10.06.2012 Views

Leicatps1100 Professional Series

Leicatps1100 Professional Series

Leicatps1100 Professional Series

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Gebruiksaanwijzing<br />

Versie 2.2<br />

Nederlands<br />

LeicaTPS1100 <strong>Professional</strong> <strong>Series</strong>


Elektronische Tachymeters<br />

Hartelijk geluk gewenst met de aankoop van uw TPS-Systeem 1100.<br />

Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke veiligheidsaanwijzingen<br />

(raadpleeg hoofdstuk "Veiligheidsaanwijzingen") alsmede<br />

aanwijzingen voor het opstellen en het gebruik van het instrument.<br />

Lees voor u het apparaat in gebruik neemt de gebruiksaanwijzing<br />

zorgvuldig door.<br />

2 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Productidentificatie<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

De typeomschrijving en het serienummer van uw instrument staat op een<br />

sticker in het batterijvak vermeld.<br />

Vul deze gegevens op deze bladzijde van uw gebruiksaanwijzing in en<br />

refereer bij vragen aan onze vertegenwoordiging of servicedienst altijd aan<br />

deze gegevens.<br />

Type: Serienummer:<br />

Software versie: Taal:<br />

3<br />

Productidentificatie


Gebruikte symbolen<br />

Gebruikte symbolen<br />

De symbolen, die in dit handboek zijn gebruikt, hebben de volgende<br />

betekenis:<br />

GEVAAR:<br />

Direct gevaar bij gebruik, dat beslist leidt tot ernstig lichamelijk letsel<br />

of de dood.<br />

WAARSCHUWING:<br />

Gevaar bij gebruik of onjuist gebruik, dat kan leiden tot ernstig<br />

lichamelijk letsel of de dood.<br />

VOORZICHTIG:<br />

Gevaar bij gebruik of onjuist gebruik, dat tot gering lichamelijk letsel<br />

en/of aanzienlijke materiële-, financiële- of milieuschade kan leiden.<br />

Gebruiksinformatie, welke de gebruiker helpt om het instrument technisch<br />

juist en efficiënt toe te passen.<br />

4 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Overzicht van de hoofdstukken<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

Inhoudsopgave<br />

Inleiding<br />

Beschrijving van het systeem<br />

Meetvoorbereiding, opstellen<br />

Testen en afstellen<br />

Systeemfuncties<br />

Systeem parameters<br />

Dataformaat<br />

Onderhoud en opslag<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

Technisjche gegevens<br />

Trefwoordenlijst (index)<br />

5<br />

Overzicht van de hoofdstukken<br />

6<br />

10<br />

12<br />

22<br />

29<br />

49<br />

97<br />

108<br />

119<br />

121<br />

143<br />

156


Inhoudsopgave<br />

Inleiding ....................................................... 10<br />

Toepassingsgebied van de gebruiksaanwijzing ................... 11<br />

Documentatie ...................................................................... 11<br />

Instrumentenbeschrijvingen ................................................ 12<br />

Beschrijving van het systeem .................... 12<br />

Afstandmetingen ................................................................. 13<br />

Vergroot Bereik (Optie) ........................................................ 14<br />

Automatische Beeldherkenning ATR / LOCK ...................... 15<br />

Snel Prisma zoeken met PowerSearch ............................... 15<br />

Zoeklicht EGL ..................................................................... 16<br />

Afstandsbedieningsmode RCS<br />

(Remote Controlled Surveying) ........................................... 17<br />

Systeemconcept ................................................................. 18<br />

Leica Survey Office PC software pakket .............................. 20<br />

Accu's en laders .................................................................. 21<br />

Meetvoorbereiding, opstellen..................... 22<br />

Uitpakken ............................................................................ 22<br />

Laden van de accu .............................................................. 23<br />

Plaatsing / vervanging van de accu ..................................... 24<br />

Plaatsen PC-kaart ............................................................... 26<br />

Opstellen van het instrument m.b.v. optisch lood of laserlood27<br />

Inspelen van het elektronisch niveau ................................... 28<br />

Inhoudsopgave<br />

Testen en afstellen ...................................... 29<br />

Elektronisch ........................................................................ 29<br />

Compensator (elektronische waterpas) .......................... 32<br />

Verticale collimatiefout .................................................... 34<br />

Horizontale collimatiefout ................................................ 36<br />

Kiepasfout ...................................................................... 38<br />

Kiepasfout, vervolg ......................................................... 39<br />

Gecombineerde foutbepaling .......................................... 40<br />

Uitschakelen van de electronische instrument-fout correctie<br />

40<br />

ATR nulpuntsfout ............................................................ 41<br />

Mechanisch ......................................................................... 44<br />

Statief ............................................................................. 44<br />

Doosniveau (op het instrument) ...................................... 44<br />

Doosniveau op het stelschroevenblok ............................ 44<br />

Optisch lood ................................................................... 45<br />

Laserlood ....................................................................... 46<br />

Reflectorloze afstandmeter ............................................. 47<br />

Systeemfuncties .......................................... 49<br />

Dataconfiguratie .................................................................. 49<br />

Databestand (Dbest) en meetbestand (Mbest) ............... 49<br />

Codelijst ......................................................................... 50<br />

Nieuwe codelijst maken (NIEUW) ................................... 51<br />

Een codelijst kopiëren (COPIE) ...................................... 51<br />

Databeheer .................................................................... 51<br />

Importeren puntgegevens (IMPOR) ................................ 53<br />

6 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Inhoudsopgave, vervolg<br />

Weergeven en importeren van puntgegevens (TOON) ... 54<br />

Weergeven en wijzigen GSI gegevens (ZOEK) .............. 54<br />

Plaatsbepalers (wildcards) bij het zoeken naar punten ... 55<br />

Handmatige invoer van coördinaten (INVR) .................... 56<br />

Converteren gegevens ................................................... 56<br />

Formatteren van een geheugenkaart (FORMT) .............. 59<br />

Het registreerscherm instellen (R-FRM) .......................... 60<br />

Het weergavescherm instellen (W-FRM) ........................ 61<br />

GSI-parameters .............................................................. 62<br />

Meetfuncties ........................................................................ 66<br />

Oriëntering naar 1-punt ................................................... 66<br />

Instellen en invoeren van de Hz-richting (Hz0) ................ 67<br />

Afstandmeting ................................................................ 67<br />

Selectie van het meetprogramma en prismatype ............ 68<br />

Schakelen tussen IR / RL ............................................... 69<br />

Schakelen tussen Standaard / Volgen ............................ 70<br />

Schakelen tussen Snelle Meting / Snel Volgen ............... 70<br />

Selecteren / definiëren prisma's ...................................... 70<br />

Selecteren / definiëren prisma's, vervolg ......................... 71<br />

Test afstandmeter (TEST) ............................................... 71<br />

Correcties voor de afstand (ppm) .................................... 71<br />

Gereduceerde invoer van ppm waarden ......................... 73<br />

Meten & opslaan (REC) .................................................. 73<br />

Meten van afstanden en hoeken,<br />

afzonderlijk (DIST + REC) .............................................. 74<br />

Meten van afstanden en hoeken, gelijktijdig ................... 75<br />

Opslaan standplaatsgegevens (REC) ............................. 75<br />

Kijkerstand veranderen (III) ........................................ 75<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

7<br />

Laatste puntnummer (L.Pt.) ............................................ 76<br />

Verwijderen meetregel (Wis B) ....................................... 76<br />

Afstand handmatig invoeren ........................................... 76<br />

Richten op het laatste punt (LTSTE) ............................... 77<br />

Verticale hoek mode ....................................................... 77<br />

Richtpunt excentriciteit .................................................... 78<br />

Schakelen tussen weergaveformaten (>DISP) ............... 78<br />

Individueel puntnummer (INDIV / RUN) .......................... 79<br />

Codering ......................................................................... 79<br />

Snelcodering (QCod+ / QCod-) ...................................... 81<br />

Controleer Oriëntatie ...................................................... 82<br />

GSI communicatie parameters ....................................... 83<br />

Communicatiepoort ............................................................. 83<br />

Communicatiepoort (GeoCOM) ..................................... 83<br />

RCS communicatie parameters ...................................... 84<br />

On-line stand .................................................................. 84<br />

Automatische Beeldherkenning ........................................... 85<br />

Werkwijze ....................................................................... 85<br />

ATR-Mode (ATR+ / ATR-) ............................................... 86<br />

LOCK mode (LOCK+ / LOCK-) ....................................... 86<br />

L.INT mode (L.INT+ / L.GO) ........................................... 87<br />

Hz / V ............................................................................. 88<br />

Automatisch Prisma Zoeken ............................................... 89<br />

RCS Zoekvenster ........................................................... 90<br />

Definieer Werkgebied (WERKG) .................................... 91<br />

Activeren / Deactiveren Werkgebied (WERK+ / WERK -) 92<br />

Algemene functies .............................................................. 92<br />

Instrumenttype en software versie (INFO) ....................... 92<br />

Inhoudsopgave


Inhoudsopgave, vervolg<br />

Elektronisch niveau (INSP.) ............................................ 92<br />

Verlichting ....................................................................... 93<br />

Accessoires .................................................................... 94<br />

Laden van een configuratiebestand (LADEN) ................ 95<br />

Laden van een systeem-parameterbestand .................... 96<br />

Systeem parameters ................................... 97<br />

Algemene parameters ......................................................... 97<br />

Laad applicatie ............................................................... 97<br />

Laden systeemtaal ......................................................... 97<br />

Datum ............................................................................ 98<br />

Datum form. ................................................................... 98<br />

Tijd ................................................................................. 98<br />

Tijd form. ........................................................................ 98<br />

Alpha mode .................................................................... 98<br />

Toets piep....................................................................... 98<br />

Configuratie parameters ...................................................... 99<br />

Autostart......................................................................... 99<br />

Taal ................................................................................ 99<br />

Afst.Eenh. ...................................................................... 99<br />

Afst. Dec. ....................................................................... 99<br />

Hoekeenh ...................................................................... 99<br />

Hoek Dec. ...................................................................... 99<br />

Atm.Temp ..................................................................... 100<br />

Atm.Lucht ..................................................................... 100<br />

Coord. vol..................................................................... 100<br />

Hz systeem .................................................................. 100<br />

Inhoudsopgave<br />

Kijker I .......................................................................... 100<br />

Compensator ............................................................... 101<br />

Hz-Corr ........................................................................ 101<br />

Sect. piep ..................................................................... 102<br />

Sect. Hoek ................................................................... 102<br />

Vrijgave V-hoek ............................................................ 102<br />

Weergave V ................................................................. 103<br />

Aan-, Uitzetten ............................................................. 103<br />

Uitschakeltijd ................................................................ 103<br />

Afst. display ................................................................. 103<br />

PPM Invoer .................................................................. 104<br />

Info / Atrib..................................................................... 104<br />

Auto Afst. ..................................................................... 105<br />

Meetparameters ................................................................ 105<br />

Pntnr Mode .................................................................. 105<br />

Exc. Mode .................................................................... 105<br />

Verhogen puntnummers .............................................. 106<br />

Meetinstellingen ................................................................ 107<br />

Starten meting ............................................................. 107<br />

Bestandsbeheer ........................................................... 107<br />

Codelijst ....................................................................... 107<br />

Quick code ................................................................... 107<br />

Dataformaat ............................................... 108<br />

Inleiding ............................................................................ 108<br />

GSI-registreerformaat met 8 of 16 karakters ..................... 108<br />

Blokconcept ...................................................................... 109<br />

8 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Inhoudsopgave, vervolg<br />

Structuur van een blok ...................................................... 109<br />

Meetregel .......................................................................... 110<br />

Coderegel ......................................................................... 110<br />

Eindteken van een gegevensregel .................................... 110<br />

Structuur van een gegevensblok ........................................ 111<br />

Blok identificatie (positie 1 - 2) ..................................... 111<br />

Extra informatie m.b.t. de gegevens (posities 3 - 6) ...... 112<br />

Gegevens (posities 7 - 15/23) ....................................... 113<br />

Afbreekteken (positie 16/24) ......................................... 114<br />

Bloknummer ................................................................. 114<br />

Meeteenheden ............................................................. 115<br />

Voorbeeld van het gegevensformaat ................................. 115<br />

Formaat van een tachymeter meetblok ......................... 116<br />

Formaat van een coderegel .......................................... 118<br />

Onderhoud en opslag ................................119<br />

Transport ........................................................................... 119<br />

Onderhoud voor gemotoriseerde aandrijving..................... 119<br />

Opslag .............................................................................. 120<br />

Schoonmaken en drogen .................................................. 120<br />

Veiligheidsaanwijzingen ........................... 121<br />

Gebruiksdoel ..................................................................... 121<br />

Gebruik conform de bepalingen .................................... 121<br />

Ondeskundig gebruik .................................................... 121<br />

Grenzen voor gebruik ........................................................ 122<br />

Verantwoordelijkheids-gebieden ....................................... 123<br />

Gebruiksrisico's ................................................................. 123<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

9<br />

Belangrijke gebruiksrisico's ........................................... 123<br />

Laser classificatie .............................................................. 127<br />

Geïntegreerde afstandmeter (EDM), (infrarood laser) .. 128<br />

Geïntegreerde afstandmeter (EDM), (zichtbare laser) ... 129<br />

Automatische beeldherkenning ATR ............................. 134<br />

PowerSearch ................................................................ 136<br />

Zoeklicht EGL ............................................................... 137<br />

Laserlood ..................................................................... 138<br />

Elektromagnetische verdraagzaamheid ............................ 140<br />

FCC-aanwijzing (geldig in de VS) ...................................... 142<br />

Technische gegevens ............................... 143<br />

Zoeklicht EGL ................................................................... 148<br />

Automatische beeldherkenning ATR ................................. 149<br />

PowerSearch .................................................................... 150<br />

Applicatieprogramma’s ...................................................... 150<br />

Schaalcorrectie (ppm) ....................................................... 151<br />

Atmosferische correctie DD1 ........................................ 152<br />

Reductie op Zeeniveau DD2 ......................................... 153<br />

Projectie vervorming DD3 ............................................. 153<br />

Atmosferische correcties ................................................... 154<br />

Reductie formules ............................................................. 155<br />

Trefwoordenlijst (index) ............................ 156<br />

Inhoudsopgave


6<br />

Inleiding<br />

TPS1100 betekent Total Station<br />

Positionerings Systeem. De TPS1100<br />

instrumenten zijn leverbaar in diverse<br />

modellen en verschillende nauwkeurigheden.<br />

Nieuwe technologieën<br />

maken het mogelijk om de meetvolgorde<br />

grotendeels te automatiseren.<br />

Dit heeft de volgende voordelen:<br />

kortere meettijden, eenvoudiger<br />

bediening en een efficienter gebruik.<br />

De R-versies zijn voorzien van een<br />

laser met zichtbare rode straal. De<br />

afstandmeter kan afzonderlijk<br />

ingesteld worden op twee meetmodes:<br />

metingen met standaard<br />

infrarood of met de zichtbare rode<br />

laser. Met de zichtbare rode laser zijn<br />

geen prisma's nodig om afstanden te<br />

meten. Met infrarood kunnen<br />

afstanden tot zeven kilometer<br />

gemeten worden.<br />

Alle TPS1100 instrumenten worden<br />

standaard voorzien van een laserlood,<br />

welke geplaatst is in de<br />

verticale as. De TPS1100 kan daardoor<br />

met behulp van de rode<br />

laserspot, snel en gemakkelijk<br />

opgesteld worden.<br />

De A-versies zijn voorzien van een<br />

automatische beeldherkenning (ATR)<br />

voor snelle en moeiteloze metingen.<br />

In de ATR-mode gebeurt het<br />

aanrichten automatisch. In de LOCKmode<br />

wordt een al aangericht punt<br />

automatisch gevolgd. In de LOCK<br />

mode wordt een al aangericht punt<br />

automatisch gevolgd.<br />

Voor de TPS1100plus instrumenten<br />

is een optionele PowerSearch<br />

module beschikbaar voor snelle automatische<br />

prismadetectie.<br />

Het EGL zoeklicht is een optioneel<br />

accessoire voor hulp bij het richten.<br />

De EGL is gelocaliseerd in de kijker<br />

en knippert, zodat de prismahouder<br />

zich eenvoudig in één lijn met het<br />

instrument kan plaatsen.<br />

Met de optionele RCS1100<br />

afstandbediening kunnen alle total<br />

stations op afstand worden bediend.<br />

Bediening kan geschieden op de<br />

afstandbediening of direct op het<br />

instrument zelf. De A-versies maken<br />

éénmansbediening mogelijk.<br />

De metingen kunnen ook gestart,<br />

onderzocht en gecontroleerd worden<br />

vanaf het richtpunt.<br />

Leica Geosystems biedt tevens<br />

applicatie- programma's voor<br />

verschillende landmeetkundige<br />

toepassingen. Kies de software, die<br />

het best past bij uw behoeften.<br />

Met het speciale GeoBasicprogramma<br />

kunnen eigen applicatieprogramma's<br />

ontwikkeld worden voor<br />

gebruik op de TPS1100<br />

instrumenten.<br />

10<br />

Inleiding TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


De PC-kaarten, zoals gebruikt in de<br />

computerindustrie, worden ook als<br />

opslagmedium gebruikt in de<br />

TPS1100. De gegevensstructuur is<br />

compatible met die van de bestaande<br />

Leica Total Stations.<br />

Leica Survey Office is een software<br />

pakket welke de TPS1100 en de<br />

RCS1100 ondersteund en waarmee<br />

gegevens uitgewisseld kunnen worden<br />

tussen software en hardware<br />

componenten.<br />

Toepassingsgebied van de<br />

gebruiksaanwijzing<br />

Deze gebruiksaanwijzing is van<br />

toepassing voor alle TPS1100systemen.<br />

De verschillen tussen de types wordt<br />

duidelijk aangegeven en overeenkomstig<br />

ingedeeld.<br />

De algemene tekst heeft betrekking<br />

op alle types.<br />

Als illustratievoorbeeld is gekozen<br />

voor een TCA-model van de<br />

TPS1100-serie met de optie EGL. De<br />

illustraties gelden voor alle modellen .<br />

Documentatie<br />

Gedrukte korte handleidingen voor<br />

het systeem en de applicaties zijn<br />

beschikbaar alsmede de gebruiksaanwijzing.<br />

De bijgesloten CD-rom<br />

bevat de complete documentatie.<br />

• Gebruiksaanwijzing:<br />

Bevat alle aanwijzingen voor het<br />

gebruik van het instrument en<br />

geeft een overzicht van het systeem<br />

tezamen met belangrijke instructies<br />

en veiligheidsvoorschriften.<br />

• Korte handleiding voor het<br />

systeem:<br />

Beschrijft de functies van het<br />

systeem bij standaardgebruik.<br />

• Korte handleiding voor de<br />

applicaties I en II:<br />

Beschrijft de functies van de<br />

applicaties bij standaardgebruik.<br />

• Referentie handboek,<br />

programma's:<br />

Alle programma's worden in detail<br />

beschreven.<br />

11<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Inleiding<br />

6


6<br />

0<br />

Beschrijving van het systeem<br />

Instrumentenbeschrijvingen 1 Draagbeugel<br />

2 Optisch vizier<br />

1 2 3 4 5 6 7<br />

8<br />

9<br />

3 Kijker met geïntegreerde EDM,<br />

ATR en zoeklicht EGL en<br />

PowerSearch<br />

4 Linker knipperende diode (geel)<br />

5 Rechter knipperende diode<br />

(rood)<br />

6 Coaxiale optiek voor hoek- en<br />

afstandmeting<br />

Uittreedtopening zichtbare laser<br />

(alleen R-model instrumenten)<br />

7 PowerSearch sensor<br />

8 Verdraaien tweede as<br />

9 Scherpstelring<br />

10 Vak voor geheugenkaart<br />

11 Verdraaien eerste as<br />

12 Stelschroevenblok<br />

13 Beeldvenster<br />

14 Draaiknop voor instrumentvergrendeling<br />

15 Toetsenbord<br />

16 Accuhouder<br />

17 Accu<br />

18 Doosniveau<br />

19 Waarschuwingslampje uitzending<br />

10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20<br />

- alleen voor XR-instrumenten (geel)<br />

20 Verwisselbaar oculair<br />

Beschrijving van het systeem<br />

1100Z01<br />

12 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Afstandmetingen<br />

Een laser-afstandmeter (EDM) is<br />

geïntegreerd in de instrumenten van<br />

de nieuwe TPS1100-serie.<br />

Voor alle versies geldt, dat de afstand<br />

kan worden bepaald door een<br />

onzichtbare infrarode straal, die<br />

uittreedt uit het kijkerobjectief.<br />

Zeer korte afstanden<br />

kunnen reflectorloos worden<br />

gemeten in Infrarood-mode<br />

(b.v. naar goed reflecterende<br />

doelen, zoals verkeersborden). In<br />

dat geval wordt de afstand<br />

gecorrigeerd met de constante,<br />

zoals gedefinieerd voor de actieve<br />

reflector.<br />

Voor applicaties zonder prisma,<br />

maken de TCR/TCRA versies ook<br />

gebruik van een zichtbare rode<br />

laserstraal welke op dezelfde manier<br />

het instrument verlaat.<br />

De nieuwe technologie van de EDM,<br />

maakt het mogelijk afstanden van<br />

meer dan vijf kilometer te meten met<br />

standaardprisma's. Miniprisma's,<br />

360° prisma's en reflectietape<br />

kunnen ook nog gebruikt worden.<br />

Ook het meten zonder prisma is<br />

mogelijk.<br />

Wanneer een afstand<br />

wordt gemeten, zal de<br />

EDM meten naar het object dat<br />

zich op dat moment in de laserstraal<br />

bevindt.<br />

Personen, voertuigen, dieren, door<br />

de wind verplaatste objecten, etc.<br />

welke in de laserstraal komen tijdens<br />

de meting, zullen een gedeelte van<br />

het laserlicht reflecteren waardoor de<br />

afstandmeting foutief is. Het is niet<br />

toegestaan de laserstraal te onderbreken<br />

bij het meten naar reflectietape<br />

of het meten zonder prisma.<br />

Metingen naar prisma's (bij een<br />

afstand van meer dan 300 meter)<br />

zullen alleen foutief zijn als zich binnen<br />

30 meter voor het prisma een<br />

object bevindt.<br />

Doordat de meettijd erg kort is, zal de<br />

landmeter in de praktijk altijd een<br />

manier vinden om kritische situaties<br />

te vermijden.<br />

Foutief resultaat<br />

Juist resultaat<br />

13<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Beschrijving van het systeem<br />

1100Z46<br />

1100Z47<br />

6<br />

10


6<br />

0<br />

Vergroot Bereik (Optie)<br />

De optionele "Vergroot Bereik" (XR) laser<br />

is een zichtbare rode laser met een<br />

vergroot meetbereik. De coaxiale XRlaser<br />

maakt het mogelijk reflectorloos<br />

afstanden te meten tot 170m (560ft)<br />

en tot 10km naar één prisma (zie ook<br />

Hoofdstuk "Technische Specificaties").<br />

De werking van een XR-instrument is<br />

gelijk aan die van een conventionele<br />

TPS met rode laser. Houdt rekening<br />

met de volgende punten als u met een<br />

XR-laser meet (RL & Lange Afstand).<br />

Het objectief moet altijd<br />

schoon zijn. Vuil op de lens<br />

(stof, vingerafdrukken) kan leiden tot<br />

verminderde nauwkeurigheid.<br />

Reflectorloos<br />

Zorg ervoor, dat de<br />

laserstraal door niets<br />

gereflecteerd wordt in de nabijheid van<br />

de vizierlijn (b.v. sterk reflecterende<br />

objecten).<br />

Beschrijving van het systeem<br />

Als een afstandmeting wordt<br />

gestart, meet de EDM naar<br />

het object dat op dat moment in de<br />

baan van de straal ligt. In geval van<br />

tijdelijke obstructie (b.v. een passerende<br />

auto) of hevige regen, mist of<br />

sneeuw zal de EDM mogelijk naar de<br />

obstructie meten.<br />

Bij het meten van langere<br />

afstanden zal elke afwijking van<br />

de rode laserstraal van de vizierlijn<br />

mogelijk leiden tot minder nauwkeurige<br />

metingen. Dit komt doordat de laserstraal<br />

mogelijk niet wordt gereflecteerd op het<br />

punt waarop de kruisdraad is gericht.<br />

Wij raden u aan te verifiëren of de XRlaser<br />

goed evenwijdig loopt met de<br />

vizierlijn van de kijker (zie ook<br />

Hoofdstuk "Testen en Afstellen"). Deze<br />

controle moet op gezette tijden worden<br />

uitgevoerd.<br />

Meet niet met twee<br />

instrumenten tegelijkertijd<br />

naar één richtpunt.<br />

Lange Afstand naar prisma's<br />

WAARSCHUWING:<br />

In verband met de<br />

veiligheidsvoorschriften en de<br />

meetnauwkeurigheid is gebruik van<br />

het Lange Afstand Programma alleen<br />

toegestaan naar prisma's op meer dan<br />

1000m afstand.<br />

Indien mogelijk moeten<br />

nauwkeurige metingen naar<br />

prisma's altijd worden uitgevoerd met<br />

het standaardprogramma (IR).<br />

Lange Afstand naar reflecterende<br />

tape<br />

Het Lange Afstand Programma kan<br />

ook worden gebruikt bij metingen naar<br />

reflecterende tape. Om de<br />

nauwkeurigheid te garanderen moet<br />

de laserstraal loodrecht op de<br />

reflecterende tape staan en de XRlaser<br />

correct zijn afgesteld (zie ook<br />

Hoofdstuk "Testen en Afstellen").<br />

14 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Automatische Beeldherkenning ATR / LOCK<br />

TCA-instrumenten zijn gemotoriseerd<br />

en uitgerust met de, in de kijker,<br />

coaxiaal gemonteerde automatische<br />

beeldherkenning ATR. Het zoeklicht<br />

EGL, gemonteerd op de kijker, is<br />

optioneel.<br />

ATR mode<br />

Deze mode maakt het mogelijk automatisch<br />

hoeken en afstanden te<br />

meten naar gewone prisma's.<br />

Het prisma wordt alleen aangericht<br />

d.m.v. het optisch vizier. Het<br />

activeren van een afstandmeting<br />

plaatst het instrument automatisch,<br />

m.b.v. de motoren, precies in het<br />

midden van het prisma.<br />

De V- en Hz-hoeken worden<br />

gemeten naar het midden van het<br />

prisma na voltooiing van de<br />

afstandmeting.<br />

De bepaling van de<br />

nulpuntsfout van de automatische<br />

beeldherkenning ATR moet,<br />

zoals alle andere instrumentfouten,<br />

periodiek worden uitgevoerd (zie het<br />

hoofdstuk "Testen en afstellen").<br />

LOCK mode<br />

Lock-mode maakt het mogelijk, dat<br />

TCA-instrumenten een bewegend<br />

prisma kunnen volgen. De<br />

afstandmeting kan worden<br />

uitgevoerd wanneer het prisma kort<br />

stilstaat ("stop en go mode").<br />

Indien de meetassistent te<br />

snel van positie verandert,<br />

kan de lock mode verloren gaan.<br />

Zorg er voor, dat de snelheid niet<br />

hoger is dan aangegeven in het<br />

figuur bij de technische gegevens.<br />

Snel Prisma zoeken met<br />

PowerSearch<br />

De PowerSearch sensor bestaat uit<br />

een zender (1) en een ontvanger (2).<br />

Beide zijn in het onderste gedeelte<br />

van de kijker geïnstalleerd.<br />

15<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Beschrijving van het systeem<br />

2<br />

Als PowerSearch is geactiveerd,<br />

roteert het instrument om de staande<br />

as. De zender zendt een verticale<br />

laserbundel uit.<br />

1<br />

1100Z55<br />

6<br />

10


6<br />

0<br />

Zodra de laserbundel een prisma<br />

detecteert, stopt de rotatie van het<br />

instrument. Daarna wordt de<br />

fijnafstelling in verticale richting<br />

uitgevoerd door de ATR.<br />

PowerSearch kan op ieder moment<br />

worden gestart door het indrukken<br />

van de PowerSearch functietoets<br />

(PS) in het menu PROG.<br />

Als de RCS-modus is geactiveerd,<br />

kan PowerSearch worden<br />

ingeschakeld tijdens het zoeken naar<br />

het prisma door de ATR.<br />

Werkbereik: 5-200 m<br />

Straalbreedte Hz: 0.025 gon<br />

Straalbreedte V: ±20 gon<br />

Beschrijving van het systeem<br />

Zoeklicht EGL<br />

Het optionele zoeklicht EGL bestaat<br />

uit twee gekleurde knipperende lichten,<br />

die geïntegreerd zijn in de kijker<br />

van het instrument.<br />

2<br />

1 Objectief voor het rode<br />

knipperende diode<br />

2 Objectief voor het gele<br />

knipperende diode<br />

Alle TPS1100 instrumenten kunnen<br />

voorzien worden van het zoeklicht<br />

EGL1. De persoon bij het prisma kan<br />

zich in de richtlijn van het instrument<br />

plaatsen m.b.v. de knipperende lichten.<br />

Het wordt nu gemakkelijker om<br />

punten uit te zetten.<br />

1<br />

1100Z02<br />

1100Z03<br />

6 m<br />

(20 ft)<br />

6 m<br />

(20 ft)<br />

100 m (330 ft)<br />

16 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Op een afstand van 100m (330ft)<br />

beslaan het rode- en gele licht elk<br />

een gebied van 6m (20ft). Hierdoor is<br />

het in één lijn plaatsen met het<br />

instrument een stuk gemakkelijker en<br />

sneller.<br />

Het in één lijn plaatsen met het<br />

instrument is mogelijk met een<br />

nauwkeurigheid van 30mm. In dit<br />

gebied zullen de beide lichten<br />

gelijkmatig knipperen.<br />

Werkbereik:<br />

5 - 150m (15 -500ft)<br />

Divergentie:<br />

12m (40ft) op 100m (330ft)<br />

Afstandsbedieningsmode RCS (Remote Controlled Surveying)<br />

De RCS-optie (Remote Controlled<br />

Surveying) geeft de mogelijkheid om<br />

alle instrumenten te bedienen vanaf<br />

het richtpunt. Voor dit doel zijn in het<br />

bijzonder de TCA en TCRA<br />

instrumenten geschikt.<br />

RCS 1100<br />

Bovendien bestaat de mogelijkheid<br />

tot een gecombineerde bediening op<br />

zowel de TPS1100 als het prisma.<br />

Hierdoor kunnen verschillende<br />

meetwerkzaamheden door één<br />

persoon worden uitgevoerd. Tevens<br />

bestaat de mogelijkheid de bediening<br />

van het instrument op de RCS1100 te<br />

bewaken en/of de codering op de<br />

RCS1100 in te voeren.<br />

Alle functies van de TPS1100,<br />

inclusief de applicatieprogramma’s,<br />

zijn via de RCS1100 beschikbaar.<br />

Weergave en de bediening van de<br />

toetsen zijn hetzelfde als op de<br />

TPS1100.<br />

Raadpleeg voor meer<br />

informatie de gebruiksaanwijzing<br />

van de RCS1100.<br />

17<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Beschrijving van het systeem<br />

6<br />

10


6<br />

0<br />

Systeemconcept<br />

Al deze modellen TPS 1100 maken<br />

gebruik van dezelfde softwarestructuur<br />

en van hetzelfde concept<br />

voor dataopslag en<br />

datacommunicatie.<br />

Beschrijving van het systeem<br />

Softwarestructuur<br />

De software van de TPS1100 kan<br />

worden ingedeeld in twee groepen:<br />

• De systeemsoftware, welke de<br />

basisfuncties omvat.<br />

• De applicatiesoftware, welke<br />

speciale landmeetkundige<br />

applicaties en procedures omvat.<br />

De systeemsoftware vormt een<br />

samenhangend geheel, terwijl de<br />

applicatiesoftware kan worden<br />

samengesteld naar de individuele<br />

wensen van de gebruiker.<br />

Met de meegeleverde Leica Survey<br />

Office software, kunnen door de<br />

gebruiker zowel de systeemsoftware<br />

als de applicatie- software geladen<br />

worden via een seriële kabel. De<br />

gebruiker is hierdoor in staat om<br />

nieuwe software versies te laden.<br />

1100Z04<br />

Systeemsoftware,<br />

applicaties<br />

Data<br />

Survey Office<br />

Het is mogelijk om in het instrument<br />

drie talen gelijktijdig te laden en één<br />

van deze te selecteren. De reeks van<br />

beschikbare talen wordt steeds<br />

uitgebreid. Als u een speciale taal<br />

wenst voor uw instrument, kunt u<br />

contact opnemen met Leica<br />

Geosystems b.v. te Rijswijk, afd.<br />

Support, tel.: 070-3078920<br />

18 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Systeemconcept, vervolg<br />

Geheugenconcept en datacommunicatie<br />

1100Z05<br />

De meetgegevens worden opgeslagen<br />

op een SRAM of ATA flash<br />

kaart overeenkomstig de PCMCIA<br />

standaard (hierna aangeduidt met<br />

PC-kaart). De gegevens worden<br />

opgeslagen in MS-DOS bestandsformaat.<br />

De gegevens kunnen worden<br />

uitgelezen met een PC m.b.v.<br />

een PCMCIA drive of een OMNI drive<br />

(optie) of via de seriële interface<br />

(kabel-verbinding tussen instrument<br />

en PC).<br />

De "Leica Survey Office" software,<br />

welke geleverd wordt bij het<br />

instrument, bevat een programma<br />

voor het uitwisselen van gegevens<br />

via de seriële interface.<br />

In plaats van opslaan op de PC<br />

kunnen de gegevens ook worden<br />

overgedragen in het GSI-formaat via<br />

de seriële interface in een LOG-bestand.<br />

Wanneer de gegevens via<br />

de seriele interface worden<br />

opgeslagen op een externe PC, worden<br />

er geen gegevens vanuit de<br />

applicatieprogramma's uitgevoerd<br />

naar het LOG-bestand. Standplaatscoördinaten<br />

kunnen alleen vanaf een<br />

PC-kaart worden gelezen.<br />

GeoBasic<br />

De GeoBasic ontwikkelingsomgeving<br />

laat de professionele<br />

ontwikkeling van extra applicatieprogramma's<br />

voor de TPS1100 toe.<br />

19<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Beschrijving van het systeem<br />

6<br />

10


6<br />

0<br />

Leica Survey Office PC software pakket<br />

De Leica Survey Office software<br />

bevat een aantal hulpprogramma's<br />

welke u ondersteunen bij het werken<br />

met de TPS1100 total station.<br />

Installatie op de PC<br />

Het installatieprogramma voor Leica<br />

Survey Office bevindt zich op de<br />

TPS1100 CD-rom, welke geleverd<br />

wordt bij deze gebruiksaanwijzing.<br />

Houdt u echter wel rekening mee, dat<br />

Survey Office alleen op computers<br />

met Windows 95 (of later) en op<br />

computers met Windows NT4 (of<br />

later) geïnstalleerd kan worden.<br />

Om het programma te installeren,<br />

start u het programma "setup.exe" in<br />

de directory \Survey Office\OSW\<br />

SOffice\English\Disk1 op de CDrom<br />

en volgt u verder de instructies<br />

op het scherm. Voor meer informatie<br />

kunt u de gebruiksaan-wijzing of de<br />

on-line help van uw<br />

bedieningssyteem raadplegen.<br />

Beschrijving van het systeem<br />

Beschikbare programma's<br />

Als de installatie voltooid is, zijn de<br />

volgende functies beschikbaar:<br />

• Data Exchange Manager:<br />

Uitwisselen van gegevens tussen<br />

het instrument en de PC.<br />

• Codelists Manager:<br />

Het maken van codelijsten.<br />

• Software Upload:<br />

Voor het laden en verwijderen van<br />

systeemsoftware, applicatieprogramma's,<br />

systeemtalen en<br />

applicatietalen<br />

• Coördinaten Editor:<br />

Voor het bewerken van<br />

coördinaten.<br />

Optioneel kunnen extra programma's<br />

worden geïnstalleerd.<br />

Raadpleeg voor meer<br />

informatie over Leica Survey<br />

Office de uitgebreide on-line<br />

help.<br />

20 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Accu's en laders<br />

GEB121<br />

GEB111<br />

Uw Leica Geosystems-instrument<br />

wordt gevoed door herlaadbare<br />

accu's.<br />

De accu GEB121 (PRO) wordt<br />

aanbevolen voor gebruik met de<br />

TPS1100 <strong>Professional</strong> <strong>Series</strong>. De<br />

accu GEB111(BASIC) is een<br />

optioneel alternatief.<br />

Gebruik alleen de Leica<br />

Geosystems- accu's, laders<br />

en accessoires of<br />

accessoires, die door Leica<br />

worden aanbevolen.<br />

1100Z06<br />

Auto-accukabel<br />

Voedingskabel<br />

Laadkabel<br />

Adapterplaat<br />

GDI121<br />

Lader<br />

GKL122<br />

De Professionele lader (GKL122) kan<br />

vier accu's tegelijk laden, ofwel via<br />

een voedingsbron van 230V of 115V<br />

of door een voedingsbron van 12V of<br />

24V (sigarettenaansteker in een<br />

auto). Op elk moment kunnen twee<br />

Pro / Basic accu's en twee accu's<br />

met een vijfpins-aansluiting geladen<br />

worden. Met behulp van de<br />

adapterplaat (GDI121) kunnen vier<br />

Pro / Basic accu's geladen worden.<br />

21<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Beschrijving van het systeem<br />

1100Z07<br />

Adapterplaat<br />

GDI121<br />

Lader<br />

GKL23<br />

De adapterplaat GDI121 kan<br />

gekoppeld worden aan de<br />

Professionele lader (GKL122) of aan<br />

de GKL23 lader en maakt het<br />

mogelijk om twee PRO / BASIC<br />

accu's tegelijkertijd te laden.<br />

1100Z08<br />

6<br />

10


6<br />

0<br />

2<br />

Meetvoorbereiding, opstellen<br />

Uitpakken<br />

Instrument uit de transportverpakking nemen en controleren op volledigheid:<br />

1100Z09B<br />

1<br />

2<br />

3<br />

4<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

9<br />

Meetvoorbereiding, opstellen<br />

10<br />

11<br />

12<br />

13<br />

14<br />

15<br />

16<br />

17<br />

18<br />

1 Datakabel RS232 (optie)<br />

2 Wisseloculair / Zenitoculair<br />

(optie)<br />

3 Contragewicht voor zenit oculair<br />

(optioneel)<br />

4 Lader GKL111 (optie)<br />

5 PC-kaart (optie)<br />

6 Zakmes (optie)<br />

7 Voorzetlens (optie)<br />

8 Reserve accu (optie)<br />

9 Adapter GKL111 (optie)<br />

10 GHT196 afstandhouder (optie)<br />

11 GHM007 Instrumenthoogtemeter<br />

(optie)<br />

12 Mini prismastok (optioneel)<br />

13 Gereedschapsset, bestaande uit<br />

2 justeerpennen, 2 inbussleutels<br />

(één voor het doosniveau en één<br />

voor de afstandmeter)<br />

14 Tachymeter<br />

15 Mini prisma + houder (optioneel)<br />

16 Verkorte instructies/ richtplaat<br />

(alleen voor reflectorloze<br />

meetinstrumenten)<br />

17 Regenhoes, Zonnekap<br />

18 Topje voor mini prisma (optioneel)<br />

22 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Laden van de accu<br />

Lader GKL111<br />

Voor het laden van de accu kunt u de<br />

laadapparaten GKL111 of GKL122<br />

gebruiken. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing<br />

van de laadapparaten<br />

voor het juiste gebruik.<br />

1100Z10<br />

Adapterplaat<br />

GDI121<br />

Lader<br />

GKL122<br />

WAARSCHUWING:<br />

De laadapparaten zijn bedoeld<br />

voor gebruik binnenshuis<br />

en mogen alleen gebruikt<br />

worden binnen gebouwen en in droge<br />

ruimtes. Opladen van de accu's mag<br />

alleen geschieden bij een<br />

omgevings-temperatuur tussen<br />

0°C en 35°C (32°F tot 95°F). Voor<br />

opslag van de accu's adviseren wij<br />

een temperatuur van 0°C tot +20°C<br />

(32°F tot 68°F).<br />

23<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Meetvoorbereiding, opstellen<br />

1100Z07<br />

Voor het bereiken van de volledige<br />

capaciteit van de accu,<br />

is het essentieel, dat de<br />

GEB111 / GEB121 accu's drie<br />

tot vijf volledige laad/ontlaadcyclussen<br />

doorlopen.<br />

6<br />

10<br />

12


6<br />

0<br />

2<br />

Plaatsing / vervanging van de accu<br />

1. Verwijder de accuhouder<br />

2. Verwijder de accu en vervang deze.<br />

Meetvoorbereiding, opstellen<br />

1100Z48<br />

1100Z49<br />

3. Plaats de accu in de accuhouder.<br />

4. Plaats de accuhouder in het<br />

instrument.<br />

1100Z50<br />

1100Z12<br />

Zorg ervoor, dat de accu juist<br />

geplaatst wordt (controleer de<br />

polariteitsmarkeringen aan de<br />

binnenzijde van de houder)<br />

en plaats de houder daarna in<br />

het instrument.<br />

24 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Externe voeding voor de Tachymeter<br />

Om aan de elektromagnetische<br />

competabiliteit (EMC) normen te<br />

voldoen, indien u de TPS1100 voedt<br />

vanuit een externe bron, is het nodig<br />

een zgn. ferriet stekker aan de kabel<br />

te monteren om het instrument op de<br />

externe voeding aan te sluiten.<br />

De Lemo connector met de<br />

ferriet stekker moet altijd<br />

aan het einde van de voedingsdraad<br />

worden bevestigd.<br />

1100Z57<br />

De door Leica Geosystems<br />

geleverde kabels zijn standaard<br />

voorzien van een ferriet stekker. In<br />

het geval dat u andere kabels<br />

gebruikt, moeten deze eveneens<br />

worden voorzien van een ferriet<br />

stekker. U kunt deze bestellen bij uw<br />

Leica-leverancier (bestelnummer<br />

voor de ferriet stekker: 703707).<br />

Voor het aanbrengen van de ferriet<br />

stekker opent u deze en klikt deze<br />

vast dichtbij de Lemo connector<br />

voordat u de TPS1100 instrumenten<br />

gebruikt (ca. 2 cm vanaf de Lemo<br />

connector).<br />

25<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Meetvoorbereiding, opstellen<br />

1100Z58<br />

6<br />

10<br />

12


6<br />

0<br />

2<br />

Plaatsen PC-kaart<br />

1. Open de PC-kaart behuizing.<br />

Meetvoorbereiding, opstellen<br />

1<br />

2<br />

1100Z51<br />

3<br />

2. Plaats de PC-kaart met het TPSpijlsymbool<br />

naar boven gericht.<br />

4<br />

1100Z52<br />

3. Sluit de PC-kaart behuizing.<br />

Bij het sluiten van de PCkaart<br />

behuizing moet de<br />

connector naar boven zijn gericht!!<br />

26 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

5<br />

1100Z53


Opstellen van het instrument m.b.v. optisch lood of laserlood<br />

1<br />

2<br />

1<br />

1<br />

2<br />

1. Richt op het opstelpunt met het<br />

optisch lood of het laserlood.<br />

2<br />

5/8"<br />

schroefdraad<br />

Stelschroevenblok<br />

GDF121/ GDF122<br />

Statief GST20<br />

2. Stel de GST120 op en centreer het<br />

statief zo goed mogelijk.<br />

Het laserlood is ingebouwd in de<br />

eerste as van de TPS1100<br />

instrumenten (L-versies). Een rode<br />

spot, geprojecteerd op de grond,<br />

maakt het gemakkelijker om het<br />

instrument te centreren.<br />

1100Z13<br />

3<br />

3. Gebruik de stelschroeven om het<br />

"Lood" te centreren boven het<br />

opstelpunt.<br />

4. Verschuif de benen van het statief<br />

om het doosniveau in te spelen.<br />

Het laserlood kan niet gebruikt<br />

worden in combinatie<br />

met een stelschroevenblok,<br />

dat al een optisch lood heeft.<br />

5. Speel het instrument nauwkeurig<br />

in m.b.v. het elektronisch niveau<br />

(zie hoofdstuk "Opstellen m.b.v.<br />

het elektronisch niveau").<br />

6. Het precies centreren geschiedt<br />

door het verschuiven van het stelschroevenblok<br />

over de statiefplaat.<br />

Herhaal de stappen 5 en 6 totdat de<br />

gewenste nauwkeurigheid behaald is.<br />

27<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Meetvoorbereiding, opstellen<br />

1100Z14<br />

6<br />

4<br />

4<br />

4<br />

1100Z15<br />

6<br />

10<br />

12


6<br />

0<br />

2<br />

Inspelen van het elektronisch niveau<br />

Grafische en numerieke<br />

weergave van scheefstand<br />

in de X-as (scheef D) en de Yas<br />

(scheef L) van de verticale as van<br />

het instrument (tweede as).<br />

De huidige instellingen van het laserlood<br />

worden weergegeven als<br />

percentage.<br />

Inspelen Elec. Niveau<br />

Scheef L:-0°03'40"<br />

Scheef D:-0°18'30"<br />

LaserSL : 50 % X<br />

CONT LSL+<br />

Schakelt het laserlood aan of<br />

uit.<br />

Intensiteit van de laserspot<br />

aanpassen.<br />

Meetvoorbereiding, opstellen<br />

MC<br />

STOP<br />

Het instrument kan met de stelschroeven<br />

horizontaal worden gezet<br />

zonder het 90° (100 gon) of 180°<br />

(200 gon) te verdraaien.<br />

Op het scherm, dat het dichtst bij het<br />

niveau is, verloopt de beweging van<br />

de kleinste cirkel in de grafiek parallel<br />

aan de beweging van de luchtbel in<br />

de niveau. Op het tegenoverliggende<br />

scherm verlopen de bewegingen<br />

tegengesteld.<br />

Zodra de kleinste cirkel is gecentreerd,<br />

is de TPS1100 perfect<br />

gehorizonteerd.<br />

Inspelen Elec. Niveau<br />

Scheef L:-0°00'10"<br />

Scheef D:-0°00'20"<br />

LaserSL : 50 % X<br />

CONT LSL+<br />

MC<br />

STOP<br />

28 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Testen en afstellen<br />

Elektronisch<br />

Ieder instrument heeft ontegenzeggelijk<br />

mechanische afwijkingen,<br />

welke een effect kunnen hebben op<br />

het meten van hoeken. Het elektronisch<br />

hoekmeetsysteem van de<br />

TPS1100 corrigeert steeds de onderstaande<br />

instrumentfouten; de<br />

verticale hoeken relateren aan de<br />

loodlijn en de horizontale hoeken<br />

corrigeren de vizierlijnfout, de<br />

kiepasfout en de scheefstand van de<br />

verticale as:<br />

• l, d Compensator indexfout<br />

• i Verticale collimatiefout<br />

• c Horizontale collimatiefout<br />

• a Kiep-as fout<br />

• ATR ATR nulpuntsfout (alleen TCA<br />

en TCAR versies)<br />

De instrumentfouten kunnen in de<br />

loop van de tijd en door de<br />

temperatuur veranderen.<br />

Derhalve wordt geadviseerd:<br />

• voor het eerste gebruik<br />

• voor precisiemetingen<br />

• na langere transporten<br />

• na langere werktijden<br />

• bij temperatuurverschillen van<br />

meer dan 20°C<br />

de controle op instrumentfouten in de<br />

bovengenoemde volgorde uit te<br />

voeren.<br />

Om de fout op te sporen moet het<br />

instrument met het elektronisch<br />

niveau exact horizontaal worden<br />

gezet. Het instrument moet stevig en<br />

stabiel staan en tegen direct zonlicht<br />

worden beschermd, om verwarming<br />

aan één kant te vermijden.<br />

Wij maken u erop attent,dat<br />

de bepaling van de<br />

instrumentfouten met de grootste<br />

zorgvuldigheid en precisie dient te<br />

worden uitgevoerd.<br />

Voor het bepalen van de<br />

instrumentfout kan bij een<br />

willekeurige positie van de telescoop<br />

worden gestart.<br />

Direct nadat de eerste<br />

meting gedaan is, zullen<br />

gemotoriseerde instrumenten automatisch<br />

naar de tweede kijkerstand<br />

gaan, waarna de gebruiker alleen<br />

nog de fijnafstelling dient te doen.<br />

29<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Testen en afstellen<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

Elektronisch, vervolg<br />

Activeren van de "Instrument<br />

kalibratie" functie.<br />

Hoofd\Instrument Kalibratie<br />

actueel<br />

(l) Comp Lengte: 0°00'37"<br />

(d) Comp Dwars-: -0°00'34"<br />

(i) Ver-coll. f: 0°00'28"<br />

(c) Hor-coll. f: 0°00'20"<br />

(a) Kiep-as fou: 0°00'26"<br />

l,d i c/a i/c/a ATR EXIT<br />

Bepalen van de compensatorindexfouten.<br />

Gelijktijdig wordt het elektronisch<br />

niveau afgesteld.<br />

Bepalen van de verticale<br />

collimatiefout (V-indexfout)<br />

Bepalen van de horizontale<br />

collimatiefout.<br />

Testen en afstellen<br />

MC<br />

LOGB+ STOP<br />

Gecombineerd bepalen van<br />

horizontale- en verticale<br />

collimatiefout en kiepasfout.<br />

Bepalen van de collimatiefout<br />

ATR (alleen voor TCA en<br />

TCRA-instrumenten).<br />

Inschakelen kalibratie<br />

Log-bestand (zie<br />

volgende pagina).<br />

De gevonden afwijkingen worden in<br />

de zin van een fout weergegeven. Bij<br />

de correctie van de metingen worden<br />

de fouten met omgekeerd voorteken<br />

aangebracht.<br />

30 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Elektronisch, vervolg<br />

Kalibratie Log-bestand<br />

Wanneer het Log-bestand is<br />

ingeschakeld (LOGB+), worden de<br />

metingen en resultaten opgeslagen in<br />

een ASCII-bestand. Dit bestand<br />

wordt aangemaakt in de directory<br />

LOG op de geheugenkaart. U kunt dit<br />

bestand daarna uitlezen op uw PC en<br />

een uitdraai maken van het Log-bestand.<br />

Nieuwe gegevens worden<br />

altijd toegevoegd aan het<br />

kalibratie Log-bestand.<br />

TPS1100 - Instrument Kalibratie<br />

Instrument : TCRA1102plusSerial 619216<br />

Compensator Indexfout l,t<br />

Datum/Tijd : 03/04/2000 15:43<br />

Oude waardes: l= 0.0000g t= 0.0000g<br />

Metingen<br />

L= -0.0126g T= 0.0298g<br />

L= 0.0368g T= 0.0164g<br />

Nieuwe waardes: l= 0.0010g t= 0.0023g<br />

Verticale Indexfout i<br />

Datum/Tijd : 03/04/2000 15:45<br />

Oude waardes: i= 0.0000g<br />

Metingen<br />

Hz= 377.0597 g V= 104.2828 g<br />

Hz= 177.0562 g V= 295.7176 g<br />

Nieuwe waarde: i= 0.0001g<br />

Voorbeeld van een Kalibratie Log-bestand (in dit voorbeeld compensator en<br />

verticale index fouten).<br />

31<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Testen en afstellen<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

Compensator (elektronische waterpas)<br />

verticale as<br />

De bepaling van de indexfout voor de<br />

langs- en dwarsassen van de<br />

compensator (l, d) komt overeen met<br />

de bepaling van het midden van de<br />

bel in het doosniveau.<br />

Het instrument moet op<br />

omgevingstemperatuur zijn<br />

en tegen verwarmen aan<br />

één kant worden<br />

beschermd.<br />

De indexfouten voor de langs- en<br />

dwarsinclinatie worden voor<br />

aflevering af fabriek afgesteld en op<br />

nul gezet.<br />

Testen en afstellen<br />

l<br />

d<br />

1100Z01<br />

Activeert de bepaling van de<br />

indexfout (zie dialoog,<br />

pagina 30)<br />

Daarna wordt de langs- en<br />

dwarsinclinatie (l, d) in het<br />

onderstaande menu weergegeven.<br />

HOOFD\ COMPENS. INDEXFOUT<br />

1ste scheefstandmeting in<br />

een willekeurige kijkerstand<br />

L : 0°00'25"<br />

D : 0°00'04"<br />

MEET<br />

Meting van de langs- en<br />

dwarsinclinatie (l, d)<br />

activeren.<br />

MC<br />

STOP<br />

Kan geen inclinatie worden gemeten,<br />

bijv. wanneer het instrument niet<br />

stabiel staat, dan verschijnt de<br />

foutmelding: 557 en de volgende<br />

toetsen verschijnen:<br />

Meting herhalen.<br />

Meting afbreken.<br />

Voor de tweede meting moet bij niet<br />

gemotoriseerde instrumenten de<br />

alhidade met 180° (200 gon), met<br />

een nauwkeurigheid van + 4° 30'<br />

(+ 5 gon) gedraaid worden.<br />

Nadat de eerste meting met ,<br />

werd gestart, volgt de bepaling van l<br />

en d met de bijbehorende draaiing<br />

van het instrument bij<br />

gemotoriseerde instrumenten automatisch.<br />

32 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Compensator, vervolg<br />

Na de eerste scheefstandmeting<br />

wordt, voor niet-gemotoriseerde<br />

instrumenten, de volgende dialoog<br />

getoond:<br />

POSITIONEREN TELESCOOP<br />

Hz. en V. positionering:<br />

Richting(en) op nul stellen<br />

∆Hz : 180°00'00"<br />

∆V : ------<br />

Verdraai het instrument 180° (200<br />

gon) totdat DHz = 0° 00' 00" (0.0000<br />

gon). Toont dan "OK".<br />

POSITIONEREN TELESCOOP<br />

Hz. en V. positionering:<br />

Richting(en) op nul stellen.<br />

∆Hz : 0°00'00"<br />

∆V : ------<br />

MC<br />

OK AFBRK<br />

MC<br />

II<br />

OK AFBRK<br />

Liggen de verschillen van de horizontale<br />

en verticale richtingen binnen +<br />

4° 30' (+ 5 gon) dan kan het scherm<br />

met worden verlaten.<br />

De gebruiker wordt door een<br />

akoestisch signaal erop<br />

geattendeerd, dat "OK" aan de toets<br />

is toegewezen.<br />

De tweede inclinatiemeting<br />

activeren.<br />

De indexbepaling van de<br />

compensator afbreken.<br />

Na de tweede inclinatiemeting<br />

worden de beide nieuw bepaalde<br />

indexfouten voor de langs- en<br />

dwarsas van de compensator<br />

weergegeven.<br />

HOOFD\ COMPENS. INDEXFOUT<br />

nieuw<br />

l Comp. : 0°03'02"<br />

d Comp. : -0°02'06"<br />

De nieuwe waarden worden<br />

opgeslagen.<br />

De volledige<br />

kalibreerprocedure herhalen.<br />

De oude waarden blijven<br />

behouden.<br />

Wanneer een waarde van 5'<br />

24" (0,1 gon) voor de<br />

indexfout (l, d) werd overschreden,<br />

moet de meting herhaald worden,<br />

waarbij nogmaals moet worden<br />

gecontroleerd of het instrument<br />

horizontaal uitgericht en trillingsvrij is<br />

opgesteld. Bij meermaals<br />

overschrijden van de waarde moet de<br />

servicedienst van Leica<br />

geraadpleegd worden.<br />

33<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Testen en afstellen<br />

MC<br />

nieuwe waarden accepteren?<br />

JA OPNW NEE<br />

STOP<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

Verticale collimatiefout<br />

De verticale collimatiefout (i) is het<br />

verschil tussen de horizontale<br />

kruisdraad en het midden van de 2e<br />

as. De hoogte-indexfout wordt voor<br />

aflevering af fabriek bepaald en op<br />

"0.00" gezet. Alle gemeten verticale<br />

hoeken worden in principe met de<br />

hoogte-indexfout gecorrigeerd.<br />

Het instrument moet op<br />

omgevingstemperatuur zijn<br />

en tegen verwarmen aan<br />

één kant worden<br />

beschermd.<br />

Testen en afstellen<br />

i<br />

1100Z17<br />

1.<br />

ca. 100m<br />

+/-9°<br />

Voor het bepalen van de hoogteindexfout<br />

een markant doel binnen<br />

een afstand van ca. 100m zo dicht<br />

mogelijk benaderen. Het doel moet<br />

zich binnen + 9° (+ 10 gon) ten<br />

opzichte van de horizontale lijn<br />

bevinden.<br />

De kalibreerprocedure<br />

activeren (zie dialoog,<br />

pagina 30). De twee-assige<br />

compensator wordt bij de bepaling<br />

van de V-indexfout automatisch<br />

uitgeschakeld. Dit wordt door het<br />

symbool weergegeven.<br />

1100Z18<br />

Start de meting voor de<br />

verticale rand.<br />

Daarna verwijst het scherm naar een<br />

wissel waarbij de telescoop verdraaid<br />

wordt naar de andere kijkerstand.<br />

2.<br />

HOOFD\VER. COLLIMATIEFOUT<br />

Richt nauwkeurig op een punt<br />

op een afstand meer dan 100m<br />

Hz : 343°18'54"<br />

V : 93°47'41"<br />

MEET<br />

180°<br />

180°<br />

MC<br />

STOP<br />

34 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

1100Z19


Verticale collimatiefout, vervolg<br />

Liggen de verschillen van de horizontale<br />

en verticale richtingen binnen +<br />

27' (+ 0,5 gon), dan wisselt het<br />

scherm naar het scherm "klaar om te<br />

meten". De gebruiker wordt door een<br />

akoestisch signaal erop<br />

geattendeerd, dat "OK" aan de toets<br />

is toegewezen.<br />

POSITIONEREN TELESCOOP<br />

Hz. en V. positionering:<br />

Richting(en) op nul stellen.<br />

∆Hz : 0°00'00"<br />

∆V : 0°00'00"<br />

Klaar om te meten<br />

bevestigen en naar het<br />

meetmenu wisselen.<br />

MC<br />

OK AFBRK<br />

STOP<br />

HOOFD\ Ver. Collimatiefout<br />

Richt nauwkeurig op<br />

hetzelfde punt in de andere<br />

kijkerstand<br />

Hz : 163°18'54"<br />

V<br />

MEET<br />

: 266°12'19"<br />

Opnieuw nauwkeurig uitrichten op<br />

het doel.<br />

De tweede meting activeren.<br />

Na de meting wordt de tot nu toe<br />

geldende en de nieuw bepaalde<br />

verticale collimatiefout weergegeven.<br />

HOOFD\ Ver. Collimatiefout<br />

oud nieuw<br />

i V-co. : 0°00'03"-0°00'22"<br />

Nieuwe waarden accepteren?<br />

JA OPNW NEE<br />

De nieuwe waarden worden<br />

opgeslagen.<br />

De bepaling van de Vindexfout<br />

herhalen.<br />

De oude waarden blijven<br />

behouden.<br />

Wanneer een waarde van<br />

54' (1 gon) voor de indexfout<br />

( i ) wordt overschreden, moet de<br />

meting worden herhaald. Bij<br />

meermaals overschrijden van de<br />

waarde moet de servicedienst van<br />

Leica geraadpleegd worden.<br />

35<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Testen en afstellen<br />

MC<br />

STOP<br />

MC<br />

STOP<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

Horizontale collimatiefout<br />

De horizontale collimatiefout (c) is<br />

het verschil tussen de verticale<br />

kruisdraad en het midden van de 1e<br />

as. Deze wordt voor aflevering af<br />

fabriek bepaald en op "0.00" gezet.<br />

De horizontale richtingen worden<br />

alleen bij de instelling Hz-correcties<br />

"AAN" met de desbetreffende<br />

waarde aangepast (raadpleeg voor<br />

meer informatie de sectie<br />

"Uitschakelen van de electronische<br />

instrument/fout correctie").<br />

Testen en afstellen<br />

c<br />

Kiep-as<br />

Vizierlijn<br />

1100z20<br />

Voor het bepalen van de<br />

horizontale collimatiefout<br />

dient een markant doel<br />

binnen een afstand van ca.<br />

100 m zo dicht mogelijk te worden<br />

benaderd. Het doel moet zich binnen<br />

±9° (±10 gon) ten opzichte van de<br />

horizontale lijn bevinden. De<br />

procedure is verder gelijk aan die<br />

voor de bepaling van de verticale<br />

collimatiefout.<br />

De bepaling van de horizontale<br />

collimatiefout activeren<br />

(zie dialoog, pagina 30).<br />

De twee-assige compensator wordt<br />

bij de bepaling van de horizontale<br />

collimatiefout automatisch<br />

uitgeschakeld.<br />

Dit wordt door het symbool<br />

weergegeven.<br />

HOOFD\ Hor. Collimatiefout<br />

Richt nauwkeurig op een punt<br />

op een afstand meer dan 100m<br />

Hz : 373°19'24"<br />

V : 90°51'15"<br />

MEET<br />

Meting activeren.<br />

MC<br />

STOP<br />

Daarna verwijst het scherm naar een<br />

wissel naar de andere positie van de<br />

telescoop.<br />

Liggen de verschillen van de horizontale<br />

en verticale richtingen binnen<br />

±27’ (±0,5 gon), dan wisselt het<br />

scherm naar het scherm "klaar om te<br />

meten". De gebruiker wordt door een<br />

akoestisch signaal erop<br />

geattendeerd, dat "OK" aan de toets<br />

is toegewezen.<br />

36 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Horizontale collimatiefout, vervolg<br />

POSITIONEREN TELESCOOP<br />

Hz. en V. positionering:<br />

Richting(en) op nul stellen<br />

Hz : 0°00'00"<br />

V : 0°00'00"<br />

OK AFBRK<br />

Klaar om te meten<br />

bevestigen en naar het<br />

meetmenu wisselen.<br />

HOOFD\ HOR-COLLIM. FOUT<br />

Richt nauwkeurig op<br />

hetzelfde punt in de andere<br />

kijkerstand<br />

Hz : 193°19'24"<br />

V<br />

MEET<br />

: 269°08'45"<br />

Opnieuw nauwkeurig<br />

uitrichten op het doel.<br />

De tweede meting activeren.<br />

MC<br />

S<br />

MC<br />

S<br />

Na de meting wordt de tot nu toe<br />

geldende en de nieuw bepaalde<br />

richtlijnfout weergegeven.<br />

HOOFD\ Hor. Collimatiefout<br />

oud nieuw<br />

(c) Hor-co:-0°00'03"0°00'08"<br />

Nieuwe waarden accepteren?<br />

JA OPNW NEE<br />

De bepaling van de horizontale<br />

collimatiefout herhalen.<br />

De oude waarden blijven<br />

behouden.<br />

De nieuwe waarden worden<br />

opgeslagen.<br />

Wanneer een waarde van 5'<br />

24" (0,1 gon) voor de horizontale<br />

collimatiefout (c) wordt<br />

overschreden, moet de meting worden<br />

herhaald. Bij meermaals overschrijden<br />

van de waarde moet het Technisch<br />

Service Centrum van Leica op de<br />

hoogte worden gesteld.<br />

Zodra de nieuwe horizontale<br />

collimatiefout is bevestigd kan de<br />

kiep-as fout bepaald worden.<br />

Bevestiging, doorgaan met de<br />

bepaling van de kiepasfout.<br />

Beëindigen van de functie<br />

door terugkeer naar het<br />

kalibreermenu.<br />

37<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Testen en afstellen<br />

MC<br />

HELP STOP<br />

HOOFD\ Hor. Collimatiefout<br />

Doorgaan met de bepaling van<br />

de kiepasfout.<br />

JA NEE<br />

MC<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

Kiepasfout<br />

Als de 1e as niet loodrecht staat op<br />

de 2e as, spreekt men van een<br />

kiepasfout a.<br />

De kiepasfout wordt voor aflevering<br />

af fabriek bepaald en op "0.00" gezet.<br />

De horizontale richtingen worden<br />

alleen bij de instelling Hz-correcties<br />

"AAN" met de waarde van de<br />

kiepasfout aangepast (raadpleeg<br />

voor meer informatie de sectie<br />

"Uitschakelen van de elektronische<br />

instrument-fout correctie").<br />

Kieps-as<br />

(2e as)<br />

Testen en afstellen<br />

Verticale as<br />

(1e as)<br />

k<br />

1100Z21<br />

Voor het bepalen van de<br />

kiepasfout dient een<br />

markant doel binnen een<br />

afstand van ca. 100 m zo<br />

dicht mogelijk te worden benaderd.<br />

Het doel moet een minimale V-hoek<br />

hebben van ±27° (±30 gon). De tweeassige<br />

compen-sator wordt bij de<br />

bepaling van de kiepasfout automatisch<br />

uitgeschakeld.<br />

Dit wordt door het symbool<br />

weergegeven.<br />

HOOFD\ Kiep-as fout<br />

Richt nauwk. op hoog/laag<br />

punt op minimaal 100m<br />

Hz : 373°19'24"<br />

V : 90°51'15"<br />

MEET<br />

MC<br />

STOP<br />

De meting activeren. Daarna<br />

verwijst het scherm naar een<br />

wissel naar de andere positie van de<br />

telescoop.<br />

Liggen de verschillen van de horizontale<br />

en verticale richtingen binnen<br />

±27' (±0,5 gon), dan wisselt het<br />

scherm naar het scherm "klaar om te<br />

meten". De gebruiker wordt door een<br />

akoestisch signaal erop<br />

geattendeerd, dat "OK" aan de toets<br />

is toegewezen.<br />

38 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Kiepasfout, vervolg<br />

POSITIONEREN TELESCOOP<br />

Hz. en V. positionering:<br />

Richting(en) op nul stellen.<br />

∆Hz : 0°00'00"<br />

∆V : 0°00'00"<br />

Klaar om te meten<br />

bevestigen en naar het<br />

meetmenu wisselen.<br />

MC<br />

OK AFBRK<br />

STOP<br />

Hoofd\ KIEP-AS FOUT<br />

Richt nauwkeurig op hetzelfde<br />

punt in de andere kijkerstand<br />

Hz : 193°19'24"<br />

V : 269°08'45"<br />

MEET<br />

Opnieuw nauwkeurig uitrichten op<br />

het doel.<br />

De tweede meting activeren.<br />

Na de meting wordt de tot nu toe<br />

geldende en de nieuw bepaalde<br />

kiepasfout a weergegeven.<br />

De nieuwe waarden worden<br />

opgeslagen.<br />

De bepaling van de<br />

kiepasfout herhalen.<br />

De oude waarden blijven<br />

behouden.<br />

Wanneer een waarde van 5'<br />

24" (0,1 gon) voor de<br />

kiepasfout (a) wordt overschreden,<br />

moet de meting worden herhaald. Bij<br />

meermaals overschrijden van de<br />

waarde moet de servicedienst van<br />

Leica geraadpleegd worden.<br />

39<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Testen en afstellen<br />

MC<br />

S<br />

hoofd\ KIEP-AS FOUT<br />

oud nieuw<br />

(a)Kiep-as:-0°00'03" 0°00'17"<br />

MC<br />

Nieuwe waarden accepteren?<br />

JA OPNW NEE<br />

S<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

Gecombineerde foutbepaling<br />

Door op de toets te drukken in<br />

de dialoog van pagina 30, is het<br />

mogelijk om de fouten voor de<br />

verticale en horizontale collimatie en<br />

de kiep-as (i/c/a) met één enkele<br />

procedure te bepalen.<br />

De Verticale en Horizontale<br />

collimatiefout wordt aan de hand van<br />

een gemeenschappelijk doel<br />

bepaald, dat niet meer dan + 9° (+ 10<br />

gon) buiten de horizontalen mag<br />

liggen. Voor de bepaling van de<br />

kiepasfout moet een ander doel<br />

worden gekozen met een<br />

hoogtehoek van tenminste + 27°<br />

(+ 30 gon).<br />

Voor de afzonderlijke procedures<br />

wordt naar de eerder beschreven<br />

stappen verwezen.<br />

Testen en afstellen<br />

Uitschakelen van de electronische instrument-fout correctie<br />

Ook de mechanische instrumentfouten<br />

kunnen uitgeschakeld worden<br />

indien alleen de globale gegevens<br />

dienen te worden weergegeven en te<br />

worden opgeslagen. Voor het uitschakelen<br />

stelt u de compensator en<br />

de horizontale rand correctie in op<br />

UIT. De verticale hoeken, relaterend<br />

aan de verticale as, en de horizontale<br />

correcties worden niet verrekend.<br />

HOOFD\COMPENSATOR<br />

Compensator AAN/UIT,<br />

Hz correcties AAN/UIT<br />

Compensator : AAN<br />

Hz-corr. : AAN<br />

CONT<br />

MC<br />

STOP<br />

40 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


ATR nulpuntsfout<br />

(alleen voor TCA en TCRAinstrumenten)<br />

De ATR1-collimatiefout is de<br />

gecombineerde horizontale en<br />

verticale hoek afwijking van de<br />

vizierlijn t.o.v. de CCD-camera.<br />

De bepalingsprocedure kan als optie<br />

ook voor de bepaling van de verticale<br />

en horizontale collimatiefout dienen.<br />

De ATR1-nulpuntsfout wordt steeds<br />

aangebracht, onafhankelijk van het<br />

feit of de Hz-correcties in- of<br />

uitgeschakeld zijn. (raadpleeg voor<br />

meer informatie "Uitschakelen van de<br />

instrumentfout-correctie").<br />

V-afwijking<br />

Kruisdraad<br />

Hz-afwijking<br />

Midden<br />

v/h<br />

prisma<br />

1100Z30<br />

Voor de bepaling van de ATRnulpuntsfout<br />

dient een prisma op ca.<br />

100 m afstand nauwkeurig aangericht<br />

te worden. Het doel moet zich<br />

binnen + 9° (+ 10 gon) ten opzichte<br />

van het horizontale niveau bevinden.<br />

De procedure is analoog aan die voor<br />

de bepaling van de indexfout.<br />

Start de bepalingsprocedure<br />

(zie scherm op pag. 30)<br />

De automatische richtinstelling ATR<br />

wordt automatisch ingeschakeld. Dit<br />

wordt met het symbool<br />

weergegeven. Het venster toont de<br />

huidige horizontale en verticale ATR<br />

collimatiefouten.<br />

Hoofd\ ATR COLLIMATIEFOUT<br />

actueel<br />

ATR Hor-coll. fou: 0°00'05"<br />

ATR Ver-coll. fou: 0°00'10"<br />

C<br />

Start de bepaling.<br />

De twee-assige compensator wordt<br />

tijdens de bepaling van de ATR1nulpuntsfout<br />

automatisch<br />

uitgeschakeld, hetgeen met het<br />

symbool wordt weergegeven.<br />

Het prisma met behulp van de<br />

kruisdraad nauwkeurig richten.<br />

De meting starten.<br />

41<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Testen en afstellen<br />

MC<br />

Hoofd\ ATR COLLIMATIEFOUT<br />

richt nauwkeurig op een punt<br />

op een afstand meer dan 100m<br />

Hz : 73°25'36"<br />

V : 88°45'14"<br />

Bep.c/i<br />

MEET<br />

: NEIN<br />

MC<br />

STOP<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

ATR nulpuntsfout, vervolg<br />

Schakelen tussen<br />

enkelvoudige en<br />

gecombineerde foutbepaling.<br />

JA = gelijktijdige<br />

bepaling van de ATRnulpuntsfout,<br />

de<br />

verticale- en horizontale<br />

collimatiefout<br />

NEE = alleen voor de bepaling<br />

van de ATRnulpuntsfout<br />

Het wordt aangeraden om<br />

de ATR collimatifout, de<br />

Horizontale collimatiefout en de<br />

Vertikale collimatie-fout tegelijkertijd<br />

te bepalen.<br />

Testen en afstellen<br />

Na beëindiging van de eerste<br />

meting volgt automatisch een<br />

wissel naar de tweede kijkerstand.<br />

Hoofd\ ATR COLLIM. FOUTEN<br />

Richt nauwkeurig op<br />

hetzelfde punt in de andere<br />

kijkerstand<br />

Hz : 253°25'36"<br />

V : 271°14'46"<br />

MEET<br />

Het prisma met behulp van de<br />

kruisdraad nauwkeurig richten.<br />

MC<br />

De meting activeren nadat<br />

het instrument in de andere<br />

positie is gezet.<br />

Wanneer de verschillen tussen de<br />

horizontale en verticale richting meer<br />

dan + 27' (+ 0,5 gon) bedragen,<br />

wordt een foutmelding gegeven. De<br />

gebruiker wordt hier door een<br />

akoestisch signaal op geattendeerd<br />

en aan de toets wordt "OK"<br />

toegewezen.<br />

De meetprocedure kan daarna worden<br />

herhaald.<br />

Na een geslaagde tweede meting<br />

wordt de ATR nauwkeurigheid en,<br />

indien vooraf geselecteerd, ook de<br />

nauwkeurigheid van de verticale- en<br />

horizontale collimatiefout<br />

weergegeven.<br />

42 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


ATR nulpuntsfout, vervolg<br />

Hoofd\ ATR NAUWKEURIGHEID<br />

Nr. v/d met: 2<br />

s ATR Hor : 0°00'05"<br />

s ATR Ver : -0°00'08"<br />

s V-Index : ---s<br />

Hor-coll : -----<br />

Meer metingen uitvoeren?<br />

AFBRK NEE JA<br />

HELP<br />

MC<br />

De kalibreerprocedure wordt<br />

afgebroken. De oude<br />

waarden blijven behouden.<br />

Er zijn geen verdere<br />

herhalingsmetingen gewenst.<br />

De oude en nieuw bepaalde waarden<br />

van de ATR nulpuntsfout wordt als<br />

optie, samen met de horizontale<br />

collimatiefout (c) en de verticale<br />

collimatiefout ( i ) weergegeven.<br />

Het kalibreren kan zo vaak<br />

worden herhaald tot de<br />

gewenste nauwkeurigheid is bereikt.<br />

Het resultaat is het gemiddelde van<br />

alle metingen. Wij adviseren u om<br />

tenminste 2 metingen uit te voeren.<br />

Hoofd\ ATR COLLIM. FOUTEN<br />

oud nieuw<br />

ATR Hor-: 0°00'08" 0°00'05"<br />

ATR Ver-: 0°00'10" 0°00'09"<br />

(i) V in: 0°00'00" 0°00'10"<br />

(c) Hor-: 0°00'10" 0°00'02"<br />

Nieuwe waarden accepteren?<br />

OPNW NEE JA<br />

HELP<br />

De bepaling van de ATR<br />

collimatiefout herhalen.<br />

De nieuwe waarden worden<br />

opgeslagen.<br />

De oude waarden blijven<br />

behouden.<br />

Wanneer de waarde van 2'<br />

42" (0,05 gon) voor de horizontale<br />

of verticale componenten van<br />

de nulpuntsfout overschreden wordt,<br />

dan moet de meting worden<br />

herhaald.<br />

De metingen moeten eveneens worden<br />

herhaald, wanneer de waarde<br />

voor de verticale collimatiefout ( i )<br />

met 54' (1 gon) of de waarden voor<br />

de horizontale collimatiefout (c) met<br />

5' 24" (0.1 gon) wordt overschreden.<br />

Wanneer deze waarden meermaals<br />

worden overschreden moet het Technische<br />

Service Centrum van Leica<br />

geraadpleegd worden.<br />

43<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Testen en afstellen<br />

MC<br />

II<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

Mechanisch<br />

Statief Doosniveau (op het instrument)<br />

1 2<br />

De verbinding van metaal en hout<br />

moet altijd stevig vastzitten.<br />

• zeskantschroeven (2) matig sterk<br />

vastdraaien.<br />

• scharnieren aan de statiefkop (1)<br />

aandraaien, net genoeg om de<br />

statiefbenen open te houden als<br />

het statief van de grond wordt<br />

getild.<br />

Testen en afstellen<br />

1100z22<br />

De bel inspelen door gebruik te<br />

maken van het elektronisch niveau.<br />

Als de bel buiten de cirkel is, dan<br />

opnieuw afregelen door verstellen<br />

van de stelschroeven met de<br />

meegeleverde inbussleutel.<br />

Na het afregelen controleren of de<br />

schroeven niet los zitten.<br />

1100Z23<br />

Doosniveau op het stelschroevenblok<br />

De bel van het niveau inspelen en<br />

daarna het instrument uit het<br />

stelschroevenblok nemen. Wanneer<br />

de bel niet binnen de instelzone ligt,<br />

dan kan men m.b.v. de justeerstift de<br />

twee voorste justeerschroeven<br />

corrigeren.<br />

Het draaien van de justeerschroeven:<br />

• naar links: de bel in het waterpas<br />

loopt naar de justeerschroef toe<br />

• naar rechts: de bel in het waterpas<br />

loopt van de justeerschroef weg.<br />

Na het afstellen mag geen van de<br />

justeerschroeven nog loszitten.<br />

44 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

1100Z24


Optisch lood<br />

Testen met een schietlood<br />

Instrument opstellen door gebruikt te<br />

maken van het schietlood.<br />

Vervolgens het schietlood<br />

verwijderen en het desbetreffende<br />

punt markeren. Controleer met het<br />

optisch lood of u exact boven het<br />

gemarkeerde punt staat. Haalbare<br />

nauwkeurigheid ca. 1 mm.<br />

1100Z25<br />

Testen door verzetten van het<br />

stelschroevenblok<br />

1 2<br />

3<br />

120° 120°<br />

1. Het instrument instellen met behulp<br />

van het elektronisch niveau en het<br />

punt op de grond markeren. De<br />

omtrekken van het stelschroevenblok<br />

op de statiefkop markeren met behulp<br />

van een potlood.<br />

2. Verdraai het stelschroevenblok 120°,<br />

inpassen in de markering, horizontaal<br />

stellen en opnieuw het punt bepalen.<br />

3. Procedure nogmaals herhalen voor de<br />

derde positie.<br />

Indien de drie punten niet samenvallen,<br />

stel de kruisdraad van het optisch lood<br />

dan in op het middelpunt van de<br />

driehoek, gevormd door de gemarkeerde<br />

punten.<br />

Justeren<br />

Gebruik een kleine schroevedraaier<br />

om de twee justeerschroeven<br />

afwisselend te verdraaien, zodat de<br />

kruisdraad in het midden van het<br />

gemarkeerde punt op de grond<br />

ingesteld is.<br />

Controleer het optisch lood<br />

van het stelschroevenblok<br />

regelmatig, omdat elke afwijking van<br />

de vizierlijn t.o.v. de verticale as<br />

resulteert in een centreerfout.<br />

45<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Testen en afstellen<br />

1100Z26<br />

1100Z27<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

Laserlood<br />

Het laserlood is ingebouwd in de<br />

eerste as van het instrument.<br />

Onder normale gebruikersomstandigheden<br />

is voor het laserlood geen<br />

correctie nodig.<br />

Als een correctie noodzakelijk is, als<br />

gevolg van externe invloeden, dan<br />

dient het instrument bij Leica<br />

Geosystems b.v. te Rijswijk<br />

gerepareerd te worden.<br />

Controleren door het instrument<br />

360° te verdraaien:<br />

1. Plaats het instrument op het<br />

statief, speel de bel in.<br />

2. Schakel het laserlood aan en<br />

markeer het midden van de rode<br />

spot.<br />

3. Verdraai het instrument langzaam<br />

360°, houdt de beweging van de<br />

rode spot goed in de gaten.<br />

Controle van het laserlood dient op<br />

een glad, horizontaal en goed<br />

zichtbaar oppervlak uitgevoerd te<br />

worden (b.v. een vel papier).<br />

Testen en afstellen<br />

1100Z28<br />

1 2<br />

Als de rode spot een duidelijke<br />

cirkelbeweging maakt of als het<br />

middelpunt meer als 3 mm<br />

verplaatst, dan is een correctie<br />

mogelijkerwijs noodzakelijk. Neem<br />

derhalve contact op met het Technisch<br />

Service Centrum van Leica<br />

Geosystems b.v. te Rijswijk.<br />

360°<br />

Laserspot<br />

Diam. 2.5 mm /<br />

1.5 m<br />

≤ 3 mm / 1.5 m<br />

De grootte van de laserspot kan,<br />

afhankelijk van helderheid (veel zon)<br />

en grondoppervlak, variëren.<br />

Op een afstand van 1.5 m is deze<br />

ongeveer 2.5mm.<br />

De maximale diameter van de cirkelbeweging,<br />

beschreven door het hart<br />

van de laserspot, mag niet groter zijn<br />

dan 3 mm op een afstand van 1.5m.<br />

46 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Reflectorloze afstandmeter<br />

De zichtbare rode laserstraal, welke<br />

gebruikt wordt voor het meten zonder<br />

prisma, is coaxiaal gemonteerd met<br />

de vizierlijn van de telescoop en<br />

treedt uit via het objectief. Als het<br />

instrument juist gejusteerd is, zal de<br />

laserstraal samenvallen met de<br />

zichtbare vizierlijn. Externe invloeden,<br />

zoals een harde klap of extreme<br />

temperatuurverschillen, kunnen de<br />

rode laserstraal verschuiven t.o.v. de<br />

vizierlijn.<br />

De richting van de straal<br />

dient gecontroleerd te worden<br />

voordat een precisie<br />

afstandmeting gedaan wordt, omdat<br />

een extreme afwijking van de<br />

laserstraal t.o.v. de vizierlijn kan<br />

resulteren in onjuiste<br />

afstandmetingen.<br />

Inspectie<br />

Een richtplaat wordt meegeleverd.<br />

Plaats deze tussen de 5 en de 20<br />

meter van het instrument, met de<br />

grijze reflecterende zijde naar het<br />

instrument. Plaats de telescoop in<br />

kijkerstand 2. Schakel de rode laserstraal<br />

in door het activeren van de<br />

laserspotfunctie.<br />

Gebruik de kruisdraad van het<br />

instrument om deze uit te lijnen met<br />

het hart van de richtplaat, controleer<br />

vervolgens de positie van de rode<br />

laser spot op de richtplaat. De rode<br />

spot is normaal gesproken niet<br />

zichtbaar als er gekeken wordt door<br />

de telescoop, kijk daardoor vlak over<br />

of onder de telescoop naar de<br />

richtplaat .<br />

Indien de spot naast het kruis ligt,<br />

dient de richting van de straal<br />

afgeregeld te worden.<br />

Gebruik de witte zijde van de<br />

richtplaat voor het uitvoeren van de<br />

inspectie, als de spot op de meest<br />

reflecterende zijde te fel<br />

(verblindend) is.<br />

47<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Testen en afstellen<br />

1100Z29<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

Reflectorloze afstandmeter, vervolg<br />

Afstellen van de richting van de<br />

straal<br />

Verwijder de twee pluggen van de<br />

justeeropeningen aan de bovenzijde<br />

van de telescoopbehuizing.<br />

Plaats de schroevendraaier in de<br />

achterste justeeropening, om de<br />

hoogte van de straal te corrigeren,<br />

verdraai deze met de klok mee (spot<br />

op richtplaat verplaatst schuin omhoog)<br />

of tegen de klok in (spot op<br />

richtplaat verplaatst schuin omlaag).<br />

Plaats de schroevendraaier in de<br />

voorste justeer opening om de straal<br />

zijdelings te corrigeren, verdraai deze<br />

met de klok mee (spot op richtplaat<br />

verplaatst naar rechts) of tegen de<br />

klok in (spot op richtplaat verplaatst<br />

naar links).<br />

Testen en afstellen<br />

1100Z31<br />

Zorg ervoor, dat tijdens de<br />

gehele justeerprocedure de<br />

telescoop op de richtplaat gericht<br />

blijft.<br />

Plaats na iedere justering de<br />

pluggen weer in de<br />

telescoopbehuizing om vocht en vuil<br />

buiten te houden.<br />

48 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

1100Z32


Systeemfuncties<br />

Dit gedeelte beschrijft de systeemfuncties<br />

van de TPS1100<br />

instrumenten.<br />

De weergave van de dialogen, de<br />

volgorde en de namen van de<br />

individuele functies zijn in overeenstemming<br />

met de standaard<br />

TPS1100 configuratie.<br />

Dataconfiguratie<br />

Databestand (Dbest) en meetbestand (Mbest)<br />

Er is onderscheid gemaakt tussen:<br />

• Invoergegevens, welke over het<br />

algemeen bekende coördinaten<br />

zijn, en<br />

• Uitvoergegevens, welke over het<br />

algemeen metingen, coördinaten,<br />

of waardes, verkregen van<br />

"nieuwe punten", zijn.<br />

Het is raadzaam om de in- en<br />

uitvoergegevens op te slaan in twee<br />

aparte bestanden, ze kunnen echter<br />

ook in hetzelfde bestand worden<br />

opgeslagen.<br />

Max. 60 bestanden kunnen beheerd<br />

worden. De namen zijn vrij te kiezen,<br />

maar de extentie dient te allen tijde<br />

GSI te zijn (bijv. "PROJ2563.GSI").<br />

In de directory \LOG kunnen extra<br />

gegevens van de laadbare<br />

applicaties opgeslagen worden in<br />

een protocol- bestand.<br />

De gegevens kunnen in GSI-formaat<br />

opgeslagen worden via de seriële<br />

interface op de PC-kaart.<br />

Indien de gegevens worden<br />

opgeslagen via de seriële<br />

interface, worden er geen gegevens<br />

opgeslagen in een protocolbestand.<br />

Bekende coördinaten kunnen alleen<br />

ingelezen worden vanaf een PCkaart.<br />

De volgende dialoog (bijv. Starten<br />

Meting) kan gebruikt worden voor het<br />

maken, wijzigen en verwijderen van<br />

bestanden.<br />

Hoofd\Selectie < ><br />

Meetbestnd<br />

DEFAULT.GSI PC-Kaart<br />

RS232 RS232<br />

49<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

MC<br />

CONT NIEUW WYZIG WIS αNUM<br />

|BEGINEINDE| STOP<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Databestand (Dbest) en ..., vervolg<br />

Kies het gewenste bestand.<br />

Maken van een nieuw meetbestand<br />

(zie volg. dialoog).<br />

Weergeven en wijzigen bestanden.<br />

Verwijderen van bestanden.<br />

Gaat naar het eerste<br />

bestand in de lijst.<br />

Gaat naar het laatste<br />

bestand in de lijst.<br />

Nieuw bestand maken (NIEUW)<br />

Mbest\Aanmaken nieuw best.<br />

Instrument : PC-Kaart<br />

REC Formaat : GSI<br />

Bestandsnm : 12345678<br />

CONT<br />

Maakt een nieuw bestand<br />

met de opgegeven naam.<br />

Codelijst<br />

Deze functie biedt de mogelijkheid<br />

om nieuwe codelijsten te maken.<br />

Bestaande codelijsten kunnen<br />

gewijzigd, verwijderd en gekopieerd<br />

worden. De codelijsten dienen te<br />

worden opgeslagen met de extentie<br />

*.CRF in de "CODE" directory op de<br />

PC-kaart, voordat het instrument<br />

deze zal herkennen.<br />

De toewijzing van de toetsen en de<br />

volgorde van de dialogen is gelijk aan<br />

die van de dialoog "Starten Meting",<br />

met uitzondering van de extra functie<br />

bij toets (COPIE).<br />

50<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC<br />

STOP


Nieuwe codelijst maken (NIEUW)<br />

Alleen zogenaamde "vrije codelijsten"<br />

kunnen op het instrument gemaakt<br />

worden.<br />

Codel\ Nieuwe codelijst<br />

Naam nieuwe codelijst<br />

Naam : 12345678<br />

Instrument : intern<br />

CONT<br />

MC<br />

STOP<br />

Maakt een nieuwe codelijst<br />

met de opgegeven naam.<br />

Een codelijst kopiëren (COPIE)<br />

Deze functie maakt het mogelijk om<br />

een codelijst te kopiëren van de ene<br />

naar de andere PC-kaart.<br />

Codel\ Kopieer Codelijst<br />

Codelijst : 12345678<br />

Van : PC-Karte<br />

Naar : Intern<br />

CONT<br />

Weergave van de geselecteerde<br />

codelijst, de bronlocatie en de<br />

bestemmingslocatie.<br />

Kopieert de codelijst.<br />

51<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

MC<br />

STOP<br />

Databeheer<br />

De volgende drie algemene dialogen<br />

zijn ook van toepassing bij de<br />

beschrijving van de functies "OPEN",<br />

"TOON", "ZOEK" and "INVR".<br />

Selecteren en zoeken naar bestand /<br />

punt<br />

FNC\ DATA TOON & WIJZIG<br />

Bestand :FILE02.GSI<br />

Zoeken naar : Punt/Code<br />

Pnt/Codenr : 1<br />

CONT INVR TOON<br />

MC<br />

STOP<br />

Selecteer het bestand en kies de<br />

zoekcriteria en vul het volledige puntof<br />

codenummer in.<br />

Start het zoeken in het<br />

huidige bestand.<br />

Invoeren van de coördinaten.<br />

Weergeven van de gevonden<br />

gegevens.<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Databeheer, vervolg<br />

Weergave gevonden gegevens<br />

\ FILE02.GSI<br />

Puntnr :<br />

1/20<br />

1<br />

X : 0.000 m<br />

Y : 0.000 m<br />

Z : 0.000 m<br />

MC<br />

CONT NWE-Z Z ><br />

INV-C || WIS STOP<br />

Op de eerste regel wordt, via een<br />

balk, een grafische weergave getoond<br />

van de positie van het punt in<br />

het bestand. Daarnaast is vermeld op<br />

welke regel het punt staat en het<br />

totaal aantal regels in het bestand.<br />

Verplaatst de getoonde<br />

gegevens naar de overeenkomstige<br />

functie of applicatie.<br />

Start het zoeken naar een<br />

nieuw punt. Dialoog "Data<br />

Toon & Wijzig" wordt geopend.<br />

Op volgorde weergeven van<br />

de punten naar het begin van<br />

het bestand.<br />

Op volgorde weergeven van<br />

de punten naar het eind van<br />

het bestand.<br />

Herhaald het zoeken naar het<br />

puntnummer, naar het begin<br />

van het bestand, om te zoeken naar<br />

punten, die meerdere malen zijn opgeslagen<br />

met hetzelfde puntnummer<br />

of met "wildcards".<br />

Herhaald het zoeken naar het<br />

puntnummer, naar het eind<br />

van het bestand, om te zoeken naar<br />

punten, die meerdere malen zijn opgeslagen<br />

met hetzelfde puntnummer<br />

of met "wildcards".<br />

Tussenvoegen van een<br />

codeblok (Code, Info<br />

1…8) in de actieve file vóór de<br />

getoonde metingen.<br />

Gaat naar het eerste<br />

blok van het bestand.<br />

Als het eerste blok al wordt weergegeven<br />

is deze toets niet aanwezig.<br />

Gaat naar het laatste<br />

blok van het bestand.<br />

Als het laatste blok al wordt weergegeven<br />

is deze toets niet aanwezig.<br />

Verwijdert de getoonde<br />

data.<br />

52<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Databeheer, vervolg<br />

Gevonden GSI gegevens<br />

\ FILE01.GSI<br />

Puntnr. :<br />

17/20<br />

17<br />

Hz :286°12'36"<br />

V :275°45'12"<br />

Sch.Afst : 123.236m<br />

ppm/mm : +0051+000<br />

CONT NWE-Z Z ><br />

|| WIS STOP<br />

MC<br />

De gegevens worden punt voor punt<br />

weergegeven in overeenstemming<br />

met het formaat, waarmee het is<br />

opgeslagen. De getoonde gegevens<br />

kunnen daardoor per punt<br />

verschillen.<br />

De toewijzing van de toetsen en de<br />

werking van het programma zijn<br />

gelijk aan die van de dialoog "Data<br />

Toon & Wijzig", met uitzondering van<br />

de volgende functie:<br />

Verwijderen van het<br />

getoonde gegevensblok<br />

van het bestand. Een waarschuwing<br />

wordt weergegeven voor de bevestiging<br />

van het verwijderen.<br />

Importeren puntgegevens (IMPOR)<br />

Met deze functie wordt in het huidige<br />

databestand gezocht naar de<br />

coördinaten van het ingevoerde punt.<br />

Na het starten van deze functie wordt<br />

de eerste dataset, die gevonden<br />

wordt, geaccepteerd. Deze dataset<br />

wordt echter niet weergegeven.<br />

Indien er geen gegevens worden<br />

gevonden, wordt een waarschuwing<br />

weergegeven, dat geen punten<br />

gevonden zijn met dit puntnummer.<br />

Met "NWE-Z" wordt de dialoog "Bestand<br />

& Punt selectie" geopend. Er<br />

kan een nieuw bestand gekozen worden<br />

of een nieuw puntnummer worden<br />

ingevoerd.<br />

53<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

Of:<br />

De ontbrekende gegevens kunnen<br />

met "INVR" worden ingevoerd.<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Weergeven en importeren van puntgegevens (TOON)<br />

Met deze functie wordt in het huidige<br />

databestand gezocht naar de<br />

coördinaten van het ingevoerde punt.<br />

Na het starten van deze functie wordt<br />

de eerste dataset, die gevonden<br />

wordt, geaccepteerd. De gevonden<br />

dataset wordt te allen tijde<br />

weergegeven.<br />

Raadpleeg "Data Toon & Wijzig" als<br />

de puntgegevens zijn gevonden. Met<br />

"CONT" worden de getoonde<br />

gegevens geaccepteerd en wordt de<br />

functie beëindigd.<br />

Of:<br />

Met "NWE-Z" wordt de dialoog "Bestand<br />

& Punt selectie" geopend. Er<br />

kan een nieuw bestand gekozen worden<br />

of een nieuw puntnummer worden<br />

ingevoerd.<br />

Indien er geen gegevens worden<br />

gevonden, wordt een waarschuwing<br />

weergegeven met de melding dat er<br />

geen punten gevonden zijn met dit<br />

puntnummer.<br />

Met "NWE-Z" wordt de dialoog "Bestand<br />

& Punt selectie" geopend. Er<br />

kan een nieuw bestand gekozen worden<br />

of een nieuw puntnummer worden<br />

ingevoerd.<br />

Of:<br />

De ontbrekende gegevens kunnen<br />

met "INVR" worden ingevoerd.<br />

Weergeven en wijzigen GSI gegevens (ZOEK)<br />

Met deze functie wordt in het huidige<br />

bestand gezocht naar gegevens die<br />

behoren bij het punt, dat gezocht<br />

wordt. De gebruiker heeft de<br />

mogelijkheid om de op de PC-kaart<br />

opgeslagen gegevens te bekijken en<br />

om datablokken te verwijderen.<br />

Individuele punten en punten, die<br />

meerdere malen voorkomen, kunnen<br />

gezocht, getoond en verwijderd worden.<br />

Het laatste punt in het bestand<br />

wordt automatisch weerge-geven.<br />

Indien het wijzigen van de gegevens<br />

is toegestaan kunnen punt-nummers,<br />

codes, info's, instrument- hoogte en<br />

prismahoogte gewijzigd worden.<br />

Gemeten waardes, zoals richting en<br />

afstand kunnen niet gewijzigd worden.<br />

54<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Weergeven GSI gegevens, vervolg<br />

Indien er geen punt of code wordt<br />

gevonden, wordt een waarschuwing<br />

getoond met de melding, dat het punt<br />

of de code niet gevonden zijn in het<br />

huidige meetbestand.<br />

Raadpleeg de dialoog "Data Toon &<br />

Wijzig", indien er geen punt of code<br />

is gevonden.<br />

Plaatsbepalers (wildcards) bij het zoeken naar punten<br />

Het zoeken naar opgeslagen data kan gemakkelijker worden gemaakt als<br />

"wild cards" worden gebruikt i.p.v. het volledige puntnummer. In de TPS1100<br />

wordt een decimale punt "." gebruikt i.p.v. de meer gebruikelijke ster "*",<br />

omdat het makkelijker is om in te voeren. Er is echter geen invoer die<br />

overeenkomt met "?".<br />

Voorbeeld voor het gebruik van "wild cards":<br />

Invoer Resultaten Opmerkingen<br />

11.<br />

11, 110, 1101, 11ABC5,<br />

111111<br />

.11 11, ABC11, 11111<br />

1.0 10, 100, 1ABCD0, 11111110<br />

.10.<br />

.1.0.<br />

10, 3410ABC, 111110,<br />

1000000<br />

10, 341ABC0, 1123Z0Y,<br />

1001A000<br />

Na 11 kan er elk karakter staan en in<br />

elke hoeveelheid.<br />

Voor 11 kan er elk karakter staan en in<br />

elke hoeveelheid.<br />

Tussen 1 en 0 kan er elk karakter<br />

staan en in elke hoeveelheid<br />

Een 10 moet minimaal één keer<br />

aanwezig zijn.<br />

Een 1moet minimal één keer voor<br />

een 0 staan en elke hoeveelheid<br />

karakters kunnen er tussen staan.<br />

Als een nummer met een "wild card" is ingevoerd i.p.v. het volledige<br />

puntnummer, wordt altijd eerst Zoeken van coördinaten (Tonen) gestart en<br />

de eerst overeenkomende dataset wordt getoond. De opvolgende procedure<br />

is hetzelfde als was een volledig puntnummer ingevoerd.<br />

55<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Handmatige invoer van coördinaten (INVR)<br />

Met deze functie is het mogelijk om<br />

puntcoördinaten in te voeren en op te<br />

slaan in het huidige databestand.<br />

\ OPGEVEN CO'S<br />

Bestand :papillon.gsi<br />

Invoer min. :PuntNr.+X+Y<br />

Puntnr. : 1<br />

X : 0.000 m<br />

Y : 0.000 m<br />

Z : 0.000 m<br />

CONT REC<br />

MC<br />

STOP<br />

Verplaatst de gegevens naar<br />

de actieve functie.<br />

Instellen en opslaan van de<br />

gegevens in het databestand.<br />

De hoogte (Z) wordt alleen opgeslagen,<br />

als een waarde is ingevoerd.<br />

Converteren gegevens<br />

Met deze functie kunnen coördinaten<br />

geconverteerd worden (P, X, Y, (Z)).<br />

Er worden drie verschillende<br />

formaten ondersteund:<br />

• GSI (Leica standaardformaat) =<br />

*.GSI<br />

• ASCII (normale ASCII tekst bestanden)<br />

= *.ASC<br />

• TDS (Tripod Data Systems) =<br />

*.CR5<br />

Zodra deze functie wordt geactiveerd<br />

wordt de dialoog op de volgende<br />

bladzijde getoond. In deze dialoog<br />

kan het originele bestand gekozen<br />

worden met het juiste formaat,<br />

alsmede een naam ingevoerd voor<br />

het uitvoerbestand en het juiste<br />

formaat.<br />

56<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Converteren gegevens, vervolg<br />

Converteerdialoog<br />

Hoofd\ Selecteer Bestand<br />

Bron dir. : A:\DATA\<br />

Bron best. : PAPILLON.CR5<br />

Formaat : TDS sequent.<br />

Uitvoer dir : A:\GSI<br />

Uitvoerbest : PAPILLON.GSI<br />

Formaat : GSI 16<br />

START CONF<br />

Brondirectory<br />

Selecteer de directory waar het<br />

originele bestand staat.<br />

Bronbestand<br />

Selecteer het originele bestand.<br />

MC<br />

STOP<br />

Formaat<br />

Selecteer het bestandsformaat.<br />

Er is een keuze tussen de volgende<br />

formaten:<br />

GSI8, GSI16, ASCII, TDS opeenvolgend,<br />

TDS niet opeenvolgend.<br />

Uitvoerdirectory<br />

Selecteer de directory voor het<br />

uitvoerbestand.<br />

Uitvoerbestand<br />

Geef een naam voor het<br />

uitvoerbestand.<br />

Formaat<br />

Selecteer het bestandsformaat.<br />

Start de conversie.<br />

Activeert de configuratie.<br />

Configuratiedialoog<br />

CONF\ Configuratie<br />

Bronbestand instellingen<br />

Zoek extensie : ASC<br />

Kopregels : 0<br />

Instellingen voor het bronbestand<br />

Zoek extensie<br />

Bepaal de bestandsextentie welke<br />

gezocht dient te worden.<br />

Kopregels<br />

Bepaal het aantal regels, dat dient te<br />

worden overgeslagen aan het begin<br />

van het bronbestand (bereik van de<br />

waardes 0-999).<br />

57<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

MC<br />

Uitvoer bestandinstellingen<br />

Standaard extensie : GSI<br />

OK ASCII<br />

Decimalen : Als Systeem<br />

STOP<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Converteren gegevens, vervolg<br />

Conversiedialoog, vervolg<br />

Instellingen uitvoerbestand<br />

Stndrd ext.<br />

Bepaal de extensie voor het<br />

uitvoerbestand.<br />

Decimalen<br />

Bepaal het aantal decimalen voor het<br />

uitvoerbestand als dit niet is vastgesteld<br />

door het formaat (b.v. GSI). Er<br />

is keuze tussen: "Als Systeem" en tot<br />

6 decimalen.<br />

Terug naar de conversiedialoog.<br />

Starten van de ASCII<br />

configuratiedialoog.<br />

ASCII configuratie dialoog<br />

Het ASCII bestandformaat kan worden<br />

gedefinieerd in de ASCII<br />

configuratiedialoog. Het<br />

gedefinieerde formaat geldt voor<br />

zowel ASCII bronbestanden als<br />

ASCII uitvoerbestanden.<br />

CONF\ ASCII Bestandformaat<br />

Separator : Spatie<br />

PtNr Pos : 1<br />

X-co Pos : 2<br />

Y-co Pos : 3<br />

Z-co Pos : 4<br />

Pt. Code Pos: 5<br />

OK STNDR<br />

Attrib 1 Pos: 6<br />

Attrib 2 Pos: 7<br />

Separator<br />

Bepalen van het scheidingsteken tussen<br />

de gegevens gedurende datauitvoer.<br />

U kunt Spatie, Komma of Tab<br />

hiervoor instellen.<br />

PtNr, X-co, Y-co, … Positie<br />

De positie in het ASCII-formaat moet<br />

voor elk component worden<br />

gedefinieerd ("Geen" of 1, .., 10 kan<br />

worden ingesteld).<br />

Zet alle waarden terug naar<br />

de standaardinstellingen (als<br />

boven getoond).<br />

58<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC<br />

STOP


Converteren gegevens, vervolg Formatteren van een geheugenkaart (FORMT)<br />

Afluitdialoog<br />

De afsluitdialoog geeft aan, dat de<br />

conversie klaar is. In deze dialoog<br />

kan de gebruiker zien, hoeveel<br />

punten geconverteerd zijn en hoeveel<br />

er niet geconverteerd zijn.<br />

CONV\ DATA CONVERSIE<br />

Volbracht!<br />

Punten geconverteerd: 135<br />

Regels niet geconv. : 12<br />

NIEUW EXIT<br />

STOP<br />

Punten geconverteerd<br />

Weergeven van het aantal punten,<br />

dat succesvol is geconverteerd.<br />

MC<br />

Regels niet geconverteerd<br />

Weergave van het aantal regels, dat<br />

niet is geconverteerd.<br />

Start een nieuwe conversie<br />

en opent de conversie- dialoog.<br />

Stopt de functie.<br />

\ Formatteer PC-Kaart<br />

WAARSCHUWING: 1151<br />

Formatteren verwijderd alle<br />

gegevens van de<br />

geheugenkaart.<br />

59<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

MC<br />

OK AFBRK<br />

Wanneer de geheugenkaart<br />

geformatteerd wordt zal alle<br />

data onherstelbaar verloren gaan.<br />

Bevestigt het formatteren, de<br />

grootte van de kaart wordt<br />

vastgesteld en de kaart wordt op de<br />

juiste capaciteit geformatteerd.<br />

Breekt de functie<br />

"Formatteren PC-Kaart" af.<br />

\FORMATTEER PC-KAART<br />

Kaart typ : SRAM<br />

Kaartnaam : TPS-1100<br />

Totaal : 523776 Byte<br />

Vrij : 509952 Byte<br />

Status :Niet beveiligd<br />

Bat.kaart : Goed<br />

OK<br />

MC<br />

STOP<br />

Als de geheugenkaart is<br />

geformatteerd, wordt op het scherm<br />

het totale geheugen en het voor de<br />

gebruiker beschikbare geheugen<br />

getoond. Het verschil tussen de totale<br />

geheugencapaciteit en het<br />

beschikbare geheugen wordt voor<br />

het beheer van de indexen gebruikt.<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Controleren van de PC-Kaart<br />

\CONTROLEER PC-KAART<br />

Kaart typ : SRAM<br />

Kaartnaam : TPS-1100<br />

Totaal : 523776 Byte<br />

Vrij : 509952 Byte<br />

Status :Niet beveiligd<br />

Bat.kaart : Goed<br />

CONT<br />

Weergeven van het type kaart<br />

(SRAM of ATA-Flash).<br />

MC<br />

STOP<br />

Weergeven van de totale geheugencapaciteit<br />

en de beschikbare ruimte.<br />

Weergeven van de schrijfbeveiligings<br />

functie:<br />

NIET BEVEILIGD of BEVEILIGD.<br />

Weergeven van de batterijstatus:<br />

GOED of LAAG (zodra LAAG<br />

getoond wordt, plaats dan direct een<br />

nieuwe batterij in de geheugenkaart).<br />

Het registreerscherm instellen (R-FRM)<br />

Activeert de dialoog<br />

"REGISTREERFORMAAT".<br />

Er kunnen vijf registreerformaten<br />

gedefinieerd worden voor het<br />

opslaan van gegevens en één<br />

registreerformaat voor het instellen<br />

van standplaatsgegevens.<br />

Het puntnummer van de eerste regel<br />

kan niet worden verwijderd of<br />

veranderd. Voor de resterende 11<br />

regels kunnen de registreergegevens<br />

uit een lijst geselecteerd worden, die<br />

soortgelijk is aan de lijst voor het<br />

instellen van het weergavescherm.<br />

\ REC Registreerformaat<br />

Definiëren :Reg. Formaat 1<br />

Formaat : Polair<br />

Reg. formaat : GSI16(16 kar)<br />

1e woord : PntNr. (11)<br />

2e woord : Hz (21)<br />

3e woord : V (22)<br />

CONT STND<br />

4e woord : Sch. Afst<br />

5e woord : X<br />

6e woord : Y<br />

7e woord : Z<br />

8e woord : ppm/mm<br />

9e woord : (leeg)<br />

10e woord : (leeg)<br />

11e woord : (leeg)<br />

12e woord : (leeg)<br />

Stelt het huidige registreerformaat<br />

weer terug op<br />

"Standaard", dit is het originele<br />

gedefinieerde registreerformaat.<br />

De parameters in het registreerformaat<br />

kunnen, in tegenstelling tot<br />

het weergaveformaat, maar één keer<br />

ingesteld worden.<br />

60<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC<br />

STOP


Als informatie opgeslagen<br />

moet worden als een opmerking,<br />

moet dit in het registreerformaat<br />

gedefiniëerd worden. Als de<br />

opmerking ook in het weergaveformaat<br />

is gedefiniëerd, kunnen deze<br />

direct in de meetdialoog worden<br />

ingevoerd. In de optie "RiPnt" kunnen<br />

de Attributen eveneens worden<br />

ingevoerd in de gemeten datadialoog.<br />

Het standaard registreerscherm<br />

komt niet met het<br />

standaard weergavescherm overeen.<br />

Het registreerscherm bevat bijv. geen<br />

reflectorhoogte. Mocht de hoogte op<br />

het kantoor moeten worden<br />

berekend, dan moet in het registreerscherm<br />

het woord "Prisma Hgt" worden<br />

toegevoegd.<br />

Het weergavescherm instellen (W-FRM)<br />

Activeert de dialoog<br />

"WEERGAVESCHERM".<br />

Er kunnen DRIE weergaveschermen<br />

gedefinieerd worden.<br />

Op de 12 regels kunnen de weergave<br />

gegevens uit de betreffende<br />

lijsten worden geselecteerd.<br />

\ WEERGAVESCHERM<br />

Definieer : R-FRM 1<br />

Naam frm. : Polair<br />

REC Format: GSI16 (16 kar)<br />

2e woord : Hz<br />

3e woord : V<br />

4e woord : Sch. Afst<br />

CONT STNDR<br />

5e woord : Horiz.Afst<br />

6e woord : Hgt. Vers.<br />

7e woord : X<br />

8e woord : Y<br />

9e woord : Z<br />

10e woord : ppm/mm<br />

11e woord : (leeg)<br />

12e woord : (leeg)<br />

61<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

MC<br />

STOP<br />

Iedere regel kan van alle beschikbare<br />

gegevens worden voorzien.<br />

Stelt het huidige registreerformaat<br />

weer terug op<br />

"Standaard", dit is het originele<br />

gedefinieerde registreerformaat.<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

GSI-parameters<br />

Totaaloverzicht van de weergave- en registreerparameters<br />

(*) = alleen op het registreerscherm<br />

WI-no. Parameters Beschrijving<br />

41 Code Codeblokken, die worden gebruikt om extra informatie op te slaan voor verdere verwerking van de meetdata. De<br />

codeblokken worden separaat van de meetdata opgeslagen. Deze bevatten minstens een CODE-woord en eventueel<br />

tot 8 extra informatiewoorden (Info 1 tot 8)<br />

-- Code Beschr. Beschrijving van de huidige code<br />

-- Codebeheer Codelijst Beheer: bekijken, selecteren, aanmaken, toevoegen<br />

-- Codelijst Toon en selecteer codelijst<br />

-- Datum Huidige datum<br />

(*) 33 Delta Z Hoogteverschil tussen standplaatspunt en richtpunt met inachtneming van instrument- en reflectorhoogte<br />

-- EDM prog. Bekijk en selecteer EDM programma<br />

-- Exc. haaks Haakse excentriciteit van richtpunt<br />

-- Exc. hoogte Hoogte excentriciteit van richtpunt<br />

-- Exc. lengte Lengte excentriciteit van richtpunt.<br />

-- Excentriciteitmode Bekijken en selecteren excentriciteitmode, reset na REC of bewaren<br />

-- GEM n max. Maximaal aantal afstandmetingen in de gemiddelde mode<br />

(*) 21 Hz Horizontale richting<br />

42 Info 1 Extra informatie voor de Code. Elk informatiewoord kan max. 8 of 16 alfanumerieke karakters bevatten.<br />

43 Info 2<br />

44 Info 3<br />

45 Info 4<br />

46 Info 5<br />

47 Info 6<br />

48 Info 7<br />

49 Info 8<br />

62<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


GSI-parameters, vervolg<br />

WI-nr. Parameters Beschrijving<br />

(*) 88 Instr.Hgt. Instrumenthoogte<br />

-- Laatste Pntnr. Laatste opgeslagen puntnummer<br />

-- Meet proj. Bekijk en selecteer meetproject<br />

(*) 52 n / s Aantal keren gemeten afstand, gemiddeld, en de standaardafwijking in mm.<br />

-- Orien.Nr Huidig oriënteringspunt<br />

-- ppm atm. Atmosferische ppm-waarde<br />

-- ppm geom. Geometrische ppm-waarde<br />

(*) 59 ppm totaal Totale ppm-correctie<br />

(*) 51 ppm/mm Totale ppm-correctie en prismaconstante<br />

(*) 87 Prisma Hgt. Reflectorhoogte<br />

-- Prismalijst Bekijk en selecteer een prisma<br />

-- Prismanaam Toon de huidige prismanaam<br />

-- Prismatype Huidig prismatype, reflector of geen<br />

-- Project Beheer Project Beheer: bekijken, selecteren, aanmaken, toevoegen<br />

-- Project Toon en selecteer project<br />

(*) 71 PuntCode Huidige puntcode<br />

(*) 72 Remwoord 1 De remwoorden (1-8) kunnen tevens worden gebruikt voor het opslaan van extra informatie. Elk remwoordenblok kan<br />

(*) 73 Remwoord 2 max. 8 of 16 alfanumerieke karakters bevatten. In tegenstelling tot de CODE-woorden, worden puntcodes en<br />

(*) 74 Remwoord 3 remwoorden opgeslagen in een meetdatablok, als de instelling tenminste dusdanig gedefinieerd is.<br />

(*) 75 Remwoord 4<br />

(*) 76 Remwoord 5<br />

(*) 77 Remwoord 6<br />

(*) 78 Remwoord 7<br />

(*) 79 Remwoord 8<br />

63<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

GSI-parameters, vervolg<br />

WI-nr. Parameters Beschrijving<br />

(*) 81 Richtpunt X Richtpunt X-coördinaat (X)<br />

(*) 82 Richtpunt Y Richtpunt Y-coördinaat (Y)<br />

(*) 83 Richtpunt Z Richtpunthoogte (Z)<br />

(*) (11) RiPnt.nr. Huidige richtpuntnummer<br />

(*) (11) RiPnt.nr. Huidig individueel puntnummer<br />

(*) 11 RiPnt.nr. Puntnummer (ofwel het huidige puntnummer of het individuele puntnummer)<br />

(*) 31 Sch. Afst. Schuine afstand (reeds gecorrigeerd met gebruikmaking van ppm en de prismaconstanten).<br />

-- Stndpl. nr. Standplaatsnummer<br />

-- Tijd Huidige systeemtijd<br />

(*) 58 Toegev.con Prisma constante<br />

-- Toon V Bekijk en selecteer de verticale hoek<br />

(*) 22 V Verticale hoek<br />

-- Verhogen Verhogen van het huidige puntnummer<br />

-- Vorige Code Laatste opgeslagen codenummer<br />

-- Vorige Pntcode Laatste opgeslagen puntcode<br />

-- Weergavenformaat Huidige formaat<br />

(*) 84 X-coörd. X-coördinaat standplaats<br />

(*) 85 Y-coörd. Y-coördinaat standplaats<br />

(*) 86 Z-coörd. Z-coördinaat standplaats<br />

64<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


GSI-parameters, vervolg<br />

Omdat weergave- en<br />

registreerformaat<br />

onafhankelijk van elkaar gedefinieerd<br />

kunnen worden, moet erop worden<br />

gelet, dat het registreerscherm alle<br />

parameters bevat, die voor de<br />

evaluatie nodig zijn.<br />

Indien de coördinaten "X" en<br />

vervolgens "Ÿ" zijn<br />

gedefinieerd in het weergaveformaat<br />

en de coördinaatweergave staat<br />

ingesteld op "X/Y", dan zullen de<br />

coördinaten getoond worden in de<br />

meetmode. Er zijn echter vier<br />

instellingen mogelijk, in de<br />

combinatie van het weergaveformaat<br />

en de meetmode, waarmee rekening<br />

dient te worden gehouden:<br />

W-FRM<br />

Coördinaat<br />

volgorde<br />

Weergave in<br />

meetmode<br />

Veranderd<br />

X / Y X/Y als in W-Frm X / Y nee<br />

X / Y X/Y volgorde Y / X ja<br />

Y/ X X/Y als in W-Frm Y / X nee<br />

Y / X X/Y volgorde X / Y ja<br />

65<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Meetfuncties<br />

Oriëntering naar 1-punt<br />

Deze functie brengt in één dialoog<br />

alle relevante invoermogelijkheden<br />

samen, die nodig zijn om het<br />

instrument snel op te stellen en te<br />

oriënteren.<br />

Activeer de functie "Snel opstellen<br />

(Qset).<br />

\1-PNT. ORIENTERING<br />

Standpl.Nr : 1<br />

Orien.Nr : A<br />

Inst.Hgt. : 1.500 m<br />

Pris.Hgt. : 1.000 m<br />

∆Hor. Afst : ----- m<br />

Meten naar OrienteringsPnt.<br />

DIST CONT INVR<br />

MC<br />

ALL REC III TOON STOP<br />

Voer de nummers voor de standplaats<br />

en het richtpunt in. De ingevoerde<br />

puntnummers worden gelijk<br />

gezocht in het databestand. Als de<br />

zoekactie succesvol is, zullen de<br />

coördinaten worden toegewezen aan<br />

de standplaats en het richtpunt<br />

zonder te worden getoond.<br />

Als de instrument- en de prismahoogte<br />

zijn ingevoerd, richt dan op<br />

het richtpunt en meet de afstand en/<br />

of de richting.<br />

Meet de afstand. Het verschil<br />

tussen de berekende afstand<br />

en de gemeten afstand tot het<br />

oriëntatiepunt wordt getoond.<br />

Bepalen van de richting, de<br />

waardes worden niet<br />

opgeslagen. De gradenrand is<br />

georiënteerd.<br />

Geef via het toetsenbord de<br />

coördinaten van de<br />

standplaats of het richtpunt in. Zie<br />

Hoofdstuk "Gegevensbeheer".<br />

Meet de afstand en<br />

bepaal de richting. Het<br />

meetblok wordt opgeslagen. De<br />

gradenrand is georiënteerd. Het<br />

verschil tussen de berekende afstand<br />

en de gemeten afstand tot het<br />

oriëntatiepunt wordt getoond.<br />

Bepaal de richting en<br />

sla deze op, inclusief<br />

de voorafgaand gemeten afstand,<br />

indien van toepassing. De<br />

gradenrand is georiënteerd.<br />

Start een zoekactie binnen<br />

het gegevensbestand.<br />

Zie Hoofdstuk "Gegevensbeheer".<br />

HOOFD\ Snel opstellen<br />

Standplaats Nr.: 1<br />

Instr. Hgte : 1.600<br />

Stnd X-coörd :726530.424 m<br />

Stnd Y-coörd :256431.871 m<br />

Stnd Z-coörd : 459.173 m<br />

Instellen met REC of CONT<br />

STOP<br />

CONT REC<br />

Standplaatsgegevens worden<br />

ingesteld.<br />

Standplaatsgegevens worden<br />

ingesteld en opgeslagen in<br />

het meetbestand.<br />

66<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC<br />

STOP


Instellen en invoeren van de Hz-richting (Hz0)<br />

Activeer de functie "Instellen horizontale<br />

rand".<br />

Richt nauwkeurig op het<br />

oriënteringspunt.<br />

De richting moet altijd in kijkerstand I<br />

worden ingesteld.<br />

Zet Hz -richting naar 0° 00' 00"<br />

(0.0000 gon) of voer een bekende<br />

richting in.<br />

\HZ-RICHTING INST.<br />

Hz-Richting instellen<br />

Hz :123°17'56"<br />

INST. Hz=0 VAST<br />

Zet Hz naar 0° 00' 00"<br />

(0.0000 gon).<br />

MC<br />

STOP<br />

In plaats van het invoeren van een<br />

waarde, kan deze ook ingesteld worden<br />

door het verdraaien van het<br />

instrument.<br />

Huidige waarde vasthouden<br />

(klemmen van de rand).<br />

Richt nauwkeurig op het<br />

oriënteringspunt.<br />

Loslaten van de rand.<br />

Deze functie wordt ook in<br />

andere dialogen geactiveerd<br />

om de Hz-richting in te stellen.<br />

Afstandmeting<br />

De volgende dialoog wordt weergegeven<br />

bij de "eerste" afstandmeting:<br />

AFSTANDMETING<br />

Meet.Prog. : Normaal<br />

Pris.naam : Leica 360°Prisma<br />

67<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

MC<br />

Add.const. : 23.1 mm<br />

ppm totaal : 0.0<br />

->REF VOLG TEST STOP M-PRG<br />

STOP<br />

Het scherm toont het huidige meetprogramma,<br />

het huidige prisma, de<br />

huidige Additive constante (prisma<br />

constante) en de totale ppm waarde.<br />

Schakelt tussen infrarood<br />

(met prisma) en (no reflector,<br />

RL).<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Afstandmeting, vervolg Selectie van het meetprogramma en prismatype<br />

Activeert de volgmode indien<br />

het meetprogramma "Normaal"<br />

is geselecteerd, of de<br />

snelvolgmode indien het meetprogramma<br />

"Snel meten" is<br />

geselecteerd.<br />

Start de EDM test (signaal en<br />

frequentie)<br />

Stopt het huidige programma.<br />

Start de functie "Selectie<br />

meetprogramma".<br />

SELECTIE MEETPROGRAMMA<br />

Instellen EDM voor DIST/ALL<br />

Refl.Type : IR=Reflector<br />

EDM prog : Standaard IR<br />

Refl.Naam : Leica rondprisma<br />

Constante : 0.0 mm<br />

CONT REFL<br />

Infrarood:<br />

Normaal.<br />

Normale afstandmeting.<br />

Nauwkeurigheid 2mm+2ppm.<br />

Meettijd 1.0 seconden.<br />

Snel meten.<br />

Snelle afstandmeting.<br />

Nauwkeurigheid 5mm+2ppm.<br />

Meettijd 0.5 seconden.<br />

Normaal volgen.<br />

Continu meten.<br />

Nauwkeurigheid 5mm+2ppm.<br />

Meettijd 0.3 seconden.<br />

Snel volgen.<br />

Continu meten.<br />

Nauwkeurigheid 10mm+2ppm.<br />

Meettijd


Selectie van het meetprogramma en prismatype, vervolg<br />

WAARSCHUWING:<br />

(alleen voor XRinstrumenten)<br />

Reflectorloos:<br />

De zichtbare laserstraal mag alleen<br />

worden gebruikt in een gecontroleerd<br />

gebied (zie Hoofdstuk<br />

"Veiligheidsvoorschriften") en moet<br />

een reflecterend materiaal raken aan<br />

het eind van de voorgenomen<br />

richting.<br />

Lange Afstand naar prisma's:<br />

Deze modus mag alleen gebruikt<br />

worden voor afstanden van meer dan<br />

1000m gemeten vanaf de kijker. Er<br />

mogen zich geen personen bevinden<br />

binnen het straalbereik tot 1000m<br />

(=gecontroleerd gebied; zie<br />

Hoofdstuk "Veiligheidsvoorschriften").<br />

Selecteren van het prismatype<br />

Deze regel is alleen aanwezig bij<br />

instrumenten, die reflectorloos<br />

kunnen meten. Er is een keuze tussen<br />

"Reflectorloos" en "Prisma".<br />

Prisma<br />

Een verkeerde keuze leidt<br />

tot slechte metingen.<br />

Het huidige prisma wordt weergegeven<br />

en op de volgende regel staat<br />

de bijbehorende additive constante.<br />

De additive constante is de waarde<br />

waarmee de afstand wordt<br />

gecorrigeerd. Deze waarde wordt in<br />

mm ingevoerd<br />

Start de functie "Prisma<br />

selectie".<br />

Een verkeerde prismaselectie<br />

leidt tot slechte metingen.<br />

Schakelen tussen IR / RL<br />

[ >REF ] Start een infrarood<br />

afstandmeting (met<br />

prisma). De laatst<br />

gebruikte ATR/LOCK<br />

instellingen worden<br />

gelijktijdig geactiveerd.<br />

[ >RL ] Start een reflectorloze<br />

afstandmeting.<br />

69<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Schakelen tussen Standaard / Volgen<br />

[ >STD ] Start een standaard<br />

afstandmeting.<br />

[ >TRK ] Start een Volgmeting.<br />

Schakelen tussen Snelle Meting / Snel Volgen<br />

[>STRK] Start een snelle<br />

Volgmeting.<br />

[>SNEL] Start een snelle<br />

afstandmeting.<br />

Selecteren / definiëren prisma's<br />

Activeer de functie "Prisma<br />

selectie".<br />

PRISMA SELECTIE<br />

Selecteer prisma type<br />

Prisma : Leica Rondprisma<br />

Add.Const. : 0.0mm<br />

Def 1,2,3 voor nieuw prisma<br />

CONT DEF 1 DEF 2 DEF 3<br />

Kies het gewenste prisma. De<br />

bijbehorende additive constante<br />

wordt tegelijkertijd automatisch<br />

ingesteld.<br />

Een verkeerde prismaselectie<br />

leidt tot slechte metingen.<br />

Met<br />

bovenstaande<br />

toetsen kunnen prisma's gedefinieerd<br />

worden van andere fabrikanten.<br />

70<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC<br />

STOP


Selecteren / definiëren prisma's, vervolg Test afstandmeter (TEST)<br />

Def. nieuw prisma 1<br />

Definieer prisma type<br />

Pris.Type1 :Niet gedefinieer<br />

Pris.naam1 : -----<br />

Add.Const1<br />

CONT<br />

: ----- mm<br />

MC<br />

STOP<br />

De gebruiker kan voor 3 prisma’s een<br />

eigen naam invoeren en zelf de<br />

prismaconstante definiëren (toegevoegde<br />

constante) alsmede het<br />

type prisma aangeven (prisma of<br />

retro tape). De prismaconstante<br />

wordt altijd opgegeven in millimeters<br />

[mm]. Prismaconstanten voor andere<br />

prisma’s dan van Leica moeten op<br />

een kalibreertraject met bijbehorende<br />

methode worden bepaald.<br />

Voor de keuze van het prisma type<br />

kan niet "GEEN" worden gebruikt.<br />

Toont de signaalsterkte of de<br />

meetfrequentie.<br />

\AFST. TEST SIGN.&FREQ<br />

Signaalsterkte<br />

0% 100%<br />

75%<br />

Geluid : UIT ▼<br />

FREQ STOP<br />

Schakelt tussen signaalsterkte<br />

en meetfrequentie. De<br />

meetfrequentie wordt analoog ten<br />

opzichte van het hier boven getoonde<br />

scherm weergegeven.<br />

Einde en terugkeer naar vorige<br />

dialoog.<br />

De signaalsterkte wordt begeleid<br />

door een akoestisch geluid (piep).<br />

Hoe sterker het signaal, hoe zwarter<br />

de balk zal worden naar 100%. Ook<br />

met een zwak signaal kunnen<br />

afstanden worden gemeten.<br />

71<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

MC<br />

STOP<br />

Correcties voor de afstand (ppm)<br />

Correcties voor de afstand worden<br />

onderscheiden tussen atmosferische<br />

(ppm) en geometrische (ppm),<br />

samen opgeteld geeft dat het totaal<br />

van de correctie op de afstand.<br />

Atmosferische correctie<br />

De atmosferische correctie voor de<br />

afstand wordt afgeleid van de drogebol-temperatuur<br />

en luchtdruk of<br />

hoogte boven zeeniveau en relatieve<br />

vochtigheid of natte-bol-temperatuur.<br />

\PPM Atmosferisch<br />

Temperatuur : 12.0 °C<br />

Luchtdruk :1013.3 mBar<br />

Rel.LVH : 60.0 %<br />

ppm atmosferisch:0.0<br />

ppm geometrisch : 0.0<br />

ppm totaal : 0.0<br />

CONT GEOM REFRA LZ %TN ATM=0<br />

MC<br />

STOP<br />

Kiest de parameters en<br />

instellingen voor de geometrische<br />

correctie.<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Correcties voor de afstand (ppm), vervolg<br />

Kiest de parameters en<br />

instellingen voor de refractiecorrectie.<br />

Wisselt tussen luchtdruk of<br />

hoogte boven zeeniveau.<br />

Wisselt tussen relatieve<br />

luchtvochtigheid of natte-boltemperatuur.<br />

Zet de atmosferische ppm op<br />

"0.00". (Individuele<br />

parameters worden ingesteld op de<br />

standaard atmosferische waarden,<br />

welke overeenkomen met de<br />

atmosferische correctie ATM=0).<br />

Geometrische correctie<br />

De geometrische afstandcorrectie<br />

wordt afgeleid van de kaartprojectie,<br />

de hoogte boven zeeniveau en een<br />

individuele correctie.<br />

Voor de berekening van de geometrische<br />

ppm wordt gebruik gemaakt van<br />

de formule voor de Transversale<br />

Mercator Projectie.<br />

De individuele factoren zijn: de<br />

schaalfactor t.o.v. de projectielijn<br />

(centrale meridiaan, Gauss-Krüger =<br />

1.0, UTM = 0.9996, etc.); de excentriciteit<br />

t.o.v. de projectielijn; de<br />

hoogte boven het referentievlak<br />

(normaal is dit de hoogte boven<br />

zeeniveau); en een extra individuele<br />

ppm correctie.<br />

Voor het bepalen van het<br />

hoogteverschil wordt een<br />

afstand gebruikt zonder projectievervorming.<br />

De individueel ingestelde<br />

schaalcorrectie wordt te allen tijde<br />

toegepast op de afstand.<br />

De individuele schaalcorrectie kan<br />

gebruikt worden voor het invoeren<br />

van een totale geometrische<br />

correctie.<br />

\ GEOMETRISCHE CORR.<br />

Schlfactor : 1.0000000<br />

N.V.T. : 51000 m<br />

Hgt b.Zeen. : 350 m<br />

Indiv. ppm : 0.0<br />

ppm geometrisch: -22.9<br />

CONT GEO=0<br />

ppm Hgt b Zeen.: 0.0<br />

ppm kaartprojectie: 0.0<br />

Zet de geometrische ppm op<br />

"0.00".<br />

De schaalfactor wordt op<br />

"1.0000000" gezet en de andere<br />

parameters worden eveneens op<br />

"0.00" gezet.<br />

72<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC<br />

STOP


Correcties voor de afstand (ppm), vervolg<br />

Refractiecorrectie<br />

Met de refractiecorrectie wordt<br />

rekening gehouden bij de berekening<br />

van het hoogteverschil.<br />

\ REFRAKTIE CORR.<br />

Refr.coeff. instellen<br />

Correctie : AAN<br />

Refr.coeff. (k): 0.13<br />

CONT STNDR<br />

Instellen van refractiecoëfficiënt<br />

naar standaardwaarden.<br />

MC<br />

STOP<br />

Gereduceerde invoer van ppm waarden<br />

Voor de standaardapplicaties wordt<br />

de afstand alleen gecorrigeerd op<br />

basis van atmosferische invloeden.<br />

De geometrische correcties en de<br />

projectievervorming zijn ingesteld op<br />

"0.00". Hoogte's worden gereduceerd<br />

met de standaard refractiecoëfficient<br />

Activeer de functie "PPM" via de<br />

functie "FNC" "PPM atmosferisch".<br />

\ PPM CORRECTIE<br />

opgeven correcties<br />

Luchtdruk : 1013.3 mbar<br />

Temperatuur : 12.0 °C<br />

ppm totaal<br />

CONT<br />

: -0.0<br />

Invoer van luchtdruk en temperatuur<br />

of Invoer van de ppm waarde.<br />

De waarde van luchtdruk en<br />

temperatuur worden gewist.<br />

73<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

MC<br />

STOP<br />

Meten & opslaan (REC)<br />

MEET\ METEN & OPSLAAN<br />

PuntNr. : 1<br />

Attribuut 1 : -----<br />

Pris.Hgt : 1.500 m<br />

Hz :286°55'50"<br />

V : 91°16'20"<br />

Horiz.Afst. : ----- m<br />

ALL DIST REC Hz=0 >DISP<br />

Hgt.Vers. : ----- m<br />

X : ----- m<br />

Y : ----- m<br />

Z : ----- m<br />

MC<br />

INVR WIS B III INDIV STOP<br />

De informatie, zoals hierboven<br />

getoond, is een presentatie van een<br />

standaard weergavescherm.<br />

Meetblok wordt opgeslagen.<br />

Het geregistreerde meetblok<br />

komt overeen met het actieve<br />

registreerscherm. De laatst gemeten<br />

afstand wordt ook opgeslagen.<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Meten van afstanden en hoeken, afzonderlijk (DIST + REC)<br />

Deze procedure biedt de mogelijkheid<br />

om de kijker op een ander punt<br />

te richten, na het meten van de<br />

afstand. Op deze manier kunnen<br />

twee punten gebruikt worden voor<br />

het meten van hoek en afstand.<br />

Dit maakt het mogelijk om moeilijk te<br />

bereiken punten te meten bijv. de<br />

hoek van een huis, hekken die<br />

omgeven zijn door heggen enz.<br />

MEET AFSTAND<br />

OPSLAAN DATA<br />

1000QS36<br />

1000QS37<br />

Voor berekeningen, die afhankelijk<br />

zijn van de afstand, worden de Vhoek<br />

(na voltooiing van de afstandmeting)<br />

en de huidige Hz-richting<br />

gebruikt. Hieruit volgt, dat berekende<br />

hoogte's en hoogteverschillen worden<br />

behouden en dat de X- en Ycoördinaten,<br />

gerelateerd naar de<br />

nieuwe Hz-richting, worden<br />

herberekend met gebruikmaking van<br />

de laatst gemeten afstand.<br />

De V-hoek, die<br />

weergegeven wordt, komt<br />

overeen met de stand van de kijker<br />

na voltooiing van de afstandmeting.<br />

De V-hoek verandert niet totdat de<br />

meting is opgeslagen, het laatst<br />

opgeslagen puntnummer is<br />

opgevraagd, een nieuwe afstand is<br />

gemeten of op is gedrukt.<br />

Wanneer afstanden, hoogte's of<br />

hoogteverschillen worden weergegeven<br />

als lege velden (b.v.----- ), dan<br />

wordt de V-hoek continu weergegeven<br />

en veranderd.<br />

Als na het meten van een afstand, de<br />

richtpuntgegevens worden veranderd<br />

welke van invloed zijn op de gemeten<br />

afstand, hoogte of hoogteverschil<br />

(zoals: ppm, prismaconstante,<br />

prismahoogte, refractie-coëfficiënt)<br />

dan wordt de afhankelijke informatie<br />

eveneens opnieuw berekend.<br />

74<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Meten van afstanden en hoeken, gelijktijdig Opslaan standplaatsgegevens (REC)<br />

Het bepalen van de Hz-waarde wordt<br />

uitgevoerd direct na de afstandmeting,<br />

waarna onmiddellijk alle data<br />

wordt opgeslagen.<br />

Het instrument mag alleen<br />

verplaatst worden als de<br />

dataopslag is voltooid.<br />

Nadat de afstand gemeten is, wordt<br />

de informatie automatisch<br />

opgeslagen. De afstand en alle<br />

gegevens, die hiervan afhankelijk<br />

zijn, worden weergegeven met de<br />

aanduiding "-----". Dit duidt aan, dat<br />

de opslag van de gegevens afgerond<br />

is.<br />

De standplaatsgegevens<br />

(puntnummer, X-coörd., Y-coörd., Zcoörd.,<br />

standplaatshoogte,<br />

reflectorhoogte en instrumenthoogte)<br />

worden op het actieve opslagmedia<br />

opgeslagen in het meetbestand. De<br />

coördinaten worden ingesteld als<br />

standplaatscoördinaten.<br />

Kijkerstand veranderen (III)<br />

Positioneren in de andere<br />

kijkerstand. Weergave van DHz en<br />

DV. Indien het instrument dusdanig<br />

gedraaid is, dat deze waardes weer<br />

op "0.000" staan, wordt het richtpunt<br />

wederom zichtbaar in de kijker. Dit<br />

hulpmiddel is een voordeel onder<br />

slechte omstandigheden, b.v. slecht<br />

zicht.<br />

Indien het een gemotoriseerd<br />

instrument betreft, zal het<br />

instrument automatisch naar de<br />

andere kijkerstand gaan.<br />

75<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Laatste puntnummer (L.Pt.)<br />

Voer het laatste puntnummer in en<br />

gebruik het als het huidige<br />

puntnummer.<br />

Verwijderen meetregel (Wis B) Afstand handmatig invoeren<br />

Deze functie verwijdert de laatste<br />

laatste regel uit het huidige meetbestand.<br />

Zodra deze functie wordt<br />

geactiveerd verschijnt een dialoog,<br />

waarin gevraagd wordt om de<br />

bevestiging voor het verwijderen van<br />

een punt of een code.<br />

Hiermee kunt u b.v. een afstand<br />

invoeren, die met een meetband is<br />

gemeten.<br />

Direct na bevestiging van de invoer<br />

wordt de horizontale afstand,<br />

gecorrigeerd met de geometrische<br />

ppm, weergegeven. Na het invoeren<br />

van de afstand wordt de V-hoek<br />

ingesteld op "horizontaal" 90° (100<br />

gon) of 270° (300 gon). De<br />

coördinaten worden berekend met<br />

gebruikmaking van de gecorrigeerde<br />

afstand, de Hz-richting en de V-hoek.<br />

Hoogtes worden altijd gecorrigeerd<br />

voor aardkromming en worden eveneens<br />

gecorrigeerd voor refractie,<br />

afhankelijk van de instellingen van de<br />

parameters.<br />

De prismahoogte wordt<br />

tijdelijk ingesteld op dezelfde<br />

waarde als die van de instrumenthoogte,<br />

waardoor er altijd een<br />

hoogteverschil is van "0.000".<br />

De schuine afstand is gelijk aan de<br />

horizontale afstand.<br />

76<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Richten op het laatste punt (LTSTE)<br />

(Alleen van toepassing bij<br />

gemotoriseerde instrumenten).<br />

De kijker wordt automatisch gericht<br />

op het laatste punt, dat is<br />

opgeslagen. De functie is alleen<br />

beschikbaar als er een punt is<br />

opgeslagen, nadat het instrument is<br />

ingeschakeld.<br />

Verticale hoek mode<br />

[>VRIJ] Deze functie start de<br />

verticale hoek mode<br />

"Doorlopend" voor de<br />

volgende metingen. In<br />

deze mode wordt de<br />

verticale hoek<br />

doorlopend bijgewerkt<br />

met de kijkerbeweging.<br />

Na een afstandmeting worden<br />

de verticale hoek,<br />

schuine afstand, hoogteverschil en<br />

het Z-coördinaat getoond als lopende<br />

waarden. Schuine afstand,<br />

hoogteverschil en het Z-coördinaat<br />

van het richtpunt worden berekend<br />

uit de beginwaarde van de horizontale<br />

afstand en de huidige getoonde<br />

verticale hoek. De REC-functie slaat<br />

de getoonde waarde op in de<br />

meetfile.<br />

[>VAST] Deze functie start de<br />

verticale hoek mode<br />

"Vast na DIST" voor de<br />

volgende metingen. In<br />

deze mode wordt de<br />

verticale hoek vastgezet<br />

na een afstandmeting,<br />

terwijl de horizontale<br />

hoek doorloopt.<br />

Functie [VRUN]<br />

Deze functie verwijdert de laatste<br />

afstand en geeft hierdoor de<br />

geblokkeerde V-hoek weer vrij.<br />

(Alleen beschikbaar in speciale<br />

configuratie)<br />

77<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Richtpunt excentriciteit<br />

Met de excentriciteitfunctie kunnen<br />

punten worden bepaald, b.v. als het<br />

prisma niet direct op een punt kan<br />

worden opgesteld. Dwarsrichting,<br />

lengterichting en/of schuine afstand<br />

kunnen worden gedefinieerd vanaf<br />

de prismapositie naar de standplaats.<br />

Alle getoonde en opgeslagen<br />

metingen worden berekend in<br />

verhouding tot het excentriciteitpunt.<br />

De waarden voor de<br />

excentriciteitpunten worden na<br />

opslag behouden met de functie<br />

"Permanent" in de<br />

Excentriciteitmode. De waarden worden<br />

weer op 0 gezet met "Reset na<br />

REC".<br />

Exc. lengt -<br />

Exc. haaks -<br />

Schakelen tussen weergaveformaten (>DISP)<br />

Deze functie is voor het schakelen<br />

tussen de weergaveformaten. Indien<br />

er geen weergaveformaat is<br />

gedefinieerd, of er is er maar één, zal<br />

deze functie niet verschijnen.<br />

78<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

Exc. Pnt.<br />

Exc. haaks +<br />

Exc. hoogt +:<br />

Exc. pnt. ligt<br />

hoger dan de<br />

meetwaarde.<br />

Exc. lengt +<br />

1100QS07


Individueel puntnummer (INDIV / RUN) Codering<br />

Met deze functie schakelt u tussen<br />

de individuele [INDIV] en doorlopende<br />

[RUN] puntnummers.<br />

Code informatie<br />

Codeblokken worden gebruikt om extra<br />

informatie naast de meetdata in te<br />

voeren, bijv. objectcodes, projectgegevens<br />

etc. Deze informatie wordt<br />

in aparte blokken opgeslagen en<br />

bestaat minstens uit een codenummer<br />

en de resterende 8 blokken<br />

(Info 1 t/m Info 8). Elk te wijzigen blok<br />

bestaat uit 8 (of 16) karakters.<br />

Informatiewoorden die "-----"<br />

bevatten, worden niet opgeslagen.<br />

In het algemeen wordt de codefunctie<br />

opgeroepen, wanneer een<br />

meting of andere data set in het<br />

meetbestand kan worden opgeslagen.<br />

De codefunctie en de meetdialoog<br />

zijn in de meeste applicatieprogramma's<br />

beschikbaar.<br />

Start de standaardcodering<br />

(Code, Info 1 tot 8) indien er geen<br />

codelijst aanwezig is.<br />

\ CODERING (STANDAARD)<br />

Code : -----<br />

Info 1 : -----<br />

Info 2 : -----<br />

Info 3 : -----<br />

Info 4 : -----<br />

Info 5 : -----<br />

REC VORIG<br />

Info 6 : -----<br />

Info 7 : -----<br />

Info 8 : -----<br />

79<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

MC<br />

STOP<br />

Wanneer een nieuwe<br />

codering is ingevoerd of na<br />

het gebruik van de toets, wordt<br />

de "REC" -toets toegewezen<br />

aan de toets. Alleen de regels<br />

(blokken), die informatie bevatten,<br />

worden opgeslagen.<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Codering, vervolg<br />

Standaardcoderingen (code, info<br />

1... 8) worden in aparte blokken in<br />

het GSI-formaat achter de laatst<br />

opgeslagen meting geregistreerd.<br />

Deze zijn geen onderdeel van de<br />

meetdata.<br />

Opvragen van de laatste<br />

opgeslagen code met de<br />

bijbehorende WI's.<br />

WI's voor opslag:<br />

Code: WI 41<br />

Info 1 - 8: WI 42 - 49<br />

Puntcodering (zonder codelijst)<br />

In de TPS1000 instrumenten worden<br />

de "Remwoorden" gebruikt voor het<br />

opslaan van extra informatie bij de<br />

meetgegevens. Bij de TPS1100 echter<br />

zijn deze "Remwoorden"<br />

vervangen door een "Puntcodering"<br />

en "Attributen 1-8".<br />

WI's voor opslag:<br />

PuntCode: WI 71<br />

Attrib. 1-8: WI 72-79<br />

Standaardcodering met codelijst<br />

Deze functie wordt actief indien een<br />

standaardcodelijst is geselecteerd.<br />

De vaste toets wordt gebruikt<br />

voor het activeren van de codelijst.<br />

MEET\ TEST.CRF 〈〉<br />

Code<br />

101 Boom<br />

102 Bos<br />

103 Gebouw<br />

104 Waterleiding<br />

REC NIEUW VORIG INFO αNUM<br />

Opslaan van het codeblok.<br />

Maken van een nieuwe code.<br />

Oproepen van de laatst<br />

opgeslagen code.<br />

Invullen van de infovelden.<br />

Schakelt tussen numerieke<br />

en alfanumerieke invoer voor<br />

het snel zoeken van codes.<br />

80<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC<br />

STOP


Codering, vervolg<br />

Puntcodering met codelijst<br />

Deze functie wordt actief, indien een<br />

puntcodelijst is geselecteerd. In de<br />

meetdialoog wordt de codelijst weergegeven<br />

op de regel "PuntCode". De<br />

lijst wordt geopend door een directe<br />

invoer of m.b.v. de toets.<br />

MEET\ Meten & Opslaan<br />

MEET\ Test.CRF < ><br />

Code<br />

101 Boom<br />

102 Bos<br />

103 Gebouw<br />

104 Waterleiding<br />

CONT NIEUW VORIG ATRIB αNUM<br />

Bevestigt de selectie.<br />

Nieuwe puntcode maken.<br />

MC<br />

STOP<br />

Oproepen laatste puntcode.<br />

Invullen van de attribuutvelden.<br />

Schakelt tussen numerieke<br />

en alfanumerieke invoer voor<br />

het snel zoeken van codes.<br />

Snelcodering (QCod+ / QCod-)<br />

Met deze functie kunnen meet- en<br />

coderegels, voor een gedefinieerde<br />

code, opgeslagen worden d.m.v. het<br />

drukken op een toets (Quickcodering).<br />

Er kunnen 100 codes<br />

gedefinieerd worden in de codelijst,<br />

welke hierna aangeroepen kunnen<br />

worden door het invoeren van de<br />

toegewezen numerieke waarde<br />

(default 10 codes).<br />

De snelcodering kan aan- en<br />

uitgeschakeld worden met "QCod+ /<br />

QCod-". Wanneer de snelcodering<br />

actief is verschijnt in het onderste<br />

statusveld van de meetdialoog het<br />

symbool "C". Zodra de snelcodering<br />

is uitgeschakeld, zal dit symbool<br />

verdwijnen.<br />

81<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

Controleer Oriëntatie<br />

In de "Controleer Oriëntatie" dialoog<br />

kunt u de oriëntatie naar een bekend<br />

richtpunt controleren en, indien<br />

gewenst, de oriëntatie opnieuw<br />

instellen.<br />

Starten van de functie "Controleer<br />

Oriëntatie".<br />

...\Controleer Orientatie<br />

Standpl.Nr : 1<br />

Orien.Nr : BS<br />

Pris.Hgt : 1.650 m<br />

Argument : 100.2222 g<br />

Hz : 95.6650 g<br />

∆Hz : -0.0059 g<br />

CONT DIST POSIT INST. TOON VORIG<br />

Horiz.Afst : -----<br />

∆HorizAfst : -----<br />

Z : -----<br />

∆Z : -----<br />

MC<br />

QUIT<br />

Voer het puntnummer van het<br />

bekende richtpunt in. Met wordt<br />

het betreffende punt onmiddellijk<br />

gezocht in het databestand en zodra<br />

deze is gevonden, worden de<br />

coördinaten toegewezen aan het<br />

bekende richtpunt.<br />

Tevens wordt het berekende<br />

argument van het punt getoond.<br />

Richt, nadat de prismahoogte is<br />

ingevoerd, op het bekende punt en<br />

meet de afstand en/of de richting en<br />

vergelijk het argument met de Hz.<br />

Verlaten van de dialoog.<br />

Meten afstand. Afstand en<br />

verschil tussen de berekende<br />

en gemeten afstand naar het<br />

bekende richtpunt wordt getoond.<br />

Positioneren van de kijker naar<br />

het bekende richtpunt. Geldt<br />

alleen voor gemotoriseerde<br />

instrumenten!<br />

De instrumentpositie gaat automatisch<br />

terug naar de startpositie als de<br />

"Controleer Orientatie" functie wordt<br />

verlaten. Dit is vooral handig bij de<br />

toepassing van RCS-applicaties.<br />

Nauwkeurig richten op het<br />

bekende richtpunt en opnieuw<br />

instellen van de oriëntatie.<br />

Zoeken en tonen van de<br />

coördinaten van het gevonden<br />

punt in het actieve project.<br />

Als Oriëntatie meer dan eens<br />

is gebruikt, kan met VORIG<br />

het laatste bekende punt en het<br />

argument worden opgeroepen.<br />

82<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Communicatiepoort<br />

GSI communicatie parameters<br />

De instellingen voor de interface<br />

parameters zijn geldig voor<br />

communicatie middels de GSI<br />

commandostructuur. De baudrate<br />

kan worden ingesteld tussen 2400 en<br />

19200.<br />

\GSI-COMMUNICATIE<br />

Communicatie-Param. Instellen<br />

Baudrate : 2400<br />

Protokoll : GSI<br />

Pariteit : Gerade<br />

Endmark : CR LF<br />

Databit : 7<br />

CONT STNDR<br />

Stoppbit : 1<br />

De standaardparameters<br />

komen overeen met het<br />

bovenstaande scherm.<br />

MC<br />

STOP<br />

Gedetailleerde informatie met<br />

betrekking tot de commando- en<br />

gegevensstructuur staat in het<br />

handboek "Wild Instruments On-<br />

Line" (document nr. G-366-0en), welke<br />

aan te vragen is (alleen in het Engels)<br />

bij Leica Geosystems B.V. te<br />

Rijswijk.<br />

Communicatiepoort (GeoCOM)<br />

De interfaceparameters, die zijn<br />

ingesteld, gelden alleen voor de<br />

"GeoCOM commandostructuur". Alleen<br />

de baudrate kan gewijzigd worden,<br />

u kunt kiezen met LIJST in een<br />

range van 2400 en 19200. Alle andere<br />

waarden blijven ongewijzigd.<br />

Gedetailleerde informatie met<br />

betrekking tot de commando- en<br />

gegevensstructuur staat in het<br />

handboek "GeoCOM Reference Manual"<br />

(document nr. G-560-0en), welke<br />

aan te vragen is (alleen in het Engels)<br />

bij Leica Geosystems B.V. te<br />

Rijswijk.<br />

83<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


RCS communicatie parameters<br />

De instellingen voor de interface<br />

parameters zijn geldig voor<br />

communicatie met de afstandbediening.<br />

De baudrate kan worden<br />

ingesteld tussen 2400 en 19200. Andere<br />

waardes zijn niet mogelijk.<br />

Raadpleeg voor gedetailleerde<br />

informatie de aparte handleiding.<br />

On-line stand<br />

Met "on-line bediening (GeoCOM)"<br />

wordt het instrument in een modus<br />

geschakelt, wat het mogelijk maakt<br />

om te communiceren of te bedienen<br />

d.m.v. een datarecorder of een PC.<br />

Deze modus opereert over de RS232<br />

interface; de GeoCOM<br />

communicatieinstellingen worden<br />

gebruikt.<br />

\Communicatie mode<br />

LET OP: 59<br />

Omschakelen naar on-line<br />

stand<br />

Nu on-line gaan ?<br />

GEO-C JA NEE<br />

De dialoog voor het instellen<br />

van de communicatieparameters<br />

oproepen.<br />

Activeert "On-line stand". Het<br />

bedienen van het instrument<br />

gaat nu alleen nog via de RS232<br />

interface.<br />

Voor informatie over de datastructuur,<br />

raadpleeg de "GeoCOM<br />

Reference Manual" (nr.. G-560-0en,<br />

alleen in het Engels), welke u kunt<br />

aanvragen bij Leica Geosystems B.V.<br />

te Rijswijk.<br />

De "On-line stand" kan alleen met<br />

"EXIT" ( ) worden verlaten.<br />

actief.<br />

Terug naar het vorige menu.<br />

De on-line stand is nu niet<br />

84<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC


Automatische Beeldherkenning<br />

TCA en TCRA-instrumenten zijn<br />

gemotoriseerd en uitgerust met de in<br />

de kijker, coaxiaal gemonteerde automatische<br />

beeldherkenning ATR. Het<br />

zoeklicht EGL, gemonteerd op de<br />

kijker, is optioneel.<br />

Deze instrumenten laten automatische<br />

hoek- en afstandmetingen toe<br />

naar normale prisma's en reduceren<br />

de noodzaak van het precies<br />

aanrichten van een prisma.<br />

Het prisma wordt alleen aangericht<br />

d.m.v. het optisch vizier. Het<br />

activeren van een afstandmeting<br />

plaatst het instrument automatisch,<br />

m.b.v. de motoren, precies in het<br />

midden van het prisma.<br />

De V- en Hz-hoeken worden<br />

gemeten naar het midden van het<br />

prisma na voltooiing van de<br />

afstandmeting.<br />

De bepaling van de<br />

nulpuntsfout van de automatische<br />

beeldherkenning ATR moet,<br />

zoals alle andere instrumentfouten,<br />

periodiek worden uitgevoerd (zie het<br />

hoofdstuk "Testen en afstellen").<br />

Reflecties van vreemde lichten<br />

(b.v. koplampen van<br />

auto's) kunnen de ATR-metingen<br />

beïnvloeden.<br />

Werkwijze<br />

De ingebouwde ATR zendt een<br />

laserstraal uit. Het gereflecteerde<br />

licht wordt op een ingebouwde<br />

camera (CCD) ontvangen. De stand<br />

van het gereflecteerde lichtpunt op<br />

de CCD-camera wordt geëvalueerd<br />

en de afwijking vanuit het centrum<br />

wordt in Hz en V bepaald. De<br />

waarden van de afwijking vanuit het<br />

centrum van de CCD-camera zijn<br />

een maatstaf voor de besturingscommando’s<br />

naar de motoren om de<br />

kruisdraad naar het midden van de<br />

reflectie te verplaatsen of een bewegend<br />

prisma te volgen. Om de<br />

meettijd te minimaliseren wordt de<br />

kruisdraad niet exact naar het<br />

midden van het prisma verplaatst. De<br />

offset kan maximaal 5mm. zijn.De<br />

Hz- en V-hoek worden dan met de<br />

afwijking tussen het draadkruis en het<br />

midden van het prisma gecorrigeerd.<br />

Derhalve hebben de hoeken<br />

betrekking op het midden van het<br />

prisma, onafhankelijk van het feit of<br />

de kruisdraad nauwkeurig in het<br />

midden van het prisma staat.<br />

85<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


Werkwijze, vervolg<br />

Als de offset meer dan 5mm<br />

bedraagt en het prisma exact is<br />

aangericht en in perfecte staat is,<br />

dan moet de ATR opnieuw<br />

gekalibreerd worden. Als extreme<br />

offsets regelmatig voorkomen, neem<br />

dan contact op met Leica<br />

Geosystems b.v. te Rijswijk.<br />

V-afwijking<br />

Kruisdraad<br />

Hz-afwijking<br />

Midden<br />

van<br />

prisma<br />

Het zichtveld van de kijker is het<br />

actieve bereik van de ATR. Binnen dit<br />

gebied wordt het prisma direct<br />

geïdentificeerd.<br />

De volgende functies zijn<br />

alleen geldig voor TCA en<br />

TCRA instrumenten.<br />

1000Z19<br />

ATR-Mode (ATR+ / ATR-) LOCK mode (LOCK+ / LOCK-)<br />

Met deze mode is het mogelijk automatisch<br />

statische prisma's te herkennen.<br />

De waarnemer moet het prisma met<br />

het richtglas grof benaderen, zodat<br />

het binnen het blikveld van de<br />

telescoop komt.<br />

Door activeren van de afstandmeting<br />

wordt de kruisdraad met behulp van<br />

de motoren vrijwel naar het midden<br />

van het prisma verplaatst, om zo een<br />

afstandmeting mogelijk te maken.<br />

Lock-mode maakt het mogelijk dat<br />

TCA-instrumenten een bewegend<br />

prisma kunnen volgen. De afstandmeting<br />

kan worden uitgevoerd<br />

wanneer het prisma kort stilstaat<br />

("stop en go mode").<br />

Het symbool wordt getoond in het<br />

linker ondergedeelte van het<br />

statusveld, als de LOCK-mode is<br />

geactiveerd en vóór een prisma is<br />

gevonden.<br />

In deze mode moet de ATR na het<br />

inschakelen van de LOCK mode het<br />

prisma "herkennen". Hiervoor is één<br />

afstandmeting noodzakelijk.<br />

Deze meting is gelijk aan de meting<br />

in de ATR mode.<br />

Als het prisma regelmatig verplaatst<br />

wordt, dan zal het instrument het automatisch<br />

volgen, zolang het prisma<br />

op het instrument is gericht.<br />

86<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


LOCK mode (LOCK+ / LOCK-), vervolg<br />

De weergegeven hoeken hebben<br />

tijdens het volgen betrekking op de<br />

positie van de kruisdraad. Bevindt het<br />

prisma zich in een rusttoestand, dan<br />

kan een afstandmeting met "DIST" of<br />

"ALL" worden geactiveerd. In dit<br />

geval worden de hoeken na de<br />

afstandmeting op het midden van het<br />

prisma gemeten.<br />

Na de afstandmeting worden deze<br />

gecorrigeerde hoeken (voor het<br />

midden van het prisma) weergegeven<br />

c.q. geregistreerd.<br />

Het symbool wordt links onder in<br />

de statusvelden weergegeven<br />

wanneer de LOCK mode actief is en<br />

als de telescoop het prisma volgt.<br />

Elke onderbreking van het volgen<br />

van het prisma wordt voor ongeveer<br />

twee seconden links onder (grafisch)<br />

aangegeven in de statusvelden met<br />

het symbool en ook door een<br />

continu akoestisch signaal (piep).<br />

L.INT mode (L.INT+ / L.GO)<br />

De LOCK-mode is onderbroken (Lint),<br />

b.v. bij meting tussen de<br />

verafgelegen punten zonder prisma<br />

(b.v. een torenspits). Nadat de<br />

afstand is gemeten, keert de ATR<br />

onmiddellijk terug naar de<br />

oorspronkelijk positie.<br />

Deze functie kan ook gebruikt worden<br />

voor het meten naar een tweede<br />

prisma (veranderen van prisma).<br />

Wanneer de L.INT mode actief is,<br />

wordt op het meetscherm het<br />

symbool links onder in de statusvelden<br />

weergegeven. De gemeten<br />

waarden hebben betrekking op de<br />

richting van het kruisdraad.<br />

Na voltooiing van de afstandsmeting<br />

of na indrukken van L.GO wordt de<br />

LOCK-mode opnieuw geactiveerd en<br />

de betreffende icoon getoond in het<br />

linker ondergedeelte van het<br />

statusveld.<br />

87<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


VORIGE mode (VORIG) Hz / V<br />

(alleen geldig voor gemotoriseerde<br />

instrumenten)<br />

De kijker wordt automatisch gericht<br />

op het laatste opgeslagen<br />

puntnummer. Deze functie is alleen<br />

beschikbaar als een punt is<br />

opgeslagen, nadat het instrument is<br />

ingeschakeld.<br />

RCS\ Hz/v<br />

Start de Hz/V mode.<br />

Toets relatieve Hz- en V-hoek<br />

Hz/∆Hz : 0°00'00"<br />

V/∆V : 0°00'00"<br />

CONT ABS<br />

In de Hz/V mode kan de TPS1100<br />

met vastgestelde hoekwaarden worden<br />

verdraaid.<br />

De invoeropties zijn:<br />

• absolute hoekwaarden,<br />

gerelateerd aan de oriëntatie van<br />

de TPS1100<br />

• relatieve hoekwaarden, die de<br />

TPS1100 met de ingegeven<br />

waarde wegdraaien van de huidige<br />

positie.<br />

Verlaat de Hz/V mode en<br />

start de zoekmode, indien de<br />

ATR is geactiveerd.<br />

Schakelt tussen absoluut<br />

(ABS) en relatief (REL).<br />

88<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC<br />

STOP


Automatisch Prisma Zoeken<br />

Als het prisma zich in het zichtveld<br />

van de kijker bevindt, wordt de<br />

kruisdraad automatisch<br />

gepositioneerd op het prisma zodra<br />

een meting is gestart. Als het<br />

richtpunt zich buiten het zichtveld van<br />

de kijker bevindt, wordt Automatisch<br />

Prisma Zoeken gestart.<br />

Instrumenten, die zijn uitgerust met<br />

de optie PowerSearch kunnen worden<br />

omgeschakeld naar<br />

PowerSearch modus voor het snel<br />

detecteren van prisma's.<br />

Het zoekvenster ATR is rechthoekig<br />

en het gedefinieerde gebied wordt lijn<br />

voor lijn gescand, beginnend in het<br />

midden van het zoekvenster.<br />

Afhankelijk van de werkmode van het<br />

instrument worden verschillende<br />

afmetingen van het zoekvenster en<br />

diverse zoekmethoden gebruikt.<br />

De afmeting van het zoekvenster in<br />

RCS mode kan worden gedefinieerd<br />

in de "RCS Zoekvenster" functie.<br />

In RCS mode is het tevens mogelijk<br />

een werkgebied te definiëren, dat automatisch<br />

wordt afgezocht, indien dit<br />

met locaal zoeken niet is gelukt.<br />

• ATR en LOCK mode:<br />

De gebruiker staat bij het instrument<br />

en kan op elk moment handmatig de<br />

kijker positioneren op het prisma. Als<br />

een meting is gestart, wordt een klein<br />

zoekvenster (Hz:2.5gon / V: 2.5gon)<br />

gebruikt om het prisma zo snel<br />

mogelijk te vinden. Als het richtpunt<br />

verloren is gegaan in LOCK mode,<br />

wordt het pad van het prisma nog<br />

enkele seconden aangehouden.<br />

• RCS mode:<br />

De gebruiker staat bij het prisma en<br />

richt de kijker op het richtpunt met de<br />

door hem gekozen methode (b.v. joystick).<br />

Omdat de kijker slechts<br />

grofweg gepositioneerd kan worden<br />

bij het prisma, wordt een groter<br />

zoekvenster gebruikt in RCS mode.<br />

Als het zoeken handmatig wordt<br />

gestart met ALL of DIST, wordt het<br />

RCS zoekvenster (standaard Hz:<br />

30gon / V: 15gon) gescand in de<br />

huidige positie van de kijker.<br />

• De afmeting van het zoekvenster<br />

in RCS mode kan worden<br />

gedefinieerd in de "RCS<br />

Zoekvenster" functie.<br />

• In RCS mode kan een werkgebied<br />

worden gedefinieerd. Dit gebied<br />

wordt automatisch gescand, als<br />

het met de lokale zoekmethode<br />

niet gelukt is.<br />

89<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


Automatisch Prisma Zoeken, vervolg<br />

Als het richtpunt verloren is gegaan<br />

in LOCK mode, wordt het pad van<br />

het prisma nog enkele seconden<br />

aangehouden, gevolgd door het<br />

zoeken, hoofdzakelijk in horizontale<br />

richting. De afmeting van het<br />

zoekvenster is afhankelijk van de<br />

vorm van het aangegeven pad. Als<br />

een werkgebied is geactiveerd, wordt<br />

het hele werkgebied gescand ná de<br />

respectievelijke locale<br />

zoekmethoden.<br />

• PowerSearch<br />

Met instrumenten, die zijn uitgerust<br />

met PowerSearch, kan snel naar een<br />

prisma worden gezocht. Zodra<br />

PowerSearch is geactiveerd, roteert<br />

het instrument 360° rond de staande<br />

as. Zodra de laserbundel van de<br />

PowerSearch sensor een prisma<br />

detecteert, stopt de rotatie en wordt<br />

de fijnafstelling in verticale richting<br />

uitgevoerd door de ATR. Als er een<br />

zoekgebied is gedefinieerd, is<br />

PowerSearch alleen actief binnen de<br />

gedefinieerde grenzen.<br />

RCS Zoekvenster<br />

Met deze functie kan de afmeting van<br />

het RCS zoekvenster worden<br />

ingesteld. Als het automatisch<br />

zoeken wordt gestart met ALL of<br />

DIST in RCS mode, wordt het vooraf<br />

ingestelde zoekvenster gescand in<br />

de huidige positie van de kijker.<br />

...\ RCS zoekvenster<br />

Definieer grootte voor zoekvenster<br />

Hz Zoek : 40 g<br />

V Zoek : 40 g<br />

CONT STNDR<br />

90<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC<br />

STOP


RCS Zoekvenster, vervolg<br />

Hz Zoek Uitbreiding van het<br />

zoeken in Hz-richting.<br />

V Zoek Uitbreiding van het<br />

zoeken in V-richting.<br />

Bevestigen van de getoonde<br />

waarden en verlaten van de<br />

dialoog.<br />

Zet alle waarden terug naar<br />

standaardwaarden.<br />

Definieer Werkgebied (WERKG)<br />

Met deze functie kan een werkgebied<br />

worden gedefinieerd, waarbinnen het<br />

instrument automatisch zoekt naar<br />

het prisma (in RCS-mode).<br />

...\ Definieer Werkgebied<br />

actuell<br />

Hz links : 171 g<br />

Hz rechts: 243 g<br />

V boven : 90 g<br />

V beneden :114<br />

g<br />

Hz links Linkergrens van het<br />

werkgebied.<br />

Hz rechts Rechtergrens van het<br />

werkgebied.<br />

V boven Bovenste grens van het<br />

werkgebied.<br />

V beneden Onderste grens van het<br />

werkgebied.<br />

91<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

MC<br />

CONT DEF CENTR TOON<br />

STOP<br />

Bevestigen van de getoonde<br />

waarden en terug naar de vorige<br />

dialoog.<br />

Definiëren van een nieuw<br />

werkgebied door het richten<br />

van de kijker op twee<br />

tegenoverstaande hoeken van het<br />

werkgebied (linkerhoek -<br />

tegenoverstaande rechterhoek).<br />

Centreren van het werkgebied<br />

in de huidige kijkerpositie<br />

(behoudt hetzelfde formaat van het<br />

werkgebied).<br />

Positioneren van de kijker op<br />

de bovenste linkerhoek /<br />

onderste rechterhoek van het<br />

werkgebied.<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


Activeren / Deactiveren Werkgebied<br />

(WERK+ / WERK -)<br />

Als het instrument is ingesteld in RCS<br />

mode en het vastgestelde werkgebied<br />

geactiveerd, wordt het gehele<br />

werkgebied gescand voor het prisma,<br />

als deze niet gevonden is met de<br />

standaard zoekmethode in de huidige<br />

positie van de kijker. Als Werkgebied<br />

niet is geactiveerd, wordt de standaard<br />

zoekmethode uitgevoerd in de huidige<br />

positie van de kijker.<br />

Het instrument volgt het<br />

prisma, zelfs als deze zich<br />

buiten het werkgebied bevindt. Als het<br />

richtpunt zich buiten het werkgebied<br />

bevindt, wordt locaal zoeken gestart.<br />

Als het prisma niet wordt gevonden,<br />

wordt het vooraf gedefinieerde<br />

werkgebied gescand.<br />

Bij instrumenten, uitgerust met de<br />

optionele PowerSearch kan<br />

Werkgebied worden gebruikt om het<br />

zoeken met PowerSearch tot een<br />

bepaald gebied te beperken.<br />

PowerSearch scant dan alleen binnen<br />

de gedefinieerde grenzen.<br />

Algemene functies<br />

Instrumenttype en software versie (INFO)<br />

Deze functie geeft de meest<br />

belangrijke systeeminformatie weer.<br />

Hoofd\Instrument Informatie<br />

Instr. Type : TCRA1102plus<br />

Serienummer : 618775-2<br />

Refl.loos : Normaal bereik<br />

BETA-FW : Jun 08 2000 2.03<br />

EDM-versie : 2.00<br />

ATR-versie<br />

CONT<br />

: 2.00<br />

GeoCOM vers. : 1.04<br />

Weergeven van instrumenttype,<br />

serienummer, RL EDM type,<br />

softwareversie en aanmaakdatum,<br />

EDM versie, ATR versie PS<br />

(PowerSearch) en GeoCOM versie.<br />

Elektronisch niveau (INSP.)<br />

Raadpleeg het gedeelte "Inspelen<br />

met het elektronisch niveau".<br />

92<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC<br />

STOP


Verlichting<br />

Inschakeln van de displayverlichting<br />

en de kruisdraad.<br />

Instellingen voor:<br />

• Display aan/uit<br />

• Verwarming van het display aan/uit<br />

• Contrast van het display<br />

• Helderheid kruisdraadverlichting<br />

• Helderheid EGL zoeklicht<br />

(optioneel)<br />

• Oculair diode laser aan/uit<br />

(optioneel)<br />

• Zichtbare laser (optioneel)<br />

De huidige instellingen worden<br />

numeriek, percentueel en graphisch<br />

(als staafdiagram) weergegeven. De<br />

optionele instellingen zijn alleen<br />

mogelijk als het instrument is<br />

uitgerust met deze opties.<br />

INSTRUMENT VERLICHT.<br />

Display : ⌧<br />

Verwarming : ⌧<br />

Contrast : 50% ⌧<br />

Kruisdraad : 80% ⌧<br />

Zoeklicht : 100% ⌧<br />

Rode laser : ⌧<br />

CONT DISP+ TEMP+ KRD+ EGL+ RodL+<br />

Displayverlichting aan- en<br />

uitschakelen.<br />

Displayverwarming aan- en<br />

uitschakelen.<br />

Kruisdraadverlichting aan- en<br />

uitschakelen.<br />

De toewijzing van de functietoets<br />

is afhankelijk van de<br />

gemonteerde optie:<br />

Zoeklicht aan- en uitschakelen.<br />

(EGL); toets toewijzing "EGL+" .<br />

Of:<br />

Oculair diode laser aan- en<br />

uitschakelen.; toets toewijzing<br />

"DIOD+".<br />

93<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

MC<br />

STNDR STOP<br />

Zichtbare rode laser aan- en<br />

uitschakelen (alleen voor TCR/<br />

TCRM instrumenten).<br />

WAARSCHUWING:<br />

(alleen voor XRinstrumenten)<br />

Als de zichtbare rode laserstraal is<br />

ingeschakeld, richt dan niet op prisma's<br />

of reflecterende objecten naast of door<br />

het zichtveld. Richten op prisma's is<br />

alleen toegestaan met gebruikmaking<br />

van de kijker. Het gebruik van de<br />

laserspot is alleen toegestaan in een<br />

gecontroleerd gebied (zie Hoofdstuk<br />

"Veiligheidsvoorschriften").<br />

Standaardwaardes<br />

instellen (contrast 50%,<br />

kruisdraad 80%).<br />

Bij extreem lage temperaturen<br />

of bij lichtreflecties dient het<br />

contrast ingesteld te worden op een<br />

hogere waarde dan 50%.<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


Accessoires<br />

Als accessoires, zoals een zenit<br />

oculair of een voorzetlens voor het<br />

meten op retro tape, worden gebruikt<br />

dan wordt de beweging van de<br />

gemotoriseerde instrumenten<br />

beperkt.<br />

Hoofd\ Accessoires<br />

Accessoires gemonteerd:<br />

Oculair : NEE<br />

Lens : NEE<br />

Limiet voor horiz. rotatie<br />

Hz Limieten : NEE<br />

CONT DEF STNDR<br />

Stel de limiet voor de horizontale<br />

beweging in.<br />

Stel alle instellingen in op<br />

NEE.<br />

MC<br />

STOP<br />

Een start- en eindwaarde worden<br />

weergegeven. Deze bepalen de<br />

beweging van de kijker voor<br />

gemotoriseerde instrumenten. Het<br />

bereik van de beweging tussen de<br />

start- en eindwaarde kan<br />

gedefiniëerd worden door een<br />

beweging met de klok mee.<br />

De limieten worden voor de verticale<br />

hoek, voor de objectiefzijde (lens),<br />

voor de oculairzijde en voor de horizontale<br />

richting ingegeven. De<br />

ingegeven waardes worden<br />

behouden als het instrument<br />

uitgeschakeld wordt.<br />

\ OPGEVEN TOLERANTIES<br />

Ocu. V begin : 87°18'<br />

Ocu. V eind : 114°18'<br />

Lens V begin : 24°18'<br />

Lens V eind : 130°30'<br />

Hz begin : 180°00'<br />

Hz eind : 180°00'<br />

CONT DEF SET<br />

Waardes kunnen direct met het<br />

toetsenbord worden ingevoerd of<br />

bepaald worden door de positie van<br />

de kijker.<br />

Verplaatst de kijker naar de<br />

geldige limietwaarde. De<br />

waarde verandert tijdens de<br />

verplaatsing.<br />

Accepteert de getoonde<br />

waarde als limiet voor de<br />

bewegingen.<br />

94<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC<br />

STOP


Accessories, vervolg<br />

Ocu. V beg Startwaarde voor de<br />

V-hoek van de<br />

oculairzijde.<br />

Ocu. V eind Eindwaarde voor de<br />

V-hoek van de<br />

oculairzijde.<br />

Lens V beg Startwaarde voor de<br />

V-hoek van de<br />

objectiefzijde.<br />

Lens V eind Eindwaarde voor de<br />

V-hoek van de<br />

objectiefzijde.<br />

Hz begin Startwaarde voor de<br />

Hz-richting.<br />

Hz eind Eindwaarde voor de<br />

Hz-richting.<br />

Indien de horizontale richting van het<br />

instrument buiten het toegestane<br />

bereik is maar het prisma ligt daar<br />

wel binnen, dan kan het instrument<br />

wel zelf naar deze richting draaien.<br />

1100Z45<br />

Hz richting v/h<br />

instrument<br />

Toegestane bereik<br />

Rotatie naar het richtpunt mogelijk<br />

Indien de horizontale richting van het<br />

instrument binnen het toegestane<br />

bereik is maar het prisma ligt daar<br />

buiten, dan is rotatie niet mogelijk en<br />

verschijnt een foutmelding.<br />

Laden van een configuratiebestand (LADEN)<br />

De functie voor het overzenden van<br />

informatie tussen het interne<br />

geheugen en de pc-kaart worden<br />

onderstaand beschreven. Voor<br />

verzenden via de RS232 wordt Leica<br />

Survey Office gebruikt, hiermee<br />

wordt het instrument op afstand<br />

bediend en vereist geen gebruikersinterface.<br />

\Laden configuratie<br />

Huidige config : Standard<br />

Nieuwe config. : leica<br />

Taal : Instelling<br />

1. English English<br />

2. Nederlands Nederlands<br />

95<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Systeemfuncties<br />

LADEN<br />

MC<br />

STOP<br />

Selecteer het configuratiebestand op<br />

de PC-kaart in de directory<br />

"\tps\conf\.<br />

Weergave van de beschikbare taal<br />

op het systeem of welke bij het<br />

configuratiebestand behoort.<br />

Laad de nieuwe configuratie.<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26


Laden van een configuratiebestand , vervolg<br />

Indien er geen bestand kan worden<br />

gevonden verschijnt de melding 659,<br />

waarin staat dat er geen configuratiebestand<br />

werd gevonden.<br />

Uit voorzorg verschijnt er een vraag<br />

(melding 658) voor het laden, hierin<br />

wordt gevraagd voor de bevestiging<br />

voor het laden van de nieuwe<br />

configuratie.<br />

"NEE" zal de functie afbreken.<br />

"JA" zal de configuratie laden.<br />

Laden van een systeem-parameterbestand<br />

\ Laden Systeem parameters<br />

Laatsts geladen : T2<br />

Nw par.bestand : Elec_T16<br />

LADEN SAVEP<br />

Opslaan van de huidige<br />

systeemparameters.<br />

De volgende dialoog verschijnt:<br />

Hoofd\opsl param.naar PCkrt<br />

Bestandsnaam voor parameter:<br />

Param. bestand : TEST<br />

96<br />

Systeemfuncties TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

MC<br />

STOP<br />

Selecteer het nieuwe systeemparameterbestand<br />

op de pc-kaart.<br />

Laad het nieuwe systeemparameterbestand.<br />

SAVEP<br />

Invoeren van een naam voor het<br />

systeem-parameterbestand.<br />

MC<br />

STOP<br />

Opslaan van het bestand met<br />

de ingevoerde naam.


Systeem parameters<br />

Dit gedeelte behandelt de systeemparameters<br />

van de TPS1100<br />

instrumenten.<br />

Algemene parameters<br />

Laad applicatie<br />

...\ Laad applicatie<br />

Nieuw Prog : Area<br />

Versie : 1.01<br />

Syst. Taal : Prog.Taal:<br />

1. ENGLISH ENGLISH<br />

2. NEDERLANDS NEDERLANDS<br />

LaadC WIS<br />

97<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Parameters<br />

MC<br />

STOP<br />

Selecteren van de applicatie vanaf de<br />

PC-kaart in de directory "\tps\appl\".<br />

De kolom aan de rechterzijde van het<br />

display toont de taal, waarin de<br />

applicatie wordt geladen.<br />

Laad de geselecteerde<br />

applicatie. Nieuwe versies<br />

kunnen direct geladen worden, het is<br />

niet nodig de bestaande versie te<br />

wissen.<br />

Wissen van de geselecteerde<br />

applicatie.<br />

Laden systeemtaal<br />

...\ Laden systeemtaal<br />

1. Taal : ENGLISH<br />

2. Taal : NEDERLANDS<br />

3. Taal : -----<br />

LaadC WIS-L<br />

MC<br />

STOP<br />

Selecteer de systeemtaal vanaf de<br />

PC-kaart in de directory "\tps\lang\".<br />

Een bestaande systeemtaal kan niet<br />

worden overschreven, deze moet<br />

eerst worden gewist.<br />

Laden van een geselecteerde<br />

systeemtaal.<br />

Wissen van een<br />

geselecteerde systeemtaal.<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

Algemene parameters, vervolg<br />

Datum<br />

Instellen van de datum.<br />

Weergave keuze uit: 09-11-98 of<br />

11.09.98.<br />

Datum form.<br />

Selecteer het datumformaat.<br />

Weergave keuze uit:<br />

Dag/Maand/Jaar<br />

Maand/Dag/Jaar<br />

Jaar/Maand/Dag<br />

Tijd<br />

Instellen van de tijd.<br />

Tijd form.<br />

Instellen van het tijdformaat.<br />

Keuze tussen 24h en 12h met am/pm<br />

Alpha mode<br />

De alphanumerieke invoer kan via de<br />

functietoetsen of via de numerieke<br />

toetsen. Indien de numerieke toetsen<br />

worden gebruikt is er keuze tussen<br />

"Numerieke toets" en Num.<br />

uitgebreid". Bij "Num. uitgebreid" zijn<br />

er meer karakters beschikbaar.<br />

Toets piep<br />

Instellen van het volume voor de piep<br />

wanneer er een toets wordt<br />

ingedrukt. De piep is altijd actief bij<br />

waarschuwingen. Er is een keuze<br />

tussen piep uit (Geen), zachte piep<br />

(Zacht) en luide piep (Luid).<br />

98<br />

Parameters TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Configuratie parameters<br />

Autostart<br />

Selecteer de applicatie, welke automatisch<br />

gestart dient te worden als<br />

het instrument wordt ingeschakeld.<br />

De lijst bevat de volgende permanent<br />

beschikbare opties: "Hoofdmenu",<br />

"Meten & Opslaan" en "Setup". Ook<br />

de geladen applicatieprogramma's<br />

staan in de lijst.<br />

De functie of applicatie die<br />

geselecteerd is, zal automatisch<br />

gestart worden als het instrument<br />

wordt ingeschakeld.<br />

Taal<br />

Selecteer de systeemtaal (er kunnen<br />

maximaal drie talen geladen worden<br />

op het instrument). Engels is altijd<br />

beschikbaar en kan niet verwijderd<br />

worden.<br />

Afst.Eenh.<br />

Eenheid van de afstandmeting:<br />

Meter Meter (m)<br />

Int.ft Internationale voet,<br />

opslag in US voet [fi]<br />

IntFft/Inch Int. voet, inches en 1/8<br />

inches (0' 00 0/8fi),<br />

opslag in US voet [fi]<br />

US Ft US voet [ft]<br />

US Ft/Inch US voet, inches en 1/8<br />

inches (0' 00 0/8fi) [ft]<br />

Afst. Dec.<br />

Decimale posities voor afstanden:<br />

Meter 0,1,2,3<br />

Int.Ft 0,1,2,3<br />

Int.Ft/Inch 0<br />

US Ft 0,1,2,3<br />

US Ft/Inch 0<br />

Hoekeenh<br />

Eenheid voor hoekmeting:<br />

400gon<br />

360° ' "<br />

360° dec<br />

6400 mil<br />

Hoek Dec.<br />

Decimale posities voor hoeken:<br />

TCx1101/1102:<br />

• 400 gon, 360°'", 360°dec.<br />

=> 2, 3, 4<br />

• 6400 mil => 1, 2, 3<br />

TCx1103/1105:<br />

• 400 gon, 360° dec. => 2, 3, 4<br />

(in stappen van vijf eenheden)<br />

• 360°'" => 2, 3, 4<br />

• 6400 mil => 1, 2, 3<br />

99<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Parameters<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

Configuratie parameters, vervolg<br />

Atm.Temp<br />

Eenheid voor de temperatuur<br />

° C Graden Celsius<br />

° F Graden Fahrenheit<br />

Atm.Lucht<br />

Eenheid voor de luchtdruk<br />

mbar millibar<br />

mm Hg millimeter kwikzilver<br />

inch Hg inches kwikzilver<br />

hPa hectopascal<br />

psi pounds per square inch<br />

Coord. vol.<br />

Volgorde van de coördinaten in<br />

het display<br />

Noord / Oost (X, Y)<br />

Oost / Noord (Y, X)<br />

Raadpleeg voor meer informatie het<br />

gedeelte "GSI parameters".<br />

Hz systeem<br />

Oriëntatie van het Hz-rand<br />

systeem<br />

Noord Azimuth (+) Hoekmeting met<br />

de klok mee (+)<br />

startend bij Noord<br />

Noord klok (-) Hoekmeting tegen<br />

de klok in (+) startend<br />

bij Noord<br />

Zuid Azimuth Hoekmeting met de<br />

klok mee (+) startend<br />

bij Zuid<br />

Kijker I<br />

Definitie voor de kijkerstand:<br />

V-knop links Verticale beweging<br />

aan de linkerzijde<br />

V-knop rechts Verticale beweging<br />

aan de rechterzijde<br />

100<br />

Parameters TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Configuratie parameters, vervolg<br />

Compensator<br />

AAN Schakelt de compensator<br />

in. De compensator meet<br />

de afwijking in de lengte en<br />

haaks daarop. De V-hoek is<br />

gerelateerd aan de loodlijn.<br />

OFF Schakelt de compensator<br />

uit. Het -icoon wordt<br />

weergegeven in het statusveld.<br />

De V-hoek is<br />

gerelateerd aan de verticale<br />

as.<br />

Het werkgebied van de<br />

twee-assige compensator is<br />

6' (0.10 gon) voor elk van de<br />

assen.<br />

Hz-Corr<br />

AAN Hz-correcties worden<br />

ingeschakeld. De Hz-richtingen<br />

worden gecorrigeerd voor de<br />

volgende fouten:<br />

1. Hor.-collimatiefout<br />

2. Kiep-asfout<br />

3. Scheefstand eerste as<br />

(alleen bij compensator AAN).<br />

OFF Hz-correcties worden<br />

uitgeschakeld. De Hz-metingen<br />

worden niet gecorrigeerd.<br />

Het -icoon wordt weergegeven<br />

in het status-veld.<br />

Voorbeelden van compensator / Hz<br />

correcties:<br />

1. Compensator AAN, Hz correcties<br />

AAN.<br />

De V-hoek is gerelateerd aan de<br />

loodlijn. De Hz-metingen krijgen<br />

een correctie voor: horizontale<br />

collimatie, kiep-as fout en<br />

scheefstand eerste as.<br />

2. Compensator AAN, Hz correcties<br />

UIT<br />

De V-hoek is gerelateerd aan de<br />

loodlijn. De Hz-metingen krijgen<br />

geen correctie voor: horizontale<br />

collimatie, kiep-as fout en<br />

scheefstand eerste as.<br />

3. Compensator UIT, Hz correcties<br />

AAN<br />

De V-hoek is gerelateerd aan de<br />

verticale as. De Hz-metingen<br />

krijgen een correctie voor: horizontale<br />

collimatie en de kiep-as fout<br />

4. Compensator UIT, Hz correcties<br />

UIT<br />

De V-hoek is gerelateerd aan de<br />

verticale as. Er worden geen<br />

correcties aangebracht.<br />

101<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Parameters<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

Configuratie parameters, vervolg<br />

Sect. piep<br />

Hz sector piep<br />

Instellen van de piep (AAN/UIT) voor<br />

hoeksectoren.<br />

Sect. Hoek<br />

Hz sector hoek<br />

Hier ingeven onder welke hoeken de<br />

piep moet luiden.<br />

Wanneer de hoek benaderd is tot<br />

4°30' (5 gon), hoort u een normale<br />

piep.<br />

Op 27' (0.5 gon) is de piep continu.<br />

Op 16" (0.005 gon) stopt de piep.<br />

Berekening van de hoeken start altijd<br />

op 0°00'00" (0.0000 gon).<br />

Vrijgave V-hoek<br />

Doorloopend Deze parameter<br />

activeert de verticale<br />

hoek-mode<br />

"Doorlopend" voor de<br />

volgende metingen. In<br />

deze mode wordt de<br />

verticale hoek<br />

doorlopend bijgehouden<br />

met de kijkerbeweging.<br />

Let op het volgende<br />

wanneer u de V-hoek<br />

instelling "Doorlopend" gebruikt<br />

voor de bepaling van de hoogte<br />

van ontoegankelijke punten:<br />

De actieve prismahoogte wordt<br />

toegepast bij de berekening van de<br />

hoogte van ontoegankelijke punten.<br />

De prismahoogte moet handmatig<br />

op 0 worden gezet voor het tonen en<br />

opslaan van de hoogte van deze<br />

punten.<br />

Na een afstandmeting worden<br />

verticale hoek, schuine<br />

afstand, hoogteverschil en de Zcoördinaten<br />

getoond als lopende<br />

waarden. Schuine afstand,<br />

hoogteverschil en de Z-coördinaten<br />

van het richtpunt worden berekend<br />

vanuit de oorspronkelijke horizontale<br />

afstand en huidig getoonde verticale<br />

hoek. De REC-functie slaat de<br />

getoonde waarde op in de meetfile.<br />

Vast na DIST Deze parameter<br />

activeert de verticale<br />

hoek mode "Vast na<br />

DIST" voor de volgende<br />

metingen. In deze mode<br />

wordt de verticale hoek<br />

vastgezet na een<br />

afstandmeting, terwijl de<br />

horizontale hoek<br />

doorloopt.<br />

102<br />

Parameters TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Configuratie parameters, vervolg<br />

Weergave V<br />

Selecteer de weergave voor de Vhoek<br />

• Zenith hoek<br />

V = 0 in zenit<br />

• Elev. hoek +/-<br />

V = 0 bij horizontale kijkerstand<br />

(elevatie hoek)<br />

V-hoeken zijn positief boven het<br />

horizontale vlak en negatief<br />

beneden het horizontale vlak.<br />

• Elev. hoek %<br />

V = 0 bij horizontale kijkerstand<br />

V-hoeken worden in procenten<br />

weergegeven en zijn positief<br />

boven het horizontale vlak en<br />

negatief beneden het horizontale<br />

vlak.<br />

Aan-, Uitzetten<br />

Instellen van de criteria voor het automatisch<br />

uitschakelen van het<br />

instrument. Deze functie treedt in<br />

werking, indien de ingestelde tijd<br />

wordt overschreden zonder dat er<br />

enige actie op het instrument is<br />

geweest.<br />

Selecteer de uitschakel optie<br />

• Pauze na ...<br />

Indien de ingestelde tijd is<br />

verstreken gaat het instrument in<br />

pauzestand. In deze stand is het<br />

stroomverbruik nog maar 60%. De<br />

huidige functies en applicaties zijn<br />

nog actief als het instrument uit de<br />

pauzestand komt.<br />

• Auto UIT na ...<br />

Het instrument schakelt na het<br />

verstrijken van de ingestelde tijd,<br />

in minuten, automatisch uit.<br />

• Blijft AAN<br />

Het instrument blijft permanent<br />

aan.<br />

Uitschakeltijd<br />

Selecteer de uitschakeltijd in<br />

minuten:<br />

Voer de tijdsduur in, waarna het<br />

instrument het instrument in de<br />

pauzestand gaat of uitschakelt.<br />

Afst. display<br />

Ingeven hoelang de display getoond<br />

dient te worden gedurende een<br />

afstandmeting (waardes tussen de 0<br />

en 3 seconden zijn mogelijk).<br />

103<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Parameters<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

Configuratie parameters, vervolg<br />

PPM Invoer<br />

Choice between display mask for<br />

reduced distance corrections (ppm<br />

atmospheric) for standard<br />

applications and display mask for extended<br />

distance corrections (ppm<br />

atmospheric + geometrical).<br />

PPM Atmosferisch<br />

Directe invoer van de ppm waarde<br />

(ppm totaal) of invoer van<br />

temperatuur en druk voor automatische<br />

berekening van ppm<br />

atmosferisch.<br />

PPM atm. + geom<br />

Een onderscheid wordt gemaakt tussen<br />

atmosferische correcties<br />

(temperatuur, relatieve<br />

luchtvochtigheid en luchtdruk) en<br />

geometrische correcties (projectie<br />

vervorming, schaalfactor en hoogte<br />

boven referentiepunt), de som hiervan<br />

wordt gebruikt als uiteindelijke<br />

afstandcorrectie.<br />

Info / Atrib<br />

Toont het laatst ingevoerde attribuut.<br />

Standaardwaarde<br />

De standaardwaarde, zoals<br />

gedefinieerd in de codelijst, wordt<br />

getoond en kan worden<br />

overschreven.<br />

Laatste gebruikte<br />

In plaats van de standaardwaarden<br />

of keuzelijsten, kunnen de laatste<br />

ingevoerde waarden worden getoond<br />

voor elke code.<br />

Let op: bij Info / Atrib met<br />

standaardwaarden wordt de<br />

standaardwaarde door de ingegeven<br />

waarde overschreven en is later niet<br />

meer oproepbaar !!<br />

104<br />

Parameters TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Config. parameters, vervolg Meetparameters<br />

Auto Afst.<br />

AAN Start automatische<br />

afstandmeting na keuze<br />

van het EDM<br />

programma met de<br />

functietoets.<br />

UIT Deactiveert automatische<br />

afstandmeting na<br />

keuze van het EDM<br />

programma met de<br />

functietoets.<br />

Pntnr Mode<br />

In de meetdialoog en in de<br />

applicaties is het puntnummer<br />

gedefinieerd als doorlopend<br />

puntnummer met overeenkomende<br />

ophoging.<br />

Mode "Wissel naar Indiv":<br />

De gebruiker kan op ieder moment<br />

individuele puntnummers invoeren.<br />

Na opslag wordt het actieve lopende<br />

puntnummer weer getoond.<br />

Mode "Handhaaf Lopend":<br />

Het handmatig invoeren van een<br />

puntnummer definieert een nieuw<br />

lopend puntnummer.<br />

Exc. Mode<br />

Instellen of de waardes voor de<br />

richtpunt excentriciteit actief dienen<br />

te blijven na opslag of teruggezet<br />

moeten worden op nul (keuze tussen<br />

"Permanent" en "Reset na REC").<br />

105<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Parameters<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

Meetparameters, vervolg<br />

Verhogen puntnummers<br />

Ophoging van puntnummers<br />

De numerieke en alfanumerieke<br />

delen van een puntnummer kunnen<br />

gescheiden van elkaar worden verhoogd.<br />

De alfanumerieke verhoging<br />

wordt gedefinieerd als een<br />

numerieke waarde.<br />

Voorbeeld, het lopende puntnummer<br />

12A2001 wordt opgehoogd met<br />

102001 nadat het puntnummer<br />

12B22002 is opgeslagen, vervolgens<br />

wederom voor 12C23003, etc.<br />

Letters van A tot Z (ASCII<br />

065 - 122) kunnen worden<br />

opgehoogd. Dit voorkomt een<br />

tweerichtingsoverdracht (tussen<br />

letters en cijfers) binnen de<br />

alfanumerieke reikwijdte.<br />

Enkele voorbeelden:<br />

RiPntnr. 12z001 12A999 12Az100<br />

Ophoging 1000 000001 1001000<br />

Verklaring Geen overdracht Geen overdracht Geen overdracht<br />

van letters naar van letters naar van letters<br />

cijfers<br />

cijfers<br />

MEET\ METEN & OPSLAAN<br />

WAARSCHUWING: 152<br />

Puntnummer overloop wegens<br />

de ophoging.<br />

Controleer het puntnummer.<br />

Bevestigt de waarschuwing<br />

en de verandering in het<br />

puntnummer of de ophoging.<br />

106<br />

Parameters TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

OK<br />

MC


Meetinstellingen<br />

Starten meting<br />

Weergeven van de beschikbare<br />

meetbestanden en de selectie van<br />

één van deze bestanden.<br />

Bestandsbeheer<br />

Weergeven van de beschikbare<br />

databestanden en de selectie van<br />

één van deze bestanden.<br />

Codelijst<br />

Weergeven van de beschikbare<br />

codelijsten en de selectie van één<br />

van deze lijsten.<br />

Quick code<br />

Opslaan van een coderegel voor of<br />

na de meting indien de quick-code<br />

methode wordt gebruikt. "REC voor<br />

Meten" en "REC na Meten".<br />

107<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Parameters<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

4<br />

Dataformaat<br />

Inleiding<br />

In dit hoofdstuk wordt de datastructuur<br />

en de organisatie van de<br />

Leica GSI (Geo Serial Interface)<br />

beschreven. De GSI-datastructuur<br />

wordt voor alle data gebruikt, die tussen<br />

de elektronische Leica meetinstrumenten<br />

moet worden<br />

uitgewisseld. Hier wordt ook het soort<br />

interne opslag van gegevens op de<br />

gegevensdrager bepaald. De<br />

onderstaande informatie geldt voor<br />

de instrumentserie TPS1100 en<br />

bevat enkele bijzonderheden, die<br />

alleen op dit instrument betrekking<br />

hebben.<br />

Data, welke tussen een Leicageheugen<br />

en een computer wordt<br />

uitgewisseld, is conform de GSI<br />

datastructuur.<br />

GSI-registreerformaat met 8 of<br />

16 karakters<br />

Vanaf de software versie 2.20 voor<br />

de TPS1000 serie is er een keuze<br />

mogelijk uit twee GSI-formaten, met<br />

respectievelijk 8 en 16 karakters.<br />

Wanneer 16 karakters worden opgeslagen<br />

en ondersteund door uw<br />

verwerkingssoftware, zijn de<br />

volgende speciale omstandigheden<br />

van toepassing:<br />

• Een meetblok is voorzien van een<br />

* op de eerste positie.<br />

• Een gegevensblok bevat de<br />

gegevens op de posities 7 t/m 23<br />

inplaats van 7 t/m 15.<br />

GSI-8 formaat<br />

84..10+12345123<br />

WI AI DA BL<br />

84..10+0000123456789123<br />

GSI-16 formaat<br />

WI Woordidentificatie<br />

AI Extra informatie bij de<br />

gegevens<br />

DA Gegevens<br />

BL Spatie = Afbreekteken<br />

108<br />

Dataformaat TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Blokconcept<br />

De gegevens worden door het meetinstrument<br />

in de vorm van gegevensblokken<br />

opgeslagen. Ieder<br />

gegevensblok wordt als geheel<br />

behandeld en wordt door een<br />

eindteken (CR of CR LF) afgesloten.<br />

Er bestaan twee typen<br />

gegevensblokken:<br />

1 Meetblokken<br />

2 Codeblokken<br />

Meetblokken bevatten een<br />

puntnummer en meetinformatie. Ze<br />

worden in eerste instantie voor<br />

detail- en grondslagmeting gebruikt.<br />

Codeblokken bevatten in eerste<br />

instantie coderingen voor de besturing<br />

van de gegevensverwerking<br />

en extra informatie zoals objectcode,<br />

topografische informatie enz. Er<br />

kunnen echter ook meetwaarden<br />

zoals instrumenthoogte, richtpunthoogte,<br />

spanmaten enz. worden<br />

opgeslagen.<br />

Aan iedere gegevensregel wordt een<br />

bloknummer toegewezen, dat met de<br />

gegevensregel wordt opgeslagen. De<br />

bloknummers beginnen met 1 en<br />

worden bij elke registratie automatisch<br />

met 1 verhoogd.<br />

Structuur van een blok<br />

Een gegevensblok bestaat uit 16 (24)<br />

tekens. Het aantal blokken in de<br />

TPS1100 is maximaal 12.<br />

109<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Dataformaat<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

4<br />

Meetregel<br />

Een meetregel wordt bepaald door het ingestelde formaat.<br />

Voorbeeld standaard meetregel:<br />

Word 1 Word 2 ..... ..... Word n<br />

Puntnummer Hz-richting V-hoek<br />

Coderegel<br />

Schuine<br />

afstand<br />

Word 1 Word 2 ..... ..... Word n<br />

ppm mm Term<br />

Codenumber Info1 Info2 Info n Term<br />

In het eerste blok van een coderegel staat altijd het desbetreffende<br />

codenummer. Een coderegel kan uit maximaal 8 blokken bestaan.<br />

Eindteken van een gegevensregel<br />

Het eindteken wordt door het<br />

instrument verzonden na een meetof<br />

coderegel, na een antwoordteken<br />

(?) en na uitgezonden meldingen.<br />

Het standaard-eindteken is CR/LF<br />

(Carriage Return/Line Feed). De<br />

TPS1100 instrumenten kunnen zo<br />

ingesteld worden, dat ze alleen het<br />

eindteken CR zenden en ontvangen.<br />

110<br />

Dataformaat TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Structuur van een<br />

gegevensblok<br />

Ieder gegevensblok heeft een vaste<br />

lengte van 16 (24) tekens<br />

W1w2 . . . . + 1 2 3 4 5 6 7 8 ↵<br />

1 2 345678910111213141516<br />

Positie Betekenis<br />

1 - 2 Woordidentificatie<br />

3 - 6 Extra informatie bij de<br />

gegevens<br />

7 - 15 (23) Gegevens<br />

16 (24) Spatie = Afbreekteken<br />

Blok identificatie (positie 1 - 2)<br />

Ieder blok beschikt ter herkenning<br />

over een identificatie van twee<br />

posities. De beide cijfers zijn<br />

toegewezen aan de eerste twee<br />

posities van het blok en hebben een<br />

waarde tussen 01 en 99.<br />

Een lijst met woordidentificaties vindt<br />

u op de volgende pagina’s.<br />

In een applicatieprogramma worden<br />

speciale woordidentificaties voor de<br />

opslag gebruikt. Deze worden onder<br />

de betreffende beschrijving<br />

weergegeven.<br />

Woordidentificatietabel<br />

Woord -ident. Betekenis<br />

Algemeen<br />

11<br />

111<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Dataformaat<br />

12<br />

13<br />

18<br />

19<br />

Hoek<br />

21<br />

22<br />

25<br />

Afstanden<br />

31<br />

32<br />

33<br />

Codeblokken<br />

41<br />

42 - 49<br />

Puntnummer (inclusief<br />

bloknummer)<br />

Serienummer van het<br />

instrument<br />

Type instrument<br />

Tijd-formaat 1:<br />

pos. 8-9 jaar,<br />

10-11 seconden,<br />

12-14 msec<br />

Tijd-formaat 2: pos. 8-9<br />

maand, 10-11 dag, 12-<br />

13 uren, 14-15 min<br />

Horizintale richting (Hz)<br />

Verticale hoek (V)<br />

Verschil horizontale<br />

rand (Hz0-Hz)<br />

Schuine afstand<br />

Horizontale afstand<br />

Hoogteverschil<br />

Codenumber (inclusief<br />

bloknummer)<br />

Informatie 1-8<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

4<br />

Blok identificatie (positie 1 - 2), vervolg<br />

Blokident. Betekenis<br />

Extra informatie<br />

m.b.t. de afstand<br />

51<br />

52<br />

53<br />

58<br />

59<br />

Punt codering<br />

71<br />

72 - 79<br />

Coördinaten<br />

81<br />

82<br />

83<br />

84<br />

85<br />

86<br />

87<br />

88<br />

Constanten (ppm,mm)<br />

Aantal meting, standaardafwijking<br />

Signaalsterkte<br />

Prismaconstante (1/10 mm)<br />

ppm<br />

Voorheen attributen<br />

Punt code<br />

Attrib. 1-8<br />

Richtpunt (X)<br />

Richtpunt (Y)<br />

Richtpunt (Z)<br />

Standplaats (X)<br />

Standplaats (Y)<br />

Standplaats (Z)<br />

Prismahoogte<br />

Instrumenthoogte<br />

De blokidentificaties 41 - 49 zijn gereserveerde<br />

nummers en kunnen niet in het invoerformaat<br />

worden ingesteld.<br />

Een coderegel begint met 41.<br />

Extra informatie m.b.t. de gegevens (posities 3 - 6)<br />

Onder de posities 3 - 6 is extra informatie opgenomen die<br />

op de gegevens onder positie 7 tot 15 (23) betrekking<br />

heeft.<br />

Positie<br />

in het<br />

woord<br />

Betekenis Geldt voor<br />

3 Voorteken +positief / -negatief Alle woorden<br />

4 Compensatorinformatie<br />

0 automatische hoogte-index en<br />

controle compensator: UIT<br />

3 automatische hoogte-index en<br />

controle compensator: AAN<br />

5 Soort invoer<br />

0 Waarde automatisch gemeten<br />

1 Invoer met de hand via het<br />

toetsenbord<br />

2 Hoek: alle Hz-correcties voor de<br />

vizierlijnfout, kiepas en neiging van<br />

de staande as (alleen met<br />

compensator: aan): AAN<br />

Afstand: correctie voor meting<br />

naar verticaal prisma.<br />

3 Hoek: alle Hz-correcties: UIT<br />

4 Resultaat berekend uit functies<br />

Alle blokken<br />

met hoekinformatie<br />

Alle woorden<br />

die<br />

meetgegevens<br />

bevatten.<br />

112<br />

Dataformaat TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Extra informatie m.b.t. de gegevens (posities 3 - 6), vervolg<br />

Positie<br />

in het<br />

woord<br />

6 Eenheden<br />

0 metre (laatste plaats = 1mm)<br />

1 US-Feet (laatste plaats =<br />

1/1000ft)<br />

2 400gon<br />

3 360° decimaal<br />

4 360° sexagesimaal<br />

5 6400 mil<br />

6 metre (laatste plaats = 1/10mm)<br />

7 US-Feet<br />

(laatste plaats 1/10000ft)<br />

8 metre<br />

(laatste plaats = 1/100mm)<br />

Betekenis Geldt voor<br />

Alle woorden<br />

die<br />

meetgegevens<br />

bevatten<br />

Een punt op een plaats tussen 3 en 6 betekent<br />

dat daar geen informatie is opgenomen.<br />

Voor de blokken, die beginnen met 11 (puntnummer) en<br />

41 (code) staat het volgnummer op de posities 3 tot 6.<br />

Gegevens (posities 7 - 15/23)<br />

Positie<br />

in het<br />

woord<br />

Betekenis Geldt voor<br />

7 Uitbreiding woord identificatie Alle woorden<br />

8-15(23) De gegevens bevatten 8 (16)<br />

numerieke of alfanumerieke<br />

tekens<br />

Bepaalde blokken bestaan uit<br />

twee gegevens. Deze worden<br />

door het meet-instrument<br />

automatisch met voorteken<br />

overgedragen<br />

bijv. 0123 -035<br />

ppm mm<br />

Alle woorden<br />

die gegevens<br />

bevatten<br />

Woord 51 - 59<br />

113<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Dataformaat<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

4<br />

Afbreekteken (positie 16/24)<br />

Positie<br />

in het<br />

woord<br />

Betekenis Geldt voor<br />

16 (24) Spatie (afbreekteken) Alle woorden<br />

Het laatste blok van een regel moet eveneens<br />

een spatie bevatten en CRLF.<br />

Bloknummer<br />

Aan iedere regel wordt door het instrument een oplopend<br />

nummer toegewezen. De nummers beginnen bij 1 en<br />

worden automatisch verhoogd. Het nummer wordt in het<br />

eerste blok van een regel opgeslagen. Het eerste blok<br />

van een meetregel is het puntnummer (Wi = 11). Het<br />

eerste blok van een coderegel is het codenummer<br />

(Wi = 41).<br />

Opbouw van het eerste blok in een regel:<br />

Positie in<br />

het woord<br />

1-2<br />

3-6<br />

7<br />

8-15(23)<br />

16(24)<br />

Betekenis<br />

Woord identificatie 11 of 41<br />

Regelnummer (door registreerinstrument<br />

toegewezen)<br />

Voorteken + of -<br />

Puntnummer of codenummer<br />

Spatie = afbreekteken<br />

114<br />

Dataformaat TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Meeteenheden<br />

Het GSI-dataformaat bevat geen decimale punt.<br />

Bij de overdracht naar een computerprogramma moet de decimale punt<br />

overeenkomstig de gedefinieerde eenheden onder positie 6 van een<br />

gegevenswoord worden ingevoegd.<br />

Positie 6 in<br />

het<br />

gegevenswoord<br />

Meeteenheid Plaatsen<br />

voor de<br />

komma<br />

Plaatsen<br />

achter de<br />

komma<br />

Voorbeeld<br />

0 Meter<br />

(laatste plaats = 1mm)<br />

5 3<br />

12345.678<br />

1 Feet<br />

(laatste plaats= 1/1000ft)<br />

5 3<br />

12345.678<br />

2 400gon 3 5 123.45670<br />

3 360° decimaal 3 5 123.45670<br />

4 360° sexagesimaal 3 5 123.45120<br />

5 6400mil 4 4 1234.5670<br />

6 Meter<br />

(laatste plaats= 1/10mm)<br />

4 4<br />

1234.5678<br />

7 Feet<br />

4 4<br />

(laatste plaats =<br />

1/10000ft)<br />

1234.5678<br />

8 Meter<br />

(laatste plaats= 1/100mm)<br />

3 5<br />

123.45678<br />

Voorbeeld van het gegevensformaat<br />

In deze paragraaf worden de<br />

gegevens, die door een elektronische<br />

theodoliet gemeten en overgedragen<br />

worden, beschreven.<br />

115<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Dataformaat<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

4<br />

Formaat van een tachymeter meetblok<br />

Word 1 Word 2 Word 3 Word 4 Word 5<br />

Puntnummer Hz-richting V-hoek Schuine afstand<br />

De onderstaande tabel bevat een gedetailleerde weergave van een meetblok voor 8 karakters:<br />

Blok Positie Inhoud Teken<br />

Punt- 1 - 2 Blokidentificatie voor puntnummer 11<br />

nummer 3 - 6 Bloknummer (door registreerinstrument ingesteld) num<br />

7 Voorteken +,-<br />

8 - 15 Puntnummer α num<br />

16 Spatie = afbreekteken<br />

Hz- 17 - 18 Blokidentificatie voor de Hz -richting 21<br />

richting 19 N.v.t. .<br />

20 Compensatorinformatie 2, 3<br />

21 Soort invoer 0 - 4<br />

22 Meeteenheden 2,3,4,5<br />

23 Voorteken +,-<br />

24 - 26 Graden num<br />

27 - 28 Minuten (resp. 1/100 graad) num<br />

29 - 31 Seconden (resp. 1/10000 graad) num<br />

32 Spatie = afbreekteken<br />

116<br />

Dataformaat TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

ppm<br />

mm


Formaat van een tachymeter meetblok, vervolg<br />

Blok Positie Inhoud Teken<br />

V-hoek 33 - 34<br />

35<br />

36<br />

37<br />

38<br />

39<br />

40 - 42<br />

43 - 44<br />

45 - 47<br />

48<br />

Schuine afstand 49 - 50<br />

51 - 52<br />

53<br />

54<br />

55<br />

56 - 60<br />

61 - 63<br />

64<br />

ppm / mm 65 - 66<br />

67 - 70<br />

71<br />

72 - 75<br />

76<br />

77 - 79<br />

80<br />

Eindteken 81<br />

(82)<br />

Blokidentificatie voor de V-hoek<br />

N.v.t.<br />

Compensatorinformatie<br />

Soort invoer<br />

Meeteenheden<br />

Voorteken<br />

Graden<br />

Minuten (resp. 1/100 graad)<br />

Seconden (resp. 1/10000 graad)<br />

Spatie = afbreekteken<br />

Blokidentificatie voor de Schuine afstand<br />

N.v.t.<br />

Soort invoer<br />

Meeteenheden<br />

Voorteken<br />

Meter/voet<br />

Decimalen voor meter/voet<br />

Spatie = afbreekteken<br />

Blokidentificatie voor de ppm, mm<br />

N.v.t.<br />

Voorteken<br />

ppm<br />

Voorteken<br />

mm<br />

Spatie = afbreekteken<br />

Carriage Return<br />

Line Feed<br />

22<br />

.<br />

2, 3<br />

0 - 4<br />

2,3,4,5<br />

+,num<br />

num<br />

num<br />

117<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Dataformaat<br />

31<br />

..<br />

0, 2<br />

0,1<br />

+,num<br />

num<br />

51<br />

....<br />

+,num+,num<br />

CR<br />

LF<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

4<br />

Formaat van een coderegel<br />

Word 1 Word 2 Word 5<br />

Point No Hz circle ppm / mm<br />

De onderstaande tabel bevat een gedetailleerde weergave van een coderegel:<br />

Blok Positie Inhoud Teken<br />

Codenummer 1 - 2<br />

3 - 6<br />

7<br />

8 - 15<br />

16<br />

Informatie 1 17 - 18<br />

19 - 22<br />

23<br />

24 - 31<br />

32<br />

Informatie 2 33 - 34<br />

35 - 38<br />

39<br />

40 - 47<br />

48<br />

Informatie 3 49 - 50<br />

51 - 54<br />

55<br />

56 - 63<br />

64<br />

Informatie 4 65 - 66<br />

67 - 70<br />

71<br />

72 - 79<br />

80<br />

Eindteken 81<br />

(82)<br />

Blokidentificatie voor het codenummer<br />

Bloknummer (door registreerinstrument ingesteld)<br />

Voorteken<br />

Codenummer<br />

Spatie = afbreekteken<br />

Blokidentificatie voor Informatie 1<br />

N.v.t.<br />

Voorteken<br />

Informatie 1<br />

Spatie = afbreekteken<br />

Blokidentificatie voor Informatie 2<br />

N.v.t.<br />

Voorteken<br />

Informatie 2<br />

Spatie = afbreekteken<br />

Blokidentificatie voor Informatie 3<br />

N.v.t.<br />

Voorteken<br />

Informatie 3<br />

Spatie = afbreekteken<br />

Blokidentificatie voor Informatie 4<br />

N.v.t.<br />

Voorteken<br />

Informatie 4<br />

Spatie = afbreekteken<br />

Carriage Return<br />

Line Feed<br />

41<br />

num<br />

+,α<br />

num<br />

42<br />

....<br />

+,α<br />

num<br />

43<br />

....<br />

+,α<br />

num<br />

44<br />

....<br />

+,α<br />

num<br />

45<br />

....<br />

+,α<br />

num<br />

118<br />

Dataformaat TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

CR<br />

LF


Onderhoud en opslag<br />

Transport<br />

Voor het transporteren of<br />

verzenden altijd de originele<br />

Leica Geosystems verpakking<br />

(transporthouder en verzenddoos)<br />

gebruiken.<br />

Let bij transport van uw uitrusting in<br />

het veld er altijd op dat u<br />

• hetzij het instrument in de<br />

transportuitrusting transporteert,<br />

• hetzij het statief met geplaatst en<br />

vastgeschroefd instrument rechtop<br />

tussen de poten van het statief<br />

over de schouder draagt.<br />

Vervoer het instrument nooit losliggend<br />

in een auto, het kan dan<br />

onderhevig zijn aan schokken en<br />

fibraties. Vervoer het instrument altijd<br />

in de transporthouder en zorg ervoor<br />

dat deze vast staat.<br />

Gebruik, wanneer het instrument<br />

getransporteerd wordt via trein,<br />

vliegtuig of schip, altijd de originele<br />

Leica Geosystemsverpakking<br />

(transporthouder en verzenddoos) of<br />

een gelijkwaardige verpakking om<br />

het instrumenten te beschermen<br />

tegen schokken en vibraties.<br />

Na transport of na een lange<br />

periode van opslag, altijd de<br />

justering controleren m.b.v. de<br />

justeerprocedure uit deze gebruiksaanwijzing,<br />

voordat u het instrument<br />

gaat gebruiken.<br />

Onderhoud voor gemotoriseerde<br />

aandrijving<br />

Inspectie van de aandrijving in TCM,<br />

TCMR, TCA of TCRA-instrumenten<br />

moet worden verricht in het Technisch<br />

Service Centrum van Leica<br />

Geosystems:<br />

• Na circa 4000 bedrijfsuren<br />

• Tweemaal per jaar in geval van<br />

doorlopend gebruik van het<br />

instrument (b.v. in controle<br />

applicaties).<br />

119<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Onderhoud en opslag<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

4<br />

2<br />

Opslag<br />

Temperatuurlimiet<br />

(-40°C tot +70°C / -40°F tot<br />

+158°F) Houdt rekening met deze<br />

temperatuurlimieten als het instrument<br />

wordt opgeslagen, vooral zomers, als<br />

het instrument zich in een auto<br />

bevindt.<br />

Vochtige instrumenten dienen<br />

uitgepakt te worden.<br />

Het instrument, transporthouder,<br />

schuimopvullingen en accessoires<br />

drogen (hoogste temperatuur 40°C /<br />

108°F) en reinigen. De uitrusting pas<br />

inpakken als deze volledig droog is.<br />

Onderhoud en opslag<br />

Schoonmaken en drogen<br />

Objectief, oculair en<br />

prisma's<br />

• stof van lenzen en prisma's door<br />

blazen verwijderen.<br />

• glas niet met de vingers aanraken.<br />

• alleen reinigen met een schone en<br />

zachte doek;<br />

indien nodig licht bevochtigen met<br />

alcohol.<br />

Geen andere vloeistoffen gebruiken,<br />

omdat deze het kunststof kunnen<br />

aantasten.<br />

Kabels en stekkers<br />

Stekkers mogen niet vuil worden en<br />

moeten tegen vocht beschermd worden.<br />

Vuil geworden stekkers van de<br />

aansluitkabel schoonblazen. Het<br />

verwijderen van aansluitkabels of het<br />

verwijderen van de PCMCIA-kaart<br />

tijdens het meten kan leiden tot verlies<br />

van gegevens.<br />

Verwijder de verbindingskabel pas,<br />

nadat u het apparaat uitgeschakeld<br />

heeft.<br />

Beslagen prisma's<br />

Indien de reflectoren kouder dan de<br />

omgevingstemperatuur zijn, beslaan<br />

deze. Alleen afvegen is niet<br />

voldoende. De prisma's moeten<br />

onder de jas of in de auto enige tijd<br />

op omgevingstemperatuur komen.<br />

120 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Veiligheidsaanwijzingen<br />

Deze aanwijzingen dienen om de<br />

gebruikers van het TPS-Systeem<br />

1100 in staat te stellen om eventuele<br />

gebruiksgevaren tijdig te ontdekken,<br />

d.w.z. indien mogelijk vooraf te<br />

vermijden. De gebruiker moet er op<br />

toezien, dat ook alle overige<br />

medewerkers/gebruikers deze<br />

aanwijzingen begrijpen en opvolgen.<br />

Gebruiksdoel<br />

Gebruik conform de bepalingen<br />

De elektronische theodolieten en total<br />

stations van het TPS1100systeem<br />

omvatten de volgende<br />

toepassingen:<br />

• Meten van horizontale en verticale<br />

hoeken<br />

• Meten van afstanden<br />

• Registreren van meetgegevens<br />

• Berekeningen middels applicatiesoftware<br />

• Automatische richtinstelling (met<br />

ATR)<br />

• Prismahouder kan zich orienteren<br />

in de 'richting' van het instrument<br />

(EGL ).<br />

• Zichtbaar maken van centreerpunt<br />

(met het laserlood).<br />

Ondeskundig gebruik<br />

• Het TPS1100-systeem gebruiken<br />

zonder instructie<br />

• Toepassing buiten de gebruiksgrenzen<br />

• Het onklaar maken van<br />

veiligheidsvoorzieningen<br />

• Verwijderen van aanwijzings- en<br />

waarschuwingsbordjes<br />

• Openmaken van het product met<br />

gereedschap (schroevendraaier<br />

enz.), voor zover niet uitdrukkelijk<br />

voor bepaalde gevallen toegestaan.<br />

• Doorvoeren van ombouwingen of<br />

veranderingen aan het product<br />

• Ingebruikname zonder technische<br />

keuring na ontvreemding<br />

• Gebruik van accessoires van<br />

andere fabrikanten die door Leica<br />

niet uitdrukkelijk goedgekeurd zijn<br />

• Direct naar de zon richten<br />

• Onvoldoende beveiliging van de<br />

plaats van de meetopstelling (bijv.<br />

uitvoeren van metingen op wegen<br />

enz.)<br />

121<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Veiligheidsaanwijzingen<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

1<br />

Ondeskundig gebruik, vervolg<br />

• Besturing van machines, bewegende<br />

objecten e.d. met de automatische<br />

richtinstelling ATR<br />

• Doelbewust verblinden van<br />

derden.<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

WAARSCHUWING:<br />

Bij ondeskundig gebruik<br />

bestaat gevaar voor letsel,<br />

het niet functioneren of het ontstaan<br />

van materiële schade.<br />

De eigenaar informeert de gebruiker<br />

omtrent gevaren bij gebruik van de<br />

uitrusting en over beveiligende<br />

tegenmaatregelen. Het total station<br />

dient niet gebruikt te worden, totdat<br />

de gebruiker instructies heeft gehad<br />

over de bediening van het<br />

instrument.<br />

Grenzen voor gebruik<br />

Milieu:<br />

Geschikt voor gebruik in voor permanente<br />

bewoning door mensen<br />

geschikte atmosfeer, niet geschikt<br />

voor gebruik in agressieve of<br />

explosieve omgevingen. Een qua tijd<br />

beperkt gebruik bij regen is<br />

toegestaan.<br />

Zie hoofdstuk "Technische<br />

gegevens".<br />

122 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


Verantwoordelijkheids-gebieden<br />

Verantwoordelijkheidsgebied van<br />

de fabrikant van de originele<br />

uitrusting:<br />

Leica Geosystems AG, CH-9435<br />

Heerbrugg (kort Leica Geosystems):<br />

Leica Geosystems is<br />

verantwoordelijk voor de<br />

veiligheidstechnisch perfecte levering<br />

van het product inclusief gebruiksaanwijzing<br />

en originele accessoires.<br />

Verantwoordelijkheidsgebied van<br />

de fabrikant van de niet-Leica Geosystems<br />

accessoires:<br />

De fabrikanten van niet-<br />

Leica Geosystems<br />

accessoires voor de total stations zijn<br />

verantwoordelijk voor het<br />

ontwikkelen, omzetten en<br />

communiceren van veiligheidsconcepten<br />

voor hun producten en<br />

voor het functioneren van hun<br />

producten in combinatie met het<br />

Leica-product.<br />

Verantwoordelijkheidsgebied van<br />

de gebruiker:<br />

WAARSCHUWING:<br />

De gebruiker is verantwoordelijk<br />

voor het gebruik<br />

volgens de voorschriften van de<br />

uitrusting, het gebruik ervan door zijn<br />

medewerkers, hun instructie en de<br />

gebruiksveiligheid van de uitrusting.<br />

Voor de gebruiker gelden de<br />

volgende verplichtingen:<br />

• Hij begrijpt de beschermingsinformatie<br />

op het product en de<br />

instructies in de gebruiksaanwijzing.<br />

• Hij kent de ter plaatse<br />

gebruikelijke, bedrijfsmatige<br />

voorschriften met betrekking tot<br />

het voorkomen van ongelukken.<br />

• Hij stelt Leica Geosystems ervan<br />

op de hoogte zodra<br />

veiligheidstechnische gebreken<br />

aan de uitrusting optreden.<br />

Gebruiksrisico's<br />

Belangrijke gebruiksrisico's<br />

WAARSCHUWING:<br />

Ontbrekende of onvolledige<br />

instructies kunnen leiden tot<br />

een onjuiste bediening of ondes-kundig<br />

gebruik. Daarbij kunnen zich<br />

ongelukken voordoen met ernstig<br />

lichamelijk letsel, aanzienlijke<br />

materiële- en/of financiële schade of<br />

schade aan het milieu.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Alle gebruikers volgen de veiligheidsaanwijzingen<br />

van de fabrikant en de<br />

instructies van de operator op.<br />

123<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Veiligheidsaanwijzingen<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

1<br />

Gebruiksrisico's, vervolg<br />

WAARSCHUWING:<br />

Het laadapparaat is niet<br />

geschikt voor gebruik in natte<br />

en ruwe omgevingen. U kunt een<br />

elektrische schok krijgen wanneer<br />

vocht het toestel binnendringt.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Gebruik het laadapparaat alleen in<br />

droge binnenruimtes. Bescherm het<br />

apparaat tegen vocht. Instrumenten<br />

die nat geworden zijn, mogen niet<br />

gebruikt worden!<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

WAARSCHUWING:<br />

Als u het laadapparaat openmaakt,<br />

kunnen de volgende<br />

oorzaken tot een elektrische schok<br />

leiden:<br />

• Aanraken van stroomvoerende<br />

onderdelen<br />

• Gebruik na een ondeskundige<br />

poging tot reparatie<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Het laadapparaat niet openmaken.<br />

Laat het uitsluitend repareren door<br />

geautoriseerde technici van het<br />

Technisch Service Centrum van<br />

Leica Geosystems.<br />

Voorzichtig:<br />

Kijk uit voor foutieve<br />

metingen bij gebruik van een<br />

defect instrument, na een val of andere<br />

ongeoorloofde belasting resp.<br />

veranderingen aan het instrument.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Voer periodiek controlemetingen en<br />

de in de gebruiksaanwijzing<br />

aangegeven veldcontroles uit.<br />

Vooral na uitzonderlijke belasting van<br />

het instrument en voor en na<br />

belangrijke meettaken.<br />

124 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


Gebruiksrisico's, vervolg<br />

GEVAAR:<br />

Bij het werken met de<br />

reflectorstok en de verlengstok<br />

in de onmiddellijke omgeving<br />

van elektrische installaties (bijv.<br />

hoogspanningskabels, elektrische<br />

treinrails) bestaat als gevolg van een<br />

elektrische schok acuut levensgevaar.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Houdt voldoende afstand ten<br />

opzichte van elektrische installaties.<br />

Is het werken in dergelijke installaties<br />

strikt noodzakelijk, dan moet voor het<br />

uitvoeren van deze werkzaamheden<br />

de/het voor deze installatie<br />

verantwoordelijke instantie of<br />

ministerie op de hoogte gesteld worden<br />

en hun instructies worden<br />

opgevolgd.<br />

WAARSCHUWING:<br />

Bij meetwerkzaamheden<br />

tijdens onweersbuien bestaat<br />

gevaar voor blikseminslag.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Voer tijdens onweersbuien geen<br />

meetwerkzaamheden uit.<br />

Voorzichtig:<br />

Kijk uit voor het direct richten<br />

in de zon van het total<br />

station. De telescoop werkt als een<br />

brandglas en kan derhalve uw ogen,<br />

het binnenwerk van de afstandmeter<br />

of het zoeklicht beschadigen.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

De telescoop niet direct in de zon<br />

richten.<br />

WAARSCHUWING:<br />

Bij het volgen van het doel,<br />

doelafbakening door de<br />

meetassistent kan door onoplettendheid<br />

op de omgeving (bijv. verkeer,<br />

hindernissen, sloten/greppels) een<br />

ongeluk gebeuren.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

De eigenaar instrueert de meetassistenten<br />

en de gebruikers over<br />

deze mogelijke bronnen van gevaar.<br />

WAARSCHUWING:<br />

Onvoldoende bescherming<br />

resp. markering van uw<br />

meetplaats kan aanleiding geven tot<br />

gevaarlijke situaties in het<br />

wegverkeer, op bouwplaatsen,<br />

industriecomplexen enz.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Let altijd op voldoende beveiliging<br />

van uw meetplaats. Neem de regionale<br />

voorschriften voor het<br />

voorkomen van ongelukken en<br />

verkeersvoorschriften in acht.<br />

125<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Veiligheidsaanwijzingen<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

1<br />

Gebruiksrisico's, vervolg<br />

Voorzichtig:<br />

Bij langdurig inschakelen of<br />

extreme omgevingstemperaturen<br />

kan de temperatuur<br />

van de behuizing van het accessoire<br />

richtschijnwerper, bij aanraking de<br />

pijngrens bereiken. Bij vervanging<br />

van de halogeenlamp bestaat bij<br />

directe aanraking van het halogeenelement<br />

zonder afkoeling vooraf,<br />

gevaar voor brandwonden.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Aanraking van de richtschijnwerper<br />

na een langere bedrijfstijd alleen met<br />

de nodige voorzorgsmaatregelen<br />

(handschoenen, wollen doek ... enz.).<br />

Indien mogelijk de halogeenlamp af<br />

laten koelen, voordat deze wordt<br />

vervangen<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

WAARSCHUWING:<br />

Bij gebruik van computers<br />

waarvan het gebruik niet<br />

door de fabrikant is goedgekeurd,<br />

kunnen gevaarlijke situaties door een<br />

elektrische schok ontstaan.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Let op de fabrikant-specifieke<br />

aanduidingen voor gebruik in het veld<br />

bij het systematisch gebruik van onze<br />

apparaten.<br />

Voorzichtig:<br />

Bij het verzenden resp. bij<br />

het weggooien van geladen<br />

accu's kan bij ondeskundige of mechanische<br />

invloeden op de accu's<br />

brandgevaar ontstaan.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Verzend resp. gooi uw uitrusting<br />

alleen weg met ontladen accu's<br />

(instrument in de volgmode laten<br />

meten tot de accu's leeg zijn of deze<br />

ontladen met de GKL23/GKL121).<br />

Voorzichtig:<br />

Bij ondeskundig gebruik van<br />

de uitrusting bestaat de<br />

mogelijkheid, dat door mechanische<br />

invloeden (bijv. val, slag, enz.) of niet<br />

deskundig passend maken van<br />

accessoires, uw uitrusting<br />

beschadigd raakt of personen<br />

verwond raken.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Let er bij het opstellen van uw<br />

uitrusting op, dat de accessoires<br />

(bijv. statief, stelschroevenblok, opzet<br />

afstandmeter met contragewicht,<br />

verbindingskabel, ...) vakkundig passend<br />

gemaakt, gemonteerd,<br />

vastgemaakt en vergrendeld zijn.<br />

Bescherm uw uitrusting tegen mechanische<br />

invloeden. Het instrument<br />

mag nooit los op het statief liggen.<br />

Draai de centrale aantrekschroef<br />

daarom altijd direct vast nadat u het<br />

instrument op het statief heeft gezet<br />

c.q. verwijder het instrument<br />

onmiddellijk nadat u de centrale<br />

aantrekschroef heeft losgedraaid.<br />

126 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


Gebruiksrisico's, vervolg<br />

WAARSCHUWING:<br />

Bij ondeskundig verwijderen<br />

van de uitrusting kunnen zich<br />

de volgende verschijnselen voordoen:<br />

• Bij het verbranden van kunststof<br />

onderdelen ontstaan giftige afvalgassen,<br />

waardoor personen ziek<br />

kunnen worden.<br />

• Accu's kunnen bij beschadiging of<br />

sterk verwarmen exploderen en<br />

daarbij vergiftiging, verbranding,<br />

corrosie of milieuschade veroorzaken.<br />

• Bij lichtvaardig weggooien maakt u<br />

het onbevoegde personen<br />

mogelijk om de uitrusting ondeskundig<br />

te gebruiken. Daarbij<br />

kunnen derden zwaar gewond<br />

raken en kan het milieu vervuild<br />

raken.<br />

• Het vrijkomen van siliconenolie uit<br />

de compensator kan leiden tot<br />

beschadigingen aan optische en<br />

elektronische modules.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Zorg voor deskundig verwijderen van<br />

de uitrusting.<br />

Volg de specifieke regionale voorschriften<br />

voor afval storten.<br />

Bescherm te allen tijde de uitrusting<br />

tegen het zich toeëigenen door<br />

onbevoegde personen.<br />

Laser classificatie<br />

Voorzichtig:<br />

Alleen geautoriseerde<br />

technici van het Technisch<br />

Service Centrum van Leica<br />

Geosystems mogen deze producten<br />

repareren.<br />

127<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Veiligheidsaanwijzingen<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

1<br />

Geïntegreerde afstandmeter (EDM), (infrarood laser)<br />

De in de tachymeter geïntegreerde<br />

afstandmeter geeft een onzichtbare<br />

infrarode straal, die uit het objectief<br />

van de kijker uittreedt.<br />

Het product komt overeen met laser<br />

klasse 1 volgens:<br />

• IEC 60825-1:1993 "Veiligheid van<br />

laserinstallaties"<br />

• EN 60825-1:1994+A11:1996<br />

"Veiligheid van laserinstallaties"<br />

Dit product is een Klasse I laserproduct<br />

in overeenstemming met:<br />

• FDA 21CFR Ch.I §1040: 1988 (US<br />

Department of Health and Human<br />

Service, Code of Federal<br />

Regulations)<br />

Klasse 1/I laser producten zijn<br />

dusdanig gefabriceerd, dat zij onder<br />

normaal gesproken te voorziene<br />

omstandigheden en bij gebruik en<br />

onderhoud volgens de voorschriften<br />

veilig en ongevaarlijk voor de ogen<br />

zijn.<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

Klasse 1 laser product<br />

conform IEC 60825-1:1993<br />

Straaldivergentie: 1.8 mrad<br />

Impulsduur: 800 ps<br />

Max. uitgangsvermogen<br />

0.33 mW<br />

Maximum uitgangsvermogen<br />

per pulse<br />

4.12 mW<br />

Meetnauwkeurigheid: ± 5%<br />

Type: TC..... Art.No.: ......<br />

Power: 12V/6V ---, 1A max<br />

Leica Geosystems AG<br />

CH-9435 Heerbrugg<br />

Manufactured:1998<br />

Made in Switzerland S.No.: ......<br />

This laser product complies with 21CFR 1040<br />

as applicable.<br />

This device complies with part 15 of the FCC<br />

Rules. Operation is subject to the following two<br />

conditions: (1) This device may not cause harmful<br />

interference, and (2) this device must accept<br />

any interference received, including interference<br />

that may cause undesired operation.<br />

Uittreedopening<br />

van de<br />

infrarood straal<br />

(onzichtbaar).<br />

128 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

1100Z33<br />

1100Z38<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


Geïntegreerde afstandmeter (EDM), (zichtbare laser)<br />

Als een alternatief voor de infrarode<br />

laserstraal, produceert de geïntegreerde<br />

afstandmeter ook een zichtbare<br />

rode laserstraal welke uit het<br />

objectief van de kijker uittreedt.<br />

WAARSCHUWING:<br />

Er zijn twee typen<br />

afstandmeters met zichtbare<br />

laserstraal beschikbaar:<br />

• Total stations met afstandmeters<br />

laser Klasse 3R resp. IIIa -<br />

herkenbaar aan:<br />

• het typeplaatje in het batterijcompartiment<br />

met vermelding<br />

"+Reflectorless Ext. Range",<br />

• een uitzend-waarschuwingslampje<br />

op de oculairzijde van de kijker<br />

• een waarschuwingssticker onder<br />

het geheugencompartiment:<br />

"Laser Class 3R" en "Class IIIa<br />

LASER PRODUCT".<br />

• Total Stations met afstandmeters<br />

laser Klasse 2 resp. II -<br />

herkenbaar aan:<br />

• het typeplaatje in het batterijcompartiment<br />

zonder vermelding<br />

"+Reflectorless Ext. Range",<br />

• een waarschuwingssticker onder<br />

het geheugencompartiment:<br />

"Laser Class 2" en "Class II<br />

LASER PRODUCT".<br />

Producten met een geïntegreerde<br />

afstandmeter van laser Klasse 3R<br />

resp. IIIa<br />

Het product is een Klasse 3R laser<br />

in overeenstemming met:<br />

• IEC60825-1:1993 + A1:1997 +<br />

A2:2000 : "Stralingsveiligheid van<br />

laserproducten"<br />

Het product is een Klasse IIIa laser<br />

in overeenstemming met:<br />

• FDA 21CFR Ch.I §1040 : 1988<br />

(US Department of Health and<br />

Human Service, Code of Federal<br />

Regulations).<br />

Klasse 3R / IIIa laserproducten:<br />

Het direct kijken in de laserstraal is<br />

altijd gevaarlijk. Vermijdt direct<br />

oogcontact. De toegestane uitstoot<br />

ligt binnen vijf maal de toegestane<br />

uitstoot voor Klasse 2 / II lasers in de<br />

golflengte van 400nm tot 700nm.<br />

129<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Veiligheidsaanwijzingen<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

1<br />

Geïntegreerde afstandmeter (EDM), (zichtbare laser), vervolg<br />

WAARSCHUWING:<br />

Het direct kijken in de<br />

laserstraal is altijd gevaarlijk.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Niet in de straal staren of onnodig op<br />

iemand richten. Deze maatregelen<br />

zijn tevens van toepassing voor een<br />

reflecterende straal.<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

WAARSCHUWING:<br />

Het direct in de straal kijken<br />

kan gevaarlijk zijn voor de<br />

ogen als de laserstraal wordt gericht<br />

op objecten, die als een spiegel<br />

fungeren (b.v. prisma's, spiegels,<br />

metalen oppervlakken, ramen).<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Richt niet op gebieden, die wezenlijk<br />

reflecterend zijn, of die ongewenste<br />

reflectie veroorzaken, zoals spiegels.<br />

Kijk niet door of langs de vizierlijn<br />

naar prisma's of reflecterende<br />

objecten als de laser is ingeschakeld<br />

(in Laserspot of Afstandmeten<br />

modus). Richten op prisma's is alleen<br />

toegestaan met gebruikmaking van<br />

de kijker.<br />

WAARSCHUWING:<br />

Het gebruik van Laser Klasse<br />

3R / IIIa producten kan<br />

gevaarlijk zijn.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Om verwonding te voorkomen is het<br />

essentieel voor iedere gebruiker de<br />

veiligheidsvoorschriften en<br />

controlemaatregelen, gespecificeerd<br />

in de norm IEC60825-1:1993 +<br />

A1:1997 + A2:2001, in acht te<br />

nemen. Lees vooral Deel 3 van de<br />

gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.<br />

130 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


Geïntegreerde afstandmeter (EDM), (zichtbare laser), vervolg<br />

Onderstaand volgt een overzicht van<br />

de belangrijkste punten uit de vermelde<br />

norm.<br />

Klasse 3R laserproducten, gebruikt<br />

op bouwplaatsen en buitenshuis<br />

(landmeten, uitrichten, waterpassen):<br />

a) Alleen gekwalificeerd en getraind<br />

personeel mogen worden belast<br />

met de installatie en het gebruik<br />

van de laserapparatuur.<br />

b) Gebieden, waarin de laser wordt<br />

gebruikt, moeten worden voorzien<br />

van een laserwaarschuwingsbord.<br />

c) Er moeten voorzorgsmaatregelen<br />

worden genomen, zodat niemand,<br />

met of zonder optische<br />

hulpmiddelen, direct in de<br />

laserstraal kan kijken.<br />

d) De laserstraal moet stoppen aan<br />

het eind van de baan en dient in<br />

alle gevallen gestopt te worden als<br />

de gevaarlijke straal zich buiten de<br />

limiet van de baan bevindt<br />

(gevaarlijke afstand*) in het<br />

gebied, waarin de aanwezigheid<br />

en activiteiten van het personeel<br />

worden gecontroleerd om<br />

veiligheidsredenen.<br />

e) De baan van de laserstraal dient<br />

ruim boven of onder oogniveau te<br />

worden ingesteld.<br />

f) De laserproducten dienen, als zij<br />

niet worden gebruikt, te worden<br />

opgeslagen in een ruimte, waar<br />

niet geautoriseerd personeel geen<br />

toegang heeft.<br />

g) Er dienen voorzorgsmaatregelen<br />

te worden genomen, zodat de<br />

laserstraal niet onopzettelijk op<br />

reflecterende objecten kan worden<br />

gericht (b.v. spiegels, metalen<br />

oppervlakken, ramen). In het<br />

bijzonder niet op platte of holle op<br />

spiegels gelijkende oppervlakken.<br />

*) De gevaarlijke afstand is de<br />

afstand van de laseruitgang of<br />

uitstralingspunt gelijk is aan de<br />

maximaal toegestane waarden<br />

waaraan personeel mag worden<br />

blootgesteld zonder gevaar voor<br />

hun gezondheid.<br />

Bij producten met een geïntegreerde<br />

afstandmeter met laser Klasse 3R<br />

resp. IIIa is deze afstand 1000m. Op<br />

deze afstand is de laserstraal nog<br />

slechts Klasse 1 (= direct kijken in de<br />

straal is niet gevaarlijk).<br />

131<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Veiligheidsaanwijzingen<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

1<br />

Geïntegreerde afstandmeter (EDM), (zichtbare laser), vervolg<br />

Stickers op het instrument<br />

Type: TCR.... ......<br />

+Reflectorless Ext. Range Art.No.<br />

Power: 12V/6V ---, 1A<br />

Leica Geosystems AG<br />

CH-9435 Heerbrugg<br />

Manufactured: ...... S.No.<br />

Made in Switzerland ......<br />

This laser product complies with 21CFR 1040<br />

as applicable.<br />

This device complies with part 15 of the FCC<br />

Rules. Operation is subject to the following two<br />

conditions: (1) This device may not cause harmful<br />

interference, and (2) this device must accept<br />

any interference received, including interference<br />

that may cause undesired operation.<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

Laserstraal<br />

Vermijd contact met de ogen<br />

Klasse 3R laser product<br />

conform IEC 60825-1:1993 +<br />

A2:2001<br />

P ≤ 4.75 mW<br />

0<br />

λ = 620 - 690 nm<br />

AVOID EXPOSURE<br />

Laser radiation is emitted<br />

from this aperture<br />

1100Z54<br />

Uitgang voor<br />

laserstraal<br />

(zichtbaar)<br />

Straaldivergentie 0.15 x 0.35 mrad<br />

Impulsduur 800 ps<br />

Max. uitgangsvermogen<br />

4.75 mW<br />

Maximum uitgangsvermogen<br />

per pulse<br />

59.4 mW<br />

Meetnauwkeurigheid ± 5%<br />

132 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

1100Z33<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


Geïntegreerde afstandmeter (EDM), (zichtbare laser), vervolg<br />

Producten met een geïntegreerde<br />

afstandmeter van laser Klasse 2<br />

resp. II<br />

Het product is een Klasse-2<br />

laserproduct in overeenstemming<br />

met:<br />

• IEC 60825-1:1993 "Veiligheid van<br />

laserinstallaties"<br />

• EN 60825-1:1994+A11:1996<br />

"Veiligheid van laserinstallaties"<br />

Dit product is een Klasse-II<br />

laserproduct in overeenstemming<br />

met:<br />

• FDA 21CFR Ch.I §1040: 1988 (US<br />

Department of Health and Human<br />

Service, Code of Federal<br />

Regulations)<br />

Klasse-2/II laser producten:<br />

Niet in de straal staren of onnodig op<br />

iemand richten. Oogbescherming<br />

wordt normaal verkregen door het<br />

afschermen van de ogen en ook het<br />

knipperen met de ogen.<br />

WAARSCHUWING:<br />

Het direct in de straal<br />

kijken met behulp van<br />

optische hulpmiddelen (zoals<br />

bijv. verrekijkers of telescopen)<br />

kan gevaarlijk zijn.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Niet direct in de straal kijken<br />

met behulp van optische<br />

hulpmiddelen.<br />

Stickers op het instrument<br />

1100Z39<br />

Type: TCR.... Art.No.: ......<br />

Power: 12V/6V ---, 1A max<br />

Leica Geosystems AG<br />

CH-9435 Heerbrugg<br />

Manufactured:1998<br />

Made in Switzerland S.No.: ......<br />

This laser product complies with 21CFR 1040<br />

as applicable.<br />

This device complies with part 15 of the FCC<br />

Rules. Operation is subject to the following two<br />

conditions: (1) This device may not cause harmful<br />

interference, and (2) this device must accept<br />

any interference received, including interference<br />

that may cause undesired operation.<br />

Laserstraal<br />

Kijk niet in de laserstraal<br />

Klasse 2 laser product<br />

conform IEC 60825-1:1993<br />

P 0 ≤ 0.95 mW<br />

λ = 620 - 690 nm<br />

AVOID EXPOSURE<br />

Laser radiation is emitted<br />

from this aperture<br />

LASER RADIATION - DO NOT<br />

STARE INTO BEAM<br />

620-690nm/0.95mW max.<br />

CLASS II LASER PRODUCT<br />

133<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Veiligheidsaanwijzingen<br />

2<br />

1/4s<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

1<br />

Geïntegreerde afstandmeter (EDM), vervolg Automatische beeldherkenning ATR<br />

Straaldivergentie:<br />

0.15 x 0.35<br />

mrad<br />

Impulsduur: 800 ps<br />

Max. uitgangsvermogen<br />

0.95 mW<br />

Maximum uitgangsvermogen<br />

per pulse<br />

12 mW<br />

Meetnauwkeurigheid: ± 5%<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

Uittreedopening<br />

van de<br />

laserstraal<br />

(zichtbaar)<br />

1100Z33<br />

De geïntegreerde, automatische<br />

beeldherkenning ATR1 produceert<br />

een onzichtbare laserstraal, die uit<br />

het objectief van de telescoop treedt.<br />

Het product komt is een Klasse 1<br />

laserproduct in overeenstemming<br />

met:<br />

- IEC 60825-1:1993 "Veiligheid van<br />

laserinstallaties"<br />

- EN 60825-1:1994+A11:1996<br />

"Veiligheid van laserinstallaties"<br />

Dit product is een Klasse I laserproduct<br />

in overeenstemming met:<br />

- FDA 21CFR Ch.I §1040: 1988 (US<br />

Department of Health and Human<br />

Service, Code of Federal<br />

Regulations)<br />

Klasse 1/I laser producten zijn<br />

dusdanig gefabriceerd, dat zij onder<br />

normaal gesproken te voorziene<br />

omstandigheden en bij gebruik en<br />

onderhoud volgens de voorschriften<br />

veilig en ongevaarlijk voor de ogen<br />

zijn.<br />

Klasse 1 laser product<br />

conform IEC 60825-1:1993<br />

Straaldivergentie: 26.2 mrad<br />

Impulsduur: 9.8 ms<br />

Max. uitgangsvermogen<br />

0.76 mW<br />

Maximum uitgangsvermogen<br />

per pulse<br />

1.52 mW<br />

Meetnauwkeurigkheid: ± 5%<br />

134 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


Automatische beeldherkenning ATR, vervolg<br />

Type: TCA.... Art.No.: ......<br />

Power: 12V/6V ---, 1A max<br />

Leica Geosystems AG<br />

CH-9435 Heerbrugg<br />

Manufactured:1998<br />

Made in Switzerland S.No.: ......<br />

This laser product complies with 21CFR 1040<br />

as applicable.<br />

This device complies with part 15 of the FCC<br />

Rules. Operation is subject to the following two<br />

conditions: (1) This device may not cause harmful<br />

interference, and (2) this device must accept<br />

any interference received, including interference<br />

that may cause undesired operation.<br />

Uittreedopening<br />

van de<br />

infrarood straal<br />

(onzichtbaar).<br />

1100Z34<br />

1100Z33<br />

135<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Veiligheidsaanwijzingen<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

1<br />

PowerSearch<br />

De geïntegreerde PowerSearch genereert<br />

een onzichtbare laserstraal vanuit de<br />

onderkant van de kijker.<br />

Dit product is een Klasse 1 laserproduct<br />

conform:<br />

• IEC 60825-1:1993+A1:1997+A2:2001<br />

"Stralingveiligheid van laserproducten"<br />

• EN 60825-1:1994+A11:1996+A2:2001<br />

"Stralingveiligheid van laserproducten"<br />

Dit product is een Klasse 1 laser product<br />

conform:<br />

• FDA 21CFR Ch.l §1040: 1988 (US Department<br />

of Health and Human Service,<br />

Code of Federal Regulations).<br />

Klasse 1/I laserproducten zijn dusdanig<br />

gefabriceerd, dat zij onder normaal<br />

gesproken te voorziene omstandigheden en<br />

bij gebruik en onderhoud volgens de<br />

voorschriften veilig en ongevaarlijk voor de<br />

ogen zijn.<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

Klasse 1 laser product<br />

conform IEC 60825-1:1993 +<br />

A1:1997 + A2:2001<br />

1100Z56<br />

Straaldivergentie: 0.4 x 700 mrad<br />

Impulsduur: 80 ns<br />

Max. uitgangsvermogen:<br />

1.1 mW<br />

Maximum uitgangs-<br />

5.3 W<br />

vermogen per pulse:<br />

Meetnauwkeurigkheid: ± 5%<br />

Type: TCA.... Art.No.: ......<br />

Power: 12V/6V ---, 1A max<br />

Leica Geosystems AG<br />

CH-9435 Heerbrugg<br />

Manufactured:1998<br />

Made in Switzerland S.No.: ......<br />

This laser product complies with 21CFR 1040<br />

as applicable.<br />

This device complies with part 15 of the FCC<br />

Rules. Operation is subject to the following two<br />

conditions: (1) This device may not cause harmful<br />

interference, and (2) this device must accept<br />

any interference received, including interference<br />

that may cause undesired operation.<br />

136 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

1100Z59<br />

Uitgang voor<br />

laserstraal<br />

(onzichtbaar)<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


Zoeklicht EGL<br />

Het geintegreerde zoeklicht EGL1 wekt een zichtbare<br />

LED-lichtstraal op, die uit het bovenste gedeelte aan de<br />

voorzijde van de kijker uittreedt.<br />

Het product voldoet aan de LED klasse 1 *) volgens:<br />

- IEC 60825-1:1993 "Veiligheid van laserinstallaties"<br />

- EN 60825-1:1994+A11:1996 "Veiligheid van<br />

laserinstallaties"<br />

*) Binnen het gespecificeerde werkbereik van > 5 m<br />

( > 16 ft).<br />

LED klasse 1-producten zijn dusdanig gefabriceerd, dat<br />

deze onder normaal gesproken te voorziene omstandigheden<br />

en bij gebruik en onderhoud volgens de voorschriften<br />

veilig en ongevaarlijk voor de ogen zijn.<br />

VOORZICHTIG:<br />

Gebruik het zoeklicht EGL1 alleen binnen het<br />

gespecificeerde werkbereik van > 5 m (> 16 ft) van de<br />

telescoop.<br />

Klasse 1 LED product<br />

conform IEC 60825-1:1993<br />

Knipperende LED Geel Rood<br />

Straaldivergentie 2.4 ° 2.4 °<br />

Impulsduur 2 x 35 ms 35 ms<br />

Max. uitgangsvermogen<br />

0.28 mW 0.47 mW<br />

Maximum uitgangsvermogen<br />

per pulse<br />

0.75 mW 2.5 mW<br />

Meetnauwkeurigheid<br />

± 5 % ± 5 %<br />

2 1<br />

1 Uittreedopening van de straal voor<br />

knipperende, rode LED<br />

2 Uittreedopening van de straal voor<br />

knipperende, gele LED<br />

137<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Veiligheidsaanwijzingen<br />

1100Z02<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

1<br />

Laserlood<br />

Het geïntegreerde laserlood<br />

produceert een zichtbare laserstraal,<br />

die uit de onderkant van het<br />

instrument uittreedt.<br />

Het product is een Klasse-2 laserproduct<br />

in overeenstemming met:<br />

- IEC 60825-1: 1993 "Veiligheid van<br />

laserinstallaties"<br />

- EN 60825-1:1994+A11:1996<br />

"Veiligheid van laserinstallaties"<br />

Dit product is een Klasse-II laserproduct<br />

in overeenstemming met:<br />

- FDA 21CFR Ch.I §1040: 1988 (US<br />

Department of Health and Human<br />

Service, Code of Federal<br />

Regulations)<br />

Klasse-2/II laser producten:<br />

Niet in de straal staren of onnodig op<br />

iemand richten. Oogbescherming<br />

wordt normaal verkregen door het<br />

afschermen van de ogen en ook het<br />

knipperen met de ogen.<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

Stickers op het instrument<br />

Laserstraal<br />

Kijk niet in de laserstraal<br />

Klasse 2 laser product<br />

conform IEC 60825-1:1993<br />

P 0 ≤ 0.95 mW<br />

λ = 620 - 690 nm<br />

WAARSCHUWING:<br />

Het direct in de straal kijken<br />

met behulp van optische<br />

hulp-middelen (zoals bijv. verrekijkers<br />

of telescopen) kan gevaarlijk zijn.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Niet direct in de straal kijken met<br />

behulp van optische hulpmiddelen.<br />

138 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


Laserlood, vervolg<br />

Type: TC..... Art.No.: ......<br />

Power: 12V/6V ---, 1A max<br />

Leica Geosystems AG<br />

CH-9435 Heerbrugg<br />

Manufactured:1998<br />

Made in Switzerland S.No.: ......<br />

This laser product complies with 21CFR 1040<br />

as applicable.<br />

This device complies with part 15 of the FCC<br />

Rules. Operation is subject to the following two<br />

conditions: (1) This device may not cause harmful<br />

interference, and (2) this device must accept<br />

any interference received, including interference<br />

that may cause undesired operation.<br />

LASER RADIATION - DO NOT<br />

STARE INTO BEAM<br />

620-690nm/0.95mW max.<br />

CLASS II LASER PRODUCT<br />

2<br />

1/4s<br />

AVOID EXPOSURE<br />

Laser radiation is emitted<br />

from this aperture<br />

1100Z41<br />

Straaldivergentie: 0.16 x 0.6 mrad<br />

Impulsduur: c.w.<br />

Maximum uitgangsvermogen<br />

per pulse<br />

n/a<br />

Max. uitgangs-vermogen 0.95 mW<br />

Meetnauwkeurigheid: ± 5%<br />

Laserstraal<br />

(zichtbaar)<br />

Uittreedopening van de<br />

laserstraal (zichtbaar)<br />

139<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Veiligheidsaanwijzingen<br />

1100Z42<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

1<br />

Elektromagnetische verdraagzaamheid<br />

De term "elektromagnetische<br />

verdraagzaamheid" houdt in, dat het<br />

total station in staat is om zonder<br />

problemen te functioneren in een<br />

omgeving met elektromagnetische<br />

straling en elektrostatische<br />

ontladingen, zonder daarbij storing in<br />

andere apparaten te veroorzaken.<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

WAARSCHUWING:<br />

Elektromagnetische straling<br />

kan storingen veroorzaken in<br />

andere apparaten.<br />

Hoewel de total stations voldoen aan<br />

de desbetreffende richtlijnen en normen,<br />

kan Leica Geosystems de<br />

mogelijkheid van het storen van andere<br />

apparaten niet volledig<br />

uitsluiten.<br />

Voorzichtig:<br />

De mogelijkheid bestaat, dat<br />

storingen ontstaan in andere<br />

apparaten als het total station wordt<br />

gebruikt in combinatie met accessoires<br />

van andere fabrikanten (bijv.:<br />

veldcomputers, PC's, radio's, diverse<br />

kabels, externe accu's,...).<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Gebruik alleen door Leica<br />

Geosystems geadviseerde uitrusting<br />

of accessoires. Deze voldoen in<br />

combinatie met de total stations aan<br />

de strenge eisen van de desbetreffende<br />

richtlijnen en normen. Let<br />

bij het gebruik van PC's en<br />

radiotoestellen op de fabrikantspecifieke<br />

gegevens over de elektromagnetische<br />

verdraagzaamheid.<br />

140 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


Elektromagnetische verdraagzaamheid, vervolg<br />

Voorzichtig:<br />

Mogelijkheid van tolerantieoverschrijding<br />

van metingen<br />

bij storingen door elektromagnetische<br />

straling.<br />

Hoewel de total stations voldoen aan<br />

de strengste desbetreffende richtlijnen<br />

en normen, kan Leica<br />

Geosystems de mogelijkheid niet<br />

geheel uitsluiten, dat zeer intensieve<br />

elektromagnetische straling de total<br />

stations stoort, bijv. de straling in de<br />

onmiddellijk omgeving van<br />

radiozenders, portofoons,<br />

dieselgeneratoren, enz.<br />

Bij metingen onder deze omstandigheden,<br />

meetresultaten controleren op<br />

aannemelijkheid.<br />

WAARSCHUWING:<br />

Bij het werken met het total<br />

station met aan één zijde van<br />

het apparaat aangesloten kabels<br />

(bijv. externe voedings-, verbindingskabel,...)<br />

kan een overschrijding van<br />

de toelaatbare elektromagnetische<br />

stralingswaarde optreden, waardoor<br />

andere apparaten gestoord kunnen<br />

worden.<br />

Tegenmaatregelen:<br />

Tijdens het gebruik van de total<br />

stations moeten kabels aan beide<br />

zijden (bijv. instrument/externe accu,<br />

instrument/computer, ..) aangesloten<br />

zijn.<br />

141<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Veiligheidsaanwijzingen<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

1<br />

FCC-aanwijzing (geldig in de VS)<br />

WAARSCHUWING:<br />

Dit apparaat heeft in tests de<br />

grenswaarden aangehouden<br />

die in paragraaf 15 van de FCCbepalingen<br />

voor digitale apparaten uit<br />

de klasse B gedefinieerd zijn.<br />

Deze grenswaarden garanderen wat<br />

het gebruik in woongebieden betreft<br />

voldoende bescherming tegen het<br />

uitzenden van storende straling.<br />

Apparaten van dit type produceren en<br />

gebruiken hoogfrequente straling en<br />

kunnen deze ook uitzenden. Ze<br />

kunnen daarom, wanneer ze niet<br />

overeenkomstig de aanwijzingen<br />

geïnstalleerd en gebruikt worden,<br />

storingen aan de radio- en tvontvangst<br />

veroorzaken.<br />

Er kan echter niet worden<br />

gegarandeerd dat bij bepaalde<br />

installaties niet toch nog storingen<br />

kunnen optreden.<br />

Veiligheidsaanwijzingen<br />

Indien dit apparaat storingen in de<br />

radio- of tv-ontvangst veroorzaakt,<br />

hetgeen door het uit- en weer<br />

inschakelen van het apparaat kan<br />

worden nagegaan, dan is de<br />

gebruiker verplicht de storingen door<br />

middel van de volgende maatregelen<br />

te verhelpen:<br />

• De ontvangstantenne opnieuw<br />

richten of verplaatsen.<br />

• De afstand tussen apparaat en<br />

ontvanger vergroten.<br />

• Het apparaat aansluiten op een<br />

stopcontact van een andere<br />

stroomkring dan die waarop de<br />

ontvanger is aangesloten.<br />

• Laat u helpen door uw dealer of<br />

een ervaren radio- en tv-monteur.<br />

WAARSCHUWING:<br />

Wijzigingen of modificaties<br />

die niet uitdrukkelijk door<br />

Leica Geosystems zijn toegestaan,<br />

kunnen het recht van de gebruiker<br />

beperken om het apparaat in gebruik<br />

te nemen.<br />

FCC-plaatje op product:<br />

This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation<br />

is subject to the following two conditions:<br />

(1) This device may not cause harmful interference, and<br />

(2) this device must accept any interference received,<br />

including interference that may cause undesired<br />

operation.<br />

This device complies with part 15 of<br />

the FCC Rules. Operation is subject<br />

to the following two conditions:<br />

(1) This device may not cause harmful<br />

interference, and (2) this device must<br />

accept any interference received,<br />

including interference that may cause<br />

undesired operation.<br />

142 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl<br />

1100Z43<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84


Technische gegevens<br />

Afstandmeting (infrarood)<br />

• Type infrarood<br />

• Golflengte 0.780 µm<br />

• Meetsysteem speciaal frequentiesysteem<br />

basis 100 MHz = 1.5 m<br />

• EDM uitrichting coaxial<br />

• Weergave (kleinste eenheid) 1 mm<br />

Programma<br />

afstandmeting<br />

Nauwkeurigheid **<br />

Tijd per<br />

meting<br />

Normale meting 2 mm + 2 ppm 1.0 sec.<br />

Snel meting 5 mm + 2 ppm 0.5 sec.<br />

Normaal volgen 5 mm + 2 ppm 0.3 sec.<br />

Snel volgen 10 mm + 2 ppm < 0.15 sec.<br />

Middelen 2 mm + 2 ppm -----<br />

* Onderbrekingen in de straal, hittetrillingen en bewegende<br />

objecten in het pad van de straal kunnen afwijkingen in de<br />

gespecificeerde nauwkeurigheden veroorzaken.<br />

Prisma constanten (additive constanten)<br />

• Leica Standaard prisma 0.0 mm<br />

• Leica Mini prisma +17.5 mm<br />

• 360° Prisma +23.1 mm<br />

• 360° Leica Mini prisma +30.0 mm<br />

• Reflectietape +34.4 mm<br />

Standaard<br />

prisma<br />

3 prisms<br />

(GPH3)<br />

360°<br />

prisma<br />

Reflectietape<br />

60 x 60<br />

Mini<br />

prisma<br />

Atmosferische omstandigheden:<br />

1) Zeer nevelig, zicht 5 km, of zeer zonnig, met felle zonreflectie.<br />

2) Iets nevelig, zicht ongeveer 20 km, of gedeeltelijk zonnig,<br />

met zwakke zonreflectie.<br />

3) Bewolkt, geen nevel, zicht ongeveer 40 km, geen zon-reflectie.<br />

Kortste meetafstand<br />

• Leica Standaard prisma 0.2 m<br />

• Leica Mini prisma 0.2 m<br />

• 360° Prisma 1.5 m<br />

• 360° Leica Mini prisma 1.5 m<br />

• Reflectietape 1.5 m<br />

Als het reflectietape gebruikt wordt kan zonder<br />

het gebruik van een voorzetlens (GDV3), een<br />

afstand gemeten worden.<br />

143<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Technische gegevens<br />

1<br />

2<br />

3<br />

1800 m<br />

(6000 ft)<br />

3000 m<br />

(10000 ft)<br />

3500 m<br />

(12000 ft)<br />

Bereik:<br />

(normaal en snel meten)<br />

2300 m<br />

(7500 ft)<br />

4500 m<br />

(14700 ft)<br />

5400 m<br />

(17700 ft)<br />

800 m<br />

(2600 ft)<br />

1500 m<br />

(5000 ft)<br />

2000 m<br />

(7000 ft)<br />

150 m<br />

(500 ft)<br />

250 m<br />

(800 ft)<br />

250 m<br />

(800 ft)<br />

800 m<br />

(2600 ft)<br />

1200 m<br />

(4000 ft)<br />

2000 m<br />

(7000 ft)


Technische gegevens, vervolg<br />

Afstandmeting (lange afstand of zonder prisma)<br />

• Type zichtbare rode laser<br />

• Golflengte 0.670µm<br />

• Meetsysteem speciaal frequentiesysteem<br />

basis 100 MHz = 1.5 m<br />

• EDM uitrichting coaxial<br />

• Weergave (kleinste eenheid) 1mm<br />

• Laserspot Grootte: ~ 7mm x 14mm at 20m<br />

~ 10mm x 20mm at 50m<br />

Standaardmeting Nauwkeurigheid ** Meettijd<br />

Reflectorloos tot 30 m 3 mm + 2 ppm ≤ 3.0 sec<br />

Reflectorloos vanaf 30 m 3 mm + 2 ppm<br />

Lange afstand 5 mm + 2 pmm<br />

* Onderbrekingen in de straal, hittetrillingen en bewegende<br />

objecten in het pad van de straal kunnen afwijkingen in de<br />

gespecificeerde nauwkeurigheden veroorzaken.<br />

Afstandmeting (zonder prisma)<br />

• Meetbereik: 1.5 m to 80 m<br />

(naar richtmerk, art. nr. 710333)<br />

• Weergave foutloos: tot 760 m<br />

• Prisma constante (additive constante): + 34.4 mm<br />

Technische gegevens<br />

3.0 sec<br />

+1.0 sec/10m<br />

typ.2.5 sec<br />

max. 8 sec<br />

Atmosferische<br />

omstandigheden<br />

* Kodak Grey Card gebruikt, met een belichtingsmeter voor<br />

het meten van het gereflecteerde licht.<br />

4) Object in zonnige omgeving met felle zonreflectie<br />

5) Object in de schaduw of een bewolkte lucht<br />

6) Dag, nacht en schemering<br />

Afstandmeting (lange afstand)<br />

• Meetbereik: vanaf 1000m<br />

• Weergave foutloos: tot 12 km<br />

Atmosferische<br />

omstandigheden<br />

Bereik (zonder prisma)<br />

Geen prisma (met<br />

richtplaat)*<br />

Geen prisma (grijs,<br />

reflectiefactor 0,25)*<br />

4 60 m (200 ft) 30 m (100 ft)<br />

5 80 m (260 ft) 50 m (160 ft)<br />

6 80 m (260 ft) 50 m (160 ft)<br />

Bereik (lange afstand)<br />

Drie prisma's<br />

Standaard prisma<br />

(GPH3)<br />

1 1500 m (5000 ft) 2000 m (7000 ft)<br />

2 5000 m (16000 ft) 7000 m (23000 ft)<br />

3 > 5000 m (16000 ft) > 9000 m (30000 ft)<br />

1) Zeer nevelig, zicht 5 km, of zeer zonnig, met felle zon-reflectie.<br />

2) Iets nevelig, zicht ongeveer 20 km, of gedeeltelijk zonnig, met<br />

zwakke zonreflectie.<br />

3) Bewolkt, geen nevel, zicht ongeveer 40 km, geen zon-reflectie.<br />

144 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Technische gegevens, vervolg<br />

Afstandmeting Vergroot Bereik (Lange afstand, of<br />

zonder reflector)<br />

• Type zichtbare rode laser<br />

• Golflengte 0.670µm<br />

• Meetsysteem speciaal frequentiesysteem<br />

basis 100 MHz = 1.5 m<br />

• EDM uitrichting coaxial<br />

• Weergave (kleinste eenheid) 1mm<br />

• Laserspot Grootte: ~ 7mm x 14mm / 20m<br />

~ 15mm x 30mm / 100m<br />

~ 30mm x 60mm / 200m<br />

Standaardmeting Nauwkeurigheid ** Meettijd<br />

Reflectorloos 3 mm + 2 ppm<br />

Lange afstand 5 mm + 2 pmm<br />

typ. 3 - 6 sec<br />

max. 12 sec<br />

typ.2.5 sec<br />

max. 8 sec<br />

** Onderbrekingen in de straal, hittetrillingen en bewegende<br />

objecten in het pad van de straal kunnen afwijkingen in de<br />

gespecificeerde nauwkeurigheden veroorzaken.<br />

Afstandmeting Vergroot Bereik (zonder reflector)<br />

• Meetbereik: 1.5 m tot 300 m<br />

(naar richtmerk, art. nr. 710333)<br />

• Weergave foutloos: tot 760 m<br />

• Prisma constante (additive constante): + 34.4 mm<br />

Atmosferische<br />

omstandigheden<br />

Geen prisma (met<br />

richtplaat)*<br />

Bereik (zonder prisma)<br />

Geen prisma (grijs,<br />

reflectiefactor 0,25)*<br />

4 140 m (460 ft) 70 m (230 ft)<br />

5 170 m (560 ft) 100 m (330 ft)<br />

6 >170 m (560 ft) > 100 m (330 ft)<br />

* Kodak Grey Card gebruikt, met een belichtingsmeter voor<br />

het meten van het gereflecteerde licht.<br />

4) Object in zonnige omgeving met felle zonreflectie<br />

5) Object in de schaduw of een bewolkte lucht<br />

6) Dag, nacht en schemering<br />

Afstandmeting (lange afstand)<br />

• Meetbereik: vanaf 1000m<br />

• Weergave foutloos: tot 12 km<br />

Atmosferische<br />

omstandigheden<br />

Bereik, lange afstand<br />

Standaard prisma<br />

Reflector tape<br />

(60 x 60 mm)<br />

1 2200 m (7200 ft) 600 m (2000 ft)<br />

2 7500 m (24600 ft) 1000 m (3300 ft)<br />

3 > 10000 m (33000 ft) 1300 m (4200 ft)<br />

1) Zeer nevelig, zicht 5 km, of zeer zonnig, met felle zon-reflectie.<br />

2) Iets nevelig, zicht ongeveer 20 km, of gedeeltelijk zonnig, met<br />

zwakke zonreflectie.<br />

3) Bewolkt, geen nevel, zicht ongeveer 40 km, geen zon-reflectie.<br />

145<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Technische gegevens


Technische gegevens, vervolg<br />

Hoekmeting<br />

Typen Nauwkeurigheid<br />

Hz, V<br />

(ISO 17123-3)<br />

1101<br />

1102<br />

1103<br />

1105<br />

1.5"<br />

(0.5 mgon)<br />

2"<br />

(0.6 mgon)<br />

3"<br />

(1.0 mgon)<br />

5"<br />

(1.5 mgon)<br />

• Keuzemogelijkheden: 360° ' ",<br />

360 dec.,<br />

• Methode:<br />

400 gon, V%, 6400 mil<br />

absoluut, continu<br />

diametraal<br />

Technische gegevens<br />

Weergave<br />

(kleinste<br />

eenheid)<br />

1"<br />

(0.1 mgon<br />

1"<br />

(0.1 mgon)<br />

1"<br />

(0.5 mgon)<br />

1"<br />

(0.5 mgon)<br />

Kijker<br />

• Vergroting: 30x<br />

• Telescoopbeeld: rechtop<br />

• Vrije diameter objectief: 40 mm<br />

• Kortste richtafstand: 1.7 m (5.6 ft)<br />

• Focusseren: alleen grof<br />

• Zichtveld: 1°30' (1.66gon)<br />

• Zichtveld kijker op 100m 2.7 m<br />

• Hellingsbereik: volledige uitslag<br />

Compensator<br />

• Type: vloeistofcompensator<br />

• Aantal assen: twee<br />

(in-/uitschakelbaar)<br />

• Instelbereik: 4' (0.07 gon)<br />

• Instelnauwkeurigheid:<br />

Type 1101 0.5" (0.2 mgon)<br />

Type 1102 0.5" (0.2 mgon)<br />

Type 1103 1" (0.3 mgon)<br />

Type 1105 1.5" (0.5 mgon)<br />

Gevoeligheid waterpas<br />

• Dooswaterpas: 6'/2 mm<br />

• Alhidadewaterpas: geen<br />

• elektronische waterpas: resolutie 2"<br />

Kiep-as hoogte<br />

• boven stelschroevenblok: 196mm<br />

Optisch lood<br />

• Locatie: in stelschroevenblok<br />

• Vergroting: 2x, focusseerbaar<br />

Laserlood<br />

• Locatie: in verticale as (1ste as)<br />

van het instrument<br />

• Nauwkeurigheid: Afwijking van<br />

laserlood 1.5mm<br />

(2 sigma) op 1.5m<br />

instrumenthoogte<br />

• Diameter van<br />

laserspot: 2.5 mm / 1.5 m<br />

146 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Technische gegevens, vervolg<br />

Accu<br />

• Type Nikkel-metaal hydride<br />

(NiMH)<br />

• Nominaal voltage 6 V<br />

• Capaciteit<br />

GEB121 (Standaard) 3.6 Ah<br />

GEB111 (Optioneel) 1.8 Ah<br />

• Insteekvak in steun<br />

• Voeding<br />

Indien er een externe kabel<br />

gebruikt wordt, dient het voltage<br />

ingesteld te worden tussen de<br />

11.5V en 14V, voor het verkrijgen<br />

van een nominale spanning van<br />

12V (DC).<br />

Aantal metingen<br />

(hoek en afstand)<br />

TC/TCR 600<br />

TCM/TCRM/<br />

400<br />

TCA/TCRA<br />

Toetsenbord en weergave Gewicht<br />

Positie beide kijkerstanden<br />

(kijkerstand 2 is een<br />

optie)<br />

Alfanumerieke<br />

maximaal 256<br />

karakters<br />

Karaktersets Uitgebreide ASCII<br />

karakterset als<br />

standaard. Extra<br />

karaktersets kunnen<br />

geladen worden.<br />

Type scherm LCD<br />

Grootte scherm 8 regels x 32<br />

karakters<br />

Grafische<br />

Ja, 64 x 256 pixels<br />

mogelijkheden<br />

Type Gewicht<br />

TC/TCR 4.7 kg (10.4 lbs)<br />

TCM/TCRM/<br />

TCA/TCRA<br />

4.9 kg (10.8 lbs)<br />

Stelschroevenblok 0.8 kg (1.7 lbs)<br />

Insteekaccu 0.4 kg (0.8lbs)<br />

147<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Technische gegevens


Technische gegevens, vervolg<br />

Bestendigheid/ Temperatuur<br />

• Meting: -20° tot +50° C<br />

(-4° tot +122° F)<br />

• Opslag: -40° tot +70° C<br />

(-40° tot +158° F)<br />

Speciale kenmerken<br />

• Programmeerbaar ja<br />

• Zoeklicht als optie<br />

Automatische correcties<br />

• Hor. collimatiefout ja<br />

• Ver. collimatiefout ja<br />

• Kiepasfouten ja<br />

• Scheve staande as ja<br />

• Aardkromming ja<br />

• Refractie ja<br />

• Excentriciteit van de cirkel ja<br />

Technische gegevens<br />

Registratie<br />

• RS232 interface ja<br />

• Intern geheugen: Ja<br />

Totale capaciteit: 5 Mbytes<br />

•<br />

Beschikbare capaciteit voor programma's<br />

en teksten:~ 1.7 Mbytes<br />

Insteekbaar Datageheugen<br />

(SRAM): PC kaart<br />

voor gegevens: Ja<br />

Capaciteit: 0.5 / 2 / 4 Mbytes<br />

Aantal gegevensblokken: 4500<br />

tot 36000<br />

• Insteekbaar Datageheugen<br />

(ATA Flash): PC kaart<br />

voor gegevens: Ja<br />

Capaciteit: 4 / 10 Mbytes<br />

Aantal gegevensblokken: 36000<br />

tot 90000<br />

Zij-aandrijving<br />

• Aantal Hz/V 1 Hz, 1V<br />

• Verplaatsing eindeloos<br />

Overige aandrijvingen<br />

• TCM, TCA gemotoriseerd<br />

Zoeklicht EGL<br />

• Werkbereik 5m - 150m<br />

15 ft - 500 ft)<br />

• Positioneerbereik<br />

op 100 m: 50mm<br />

• Links- / rechtsindicatie Ja<br />

• TCA/TCRA instrumenten: EGL2<br />

• Alle overige instrumenten: EGL3<br />

148 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Automatische beeldherkenning ATR<br />

Positioneernauwkeurigheid<br />

(TCA1102 / Standaard prisma,<br />

enkele statische ATR meting)<br />

Afstand<br />

Nauwkeurigheid<br />

Meettijd<br />

tot 300 m 3 mm 3sec<br />

> 300 m * 3 - 4<br />

* afhankelijk van de hoek meetnauwkeurigheid<br />

Te gebruiken prisma’s<br />

• Standaard prisma's Ja<br />

• Leica Mini prisma Ja<br />

• 360° Prisma Ja<br />

• 360° Leica Mini prisma Ja<br />

• Reflectietape Ja<br />

Speciale actieve prisma's niet<br />

noodzakelijk<br />

Herkenningsmethode<br />

• Videotechniek ja<br />

• EDM techniek nee<br />

Bereik<br />

(bij gemiddelde omstandigheden,<br />

zonder zichtonderbreking)<br />

standaard<br />

prisma<br />

Mini prisma<br />

360°<br />

reflector<br />

360°<br />

Mini prisma<br />

Reflectietape<br />

60 x 60<br />

ART<br />

Mode<br />

1000 m<br />

(3300 ft)<br />

500 m<br />

(1600 ft)<br />

600 m<br />

(2000 ft)<br />

350 m<br />

(1150 ft)<br />

65 m<br />

(200 ft)<br />

LOCK<br />

mode<br />

800 m<br />

(2600 ft)<br />

400 m<br />

(1300 ft)<br />

500 m<br />

(1600 ft)<br />

300 m<br />

(1000 ft)<br />

niet mogelijk<br />

Kortste meetbereik (360° prisma)<br />

• ATR 1.5 m<br />

• LOCK 5 m<br />

Draaisnelheid<br />

Positionering tot 50 gon/sec<br />

Draaisnelheid<br />

(LOCK mode)<br />

Volgen? Afstand Max. tang. snelheid<br />

Nee tot 20 m 5 m/sec<br />

Nee tot 100 m 25 m/sec<br />

Ja tot 20 m 3.5 m/sec<br />

Ja tot 100 m 18 m/sec<br />

Volgen? Afstand Max. radiale snelheid<br />

Ja 0 tot max.<br />

afstand<br />

4 m/sec.<br />

Beeldherkenning<br />

Typische zoekduur<br />

in zichtveld van de<br />

kijker<br />

Normale metingen<br />

= 2.5 sec + 1 sec<br />

positionering<br />

Zoekbereik 1°30'<br />

Zoekbereik met<br />

afstandbediening<br />

18° (20 gon)<br />

Kijkonderbreking Ja, kort<br />

149<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Technische gegevens


PowerSearch<br />

Bruikbare prisma's<br />

• Standaard prisma's ja<br />

• Miniprisma ja<br />

• 360º Prisma ja<br />

• 360° Miniprisma niet aanbevolen<br />

• Reflectietape nee<br />

Speciale actieve prisma's zijn niet<br />

nodig.<br />

Bereik*<br />

(onder gemiddelde condities zonder<br />

zichtonderbreking)<br />

Standaard prisma 200 m<br />

360º prisma** 200 m<br />

Miniprisma 100 m<br />

* Metingen aan de boven- of onderkant van<br />

de stralenbundel of onder slechte<br />

atmosferische omstandigheden kunnen het<br />

maximale bereik verminderen.<br />

** optimaal uitgelijnd<br />

Technische gegevens<br />

Beeldherkenning<br />

Kortste meetafstand 5 m<br />

Rotatiesnelheid tot 50 gon/sec<br />

Definieerbaar zoekgebied ja<br />

Zoekgebied 400 gon x 40 gon<br />

Typische zoektijd


Applicatieprogramma’s, vervolg<br />

Survey programs<br />

Oppervlakte +<br />

COGO +<br />

Verborgen punten +<br />

Locale achterwaartse insnijding +<br />

Referentielijn +<br />

Road Plus/File editor +<br />

Seriemeting +<br />

Polygonering +<br />

Auto Record +<br />

DTM uitzetten +<br />

Face Scan +<br />

Programmeerbaar +<br />

met programmeertaal GEOBASIC.<br />

Geen DOS op total station noodzakelijk.<br />

Verklaring van de tekens:<br />

+ : als optie verkrijgbaar<br />

TPS Advanced<br />

Alle standaardprogramma's,<br />

Oppervlakte,<br />

COGO,<br />

Locale achterwaartse insnijding,<br />

Referentielijn,<br />

Seriemeting,<br />

Polygonering<br />

TPS Expert<br />

Alle standaardprogramma's,<br />

TPS Advanced landmeetkundig<br />

pakket,<br />

DTM uitzetten<br />

Auto Record<br />

Verborgen punten<br />

Referentielijn<br />

Face Scan<br />

Schaalcorrectie (ppm)<br />

Door het invoeren van een schaalcorrectie,<br />

wordt rekening gehouden<br />

met reducties welke evenredig zijn<br />

voor de afstand (bijv. atmosferische<br />

correcties, reductie op zeeniveau of<br />

projectie).<br />

151<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Technische gegevens


Atmosferische correctie ∆∆∆∆∆D1<br />

De afstand wordt alleen juist weergegeven<br />

indien de ingevoerde ppm<br />

correctie (mm/km) correspondeert<br />

met de atmosferische omstandigheden<br />

op het tijdstip van de meting.<br />

De atmosferische correctie bevat<br />

correcties voor luchtdruk, temperatuur<br />

en relatieve vochtigheid.<br />

Indien de atmosferische correctie<br />

bepaalt dient te worden voor precisie<br />

afstandmetingen met een nauwkeurigheid<br />

van 1 ppm, dienen de<br />

volgende parameters opnieuw vastgesteld<br />

te worden: Temperatuur tot<br />

op1°C; luchtdruk tot op 3 millibar;<br />

relatieve luchtvochtigheid tot op 20%.<br />

Het is meestal voldoende om de<br />

atmosferische correctie over te<br />

nemen van de grafiek en deze in het<br />

instrument in te voeren.<br />

Technische gegevens<br />

De luchtvochtigheid beïnvloedt de<br />

afstandmeting indien het klimaat<br />

extreem heet en vochtig is.<br />

Voor precisie afstandmetingen dient<br />

de relatieve luchtvochtigheid te worden<br />

gemeten en tezamen met de<br />

luchtdruk en de temperatuur te worden<br />

ingevoerd.<br />

ppm<br />

+5<br />

+4<br />

100%<br />

+3<br />

80%<br />

60%<br />

+2<br />

40%<br />

+1<br />

+0<br />

20%<br />

-20 -10 0 10 20 30 40 50 °C<br />

Atmosferische correctie in mm/km<br />

(ppm), temperatuur in °C, relatieve<br />

luchtvochtigheid in %<br />

De waarde n voor de infrarood<br />

afstandmeter (golflengte 780nm) =<br />

1.0002830.<br />

Voor de zichtbare rode laser<br />

(golflengte 670nm), n = 1.0002859.<br />

De waarde n wordt berekend m.b.v.<br />

de formule van Barrel en Sears en is<br />

geldig voor luchtdruk p = 1013.25<br />

mbar, voor temperatuur t = 12°C en<br />

relatieve luchtvochtigheid h = 60%.<br />

Formule voor infrarood<br />

afstandmeter:<br />

∆D 1 = 283.04 -<br />

∆D 1 = 285.92 -<br />

0.29195 · p<br />

(1 + α · t)<br />

0.29492 · p<br />

(1 + α · t)<br />

4.126 · 10-4 · h<br />

· 10<br />

(1 + α · t)<br />

x<br />

Formule voor zichtbare rode laser:<br />

4.126 · 10-4 · h<br />

· 10<br />

(1 + α · t)<br />

x<br />

152 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Atmosferische correctie ∆∆∆∆∆D1, vervolg<br />

∆D 1 = atmosferische correctie<br />

[ppm]<br />

p = luchtdruk [mbar]<br />

t = temperatuur [°C]<br />

h = relatieve luchtvochtigheid [%]<br />

α = 1 / 273.16<br />

7.5 t<br />

x = + 0.7857<br />

237.3 + t<br />

Als de standaardwaarde van 60%<br />

relatieve luchtvochtigheid wordt gebruikt<br />

voor de afstandmeting, zal de<br />

maximale fout in de berekende<br />

atmosferische correctie 2 ppm<br />

(2 mm/km) zijn.<br />

Reductie op Zeeniveau ∆∆∆∆∆D2<br />

De waardes voor DD2 zijn altijd<br />

negatief en worden verkregen d.m.v.<br />

de volgende formule:<br />

∆D 2 = - H<br />

R<br />

∆D 2 = reductie op Zeeniveau [ppm]<br />

H = hoogte van de afstandmeter<br />

boven Zeeniveau [m]<br />

R = 6378 km<br />

Projectie vervorming ∆∆∆∆∆D3<br />

De grootte van de projectievervorming<br />

is in overeenstemming<br />

met de projectiemethode welke in<br />

een land gebruikt wordt en waar ook<br />

officiële tabellen beschikbaar zijn. De<br />

volgende formule is geldig voor<br />

cylindrische projecties, zoals die van<br />

Gauss-Krüger:<br />

∆D 3 = projectievervorming [ppm]<br />

X = noordelijke declinatie,<br />

afstand t.o.v. projectie nullijn<br />

met schaalfactor 1 [km]<br />

R = 6378 km<br />

In landen, waar de schaalfactor niet<br />

eensluidend is, kan deze formule niet<br />

direct worden toegepast.<br />

153<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Technische gegevens<br />

· 103<br />

∆D 3 = X2<br />

2R 2 · 10 6


Atmosferische correcties<br />

Atmosferische correctie in ppm met °C, mb, H (meter)<br />

bij een relatieve luchtvochtigheid van 60%<br />

Technische gegevens<br />

Atmosferische correctie in ppm met °F, inch Hg, H<br />

(Feet) bij een relatieve luchtvochtigheid van 60%<br />

154 TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Reductie formules<br />

ζ<br />

Instrument<br />

Zeeniveau<br />

Prisma<br />

1100Z36<br />

Hoogte meting<br />

Het instrument berekent de schuine<br />

afstand, horizontale afstand en het<br />

hoogteverschil in overeenstemming<br />

met de volgende formules. Met de<br />

aardkromming en het refractiecoëfficient<br />

(k = 0.13) wordt automatisch<br />

rekening gehouden. De<br />

berekende horizontale afstand is<br />

gerelateerd aan de instrumenthoogte<br />

en niet aan de prismahoogte.<br />

= D 0 · (1 + ppm · 10 -6 ) + mm<br />

= getoonde schuine afstand [m]<br />

D = ongecorrigeerde afstand [m]<br />

0<br />

ppm = schaalcorrectie [mm/km]<br />

mm = prismaconstante [mm]<br />

= Y - A · X · Y<br />

= X + B · Y 2<br />

= horizontale afstand [m]<br />

= hoogteverschil [m]<br />

Y = · |sin ζ |<br />

X = · cos ζ<br />

ζ = verticale randaflezing<br />

A =<br />

B =<br />

1 - k / 2<br />

R<br />

1 - k<br />

2R<br />

k = 0.13<br />

R = 6.37 · 10 6 m<br />

= 1.47 · 10 -7 [m -1 ]<br />

= 6.83 · 10 -8 [m -1 ]<br />

Bij het afstand meetprogramma<br />

"Middelen", worden de volgende<br />

waardes weergegeven:<br />

D = schuine afstand, rekenkundig<br />

gemiddelde van de metingen<br />

s = standaardafwijking van een<br />

afzonderlijke meting<br />

n = aantal metingen<br />

Deze waardes worden als volgt<br />

berekend:<br />

D = 1<br />

n<br />

· ∑n<br />

i = 1 D i<br />

∑ = som<br />

D = afzonderlijke meting<br />

i<br />

s = ∑n<br />

i = 1 (D - D)² i<br />

=<br />

n - 1<br />

∑n i = 1 Di n - 1<br />

De standaardafwijking S van de<br />

D<br />

rekenkundig gemiddelde afstand kan<br />

als volgt berekend worden:<br />

S = D s<br />

n<br />

155<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Technische gegevens<br />

² -<br />

(∑D i )²<br />

n


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

4<br />

2<br />

Trefwoordenlijst (index)<br />

A Absolute hoekwaarden ......................................... 88<br />

Accessoires .......................................................... 94<br />

Accu.................................................................... 147<br />

Afst. Dec. .............................................................. 99<br />

Afst. display ........................................................ 103<br />

Afst.Eenh. ............................................................. 99<br />

Afstand handmatig invoeren ................................. 76<br />

Afstandmetingen ................................................... 13<br />

Afstandsbedieningsmode RCS ............................. 17<br />

Alpha mode .......................................................... 98<br />

Atm.Lucht ........................................................... 100<br />

Atm.Temp ........................................................... 100<br />

Atmosferische correctie ................................71, 152<br />

ATR mode ............................................................. 15<br />

ATR nulpuntsfout .................................................. 41<br />

ATR-Mode (ATR+ / ATR-) ..................................... 86<br />

Automatische beeldherkenning ATR ............85, 149<br />

Autostart ............................................................... 99<br />

B Beschrijving van het systeem ............................... 12<br />

Bestandsbeheer ................................................. 107<br />

C Code informatie .................................................... 79<br />

Codelijst ........................................................50, 107<br />

Coderegel ............................................................110<br />

Codering ............................................................... 79<br />

Communicatiepoort .............................................. 83<br />

Communicatiepoort (GeoCOM) ........................... 83<br />

Compensator ................................................32, 101<br />

Controleren van de PC-Kaart ............................... 60<br />

Converteren gegevens ......................................... 56<br />

Coord. vol. .......................................................... 100<br />

Correcties voor de afstand (ppm) ......................... 71<br />

D Databeheer ........................................................... 51<br />

Databestand (Dbest) ............................................ 49<br />

Dataformaat ........................................................ 108<br />

Datum ................................................................... 98<br />

Datum form. .......................................................... 98<br />

Decimale posities ................................................. 99<br />

E Een codelijst kopiëren (COPIE) ............................ 51<br />

Elektromagnetische competabiliteit (EMC) ........... 25<br />

Elektronisch niveau .............................................. 28<br />

Elektronisch niveau (INSP.) .................................. 92<br />

Exc. Mode ........................................................... 105<br />

Externe voeding .................................................... 25<br />

156<br />

Trefwoordenlijst (index) TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Trefwoordenlijst (index), vervolg<br />

F Formaat met 8 of 16 karakters ........................... 108<br />

Formatteren van een geheugenkaart (FORMT) ... 59<br />

G Gebruikte symbolen ................................................ 4<br />

Geheugenconcept en data- communicatie ........... 19<br />

GeoBasic .............................................................. 19<br />

Geometrische correctie ........................................ 72<br />

Gereduceerde invoer van ppm waarden............... 73<br />

GEVAAR ................................................................. 4<br />

Gevoeligheid waterpas ....................................... 146<br />

GSI communicatie parameters ............................. 83<br />

GSI-parameters .................................................... 62<br />

H Handmatige invoer van coördinaten (INVR) ......... 56<br />

Hoek Dec. ............................................................. 99<br />

Hoekeenh ............................................................. 99<br />

Hoekmeting ........................................................ 146<br />

Horizontale collimatiefout...................................... 36<br />

Hz systeem ......................................................... 100<br />

Hz-Corr ............................................................... 101<br />

I Importeren puntgegevens (IMPOR)...................... 53<br />

Individueel puntnummer (INDIV / RUN)................ 79<br />

Inhoudsopgave ....................................................... 6<br />

Inleiding ................................................................ 10<br />

K Kiepasfout ............................................................. 38<br />

Kijker................................................................... 146<br />

Kijkerstand veranderen (III) .............................. 75<br />

L L.INT mode (L.INT+ / L.GO) ................................. 87<br />

Laatste puntnummer (L.Pt.) .................................. 76<br />

Laden van de accu ............................................... 23<br />

Laden van een configuratiebestand (LOAD)........ 95<br />

Laden van een systeem-parameterbestand ......... 96<br />

Langs- en dwarsinclinatie ..................................... 32<br />

LOCK mode .......................................................... 15<br />

LOCK mode (LOCK+ / LOCK-) ............................. 86<br />

157<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Trefwoordenlijst (index)<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


6<br />

0<br />

2<br />

1<br />

6<br />

5<br />

4<br />

2<br />

Trefwoordenlijst (index), vervolg<br />

M Meetbestand (Mbest) ............................................ 49<br />

Meetbestanden ................................................... 107<br />

Meetfuncties ......................................................... 66<br />

Meetprogramma ................................................... 68<br />

Meetregel .............................................................110<br />

Meetvoorbereiding ................................................ 22<br />

Meten & opslaan (REC) ........................................ 73<br />

Meten van afstanden en hoeken, afzonderlijk<br />

(DIST .................................................................... 74<br />

Meten van afstanden en hoeken, gelijktijdig ......... 75<br />

N Nieuw bestand maken (NIEUW)........................... 50<br />

Nieuwe codelijst maken (NIEUW) ........................ 51<br />

O On-line stand ........................................................ 84<br />

Onderhoud en opslag ..........................................119<br />

Opgeven toleranties.............................................. 94<br />

Ophoging van puntnummers .............................. 106<br />

Opslaan standplaatsgegevens (REC) .................. 75<br />

Opstellen van het instrument ................................ 27<br />

Oriëntering naar 1-punt......................................... 66<br />

Overzicht van de hoofdstukken .............................. 5<br />

P Plaatsbepalers (wildcards).................................... 55<br />

Plaatsing / vervanging van de accu ...................... 24<br />

PowerSearch ............................ 12, 15, 90, 136, 150<br />

Prisma constanten ............................. 143, 144, 145<br />

Prismatype ............................................................ 68<br />

Productidentificatie ................................................. 3<br />

Projectie vervorming ........................................... 153<br />

Puntcodering ..................................................80, 81<br />

Q Quick code.......................................................... 107<br />

R RCS communicatie parameters............................ 84<br />

Reductie op Zeeniveau ....................................... 153<br />

Refractiecorrectie ................................................. 73<br />

Registreerscherm (R-FRM) .................................. 60<br />

Relatieve hoekwaarden ........................................ 88<br />

Richten op het laatste punt (LTSTE) ..................... 77<br />

Richtpunt excentriciteit ......................................... 78<br />

158<br />

Trefwoordenlijst (index) TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl


Trefwoordenlijst (index), vervolg<br />

S Schaalcorrectie (ppm) ........................................ 151<br />

Schakelen tussen weergaveformaten (>DISP) ..... 78<br />

Sect. Hoek .......................................................... 102<br />

Sect. piep ............................................................ 102<br />

Selecteren / definiëren prisma's .....................70, 71<br />

Snelcodering (QCod+ / QCod-) ........................... 81<br />

Standaardcodering ............................................... 80<br />

Systeem parameters ............................................ 97<br />

Systeemfuncties ................................................... 49<br />

T Taal ....................................................................... 99<br />

Technische gegevens ......................................... 143<br />

Temperatuur ....................................................... 100<br />

Test afstandmeter (TEST) .................................... 71<br />

Testen en afstellen ................................................ 29<br />

Tijd ........................................................................ 98<br />

Tijd form................................................................ 98<br />

Toets piep ............................................................. 98<br />

U Uitschakeltijd ...................................................... 103<br />

Uitzetten.............................................................. 103<br />

V Veiligheidsaanwijzingen ...................................... 121<br />

Verhogen puntnummers ..................................... 106<br />

Verlichting ............................................................. 93<br />

Verticale collimatiefout .......................................... 34<br />

Verwijderen meetregel (Wis B) ............................. 76<br />

VOORZICHTIG....................................................... 4<br />

Voorzichtig .............................................................. 4<br />

VORIGE mode (VORIG) ....................................... 88<br />

W WAARSCHUWING ...........................................4, 23<br />

Waarschuwing ..................................................4, 23<br />

Weergave V ........................................................ 103<br />

Weergavescherm (W-FRM) ................................. 61<br />

Weergeven en importeren van puntgegevens<br />

(TOON) ................................................................. 54<br />

Weergeven en wijzigen GSI gegevens (ZOEK) .... 54<br />

Z Zoeklicht EGL ...............................................16, 148<br />

159<br />

TPS1100 - Gebruiksaanwijzing 2.2.1nl Trefwoordenlijst (index)<br />

6<br />

10<br />

12<br />

21<br />

26<br />

45<br />

84<br />

92


Leica Geosystems AG, Heerbrugg,<br />

Switzerland beschikt over een kwaliteitssysteem,<br />

dat voldoet aan de internationale<br />

standaard, voor Kwaliteitsmanagement en<br />

Kwaliteitssystemen (ISO standaard 9001)<br />

en Omgevings Management Systemen (ISO<br />

standaard 14001).<br />

710484-2.2.1nl<br />

Gedrukt in Zwitserland - Copyright Leica Geosystems AG,<br />

Heerbrugg, Zwitserland 2003<br />

Vertaling van de originele tekst (710476-2.2.1de)<br />

Total Quality Management -<br />

Our commitment to total customer<br />

satisfaction<br />

Meer informatie over ons TQM-programma is<br />

verkrijgbaar bij uw plaatselijke Leica<br />

Geosystems-leverancier.<br />

Leica Geosystems AG<br />

CH-9435 Heerbrugg<br />

(Switzerland)<br />

Phone +41 71 727 31 31<br />

Fax +41 71 727 46 73<br />

www.leica-geosystems.com

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!