31.07.2013 Views

VOEDSEL EN REPRODUCTIE BIJ DE KOOLMEES INSTITUUT VOOR OECOLOGISCH ONDERZOEK

VOEDSEL EN REPRODUCTIE BIJ DE KOOLMEES INSTITUUT VOOR OECOLOGISCH ONDERZOEK

VOEDSEL EN REPRODUCTIE BIJ DE KOOLMEES INSTITUUT VOOR OECOLOGISCH ONDERZOEK

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

- 10-<br />

3.2. Het verloop van de totale biomassa rupsen<br />

In 1985 en 1986 is voor inlandse eik (Hoge Veluwe en Oosterhout), amerikaanse eik, berk,<br />

den en lariks het verloop van de biomassa rupsen gedurende het broedseizoen berekend<br />

door per datum alle geschatte biomassa's te middelen (bijlage 4, kolom Ill). De geschatte<br />

biomassa's zijn berekend aan de hand van keutelprodukties, zoals gemeten in de continue<br />

en de twaalfde-dag nette.n (bijlage 4, kolom I + ll). Voor 1985 is gebruik gemaakt van de<br />

gegevens van Timmerman. (1985: bijlage 3), voor 1986 werden de eigen gegevens gebruikt.<br />

Het gemiddelde per datum van de biomassa rupsen in deze vijf boomsoorten is weergegeven<br />

in fig. 3.<br />

Er is een groot verschil tussen het verloop van de biomassa rupsen in loof- en naaldbomen.<br />

De piekperiode, de periode met de maximale hoeveelheid rupsen, valt voor de eiken vroeg<br />

en voor berk en naaldbomen laat in het seizoen (vgl. Van Balen 1973, Perrins 1965, Tinbergen<br />

1960). De rijkdom aan rupsen ten tijde van de piek varieert sterk, niet alleen tussen loof­<br />

en naaldbomen, maar ook tussen bossen. Complicerende factor bij het vaststellen van de<br />

exacte piekdatum en -biomassa in 1986 vormde een aaneengesloten periode met veel regen.<br />

(64 t/m 68 april, bijlage 1). De keutelproduktie, zoals gemeten in de twaalfde-dag netten<br />

stagneerde ten opzichte van de droge periode ervoor (61 t/m 63 april) en nam na de regen<br />

weer toe (70 en 71 april). Dit weerspiegelde zich in de biomassaschatting (bijlage 4, kolom<br />

II). In fig. 4 is het verschil in biomassa voor de inlandse eik (HV) weergegeven. De getrokken<br />

lijnen geven het gemiddeld verloop in 1985 en 1986 weer (als in fig. 3), terwijl de gestreepte<br />

balken het verloop weergeven zoals gemeten in de twaalfde-dag. netten. In 198 5 komen<br />

beide waarden goed met elkaar overeen, maar in 1986 is er een duidelijke afname van de<br />

geschatte biomassa ten tijde van de regen. De regen heeft ook invloed gehad op de gemeten<br />

keutelproduktie in de continue netten: de op 70 april verzamelde keutels werden geproduceerd<br />

in de periode na 58 april. Het verloop van de biomassa van 59 tot 7 0 april is daarom als<br />

volgt gecorrigeerd. Uitgegaan is van de biomassa van de twaalfde-dag netten op 61 t/m<br />

63 april en 70 april. De biomassa op 59 en 60 april is geschat door het gemiddelde van de<br />

periode ervoor (53 t/m 58 april) en die erna (61 april) te nemen. Voor de periode van 64<br />

t/m 69 april werd een lineaire interpolatie gebruikt tussen de dag ervoor (63 april) en de<br />

dag erna (70 april) om de waarden per tweedaagse periode te schatten. Op deze manier<br />

zijn de piekdatum en de op de piek aanwezige biomassa rupsen bij benadering vastgesteld<br />

(tabel 2).<br />

Correctie voor regen was alleen mogelijk indien gedurende de regenperiode zowel continue<br />

als twaalfde-dag netten geplaatst waren. In 1985 en 1986 heeft het gedurende het<br />

broedseizoen meerdere malen flink geregend (>3 mm per dag) zonder dat er tegelijkertijd<br />

continue en twaalfde dag netten stonden. In Oosterhout bijvoorbeeld hebben in 198 5 alleen<br />

twaalfde-dag netten gestaan. In de eerste periode (48 t/m 52 april) heeft het geregend<br />

zodat de gevonden waardes te laag zullen zijn. In 1986 lag in de inlandse eik in Oosterhout<br />

de piek een week voor de regenperiode, zodat er geen correctie nodig was.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!