6 Okt. 2009 De AR of HDFC drukt op de staf, zij drukken op ons. Wij gaan dan bellen<br />
ACT-DIS/STC<br />
ACT-DIS/DIS<br />
DIAL –<br />
DIAL +<br />
GE(DIS:STC<br />
)<br />
met collega’s en lossen dingen praktisch op. Zo ging d<strong>at</strong> bijvoorbeeld met<br />
de zwaar verouderde middelenbestedingscontrole formulieren. Daar<br />
konden we niet veel mee, in overleg met informele contacten verzinnen<br />
we dan een praktische oplossing. Er zit een groot verschil tussen de<br />
regelgeving en de praktijk, ze zijn niet op elkaar afgestemd.<br />
FEN-REG – 6.7<br />
ACT-STC-DIS FEN-BETR 6.8 De staf betrekt er tegenwoordig regelm<strong>at</strong>ig een bepaalde decentrale<br />
P&C’er bij. Handige keuze. De rest zit er misschien helemaal niet zo op te<br />
wachten om door de staf betrokken te worden.<br />
DCS-PIOFAH PAT-VERD 6.9 De aard van de gesprekken is hetzelfde. Onderwerpen in FC overleg zijn<br />
IMPULS<br />
eigenlijk nog hetzelfde. In principe is men wel positief over P&C, d<strong>at</strong> is<br />
P&C +<br />
DIAL STC<br />
+/immers<br />
ons vak. Echter, in die FC overleggen is er nog steeds een wij – zij<br />
gevoel, het blijft eenrichtingsverkeer.<br />
DCS-PIOFAH 6.10 Toekomst er zijn geluiden d<strong>at</strong> in de toekomst middelenbestedingen vanaf k€ 25 pas<br />
gaan worden vastgelegd. De impliciete consequentie daarvan is het<br />
opheffen van de FEZ functie op het derde niveau (centraliseren FEZ<br />
functie). De staf zegt: “Wij weten ook niet waar het naar toe ga<strong>at</strong>.”<br />
DCS-PIOFAH 6.11 “zal de samenvoeging van MATLOG en FINAD een personele reductie<br />
met zich meebrengen?”
Betekenissen GS07<br />
First level<br />
(beschrijvend)<br />
DCS-<br />
RAP/VERAN<br />
DCS-JP<br />
ACT-BC<br />
DCS-JP<br />
P<strong>at</strong>tern<br />
(verklarend)<br />
DCS –<br />
FEN-<br />
CIJFERTJES<br />
FEN-NOODZ<br />
–<br />
FEN-KE–<br />
Frag<br />
ment<br />
Tijdstip Betekenis<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
57<br />
7.1 2004 Cijfertjes allergie voor heel veel mensen. P&C was in opkomst, BC’en<br />
moesten gegevens ophoesten. Wij hadden het idee d<strong>at</strong> BC’en op een brigade<br />
niet weten waarom ze zoiets (als jaarplannen, rapportages, cijfertjes) op<br />
moesten leveren. Er werd allemaal nogal lacherig over gedaan.<br />
7.2 De kwaliteit van de appreci<strong>at</strong>ies van BC’en is dram<strong>at</strong>isch, toch is het de<br />
bedoeling op basis van deze dingen input te leveren voor het jaarplan van<br />
het district.<br />
ACT-BB FEN-KE– 7.3 Kwaliteit van P&C’ers bij de brigades is onder de ma<strong>at</strong><br />
DCS DCS – 7.4 De kwaliteit van P&C was over het algemeen niet hoogdravend.<br />
ACT-BC-BB FEN- 7.5 2006 Het vullen van een BB terwijl je weet d<strong>at</strong> er weinig mensen kaas van hebben<br />
KE_BB –<br />
gegeten. Een van die BB mensen is een full time P&C’er<br />
THEMA:<br />
REORG<br />
Het aanbod van geschikt personeel was echt een probleem, de kwaliteit van<br />
de gesprekken was bedroevend laag, de mensen die op gesprek kwamen<br />
hadden geen flauw benul van het vakgebied P&C.<br />
De collega’s die solliciteerden op een pla<strong>at</strong>s in het bedrijfsbureau waren<br />
oper<strong>at</strong>ionele medewerkers die niet meer oper<strong>at</strong>ioneel meer wilden zijn. Met<br />
de meesten was iets aan de hand.<br />
ACT-P&C INTERV_OP<br />
L<br />
7.6 ACT-P&C begon met het geven van cursussen.<br />
DCS<br />
PAT-VERD 7.7 Aard van de gesprekken hetzelfde, P&C nog steeds een dram<strong>at</strong>isch niveau.<br />
ACT-BC IMPULS<br />
FEN- KE+<br />
Al kwam er wel w<strong>at</strong> vers bloed bij in de vorm van KMA opgeleide officieren.<br />
DCS-JP/RAP FEN- 7.8 Jan. 2007 BC: “nou HOP, vertel, hoe hebben we het gedaan. Hoe ver zijn we met het<br />
ACT-<br />
BC,PBC&BB<br />
ROLNEM–<br />
FEN-KE –<br />
FEN:INTER<br />
P_REAL<br />
realiseren van doelstellingen, waar hebben we accenten gelegd en w<strong>at</strong> raad<br />
je me aan?” HOPS: “Oh…eh…result<strong>at</strong>en…dan loop ik wel even naar het<br />
bedrijfsbureau.” In zijn informele netwerk bespreekt BC dit voorval. De<br />
interpret<strong>at</strong>ie van ‘getallen en producten’ ontbreekt volledig. D<strong>at</strong> is wel waar<br />
het om draait. De brigadeadjudant legt uit d<strong>at</strong> de HOP, net als hij, van een<br />
gener<strong>at</strong>ie is die er niet mee is opgegroeid.<br />
DCS PAT-VERB 7.9 De manier waarop we over P&C spraken is veranderd, we hadden op d<strong>at</strong><br />
IMPULS +:<br />
moment betere discussies. D<strong>at</strong> maakt d<strong>at</strong> we positiever zijn gaan spreken<br />
FEN-DIAL+<br />
FEN-<br />
MAA_EFF<br />
over P&C. Zo rond 2006 waren we veel bezig met inrichtingsvraagstukken<br />
(vanwege de reorganis<strong>at</strong>ie) en andere zaken, het la<strong>at</strong>ste waar je dan aan<br />
denkt is P&C. Nu zijn we veel scherper in de discussie over sturing. W<strong>at</strong> je<br />
nu doet moet ook leiden tot iets. In de discussie zitten we erg op het<br />
realiseren van ma<strong>at</strong>schappelijke effecten. W<strong>at</strong> zijn we nu eigenlijk aan het<br />
Nota Bene:<br />
IMPULS –:<br />
doen, waarom hebben we deze doelstellingen? Die zijn over het algemeen<br />
makkelijk te halen, je ga<strong>at</strong> ergens drie dagen op een loc<strong>at</strong>ie staan, realiseert<br />
in een keer een doelstelling. D<strong>at</strong> kan toch niet de bedoeling zijn, dan hoef je<br />
FEN-<br />
voor die taak de rest van het jaar niets meer te doen.<br />
NOODZ–<br />
Je verantwoorden over betekenisvolle dingen is cruciaal. Als je mij la<strong>at</strong> zien<br />
waarom ik me ergens over moet verantwoorden, dan regel ik alles voor je.<br />
Als iemand mij vertelt d<strong>at</strong> we d<strong>at</strong> doen omd<strong>at</strong> ze d<strong>at</strong> ergens anders ook<br />
doen, of omd<strong>at</strong> we d<strong>at</strong> altijd doen, dan gaan bij mij de lichten uit. Wie<br />
gebruikt nu al die dingen die wij moeten invullen? Waarom zie ik er nooit<br />
w<strong>at</strong> van terug?<br />
DCS-JP/DOEL FEN- 7.10 Jan. 2008 daar kunnen we dus helemaal niets mee.. dit soort aansturing op<br />
NOODZ–<br />
controledruk, het ga<strong>at</strong> echt helemaal nergens over.1500 processen verbaal<br />
FEN-INH –<br />
voor het OM Arnhem. D<strong>at</strong> is al jaren zo. W<strong>at</strong> bereiken we daar voor effect<br />
mee?<br />
DCS-<br />
JP/DOEL/RAP<br />
FEN-<br />
NOODZ–<br />
7.11 We moeten goed kunnen discussiëren over de cijfers die we ophoesten,<br />
discussie of dialoog is het doel. Als we op groen staan, en daar blijft het bij,<br />
daar heeft toch niemand w<strong>at</strong> aan?
DCS/JP/OFFE<br />
R–<br />
FEN-<br />
NOODZ–<br />
DCS PAT-<br />
VERD/VERS<br />
L<br />
DCS-BP<br />
ACT-<br />
BC/P&C<br />
DCS-<br />
PIOFAH<br />
IMPULS:<br />
FEN-<br />
VERB_RES<br />
–<br />
Discussies<br />
leiden niet<br />
tot<br />
verbetering<br />
BP –<br />
FEN-<br />
NOODZ–<br />
FEN-<br />
CONSIST –<br />
PAT-VERSL<br />
IMPULS:<br />
FEN-DIAL –<br />
FEN-<br />
NOODZ –<br />
FEN-<br />
KENNIS<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
58<br />
7.12 Die offertesystem<strong>at</strong>iek is best een aardig principe. Het is een aanname van<br />
w<strong>at</strong> je ga<strong>at</strong> doen. Maar als je d<strong>at</strong> niet kunt moet je je bij de meer standaard<br />
doelstellingen houden. Het werkt nu niet omd<strong>at</strong>: we er als organis<strong>at</strong>ie niet<br />
aan toe zijn, er geen wederkerigheid in zit, je wilt offreren obv lokale<br />
omstandigheden maar die ruimte is er niet je mag ‘offreren w<strong>at</strong> wij<br />
uitkiezen’. Om te l<strong>at</strong>en zien d<strong>at</strong> we er nog niet aan toe zijn: sommigen<br />
proberen de offertesystem<strong>at</strong>iek te kopiëren naar teamleiders. Zeer<br />
onwenselijk.<br />
7.13 We doen verwoede pogingen om de boel te stroomlijnen, procedures aan te<br />
scherpen maar we nog niet de scherpe inhoudelijke discussie. In de loop van<br />
de tijd is scherpte gekomen in discussies (zie 3) maar de discussies leiden<br />
nog niet tot verbetering. D<strong>at</strong> komt voor een deel door vastgelegde form<strong>at</strong>s en<br />
normeringen. We hebben geen discussie over de meerwaarde van de (huidige<br />
cyclus) en verantwoording(sgegevens). We benoemen het wel maar<br />
verdiepen de discussie niet. Mensen vinden het wel prima zo, het geeft ook<br />
vrijheid, als je doelstellingen of producten makkelijk kan halen. D<strong>at</strong> we<br />
vinden het wel prima zo geldt voor sturing in meer brede zin maar ook voor<br />
P&C. P&C wordt niet gebruikt om sturing binnen een brigade op scherp te<br />
krijgen, het is alleen maar verantwoording.<br />
7.14 Okt.<br />
2009<br />
“ACT-P&C, w<strong>at</strong> moet ik hier nu mee? We waren toch bezig om het P&C<br />
gebeuren eenvoudiger, handiger en ‘slanker’ te maken?” “ja, eh… het is heus<br />
heel handig en op de staf maken ze ook een bedrijfsplan.” “daar kan ik<br />
dus helemaal niks mee”. Consequentie is d<strong>at</strong> ik hier dus ook heel weinig<br />
effort in ga steken. Ze krijgen een opzetje, verder zoeken ze het maar uit.<br />
Wij kunnen op brigade niveau helemaal geen twee tot vier jaar vooruit<br />
kijken. Voor mij is dit een signaal d<strong>at</strong> we met zijn allen veel te veel tijd<br />
hebben….<br />
7.15 Dit soort gesprekken en ontwikkelingen beïnvloedt de aard van de<br />
gesprekken over P&C neg<strong>at</strong>ief. Ik wil heel graag sparren. Bijvoorbeeld:<br />
hebben we nu gericht dingen gedaan (plan) en hebben we daardoor iets<br />
beïnvloed? Daarmee la<strong>at</strong> je zien d<strong>at</strong> je je lokale context kent. P&C maakt<br />
daar onderdeel van uit.<br />
7.16 TOEKO<br />
MST<br />
Opleidingen P&C zitten niet in opleidingen voor lijnfunctionarissen en<br />
medewerkers<br />
7.17 De kwaliteit van BB moet beter<br />
7.18 Continuïteit binnen P&C waarborgen met burgermedewerkers (op een<br />
brigade!)<br />
7.19 Slank, slim en betekenisvol! Het moet er toe doen (niet alleen voor een<br />
brigade!) anders moet je het ‘killen’.<br />
7.20 Plannen baseren op trends en verschijnselen in de (interne en externe)<br />
omgeving. Denk bijvoorbeeld aan het terugdringen van uitgaansgeweld of<br />
huiselijk geweld. D<strong>at</strong> zijn landelijke thema’s. Het kan toch niet zo zijn d<strong>at</strong><br />
wij daar niets aan doen? Kijk bijvoorbeeld eens naar militairen die opgefokt<br />
uit uitzendgebieden terugkomen… Voor die landelijke thema’s zijn<br />
verschillende bronnen: ontwikkelingen bij ketenpartners, in de politiek maar<br />
de voornaamste bron zou moeten zijn w<strong>at</strong> wij vanuit onze eigen organis<strong>at</strong>ie<br />
waarnemen / verzamelen. De Staf CKMar zou daar een belangrijke rol in<br />
moeten spelen, bijvoorbeeld op basis van CBA’s, de analyse van plannen en<br />
ideeën van de verschillende districten en de gemeenschappelijkheden<br />
daarbinnen.
Betekenissen GS08<br />
First level<br />
(beschrijvend)<br />
DCS-JP<br />
DCS-JP/DOEL<br />
ACT-<br />
BB/BC:TL<br />
P<strong>at</strong>tern<br />
(verklarend)<br />
FEN-WERKL<br />
–<br />
THEMA:<br />
REORG<br />
FEN-<br />
BETR–<br />
FEN-<br />
INTERV:<br />
COMM<br />
THEMA:<br />
STURING<br />
ACT-BRG FEN-ST –<br />
THEMA:<br />
STURING<br />
ACT-<br />
STC/DIS/BRG<br />
FEN-<br />
GE(BRG:ST<br />
C/DIS)<br />
DCS-DPA DPA –<br />
DCS-JP<br />
ACT-<br />
BRG:DIS/STC<br />
FEN-IDENT<br />
–<br />
FEN-GE<br />
ACT-BB FEN-KE –<br />
ACT-BB FEN-<br />
WERKL–<br />
DCS PAT-VERSL<br />
IMPULS:<br />
FEN-<br />
WERKL<br />
DCS-JP/DOEL<br />
DCS-CP&CM<br />
ACT-<br />
BRG/STC<br />
DCS-CP&CM<br />
ACT-<br />
BRG/STC<br />
DCS-JP/DOEL<br />
ACT-<br />
BB/BC:TL<br />
THEMA-<br />
STURING<br />
FEN-STUR.<br />
FEN-<br />
ORG/BE–<br />
ACT-BB/P&C FEN-<br />
WERKL+<br />
FEN-MENS<br />
PAT-VERB<br />
IMPULS:<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
59<br />
Frag<br />
ment<br />
Tijdstip Betekenis<br />
8.1 Okt. 2006 Het JP werd hoofdzakelijk door het district gemaakt, we waren nauwelijks<br />
ingericht, het was geen JP van de brigade. De waan van de dag regeerde,<br />
veel ad hoc opdrachten.<br />
8.2<br />
8.3 Hoe kan je mensen gewaar l<strong>at</strong>en worden waar je mee bezig bent en w<strong>at</strong> je<br />
wilt bereiken? Daar hadden we veel moeite mee. Communic<strong>at</strong>ie als<br />
oplossing.<br />
8.4 We gaan gewoon op de oude voet verder. Sturing moet worden<br />
geïntroduceerd, niet zomaar je kloffie pakken en op dienst gaan, gericht<br />
aan de slag, daar staan waar nodig is.<br />
8.5 “de beleidslijn KMar 2010 – districtsplanaanwijzing – brigadejaarplan<br />
was puur theoretische sturing. In de praktijk werkte het niet zo”<br />
8.6 Mrt. 2007 In hoeverre moeten we het beleid aanpassen vanwege de<br />
Marechausseebrief? De districtsplanaanwijzing voegde niks toe, d<strong>at</strong><br />
wisten we al met de Marechausseebrief.<br />
8.7 Het is iets kils, een jaarplan d<strong>at</strong> precies voldoet aan w<strong>at</strong> gesteld is (in de<br />
Marechausseebrief), het is een heel klinisch jaar geweest. Hoe krijgen we<br />
de identiteit van de brigade er in? We schreven in het jaarplan w<strong>at</strong> ze<br />
wilden horen, onze identiteit z<strong>at</strong> er niet in.<br />
8.8 Alles was zo nieuw en zo complex.<br />
8.9 De bedrijfsbureaus stonden onder grote druk. Coördin<strong>at</strong>oren hebben alles<br />
aangepakt, ze schermen al heel lang met een bevordering naar luitenant.<br />
Onze frustr<strong>at</strong>ie is niet gekoppeld aan P&C.<br />
8.10 Er werd neg<strong>at</strong>iever gesproken over P&C. (nauwelijks haalbare) deadlines<br />
voor het opleveren van cijfers, in het algemeen een te hoge werkdruk. Het<br />
jaar hiervoor was rel<strong>at</strong>ief rustig, toen was men op het district aan het<br />
reorganiseren. In oktober waren wij juist aan het reorganiseren en omd<strong>at</strong><br />
ze op het district goed ingewerkt waren, kwam ineens de volle druk bij ons<br />
te liggen.<br />
8.11 Okt. 2007 Sturen aan de hand van je besteedbare hoeveelheid uren (input) was altijd<br />
al de insteek van het BB. De insteek van ACT-P&C(1) was sturen op<br />
basis van de output: de aantallen producten die inzet op zouden moeten<br />
leveren. ACT-STC(1) zei letterlijk, het ga<strong>at</strong> om het aantal uren, daar<br />
vloeien dan vanzelf producten uit voort.<br />
8.12 Door ACT-STC(1) inzet is bij ons van het begin af aan duidelijk w<strong>at</strong> de<br />
CP & CM tool voor ons kunnen betekenen.<br />
8.13 We z<strong>at</strong>en met het probleem: hoe stuur je nou een team aan? We hebben<br />
even geëxperimenteerd met de registr<strong>at</strong>ie van producten per team. D<strong>at</strong><br />
moet je niet willen: registr<strong>at</strong>ie is heel moeilijk en competitie tussen teams<br />
is onwenselijk. Het past niet in de samenwerkingsgedachten.<br />
8.14<br />
8.15 Sinds ACT-P&C(1) op de districtsstaf zit is het w<strong>at</strong> gemoedelijker. Je<br />
merkt d<strong>at</strong> Ron niet meer alleen zit. Als je nu afwijkt van deadlines, dan<br />
kan d<strong>at</strong> met goede motiv<strong>at</strong>ie.<br />
8.16 Positiever: nu zijn we gelukkig van die producten af, niet eerst je<br />
producten halen en dan je uren bijstellen. We zijn bevestigd in onze
PRAKT<br />
FEN-<br />
ORG/OND.<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
60<br />
oorspronkelijke ideeën, d<strong>at</strong> is plezierig. Verder viel de evalu<strong>at</strong>ie van ACT-<br />
STC(1) goed, eerst vonden we het een eigenwijs figuur, we zijn hem gaan<br />
waarderen vanwege zijn kennis en ervaring.<br />
DCS-JP/A3+ 8.17 Mei 2009 INK A3: heel prettig en duidelijk om mee te werken, leesbaar voor<br />
iedereen.<br />
FEN-MENS 8.18 Professionalisering van de briefing is een hot item naast zingeving en<br />
werkbeleving.<br />
ACT-BB:BC FEN- 8.19 Afwachten welke kant de nieuwe BC op wil.<br />
IND_AF<br />
DCS-BP+ 8.20 “Ik was er heel gelukkig mee, totd<strong>at</strong> ik zag d<strong>at</strong> er een bedrijfsplan moest<br />
komen. Gelukkig is het een groeidocument, d<strong>at</strong> geeft w<strong>at</strong> minder druk.”<br />
INTERV 8.21 We hebben het binnen de brigade als volgt aangepakt: we maakten vier<br />
jaarplannen, (1) van de BC, (2) JP HOP, (3) JP BB en een jaarplan door<br />
26 medewerkers. De terugkerende thema’s hebben we Succes Bepalende<br />
Factoren gemaakt. We hebben de jaarplannen samengevoegd. 16<br />
PAT-VERB<br />
IMPULS:<br />
FEN-IDENT<br />
FEN-TRANS<br />
december presenteren we het jaarplan aan het personeel.<br />
8.22 Positiever, niet meer d<strong>at</strong> kille. Het is leesbaar voor iedereen en we hebben<br />
het is een hulpmiddel om een eigen identiteit aan het JP/brigade te geven.<br />
DCS-CM– 8.23 Okt. 2009 Probleem met de CM tool, die kan bijna niemand lezen, zeker tweede<br />
teamleiders niet.<br />
Er wordt wel w<strong>at</strong> bewuster naar ons gekeken van bovenaf.<br />
FEN- 8.24 We hebben op dit moment w<strong>at</strong> meer ruimte en d<strong>at</strong> is prettig.<br />
WERKL+<br />
DCS-JP/A3 FEN-RICHT<br />
+<br />
DCS-JP/A3 FEN-<br />
TRANS+<br />
DCS-JP/A3 PAT-VERB<br />
IMPULS:<br />
FEN-IDENT<br />
FEN-<br />
KE/BEG<br />
FEN-INH/TR<br />
DCS-BP +<br />
DCS-JP/A3<br />
8.25 We hebben hoge verwachtingen van INK. Iedereen weet d<strong>at</strong> SBF’en niet<br />
van korte duur zijn, ze geven ons richting, het moet gaan groeien. Oude JP<br />
doelstellingen verdwenen ineens na een jaar, is het dan ineens niet meer<br />
belangrijk?<br />
8.26 Waar het mij om ga<strong>at</strong> is d<strong>at</strong> het heel duidelijk is voor de mensen op de<br />
werkvloer. Ze komen niet meer alleen om hun brood op te eten, ze weten<br />
ook waar ze mee bezig zijn.<br />
8.27 Positiever: het doorleefde JP geeft ons een identiteit, we weten nu waar<br />
we mee bezig zijn, we zijn bewuster van de consequenties van w<strong>at</strong> we doen<br />
door het vergrote inzicht.<br />
8.29 Toekomst We hebben het niet echt over de toekomst.<br />
8.30 Misschien moeten we d<strong>at</strong> bedrijfsplan voor het jaarplan doen. Het was<br />
heel veel werk voor de P-HOP maar het past uiteindelijk prima bij het<br />
INK A3.<br />
8.31 Wekelijkse wapentellingen kosten ons heel veel tijd met verschillende<br />
loc<strong>at</strong>ies en lange aanrijd tijden, ongeveer 1 VTE per week. Daarnaast<br />
moeten er ook nog BB medewerkers aanwezig zijn bij<br />
schoonmaakwerkzaamheden in een buiten post.
Betekenissen GS09<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
61<br />
First level P<strong>at</strong>tern Frag Tijdstip Betekenis<br />
(beschrijvend) (verklarend) ment<br />
DCS<br />
FEN-GE 9.1 2000 Meerderheidsstandpunt: P&C is politiek bestuurlijk moetje onder andere<br />
ACT-<br />
ARK:KMar<br />
op basis van een rapport van de Algemene Rekenkamer<br />
DCS ORGONT/he 9.2 Het P&C gebeuren werd door een klein groepje gebruikt om als<br />
fboom<br />
organis<strong>at</strong>ie op een hoger plan te komen, vanuit een professionele ambitie.<br />
ONTWERP<br />
D<strong>at</strong> kleine groepje wilde het gelijk heel goed doen, een ‘perfect’ ontwerp<br />
maken. Daar z<strong>at</strong> misschien ook wel een egospel onder, profileergedrag.<br />
DCS<br />
FEN- 9.3 2003 De perfect ontworpen cyclus (BBKMar 2000) was inmiddels losgel<strong>at</strong>en.<br />
PRAKT<br />
Costongs had een pragm<strong>at</strong>ischer insteek, hij streefde naar een haalbaar<br />
FEN-GE<br />
Intrumenteel<br />
volgend niveau. P&C had een routinem<strong>at</strong>ig karakter. Het was verworden<br />
tot een technische exercitie.<br />
ACT-BB FEN-KE – 9.4 Schrijnende gevallen: bedrijfsbureaus werden bezet met mensen die<br />
toevallig ervaring hadden met Excel, maakten zelf het jaarplan, de lijn had<br />
er geen bemoeienis mee.<br />
ACT-BB/BC FEN- 9.5 Was het nu wel goed belegd? Bedrijfsbureaus wisten meer van<br />
ROLNEM<br />
planvorming dan de commandanten of teamleiders. Het was een aparte<br />
werkelijkheid geworden.<br />
DCS PAT-VERSL 9.6 Aard van de gesprekken is in licht neg<strong>at</strong>ieve zin veranderd. Aanvankelijk<br />
IMPULS –<br />
vond men het een moetje, gedoe, veel werk, leugenbriefjes. Nu was het nog<br />
FEN-<br />
NOODZ,<br />
WERKLAST<br />
–,<br />
lastiger geworden door allerlei technische exercities.<br />
DCS<br />
FEN-VER. 9.7 ? Het gedoe met P&C hoorde ik niet meer, ik z<strong>at</strong> in een heel ander netwerk<br />
ACT-DIS/STC PERSP.<br />
FEN-GE<br />
P&C had in dit netwerk, en in Marechaussee Raad een symbolische<br />
waarde, echte beslissingen gingen over macht enzo, niet over cijfers. De<br />
cijfers, plannen en rapportages waren een manier om in gesprek te raken.<br />
In ons netwerk vroegen we ons vooral af “komt de KMar weg met dit plan<br />
of deze rapportage” (lopen ze politiek risico?) we lazen P&C niet vanuit<br />
sturingsoogpunt. KMar op scherp: verantwoording, geen sturing<br />
9.8 Niet te vergelijken door heel ander netwerk. De rapportages waren een<br />
verplicht nummer op de agenda van verschillende beraden en werden niet<br />
echt gebruikt voor sturing.<br />
DCS FE-<br />
9.9 Jan. 2008 P&C als kapstok, om met elkaar in gesprek te maken op keuzemomenten,<br />
STURING<br />
FEminder<br />
focus op instrumenten<br />
ACT-<br />
INTERV 9.10 Het Jaarplan 2009 zijn we nog redelijk conserv<strong>at</strong>ief opgelopen, we hebben<br />
DIS/BC/BB FE-<br />
ORG/DI+<br />
de bestaande instrumenten met w<strong>at</strong> meer interactie gevuld.<br />
2010 ging anders, we hebben interactie georganiseerd en daarmee<br />
producten gemaakt.<br />
DSC/overleg FE-<br />
9.11 Het is belangrijk het te organiseren en voldoende rust te behouden om<br />
ORG/DI+<br />
interactie / contact te kunnen hebben. Net z<strong>at</strong> ik bijvoorbeeld in een<br />
overleg, ik kon niet voldoende rust vinden om zaken echt te bespreken,<br />
dan schiet je snel in het afwerken van agendapunten.<br />
DCS/ALG 9.12 Instrumenteel is niet goed, d<strong>at</strong> moet anders, zowel proces als inhoud zijn<br />
belangrijk.<br />
FEN/MENS 9.13 Bestuurbaarheid, beheersbaarheid én leefbaarheid staan centraal<br />
PAT-VERB<br />
FEN/DI +<br />
9.14 Positiever, pr<strong>at</strong>en werkt.<br />
FEN-ST 9.15 Okt. 2009 Hoe gaan we om met processturing?<br />
FEN-ROLN 9.16 LOKKMar is onhandig gepositioneerd in de P&C cyclus, we moeten<br />
inform<strong>at</strong>ie leveren op een tijdstip waarop die inform<strong>at</strong>ie nog niet<br />
voorhanden is.<br />
DCS-BP BET + 9.17 Het bedrijfsplan als rollend plan is een goed product en komt ook op het
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
62<br />
ACT-DIS/DIS FEN-GE 9.18<br />
goede moment, toch merk ik wel weerstand.<br />
Er zijn niet veel districtscommandanten die op deze lijn zitten.<br />
PAT-VERB 9.19 De aard van de gesprekken is positiever. Er klinkt een frisser geluid in<br />
IMPULS<br />
vergaderingen, we pr<strong>at</strong>en nu vanuit positieve ervaringen met deze nieuwe<br />
FEN-DI +<br />
Positieve<br />
ervaringen<br />
aanpak, d<strong>at</strong> smaakt naar meer.<br />
FEN- 9.20 We gaan toch wel door he? (ondanks het aangekondigd vertrek van Hans<br />
IND_AFH<br />
als DC)<br />
FEN- 9.21 Tijdsdruk zet te veel dingen op spanning (terwijl we die rust juist nodig<br />
WERKL<br />
hebben). Voorbeelden daarvan zijn het Bedrijfsplan, d<strong>at</strong> ineens een aantal<br />
FEN-ORG<br />
maanden eerder moet omd<strong>at</strong> de bestuursstaf d<strong>at</strong> bedacht heeft. Een ander<br />
voorbeeld: het tijdstip waarop het A3 jaarplan moest worden opgeleverd<br />
kwam te vroeg. D<strong>at</strong> hebben we in overleg op kunnen lossen.
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
63<br />
Bijlage III: Lijst met geselecteerde informanten<br />
Rol Loc<strong>at</strong>ie Naam<br />
DC District Den Bosch Leijtens, Hans<br />
HP&C District Den Bosch Geurts, Ron<br />
<strong>MC</strong> District Den Bosch Klerx, Daisy<br />
FC District Den Bosch Buijs-Willems, Corine<br />
BC Brig. Brabant Noord – Limburg Noord Venlo, loc<strong>at</strong>ie Den Bosch Meussen, Jamil<br />
BC Brig. R&I Den Bosch Eversdijk, Marco<br />
HOP/PBC Brigade Brabant Zuid Eindhoven Lemmens, M<strong>at</strong>h<br />
HBB Brig. Brabant Zuid Eindhoven Hoek, Giel<br />
HBB Brig. Scheldestromen Hoogerheide Ripson, Corne(lis)<br />
HBB Brig. Limburg Zuid Maastricht Lenoire, Emmanuel (Noel)<br />
HOP Brig. Brabant Zuid Limburg Zuid nb Jacobs, Rob
Bijlage IV Resulta<strong>at</strong>tabellen<br />
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
64<br />
Tabel i: Overzicht van de elementen van het basis controlproces die van 2003 tot en met 2009<br />
impulsen zijn geweest voor betekenisgeving bij medewerkers in een organis<strong>at</strong>ie.<br />
GS Voor 2003 2003 – 2005 2006-2007 2008 2009 Toekomst<br />
01 JP-doelstellingen,<br />
visieconferentie +,<br />
JP, dashboards,<br />
02 Rapportages<br />
(verantwoording) (2)<br />
–<br />
Registr<strong>at</strong>ie –, JP, CP<br />
+, CM –<br />
03<br />
04<br />
CP, CM,<br />
Doelstellingen,<br />
PIOFAH,<br />
rapportages<br />
(verantwoording)<br />
LN<br />
JP, Rapportages<br />
(verantwoording)<br />
PIOFAH –<br />
JP/A3 +,<br />
visieconferentie +<br />
Visieconferentie + ,<br />
JP/A3 +<br />
D<strong>at</strong>akwaliteit -, JP JP +, Rapportage JP/A3 +, dashboard<br />
05 CP +, CM –,<br />
Doelstellingen +<br />
06 PIOFAH,<br />
Regelgeving<br />
07<br />
LN<br />
Rapportage<br />
(verantwoording) –<br />
JP, rapportage<br />
(verantwoording),<br />
doelstellingen<br />
08 JP –, doelstellingen,<br />
DPA -, CP/CM<br />
09<br />
LN<br />
Rapportage<br />
(verantwoording)<br />
JP/Doelstellingen,<br />
rapportage<br />
(verantwoording),<br />
offertesytem<strong>at</strong>iek<br />
A3 –, CF +, CP,<br />
bedrijfsplan –<br />
CF/productengedeelte<br />
JP/Doelstellingen<br />
CP/CM<br />
PIOFAH PIOFAH<br />
Bedrijfsplan – JP, PIOFAH<br />
JP/A3+, BP +, CM –, BP/JP<br />
BP +
Een Aanvullend Perspectief op Management Control<br />
65<br />
Tabel ii: Overzicht van fenomenen die van 2003 tot en met 2009 werden besproken in de<br />
informele netwerken in rel<strong>at</strong>ie tot het basis controlproces.<br />
GS Voor 2003 2003 – 2005 2006-2007 2008 2009 toekomst<br />
01 Dialoog(DIS: BRG) –<br />
, Betrokkenheid (TL,<br />
OP) –, Gescheiden<br />
circuits (BC: TL/OP),<br />
(DIS/BRG) & (DIS:<br />
STC), vertrouwen,<br />
dialoog +<br />
02 Cijfertjes –, noodzaak<br />
–, Gescheiden circuit<br />
(OP: STC-DIS)<br />
Dialoog +,<br />
vertrouwen (intern<br />
BRG ) +, Gescheiden<br />
circuit (DIS: STC)<br />
Stimuleren van<br />
betrokkenheid<br />
(TL/OP)<br />
03 P&C kennis Noodzaak +, P&C<br />
kennis BC –,<br />
betrokkenheid BC &<br />
TL –, gescheiden<br />
circuits (staf: lijn),<br />
stimuleren van<br />
betrokkenheid (TL),<br />
04<br />
LN<br />
Noodzaak +, P&C<br />
kennis –<br />
Rolneming +, P&C<br />
kennis +, motiveren<br />
medewerkers,<br />
individuele<br />
afhankelijkheid<br />
werklast<br />
05 Particip<strong>at</strong>ie,<br />
ondersteuning +,<br />
verbetering resulta<strong>at</strong><br />
06 Noodzaak +, dialoog<br />
(DIS: DIS) +, dialoog<br />
(DIS: STC) –,<br />
Gescheiden circuit<br />
(DIS: STC),<br />
07<br />
LN<br />
Cijfertjes –, noodzaak<br />
–, P&C kennis –<br />
Rolneming –, P&C<br />
kennis –, interpret<strong>at</strong>ie<br />
realis<strong>at</strong>ie<br />
08 Werklast –,<br />
betrokkenheid TL –,<br />
sturing –, gescheiden<br />
circuits (BRG:<br />
DIS/STC, P&C<br />
09<br />
LN<br />
Gescheiden circuits<br />
(STC: OP), P&C als<br />
hefboom voor<br />
organis<strong>at</strong>ie ontwik.<br />
Gescheiden circuits<br />
(lijn: staf),<br />
instrumenteel,<br />
rolneming –<br />
kennis), menselijkheid<br />
Centraal:<br />
verantwoordingspers<br />
pectief.<br />
Noodzaak –<br />
Noodzaak +,<br />
vertaling naar BRG,<br />
werklast, individuele<br />
afhankelijkheid<br />
Stimuleren van<br />
betrokkenheid TL,<br />
richting, vertaling<br />
naar BRG<br />
Betrokkenheid +,<br />
praktische relevantie,<br />
transparantie<br />
Dialoog(DIS: STC &<br />
DIS: BB) +, werklast<br />
BB –<br />
dialoog (DIS: DIS) +,<br />
dialoog (DIS: STC) –,<br />
betrokkenheid DIS<br />
Noodzaak – Noodzaak –,<br />
Consistentie –<br />
Sturings<strong>perspectief</strong>:<br />
P&C als kapstok,<br />
dialoog(DIS: BRG)<br />
+, menselijkheid<br />
Menselijkheid,<br />
individuele<br />
afhankelijkheid,<br />
werklast +, richting +<br />
Processturing,<br />
gescheiden circuits<br />
(DIS: DIS)<br />
Dialoog BC’en,<br />
betrokkenheid DIS<br />
(secties)<br />
Betrokkenheid TL,<br />
Individuele<br />
afhankelijkheid,<br />
autom<strong>at</strong>isering.<br />
Demotiverende<br />
dubbele uitvragen<br />
Menselijkheid,<br />
vertrouwen<br />
P&C Kennis BB &<br />
continuïteit daarvan,<br />
‘een slanke en<br />
betekenisvolle P&C<br />
cyclus’<br />
Continuïteit van<br />
werkwijze