Woordenboek van het Nederlands in Suriname van 1667 tot 1876

Woordenboek van het Nederlands in Suriname van 1667 tot 1876 Woordenboek van het Nederlands in Suriname van 1667 tot 1876

depot.knaw.nl
from depot.knaw.nl More from this publisher
31.07.2013 Views

27 Jacob Voegen van Engelen vertrok in 1785 of 1786 als arts naar Suriname en overleed daar in 1794 of niet veel later. Zijn functie was toen ‘Raad van Civiele Justitie’. Hij stichtte het tijdschrift De Surinaamsche Artz en schreef dat vervolgens grotendeels zelf vol. Zie Lindeboom (1981). David Pietersz. de Vries bezocht als marineofficier in 1635 de kust van het tegenwoordige Frans-Guyana en voer de Suriname een eindweegs op. Zijn boek van 1655 wordt door historici vaak aangehaald. Colenbrander (1911) veronderstelde al dat zijn beschrijvingen van de natuur (pp. 196-198) niet van hemzelf waren, maar besteedde hieraan, evenals latere auteurs, verder geen aandacht. Het onderhavige onderzoek doet blijken dat het betreffende gedeelte door De Vries, met kleine toevoegingen, is overgeschreven van De Laet (1625). S. de Vries (1682) bedoelde met West-Indië geheel tropisch Amerika. Hij maakte een compilatie van alles wat hij daarover te weten was gekomen. Hier ter zake doende is Brazilië. Hij vermeldt Lerius (1586) en lijkt ook Piso & Marcgrave (1648) verwerkt te hebben, wellicht ook Van Linschoten (1596), niet echter Keye (1660). George Warren, een Brit, verbleef naar zijn eigen getuigenis drie jaar in de Engelse kolonie Suriname en gaf van deze een korte en, naar het lijkt, geheel eigen en betrouwbare beschrijving in 1667. De anonieme vertaling in het Nederlands van 1669 is van de hand van een (inzake het onderwerp) ondeskundige. Zie Van Donselaar (1993). G.C. Weygandt schreef een leerboekje voor het Sranantongo (1798). Het bevat lijsten van woorden en ‘samenspraken’, van welke menige door hemzelf gegeven Nederlandse vertaling een Surinaams stempel draagt. Elisabeth van der Woude was 21 jaar toen zij in 1677 de eerste fase van de later mislukte kolonisatiepoging aan de Wajapoc in het huidige Frans Guyana meemaakte. Ze legde haar ervaringen (1677) vast in een dagboek. Zie Lichtveld & Voorhoeve (1980:42-43) en Muller (2001).

27<br />

Jacob Voegen <strong>van</strong> Engelen vertrok <strong>in</strong> 1785 of 1786 als arts naar Sur<strong>in</strong>ame en overleed daar<br />

<strong>in</strong> 1794 of niet veel later. Zijn functie was toen ‘Raad <strong>van</strong> Civiele Justitie’. Hij stichtte <strong>het</strong> tijdschrift<br />

De Sur<strong>in</strong>aamsche Artz en schreef dat vervolgens grotendeels zelf vol. Zie L<strong>in</strong>deboom<br />

(1981).<br />

David Pietersz. de Vries bezocht als mar<strong>in</strong>eofficier <strong>in</strong> 1635 de kust <strong>van</strong> <strong>het</strong> tegenwoordige<br />

Frans-Guyana en voer de Sur<strong>in</strong>ame een e<strong>in</strong>dweegs op. Zijn boek <strong>van</strong> 1655 wordt door historici<br />

vaak aangehaald. Colenbrander (1911) veronderstelde al dat zijn beschrijv<strong>in</strong>gen <strong>van</strong> de natuur<br />

(pp. 196-198) niet <strong>van</strong> hemzelf waren, maar besteedde hieraan, evenals latere auteurs, verder<br />

geen aandacht. Het onderhavige onderzoek doet blijken dat <strong>het</strong> betreffende gedeelte door De<br />

Vries, met kle<strong>in</strong>e toevoeg<strong>in</strong>gen, is overgeschreven <strong>van</strong> De Laet (1625).<br />

S. de Vries (1682) bedoelde met West-Indië geheel tropisch Amerika. Hij maakte een compilatie<br />

<strong>van</strong> alles wat hij daarover te weten was gekomen. Hier ter zake doende is Brazilië. Hij<br />

vermeldt Lerius (1586) en lijkt ook Piso & Marcgrave (1648) verwerkt te hebben, wellicht ook<br />

Van L<strong>in</strong>schoten (1596), niet echter Keye (1660).<br />

George Warren, een Brit, verbleef naar zijn eigen getuigenis drie jaar <strong>in</strong> de Engelse kolonie<br />

Sur<strong>in</strong>ame en gaf <strong>van</strong> deze een korte en, naar <strong>het</strong> lijkt, geheel eigen en betrouwbare beschrijv<strong>in</strong>g<br />

<strong>in</strong> <strong>1667</strong>. De anonieme vertal<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>het</strong> <strong>Nederlands</strong> <strong>van</strong> 1669 is <strong>van</strong> de hand <strong>van</strong> een (<strong>in</strong>zake <strong>het</strong><br />

onderwerp) ondeskundige. Zie Van Donselaar (1993).<br />

G.C. Weygandt schreef een leerboekje voor <strong>het</strong> Sranantongo (1798). Het bevat lijsten <strong>van</strong><br />

woorden en ‘samenspraken’, <strong>van</strong> welke menige door hemzelf gegeven <strong>Nederlands</strong>e vertal<strong>in</strong>g<br />

een Sur<strong>in</strong>aams stempel draagt.<br />

Elisabeth <strong>van</strong> der Woude was 21 jaar toen zij <strong>in</strong> 1677 de eerste fase <strong>van</strong> de later mislukte kolonisatiepog<strong>in</strong>g<br />

aan de Wajapoc <strong>in</strong> <strong>het</strong> huidige Frans Guyana meemaakte. Ze legde haar ervar<strong>in</strong>gen<br />

(1677) vast <strong>in</strong> een dagboek. Zie Lichtveld & Voorhoeve (1980:42-43) en Muller (2001).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!