31.07.2013 Views

Woordenboek van het Nederlands in Suriname van 1667 tot 1876

Woordenboek van het Nederlands in Suriname van 1667 tot 1876

Woordenboek van het Nederlands in Suriname van 1667 tot 1876

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

acovenboom 41 baljaren<br />

Opmerk<strong>in</strong>g: Het verschil met bananna*<br />

wordt niet gedekt door de wetenschappelijke<br />

<strong>in</strong>del<strong>in</strong>g als gegeven <strong>in</strong> <strong>het</strong> wnt (zie<br />

boven). Zie Ostendorf (1962:237).<br />

Ø /Braz./cp/1-6/B./O./W./.<br />

bacovenboom, zie bacove*.<br />

1693 (Reeps 21, bacovis-bomen). 1770<br />

(Harts<strong>in</strong>ck 55). →.<br />

Ook <strong>in</strong> Brazilië (V<strong>in</strong>gboons 1640-50 <strong>in</strong><br />

Buvelot, red., 2004:116; Backovens<br />

Boomen). Ø /Braz./cp/1-2/B./.<br />

bagaal, bakal: zie pagaal*.<br />

bakjesmeid, negerslav<strong>in</strong> als straatventster.<br />

Zie meid*. Bakjes zou kunnen komen <strong>van</strong><br />

baksie* ‘mand’.<br />

1874 (W<strong>in</strong>kels IV:285). Ø /X-N’/r/4/-.<br />

bakkeljauw, bakeljauw, opgeweekte en aan<br />

repen gesneden stokvis, uit Noord-Amerika<br />

<strong>in</strong> vaten <strong>in</strong>gevoerd, aan<strong>van</strong>kelijk alleen<br />

als voedsel voor de slaven.<br />

Het was sedert de 17e eeuw de Europees-<br />

<strong>Nederlands</strong>e naam voor de ‘kabeljauw’<br />

die voor de kust <strong>van</strong> Noord-Amerika<br />

ge<strong>van</strong>gen werd, <strong>van</strong> Portugees bacalhao<br />

(Philippa e.a. 2005:599). De Sur<strong>in</strong>aams-<br />

<strong>Nederlands</strong>e betekenis kan afkomstig zijn<br />

uit Westelijk Guyana (zie beneden).<br />

1726 (Schiltkamp & De Smidt 389). - 1862<br />

(Oost<strong>in</strong>die 1989:154). →.<br />

Ook <strong>in</strong> Westelijk Guyana (1774,<br />

Beeldsnijder 1994:93).<br />

Zie ook: zoutevis*. Ø /Port.?W?/sc/2-<br />

6/W./.<br />

bakkerneger, negerslaaf (neger*) werkzaam<br />

als bakker.<br />

1804 (De Sur<strong>in</strong>aamsche Courant nr. 25). -<br />

1824 (De Sur<strong>in</strong>aamsche Courant nr. 14).<br />

Ø /N-Am/bc/3/-.<br />

bakkra oeman, grote hamerhaai (Sphyrna<br />

tudes).<br />

< Sranantongo; de letterlijke betekenis is<br />

‘blanke vrouw, dame’ (Focke 1855:8).<br />

1835 (Teenstra 2:446).<br />

Zie ook: panapana*. Ø /S/d/4/-.<br />

bakove: zie bacove*.<br />

bakra (de), blanke.<br />

< Sranantongo bakkerare (mv., Herle<strong>in</strong><br />

1718:117), backara. (1757; Van den Berg<br />

2000:92) < Afrikaans, Lichtveld 1929:518.<br />

1840 (W<strong>in</strong>kels I:28). - 1866 (Van Schaick<br />

31). →. Ø /S/r/4-6/-.<br />

bakroe, (begrip uit de religie der negers*)<br />

kle<strong>in</strong>e, boosaardige, lagere bosgeest, die<br />

diensten verricht voor hogere goden of<br />

bepaalde mensen; neemt de gedaante aan<br />

<strong>van</strong> een dwerg of een k<strong>in</strong>d; kwelgeest.<br />

< Sranantongo bakroe (Focke 1855:8) <<br />

Afrikaans, Echteld (50).<br />

1853 (Sur<strong>in</strong>aamsch Weekblad nr. 5). 1903<br />

(Van Coll 567). →. Ø /S/sc/4-6/-.<br />

baksie (-s), mand.<br />

< Sranantongo bakkesi (Schumann<br />

1783:55). Zie ook baskiet*.<br />

1831 (Teenstra 1835 2:366). Ø /S/pt/4/-.<br />

baksielaadster, negerslav<strong>in</strong> die <strong>het</strong> uitgemalen<br />

(zie malen*,1) suikerriet (tras*) <strong>in</strong> een<br />

mand laadt en wegbrengt.<br />

Zie baksie*.<br />

1835 (Teenstra 1:188). Ø /S-N/pp/4/-.<br />

balcon, kroonlijst.<br />

Ten tijde <strong>van</strong> Lammens (citaat 1822;<br />

1982:44) was de betekenis als boven <strong>in</strong><br />

Europees-<strong>Nederlands</strong> al lang verdwenen.<br />

Zie wnt, zie Van Veen & Van der Sijs.<br />

baljaar (-en), danspartij <strong>van</strong> negerslaven.<br />

Zie baljaren*; baljaar kan ook kort zijn<br />

voor baljaarpartij*.<br />

1770 (Harts<strong>in</strong>ck 910).<br />

Zie ook: baljar<strong>in</strong>g*, pley*, spel* (II).<br />

/N’/sc/2/-.<br />

baljaarpartij (-en), als baljaar*.<br />

1828 (Gobardhan 2001:53). - 1889 (Veth<br />

55). Ø /N’-N/sc/4-5/-.<br />

baljaren (gebaljaart), dansen door negerslaven<br />

volgens hun traditie.<br />

In <strong>Nederlands</strong>e dialecten betekende<br />

baljaren (< Spaans/Portugees bailar) ‘dansen’,<br />

‘spr<strong>in</strong>gen’, later ook ‘drukte en lawaai

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!