Nitro Pro 8 | Gebruikershandleiding
Nitro Pro 8 | Gebruikershandleiding
Nitro Pro 8 | Gebruikershandleiding
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Gebruikershandleiding</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Inhoudsopgave<br />
Welkom bij <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 1<br />
Het gebruik van deze handleiding 1<br />
Snel de juiste informatie opzoeken 1<br />
Zoeken op trefwoorden: 1<br />
Online deelnemen 1<br />
Aan de slag met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 2<br />
De gebruikersinterface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 verkennen 3<br />
De gebruikersinterface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 3<br />
1 Menu Bestand 3<br />
2 Werkbalk Snelle toegang 3<br />
3 Linttabbladen 4<br />
4 Balk Zoeken 4<br />
5 Informatiebalk 4<br />
6 Documentvenster 4<br />
7 Functies voor in- en uitzoomen en paginaweergave 4<br />
8 Paginabesturingselementen 4<br />
9 Onderste navigatievensters 4<br />
10 Zijbalkvensters voor navigatie 5<br />
Sneltoetsen van het lint 6<br />
Sneltoetsen weergeven en gebruiken 6<br />
Software activeren 7<br />
Verklarende woordenlijst 7<br />
Een licentie voor <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kopen: 7<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 activeren: 7<br />
Automatische of online activering: 7<br />
Handmatige of offline activering: 7<br />
Compatibiliteit met andere applicaties 9<br />
Taken en gereedschappen 10<br />
PDF-bestand bekijken en navigeren 11<br />
PDF-bestand openen 12<br />
Een PDF-bestand openen 12<br />
Het menu Bestand 12<br />
Slepen en neerzetten 12<br />
Dubbelklikken of rechtsklikken 12<br />
Paginaweergave wijzigen 13<br />
Weergaveopties van het documentvenster wijzigen: 13<br />
Paginaweergave vergroten/verkleinen: 13<br />
De paginaweergave draaien: 14<br />
Zoomniveau instellen 15<br />
Het zoomgereedschap gebruiken: 15<br />
Het zoomniveau instellen met de paginabesturingselementen: 15<br />
Bladeren door het document 17<br />
Door de pagina's bladeren 17<br />
Pagina's door- of terugschuiven: 17<br />
Deelvensters voor navigatie 18<br />
Het deelvenster Pagina's 18<br />
i ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Het deelvenster Bladwijzers 19<br />
Het deelvenster Handtekeningen 19<br />
Het deelvenster Lagen 20<br />
Het deelvenster Lagen 21<br />
Het deelvenster Lagen weergeven: 21<br />
Een OCG-laag weergeven of verbergen: 21<br />
De standaardstatus van een laag herstellen: 21<br />
Structuur van lagen uitvouwen of samenvouwen: 21<br />
Het deelvenster Commentaar 22<br />
Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen: 22<br />
Het deelvenster Bijlagen 23<br />
Het deelvenster Bijlagen tonen of verbergen: 23<br />
Werken met bijlagen in het deelvenster Bijlagen: 23<br />
Het deelvenster Uitvoer 24<br />
Het deelvenster Uitvoer bekijken: 24<br />
De berichten in het deelvenster Uitvoer wissen: 24<br />
Tekst zoeken 25<br />
Tekst in een document zoeken 25<br />
Meerdere documenten parallel weergeven 26<br />
Het scherm in twee of meer delen splitsen: 26<br />
Een PDF-document tussen tabgroepen verplaatsen 26<br />
Een PDF-document met rechtsklikken naar een andere tabgroep verplaatsen: 26<br />
Een PDF-document naar een andere tabgroep slepen: 26<br />
Normale weergave herstellen: 27<br />
Voorbeeldweergave van uw PDF-bestanden 28<br />
PDF-bijlage in Microsoft Outlook bekijken 28<br />
PDF-bijlage in Outlook bekijken: 29<br />
PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken 29<br />
PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken: 29<br />
<strong>Nitro</strong> webbrowser-invoegtoepassing 30<br />
De <strong>Nitro</strong> webbrowser-invoegtoepassing gebruiken 30<br />
Functies van de <strong>Nitro</strong> webbrowser-invoegtoepassing: 30<br />
Ondersteunde webbrowsers 30<br />
<strong>Nitro</strong> PDF webbrowser-invoegtoepassing configureren 30<br />
Google Chrome configureren 30<br />
Microsoft Internet Explorer configureren 30<br />
Mozilla Firefox configureren 31<br />
Bestanden openen en opslaan in een WebDAV-locatie 32<br />
Een WebDAV-verbinding maken in Windows 7 of Vista 32<br />
Een WebDAV-verbinding maken in Windows XP 32<br />
Bestanden openen uit en opslaan naar een documentbeheersysteem (DMS) 33<br />
Een PDF-bestand maken 34<br />
Afdrukken naar <strong>Nitro</strong> PDF Creator 35<br />
Een document afdrukken naar <strong>Nitro</strong> PDF Creator 35<br />
Documenteigenschappen instellen 35<br />
PDF-document maken van een willekeurig bestand 36<br />
Een PDF-document maken: 36<br />
Aangepaste instellingen voor PDF 36<br />
ii ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
PDF/A-bestanden maken 38<br />
Over PDF/A 38<br />
PDF/A-1a en PDF/A-1b 38<br />
PDF/A-bestanden maken met de printer <strong>Nitro</strong> PDF Creator 38<br />
PDF/A-bestanden maken met de functie PDF - Van bestand 38<br />
PDF/A-bestanden maken met Microsoft Office 2007/2010-programma's 39<br />
PDF/A-bestanden maken met Microsoft Office 2003-programma's 39<br />
PDF/A-bestanden maken via een scanner 39<br />
Een PDF maken van het klembord of van schermopnamen 40<br />
Een PDF maken van een afbeelding op het klembord 40<br />
Geïntegreerde functie voor het maken van PDF's 41<br />
PDF maken met slepen en neerzetten 41<br />
Het bestand naar de snelkoppeling op het bureaublad slepen: 41<br />
Het bestand naar <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 slepen: 41<br />
PDF-document opslaan 42<br />
PDF-document opslaan 42<br />
Nieuwe versie van uw PDF-document maken met Opslaan als 42<br />
Wijzigingen afvlakken en opslaan als een PDF-bestand 43<br />
<strong>Nitro</strong> PDF CreatorVoorkeuren 44<br />
De voorkeuren openen voor<strong>Nitro</strong> PDF Creator: 44<br />
Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> PDF Creator Voorkeursinstellingen voor afdrukken 44<br />
<strong>Nitro</strong> PDF Creator 44<br />
Pagina's 45<br />
Eigenschappen van PDF 45<br />
PDF-beveiliging 46<br />
Microsoft Office-bestanden vanuit Microsoft Office-applicaties naar PDF converteren 47<br />
Instellingen van Microsoft Office-invoegtoepassingen 48<br />
De instellingen van Office-invoegtoepassingen wijzigen: 48<br />
Voor Microsoft Office 2007/2010: 48<br />
Voor Microsoft Office 2003-programma's: 48<br />
Overzicht van de instellingen van Office-invoegtoepassingen 48<br />
Microsoft Word-bestanden naar PDF converteren 50<br />
Microsoft Word 2007/2010 50<br />
Een PDF maken 50<br />
Een beveiligde PDF maken 50<br />
Een PDF/A-1b compatibele PDF maken 50<br />
De instellingen voor PDF-conversie wijzigen 50<br />
Microsoft Word 2003 50<br />
Microsoft Excel-bestanden naar PDF converteren 51<br />
Microsoft Excel 2007/2010 51<br />
Een PDF maken 51<br />
Een beveiligde PDF maken 51<br />
Een PDF/A-1b compatibele PDF maken 51<br />
De instellingen voor PDF-conversie wijzigen 51<br />
Microsoft Excel 2003 51<br />
Microsoft PowerPoint-bestanden naar PDF converteren 52<br />
Microsoft PowerPoint 2007/2010 52<br />
Een PDF maken 52<br />
iii ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Een beveiligde PDF maken 52<br />
Een PDF/A-1b compatibele PDF maken 52<br />
De instellingen voor PDF-conversie wijzigen 52<br />
Microsoft PowerPoint 2003 52<br />
Scannen en OCR 53<br />
PDF maken met de scanner 54<br />
Van papier naar PDF scannen: 54<br />
Instellingen voor beeldcomprimering 54<br />
Optische tekenherkenning (OCR) 55<br />
Verdere opties 55<br />
Instellingen voor beeldcompressie 56<br />
Opties voor beeldcompressie 56<br />
Kleur/grijswaarde 56<br />
Zwart/wit 56<br />
Kwaliteit 56<br />
OCR 57<br />
OCR-voorkeuren 58<br />
OCR-voorkeuren configureren 58<br />
Algemene OCR-voorkeuren 58<br />
Een papieren document scannen met OCR 60<br />
Een papieren document scannen met OCR: 60<br />
Een bestaande PDF scannen met OCR 61<br />
Een document scannen met OCR: 61<br />
Bepaalde pagina's in een document scannen met OCR: 61<br />
OCR-problemen oplossen 62<br />
Controleren en commentaar invoeren 63<br />
Notities toevoegen of bewerken 64<br />
Een notitie toevoegen: 64<br />
De eigenschappen van notities wijzigen: 64<br />
Standaardeigenschappen van notities 64<br />
Commentaar beantwoorden: 64<br />
Een notitie verwijderen: 65<br />
Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties 66<br />
Tekst markeren: 66<br />
Markering verwijderen: 66<br />
Markeringseigenschappen wijzigen: 66<br />
Een aantekening beantwoorden: 67<br />
Markering verwijderen: 67<br />
Commentaar beheren en bekijken 68<br />
Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen: 68<br />
Commentaar uitvouwen of samenvouwen: 68<br />
Commentaar verwijderen: 68<br />
Commentaar beantwoorden 69<br />
Commentaar beantwoorden: 69<br />
Commentaar sorteren 70<br />
Commentaar sorteren: 70<br />
Alle commentaar tonen of verbergen 71<br />
Commentaar uit meerdere bestanden samenvoegen 72<br />
iv ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Commentaar exporteren uit een feedbackbestand 72<br />
Commentaar van meerdere personen in één PDF importeren 72<br />
Commentaar samenvatten 73<br />
Commentaar samenvatten in PDF 73<br />
Commentaar samenvatten om af te drukken 73<br />
Voorkeuren voor afdrukken en samenvatten wijzigen 73<br />
Markeren met vormen en tekenfuncties 75<br />
Een lijn, pijl, rechthoek of ovaal toevoegen: 75<br />
Vrije vormen tekenen: 75<br />
Een toelichting aan een tekening toevoegen: 75<br />
De stijl of eigenschappen van een tekening wijzigen: 75<br />
Standaardopmaak voor de toelichtingen bij een tekening instellen: 76<br />
Een rechte lijn veranderen in een pijl: 76<br />
Een tekening verwijderen: 76<br />
Tekstvakken en toelichtingen 77<br />
Een tekstvak met commentaar toevoegen 77<br />
Tekst in een bestaand tekstvak bewerken 77<br />
De vormgeving van een tekstvak met commentaar wijzigen 77<br />
De plaats of het formaat van een tekstvak wijzigen 77<br />
De standaardvormgeving van tekstvakken instellen 78<br />
Een tekstvak verwijderen 78<br />
Bestanden als aantekeningen bijvoegen 79<br />
Een bestand als aantekening bijvoegen 79<br />
De weergave of eigenschappen van een bestandsbijlage wijzigen 79<br />
Een bestandsbijlage openen 79<br />
Een bestandsbijlage opslaan 79<br />
PDF-bestanden converteren 80<br />
PDF naar Microsoft Word converteren 81<br />
PDF naar Microsoft Word converteren 81<br />
PDF naar Microsoft Excel converteren 82<br />
PDF naar Microsoft Excel converteren 82<br />
PDF-bestanden naar afbeeldingen converteren 83<br />
PDF naar afbeelding converteren 83<br />
PDF naar Rich Text converteren 84<br />
PDF naar Rich Text converteren 84<br />
PDF naar onbewerkte tekst converteren 85<br />
PDF-bestand naar onbewerkte tekst converteren: 85<br />
Export-instellingen PDF naar Word en RTF 86<br />
Paginaopmaak 86<br />
Afbeeldingen 86<br />
Tabellen 87<br />
Kop- en voettekst 87<br />
Geavanceerd tekstherstel 87<br />
Tekst en afbeeldingen selecteren en kopiëren 88<br />
Een hele pagina tekst in een PDF-document kopiëren 88<br />
Tekst in een PDF-document selecteren 88<br />
Afbeeldingen in een document selecteren en kopiëren 88<br />
Een snapshot maken 89<br />
v ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Alle afbeeldingen ophalen 90<br />
Afbeeldingen ophalen uit PDF-bestanden 90<br />
Werken met formulieren 91<br />
Formulieren invullen en opslaan 92<br />
Digitaal formulier met interactieve velden invullen: 92<br />
Formulier opslaan: 92<br />
Een formulier terugzetten: 93<br />
Handtekening stempelen met QuickSign 94<br />
Uw handtekening voorbereiden 94<br />
QuickSign-handtekening maken in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 94<br />
Uw handtekening op de pagina stempelen met QuickSign 94<br />
Uw handtekeningen beheren: 95<br />
Formulieren 96<br />
Formuliervoorkeuren 96<br />
Formuliervoorkeuren bewerken 96<br />
Formulieren opstellen 97<br />
Een formulierveld toevoegen 97<br />
Een formulierveld bewerken 97<br />
Gereedschappen voor formuliervelden 98<br />
Formulierveldkenmerken 99<br />
Algemeen 99<br />
Vormgeving 99<br />
Actie 100<br />
Een tekstveld maken 101<br />
Een tekstveld toevoegen: 101<br />
Een tekstveld bewerken: 102<br />
Een veld voor een selectievakje maken 103<br />
Een veld voor een selectievakje toevoegen 103<br />
Een formulierveld voor een selectievakje bewerken 103<br />
Een veld voor een keuzerondje toevoegen 104<br />
Een keuzerondje toevoegen: 104<br />
Een veld met een keuzerondje bewerken: 104<br />
Een veld voor een keuzelijst met invoervak maken 105<br />
Een veld voor een keuzelijst met invoervak toevoegen 105<br />
Een formulierveld voor een keuzelijst met invoervak bewerken 105<br />
Een keuzelijstveld maken 106<br />
Een keuzelijstveld toevoegen 106<br />
Een keuzelijstveld voor een formulier bewerken 106<br />
Een knopveld maken 107<br />
Een knopveld toevoegen 107<br />
Een formulierveld voor een knop bewerken 107<br />
Een veld voor een digitale handtekening maken 108<br />
Een nieuw formulierveld voor een digitale handtekening maken 108<br />
Een formulierveld voor een digitale handtekening bewerken 108<br />
Meerdere velden maken 109<br />
Een batch gelijke velden maken 109<br />
Tabvolgorde instellen 110<br />
De tabvolgorde instellen 110<br />
vi ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Meerdere velden bewerken, uitlijnen en indelen 111<br />
De vormgeving van meerdere velden bewerken 111<br />
De uitlijning en ruimte tussen formuliervelden instellen 111<br />
Formuliervelden op een raster uitlijnen 112<br />
Het raster tonen of verbergen 112<br />
Uitlijnen op raster in- of uitschakelen 112<br />
Rasterweergave aanpassen 112<br />
Eenheden en rastervoorkeuren 112<br />
Vormgevingsinstellingen voor formuliervelden opnieuw gebruiken 113<br />
Een vormgeving maken voor een formulierveld 113<br />
Een vormgeving toepassen op een formulierveld 113<br />
Formuliergegevens importeren en exporteren 114<br />
Gegevens uit een PDF-document exporteren 114<br />
Gegevens in een PDF-document importeren 114<br />
Formuliergegevens opnieuw instellen 115<br />
Formuliergegevens opnieuw instellen 115<br />
Uw eigen resetknop maken 115<br />
Formuliergegevens verzenden 116<br />
Een verzendknop maken 116<br />
Velden tonen of verbergen 117<br />
Velden tonen/verbergen 117<br />
Veldgegevens berekenen 118<br />
Een berekening opstellen 118<br />
JavaScript 119<br />
JavaScripts zoeken 120<br />
Veldscripts 120<br />
JavaScript-console 120<br />
Documentacties 120<br />
JavaScripts op documentniveau 120<br />
JavaScripts op mapniveau 121<br />
JavaScripts kopiëren en plakken 122<br />
JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken 123<br />
JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken 123<br />
JavaScript op documentniveau 124<br />
Een JavaScript op documentniveau schrijven 124<br />
Aangepast JavaScript voor berekening toevoegen of bewerken 125<br />
Een berekeningsscript schrijven 125<br />
Vereenvoudigde veldnotaties toevoegen 126<br />
Een vereenvoudigde veldnotatie toevoegen 126<br />
De JavaScript-console gebruiken 127<br />
De JavaScript-console gebruiken 127<br />
Uitvoer- en JavaScript-fouten weergeven 128<br />
Het deelvenster Uitvoer openen 128<br />
Ondersteunde JavaScript-objecten 129<br />
App-object 130<br />
Color-object 131<br />
Console-object 132<br />
Event-object 133<br />
vii ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Field-object 134<br />
Global-object 137<br />
Identity-object 138<br />
Link-object 139<br />
This-object 140<br />
Util-object 141<br />
OCG-object 142<br />
Eigenschappen en methoden 142<br />
Voorbeeld: 142<br />
Bewerken 143<br />
Tekst 143<br />
Afbeeldingen 143<br />
Bestanden 143<br />
Verwante informatie 143<br />
Tekst toevoegen of bewerken 144<br />
Tekst toevoegen: 144<br />
Slimme uitlijning 145<br />
Tekst bewerken: 145<br />
Tekst verplaatsen 145<br />
Een alinea of afbeelding verwijderen: 145<br />
Tekst afvlakken 145<br />
Kop- en voettekst 147<br />
Alle beheerde kop- en voetteksten weergeven 147<br />
<strong>Pro</strong>fielen beheren en het menu Toepassen op document configureren 147<br />
Nieuwe koptekst of voettekst aan een profiel toevoegen 147<br />
Een kop- of voettekstprofiel importeren of exporteren 148<br />
Kop- of voettekst in uw PDF-document invoegen 148<br />
Alle kop- en voettekst uit een document verwijderen 148<br />
Watermerken en achtergronden 149<br />
Alle beheerde watermerken weergeven 149<br />
<strong>Pro</strong>fielen beheren en het menu Toepassen op document configureren 149<br />
Een nieuw watermerk of nieuwe achtergrond aan een profiel toevoegen 149<br />
Een watermerkprofiel importeren of exporteren 150<br />
Een watermerk of achtergrond in een PDF-document invoegen 150<br />
Alle watermerken en achtergronden uit een document verwijderen 150<br />
Bates-nummers 152<br />
Bates-nummers aan een PDF toevoegen 152<br />
Bates-nummers aan een reeks PDF-bestanden toevoegen 152<br />
Bestanden bijvoegen 153<br />
Een bestand op documentniveau bijvoegen 153<br />
Afbeeldingen 154<br />
Een afbeelding invoegen 155<br />
Afbeeldingen invoegen: 155<br />
Een afbeelding ophalen 156<br />
Een afbeelding ophalen 156<br />
Afbeeldingen verwijderen 157<br />
Een afbeelding verwijderen 157<br />
Meerdere afbeeldingen selecteren 157<br />
viii ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Afbeeldingen rangschikken 158<br />
Afbeeldingen rangschikken 158<br />
Afbeeldingen vergroten/verkleinen en bijsnijden 159<br />
De grootte van afbeeldingen wijzigen 159<br />
Een afbeelding bijsnijden 159<br />
De kleurruimte van afbeeldingen wijzigen 160<br />
De kleurruimte van een afbeelding wijzigen 160<br />
Afbeeldingen vervangen 161<br />
Een afbeelding vervangen 161<br />
PDF-bestanden optimaliseren 162<br />
Een PDF-document optimaliseren 162<br />
Instellingen voor beeldoptimalisatie 163<br />
Comprimeren 163<br />
Verkleinen 163<br />
Beschikbare instellingen voor beeldoptimalisatie 163<br />
Web 163<br />
Kantoorkwaliteit 163<br />
<strong>Pro</strong>fessionele kwaliteit 164<br />
Zoveel mogelijk als origineel 164<br />
Afbeeldingen ongewijzigd laten 164<br />
Aangepast 164<br />
Documenteigenschappen 165<br />
Documenteigenschappen weergeven 165<br />
Documentinformatie en metagegevens 166<br />
Documentinformatie of metagegevens toevoegen of bewerken 166<br />
Eigen metagegevensvelden toevoegen of bewerken 166<br />
Documentbeveiliging 167<br />
De beveiliging van een bestand weergeven 167<br />
Lettertypen 168<br />
Bekijken welke lettertypen in een document zijn gebruikt 168<br />
Eigenschappen Eerste weergave 169<br />
Eigenschappen voor eerste weergave instellen 169<br />
Redactie 170<br />
Markeren voor redactie 170<br />
Tekst markeren voor redactie 170<br />
Een afbeelding markeren voor redactie 171<br />
Pagina's markeren voor redactie 171<br />
Markeringen op pagina's herhalen 171<br />
Een redactiemarkering verwijderen 172<br />
Redacties toepassen 172<br />
Redactie-eigenschappen instellen 172<br />
Redactiecodes 172<br />
Zoeken en redigeren 174<br />
Metagegevens verwijderen 175<br />
Redenen voor het verwijderen van metagegevens 175<br />
Metagegevens verwijderen 175<br />
Koppelingen 176<br />
Een koppeling toevoegen 177<br />
ix ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Een koppeling aan een PDF-document toevoegen 177<br />
Koppelingen bewerken 178<br />
De vormgeving van koppelingen in PDF-documenten bewerken 178<br />
Een standaardstijl voor koppelingen instellen 178<br />
Koppelingen uitlijnen, vergroten/verkleinen en verplaatsen 178<br />
De plaats en eigenschappen van koppelingen vergrendelen en ontgrendelen 178<br />
Koppelingen verwijderen 179<br />
Automatische paginakoppelingen 180<br />
Paginakoppelingen maken 180<br />
Webkoppelingen van URL's maken 181<br />
Actieve webkoppelingen maken 181<br />
Automatisch trefwoordkoppelingen maken 182<br />
Trefwoordkoppelingen maken 182<br />
Bladwijzers 183<br />
Bladwijzers in een PDF-document bekijken 183<br />
Een PDF-document zodanig configureren dat het met het deelvenster Bladwijzers wordt<br />
geopend 183<br />
Bladwijzers bekijken en gebruiken 184<br />
Het deelvenster Bladwijzers openen 184<br />
Het lettertype in het deelvenster Bladwijzers vergroten of verkleinen 184<br />
Een bladwijzer maken 185<br />
Een bladwijzer aan een PDF-document toevoegen 185<br />
Een kop of tekst als bladwijzer instellen 185<br />
Automatisch bladwijzers maken 186<br />
Automatisch bladwijzers maken 186<br />
Bladwijzerkenmerken selecteren 186<br />
Tekstmaskers 187<br />
. 187<br />
^ 187<br />
$ 188<br />
[ ] 188<br />
[^] 188<br />
\ 188<br />
* 189<br />
+ 189<br />
? 189<br />
( ) 189<br />
| 189<br />
Bladwijzers bewerken 190<br />
De actie van een bladwijzer instellen 190<br />
Een bladwijzer verwijderen 190<br />
Alle bladwijzers verwijderen 190<br />
De naam van een bladwijzerlabel wijzigen 190<br />
De weergave van bladwijzers wijzigen 190<br />
De volgorde van bladwijzers wijzigen 191<br />
Bladwijzers groeperen 191<br />
Beveiliging 192<br />
x ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Wachtwoordbeveiliging 192<br />
Certificaatbeveiliging 192<br />
De beveiliging van een bestand weergeven 192<br />
Instellingen voor bevoegdheden 193<br />
Wachtwoordbeveiliging 194<br />
PDF-bestanden beveiligen met een wachtwoord 194<br />
Wachtwoordbeveiliging beheren 194<br />
Wachtwoordbeveiliging toepassen met een specifiek profiel 194<br />
Certificaatbeveiliging 196<br />
PDF-bestanden beveiligen met een certificaat 196<br />
Certificaatbeveiliging beheren 196<br />
Certificaatbeveiliging toepassen met een specifiek profiel 197<br />
Beveiligingsprofielen 198<br />
Uw beveiligingsprofielen weergeven 198<br />
Een nieuw beveiligingsprofiel toevoegen 198<br />
Een beveiligingsprofiel bewerken 198<br />
Een beveiligingsprofiel verwijderen 198<br />
JavaScript-beveiliging 199<br />
JavaScript uitschakelen 199<br />
Digitale id's 200<br />
Digitale id's beheren 201<br />
Een digitale id maken: 201<br />
Een digitale id importeren: 201<br />
Een digitale id exporteren: 201<br />
Een digitale id via e-mail exporteren: 201<br />
Vertrouwde contacten beheren 203<br />
Een vertrouwd contact toevoegen: 203<br />
Een contact-id exporteren: 203<br />
Openbare sleutelcertificaten uitwisselen: 203<br />
Digitale handtekeningen 204<br />
Documenten digitaal ondertekenen 205<br />
Een document digitaal ondertekenen 205<br />
De vormgeving van handtekeningen aanpassen 206<br />
Een nieuwe digitale handtekening maken 206<br />
De vormgeving van een digitale handtekening bewerken 206<br />
Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren 207<br />
Deelvenster Handtekeningen 207<br />
Statuspictogrammen voor PDF-documenten 207<br />
Handtekeningen en certificaten op de pagina van een PDF-document bekijken 207<br />
PDF-bestanden certificeren 209<br />
Redenen voor het certificeren van een document 209<br />
Een PDF-document certificeren 209<br />
Handtekening met digitale tijdstempel 211<br />
Instellingen van digitale tijdstempel beheren 211<br />
Invoegtoepassingen van partnerprogramma's 212<br />
Evernote 213<br />
Evernote instellen: 213<br />
Naar Evernote verzenden 213<br />
xi ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
PDF-bestand naar Evernote verzenden: 213<br />
Geselecteerde tekst naar Evernote verzenden: 213<br />
Afbeelding naar Evernote verzenden: 213<br />
De gebruikersinterface aanpassen 214<br />
De werkbalk Snelle toegang 215<br />
Een knop aan de werkbalk Snelle toegang toevoegen: 215<br />
Een knop van de werkbalk Snelle toegang verwijderen: 215<br />
De werkbalk Snelle toegang verplaatsen: 215<br />
Geavanceerde configuratie van de werkbalk Snelle toegang 215<br />
Het lint minimaliseren 217<br />
Het lint minimaliseren: 217<br />
Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen 218<br />
Bestanden samenvoegen in PDF 219<br />
Bestanden samenvoegen in PDF vanuit een map of vanaf het bureaublad 219<br />
Bestanden in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> samenvoegen in PDF 219<br />
Pagina's opstellen 220<br />
U kunt op een van de volgende manieren toegang krijgen tot de functies voor het rangschikken<br />
van pagina's: 220<br />
Pagina's bijsnijden of vergroten/verkleinen 221<br />
Pagina's bijsnijden met de functie Bijsnijden 221<br />
Pagina's draaien 222<br />
Een PDF-document tijdelijk draaien tijdens weergave 222<br />
Pagina's in een PDF permanent draaien 222<br />
Pagina's ophalen 223<br />
Pagina's ophalen 223<br />
Pagina's verwijderen 224<br />
Pagina's verwijderen met de functie Pagina's verwijderen 224<br />
Pagina's verwijderen via het deelvenster Pagina's 224<br />
Pagina's in een andere volgorde zetten 225<br />
De volgorde van pagina's wijzigen in het deelvenster Pagina's 225<br />
Pagina's invoegen 226<br />
Pagina's in een PDF invoegen 226<br />
Pagina's splitsen 227<br />
Navigatieproblemen voorkomen 227<br />
Splitsen in groepen pagina's 228<br />
Een PDF in groepen pagina's splitsen 228<br />
Splitsen op bladwijzers 229<br />
Splitsen op bladwijzers 229<br />
Splitsen op paginabereik 230<br />
Splitsen op paginabereik 230<br />
Toegankelijkheid 232<br />
Tekst naar spraak 232<br />
Tekst naar spraak starten en stoppen: 232<br />
Tekst naar spraak pauzeren en hervatten: 232<br />
De vorige of volgende alinea laten voorlezen: 232<br />
De huidige alinea herhalen: 232<br />
Tekst naar spraak in Windows configureren: 232<br />
xii ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
PDF-documenten afdrukken 234<br />
Een PDF-document afdrukken: 234<br />
PDF-documenten per e-mail verzenden 235<br />
PDF als e-mailbijlage verzenden 235<br />
Ongedaan maken en Opnieuw 236<br />
Handeling ongedaan maken: 236<br />
Meerdere handelingen tegelijk ongedaan maken: 236<br />
Ongedaan gemaakte handeling opnieuw uitvoeren: 236<br />
Meerdere handelingen tegelijk opnieuw uitvoeren: 236<br />
Voorkeuren 237<br />
De voorkeuren openen: 237<br />
Uitleg van de voorkeursinstellingen 237<br />
Commentaar: Pop-upnotities 237<br />
Commentaar: Afdrukken en samenvatten 237<br />
Conversie: Afbeeldingen ophalen 238<br />
Conversie: Onbewerkte tekst 238<br />
Conversie: Word en Rich Text Pagina-indeling 238<br />
Conversie: Word en Rich Text Afbeeldingen 239<br />
Conversie: Word en Rich Text Tabellen 239<br />
Conversie: Word en Rich Text Kop- en voettekst 239<br />
Conversie: Excel 239<br />
Conversie: Geavanceerd tekstherstel 239<br />
PDF maken van HTML 239<br />
PDF maken van Microsoft Excel 240<br />
PDF maken van Microsoft PowerPoint 240<br />
PDF maken van Microsoft Publisher 240<br />
PDF maken van Microsoft Word 240<br />
Digitale handtekening: Vormgeving 240<br />
Digitale handtekening Tijdstempelservers 240<br />
Formulieren 240<br />
Algemeen 241<br />
Identiteit 241<br />
Interface 241<br />
Internettoegang 242<br />
JavaScript 242<br />
Paginaweergave: 243<br />
Invoegtoepassingsbeheer: 243<br />
OCR 243<br />
QuickSign 244<br />
Eenheden en raster 244<br />
Help-opties 245<br />
De groepen in het tabblad Help 245<br />
Help 245<br />
Online support 245<br />
<strong>Pro</strong>duct 245<br />
Demo verlopen (verschijnt alleen als <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 niet is geactiveerd) 245<br />
Licentieverlening (verschijnt alleen als <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 is geactiveerd) 245<br />
Onverwachte afsluiting 246<br />
xiii ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Storingsrapport 246<br />
AutoHerstel bij storing 246<br />
Learning Center 247<br />
Het dialoogvenster Learning Center openen 247<br />
Het venster Learning Center niet weergeven wanneer <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> wordt geopend 247<br />
Online-Help 248<br />
Support-functies 249<br />
Technische gegevens verzamelen 249<br />
De printer <strong>Nitro</strong> PDF Creator opnieuw installeren 249<br />
Microsoft Office-invoegtoepassingen bijwerken 249<br />
Bijlage 250<br />
Aantekeningenlaag en inhoudslaag 251<br />
Voorbeelden 251<br />
Tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatsen 252<br />
Afdrukopties 252<br />
Ingesloten lettertypen 253<br />
Lettertypen insluiten 253<br />
Licenties en activering 254<br />
Wat is activering? 254<br />
Waar staat mijn serienummer ? 254<br />
Notaties van het serienummer: 254<br />
xiv ©<strong>Nitro</strong>
Welkom bij <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
Het gebruik van deze handleiding<br />
Deze gebruikershandleiding bevat een reeks taakgerichte onderwerpen, waarin de verschillende<br />
manieren worden beschreven waarmee u met gebruik van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 met PDF-bestanden kunt werken.<br />
De handleiding is verdeeld in drie hoofdstukken, of stappen, om u te helpen zo snel mogelijk aan de gang<br />
te kunnen met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
1. Aan de slag met<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8: activeer uw licentie en leer de verschillende aspecten van de<br />
gebruikersinterface kennen.<br />
2. Taken en gereedschappen: gedetailleerde informatie over het gebruik van alle functies van <strong>Nitro</strong><br />
<strong>Pro</strong> 8 en hoe specifieke taken in uw PDF-bestanden worden uitgevoerd.<br />
3. Help-opties: informatie over de verschillende manieren waarop u met uw PDF-bestanden kunt<br />
werken en hoe hoe hulp kunt krijgen als er problemen optreden. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
Snel de juiste informatie opzoeken<br />
Voor gedetailleerde informatie over een bepaalde functie in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u deze handleiding<br />
doorzoeken met gebruik van trefwoorden. Bijvoorbeeld: als u meer wilt weten over het beveiligen van uw<br />
PDF-bestanden, zoekt u naar de trefwoorden 'beveiliging' of 'wachtwoord' om snel de juiste informatie te<br />
vinden.<br />
Zoeken op trefwoorden:<br />
l PDF van de gebruikershandleiding: druk op Ctrl+F op uw toetsenbord en typ een trefwoord of<br />
zin in het zoekvenster.<br />
l <strong>Gebruikershandleiding</strong> in de software: klik op het tabblad Zoeken en typ een trefwoord of zin.<br />
Online deelnemen<br />
<strong>Nitro</strong> moedigt actieve deelname van gebruikers aan en luistert naar uw feedback. Bezoek het online<br />
forum via het tabblad Help en leer van de ervaringen van andere gebruikers van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8, of wissel tips<br />
uit met gebruikers die gelijksoortig werk uitvoeren in hun PDF-bestanden.<br />
Ga naar http://forums.nitropdf.com/ als u aan het forum wilt deelnemen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1 ©<strong>Nitro</strong>
Aan de slag met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
Selecteer een van de volgende onderwerpen om aan de slag te gaan met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8:<br />
l De gebruikersinterface verkennen<br />
l Sneltoetsen van het lint<br />
l Compatibiliteit met andere applicaties<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
2 ©<strong>Nitro</strong>
De gebruikersinterface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 verkennen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 beschikt over krachtigere gereedschappen maar is tegelijkertijd makkelijker te gebruiken dan<br />
eerdere versies. De functies zijn op taak gegroepeerd in tabbladen en zijn dus makkelijk te vinden, zodat u<br />
meteen met uw PDF-bestand aan de slag kunt zonder te hoeven zoeken.<br />
De gebruikersinterface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
De gebruikersinterface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 verdeeld in 10 hoofdgebieden. Hieronder worden de verschillende<br />
gedeelten kloksgewijs beschreven, beginnend bij het menu Bestand:<br />
1 Menu Bestand<br />
Het menu Bestand bevat algemene opdrachten voor het openen, opslaan, afdrukken, optimaliseren en<br />
verzenden van een PDF-bestand.<br />
2 Werkbalk Snelle toegang<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
De werkbalk Snelle toegang kan volledig naar wens worden aangepast met de besturingselementen die u<br />
het meest gebruikt. Zo zijn ze altijd beschikbaar, ook als u naar andere linttabbladen gaat.<br />
Raadpleeg De werkbalk Snelle toegang voor verdere informatie.<br />
3 ©<strong>Nitro</strong>
3 Linttabbladen<br />
Het lint in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 is ontwikkeld met het oog op intuïtief gebruiksgemak voor iedereen die bekend is<br />
met Microsoft Office 2010. Hierin zijn sets van functies gegroepeerd op basis van de taak die zij uitvoeren.<br />
Als u bijvoorbeeld commentaar en notities aan een PDF wilt toevoegen, selecteert u in het tabblad Home<br />
in de groep Gereedschappen de optie Notitie toevoegen of Tekstmarkering.<br />
Raadpleeg Notities toevoegen of bewerken, Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties en<br />
Het lint minimaliseren voor verdere informatie.<br />
4 Balk Zoeken<br />
Met de balk Zoeken kan snel naar bepaalde trefwoorden of woordgroepen in uw PDF-bestand worden<br />
gezocht. De zoekbewerking kan verder worden beperkt tot Hoofdlettergevoelig of Alleen hele woorden.<br />
Raadpleeg Tekst zoeken voor verdere informatie.<br />
5 Informatiebalk<br />
De informatiebalk verschijnt automatisch wanneer speciale functies van een PDF-bestand uw aandacht<br />
vereisen. Als een document bijvoorbeeld gecodeerd is of interactieve formuliervelden bevat, wordt deze<br />
informatie in de informatiebalk weergegeven zodra u het document opent.<br />
6 Documentvenster<br />
Voor het bekijken en bewerken van PDF-bestanden wordt het documentvenster gebruikt. In dit venster<br />
kunt u met meerdere documenten werken door gebruik te maken van tabbladen (zoals in de meeste<br />
webbrowsers), die in horizontale of verticale tabgroepen kunnen worden gerangschikt.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden in: Meerdere documenten in parallelle weergave bekijken.<br />
7 Functies voor in- en uitzoomen en paginaweergave<br />
Met gebruik van deze functies kunt u snel de weergave van het PDF-bestand vergroten of verkleinen. U<br />
kunt het zoomniveau instellen met gebruik van de schuifregelaar of door het gewenste percentage op te<br />
geven (max. 6400%). Met de besturingselementen voor paginaweergave kunt u opgeven hoeveel pagina's<br />
tegelijk op het scherm worden weergegeven.<br />
Raadpleeg Zoomniveau instellen en Paginaweergave wijzigen voor verdere informatie.<br />
8 Paginabesturingselementen<br />
Met deze knoppen kunt u door de pagina's van uw PDF-document bladeren, rechtstreeks naar de eerste<br />
of laatste pagina van het document gaan, of de eerder bekeken weergaven voor- of achteruit doorlopen.<br />
Raadpleeg voor meer informatie PDF-bestand bekijken en navigeren.<br />
9 Onderste navigatievensters<br />
Dit is een reeks deelvensters horizontaal langs de onderkant van het <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8-hoofdvenster. Deze<br />
navigatievensters zijn contextgevoelig en worden uitsluitend weergegeven als er informatie is die moet<br />
worden weergegeven:<br />
l Commentaar: biedt een gestructureerde wijze voor het bekijken, sorteren, beantwoorden en<br />
verwijderen van aantekeningen in een PDF-bestand.<br />
l Bijlagen: biedt een gestructureerde wijze voor het bekijken, openen, opslaan, toevoegen en<br />
verwijderen van bijlagen in een PDF-bestand.<br />
l Uitvoer: verschijnt als uw aandacht vereist is voor JavaScript- of systeemberichten.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
4 ©<strong>Nitro</strong>
Raadpleeg Het deelvenster Commentaar, Het deelvenster Bijlagen en Het deelvenster Uitvoer voor<br />
verdere informatie.<br />
10 Zijbalkvensters voor navigatie<br />
Dit is een reeks deelvensters verticaal langs de zijkant van het <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8-hoofdvenster. Deze<br />
navigatievensters zijn contextgevoelig en worden uitsluitend weergegeven als er informatie is die moet<br />
worden weergegeven:<br />
l Pagina's: geeft miniaturen weer van alle pagina's in een PDF-bestand en bevat tevens een<br />
contextmenu met functies voor het invoegen en bewerken van pagina's, die bereikbaar zijn door<br />
met de rechtermuisknop te klikken.<br />
l Zoeken en redigeren: hiermee kunt u trefwoorden en woordgroepen in een PDF-bestand zoeken<br />
en redigeren.<br />
l Bladwijzers: geeft de structuur van de bladwijzers in een PDF-bestand weer en biedt de<br />
mogelijkheid bladwijzers te maken, te verwijderen en een andere naam te geven.<br />
l Handtekeningen: geeft de digitale handtekeningen in een PDF-bestand weer, met voor iedere<br />
handtekening alle informatie en de geldigheidsstatus.<br />
l Lagen: hiermee kunt u omschakelen tussen OCT-lagen (Optional Content Group), indien deze in<br />
een PDF-bestand aanwezig zijn.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Raadpleeg voor meer informatie Deelvensters voor navigatie, Het deelvenster Lagen en Redactie.<br />
5 ©<strong>Nitro</strong>
Sneltoetsen van het lint<br />
Net als in de meeste programma's hebben alle opdrachten en gereedschappen op de linttabbladen<br />
corresponderende sneltoetsen voor snelle activering. U kunt de beschikbare sneltoetsen (inclusief de<br />
toetsen voor opdrachten op het actieve tabblad) gemakkelijk weergeven, zodat u ze snel uit uw hoofd<br />
kunt leren.<br />
Sneltoetsen weergeven en gebruiken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Druk op de toets Alt. Op elke opdracht in de huidige weergave ziet u de letter voor de<br />
bijbehorende sneltoets.<br />
2. Druk op de letter voor de gewenste opdracht.<br />
3. Afhankelijk van de toets waarop u drukt, worden mogelijk meer sneltoetsen weergegeven. Als u<br />
bijvoorbeeld op R drukt, wordt het tabblad Controleren weergegeven, met de sneltoetsen voor de<br />
functies in dat tabblad.<br />
6 ©<strong>Nitro</strong>
Software activeren<br />
Als u <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 wilt blijven gebruiken nadat de demoperiode is verlopen, moet u een licentie kopen.<br />
Deze licentie moet op uw computer worden geactiveerd. De activering koppelt softwarelicentie aan de<br />
computer waarop deze is geïnstalleerd, zodat u zeker weet dat u een officieel <strong>Nitro</strong>-product heeft<br />
aangeschaft.<br />
Verklarende woordenlijst<br />
In dit onderwerp worden de volgende termen gebruikt:<br />
l Serienummer: een uniek nummer dat is toegewezen aan uw licentie voor <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
l Activering: een softwareproces waarbij de authenticiteit van uw geïnstalleerde versie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong><br />
8 wordt gevalideerd, om te voorkomen dat de software door andere personen op andere<br />
computers kan worden gebruikt (het aantal keer dat het serienummer kan worden geactiveerd, is<br />
afhankelijk van het type licentie dat u heeft gekocht).<br />
l Computer-id: een uniek nummer ter identificatie van hardware, dat is afgeleid uit de fysieke<br />
componenten van uw computer.<br />
l Installatie-id: een uniek identificatienummer dat is afgeleid uit een combinatie van uw serienummer<br />
en computer-id.<br />
l Deactivering: het proces waarbij het serienummer als het ware wordt losgekoppeld van uw<br />
computer, zodat u <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 op een andere computer kunt installeren.<br />
Een licentie voor <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kopen:<br />
1. Klik op Nu online kopen in het tabblad Help.<br />
2. Volg de instructies op het scherm om een licentie te kopen en een serienummer te verkrijgen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 activeren:<br />
Automatische of online activering:<br />
1. Ga in het tabblad Help naar de groep <strong>Pro</strong>duct.<br />
2. Klik op Info over <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong>.<br />
3. Klik op Activeren.<br />
4. Voer uw serienummer in het tekstvak in en klik op Activeren.<br />
5. In het dialoogvenster voor activering wordt een melding weergegeven dat de licentie is<br />
geactiveerd.<br />
OPMERKING: Als u de licentie wilt deactiveren, volgt u de bovenstaande stappen en klikt u op<br />
Deactiveren wanneer u hierom wordt gevraagd.<br />
Handmatige of offline activering:<br />
1. Ga in het tabblad Help naar de groep <strong>Pro</strong>duct.<br />
2. Klik op Info over <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong>.<br />
3. Klik op Activeren.<br />
4. Klik op Geavanceerd en vervolgens op Handmatig.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
7 ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
5. Ga op een computer met internetverbinding naar http://www.nitropdf.com/activation.<br />
6. Klik op Website voor handmatige activering bezoeken en let op het adres van de website (URL)<br />
die wordt geopend.<br />
7. Voer uw serienummer in op de hiervoor bestemde plaats op de webpagina, en voer de installatieid<br />
in die wordt getoond in het dialoogvenster Activeren van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
8. Klik op de knop om uw activeringscertificaat te genereren.<br />
9. Kopieer de tekens van het activeringscertificaat en sla deze gegevens op in een tekstbestand.<br />
Kopieer dit tekstbestand naar een USB-stick of ander opslagapparaat.<br />
10. Ga terug naar het dialoogvenster Activeren in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
11. Klik op Volgende en voer uw serienummer van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 in.<br />
12. Open het tekstbestand met het activeringscertificaat, kopieer de tekens en plak ze in het<br />
dialoogvenster Activeren.<br />
13. Klik op Activeren.<br />
14. In het dialoogvenster voor activering wordt een melding weergegeven dat de licentie is<br />
geactiveerd.<br />
OPMERKING: in het onderwerp Licentie en activering in deze handleiding kunt u lezen waar u uw<br />
serienummer kunt vinden.<br />
8 ©<strong>Nitro</strong>
Compatibiliteit met andere applicaties<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
PDF (afkorting voor Portable Document Format) is de meest gebruikte norm voor de online verspreiding<br />
en uitwisseling van digitale documenten tussen talloze persoonlijke en professionele<br />
gebruiksomgevingen. Enkele van de vele voordelen van het gebruik van PDF-documenten zijn:<br />
l PDF is nu een norm met ISO-certificering en wordt niet langer meer uitsluitend door Adobe<br />
beheerd, hetgeen betekent dat alle softwareleveranciers nu de vrijheid hebben om PDFfunctionaliteit<br />
in hun applicaties op te nemen.<br />
l PDF is compatibel met alle computerplatformen, zoals Windows, Mac en Linux.<br />
l Als u in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 een PDF maakt of wijzigt, zal het document in andere PDF-viewers op precies<br />
dezelfde wijze worden weergegeven, zolang aan de PDF-specificatie wordt voldaan.<br />
l PDF-documenten die in een andere PDF-applicatie zijn samengesteld (bijv. Adobe Acrobat),<br />
worden in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 op precies dezelfde wijze weergegeven als ze worden geopend.<br />
9 ©<strong>Nitro</strong>
Taken en gereedschappen<br />
In dit hoofdstuk vindt u gedetailleerde instructies voor het uitvoeren van verschillende taken met gebruik<br />
van de afzonderlijke gereedschappen en wordt informatie over hun instellingen gegeven. Tevens vindt u<br />
hier informatie over hoe het standaardgedrag van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 wordt gewijzigd en hoe PDF-documenten<br />
worden gemaakt en bewerkt.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden in:<br />
l PDF-bestand openen<br />
l PDF-bestand bekijken en navigeren<br />
l Een PDF-bestand maken<br />
l Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen<br />
l Scannen en OCR<br />
l Controleren en commentaar invoeren<br />
l PDF exporteren<br />
l Formulieren<br />
l Bewerken<br />
l Redactie<br />
l Koppelingen<br />
l Bladwijzers<br />
l Beveiliging<br />
l Invoegtoepassingen van partnerprogramma's<br />
l Werken met formulieren<br />
l Gebruikersinterface aanpassen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
10 ©<strong>Nitro</strong>
PDF-bestand bekijken en navigeren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 is het openen, bekijken en navigeren van PDF-documenten uiterst eenvoudig. Met gebruik<br />
van de document- en paginabesturingselementen kunt u uw werkruimte met alle gemak beheren, vooral<br />
als u met meerdere documenten tegelijk werkt.<br />
Raadpleeg de volgende onderwerpen om meer te lezen over het bekijken van en navigeren door een PDFbestand:<br />
l PDF-bestand openen<br />
l Deelvensters voor navigatie<br />
l Tekst zoeken<br />
l Paginaweergave wijzigen<br />
l Zoomniveau aanpassen<br />
l Bladeren door het document<br />
l Meerdere documenten in parallelle weergave bekijken<br />
Raadpleeg <strong>Nitro</strong> PDF webbrowser-invoegtoepassing en lees hoe u een PDF-bestand in uw webbrowser<br />
kunt bekijken.<br />
11 ©<strong>Nitro</strong>
PDF-bestand openen<br />
De eerste keer dat <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 wordt gestart, controleert het programma of er een andere PDF-viewer op<br />
uw systeem is geïnstalleerd. U wordt dan gevraagd of u <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 de standaard PDF-viewer wilt maken,<br />
zodat het automatisch wordt geopend wanneer u in uw bestandsbrowser dubbelklikt op een PDFbestand<br />
om dit te openen.<br />
TIP: u kunt een PDF-bestand in uw webbrowser bekijken. Raadpleeg <strong>Nitro</strong> PDF browserinvoegtoepassing<br />
voor verdere informatie.<br />
Een PDF-bestand openen<br />
Gebruik een van de volgende methoden om een PDF-bestand te openen in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8:<br />
Het menu Bestand<br />
1. Selecteer Openen in het menu Bestand of druk op Ctrl+O, of selecteer Openen in de werkbalk<br />
Snelle toegang.<br />
2. Blader naar de locatie van het bestand dat u wilt openen en selecteer het bestand.<br />
3. Klik op Openen.<br />
Slepen en neerzetten<br />
1. Open een Windows Verkenner-venster (Win-toets+E) en ga naar het PDF-bestand dat u wilt<br />
openen.<br />
2. Maak het Verkenner-venster zo nodig kleiner, zodat het bureaublad zichtbaar is.<br />
3. Sleep het PDF-bestand uit het Verkenner-venster en zet dit op de snelkoppeling van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
Dubbelklikken of rechtsklikken<br />
1. Open een Windows Verkenner-venster en ga naar het PDF-bestand dat u wilt openen.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Dubbelklik op het PDF-bestand.<br />
o Klik met uw rechtermuisknop op het bestand, selecteer Openen met en selecteer<br />
vervolgens <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
TIP: u kunt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 instellen als uw standaard PDF viewer. Raadpleeg Voorkeuren.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
12 ©<strong>Nitro</strong>
Paginaweergave wijzigen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 is voorzien van verschillende instellingen voor de paginaweergave, zodat u op basis van uw<br />
voorkeur of van de schermresolutie kunt kiezen hoe de PDF-documenten moeten worden weergegeven.<br />
Er zijn opties waarmee wordt ingesteld hoe tussen de pagina's in het document wordt gebladerd,<br />
hoeveel pagina's per keer worden weergegeven, en voor het zoomniveau en rotatie van het beeld. Tevens<br />
is er een optie voor de volledige schermmodus.<br />
Weergaveopties van het documentvenster wijzigen:<br />
Voer een van de volgende handelingen uit in de balk met de paginabesturingselementen, rechtsonder in<br />
uw scherm:<br />
1. Enkele pagina: geeft één pagina tegelijk weer, zonder dat een deel van de volgende pagina wordt<br />
weergegeven.<br />
2. Doorlopend: hiermee worden pagina's in één doorlopende kolom weergeven, die naadloos dooren<br />
teruggeschoven kan worden.<br />
3. Dubbele pagina's: hiermee worden twee pagina's tegelijk naast elkaar getoond.<br />
4. Dubbel doorlopend: hiermee worden twee pagina's tegelijk naast elkaar in verticale kolommen<br />
weergegeven, die naadloos door- en teruggeschoven kunnen worden.<br />
5. Volledig scherm: hiermee wordt het hele scherm gebruikt voor de documentweergave. Druk op<br />
de Esc-toets om deze modus te sluiten.<br />
6. Volledig scherm, twee pagina's: hiermee wordt het hele scherm gebruikt voor weergave van<br />
twee pagina's naast elkaar. Druk op de Esc-toets om deze modus te sluiten.<br />
OPMERKING: veranderingen aan de paginaweergave worden alleen op het huidig geopende<br />
document toegepast. De instellingen moeten voor ieder document afzonderlijk worden ingesteld.<br />
De auteur van een PDF-document kan de initiële weergave instellen in de documenteigenschappen<br />
om te zorgen dat het bestand een specifiek zoomniveau of specifieke paginaweergave heeft als dit in<br />
een willekeurige PDF-applicatie wordt geopend.<br />
Raadpleeg Initiële weergave voor verdere informatie.<br />
Paginaweergave vergroten/verkleinen:<br />
Klik in het tabblad Home in de groep Beeld op een van de volgende opties:<br />
l Passend in breedte: stelt de breedte van de pagina zo in dat de hele breedte van het<br />
documentvenster wordt gevuld.<br />
l Pagina passend maken: past de breedte en de hoogte van de pagina aan het documentvenster<br />
aan.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Ware grootte 100%: klik op de pijl bij Zoomen en selecteer Ware grootte 100% om het<br />
document op ware grootte weer te geven. Met gebruik van de overige numerieke zoomopties kan<br />
de vergroting van deze weergave worden ingesteld.<br />
13 ©<strong>Nitro</strong>
l Schuifregelaar voor in-/uitzoomen: gebruik de zoominstellingen rechtsonder in het venster.<br />
Raadpleeg Zoomniveau instellen voor verdere informatie.<br />
OPMERKING: u kunt in- en uitzoomen met gebruik van de sneltoetsen Ctrl+Plus en Ctrl+Min op het<br />
toetsenbord. U kunt tevens de Ctrl-toets indrukken en het muiswieltje gebruiken om het zoomniveau<br />
in te stellen.<br />
Met de pijltoetsen links/rechts kunt u naar de vorige of volgende pagina’s bladeren, en met de<br />
pijltoetsen omhoog/omlaag worden de pagina’s verschoven.<br />
De paginaweergave draaien:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Klik in het tabblad Home in de groep Beeld op Beeld draaien als u het beeld van de pagina in stappen<br />
van 90 graden rechtsom wilt draaien. Als u het document ondersteboven wilt draaien, klikt u tweemaal op<br />
Beeld draaien. Als u het beeld 90 graden linksom wilt draaien, klikt u driemaal op Beeld draaien.<br />
OPMERKING: de pagina's worden uitsluitend voor weergavedoeleinden gedraaid; de wijzigingen aan<br />
de stand van de pagina's worden niet in het PDF-bestand opgeslagen.<br />
Raadpleeg Pagina's draaien voor informatie over het roteren van een of meer pagina's in het<br />
document.<br />
14 ©<strong>Nitro</strong>
Zoomniveau instellen<br />
Wanneer u een PDF-document op het scherm bekijkt, kunt u het zoomniveau als volgt naar wens<br />
instellen:<br />
l Zoomgereedschappen:<br />
o Inzoomen<br />
o Uitzoomen<br />
o Klik met het zoomgereedschap en sleep een lichtkrant om het deel van de pagina dat u wilt<br />
vergroten.<br />
l Paginabesturingselementen:<br />
o Schuifregelaar voor in-/uitzoomen<br />
o Knoppen + en -<br />
o Een waarde in het zoomveld invoeren<br />
l Sneltoetsen op het toetsenbord:<br />
o Ctrl+rolwieltje van de muis<br />
o Ctrl+Plus en Ctrl+Min<br />
Het zoomgereedschap gebruiken:<br />
1. Klik in het tabblad Home in de groep Beeld op de pijl onder de knop Zoomen.<br />
2. Selecteer het gereedschap Inzoomen of Uitzoomen. De muisaanwijzer verandert in een<br />
vergrootglas met een + of een -.<br />
3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Klik op de plaats op de pagina waarop u wilt in- of uitzoomen.<br />
o Klik en sleep een lichtkrant om het gebied op de pagina waarop u wilt inzoomen.<br />
4. Omschakelen van Inzoomen naar Uitzoomen en omgekeerd, of een van de vooringestelde<br />
zoomniveaus selecteren:<br />
o Klik met uw rechtermuisknop op een willekeurige plaats op de pagina en selecteer het<br />
gewenste zoompercentage in het menu.<br />
o Klik op de pijl onder de knop Zoomen in het tabblad Home en selecteer een specifiek<br />
zoompercentage.<br />
o Houd de Ctrl-toets ingedrukt als u tijdelijk wilt omschakelen tussen het gereedschap<br />
Uitzoomen en Inzoomen, of omgekeerd.<br />
TIP: om over te schakelen van het Handje naar het gereedschap Inzoomen of Uitzoomen, klikt u met<br />
de rechtermuisknop en selecteert u Inzoomen of Uitzoomen.<br />
Het zoomniveau instellen met de paginabesturingselementen:<br />
Voer een van de volgende handelingen uit in de balk met de paginabesturingselementen, rechtsonder in<br />
uw scherm:<br />
l Klik en verplaats de schuifregelaar voor in-/uitzoomen naar links om te verkleinen of naar rechts<br />
om te vergroten.<br />
l Klik op de knop + of - aan de zijkant van de schuifregelaar.<br />
l Geef een percentage van 25% tot 6400% op in het percentageveld.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
15 ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
16 ©<strong>Nitro</strong>
Bladeren door het document<br />
Door de pagina's bladeren<br />
Met gebruik van de opties voor Navigatie, in de balk aan de onderkant van het venster, kunt u door een<br />
PDF-bestand bladeren:<br />
1. Eerste pagina: brengt u rechtstreeks naar de eerste pagina van het PDF-bestand.<br />
2. Vorige pagina: gaat naar de vorige pagina.<br />
3. Volgende pagina: gaat naar de volgende pagina.<br />
4. Laatste pagina: brengt u rechtstreeks naar de laatste pagina van het PDF-bestand.<br />
5. Vorige weergave: volgt het gevolgde weergavepad terugwaarts.<br />
6. Volgende weergave: volgt het gevolgde weergavepad voorwaarts.<br />
TIP: u kunt ook de toetsen Page up en Page down op uw toetsenbord gebruiken of de pijltoetsen<br />
links/rechts om naar de volgende of vorige pagina te gaan.<br />
Pagina's door- of terugschuiven:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Klik op de verticale schuifbalk rechts van het document en schuif de balk naar onder of boven om<br />
pagina's door of terug te schuiven.<br />
TIP: u kunt tevens de pijltoetsen op/neer gebruiken, of u kunt het rolwieltje op uw muis gebruiken om<br />
de pagina's van uw PDF-document geleidelijk door of terug te schuiven.<br />
17 ©<strong>Nitro</strong>
Deelvensters voor navigatie<br />
De deelvensters voor navigatie zijn vooral handig als u door grotere PDF-documenten bladert; hiermee<br />
krijgt u een globaal overzicht van de pagina's en bladwijzers in het document.<br />
Het deelvenster Pagina's<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Gebruik het deelvenster Pagina's om snel door een groot document te bladeren, vooral als u bepaalde<br />
visuele elementen zoekt, zoals foto's, grafieken, of tabellen. Klik op de miniatuur van een pagina als u<br />
rechtstreeks naar die pagina in het PDF-document wilt gaan.<br />
TIP: als u het deelvenster Pagina's groter of kleiner wilt maken, klikt en sleept u de rechterrand van het<br />
deelvenster naar de gewenste plaats.<br />
Als u de grootte van een miniatuur wilt veranderen, klikt u met de rechtermuisknop op de miniatuur.<br />
18 ©<strong>Nitro</strong>
Het deelvenster Bladwijzers<br />
Vooral grote documenten bevatten vaak een structuur van bladwijzers, die snel en gemakkelijk in het<br />
deelvenster Bladwijzers kan worden bekeken en geselecteerd. Klik op een bladwijzer om rechtstreeks<br />
naar de bijbehorende pagina of het hoofdstuk te gaan. Het deelvenster Bladwijzers is afhankelijk van de<br />
inhoud van het geopende bestand en wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand een<br />
bladwijzerstructuur bevat.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden in Bladwijzers.<br />
Het deelvenster Handtekeningen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
19 ©<strong>Nitro</strong>
Als het geopende PDF-document een of meerdere digitale handtekeningen of certificaten bevat, kunt u<br />
in dit deelvenster de informatie over de handtekeningen bekijken en rechtstreeks naar de plaats van een<br />
specifieke handtekening in het document gaan. Het deelvenster Handtekeningen is afhankelijk van de<br />
inhoud van het geopende bestand en wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand<br />
digitale handtekeningen of ingesloten certificaten bevat.<br />
Het deelvenster Lagen<br />
Met het deelvenster Lagen kunt u de OCG-lagen (Optional Content Group) in het PDF-bestand tonen of<br />
verbergen. U kunt de eigenschappen van de lagen bekijken zoals ze door de auteur van het document<br />
werden ingesteld. Het deelvenster Lagen is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en<br />
wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand OCG-lagen bevat.<br />
Raadpleeg Het deelvenster Lagen voor verdere informatie.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
20 ©<strong>Nitro</strong>
Het deelvenster Lagen<br />
Het deelvenster Lagen verschijnt in de navigatiebalk wanneer een PDF-document wordt geopend dat een<br />
OCG, ofwel een optionele inhoudslaag, bevat.<br />
Met het deelvenster Lagen kunt u omschakelen naar iedere OCG-laag in het PDF-bestand. U kunt tevens<br />
de eigenschappen van de lagen bekijken zoals ze door de auteur van het document werden ingesteld.<br />
De status van de zichtbaarheid van lagen wordt in het PDF-bestand opgeslagen. Als u het PDF-bestand<br />
op een later tijdstip weer bekijkt, of als u dit met iemand anders deelt, wordt de door u opgeslagen<br />
weergave van de lagen weer getoond.<br />
Bij het afdrukken van een PDF-bestand worden alleen de lagen die u op dat moment zichtbaar hebt<br />
gemaakt afgedrukt. Zo kan een PDF met CAD-ontwerpen bijvoorbeeld verschillende lagen hebben voor<br />
de verschillende aanzichten, of kunt u verschillende lagen gebruiken voor verschillende talen, zoals een<br />
laag voor Engels, een laag voor Duits, enz.<br />
Het deelvenster Lagen weergeven:<br />
1. Open een PDF-bestand met OCG-lagen.<br />
2. Klik op het tabblad Lagen in de zijbalk. Het deelvenster Lagen wordt weergegeven.<br />
Een OCG-laag weergeven of verbergen:<br />
Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Lagen:<br />
l Schakel het selectievakje naast de laag in of uit<br />
l Klik met de rechtermuisknop op een laag en selecteer Laag tonen of Laag verbergen<br />
OPMERKING: als u een PDF wilt afdrukken met de wijzigingen die u aan de lagen hebt gemaakt, klikt u<br />
in het menu Bestand op Opslaan nadat u de weergavestatus van de lagen hebt gewijzigd.<br />
De standaardstatus van een laag herstellen:<br />
Klik met de rechtermuisknop op een laag en selecteer Beginstatus zichtbaarheid herstellen.<br />
Structuur van lagen uitvouwen of samenvouwen:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Klik met de rechtermuisknop op een willekeurige plaats in het deelvenster Lagen en selecteer Alles<br />
uitvouwen of Alles samenvouwen.<br />
OPMERKING: de lagenstructuur is specifiek voor PDF-bestanden ontwikkeld met geneste OCG-lagen.<br />
Raadpleeg OCG-object voor meer informatie over het definiëren van OCG-objecteigenschappen..<br />
21 ©<strong>Nitro</strong>
Het deelvenster Commentaar<br />
Het deelvenster Commentaar biedt een centrale plaats waar u al uw aantekeningen kunt bekijken en<br />
organiseren. U vindt hier een lijst van alle aantekeningen, het type, de naam van de reviewer, de datum<br />
waarop het is toegevoegd en de tekst die in de pop-upnotities en tekstvakken is ingevoerd.<br />
Dit deelvenster is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en het tabblad wordt alleen in de<br />
zijbalk weergegeven als het PDF-bestand commentaar bevat, of als u notities, tekst of markeringen<br />
toevoegt.<br />
Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen:<br />
l Klik op het tabblad Commentaar in de zijbalk om het deelvenster Commentaar weer te geven of te<br />
verbergen.<br />
Raadpleeg Commentaar beheren en bekijken voor verdere informatie.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
22 ©<strong>Nitro</strong>
Het deelvenster Bijlagen<br />
Het deelvenster Bijlagen biedt een centrale plaats van waaruit u alle bijlagen van een PDF-document kunt<br />
bekijken en organiseren. In dit deelvenster kunt u ieder bestand dat als een bijlage aan uw PDF-bestand<br />
is gekoppeld bekijken, invoegen, verwijderen en exporteren.<br />
Het deelvenster is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en het tabblad wordt alleen in de<br />
zijbalk weergegeven als het PDF-bestand een of meer bijlagen bevat.<br />
Het deelvenster Bijlagen tonen of verbergen:<br />
Klik op het tabblad Bijlagen in de zijbalk om het deelvenster Bijlagen weer te geven of te verbergen.<br />
Werken met bijlagen in het deelvenster Bijlagen:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Selecteer de bijlage door erop te klikken in het deelvenster Bijlagen en voer een van de volgende<br />
handelingen uit:<br />
l Klik op Openen om de bijlage in de standaard-viewer voor dat type bestand te bekijken.<br />
l Klik op Opslaan om de bijlage op uw vaste schijf op te slaan.<br />
OPMERKING: als u meerdere bijlagen wilt selecteren, houdt u de Ctrl-toets op uw toetsenbord<br />
ingedrukt terwijl u de gewenste bijlagen selecteert.<br />
Raadpleeg Bestand bijvoegen en Bestanden als aantekeningen bijvoegen voor verdere informatie.<br />
23 ©<strong>Nitro</strong>
Het deelvenster Uitvoer<br />
In het deelvenster Uitvoer kunt u eventuele fouten bekijken die zijn opgetreden in JavaScript- of<br />
documentprocessen.<br />
Dit deelvenster is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en het tabblad wordt alleen in de<br />
zijbalk weergegeven als er JavaScript- of andere fouten optreden bij het openen van het PDF-bestand.<br />
Het wordt automatisch geopend om u op belangrijke berichten over de uitvoer te wijzen.<br />
Het deelvenster Uitvoer bekijken:<br />
Klik op het tabblad Uitvoer in de zijbalk.<br />
De berichten in het deelvenster Uitvoer wissen:<br />
1. Klik op het tabblad Uitvoer in de zijbalk om het deelvenster Uitvoer te openen.<br />
2. Klik op de knop Wissen om het deelvenster Uitvoer leeg te maken.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
24 ©<strong>Nitro</strong>
Tekst zoeken<br />
Gebruik het veld Zoeken rechtsboven in het venster van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 als u bepaalde tekst in een PDFbestand<br />
wilt opzoeken.<br />
Tekst in een document zoeken<br />
1. Klik in het veld Zoeken (1) of druk op Ctrl+F, en voer het trefwoord of de zin die u wilt zoeken in.<br />
2. Klik op de neergaande pijltoets als u zoekfilters (4) en (5) wilt gebruiken.<br />
3. Klik op de pijlknoppen Volgende zoeken (2) of Vorige zoeken (3) om naar het volgende of vorige<br />
exemplaar van het gezochte woord te gaan.<br />
4. Druk op de toets Esc om een zoekbewerking te stoppen.<br />
5. Om het zoekveld leeg te maken druk u op de knop X, die het pictogram van het vergrootglas<br />
vervangt als er tekst is in het veld Zoeken.<br />
OPMERKING: de functie Zoeken doorzoekt alleen de tekst in de inhoudslaag. Tekst in de<br />
aantekeningenlaag wordt genegeerd.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
25 ©<strong>Nitro</strong>
Meerdere documenten parallel weergeven<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u twee of meer documenten naast elkaar weergeven zonder twee aparte schermen<br />
te hoeven gebruiken, of een andere kopie in een ander programma te hoeven openen.<br />
PDF-documenten die naast elkaar worden weergegeven, kunnen onafhankelijk van elkaar worden<br />
bekeken, bewerkt, doorgebladerd, gedraaid en in- of uitgezoomd.<br />
TIP: klik en sleep de scheidingslijn tussen de twee vensters als u het 'gesplitste scherm' anders wilt<br />
verdelen.<br />
Het scherm in twee of meer delen splitsen:<br />
1. Open twee documenten die u wilt weergeven in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Sleep een documenttabblad naar het documentvenster.<br />
o Klik met de rechtermuisknop op een documenttabblad.<br />
3. Selecteer een van de volgende opties in het menu:<br />
o Nieuwe horizontale tabgroep: geeft de documenten in een horizontaal parallel venster<br />
weer.<br />
o Nieuwe verticale tabgroep: geeft de documenten in een verticaal parallel venster weer.<br />
4. Als u meer parallelle weergaven wilt maken, opent u nog een PDF-bestand en herhaalt u stap 2 en<br />
3.<br />
TIP: als u parallelle weergaven hebt geopend in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 en u opent een nieuw PDF-document,<br />
wordt dit bestand in de tabgroep van het laatste actieve tabblad geplaatst.<br />
Een PDF-document tussen tabgroepen verplaatsen<br />
Een PDF-document met rechtsklikken naar een andere tabgroep verplaatsen:<br />
1. Klik met uw rechtermuisknop op het tabblad van het PDF-document dat u wilt verplaatsen.<br />
2. Selecteer een van de volgende opties in het menu:<br />
o Naar vorige tabgroep: hiermee wordt het PDF-document in de tabgroep geplaatst die<br />
werd geopend voordat de huidige groep werd geopend.<br />
o Naar volgende tabgroep: hiermee wordt het PDF-document in de tabgroep geplaatst die<br />
werd geopend nadat de huidige groep werd geopend.<br />
Een PDF-document naar een andere tabgroep slepen:<br />
1. Klik op het tabblad van het PDF-document dat u wilt verplaatsen.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Sleep het tabblad naar de tabbladbalk van een andere tabgroep.<br />
o Sleep het tabblad van de tabbladbalk af en selecteer Naar vorige tabgroep of Naar<br />
volgende tabgroep in het menu.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
26 ©<strong>Nitro</strong>
Normale weergave herstellen:<br />
Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Zet alle geopende PDF-documenten in dezelfde tabgroep.<br />
l Sluit alle documenten, maar laat één PDF-bestand geopend.<br />
l Sluit en start <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 weer op; de standaardweergave is nu weer hersteld.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
27 ©<strong>Nitro</strong>
Voorbeeldweergave van uw PDF-bestanden<br />
Twee van de belangrijkste eigenschappen voor PDF-werkprocessen zijn de mogelijkheid PDFdocumenten<br />
met collega's te kunnen uitwisselen, en de administratieve flexibiliteit van digitale bestanden<br />
in vergelijking met papieren documenten. In beide gevallen kan men op basis van alleen de<br />
bestandsnaam echter niet altijd meteen duidelijk zien welke bestanden worden verwerkt. Om het visuele<br />
beheer van PDF-bestanden te vereenvoudigen, integreert <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 zijn engine voor PDF-weergave in<br />
Microsoft Outlook en Windows Verkenner, zodat u uw PDF-bestanden en -bijlagen eerst kunt bekijken<br />
voordat u ze in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 opent.<br />
OPMERKING: om de volgende functie voor voorbeeldweergave en het pictogram te kunnen gebruiken,<br />
moet <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 zijn ingesteld als uw standaard PDF-viewer.<br />
PDF-bijlage in Microsoft Outlook bekijken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Als <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 geïnstalleerd wordt op een computer met Microsoft Windows Vista of Windows 7, wordt<br />
het programma tevens automatisch in Microsoft Outlook (versie 2007 en later) geïntegreerd en kunnen<br />
PDF-bestanden die als bijlage aan een e-mail zijn gekoppeld in Outlook worden bekeken.<br />
28 ©<strong>Nitro</strong>
PDF-bijlage in Outlook bekijken:<br />
1. Open een e-mail met een PDF-bijlage in Outlook.<br />
2. Klik één keer op de PDF-bijlage om deze te selecteren; de knop Voorbeeld van bestand<br />
weergeven verschijnt nu in de berichttekst.<br />
3. Klik op Voorbeeld van bestand weergeven om een voorbeeld van de PDF-bijlage weer te geven.<br />
Pas de weergave naar wens aan met de opties voor paginaweergave:<br />
o Draai de documentweergave linksom (A) of rechtsom (B).<br />
o Selecteer Passend in breedte of Pagina passend maken (C).<br />
o Blader achteruit (E) en vooruit (F) door de pagina's in het PDF-bestand.<br />
o Ga rechtstreeks naar het begin (D) of eind (G) van het document.<br />
PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken<br />
Net als dat PDF-bijlagen in Outlook kunnen worden bekeken, kunt u ook de inhoud van een PDFdocument<br />
in Windows Verkenner weergeven als <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 is geïnstalleerd op een computer met<br />
Windows Vista of een latere versie.<br />
Pictogrammen van PDF-bestanden die in het hoofdvenster van Windows Verkenner worden<br />
weergegeven, tonen een voorbeeld van de eerste pagina van het PDF-bestand.<br />
Deze pictogramweergave wordt ook gebruikt voor de pictogrammen in het overzichtvenster van<br />
Windows Verkenner.<br />
TIP: de grootte van de bestandspictogrammen kan worden ingesteld in het menu Beeld. Windows<br />
past geen voorbeeldweergaven toe op kleine pictogrammen als u Kleine pictogrammen, Lijst of<br />
Details selecteert.<br />
PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open Windows Verkenner en ga naar een map die PDF-bestanden bevat.<br />
2. Klik in het dialoogvenster van Windows Verkenner op Het voorbeeldvenster weergeven (H).<br />
Rechts van het venster wordt nu een voorbeeldvenster geopend.<br />
3. Klik op een PDF-bestand om de inhoud van het document in het voorbeeldvenster weer te geven.<br />
Pas de weergave naar wens aan met de opties voor paginaweergave:<br />
o Draai de documentweergave linksom (A) of rechtsom (B).<br />
o Selecteer Passend in breedte of Pagina passend maken (C).<br />
o Blader achteruit (E) en vooruit (F) door de pagina's in het PDF-bestand.<br />
o Ga rechtstreeks naar het begin (D) of eind (G) van het document.<br />
29 ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> webbrowser-invoegtoepassing<br />
De <strong>Nitro</strong> webbrowser-invoegtoepassing gebruiken<br />
Als u in uw webbrowser op een PDF-bestand klikt, leest de <strong>Nitro</strong> PDF webbrowser-invoegtoepassing het<br />
bestand en geeft dit in de webbrowser weer. Als u uw muis langs de onderkant van het venster beweegt,<br />
worden de functies van de <strong>Nitro</strong> webbrowser-invoegtoepassing weergegeven.<br />
Functies van de <strong>Nitro</strong> webbrowser-invoegtoepassing:<br />
l De knoppen + en - worden gebruikt om het zoomniveau in te stellen<br />
l Met de knop Afdrukken wordt het dialoogvenster Afdrukken geopend<br />
l Met de knop Opslaan kunt u het PDF-bestand op uw computer opslaan<br />
l Met de knop E-mailen wordt er een nieuw e-mailbericht geopend in uw standaard e-<br />
mailprogramma, met het PDF-bestand als bijlage<br />
l Met de knop <strong>Nitro</strong> wordt het PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 geopend<br />
Ondersteunde webbrowsers<br />
l Google Chrome: versie 9 en hoger<br />
l Microsoft Internet Explorer: versie 7 en hoger<br />
l Mozilla Firefox: versie 3.6 en hoger<br />
<strong>Nitro</strong> PDF webbrowser-invoegtoepassing configureren<br />
Voor sommige webbrowsers is enige extra configuratie nodig om de <strong>Nitro</strong> webbrowserinvoegtoepassing<br />
in te schakelen.<br />
Google Chrome configureren<br />
1. Klik op het pictogram van de steeksleutel (Google Chrome aanpassen en beheren).<br />
2. Klik op Opties en vervolgens op Geavanceerde opties.<br />
3. Selecteer Instellingen voor inhoud en vervolgens Afzonderlijke invoegtoepassingen<br />
uitschakelen.<br />
4. Klik op de pagina met invoegtoepassingen op Uitschakelen onder Chrome PDF Viewer en schakel<br />
tevens de Adobe PDF-invoegtoepassing uit indien deze is geïnstalleerd.<br />
5. Controleer dat de <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing aanwezig en ingeschakeld is.<br />
Microsoft Internet Explorer configureren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open een PDF-bestand in Internet Explorer. Het volgende bericht wordt weergegeven: Deze<br />
website wil deze invoegtoepassing uitvoeren: ‘<strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional’ van ‘<strong>Nitro</strong> PDF Software’. Klik hier<br />
als u de website en de invoegtoepassing vertrouwt, en deze wilt uitvoeren....<br />
30 ©<strong>Nitro</strong>
2. Klik in de Infobalk om de <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing in te schakelen.<br />
3. In het dialoogvenster dat verschijnt, geeft u aan dat u de <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing wilt<br />
uitvoeren.<br />
Mozilla Firefox configureren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open het Firefox-menu en selecteer Add-ons. De Add-ons Manager wordt weergegeven en geeft<br />
aan welke Firefox-invoegtoepassingen geïnstalleerd zijn.<br />
2. Controleer in het gedeelte Plugins dat de <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing is geïnstalleerd. Deze moet<br />
hetzelfde versienummer hebben als <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
3. Als er een Adobe PDF-reader is geïnstalleerd, dient u op de knop Disable te klikken.<br />
4. Start Firefox opnieuw op om de wijzigingen te activeren.<br />
31 ©<strong>Nitro</strong>
Bestanden openen en opslaan in een WebDAV-locatie<br />
WebDAV, of Web-based Distributed Authoring and Versioning, is een set uitbreidingen op het HTTPprotocol<br />
waarmee gebruikers gezamenlijk documenten op een externe server kunnen beheren. Dit wordt<br />
bijvoorbeeld gebruikt om bestanden via HTTP op te slaan op een gedeelde server of in een DMS<br />
(documentmanagementsysteem) zoals Documentum of Hummingbird, zodat de bestanden vanaf iedere<br />
locatie beschikbaar en toegankelijk zijn.<br />
Dankzij de integrale ondersteuning voor WebDAV in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u PDF-bestanden op HTTP-locaties<br />
openen, bewerken en opslaan. U kunt bestanden in- en uitchecken om andere gebruikers alleenlezentoegang<br />
te geven tot de meest recente versie van de bestanden die u bewerkt.<br />
OPMERKING: als u een PDF-bestand met WebDAV op een weblocatie wilt opslaan, is een Windowsnetwerkverbinding<br />
vereist.<br />
U hoeft geen speciale handelingen uit te voeren om <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> te configureren voor het gebruik van<br />
bestaande WebDAV-verbindingen. Als u een nieuwe WebDAV-verbinding wilt maken, gaat u echter als<br />
volgt te werk:<br />
Een WebDAV-verbinding maken in Windows 7 of Vista<br />
1. Selecteer Computer via het pictogram Start.<br />
2. Selecteer Netwerkverbinding maken op de werkbalk.<br />
3. Klik op Verbinding met een website maken waar u documenten en afbeeldingen kunt opslaan.<br />
4. Klik in het venster Wizard Netwerklocatie toevoegen (in Vista Wizard Netwerkverbinding<br />
toevoegen genoemd) op Volgende.<br />
5. Selecteer Een aangepaste netwerklocatie kiezen en klik op Volgende.<br />
6. Geef de URL op van de locatie waarmee u verbinding wilt maken en klik op Volgende.<br />
7. Voer zo nodig een gebruikersnaam en wachtwoord in voor aanmelding bij uw gedeelde webmap<br />
en klik op OK.<br />
8. Typ een naam voor uw netwerkverbinding en klik op Volgende.<br />
9. Klik op Voltooien.<br />
Een WebDAV-verbinding maken in Windows XP<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het menu Start op Mijn netwerklocaties.<br />
2. Selecteer Netwerklocatie toevoegen en klik op Volgende.<br />
3. Klik op Een andere netwerklocatie kiezen en klik op Volgende.<br />
4. Geef de URL op van de locatie waarmee u verbinding wilt maken en klik op Volgende.<br />
5. Geef de gebruikersnaam en het wachtwoord voor aanmelding bij uw gedeelde webmap op en klik<br />
op OK.<br />
6. Typ een naam voor uw netwerkverbinding en klik op Volgende om de wizard te voltooien.<br />
32 ©<strong>Nitro</strong>
Bestanden openen uit en opslaan naar een<br />
documentbeheersysteem (DMS)<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 biedt ondersteuning voor een reeks documentbeheersystemen (DMS). Zo kunt u<br />
opslagplaatsen zoals Microsoft Sharepoint gebruiken om documenten te uploaden, te delen en<br />
gezamenlijk te reviseren via een externe webserver of webshare.<br />
De geïntegreerde DMS-ondersteuning maakt het mogelijk om naadloos met uw DMS te communiceren,<br />
zonder WebDAV, en het volgende uit te voeren:<br />
l PDF-bestanden openen die zijn opgeslagen op http-locaties<br />
l PDF-bestanden bewerken met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 en de wijzigingen opslaan op uw webshare<br />
l Bestanden in- en uitchecken bij uw webshare<br />
Met de DMS-invoegtoepassing geïnstalleerd kan <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 bestanden openen uit en opslaan in de<br />
volgende systemen:<br />
l Hummingbird DM v5.0<br />
l Hummingbird DM v6.0<br />
l Hummingbird DOCS Open 3.9<br />
l iManage 7.1<br />
l iManage WorkSite v8.0<br />
l Sharepoint 2003<br />
l SharePoint 2007<br />
l Worldox GX<br />
33 ©<strong>Nitro</strong>
Een PDF-bestand maken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 is voorzien van alle benodigde functies om van praktisch ieder type bestand een PDF-bestand<br />
te maken en u kunt hiermee veel meer doen dan alleen PDF-bestanden openen en lezen.<br />
Het maken van PDF-bestanden biedt talloze voordelen, waaronder:<br />
l PDF-documenten kunnen worden beveiligd tegen ongemachtigd gebruik.<br />
l De grootte van een PDF-document kan worden verkleind, om het makkelijker per e-mail te<br />
verzenden of naar een website te uploaden.<br />
l U kunt er van op aan dat alle ontvangers van uw PDF het document kunnen bekijken zonder eerst<br />
extra software te moeten aanschaffen.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden in:<br />
l Afdrukken naar <strong>Nitro</strong> PDF Creator<br />
l PDF maken van een willekeurig bestand<br />
l PDF/A-bestanden maken<br />
l PDF maken van scan<br />
l Microsoft Office-bestanden vanuit Microsoft Office-applicaties naar PDF converteren<br />
l Een PDF maken van het klembord of van schermopnamen<br />
l Geïntegreerde functie voor het maken van PDF's<br />
l PDF-document opslaan<br />
l Voorkeuren voor <strong>Nitro</strong> PDF Creator<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
34 ©<strong>Nitro</strong>
Afdrukken naar <strong>Nitro</strong> PDF Creator<br />
Wanneer u een programma gebruikt van waaruit u kunt afdrukken, kunt u vanuit dit programma<br />
rechtstreeks PDF-documenten maken. <strong>Nitro</strong> PDF Creator wordt bij <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 geleverd en is een virtuele<br />
printer waarmee u PDF-bestanden kunt maken vanuit iedere applicatie die over een afdrukoptie beschikt.<br />
<strong>Nitro</strong> PDF Creator is klaar voor gebruik, hoeft niet te worden geconfigureerd en wordt automatisch in uw<br />
Windows printerbeheer geïnstalleerd.<br />
Een document afdrukken naar <strong>Nitro</strong> PDF Creator<br />
1. Open het document dat u wilt converteren in het programma waarin het is gemaakt. Open een<br />
Word-document bijvoorbeeld in Microsoft Word, of online-inhoud in uw webbrowser.<br />
2. In de meeste applicaties is de optie Afdrukken opgenomen in het menu Bestand. Selecteer de<br />
optie of druk op Ctrl+P.<br />
3. Selecteer <strong>Nitro</strong> PDF Creator in de lijst printers en bevestig dat u hiernaar wilt afdrukken. Het<br />
dialoogvenster PDF maken wordt weergegeven.<br />
4. Voer de volgende handelingen uit:<br />
o Geef een naam en locatie op voor het PDF-bestand.<br />
o Klik op Vragen om documenteigenschappen als u de documentgegevens wilt opslaan en<br />
geavanceerde instellingen (zie hieronder) wilt aanpassen wanneer het PDF-document wordt<br />
gemaakt.<br />
o Geef aan of u het PDF-document automatisch wilt laten openen nadat het is gemaakt.<br />
5. Klik op Maken.<br />
TIP: als u de documenteigenschappen in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 wilt bekijken, klikt u in het menu Bestand op<br />
Documenteigenschappen.<br />
Documenteigenschappen instellen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Als u met <strong>Nitro</strong> PDF Creator een PDF-document maakt, kunt u de eigenschappen voor dit document<br />
opgeven.<br />
Documenteigenschappen instellen:<br />
1. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen. Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> PDF<br />
CreatorEigenschappen wordt weergegeven.<br />
2. Geef de gewenste eigenschappen op en klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster<br />
Afdrukken.<br />
Raadpleeg Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> PDF CreatorVoorkeursinstellingen voor afdrukken in Voorkeuren voor<br />
<strong>Nitro</strong> PDF Creator voor verdere informatie over de eigenschappen van PDF-documenten.<br />
35 ©<strong>Nitro</strong>
PDF-document maken van een willekeurig bestand<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u PDF-documenten maken van meer dan 300 verschillende typen bestanden. PDFbestanden<br />
kunnen op eenvoudige wijze in en buiten <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 worden gemaakt, zonder de<br />
oorspronkelijke toepassing van het bestand zelfs maar te hoeven openen (de toepassing moet echter wel<br />
op uw computer zijn geïnstalleerd). Bij de installatie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 wordt tevens automatisch <strong>Nitro</strong> PDF<br />
Creator geïnstalleerd. Dit is een virtuele printer, waarmee het mogelijk wordt om PDF's te maken vanuit<br />
ieder programma dat over een afdrukfunctie beschikt.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden in Afdrukken naar <strong>Nitro</strong> PDF Creator.<br />
Een PDF-document maken:<br />
1. Klik in het tabblad Home in de groep Maken op Van bestand. Het dialoogvenster PDF maken van<br />
bestand wordt weergegeven.<br />
2. Klik op Bladeren, selecteer het bestand dat u wilt converteren en klik op Openen.<br />
3. Selecteer in het gedeelte Uitvoer een van de volgende opties in het menu PDF-bestanden maken:<br />
l Voor web: als de grootte van het PDF-bestand moet worden geoptimaliseerd voor<br />
weergave in browsers en voor snelle downloads.<br />
l Voor kantoor: als het PDF-bestand een goede afdrukkwaliteit voor zakelijk gebruik moet<br />
leveren.<br />
l Voor afdrukken: als het PDF-bestand de hoogst mogelijke kwaliteit moet leveren voor<br />
verwerking op professionele printers.<br />
l Aangepast: hiermee kunt u de uitvoerinstellingen voor uw PDF handmatig instellen (zie de<br />
onderstaande uitleg van de beschikbare instellingen).<br />
4. Selecteer in het gedeelte Uitvoer een van de volgende opties in het menu PDF opslaan naar:<br />
l Specifieke map: hiermee selecteert u een locatie voor de PDF voordat het bestand is<br />
gemaakt.<br />
l Map van originele bestand: hiermee wordt het nieuwe PDF-bestand op dezelfde locatie als<br />
het bronbestand opgeslagen.<br />
l Navragen tijdens het proces: hiermee kunt u een locatie voor het PDF-bestand opgeven<br />
nadat het bestand is gemaakt.<br />
5. Schakel PDF/A-1b compatibiliteit in als u een PDF-bestand voor archivering wilt maken dat aan<br />
de gestelde norm voldoet.<br />
6. Schakel het selectievakje Gemaakte PDF openen in als u het PDF-bestand automatisch wilt<br />
openen zodra dit is gemaakt.<br />
7. Klik op Maken.<br />
Aangepaste instellingen voor PDF<br />
Als u een PDF-document maakt via het dialoogvenster PDF maken van bestand, kunt u Opties selecteren<br />
om de kwaliteit en compressie in te stellen. Het dialoogvenster Aangepaste instellingen wordt<br />
weergegeven. Via de volgende tabbladen en opties kunt u opgeven hoe het PDF-bestand moet worden<br />
gemaakt:<br />
l Tabblad Afbeeldingen: geef hier de gewenste instellingen op voor optimalisering van uw<br />
afbeeldingen, afhankelijk van de typen afbeeldingen in uw document:<br />
o Kleurenbeelden omzetten in grijswaarden: hiermee worden kleurenafbeeldingen in<br />
grijswaarden omgezet.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
36 ©<strong>Nitro</strong>
o Grijswaardeafbeeldingen omzetten in zwart/wit: hiermee worden grijswaarden omgezet<br />
in zwart/wit.<br />
o Zwart/wit-afbeeldingen: opties voor het verkleinen en comprimeren van zwart/wit<br />
afbeeldingen<br />
1. Verkleinen: hiermee stelt u het aantal dots per inch (dpi) in dat voor iedere<br />
afbeelding moet worden gebruikt. Door een lagere dpi te selecteren ontstaan<br />
kleinere bestanden, maar dit verlaagt tevens de kwaliteit van uw afgedrukte<br />
afbeeldingen.<br />
2. Compressie: hiermee wordt de methode van comprimering ingesteld. Als<br />
Automatisch wordt geselecteerd, kiest <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 het type compressie dat het meest<br />
geschikt is voor het merendeel van de afbeeldingen in het document. U kunt de<br />
verschillende instellingen uitproberen om de beste balans tussen bestandsgrootte<br />
en beeldkwaliteit te bepalen. JPEG en JPEG2000 comprimeren met verlies, hetgeen<br />
wil zeggen dat de decomprimering van een gecomprimeerd beeld enige mate van<br />
kwaliteitsverlies zal opleveren. Het compressiealgoritme ZIP is een verliesvrije<br />
methode.<br />
3. Beeldkwaliteit: als u JPEG-compressie selecteert, kunt u de beeldkwaliteit opgeven<br />
op basis van hoe uw document gebruikt gaat worden. Hoe hoger de beeldkwaliteit,<br />
des te groter het bestand zal zijn.<br />
l Het tabblad Lettertypen: hier kunt u instellingen voor insluiting van lettertypen selecteren<br />
o Insluiten (subset): hiermee worden uitsluitend de tekens van ieder lettertype ingesloten<br />
die nodig zijn om het document juist te kunnen weergeven. Dit betekent dat wanneer de<br />
tekst in deze PDF-bestanden op een later tijdstip moet worden gewijzigd, sommige tekens<br />
niet beschikbaar zullen zijn. De bestandsgrootte is echter kleiner dan wanneer het gehele<br />
lettertype wordt ingesloten.<br />
o Insluiten (volledige set): hiermee wordt de volledige tekenset voor ieder lettertype in het<br />
document ingesloten. Als het PDF-bestand in de toekomst wordt gewijzigd, zijn alle<br />
lettertypen aanwezig. Door de volledige tekenset in te sluiten, wordt het bestand echter wel<br />
groter.<br />
o Lettertype niet insluiten: hiermee worden er geen lettertypen in het PDF-bestand<br />
ingesloten. Dit resulteert in de kleinste bestanden. Indien deze PDF's echter worden<br />
weergegeven op computers waarop niet dezelfde lettertypen zijn geïnstalleerd, zien de<br />
bestanden er anders uit.<br />
o Als insluiten mislukt: hier kunt u opgeven of het PDF-bestand gewoon moet worden<br />
gemaakt of dat de bewerking wordt geannuleerd als de lettertypen niet kunnen worden<br />
ingesloten.<br />
l Het tabblad Pagina's: hier kunnen de paginaformaten en -richting worden opgegeven<br />
o Paginaformaat: maak een selectie uit de lijst standaardformaten of geef de gewenste<br />
afmetingen op in het vak Aangepast.<br />
o Afdrukstand: selecteer of het PDF-bestand staand of liggend moet zijn.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
TIP: klik op Terugzetten als u de oorspronkelijke instellingen van het PDF-bestand wilt herstellen.<br />
37 ©<strong>Nitro</strong>
PDF/A-bestanden maken<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u PDF/A-compatibele bestanden maken. Zo kunt u PDF/A-compatibele bestanden<br />
maken door af te drukken naar <strong>Nitro</strong> PDF Creator, maar ook met de Office-invoegtoepassingen of de<br />
functie PDF maken van scan.<br />
Over PDF/A<br />
PDF/A is een standaard voor archivering met het ISO-keurmerk, die is ontwikkeld voor langdurige<br />
archivering van elektronische documenten. Met deze standaard wordt gewaarborgd dat PDF/Adocumenten<br />
vele jaren precies zoals ze nu zijn kunnen worden bekeken en gereproduceerd, ongeacht<br />
toekomstige wijzigingen aan de PDF-indeling.<br />
Om dit te kunnen bereiken, moeten alle PDF/A-bestanden volledig zelfstandig kunnen worden gebruikt.<br />
Dat wil zeggen dat alle informatie die nodig is om het document weer te geven, in het bestand moet zijn<br />
ingesloten, inclusief alle inhoud (tekst, afbeeldingen en grafische inhoud), lettertypen en kleurgegevens.<br />
Bepaalde PDF-functies die langdurige archivering van het PDF-bestand verhinderen, zoals hyperlinks naar<br />
externe bronnen, ingesloten audio en video, JavaScripts en uitvoerbare bestanden, kunnen niet in PDF/A<br />
worden gebruikt. Daarnaast kunnen PDF/A-documenten niet gecodeerd zijn en is het gebruik van op<br />
standaarden gebaseerde metagegevens en apparaat-onafhankelijke kleurenruimten vereist.<br />
PDF/A-1a en PDF/A-1b<br />
De PDF/A-standaard omvat twee niveaus van compatibiliteit voor PDF-bestanden: PDF/A-1a en PDF/A-1b.<br />
Compatibiliteit met PDF/A-1b verzekert dat de visuele aspecten van het document ook in de toekomst<br />
goed kunnen worden gereproduceerd. In PDF/A-1a wordt hieraan tevens de structuur van het document<br />
toegevoegd, zodat wordt gewaarborgd dat de inhoud opnieuw kan worden gebruikt (bijvoorbeeld voor<br />
de weergave van PDF's op draagbare apparaten, zoals PDA's) en dat het document toegankelijk is voor<br />
gebruikers met bepaalde handicaps.<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u PDF-bestanden maken die voldoen aan de standaard PDF/A-1b.<br />
PDF/A-bestanden maken met de printer <strong>Nitro</strong> PDF Creator<br />
1. Open het bestand in het programma waarin het is gemaakt en klik op de optie Afdrukken.<br />
2. Kies in de printerlijst <strong>Nitro</strong> PDF Creator en klik op OK. Het venster PDF maken verschijnt.<br />
3. Kies bij Opslaan als de indeling PDF/A.<br />
4. Klik op Maken om het PDF/A-1b-compatibele PDF-bestand te maken.<br />
PDF/A-bestanden maken met de functie PDF - Van bestand<br />
1. Klik op het tabblad Home in het groepsmenu Creëren op de knop PDF en vervolgens op Van<br />
bestand.<br />
2. Klik in het dialoogvenster PDF-bestanden maken op de knop Bestanden toevoegen en selecteer<br />
de gewenste bestanden.<br />
3. Selecteer de gewenste kwaliteit in de lijst PDF maken.<br />
4. Schakel het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in.<br />
5. Selecteer een of meer van de volgende opties in de lijst Map:<br />
l Klik op Navragen tijdens het proces als u een locatie wilt opgeven voor ieder bestand dat<br />
wordt geconverteerd.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
38 ©<strong>Nitro</strong>
l Klik op Specifieke map als u één map wilt opgeven, waarin alle gemaakte PDF's moeten<br />
worden geplaatst. Klik op de knop Bladeren om een map te selecteren.<br />
l Als u de gemaakte PDF-bestanden in dezelfde map als de originelen wilt plaatsen, klikt u op<br />
Map van originele bestand.<br />
6. Klik op Maken.<br />
PDF/A-bestanden maken met Microsoft Office 2007/2010-programma's<br />
1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in het<br />
groepsmenu Maken in.<br />
2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />
PDF/A-bestanden maken met Microsoft Office 2003-programma's<br />
1. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />
2. Het venster Opslaan als verschijnt. Selecteer PDF/A-bestanden (*.pdf) in de lijst Opslaan als en<br />
klik vervolgens op OK.<br />
PDF/A-bestanden maken via een scanner<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Home van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 op de knop PDF en vervolgens op Van scanner.<br />
2. Selecteer uw scanner, de te scannen vellen en de beeldcompressie in het dialoogvenster PDF<br />
maken van scan en geef de bestemming op.<br />
3. Schakel het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in.<br />
4. Klik op Scannen om uw standaardscansoftware te openen.<br />
5. Selecteer de gewenste scanmodus: kleur, grijswaarde of zwart/wit.<br />
6. Selecteer de menuopdracht om terug te keren naar <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
7. Selecteer de optie Voltooien om uw scanopdracht te beëindigen of selecteer Voorkant scannen:<br />
pag. twee om verdere pagina's te scannen.<br />
39 ©<strong>Nitro</strong>
Een PDF maken van het klembord of van<br />
schermopnamen<br />
U kunt snel en gemakkelijk een PDF-bestand maken van een afbeelding in het klembord. Zo kunt u<br />
afbeeldingen (bijvoorbeeld schermopnamen) in een handomdraai met andere gebruikers delen. Het PDFbestand<br />
dat wordt gemaakt, heeft precies dezelfde afmetingen als de afbeelding op het klembord.<br />
Een PDF maken van een afbeelding op het klembord<br />
1. Selecteer een afbeelding en kopieer deze naar het klembord.<br />
2. Klik in het tabblad Home op de knop PDF en vervolgens op Van klembord.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
TIP: Gebruik de functie Snapshot om snel een opname van een document te maken. Vervolgens kunt u<br />
een PDF maken door de opname vanuit het klembord te plakken.<br />
40 ©<strong>Nitro</strong>
Geïntegreerde functie voor het maken van PDF's<br />
Met gebruik van de dynamische PDF-functie kunnen bestanden vanuit iedere map of ieder venster via<br />
slepen en neerzetten naar PDF worden geconverteerd. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 hoeft niet te zijn gestart om een PDFbestand<br />
te gaan maken.<br />
PDF maken met slepen en neerzetten<br />
Het bestand naar de snelkoppeling op het bureaublad slepen:<br />
1. Controleer dat er een snelkoppeling van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 op uw bureaublad staat. Zo niet, dient u een<br />
snelkoppeling op uw bureaublad aan te maken.<br />
o In het menu Start van Windows klikt u met uw rechtermuisknop op <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 en<br />
selecteert u Kopiëren naar --> Bureaublad (Snelkoppeling maken).<br />
2. Sleep vanuit een Windows Verkenner-venster, of vanaf het bureaublad, een bestand naar de<br />
snelkoppeling van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
3. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 start automatisch en het PDF-bestand wordt gemaakt.<br />
4. As de PDF voltooid is, verschijnt het document in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
Het bestand naar <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 slepen:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Start <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 op.<br />
2. Open een Windows Verkenner-venster en ga naar het bestand dat u naar PDF wilt converteren.<br />
3. Sleep het bestand uit het venster van Windows Verkenner naar <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 om de PDF te maken.<br />
4. As de PDF voltooid is, verschijnt het document in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
41 ©<strong>Nitro</strong>
PDF-document opslaan<br />
Met alle mogelijke wijzigingen die aan een PDF-document kunnen worden gemaakt, is het belangrijk dat<br />
u zowel kopieën van het originele document als van het gecorrigeerde document opslaat. Zo loopt u<br />
nooit de kans om uw veranderingen kwijt te raken en kunt u vergelijkingen tussen de verschillende<br />
versies van het document uitvoeren met de opties voor parallelle weergave.<br />
Al uw toevoegingen (zoals markeringen, aantekeningen, formulierveldgegevens en getypte tekst)<br />
worden in het PDF-bestand opgeslagen als bewerkbare elementen, die allemaal afzonderlijk op een later<br />
tijdstip nog kunnen worden gewijzigd.<br />
Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag en Meerdere documenten in parallelle weergave bekijken.<br />
PDF-document opslaan<br />
U wordt aanbevolen tijdens het werken aan een PDF-document uw vorderingen regelmatig op te slaan.<br />
Hiermee worden de wijzigingen in het originele bestand opgeslagen, zonder dat er een nieuwe kopie van<br />
het document wordt gemaakt.<br />
PDF-document opslaan:<br />
1. Open uw PDF-document.<br />
2. Breng de benodigde veranderingen aan.<br />
3. Klik op Opslaan in het menu Bestand.<br />
TIP: u kunt uw PDF-bestand ook opslaan met de knop Opslaan in de werkbalk Snelle toegang.<br />
Raadpleeg De werkbalk Snelle toegang en De interface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 verkennen.<br />
Nieuwe versie van uw PDF-document maken met Opslaan als<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Als u een leeg formulier hebt ontvangen dat u moet invullen, kunt u een aparte kopie van het formulier<br />
met de ingevulde informatie maken. Zo hebt u een kopie van het originele lege formulier en een kopie van<br />
het formulier met alle gegevens die u hebt ingevuld.<br />
Een nieuwe versie van een PDF-document maken met Opslaan als:<br />
1. Open uw PDF-document.<br />
2. Breng de benodigde veranderingen aan.<br />
3. Klik op Opslaan als in het menu Bestand.<br />
4. In het dialoogvenster Opslaan als voert u een andere naam in voor het bestand, zodat het<br />
origineel niet wordt overschreven, en selecteert u de locatie waar u het bestand wilt opslaan.<br />
5. Klik op Opslaan.<br />
OPMERKING: de optie Opslaan maakt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 incrementele veranderingen aan het bestaande<br />
bestand. Vooral voor grote PDF-bestanden werkt dit sneller, maar het maakt het bestand wel groter.<br />
Met Opslaan als maakt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 een nieuw PDF-bestand met een nieuwe bestandsnaam, en<br />
worden alle oude incrementele veranderingen weggegooid. Dit kan meer tijd in beslag nemen, maar er<br />
ontstaat hiermee wel een kleiner bestand.<br />
42 ©<strong>Nitro</strong>
Wijzigingen afvlakken en opslaan als een PDF-bestand<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Toegevoegde elementen zoals markeringen en getypte tekst, kunnen als onderdeel van de PDF-inhoud<br />
worden opgeslagen, zodat deze elementen hun interactieve eigenschappen verliezen. Als een formulier is<br />
ingevuld en het document is afgevlakt, is het bijvoorbeeld niet meer mogelijk om de inhoud van een veld<br />
te veranderen en is het formulier niet langer meer interactief.<br />
Afvlakken en opslaan als een nieuw PDF-bestand:<br />
1. Open uw PDF-document.<br />
2. Breng de benodigde veranderingen aan.<br />
3. Klik op Opslaan als in het menu Bestand.<br />
4. Selecteer Afgevlakte PDF in het menu Opslaan als.<br />
5. In het dialoogvenster Opslaan als voert u een andere naam in voor het bestand, zodat het<br />
origineel niet wordt overschreven, en selecteert u de locatie waar u het bestand wilt opslaan.<br />
6. Klik op Opslaan.<br />
43 ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> PDF CreatorVoorkeuren<br />
<strong>Nitro</strong> PDF Creator is een virtuele printer waarmee u PDF's kunt maken vanuit iedere applicatie die een<br />
afdrukfunctie heeft. De standaardinstellingen zijn afgestemd op uw normale dagelijkse werkzaamheden,<br />
maar u kunt de parameters voor het maken van PDF volledig naar wens wijzigen.<br />
De voorkeuren openen voor<strong>Nitro</strong> PDF Creator:<br />
l Windows XP:<br />
1. Selecteer in het menu Start in Windows de optie Printers en faxapparaten.<br />
2. Klik met uw rechtermuisknop op <strong>Nitro</strong> PDF Creator en selecteer Voorkeursinstellingen<br />
voor afdrukken. Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> PDF CreatorVoorkeursinstellingen voor<br />
afdrukken wordt weergegeven.<br />
l Windows Vista of Windows 7:<br />
1. Selecteer in het menu Start in Windows de optie Apparaten en printers.<br />
2. Klik met de rechtermuisknop op <strong>Nitro</strong> PDF Creator en selecteer Voorkeursinstellingen<br />
voor afdrukken. Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> PDF Creator Voorkeursinstellingen voor<br />
afdrukken wordt weergegeven.<br />
Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> PDF Creator Voorkeursinstellingen voor afdrukken<br />
<strong>Nitro</strong> PDF Creator<br />
l Doelmap: stel de standaardlocatie in waar nieuwe PDF-documenten moeten worden opgeslagen,<br />
of klik op de bladerknop (...) om naar een map te bladeren.<br />
l Als het bestand bestaat: geef aan wat er moet gebeuren als een nieuwe PDF wordt opgeslagen<br />
op een locatie waar reeds een PDF met dezelfde naam staat.<br />
l Versie: stel de versie in van de officiële specificatie die <strong>Nitro</strong> PDF Creator zal gebruiken bij het<br />
maken van PDF-bestanden<br />
l Compatibiliteit: geef op of standaard PDF-bestanden of PDF volgens de norm PDF/A-1b voor<br />
archivering moeten worden gemaakt<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Conversiekwaliteit: selecteer een standaard voor beeldresolutie, compressie en kwaliteit en voor<br />
het insluiten van lettertypen. Met een hogere kwaliteit ontstaan grotere bestanden. Gebruik de<br />
optie Aangepast als u uw eigen parameters voor afbeeldingen en lettertypen wilt opgeven.<br />
o Voor web: als de grootte van het PDF-bestand moet worden geoptimaliseerd voor<br />
weergave in browsers en voor snelle downloads.<br />
o Voor kantoor: als het PDF-bestand een goede afdrukkwaliteit voor zakelijk gebruik moet<br />
leveren.<br />
o Voor afdrukken: als het PDF-bestand de hoogst mogelijke kwaliteit moet leveren voor<br />
verwerking op professionele printers.<br />
o Aangepast: hiermee kunt u de volgende instellingen voor uitvoer van de PDF configureren:<br />
n In het tabblad Afbeeldingen kunt u de instellingen voor optimalisatie van<br />
afbeeldingen naar wens aanpassen. Afhankelijk van de soorten afbeeldingen in uw<br />
document, kunt u uit de volgende opties kiezen:<br />
o Kleurconversie: hiermee wordt ingesteld of kleurenafbeeldingen naar<br />
grijsschaal, of grijsschaalafbeeldingen naar zwart/wit, worden geconverteerd.<br />
o Verkleinen: hiermee stelt u het aantal dots per inch (dpi) in dat voor iedere<br />
afbeelding moet worden gebruikt. Met een lagere dpi worden kleinere<br />
44 ©<strong>Nitro</strong>
estanden geproduceerd, maar dit levert ook een mindere kwaliteit van<br />
afgedrukte afbeeldingen.<br />
o Compressie: hiermee wordt het type compressie voor afbeeldingen ingesteld.<br />
Als Automatisch wordt geselecteerd, kiest <strong>Nitro</strong> PDF Creator het type<br />
compressie dat het meest geschikt is voor het merendeel van de afbeeldingen<br />
in het document. U kunt de verschillende instellingen uitproberen om de<br />
beste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit te bepalen.<br />
o Beeldkwaliteit: selecteer JPEG-compressie om de gewenste beeldkwaliteit op<br />
te geven, op basis van hoe uw document gebruikt gaat worden. Hoe hoger de<br />
beeldkwaliteit, des te groter het bestand zal zijn.<br />
n In het tabblad Lettertypen kunt u de instellingen voor insluiting van lettertypen<br />
opgeven.<br />
Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor meer informatie over het insluiten van<br />
lettertypen.<br />
o Insluiten (subset): hiermee worden uitsluitend de tekens van ieder lettertype<br />
ingesloten die nodig zijn om het document juist te kunnen weergeven. Dit<br />
betekent dat wanneer de tekst in dit PDF-document op een later tijdstip moet<br />
worden gewijzigd, sommige tekens niet beschikbaar zullen zijn. De<br />
bestandsgrootte is echter kleiner dan wanneer het gehele lettertype wordt<br />
ingesloten.<br />
o Insluiten (volledige set): hiermee wordt de volledige tekenset van ieder<br />
lettertype in het document ingesloten. Als de PDF op een later tijdstip moet<br />
worden gewijzigd, zullen alle tekens beschikbaar zijn. Door de volledige<br />
tekenset in te sluiten, wordt het bestand echter wel groter.<br />
o Lettertypen niet insluiten: hiermee worden er geen lettertypen in het PDFbestand<br />
ingesloten. Dit resulteert in de kleinste bestanden. Indien deze PDF's<br />
echter worden weergegeven op computers waarop niet dezelfde lettertypen<br />
zijn geïnstalleerd, zien de bestanden er anders uit.<br />
o Als insluiten mislukt: geef hier op of de PDF's nog gemaakt moeten worden<br />
als de lettertypen niet kunnen worden ingesloten.<br />
5. Voortgangsvenster na beëindiging sluiten: schakel dit selectievakje in als u wilt dat het<br />
voortgangsvenster automatisch wordt gesloten als de PDF is gemaakt.<br />
6. Na conversie openen in standaardapplicatie: opent het zojuist geconverteerde PDF-bestand in<br />
de standaard PDF-viewer.<br />
Pagina's<br />
l Afdrukstand: maak PDF-documenten in staande of liggende afdrukrichting.<br />
l Paginaformaat: selecteer het paginaformaat van uw PDF-documenten in de lijst<br />
standaardformaten.<br />
l Aangepaste formulieren: geef een aangepast paginaformaat op en sla de afmetingen op voor<br />
toekomstig gebruik.<br />
Eigenschappen van PDF<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Met de instellingen in Eerste weergave kunt u de documentweergave instellen die wordt gebruikt<br />
wanneer een PDF-document in een PDF-viewer wordt geopend. U kunt het PDF-document bijvoorbeeld<br />
openen op een specifieke pagina, met een ingesteld zoomniveau, of met een opgegeven paginaformaat.<br />
45 ©<strong>Nitro</strong>
l Paginaweergave: deze instelling bepaalt het aantal pagina's dat tegelijk in de PDF-viewer wordt<br />
weergegeven, en of de pagina's als één lange doorgaande pagina worden getoond of als<br />
afzonderlijke pagina's.<br />
l Zoomen: geef op welk zoomniveau moet worden toegepast voor het bekijken van PDF-<br />
documenten.<br />
l Openen op pagina: geef de pagina op die u wilt weergeven wanneer het PDF-document wordt<br />
geopend.<br />
l Metagegevens document: stel de gewenste standaardinformatie in die moet worden toegepast<br />
op alle PDF-bestanden die gemaakt worden met <strong>Nitro</strong> PDF Creator<br />
l Documentinformatievelden: voer in deze velden de standaardinformatie in die van toepassing is<br />
op alle PDF-documenten die met de printerdriver op deze computer worden gemaakt.<br />
PDF-beveiliging<br />
l Het openen van documenten beveiligen met een wachtwoord: beveilig uw PDF-document met<br />
een wachtwoord om te voorkomen dat dit door ongemachtigde gebruikers wordt gelezen.<br />
l Het wijzigen van beveiligingsinstellingen en toegang tot bepaalde functies beveiligen met<br />
een wachtwoord: u kunt uw PDF-document beveiligen met een wachtwoord om bepaalde<br />
functies, zoals afdrukken of bewerken van het document, te blokkeren.<br />
l Afdrukken toegestaan: hiermee kunt u voorkomen dat het document kan worden afgedrukt, of<br />
afdrukken in alleen lage of hoge resolutie toestaan wanneer het juiste wachtwoord is opgegeven.<br />
l Wijzigingen toegestaan: hiermee kunt u verhinderen dat er wijzigingen aan uw document<br />
worden gemaakt, of exacte veranderingen toestaan wanneer het juiste wachtwoord is opgegeven.<br />
l Kopiëren en ophalen van de inhoud toestaan: gebruikers kunnen tekst en afbeeldingen uit het<br />
PDF-document kopiëren als het juiste wachtwoord is ingevoerd.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Teksttoegang voor schermleesapparaten van visueel gehandicapten: met deze instelling krijgt<br />
software voor schermleesapparatuur toegang tot de inhoud van uw PDF, om het bestand voor een<br />
visueel gehandicapte gebruiker te lezen.<br />
l Coderingsniveau:<br />
o Geen: het document heeft geen beveiligingscodering.<br />
o 40-bit ARC4: gebruik deze optie als documenten compatibel moeten zijn met oudere<br />
versies van Adobe Reader.<br />
o 128-bit ARC4: sterkere beveiliging dan 40-bits ARC4 codering.<br />
o 128-bit AES: meer geavanceerde codering dan ARC4.<br />
o 256-bit AES: aanbevolen; dit wordt tevens gebruikt in de nieuwe versies van Adobe Reader.<br />
OPMERKING: om de beveiligingsopties Gebruiker en Eigenaar te kunnen toepassen, moet er een<br />
coderingsniveau zijn ingesteld. Als het niveau wordt ingesteld op Geen worden alle andere<br />
beveiligingsopties, inclusief wachtwoordbeveiliging, uitgeschakeld.<br />
46 ©<strong>Nitro</strong>
Microsoft Office-bestanden vanuit Microsoft Office-<br />
applicaties naar PDF converteren<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u intelligente PDF-bestanden maken vanuit Microsoft Office-programma's, waarbij<br />
automatisch bladwijzers, koppelingen, documentinformatie, beveiliging en nog veel meer kunnen worden<br />
toegevoegd.<br />
l Microsoft Word-bestanden naar PDF converteren<br />
l Microsoft Excel-bestanden naar PDF converteren<br />
l Microsoft PowerPoint-bestanden naar PDF converteren<br />
l Instellingen van Microsoft Office-invoegtoepassingen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
47 ©<strong>Nitro</strong>
Instellingen van Microsoft Office-invoegtoepassingen<br />
Met de Microsoft Office-invoegtoepassingen krijgt u meer besturingsfuncties voor de PDF-bestanden die<br />
u produceert, waaronder opties voor beveiliging, bladwijzers en hyperlinks, aangepaste paginaformaten,<br />
beeldcompressie, en nog veel meer. De instellingen variëren op basis van het Office-programma dat u<br />
gebruikt. Voor ieder programma kunnen verschillende instellingen worden geselecteerd, gebaseerd op<br />
de typen bestanden die u wilt produceren.<br />
De instellingen van Office-invoegtoepassingen wijzigen:<br />
Voor Microsoft Office 2007/2010:<br />
1. Klik en selecteer de gewenste instellingen in het Office-programma op het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF, in<br />
de groepen <strong>Pro</strong>grammainstellingen en Algemene instellingen.<br />
2. U kunt ook in de groep Algemene instellingen op Geavanceerde instellingen klikken om extra<br />
instellingen te selecteren.<br />
Voor Microsoft Office 2003-programma's:<br />
1. Klik in het Office-programma op de werkbalkknop <strong>Nitro</strong> PDF: <strong>Nitro</strong> PDF-instellingen.<br />
2. Wijzig de instellingen en klik op OK.<br />
Overzicht van de instellingen van Office-invoegtoepassingen<br />
Algemene<br />
instellingen<br />
Gemaakt PDFbestand<br />
openen<br />
Documentoverzicht<br />
converteren<br />
Om bestandsnaam<br />
vragen<br />
Koppelingen<br />
converteren<br />
Werkmap, Bladen<br />
of Selectie<br />
opnemen<br />
Bladwijzers aan<br />
PDF toevoegen<br />
Opent de PDF nadat de conversie is uitgevoerd.<br />
Importeert documenteigenschappen zoals auteur, titel, onderwerp enz. in<br />
de PDF.<br />
Er verschijnt een dialoogvenster waarin de naam van de PDF kan worden<br />
gewijzigd voordat het bestand wordt opgeslagen.<br />
Converteert alle actieve koppelingen in Word-bestanden, of<br />
webkoppelingen in PowerPoint- en Excel-bestanden, naar actieve<br />
hyperlinks in het PDF-bestand.<br />
Hiermee kunt u opgeven of u een hele Excel-werkmap, een groep<br />
werkbladen, of slechts een selectie naar PDF wilt converteren.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Maakt automatisch bladwijzers aan voor de koppen in Word, voor ieder<br />
werkblad in een Excel-spreadsheet, of iedere dia in een PowerPoint-<br />
48 ©<strong>Nitro</strong>
Algemene<br />
instellingen<br />
presentatie.<br />
Dia's inlijsten Plaatst iedere dia in een lijst.<br />
Indeling dia's<br />
Geavanceerde instellingen<br />
Optimaliseren<br />
Beeld<br />
Beveiliging<br />
Beveiliging<br />
toepassen<br />
Compatibiliteit<br />
PDF/A-1bcompatibiliteit<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Hiermee kunt u uw PDF indelen met meerdere dia's per pagina's en kunt u<br />
uw PowerPoint-aantekeningen onder iedere dia in de PDF weergeven.<br />
De instellingen voor optimalisatie bieden een aantal vooraf ingestelde opties,<br />
die u kunt selecteren op basis van hoe het bestand gebruikt gaat worden<br />
(bijvoorbeeld voor webweergave of zakelijke afdrukken). Deze instellingen<br />
kunnen naar wens worden aangepast, waarbij u de compressie van<br />
afbeeldingen kunt instellen en opties voor het insluiten van lettertypen kunt<br />
selecteren. Het comprimeren van afbeeldingen en insluiten van lettertypen<br />
heeft een merkbare invloed op de bestandsgrootte; probeer de verschillende<br />
instellingen uit om de juiste balans tussen visuele kwaliteit en bestandsgrootte<br />
te bepalen.<br />
Met de opties in Beeld kunt u opgeven hoe het gemaakte PDF-bestand in de<br />
PDF-viewer wordt geopend. U kunt een selectie maken uit de opties voor<br />
documentweergave, pagina-indeling en in- en uitzoomen en kunt de pagina<br />
opgeven waarop het bestand moet worden geopend. Daarnaast kunt u<br />
bepalen of het bestand op volledige schermgrootte wordt geopend (indien<br />
ondersteund in uw PDF-viewer), of dat het venster wel dan niet gecentreerd is<br />
op het scherm.<br />
Gebruik wachtwoorden om de toegang tot en het gebruik van PDF-bestanden te<br />
beheren. Verdere informatie over de beschikbare instellingen kunt u vinden in het<br />
gedeelte PDF-beveiliging in deze gebruikershandleiding.<br />
Hiermee kunt u PDF/A-1b-compatibele bestanden maken van uw Officedocumenten.<br />
Raadpleeg PDF/A-bestanden maken voor verdere informatie.<br />
49 ©<strong>Nitro</strong>
Microsoft Word-bestanden naar PDF converteren<br />
Microsoft Word 2007/2010<br />
In Microsoft Word 2007/2010 wordt <strong>Nitro</strong> PDF weergegeven als een tabblad in het Word-lint. Zo kunt u<br />
snel PDF-bestanden maken en uw conversie-instellingen met slechts enkele muisklikken wijzigen.<br />
Een PDF maken<br />
1. Selecteer de gewenste PDF-instellingen in het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF.<br />
2. Klik op de knop PDF maken of PDF maken en e-mailen.<br />
Een beveiligde PDF maken<br />
1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje Beveiliging toepassen in het<br />
groepsmenu Maken in.<br />
2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />
3. Kies de gewenste beveiligingsopties in het venster Beveiligde PDF maken en klik vervolgens op<br />
Maken.<br />
Een PDF/A-1b compatibele PDF maken<br />
1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in het<br />
groepsmenu Maken in.<br />
2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />
OPMERKING: als gevolg van de PDF/A-compatibiliteitseisen kunt u geen beveiligde PDF/Abestanden<br />
maken.<br />
De instellingen voor PDF-conversie wijzigen<br />
1. Klik op Geavanceerde instellingen.<br />
2. Selecteer de gewenste opties in de tabbladen Instellingen, Optimalisatie en Beeld.<br />
3. Klik op OK.<br />
Microsoft Word 2003<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
De <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing voor Microsoft Word 2003 biedt dezelfde functies als die voor Word<br />
2007/2010. Het enige verschil is dat <strong>Nitro</strong> PDF wordt weergegeven als een groep werkbalk- en<br />
menuopties, omdat Word 2003 geen lint heeft.<br />
50 ©<strong>Nitro</strong>
Microsoft Excel-bestanden naar PDF converteren<br />
Microsoft Excel 2007/2010<br />
In Microsoft Excel 2007/2010 wordt <strong>Nitro</strong> PDF weergegeven als een tabblad in het Excel-lint. Zo kunt u<br />
snel PDF-bestanden maken en uw conversie-instellingen met slechts enkele muisklikken wijzigen.<br />
Een PDF maken<br />
1. Selecteer de gewenste PDF-instellingen in het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF.<br />
2. Klik op de knop PDF maken of PDF maken en e-mailen.<br />
Een beveiligde PDF maken<br />
1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje Beveiliging toepassen in het<br />
groepsmenu Maken in.<br />
2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />
3. Kies de gewenste beveiligingsopties in het venster Beveiligde PDF maken en klik vervolgens op<br />
Maken.<br />
Een PDF/A-1b compatibele PDF maken<br />
1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in het<br />
groepsmenu Maken in.<br />
2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />
OPMERKING: als gevolg van de PDF/A-compatibiliteitseisen kunt u geen beveiligde PDF/Abestanden<br />
maken.<br />
De instellingen voor PDF-conversie wijzigen<br />
1. Klik op Geavanceerde instellingen.<br />
2. Selecteer de gewenste opties in de tabbladen Instellingen, Optimalisatie en Beeld.<br />
3. Klik op OK.<br />
Microsoft Excel 2003<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
De <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing voor Microsoft Excel 2003 biedt dezelfde functies als die voor Excel<br />
2007/2010. Het enige verschil is dat <strong>Nitro</strong> PDF wordt weergegeven als een groep werkbalk- en<br />
menuopties, omdat Excel 2003 geen lint heeft.<br />
51 ©<strong>Nitro</strong>
Microsoft PowerPoint-bestanden naar PDF converteren<br />
Microsoft PowerPoint 2007/2010<br />
In Microsoft PowerPoint 2007/2010 wordt <strong>Nitro</strong> PDF weergegeven als een tabblad in het PowerPoint-lint.<br />
Zo kunt u snel PDF-bestanden maken en uw conversie-instellingen met slechts enkele muisklikken<br />
wijzigen.<br />
Een PDF maken<br />
1. Selecteer de gewenste PDF-instellingen in het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF.<br />
2. Klik op de knop PDF maken of PDF maken en e-mailen.<br />
Een beveiligde PDF maken<br />
1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje Beveiliging toepassen in het<br />
groepsmenu Maken in.<br />
2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />
3. Kies de gewenste beveiligingsopties in het venster Beveiligde PDF maken en klik vervolgens op<br />
Maken.<br />
Een PDF/A-1b compatibele PDF maken<br />
1. Ga naar het tabblad <strong>Nitro</strong> PDF en schakel het selectievakje PDF/A-1b-compatibiliteit in het<br />
groepsmenu Maken in.<br />
2. Klik op PDF maken of op PDF maken en e-mailen.<br />
OPMERKING: als gevolg van de PDF/A-compatibiliteitseisen kunt u geen beveiligde PDF/Abestanden<br />
maken.<br />
De instellingen voor PDF-conversie wijzigen<br />
1. Klik op Geavanceerde instellingen.<br />
2. Selecteer de gewenste opties in de tabbladen Instellingen, Optimalisatie en Beeld.<br />
3. Klik op OK.<br />
Microsoft PowerPoint 2003<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
De <strong>Nitro</strong> PDF-invoegtoepassing voor Microsoft PowerPoint 2003 biedt dezelfde functies als die voor<br />
PowerPoint 2007/2010. Het enige verschil is dat <strong>Nitro</strong> PDF wordt weergegeven als een groep werkbalk- en<br />
menuopties, omdat PowerPoint 2003 geen lint heeft.<br />
52 ©<strong>Nitro</strong>
Scannen en OCR<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u papieren documenten rechtstreeks in PDF-indeling scannen, waarbij u tevens de<br />
optie voor OCR* (optische tekenherkenning) kunt gebruiken om documenten te kunnen doorzoeken en<br />
markeren.<br />
* Hiervoor moet de versie <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 met OCR zijn geïnstalleerd. Meer informatie vindt u hier.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
53 ©<strong>Nitro</strong>
PDF maken met de scanner<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u op eenvoudige wijze papieren documenten omzetten in digitaal formaat, dat<br />
makkelijker kan worden opgeslagen en teruggevonden. Afhankelijk van het type scanner dat u gebruikt,<br />
kunt u afzonderlijke pagina's of hele documenten in één handeling converteren. Indien gewenst kunt u<br />
verschillende documenten uit meerdere papierbronnen samenvoegen in één PDF-document.<br />
Van papier naar PDF scannen:<br />
1. Klik in het tabblad Home, in de groep Maken, op de knop PDF en vervolgens op Van scanner<br />
2. Selecteer uw scanner, de vellen die u wilt scannen en de beeldcompressie in het dialoogvenster<br />
PDF maken van scan en geef een bestemming op.<br />
3. Klik op Scannen om uw standaard scansoftware te openen.<br />
4. Selecteer de gewenste scanmodus: kleur, grijsschaal, of zwart/wit.<br />
5. Selecteer de menuopdracht om terug te keren naar <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
6. Selecteer de optie Voltooien om uw scanopdracht te beëindigen, of selecteer Voorkant scannen:<br />
pag. twee om verdere pagina's te scannen.<br />
Instellingen voor beeldcomprimering<br />
Bij het scannen naar PDF met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 wordt het type van de gebruikte comprimering — kleur,<br />
grijsschaal, of zwart/wit — bepaald door de uitvoerinstelling die u in uw scansoftware selecteert. Als u<br />
een kleurenscan wilt maken, hoeft u daarom de instelling voor zwart/wit niet te wijzigen, aangezien deze<br />
instelling geen effect heeft op de scan.<br />
1. Kleur/grijswaarde<br />
l JPEG: de algemene standaard van Joint Photographic Experts Group levert een<br />
compressieverhouding van 10:1 met weinig waarneembaar kwaliteitsverlies.<br />
l JPEG2000: levert een hogere compressieverhouding dan JPEG en gebruikt comprimering<br />
met en zonder kwaliteitsverlies in dezelfde bestandsstroom.<br />
l ZIP: maakt gebruik van ZIP-compressie om de grootte van de afbeelding te verkleinen<br />
zonder van invloed te zijn op de kwaliteit van de afbeelding.<br />
2. Zwart/wit<br />
l CCITT Groep 4: een norm voor de transmissie van faxdocumenten die geavanceerde<br />
methoden voor comprimering gebruikt, voor kopieën zonder kwaliteitsverlies.<br />
l CCITT Groep 3: de Groep 3 norm levert een lagere compressie en is minder geavanceerd<br />
dan de CCITT Groep 4 methode.<br />
l Run-length: vooral effectief voor bestanden die veel lange runs van dezelfde bits, waarden<br />
of tekens bevatten. Deze methode wordt hoofdzakelijk voor binaire bestanden gebruiken.<br />
l ZIP: maakt gebruik van ZIP-compressie om de grootte van de afbeelding te verkleinen<br />
zonder van invloed te zijn op de kwaliteit van de afbeelding.<br />
3. Kwaliteit<br />
l 150 dpi: produceert kleinere bestanden en is geschikt voor gebruik op het internet; de<br />
afdrukkwaliteit is echter niet erg hoog.<br />
l 200 dpi: geschikt voor weergave van hogere kwaliteit op beeldschermen van computers.<br />
l 300 dpi: de algemeen gebruikte kwaliteit voor zakelijke afdrukken; hiermee worden iets<br />
grotere bestanden geproduceerd.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
54 ©<strong>Nitro</strong>
l 600 dpi: dit produceert de grootste bestanden en wordt aanbevolen als een optimale<br />
beeldkwaliteit moet worden bereikt.<br />
Optische tekenherkenning (OCR)<br />
l Doc. doorzoekbaar maken: gebruik OCR om boven het op afbeeldingen gebaseerde PDF-bestand<br />
een onzichtbare laag actieve tekst te creëren, die doorzoekbaar is en waarin aantekeningen<br />
kunnen worden toegevoegd.<br />
Verdere opties<br />
l PDF/A-1b-compatibiliteit: maak een PDF-bestand voor opslag dat voldoet aan de PDF/A-1b<br />
norm.<br />
l Gemaakt PDF-bestand openen: hiermee wordt het PDF-bestand dat u zojuist heeft gemaakt,<br />
geopend in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
55 ©<strong>Nitro</strong>
Instellingen voor beeldcompressie<br />
Wanneer u met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 naar PDF scant, bepalen de uitvoerinstellingen die in uw<br />
standaardscansoftware zijn geselecteerd, welk type compressie (kleur, grijswaarde of zwart/wit) wordt<br />
toegepast. Als u een kleurenscan wilt maken, hoeft u de zwart/wit-instellingen dus niet te wijzigen,<br />
omdat uw afbeelding hierdoor niet wordt beïnvloed.<br />
Opties voor beeldcompressie<br />
Kleur/grijswaarde<br />
l JPEG. De Joint Photographic Experts Group-norm ondersteunt compressieratio's van 10:1 met<br />
minimaal kwaliteitsverlies.<br />
l JPEG2000. Levert hogere compressieratio's dan JPEG en gebruikt compressie met en zonder<br />
verlies in dezelfde bestandsstream.<br />
l ZIP. Maakt gebruik van het ZIP-compressiealgoritme om de grootte van de afbeelding te<br />
Zwart/wit<br />
verkleinen zonder de kwaliteit aan te tasten.<br />
l CCITT Groep 4. Een norm voor faxverzending die gebruikmaakt van geavanceerde<br />
compressiemethoden voor reproductie zonder verlies.<br />
l CCITT Groep 3. De Groep 3-norm voorziet in een lager compressieniveau en is minder geavanceerd<br />
dan de CCITT Groep 4-methode.<br />
l Run-length. Vooral geschikt voor bestanden waarin lange reeksen identieke bits, waarden of<br />
tekens voorkomen. Deze methode wordt voornamelijk gebruikt voor binaire bestanden.<br />
l ZIP. Maakt gebruik van het ZIP-compressiealgoritme om de grootte van de afbeelding te<br />
Kwaliteit<br />
verkleinen zonder de kwaliteit aan te tasten.<br />
l 150DPI. Deze optie levert kleinere bestanden en is dus mogelijk geschikt voor gebruik op internet.<br />
De resulterende beeldkwaliteit is echter relatief laag.<br />
l 200DPI. Geschikt voor hogere beeldkwaliteit op computerschermen.<br />
l 300DPI. Deze optie wordt meestal voor afdrukken van kantoorkwaliteit gebruikt en resulteert in<br />
iets grotere bestanden.<br />
l 600DPI. Deze optie levert hoge beeldkwaliteit maar resulteert in grote bestanden.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
56 ©<strong>Nitro</strong>
OCR<br />
OCR is een afkorting van Optical Character Recognition, ofwel Optische tekenherkenning, een<br />
softwareproces waarmee gedrukte tekst wordt omgezet in tekst die leesbaar is voor de computer. OCR<br />
wordt hoofdzakelijk gebruikt om papieren documenten d.m.v. scannen om te zetten in elektronische<br />
documenten, maar wordt tevens gebruikt om bepaalde elektronische documenten, zoals PDF, om te<br />
zetten in leesbare (en bewerkbare) tekst.<br />
In de volgende onderwerpen kunt u meer lezen over OCR:<br />
l OCR-voorkeuren<br />
l Een papieren document scannen met OCR<br />
l Een bestaande PDF scannen met OCR<br />
l <strong>Pro</strong>blemen oplossen met OCR<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
57 ©<strong>Nitro</strong>
OCR-voorkeuren<br />
De OCR-invoegtoepassing van I.R.I.S. kan volledig met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 worden geïntegreerd, zodat<br />
tekstherkenning niet alleen op gescande pagina's maar ook op afbeeldingen in geopende PDFdocumenten<br />
kan worden toegepast. Het OCR-hulpprogramma is volledig instelbaar en bevat functies<br />
waarmee alle opties kunnen worden geconfigureerd, van het corrigeren van schuine beelden tot de<br />
instellingen voor beeldcompressie. U kunt tekstherkenning voor scanners ook inschakelen in het<br />
dialoogvenster PDF maken van scan, zodat gescande pagina's automatisch in PDF worden omgezet, met<br />
tekst die doorzoekbaar en bewerkbaar is.<br />
OCR-voorkeuren configureren<br />
1. Klik op de menuknop Bestand in de linkerbovenhoek van het applicatievenster.<br />
2. Klik op de knop Voorkeuren onder aan het hoofdmenu.<br />
3. Klik in het dialoogvenster Voorkeuren op OCR in de kolom met categorieën.<br />
Algemene OCR-voorkeuren<br />
De algemene voorkeuren die voor de OCR-functies kunnen worden ingesteld, zijn in 3 groepen verdeeld,<br />
met de volgende opties:<br />
l Hellende beelden corrigeren. Hiermee wordt alle tekst die op het gescande document schuin of<br />
scheef staat, rechtgezet.<br />
l Vaste drempelwaarde. Om tekst van een achtergrond te kunnen onderscheiden, wordt het<br />
histogram van een beeld geanalyseerd. Met een vaste drempelwaarde wordt dezelfde eindwaarde<br />
op het gehele beeld toegepast, in plaats dat de tekst dynamisch wordt gezocht. De percentages<br />
geven het punt aan waarop het contrast tussen zwart en wit ideaal is om tekst te herkennen,<br />
waarbij 0% volledig zwart is en 100% volledig wit. Deze instelling wordt aanbevolen voor beelden<br />
met variërende achtergronden, of met achtergronden waarvan de tint of kleurschakering<br />
verandert. Voor meer gangbare OCR-bewerkingen kunt u de vaste drempelwaarde het beste<br />
uitschakelen.<br />
l Tekstrichting detecteren. Hiermee worden pagina's automatisch gedraaid als deze met een hoek<br />
van 90, 180 of 270 graden zijn gescand.<br />
l Kleurenbeeld afvlakken. Gebruik deze optie om de kleuren van het beeld af te vlakken, de JPEGcompressieartefacten<br />
te verwijderen en de herkenning te bevorderen.<br />
l Taal. Selecteer de taal waarin de gescande tekst die u wilt detecteren, is geschreven.<br />
l Kwaliteit:<br />
l Laag (snel). Dit is de ideale optie als de tekst op het gescande document helder en duidelijk<br />
te herkennen is. Met deze instelling worden scans snel uitgevoerd.<br />
l Middelmatig (medium). Met deze optie wordt de herkenning nauwkeuriger uitgevoerd dan<br />
met Laag, waardoor het scannen iets langer duurt.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Hoog (langzaam). Deze instelling is geschikt voor het scannen van tekst die moeilijk te<br />
herkennen is. Met deze instelling worden complexere methoden voor tekstherkenning<br />
toegepast en duurt het scannen aanzienlijk langer.<br />
l Type:<br />
l Doorzoekbare tekst. Hiermee wordt een verborgen laag met tekst toegevoegd, om<br />
zoekbewerkingen en tekstmarkeringen mogelijk te maken. De tekst zelf kan echter op geen<br />
enkele wijze worden bewerkt.<br />
58 ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Bewerkbare tekst. Hiermee wordt het gehele document opnieuw opgebouwd en ontstaat<br />
er een PDF-bestand met tekst die doorzoekbaar en bewerkbaar is. Met deze methode blijft<br />
het originele gescande beeld niet behouden, waardoor de resultaten kunnen variëren.<br />
Gebruik deze instelling daarom uitsluitend als het PDF-bestand nog moet worden bewerkt.<br />
l Beelden verkleinen. Nadat de scan is voltooid, kunt u de resolutie van uw gescande beelden<br />
verminderen om de grootte van het resulterende PDF-document te beperken.<br />
l Beeldcompressiefactor. Hoe hoger de compressiefactor van een beeld, des te kleiner het<br />
resulterende PDF-bestand is. Als uw PDF-bestand moet worden afgedrukt, wordt echter een lage<br />
compressiefactor aanbevolen, zodat de kwaliteit optimaal blijft.<br />
l Lettertypen insluiten. Hiermee worden de lettertypen die nodig zijn voor herkenning van de<br />
uitvoertekst, indien deze op het systeem aanwezig zijn, na het scanproces in de uitgevoerde PDF<br />
opgeslagen.<br />
59 ©<strong>Nitro</strong>
Een papieren document scannen met OCR<br />
Een papieren document scannen met OCR:<br />
1. Klik in het tabblad Home in de groep Maken op de knop PDF en vervolgens op Van scanner<br />
2. Selecteer uw scanner in het dialoogvenster PDF maken van scan.<br />
3. Selecteer de vellen die moeten worden gescand en geeft een bestemming op voor het bestand.<br />
4. Stel in het gedeelte Beeldcompressie uw voorkeuren in voor de afbeeldingen in het document:<br />
l Kleur/grijswaarde<br />
l JPEG: de algemene standaard van Joint Photographic Experts Group levert een<br />
compressieverhouding van 10:1 met weinig waarneembaar kwaliteitsverlies.<br />
l JPEG2000: levert een hogere compressieverhouding dan JPEG en gebruikt<br />
comprimering met en zonder kwaliteitsverlies in dezelfde bestandsstroom.<br />
l ZIP: maakt gebruik van ZIP-compressie om de grootte van de afbeelding te<br />
verkleinen zonder van invloed te zijn op de kwaliteit van de afbeelding.<br />
l Zwart/wit<br />
l CCITT Groep 4: een norm voor de transmissie van faxdocumenten die geavanceerde<br />
methoden voor comprimering gebruikt, voor kopieën zonder kwaliteitsverlies.<br />
l CCITT Groep 3: de Groep 3 norm levert een lagere compressie en is minder<br />
geavanceerd dan de CCITT Groep 4 methode.<br />
l Run-length: vooral effectief voor bestanden die veel lange runs van dezelfde bits,<br />
waarden of tekens bevatten. Deze methode wordt hoofdzakelijk voor binaire<br />
bestanden gebruiken.<br />
l ZIP: maakt gebruik van ZIP-compressie om de grootte van de afbeelding te<br />
verkleinen zonder van invloed te zijn op de kwaliteit van de afbeelding.<br />
l Kwaliteit<br />
l 150 dpi: produceert kleinere bestanden en is geschikt voor gebruik op het internet;<br />
de afdrukkwaliteit is echter niet erg hoog.<br />
l 200 dpi: geschikt voor weergave van hogere kwaliteit op beeldschermen van<br />
computers.<br />
l 300 dpi: de algemeen gebruikte kwaliteit voor zakelijke afdrukken; hiermee worden<br />
iets grotere bestanden geproduceerd.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l 600 dpi: dit produceert de grootste bestanden en wordt aanbevolen als een<br />
optimale beeldkwaliteit moet worden bereikt.<br />
5. Schakel het selectievakje Doc. doorzoekbaar maken in om de invoegtoepassing OCR in te<br />
schakelen en klik op de knop Geavanceerd om uw voorkeuren in te stellen.<br />
6. Klik op Scannen om uw standaard scansoftware te openen.<br />
7. Selecteer Scannen om de scan te starten (in sommige scanprogramma's moet u het dialoogvenster<br />
sluiten als de scan eenmaal voltooid is).<br />
8. Selecteer de optie Voltooien om uw scanopdracht te beëindigen, of selecteer Voorkant scannen:<br />
pag. twee om verdere pagina's te scannen.<br />
9. Als u meerdere pagina's hebt gescand, klikt u op Voltooien om het gescande document in <strong>Nitro</strong><br />
<strong>Pro</strong> 8 te openen.<br />
60 ©<strong>Nitro</strong>
Een bestaande PDF scannen met OCR<br />
Een document scannen met OCR:<br />
1. Open <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 en het PDF-bestand dat u met OCR wilt scannen.<br />
2. Klik in het tabblad Bewerken op de knop OCR in de groep Tekst/afbeeldingen.<br />
3. Kies in het dialoogvenster Optische tekenherkenning (OCR) of de uitgevoerde tekst bewerkbaar<br />
of alleen doorzoekbaar moet zijn.<br />
4. Klik op de knop Opties, selecteer een paginabereik en klik vervolgens op Geavanceerd om de OCRvoorkeuren<br />
in te stellen.<br />
5. Klik op OK om de tekst in het document te herkennen (lezen).<br />
6. Als u Bewerkbare tekst hebt geselecteerd als het type uitvoer, wordt u gevraagd een naam op te<br />
geven voor uw PDF-document en het nieuwe document op te slaan.<br />
7. Als u Doorzoekbare tekst als het type uitvoer hebt geselecteerd, blijft uw (nu doorzoekbare)<br />
document geopend.<br />
Bepaalde pagina's in een document scannen met OCR:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in de tabbladen van het navigatievenster (links in het venster van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8) op het tabblad<br />
Pagina's.<br />
2. Klik met uw rechtermuisknop op de gewenste pagina's in het deelvenster Pagina's en selecteer<br />
OCR pagina's... (houd de Ctrl-toets ingedrukt als u meerdere pagina's wilt selecteren).<br />
3. Kies in het dialoogvenster Optische tekenherkenning (OCR) of de uitgevoerde tekst bewerkbaar<br />
of alleen doorzoekbaar moet zijn.<br />
4. Klik op de knop Opties en selecteer een paginabereik, en klik vervolgens op Geavanceerd om de<br />
OCR-voorkeuren in te stellen.<br />
5. Klik op OK om de tekst in het document te herkennen (lezen).<br />
6. Als u Bewerkbare tekst hebt geselecteerd als het type uitvoer, wordt u gevraagd een naam op te<br />
geven voor uw PDF-document en het nieuwe document op te slaan.<br />
7. Als u Doorzoekbare tekst als het type uitvoer hebt geselecteerd, blijft uw (nu doorzoekbare)<br />
document geopend.<br />
61 ©<strong>Nitro</strong>
OCR-problemen oplossen<br />
De resultaten van OCR (optische tekenherkenning) zijn mede afhankelijk van de kwaliteit van het<br />
elektronische document. Aan de hand van de volgende tips kunt u de OCR-resultaten verbeteren:<br />
l Stel de kleurinstellingen van de scanner in op Grijsschaal, of op zwart/wit als zwarte tekst op een<br />
witte achtergrond wordt gescand.<br />
l Indien uw scanner hiervoor ondersteuning biedt, dient u de helderheid en het contrast zodanig in<br />
te stellen dat donkere zwarte tinten en heldere witte tinten worden geproduceerd.<br />
l Stel de scankwaliteit (resolutie) in op 300dpi of hoger.<br />
l Begin met een origineel van goede kwaliteit. De nauwkeurigheid van de OCR wordt verslechterd<br />
door kreukels en vouwen.<br />
l Zorg dat de glasplaat van de scanner schoon en vlekvrij is.<br />
l Plaats uw pagina's zo recht mogelijk voor het scannen. Voor scheve of schuine pagina's moet de<br />
OCR-engine meerdere verwerkingen uitvoeren.<br />
l Afhankelijk van de kwaliteit van uw scanner moet hetzelfde document soms meerdere malen<br />
worden gescand om het beste resultaat te verkrijgen.<br />
l Als uw tekst op een gekleurde achtergrond of een achtergrond met een patroon is gedrukt,<br />
probeer dan een versie te krijgen die op een witte achtergrond is gedrukt. Voor het OCR-scannen<br />
van tekst op een gekleurde achtergrond moeten veelal verschillende instellingen worden<br />
uitgeprobeerd om de juiste configuratie voor OCR te vinden.<br />
l Vlekken of ongewenste artefacten kunnen wellicht met de hand worden verwijderd met gebruik<br />
van witte correctievloeistof.<br />
l Indien uw scanner hiervoor ondersteuning biedt, dient u de optie voor ontspikkelen in te<br />
schakelen om ruis van uw beeld te verwijderen.<br />
l Indien uw scanner hiervoor ondersteuning biedt, dient u de afvlakking van tekst te verhogen, om<br />
grove of slecht gedrukte tekst te verbeteren.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
62 ©<strong>Nitro</strong>
Controleren en commentaar invoeren<br />
De functies voor tekstmarkering in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 maken het mogelijk om met een PDF-bestand te werken<br />
alsof het een papieren document is. Bovendien kunt u wijzigingen zo nodig ongedaan maken of opnieuw<br />
aanbrengen.<br />
Een aantekening is een 'non-destructief' element, dat in een extra laag over de pagina van uw PDF wordt<br />
toegevoegd en te allen tijde weer kan worden verwijderd. Als u aantekeningen of commentaar in een<br />
geprinte versie van het document wilt laten verschijnen, moet u dit specifiek in uw afdrukinstellingen<br />
inschakelen.<br />
U kunt commentaar toevoegen aan pagina's als notities, tekst highlightg, tekening markils, stempels en<br />
bestandsbijlagen.<br />
Bij de meeste typen van commentaar kan een pop-upnotitie worden geopend, zodat u feedback kunt<br />
geven. Als u bijvoorbeeld een deel van de tekst hebt gemarkeerd met het markeringsgereedschap, kunt u<br />
de bijbehorende pop-upnotitie openen en uitleggen waarom de tekst is gemarkeerd. Het deelvenster<br />
Commentaar kan bovendien worden gebruikt om commentaar van andere gebruikers te bekijken,<br />
beheren en organiseren.<br />
Voor meer informatie over commentaar en aantekeningen in PDF-bestanden raadpleegt u:<br />
l Notities toevoegen of bewerken<br />
l Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties<br />
l Aantekeningenlaag en inhoudslaag<br />
l Tekst markeren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
63 ©<strong>Nitro</strong>
Notities toevoegen of bewerken<br />
In PDF-bestanden kunnen notities worden aangebracht en aantekeningen worden gemaakt, net zoals u<br />
dit op een papieren document doet. Notities wijzen de lezer op een bepaald deel van de pagina waar<br />
aandacht aan moet worden besteed, of geven de revisoren van het document specifieke instructies.<br />
Een notitie toevoegen:<br />
1. Klik in het tabblad Controleren in de groep Commentaar op Notitie toevoegen.<br />
2. Klik op de pagina waar u de notitie wilt zetten. Er verschijnt een gele spraakballon.<br />
3. Met de nieuwe notitie wordt automatisch een pop-upnotitie geopend. Klik in de pop-upnotitie om<br />
uw tekst in te voeren.<br />
4. Als de tekst eenmaal is ingevoerd, klikt u op een willekeurige plaats buiten de aantekening.<br />
5. Dubbelklik op de gele spraakballon om de pop-upnotitie te tonen of te verbergen.<br />
OPMERKING: u kunt op de gele ballon klikken en deze dan naar iedere willekeurige plaats op de<br />
pagina slepen.<br />
De eigenschappen van notities wijzigen:<br />
1. Klik met uw rechtermuisknop op de notitie of het bijbehorende pictogram.<br />
2. Selecteer Eigenschappen in het menu.<br />
3. In het tabblad Algemeen kunt u de Auteur en de gegevens over het Onderwerp wijzigen.<br />
4. In het tabblad Vormgeving kunt u de visuele kenmerken van de notitie instellen.<br />
5. Klik op Sluiten om de wijzigingen op te slaan.<br />
Standaardeigenschappen van notities<br />
Ga als volgt te werk als u alle volgende notities dezelfde eigenschappen wilt geven als de geselecteerde<br />
notitie:<br />
1. Klik met uw rechtermuisknop op de notitie of het bijbehorende pictogram.<br />
2. Selecteer Huidige eigenschappen als standaard instellen.<br />
TIP: notities zijn opgeslagen in de aantekeningenlaag. Ze verschijnen daarom niet in zoekresultaten en<br />
worden niet met het document afgedrukt, tenzij u aangeeft dat u het document met markups wilt<br />
afdrukken. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.<br />
Commentaar beantwoorden:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Als de tekst van de notitie verborgen is, dubbelklikt u op de spraakballon om de pop-upnotitie<br />
weer te geven.<br />
2. Klik in de pop-upnotitie op het menu Opties en selecteer Antwoorden.<br />
3. In de oorspronkelijke notitie verschijnt een pop-upnotitie in een andere kleur. Voer uw antwoord<br />
in deze nieuwe pop-upnotitie in.<br />
4. Als de tekst eenmaal is ingevoerd, klikt u op een willekeurige plaats buiten de aantekening.<br />
TIP: u kunt meerdere antwoorden invoeren, zodat u een thread kunt opbouwen in een aantekening.<br />
64 ©<strong>Nitro</strong>
Een notitie verwijderen:<br />
1. Klik met uw rechtermuisknop op de spraakballon om het contextmenu te openen.<br />
2. Selecteer Verwijderen in het menu.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
65 ©<strong>Nitro</strong>
Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 is voorzien van markeringsfuncties waarmee de aandacht kan worden gevestigd op tekst die<br />
moet worden gecorrigeerd. Met gebruik van deze functies kan iedere tekstmarkering van feedback of<br />
commentaar worden voorzien.<br />
Bij het afdrukken van een PDF-bestand kunnen alle tekstmarkeringen zichtbaar worden gemaakt of<br />
worden verborgen.<br />
Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.<br />
Tekst markeren:<br />
1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappenop de pijl onder Tekstmarkering en<br />
selecteer een van de volgende opties:<br />
l Tekst markeren<br />
l Tekst doorstrepen<br />
l Tekst onderstrepen<br />
2. Selecteer een of meer woorden of een tekstblok waarop u de tekstmarkering wilt toepassen.<br />
Selectie met gebruik van de lichtkrant is handig voor tekst die in verticale kolommen is uitgevuld.<br />
3. Dubbelklik op de nieuwe markering als u commentaar wilt bijvoegen.<br />
4. Druk op de knop x bovenaan de pop-upnotitie om de notitie te sluiten.<br />
Markering verwijderen:<br />
l Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Selecteer het handje of het selectiegereedschap en klik hiermee met de rechtermuisknop op<br />
de aantekening. Kies Verwijderen in het menu.<br />
o Klik met het handje of het selectiegereedschap op de markering die u wilt verwijderen. Er<br />
verschijnt een begrenzingsvak om aan te geven dat de markering is geselecteerd. Druk op<br />
de toets Delete.<br />
TIP: u kunt meerdere markeringen toepassen op een woord of tekstblok. Tekst kan bijvoorbeeld<br />
gemarkeerd en onderstreept worden.<br />
Markeringseigenschappen wijzigen:<br />
1. Klik met de rechtermuisknop op de tekstmarkering.<br />
2. Selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Eigenschappen verschijnt en bevat de volgende<br />
tabbladen:<br />
o Algemeen: hierin kunt u de gegevens over de auteur en het onderwerp van de aantekening<br />
wijzigen.<br />
o Vormgeving: hierin kunnen de visuele kenmerken van de markering worden gewijzigd.<br />
3. Klik op Sluiten om de wijzigingen op te slaan.<br />
TIP: als u alle volgende markeringen dezelfde eigenschappen wilt geven als de geselecteerde<br />
markering, klikt u er met uw rechtermuisknop op en selecteert u Huidige eigenschappen als<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
66 ©<strong>Nitro</strong>
standaard instellen.<br />
Een aantekening beantwoorden:<br />
1. Als de aantekening verborgen is, dubbelklikt u op de gemarkeerde tekst om de aantekening weer<br />
zichtbaar te maken.<br />
2. Klik op het menu Opties in het tekstveld en selecteer Antwoorden.<br />
3. Voer uw antwoord in het berichtvak in dat in de originele markering verschijnt.<br />
TIP: u kunt meerdere antwoorden invoeren, zodat u een thread kunt opbouwen in een aantekening.<br />
Markering verwijderen:<br />
l Klik met uw rechtermuisknop op de markering en selecteer Verwijderen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
67 ©<strong>Nitro</strong>
Commentaar beheren en bekijken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 biedt een enkele locatie waar alle commentaar uit het PDF-bestand wordt getoond. In het<br />
deelvenster Commentaar worden alle opmerking weergegeven die in uw document zijn ingevoerd, met<br />
daarbij de informatie met betrekking tot de opmerking in kwestie.<br />
Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen:<br />
l Klik op het tabblad Commentaar in de zijbalk om het deelvenster Commentaar weer te geven of te<br />
verbergen.<br />
l Het deelvenster kan worden gesloten door op het tabblad Commentaar of op de knop x<br />
rechtsboven in het deelvenster Commentaar te klikken.<br />
TIP: klik op het gewenste commentaar in het deelvenster Commentaar als u rechtstreeks naar de<br />
bijbehorende locatie in het PDF-bestand wilt gaan.<br />
Gebruik de pijltoetsen Op en Neer om door de lijst in het deelvenster Commentaar te lopen.<br />
Commentaar uitvouwen of samenvouwen:<br />
Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Commentaar:<br />
l Afzonderlijke aantekeningen uitvouwen of samenvouwen: klik op de knop + of - naast de<br />
aantekening, of druk op de pijltoets Links of Rechts.<br />
l Commentaar in een groep, zoals Redactie of Tekst, uitvouwen of samenvouwen: klik op de knop +<br />
of - naast de aantekening, of druk op de pijltoets Links of Rechts.<br />
l Alle commentaar uitvouwen of samenvouwen: klik op Alles uitvouwen of Alles samenvouwen.<br />
OPMERKING: met de optie Alles uitvouwen wordt alle beschikbare informatie over iedere opmerking<br />
in het hele document weergegeven, inclusief het paginanummer, de naam van de reviewer, het type<br />
opmerking en alle eventuele feedback.<br />
Met Alles samenvouwen wordt het commentaar gegroepeerd op basis van de huidig geselecteerde<br />
optie bij Sorteren op. Bijvoorbeeld type, pagina, of auteur.<br />
Commentaar verwijderen:<br />
Selecteer het commentaar in het deelvenster Commentaar en klik op Verwijderen.<br />
Verdere informatie over de andere functies in het deelvenster Commentaar kunt u vinden in:<br />
l Het deelvensters Commentaar<br />
l Commentaar sorteren<br />
l Commentaar beantwoorden<br />
l Alle commentaar tonen of verbergen<br />
l Commentaar samenvatten<br />
l Combine comments from multiple files<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
68 ©<strong>Nitro</strong>
Commentaar beantwoorden<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u op uiterst eenvoudige wijze reageren op commentaar van andere reviewers. Ieder<br />
antwoord is gekoppeld aan het oorspronkelijke commentaar, en alle reacties kunnen in het deelvenster<br />
Commentaar worden bekeken. De elektronische cyclus voor controle van documenten kan worden<br />
gestroomlijnd door meerdere reacties op commentaar zo te rangschikken dat ze een thread vormen. U<br />
hoeft ze ook niet langer meer stuk voor stuk te sorteren.<br />
Commentaar beantwoorden:<br />
1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Markeer de gewenste aantekening in het deelvenster Commentaar en klik op Antwoorden.<br />
o Klik met uw rechtermuisknop op de aantekening op de pagina in het PDF-document en<br />
selecteer Antwoorden.<br />
2. Voer de gewenste tekst in op de pop-upnotitie.<br />
Raadpleeg Het deelvenster Commentaar voor verdere informatie.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
69 ©<strong>Nitro</strong>
Commentaar sorteren<br />
In het deelvenster Commentaar kunt u alle aantekeningen en feedback bijhouden die aan een PDFdocument<br />
zijn toegevoegd. In het deelvenster wordt een lijst getoond van iedere aantekening, met<br />
daarbij het type, de naam van de reviewer, een tijdstempel, alle eventuele feedback-tekst en de reacties.<br />
Commentaar sorteren:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik op het tabblad Commentaar in de zijbalk om het deelvenster Commentaar te openen.<br />
2. Klik in het deelvenster Commentaar op Sorteren op en kies de gewenste sorteermethode, zoals<br />
sorteren op Type, of sorteren op Auteur.<br />
70 ©<strong>Nitro</strong>
Alle commentaar tonen of verbergen<br />
Als u een PDF-document zonder enig commentaar wilt bekijken, kunt u alle aantekeningen tegelijk<br />
verbergen in plaats van ze stuk voor stuk te sluiten of te verwijderen. U gebruikt dezelfde functie om het<br />
commentaar weer te tonen.<br />
De zichtbaarheid van het commentaar in- of uitschakelen:<br />
l Klik in het tabblad Controleren in de groep Controleren op Commentaar verbergen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
71 ©<strong>Nitro</strong>
Commentaar uit meerdere bestanden samenvoegen<br />
Wanneer u van meerdere personen feedback ontvangt in afzonderlijke exemplaren van het originele PDFbestand,<br />
is het waarschijnlijk handig om dit commentaar tot één PDF-bestand samen te voegen, zodat u<br />
het gemakkelijker kunt controleren.<br />
U moet twee stappen uitvoeren om commentaar samen te voegen:<br />
1. Exporteer commentaar uit elk feedbackbestand.<br />
2. Importeer alle commentaar om het in één PDF-bestand te plaatsen.<br />
Commentaar exporteren uit een feedbackbestand<br />
1. Zorg dat er een PDF-bestand met commentaar geopend is. Klik in het tabblad Controleren in het<br />
groepsmenu Controleren op de pijl naast Migreren en selecteer Commentaar exporteren. Het<br />
dialoogvenster Commentaar exporteren wordt weergegeven.<br />
2. Geef een unieke bestandsnaam en een locatie voor het geëxporteerde commentaar op en klik op<br />
Opslaan.<br />
3. Herhaal stap 1 en 2 voor elk bestand met commentaar.<br />
Commentaar van meerdere personen in één PDF importeren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Zorg dat de originele PDF geopend is. Klik in het tabblad Controleren in het groepsmenu<br />
Controleren op de pijl naast Migreren en selecteer Commentaar importeren. . Het dialoogvenster<br />
Commentaar importeren wordt weergegeven.<br />
2. Selecteer een commentaarbestand en klik op Openen.<br />
3. Herhaal stap 1 en 2 voor elk bestand met commentaar.<br />
72 ©<strong>Nitro</strong>
Commentaar samenvatten<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u op eenvoudige wijze alle commentaar dat aan uw PDF-document is toegevoegd,<br />
samenvatten. Het samengevatte commentaar wordt naast de betreffende inhoud in het document<br />
weergegeven. Wanneer commentaar wordt samengevat, verschijnt elk commentaar als een toelichting<br />
naast de oorspronkelijke PDF-pagina, zodat u een duidelijk overzicht krijgt van de inhoud van elk<br />
commentaar naast de originele tekst. Elke toelichting is voorzien van een id. In een bijgevoegde<br />
samenvattingstabel worden alle id's vermeld, samen met de inhoud en eventuele verdere gegevens van<br />
het commentaar. Zo kan alle commentaar in één oogopslag worden bekeken, maar kan tegelijkertijd<br />
door de pagina's van het document worden gebladerd om elk commentaar afzonderlijk te zien. U kunt<br />
kiezen of u commentaar wilt samenvatten voor weergave op het scherm (als PDF) of op papier. In het<br />
dialoogvenster <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> Voorkeuren kunt u opgeven hoe het samengevatte commentaar moet worden<br />
weergegeven en afgedrukt.<br />
Commentaar samenvatten in PDF<br />
1. Klik in het tabblad Controleren in de groep Controleren op Commentaar samenvatten. Het<br />
dialoogvenster Commentaar samenvatten wordt weergegeven.<br />
2. Geef het gewenste paginabereik op.<br />
3. Klik op OK.<br />
TIP: als u instellingen voor afdrukken en samenvatten wilt configureren, klikt u in het dialoogvenster<br />
Commentaar samenvatten op Instellingen.<br />
Commentaar samenvatten om af te drukken<br />
1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Ga in het menu Bestand naar het submenu Afdrukken en selecteer Samenvatting<br />
afdrukken met commentaar.<br />
o Klik in het tabblad Controleren in het groepsmenu Controleren op de pijl onder<br />
Commentaar samenvatten en selecteer Commentaar samenvatten en afdrukken.<br />
2. Geef een paginabereik op in het dialoogvenster Samenvatting van document met commentaar<br />
afdrukken.<br />
3. Klik op OK.<br />
TIP: als u instellingen voor afdrukken en samenvatten wilt configureren, klikt u in het dialoogvenster<br />
Samenvatting van document met commentaar afdrukken op Instellingen.<br />
Voorkeuren voor afdrukken en samenvatten wijzigen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik op Voorkeuren in het menu Bestand. Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> Voorkeuren wordt<br />
weergegeven.<br />
2. Vouw de optie Commentaar invoeren uit en selecteer Afdrukken en samenvatten.<br />
3. Configureer een of meer van de volgende instellingen voor afdrukken en samenvatten:<br />
o Volgorde commentaar. Geef op hoe het commentaar in de samenvattingstabel moet<br />
worden gesorteerd. U hebt de keuze uit volgorde op pagina, auteur, tijd gemaakt, tijd<br />
73 ©<strong>Nitro</strong>
gewijzigd en type commentaar.<br />
o Lettertype. Geef het lettertype voor de commentaarsamenvatting op. Dit lettertype wordt<br />
gebruikt in de commentaartoelichtingen en de samenvattingstabel.<br />
o Koptekstgrootte. Hiermee wordt de grootte van de koptekst ingesteld. De koptekst wordt<br />
langs de bovenkant van iedere toelichting weergegeven en tevens langs de bovenkant van<br />
de samenvattingstabel.<br />
o Hoofdtekstgrootte. Hiermee wordt de grootte van de hoofdtekst ingesteld. De hoofdtekst<br />
is de tekst van elke commentaartoelichting, en de commentaartekst in elke rij van de<br />
samenvattingstabel.<br />
o Lijnstijl. Hier selecteert u de stijl van de lijn tussen de samenvattingstoelichtingen en de<br />
commentaarlocatie in het PDF-document.<br />
o Paginamarges. Hiermee wordt de grootte van de marges op de samenvattingspagina<br />
ingesteld. Met grote marges is er meer ruimte voor de toelichtingen, terwijl u met kleine<br />
marges een grotere versie van de originele PDF-pagina kunt zien.<br />
o Gegevens commentaar afdrukken (auteur, datum en tijd van de opmerking). Schakel dit<br />
selectievakje in om gegevens over de auteur en de datum en tijd waarop het commentaar is<br />
gemaakt, aan de samenvatting toe te voegen.<br />
o Pagina's zonder commentaar weglaten. Als u dit selectievakje inschakelt, worden alleen<br />
pagina's met commentaar in de samenvatting opgenomen. Bij het samenvatten van grote<br />
documenten bespaart u hierdoor tijd en geld, aangezien pagina's zonder commentaar<br />
worden weggelaten uit het uitvoerbestand of de afdruk.<br />
o Kader aan de originele pagina toevoegen. Schakel dit selectievakje in om een kader rond<br />
de originele pagina weer te geven en de samenvattingsgegevens buiten het kader te<br />
plaatsen.<br />
o Afmeting commentaar. Geef de breedte en hoogte van de commentaartoelichtingen op.<br />
4. Klik op OK om uw instellingen op te slaan.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
74 ©<strong>Nitro</strong>
Markeren met vormen en tekenfuncties<br />
Met de tekengereedschappen van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunnen niet alleen vooraf ingestelde vormen aan<br />
documenten worden toegevoegd (zoals lijnen, rechthoeken of ovalen), maar kunnen ook vormen met de<br />
hand worden getekend. Beide soorten tekenfuncties voorzien u van een bijbehorend pop-upvenster,<br />
waarin u een verdere toelichting bij de tekening kunt invoeren. Daarnaast kunt u het uiterlijk van uw<br />
tekeningen wijzigen met de opties voor kleur, transparantheid, stijlen voor aanwijzers en meer,<br />
afhankelijk van het type tekening dat u gebruikt.<br />
U beschikt over tekenfuncties voor het volgende:<br />
l Pijl<br />
l Rechthoek<br />
l Ovaal<br />
l Lijn<br />
l Wolk<br />
l Veelhoek<br />
l Veelhoekslijn<br />
l Potlood (voor tekenen met de hand)<br />
l Gum<br />
Een lijn, pijl, rechthoek of ovaal toevoegen:<br />
1. Klik in het tabblad Controleren in de groep Commentaar op de pijl onder Vormen en selecteer de<br />
vorm die u wilt invoegen.<br />
2. Klik op de plaats op de pagina in het PDF-bestand waar u de vorm wilt plaatsen.<br />
Vrije vormen tekenen:<br />
1. Klik in het tabblad Controleren in de groep Commentaar op de pijl onder Tekening en selecteer<br />
Potlood.<br />
2. Klik en sleep de aanwijzer over de pagina en teken het gewenste beeld.<br />
TIP: in het menu Tekening kunt u de functie Gum selecteren om delen van uw potloodtekening te<br />
wissen.<br />
Een toelichting aan een tekening toevoegen:<br />
1. Dubbelklik op de tekening. Er verschijnt nu een pop-upnotitie.<br />
2. Voer de gewenste tekst in.<br />
De stijl of eigenschappen van een tekening wijzigen:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Gebruik het handje, het selectiegereedschap of ieder gereedschap in de groep Commentaar en klik<br />
met de rechtermuisknop in de tekening.<br />
2. Selecteer Eigenschappen in het menu.<br />
3. Wijzig de eigenschappen in de tabbladen Algemeen of Vormgeving.<br />
4. Klik op Sluiten.<br />
75 ©<strong>Nitro</strong>
Standaardopmaak voor de toelichtingen bij een tekening instellen:<br />
1. Gebruik het handje, het selectiegereedschap of ieder gereedschap in de groep Commentaar en klik<br />
met de rechtermuisknop op een tekening met de gewenste opmaak.<br />
2. Selecteer Huidige eigenschappen als standaard instellen in het menu.<br />
Een rechte lijn veranderen in een pijl:<br />
1. Gebruik het handje, het selectiegereedschap of ieder gereedschap in de groep Commentaar en klik<br />
met de rechtermuisknop op een tekening van een rechte lijn.<br />
2. Selecteer Eigenschappen in het menu.<br />
3. Selecteer in het tabblad Vormgeving, in de menu's Begin en Eind, de stijl voor de uiteinden van de<br />
pijl.<br />
4. Klik op Sluiten.<br />
Een tekening verwijderen:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Gebruik het handje, het selectiegereedschap of ieder gereedschap in de groep Commentaar en voer een<br />
van de volgende handelingen uit:<br />
l Klik met de rechtermuisknop op de tekening en selecteer Verwijderen in het menu.<br />
l Klik op de tekening en druk op de toets Delete.<br />
76 ©<strong>Nitro</strong>
Tekstvakken en toelichtingen<br />
Met behulp van tekstvakken kunt u zorgen dat belangrijke tekst duidelijk en op de juiste plaats op de<br />
pagina wordt weergegeven. Tekstvakken zijn altijd zichtbaar en kunnen in tegenstelling tot plaknotities<br />
niet worden geopend of gesloten.<br />
Toelichtingen zijn tekstvakken met een pijl, die u naar een specifieke locatie op dezelfde pagina van het<br />
PDF-document kunt laten wijzen. Dit kan handig zijn als u commentaar aan een bepaalde tekstpassage of<br />
afbeelding wilt koppelen.<br />
OPMERKING: tenzij anders aangegeven zijn de instructies voor tekstvakken ook van toepassing op<br />
toelichtingen.<br />
Een tekstvak met commentaar toevoegen<br />
1. Klik in het tabblad Controleren, in de groep Commentaar, op de pijl onder Tekst en selecteer<br />
Tekstvak of Toelichting.<br />
2. Klik op de PDF-pagina waar u het tekstvak wilt plaatsen en typ de gewenste tekst.<br />
Tekst in een bestaand tekstvak bewerken<br />
1. Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en dubbelklik in<br />
een tekstvak waarin u tekst wilt bewerken.<br />
2. Bewerk de tekst.<br />
TIP: wanneer u tekst in een tekstvak bewerkt, kunt u het tabblad Indeling gebruiken om instellingen<br />
voor het lettertype, de uitlijning of afstand van tekst te wijzigen.<br />
De vormgeving van een tekstvak met commentaar wijzigen<br />
1. Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en klik met de<br />
rechtermuisknop op het tekstvak.<br />
2. Selecteer Eigenschappen in het menu.<br />
3. Wijzig de instellingen op het tabblad Algemeen, Vormgeving en/of Lettertype naar wens.<br />
4. Klik op Sluiten.<br />
De plaats of het formaat van een tekstvak wijzigen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Als u een tekstvak wilt verplaatsen, sleept u het naar de gewenste positie. U kunt de pijl van een<br />
toelichting apart verplaatsen door de rode grepen van de pijl te verslepen.<br />
l U kunt het formaat van een tekstvak wijzigen door de rode grepen op de randen te verslepen.<br />
TIP: Als de cursor in het tekstvak knippert, betekent dit dat de tekstbewerkingsmodus actief is. U kunt<br />
de eigenschappen van het tekstvak bewerken door buiten het tekstvak te klikken om de<br />
tekstbewerkingsmodus uit te schakelen, met de rechtermuisknop op het tekstvak te klikken en<br />
Eigenschappen in het menu te selecteren.<br />
77 ©<strong>Nitro</strong>
De standaardvormgeving van tekstvakken instellen<br />
1. Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en klik met de<br />
rechtermuisknop op een tekstvak met de gewenste vormgeving.<br />
2. Selecteer Huidige eigenschappen als standaard instellen in het menu.<br />
OPMERKING: standaardeigenschappen voor tekstvakken zijn onafhankelijk van standaardinstellingen<br />
voor toelichtingen.<br />
Een tekstvak verwijderen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Selecteer het gereedschap Handje of Selecteren of een Commentaar-gereedschap, en voer een van de<br />
volgende handelingen uit:<br />
l Klik met de rechtermuisknop op het tekstvak en selecteer Verwijderen in het menu.<br />
l Klik op het tekstvak en druk op de toets Delete.<br />
78 ©<strong>Nitro</strong>
Bestanden als aantekeningen bijvoegen<br />
Met de functie voor het bijvoegen van aantekeningbijlagen kunt u elektronische bestanden aan uw PDFbestanden<br />
koppelen, net zoals u een papieren document met een paperclip aan een ander document<br />
kunt bevestigen. Dergelijke bijlagen worden als paperclippictogram op de PDF-pagina weergegeven en<br />
kunnen worden geopend door op het pictogram te dubbelklikken. U kunt aantekeningbijlagen bekijken<br />
in de deelvensters Commentaar en Bijlagen.<br />
Het deelvenster Bijlagen is de centrale plaats voor het bekijken, invoegen, verwijderen en exporteren van<br />
alle bijlagen in een document, zelfs bijlagen die niet als aantekeningen zijn bijgevoegd.<br />
Een bestand als aantekening bijvoegen<br />
1. Klik in het tabblad Controleren in de groep Commentaar op Bestanden bijvoegen. De<br />
muisaanwijzer verandert in een paperclip.<br />
2. Klik op de paginapositie waar u een bestand wilt bijvoegen. Het dialoogvenster Openen wordt<br />
weergegeven.<br />
3. Zoek en selecteer het bestand dat u wilt bijvoegen en klik op Openen. Het bestand wordt als<br />
bijlage aan uw PDF-document toegevoegd en wordt in het bestand ingesloten wanneer u het<br />
opslaat.<br />
TIP: u kunt het paperclippictogram naar de gewenste plaats op dezelfde pagina slepen en het met de<br />
sneltoetsen voor knippen en plakken op andere pagina's plaatsen.<br />
De weergave of eigenschappen van een bestandsbijlage wijzigen<br />
1. Klik met de rechtermuisknop op het bijlagepictogram en selecteer Eigenschappen. Het<br />
dialoogvenster Bestandsbijlage Eigenschappen wordt weergegeven.<br />
2. Werk de eigenschappen op de tabbladen Algemeen en Vormgeving naar wens bij.<br />
3. Klik op Sluiten.<br />
Een bestandsbijlage openen<br />
Dubbelklik op het bijlagepictogram (de paperclip).<br />
Een bestandsbijlage opslaan<br />
1. Klik met de rechtermuisknop op het bijlagepictogram en selecteer Ingesloten bestand op schijf<br />
opslaan. Het dialoogvenster Opslaan als wordt weergegeven.<br />
2. Selecteer Ingesloten bestand op schijf opslaan in het menu.<br />
3. Ga naar de locatie waar u de bestandsbijlage wilt opslaan en klik op Opslaan.<br />
Raadpleeg Het deelvenster Bijlagen en Bestanden bijvoegen voor verdere informatie.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
79 ©<strong>Nitro</strong>
PDF-bestanden converteren<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u de tekst en afbeeldingen uit uw PDF-documenten ophalen om deze inhoud<br />
opnieuw elders te gebruiken, of kunt u een 'snapshot' van het PDF-document maken. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 bevat<br />
tevens een functie om PDF-bestanden te exporteren, zodat u de inhoud opnieuw kunt gebruiken in<br />
toepassingen zoals Microsoft Word, WordPerfect, Open Office en meer.<br />
Bestanden kunnen worden opgeslagen als DOC, RTF, TXT en afbeeldingen als BMP, JPG, PNG, of TIF. De<br />
volgende functies zijn beschikbaar:<br />
l Selectiegereedschap: hiermee kopieert u tekst en afbeeldingen op pagina's om deze in andere<br />
toepassingen te gebruiken.<br />
l PDF naar Word: converteer bestanden naar doc-indeling voor gebruik in Microsoft Word.<br />
l PDF naar Excel: converteer bestanden naar xml-indeling voor gebruik in Microsoft Excel.<br />
l PDF naar Beeld: converteer hele documenten of losse pagina's naar beeldbestanden.<br />
l PDF naar Rich Text: converteer bestanden naar rtf-indeling om de inhoud opnieuw te gebruiken in<br />
WordPerfect, OpenOffice, Google Docs en andere tekstverwerkingsprogramma's.<br />
l Alle tekst en afbeeldingen ophalen: haal iedere afbeelding op als een apart bestand, of haal alle<br />
tekst op en sla dit op in een onbewerkt tekstbestand.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
TIP: als u de standaardinstellingen voor exporteren en kopiëren wilt instellen, selecteert u Voorkeuren<br />
in het menu Bestand en kijkt u in de delen Algemeen en Conversie. Verdere informatie hierover kunt u<br />
vinden in Voorkeuren.<br />
80 ©<strong>Nitro</strong>
PDF naar Microsoft Word converteren<br />
Met de exportfunctie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u PDF-bestanden naar Microsoft Word-documenten (DOCbestanden)<br />
converteren. De inhoud wordt zo in een handomdraai bruikbaar in Microsoft Word. U kunt<br />
een reeks pagina's, hele bestanden of een verzameling bestanden in één keer exporteren.<br />
PDF naar Microsoft Word converteren<br />
1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Converteren op Naar Word.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit in het venster PDF naar Word converteren:<br />
l Klik onder Bestanden voor conversie op Bestanden toevoegen en zoek en selecteer andere<br />
PDF-bestanden voor conversie.<br />
l Markeer een PDF-bestand in de lijst en gebruik vervolgens de opties Op of Neer om de<br />
documenten naar wens te rangschikken, of klik op Verwijderen als u het document uit de<br />
lijst wilt verwijderen.<br />
l Schakel het selectievakje Alle geopende PDF-documenten opnemen in om de geopende<br />
PDF's snel naar Word te converteren.<br />
l Als u alleen bepaalde pagina's in een document wilt converteren, markeert u het document<br />
en klikt u op Pagina's kiezen. Geef de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door<br />
een streepje) op in het vak Pagina's. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document<br />
met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5.<br />
l Selecteer onder Conversie-instellingen een indelingsmodus in de lijst Indeling, of klik op<br />
Opties om extra opties in te stellen. Raadpleeg 'Instellingen voor het exporteren van PDF<br />
naar Word en RTF' voor verdere informatie over indelingsmodi en andere beschikbare<br />
opties.<br />
l Selecteer onder Uitvoer een optie in de vervolgkeuzelijst Map om op te geven waar het<br />
geëxporteerde bestand moet worden opgeslagen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Schakel het selectievakje Geconverteerde bestanden openen in als u wilt dat de<br />
documenten na conversie automatisch in het standaardprogramma worden geopend.<br />
l Klik op Converteren om de conversie te voltooien.<br />
TIP: u kunt de selectie makkelijker maken door de navigatiepijlen onder in het venster te gebruiken om<br />
de afzonderlijke pagina's te bekijken.<br />
81 ©<strong>Nitro</strong>
PDF naar Microsoft Excel converteren<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u PDF-bestanden converteren naar een Microsoft Excel 2003 XML-werkblad (.xml) of<br />
een Excel 2007-werkmap (.xlsx).<br />
U kunt een reeks pagina's, hele bestanden of een verzameling bestanden in één keer exporteren. Om een<br />
PDF-bestand met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> naar Excel te converteren, moet uw PDF tabelgegevens bevatten; zonder<br />
tabelgegevens zal de conversie mislukken.<br />
PDF naar Microsoft Excel converteren<br />
1. Klik op Naar Excel in de groep Converteren van het tabblad Home.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit in het venster PDF naar Excel converteren:<br />
l Klik op Bestanden toevoegen en zoek en selecteer andere PDF-bestanden voor conversie.<br />
l Selecteer een PDF-bestand in de lijst en gebruik de opties Op of Neer om de documenten<br />
naar wens te rangschikken, of klik op Verwijderen als u het document uit de lijst wilt<br />
verwijderen.<br />
l Schakel het selectievakje Alle geopende PDF-documenten opnemen in om alle geopende<br />
PDF's snel naar Excel-bestanden te converteren.<br />
l Als u alleen bepaalde pagina's in een document wilt converteren, markeert u het document<br />
en klikt u op Pagina's kiezen. Geef de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door<br />
een streepje) op in het vak Pagina's. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document<br />
met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5.<br />
l Geef in het vak Conversie-instellingen een Bestandsindeling op: Excel 2007-werkmap (.xlsx)<br />
of Excel 2003 XML spreadsheet (.xml).<br />
l Geef in het vak Uitvoer aan waar het geëxporteerde bestand moet worden opgeslagen.<br />
l Schakel het selectievakje Geconverteerde bestanden openen in als u wilt dat de<br />
documenten na conversie automatisch in het standaardprogramma worden geopend.<br />
TIP: u kunt de selectie makkelijker maken door de navigatiepijlen onder in het venster te<br />
gebruiken om de afzonderlijke pagina's te bekijken.<br />
3. Klik op Converteren om de conversie uit te voeren.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
82 ©<strong>Nitro</strong>
PDF-bestanden naar afbeeldingen converteren<br />
Met de exportfunctie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u volledige PDF-bestanden of afzonderlijke pagina's ervan naar<br />
een afbeeldingsbestand converteren. Hierbij kunt u de gewenste bestandsindeling selecteren en de<br />
beeldkwaliteit zo nodig verlagen.<br />
PDF naar afbeelding converteren<br />
1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Converteren op Naar afbeelding.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Naar afbeelding:<br />
l Klik onder Bestanden voor conversie op Bestanden toevoegen en zoek en selecteer andere<br />
PDF-bestanden voor conversie.<br />
l Markeer een PDF-bestand in de lijst en gebruik vervolgens de opties Op of Neer om de<br />
documenten naar wens te rangschikken, of klik op Verwijderen als u het document uit de<br />
lijst wilt verwijderen.<br />
l Schakel het selectievakje Alle geopende PDF-documenten opnemen in om de geopende<br />
PDF-bestanden snel naar afbeeldingen te converteren.<br />
l Als u alleen bepaalde pagina's in een document wilt converteren, markeert u het document<br />
en klikt u op Pagina's kiezen. Geef de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door<br />
een streepje) op in het vak Pagina's. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document<br />
met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5.<br />
l Selecteer onder Conversie-instellingen een Beeldindeling. De beschikbare opties zijn PNG,<br />
JPEG, TIFF en TIFF op meerdere pagina's.<br />
l Selecteer onder Conversie-instellingen of u de afbeelding wilt Verkleinen tot een specifieke<br />
dpi-waarde, of selecteer Originele dpi behouden als u de resolutie niet wilt wijzigen.<br />
l Selecteer onder Uitvoer een optie in de vervolgkeuzelijst Map om op te geven waar het<br />
geëxporteerde bestand moet worden opgeslagen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Schakel het selectievakje Geconverteerde bestanden openen in als u wilt dat de<br />
documenten na conversie automatisch in het standaardprogramma worden geopend.<br />
3. Klik op Converteren om de conversie uit te voeren.<br />
83 ©<strong>Nitro</strong>
PDF naar Rich Text converteren<br />
Met de exportfunctie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u PDF-bestanden naar RTF-bestanden (Rich Text Format)<br />
converteren. De inhoud wordt zo in een handomdraai bruikbaar in WordPerfect, Open Office, of andere<br />
tekstverwerkingsprogramma's. U kunt een reeks pagina's, hele bestanden of een verzameling bestanden<br />
in één keer exporteren.<br />
PDF naar Rich Text converteren<br />
1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Converteren op Ander type en vervolgens op Naar<br />
Rich Text.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster PDF naar Rich Text converteren:<br />
l Klik onder Bestanden voor conversie op Bestanden toevoegen en zoek en selecteer<br />
andere PDF-bestanden voor conversie.<br />
l Markeer een PDF-bestand in de lijst en gebruik de opties Op of Neer om de documenten<br />
naar wens te rangschikken, of klik op Verwijderen als u het document uit de lijst wilt<br />
verwijderen.<br />
l Schakel het selectievakje Alle geopende PDF-documenten opnemen in om de geopende<br />
PDF's snel naar RTF te converteren.<br />
l Als u alleen bepaalde pagina's in een document wilt converteren, markeert u het document<br />
en klikt u op Pagina's kiezen. Geef de gewenste pagina of reeks pagina's (gescheiden door<br />
een streepje) op in het vak Pagina's. Als u bijvoorbeeld pagina 3, 4 en 5 van een document<br />
met 8 pagina's wilt converteren, typt u hier 3-5.<br />
l Selecteer onder Conversie-instellingen een indelingsmodus in de lijst Indeling, of klik op<br />
Opties om extra opties in te stellen. Raadpleeg 'Instellingen voor het exporteren van PDF<br />
naar Word en RTF' voor verdere informatie over indelingsmodi en andere beschikbare<br />
opties.<br />
l Selecteer onder Uitvoer een optie in de vervolgkeuzelijst Map om op te geven waar het<br />
geëxporteerde bestand moet worden opgeslagen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Schakel het selectievakje Geconverteerde bestanden openen in als u wilt dat de<br />
documenten na conversie automatisch in het standaardprogramma worden geopend.<br />
3. Klik op Converteren om de conversie uit te voeren.<br />
84 ©<strong>Nitro</strong>
PDF naar onbewerkte tekst converteren<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u alle tekst uit een PDF-document exporteren en opslaan in een bestand in een<br />
willekeurige map zonder het originele PDF-document te wijzigen.<br />
OPMERKING: voor op afbeeldingen gebaseerde PDF-bestanden en gescande PDF's wordt automatisch<br />
OCR (optische tekenherkenning) gebruikt om de tekst in het document te herkennen en converteren.<br />
PDF-bestand naar onbewerkte tekst converteren:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Home in de groep Converteren op Ander type en vervolgens op Naar<br />
onbewerkte tekst. Het dialoogvenster PDF naar Onbewerkte tekst converteren wordt<br />
weergegeven.<br />
2. Als er reeds een PDF is geopend, gebruikt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 dit bestand automatisch voor de conversie.<br />
Anders klikt u op de knop Bestanden toevoegen, selecteert u een bestand en klikt u vervolgens<br />
op Openen.<br />
3. Klik in het gedeelte Uitvoer op Opties en wijzig zo nodig de volgende instellingen:<br />
o Alinea-opmaak tijden conversie behouden: hiermee blijft de alinea-opmaak behouden,<br />
zodat de tekst makkelijker opnieuw kan worden gebruikt.<br />
o Regels afbreken na: specificeer een gelijke lijnbreedte, op basis van een aantal tekens.<br />
o Kop- en voettekst: selecteer of u de kop- en voettekst van het document wel dan niet wilt<br />
behouden.<br />
4. Om de bestemming van de uitgevoerde tekst op te geven, selecteert u een van de volgende opties<br />
in het menu Bestanden opslaan in van het gedeelte Uitvoer:<br />
o Specifieke map: hiermee selecteert u een locatie voor het tekstbestand voordat het<br />
bestand is gemaakt.<br />
o Map van originele bestand: het nieuwe tekstbestand wordt opgeslagen op de locatie van<br />
de bron-PDF die u in stap 2 heeft geselecteerd.<br />
o Navragen tijdens het proces: als het tekstbestand is gemaakt, wordt u gevraagd een<br />
locatie op te geven waar het bestand moet worden opgeslagen.<br />
5. Schakel het selectievakje van Geconverteerde bestand openen in als u het nieuwe tekstbestand<br />
wilt openen zodra het is gemaakt.<br />
6. Klik op Converteren om het PDF-bestand te converteren. Het originele PDF-bestand blijft<br />
ongewijzigd.<br />
85 ©<strong>Nitro</strong>
Export-instellingen PDF naar Word en RTF<br />
Er zijn verschillende instellingen waarmee kan worden bepaald hoe <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 PDF-inhoud exporteert<br />
naar documenten in doc- (Microsoft Word) en rtf-indeling (Rich Text Format). U krijgt toegang tot deze<br />
instellingen door op de knop Opties... te klikken in het exportvenster, of in het venster Voorkeuren van<br />
<strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional.<br />
Opmerking: Een PDF kan nooit met behoud van de exacte opmaak en indeling naar Word worden<br />
geconverteerd. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 tracht echter een Word-bestand te produceren dat het originele PDFdocument<br />
in alle opzichten het dichtst benadert.<br />
Paginaopmaak<br />
In Pagina-indeling vindt u de opties waarmee u de juiste balans tussen de bewerkbaarheid van het<br />
uitvoerbestand en de visuele nauwkeurigheid in vergelijking met de originele PDF kunt instellen.<br />
l Hoge bewerkbaarheid (met indeling): met deze optie wordt een bestand gemaakt dat redelijk<br />
bewerkbaar is, maar waarin tegelijkertijd het uiterlijk van de originele PDF behouden is gebleven.<br />
De indeling van de tekst, grafische afbeeldingen en alinea's worden allemaal nagebootst en het<br />
uitvoerbestand is in kolommen ingedeeld voor visuele overeenkomst met het origineel.<br />
l Hoge bewerkbaarheid (enkele kolom): met deze optie wordt een bestand geproduceerd dat in<br />
hoge mate kan worden bewerkt, inclusief de structuur en indeling van het document. De indeling<br />
van de tekst, grafische afbeeldingen en alinea's worden allemaal nagebootst, maar er worden geen<br />
kolommen gebruikt om de inhoud in te delen.<br />
l Nauwkeurig ingedeeld: met deze optie maakt u een bestand dat er precies hetzelfde uitziet als de<br />
PDF. Hierbij worden tekstkaders gebruikt om de inhoud zo nauwkeurig mogelijk in te delen. Deze<br />
optie is ideaal wanneer de visuele kwaliteit van het bestand het belangrijkste is en er weinig of<br />
geen wijzigingen aangebracht hoeven te worden.<br />
l Originele indeling behouden met gebruik van aangepaste tekenafstand: als dit is ingeschakeld,<br />
stelt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> de tekenafstand af om de tekst uit het PDF-bestand zo nauwkeurig mogelijk na te<br />
bootsen.<br />
l Pagina's automatisch draaien op basis van tekstrichting: hiermee worden de pagina's in het<br />
geëxporteerde document gedraaid overeenkomstig het merendeel van de originele tekst in de<br />
PDF.<br />
Afbeeldingen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Met de afbeeldingsopties kunt u bepalen hoe afbeeldingen tijdens de conversie worden verwerkt.<br />
l Automatisch verankeren: hiermee wordt automatisch de beste methode voor het verankeren van<br />
afbeeldingen bepaald, op basis van het type inhoud dat in de PDF wordt aangetroffen.<br />
l Aan alinea verankeren: afbeeldingen worden aan de dichtstbijzijnde alinea verankerd. Hierdoor<br />
wordt het makkelijker om de inhoud te bewerken, aangezien de afbeeldingen met de alinea mee<br />
worden verplaatst. Deze optie werkt goed met de optie 'Hoge bewerkbaarheid (met indeling).<br />
l Aan pagina verankeren: afbeeldingen worden op een vaste plaats in de geëxporteerde pagina<br />
verankerd, op precies dezelfde plaats als in de PDF-pagina. Deze optie werkt goed met de optie<br />
'Nauwkeurig ingedeeld'.<br />
86 ©<strong>Nitro</strong>
l Alleen inline-afbeeldingen: hiermee worden alleen afbeeldingen die tussen woorden en op<br />
dezelfde letterlijn als de tekst zijn geplaatst, geconverteerd. Andere afbeeldingen worden niet<br />
geconverteerd.<br />
Tabellen<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u bepalen of gegevens in tabellen wel of niet weer naar tabellen worden<br />
geconverteerd.<br />
l Tabellen detecteren: met deze optie zal <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 automatisch inhoud detecteren die in de PDF<br />
in tabellen is ingedeeld, en zal dan proberen deze in het geëxporteerde bestand naar tabellen te<br />
converteren.<br />
Kop- en voettekst<br />
Met gebruik van deze opties kunt u opgeven hoe inhoud wordt verwerkt die in kop- en voetregels<br />
verschijnt.<br />
l Kop- en voetregels detecteren en herstellen: hiermee worden kop- en voetteksten automatisch<br />
gedetecteerd en geconverteerd naar kop- en voetteksten in het geëxporteerde bestand.<br />
l Verwijderen: inhoud die in kop- en voetteksten is opgenomen, wordt niet in het geëxporteerde<br />
bestand opgenomen.<br />
l Kop- en voetregels niet detecteren: kop- en voettekst wordt als normale inhoud geconverteerd<br />
en in de hoofdtekst van het geëxporteerde bestand opgenomen, aan de boven- en onderkant van<br />
de pagina.<br />
Geavanceerd tekstherstel<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
De opties voor geavanceerd tekstherstel bieden hulp bij de conversie van PDF-bestanden die lettertypen<br />
bevatten met een niet-standaard codering, die soms in de uitgevoerde Word- of RTF-documenten onjuist<br />
worden geconverteerd.<br />
l Alle tekst: met deze optie past <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 een geavanceerde optische hersteltechniek toe op alle<br />
tekst in het document. Alle tekst in het uitvoerbestand zal dezelfde lettertypestijl gebruiken.<br />
l Alleen probleemtekst: hiermee wordt geavanceerd optisch tekstherstel alleen toegepast op<br />
probleemtekst in het document en worden waar mogelijk de originele lettertypen en stijl gebruikt.<br />
l Geen: hiermee wordt probleemtekst niet hersteld.<br />
l Taal van tekst voor herstel: hier kunt u een taal opgeven die door de functie voor tekstherstel<br />
wordt gebruikt bij het interpreteren van de woorden in het PDF-bestand.<br />
l Vóór conversie automatisch OCR toepassen op beeldbestanden: gescande documenten worden<br />
vóór de conversie met OCR verwerkt, zodat de tekst in beeldbestanden wordt herkend.<br />
Opmerking: voor Geavanceerd tekstherstel moet MODI (Microsoft Office Document Imaging) zijn<br />
geïnstalleerd. MODI is geïntegreerd in Microsoft Office 2003 en 2007. Office 2010 wordt niet geleverd<br />
met MODI, maar Microsoft biedt hier een methode om toegang te krijgen tot dit hulpprogramma.<br />
87 ©<strong>Nitro</strong>
Tekst en afbeeldingen selecteren en kopiëren<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u tekst en afbeeldingen in uw PDF-document selecteren en kopiëren om deze in<br />
andere applicaties te gebruiken.<br />
Een hele pagina tekst in een PDF-document kopiëren<br />
1. Klik op Selecteren in de groep Gereedschappen van het tabblad Home, Bewerken, Controleren,<br />
Formulieren of Beveiliging en voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Druk op Ctrl+A.<br />
o Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Alles selecteren.<br />
2. Als de tekst geselecteerd is, voert u een van de volgende handelingen uit:<br />
o Druk op Ctrl+C.<br />
o Kik met de rechtermuisknop en selecteer Kopiëren.<br />
3. De tekst wordt naar het klembord gekopieerd en is gereed om te worden geplakt.<br />
Tekst in een PDF-document selecteren<br />
1. Klik op Selecteren in de groep Gereedschappen van het tabblad Home, Bewerken, Controleren,<br />
Formulieren of Beveiliging. De muisaanwijzer verandert in een verticale streep.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit met het selectiegereedschap:<br />
o Klik op tekst en sleep erover om letters, woorden of alinea's te selecteren.<br />
o Klik buiten de tekst en sleep een selectiekader om de te selecteren tekst. U kunt tevens<br />
verticale kolommen tekst selecteren met het selectiekader.<br />
o Klik met de rechtermuisknop op een willekeurige plaats op de pagina en selecteer Alles<br />
selecteren om alle tekst in het document te selecteren.<br />
3. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde tekst en selecteer Tekst kopiëren of druk op Ctrl<br />
+ C op het toetsenbord.<br />
4. U kunt de tekst nu in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 of een andere applicatie plakken.<br />
OPMERKING: Wanneer u tekst in een ondersteunde applicatie (bijvoorbeeld Microsoft Word) plakt,<br />
blijft de opmaak van de tekst behouden. Als u deze standaardeigenschap wilt wijzigen, selecteert u in<br />
het menu Bestand de optie Voorkeuren, klikt u op Algemeen en schakelt u in het gedeelte<br />
Basisgereedschappen de optie Tekst kopiëren zonder opmaak in. Klik op OK om deze instelling op te<br />
slaan.<br />
Afbeeldingen in een document selecteren en kopiëren<br />
1. Klik op de pijl Selecteren en kies Tekst/afbeelding selecteren in de groep Gereedschappen van het<br />
tabblad Home, Bewerken, Controleren, Formulieren of Beveiliging.<br />
2. Plaats de muis op een afbeelding; de aanwijzer verandert in een dradenkruis. Klik op de afbeelding<br />
om deze te selecteren.<br />
3. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde afbeelding en selecteer Afbeelding kopiëren of<br />
druk op Ctrl + C op het toetsenbord.<br />
4. Er wordt een bericht weergegeven om te bevestigen dat de afbeelding naar het klembord is<br />
gekopieerd. U kunt de afbeelding nu in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 of een andere applicatie plakken.<br />
Raadpleeg Een afbeelding ophalen en Alle afbeeldingen ophalen voor verdere informatie.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
88 ©<strong>Nitro</strong>
Een snapshot maken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u een deel van een PDF-pagina (tekst en afbeeldingen) kopiëren en deze selectie als<br />
afbeelding in een andere applicatie (bijvoorbeeld Microsoft Word, PowerPoint, Paint, of Adobe<br />
Photoshop) plakken. Tevens kunt u een deel van een pagina kopiëren en als een nieuwe PDF opslaan.<br />
Ga als volgt te werk om een snapshot van pagina-inhoud te maken:<br />
1. Klik op de pijl Selecteren en kies Snapshot in de groep Gereedschappen van het tabblad Home,<br />
Bewerken, Controleren, Formulieren of Beveiliging. De muisaanwijzer verandert in een<br />
dradenkruis.<br />
2. Sleep een rechthoek om het gebied op de pagina dat u wilt kopiëren. Er verschijnt een bericht om<br />
te bevestigen dat het geselecteerde gebied naar het klembord is gekopieerd.<br />
3. Klik op OK.<br />
4. U kunt de afbeelding nu in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 of een andere applicatie plakken of een nieuwe PDF van uw<br />
snapshot maken met de functie PDF Van klembord.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden in Een PDF maken van het klembord of van schermopnamen.<br />
89 ©<strong>Nitro</strong>
Alle afbeeldingen ophalen<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u alle afbeeldingen in uw PDF-document ophalen en in aparte beeldbestanden<br />
opslaan, die dan weer in andere programma's kunnen worden gebruikt. Met gebruik van deze procedure<br />
kunt u afbeeldingen uit een reeks pagina's, hele PDF-bestanden of een verzameling bestanden ophalen.<br />
Afbeeldingen ophalen uit PDF-bestanden<br />
1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Converteren op Ander type en vervolgens op<br />
Afbeeldingen ophalen. Het dialoogvenster Afbeeldingen ophalen wordt weergegeven.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Afbeeldingen ophalen:<br />
o Klik in het gedeelte Bestanden voor op te halen afbeeldingen op Bestanden toevoegen<br />
en selecteer verdere PDF-bestanden die u wilt gebruiken.<br />
o Selecteer een PDF-bestand in de lijst en klik op Op of Neer als u de volgorde van de<br />
documenten in de lijst wilt veranderen. Klik op Verwijderen als u het geselecteerde bestand<br />
uit de lijst wilt verwijderen.<br />
o Alle geopende PDF-documenten opnemen: hiermee worden de PDF-bestanden die op dat<br />
moment in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 geopend zijn, aan de lijst toegevoegd en worden alle pagina's<br />
opgegeven.<br />
o Als u alleen de afbeeldingen op specifieke pagina's uit een document wilt ophalen,<br />
selecteert u het document en klikt u op Pagina's kiezen. Geef in het veld Pagina's de<br />
gewenste pagina's op. Losse pagina's worden gescheiden door een komma en een reeks<br />
pagina's door een koppelstreepje. Als u bijvoorbeeld afbeeldingen uit pagina's 1, 3, 4 en 5<br />
van een document met 8 pagina's wilt ophalen, voert u hier 1, 3-5 in. U kunt het<br />
selectieproces vergemakkelijken door de navigatiepijlen onder in het dialoogvenster te<br />
gebruiken om de pagina's te bekijken.<br />
o Klik op Opties als u de voorkeuren voor standaardbestandsindelingen wilt wijzigen. Geef de<br />
bestandsindeling voor kleuren- en zwart/wit-afbeeldingen op. Als u Optimaal selecteert,<br />
kiest <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 automatisch het beste type afbeeldingsbestand op basis van de PDFinformatie.<br />
o Selecteer in het gedeelte Uitvoer een Mapoptie om aan te geven waar de opgehaalde<br />
bestanden moeten worden opgeslagen.<br />
o Gemaakte map openen: hiermee wordt de doelmap automatisch geopend als de<br />
afbeeldingen zijn opgehaald.<br />
3. Klik op Ophalen om de afbeeldingen op te halen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
90 ©<strong>Nitro</strong>
Werken met formulieren<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunnen interactieve PDF-formulieren worden ingevuld en verzonden, en kunt u een kopie<br />
van het formulier met alle ingevulde informatie opslaan. Interactieve formulieren zijn ontworpen om de<br />
informatie die u in de velden typt te verzamelen. Ze kunnen tevens andere handelingen uitvoeren, zoals<br />
veldwaarden berekenen, of informatie via het internet verzenden. Formulieren kunnen ook statisch zijn.<br />
Dit zijn scans van papieren formulieren, of niet-interactieve formulieren die in Word of andere applicaties<br />
zijn opgesteld en geen interactieve formuliervelden hebben.<br />
TIP: klik met het handje in de velden van een interactief formulier om de formuliervelden in te vullen.<br />
Gebruik de functie Tekst typen om statische formulieren in te vullen.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden in:<br />
l Tekst toevoegen of bewerken<br />
l Formulieren invullen en opslaan<br />
l Handtekening stempelen met QuickSign<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
91 ©<strong>Nitro</strong>
Formulieren invullen en opslaan<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunnen interactieve PDF-formulieren worden ingevuld, die velden bevatten waarin u<br />
gegevens kunt invoeren. Als u de velden in het interactieve formulier wilt invullen, klikt u met het handje<br />
in de gewenste velden.<br />
Statische formulieren bevatten geen interactieve velden. Deze formulieren zijn scans van een papieren<br />
formulier of zijn in Word of een andere applicatie gemaakt en zijn daarom niet interactief. Gebruik de<br />
functie Tekst typen om statische formulieren in te vullen.<br />
Digitaal formulier met interactieve velden invullen:<br />
1. Open het PDF-formulier in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Selecteer een willekeurig gereedschap en klik één keer in een formulierveld om tekst te typen en<br />
om de verschillende soorten elementen in het formulier, zoals selectievakjes, keuzerondjes,<br />
vervolgkeuzelijsten, enzovoort, te selecteren.<br />
3. Klik en selecteer het volgende veld met uw muis, of gebruik de Tab-toets op uw toetsenbord om<br />
de cursor naar het volgende veld te verplaatsen.<br />
OPMERKING: voor het invullen van de velden van een interactief formulier klikt u met het handje in de<br />
formuliervelden.<br />
Gebruik de functie Tekst typen om statische formulieren in te vullen.<br />
TIP: als er formuliervelden in een PDF-document worden aangetroffen, markeert <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 deze<br />
velden en wordt er in de informatiebalk boven de documenttabbladen een bericht getoond.<br />
TIP: als u uw handtekening op een formulier moet invoeren, kunt u de functie QuickSign gebruiken om<br />
een afbeelding van uw handtekening op het formulier te stempelen. Zie Handtekening stempelen met<br />
QuickSign voor verdere informatie.<br />
Formulier opslaan:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Als het formulier eenmaal is ingevuld, voert u een van de volgende handelingen uit:<br />
l Beweeg uw muis over Opslaan als in het menu Bestand en selecteer Afgevlakte PDF.<br />
l Klik op Opslaan als in het menu Bestand als u het formulier onder een andere naam of op een<br />
andere locatie wilt opslaan. U kunt de PDF dan een andere naam geven en op een andere locatie<br />
opslaan.<br />
92 ©<strong>Nitro</strong>
Een formulier terugzetten:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Als u de inhoud van alle formuliervelden wilt verwijderen, bijvoorbeeld om opnieuw te beginnen, klikt u in<br />
het tabblad in de groep Formuliergegevens op Terugzetten. Alle interactieve elementen in het formulier,<br />
zoals velden, knoppen, enz. worden teruggezet op hun standaardinstelling.<br />
93 ©<strong>Nitro</strong>
Handtekening stempelen met QuickSign<br />
Het voordeel van het gebruik van PDF-formulieren is dat u ze kunt ontvangen, invullen en verzenden<br />
zonder met eindeloze vellen papier te moeten werken of naar het postkantoor te hoeven gaan om het<br />
document te frankeren en versturen. Met de knop QuickSign kunt u een formulier bovendien valideren<br />
door een digitale kopie van uw eigen handtekening toe te voegen.<br />
Uw handtekening voorbereiden<br />
Om uw handtekening te gebruiken met QuickSign in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8, volgt u de onderstaande procedure.<br />
Hiervoor is enige kennis van scannen en beeldbewerking vereist.<br />
1. Zet uw handtekening met een zwarte pen op een leeg wit vel papier.<br />
2. Herhaal het proces totdat u een handtekening hebt die gelijkmatig zwart is, zonder lichtere delen<br />
of vlekken.<br />
3. Gebruik een flatbed scanner, multifunctionele printer of een digitale camera om een afbeelding van<br />
uw handtekening op uw computer te zetten.<br />
4. Gebruik een beeldbewerkingsprogramma om de afbeelding bij te snijden en de achtergrond wit te<br />
maken.<br />
5. Sla het bestand op in JPEG-, PNG-, PDF-, BMP-, TIFF-, of GIF-indeling.<br />
HINT: de functie QuickSign maakt de witte achtergrond van uw handtekening uiteindelijk automatisch<br />
transparant, zodat alle tekst of lijnen onder de handtekening zichtbaar zijn en de handtekening er<br />
zeer waarheidsgetrouw zal uitzien.<br />
QuickSign-handtekening maken in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappen op de pijl onder de knop QuickSign.<br />
Selecteer Nieuwe handtekening maken. Het dialoogvenster Handtekeningeigenschappen<br />
verschijnt.<br />
2. Klik op Bladeren, selecteer het afbeeldingsbestand dat uw handtekening bevat en klik op Openen.<br />
3. Voer uw naam of een beschrijving van de handtekening in het veld Naam in.<br />
4. Schakel het selectievakje Wachtwoord vereist om de handtekening te kunnen gebruiken in om<br />
ongemachtigd gebruik van uw handtekening te voorkomen.<br />
5. Geef een wachtwoord op en herhaal dit nogmaals.<br />
6. Klik op Opslaan om uw QuickSign-handtekeningstempel te maken.<br />
Uw handtekening op de pagina stempelen met QuickSign<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappen op de pijl onder de knop QuickSign.<br />
Selecteer een handtekening uit de lijst Laatst gebruikt of uit de Verzameling.<br />
2. Voer indien vereist uw wachtwoord voor gebruik van de handtekening in.<br />
3. Uw muisaanwijzer wordt nu vervangen door een voorbeeld van uw handtekening.<br />
4. Klik op een willekeurige plaats op de pagina om de handtekening op de pagina te zetten.<br />
5. De handtekening verschijnt in een blauw vak, hetgeen aangeeft dat u moet dubbelklikken om de<br />
handtekening op de pagina te stempelen.<br />
6. Met klikken en slepen kunt u de plaats van de handtekening op de pagina wijzigen. Om de<br />
handtekening groter of kleiner te maken, versleept u de rode selectiegrepen in de hoeken van het<br />
begrenzingsvak.<br />
94 ©<strong>Nitro</strong>
7. Als u de handtekening wilt verwijderen, selecteert u deze en klikt u op de Delete-toets, of klikt u<br />
met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen in het menu.<br />
8. Dubbelklik in het gemarkeerde vak om de handtekening in uw PDF-document te stempelen.<br />
Uw handtekeningen beheren:<br />
1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappen op de pijl onder de knop QuickSign.<br />
Selecteer Handtekeningen beheren. Het dialoogvenster Handtekeningen beheren verschijnt.<br />
2. In het vak Handtekening aan de linkerkant worden uw handtekeningen weergegeven. Selecteer<br />
een handtekening om een voorbeeld ervan weer te geven.<br />
3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Klik op Maken als u een nieuwe handtekening wilt maken.<br />
o Klik op Bewerken om de naam, het wachtwoord of de afbeelding van de geselecteerde<br />
handtekening te wijzigen.<br />
o Klik op Verwijderen om de geselecteerde stempel van uw handtekening uit de<br />
handtekeninglijsten te verwijderen.<br />
4. Klik op Sluiten als uw handtekeningen zijn bijgewerkt.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
OPMERKING: wijzigingen aan handtekeningsstempels in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 worden niet toegepast op<br />
handtekeningen die reeds op een PDF-pagina zijn gestempeld.<br />
95 ©<strong>Nitro</strong>
Formulieren<br />
Voor formulieren wordt veelvuldig gebruikgemaakt van PDF-documenten. Met de tools voor formulieren<br />
en JavaScript kunt u dynamische, interactieve documenten opstellen. Tevens biedt dit een alternatief voor<br />
het schrijven van complexe HTML-code voor formulieren op websites. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> biedt verschillende tools<br />
voor het maken van formulieren. Elke tool biedt verschillende instellingen waarmee de werking en<br />
vormgeving van formulieren kunnen worden bepaald.<br />
Als u een formulier in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> opent, verschijnt boven het documentvenster een informatiebalk met de<br />
mededeling dat het bestand formuliervelden bevat.<br />
Formuliervoorkeuren<br />
Aan de hand van de formuliervoorkeuren kunt u nauwkeurig instellen hoe u met PDF-formulieren werkt.<br />
Voorkeuren omvatten de volgende opties:<br />
l Veldwaarden automatisch berekenen. De werking van een PDF-viewer is afhankelijk van het<br />
aantal complexe en onderling afhankelijke berekeningen dat in een PDF-formulier wordt<br />
uitgevoerd. Schakel deze voorkeur uit als u dit soort formulieren veel gebruikt, of als u weet dat u<br />
een dergelijk formulier gaat invullen.<br />
l Formuliervelden markeren. Soms is het moeilijk een PDF-formulier in te vullen, omdat het niet<br />
altijd meteen duidelijk is welke delen van het bestand moeten worden ingevuld. Als deze voorkeur<br />
is ingeschakeld en het formulier in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> wordt geopend, worden alle formuliervelden<br />
weergegeven met de hier opgegeven achtergrondkleur. Daarnaast kunt u een andere kleur<br />
instellen voor het markeren van velden die verplicht moeten worden ingevuld.<br />
l Dubbelklikken op veld opent. Bij het ontwerpen van formulieren kunt u op twee manieren<br />
toegang verkrijgen tot de hoofdeigenschappen en vormgevingsinstellingen: via het linttabblad<br />
Eigenschappen (boven aan het scherm) of via het dialoogvenster met eigenschappen (dat als apart<br />
venster wordt geopend). Met deze voorkeur kunt u kiezen welke methode wordt gebruikt<br />
wanneer u dubbelklikt op een formulierveld om dit te bewerken.<br />
Formuliervoorkeuren bewerken<br />
1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Voorkeuren.<br />
2. Klik op Formulieren en werk de voorkeuren naar wens bij.<br />
3. Klik op OK.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
96 ©<strong>Nitro</strong>
Formulieren opstellen<br />
De tools voor het maken van formulieren zijn te vinden in het linttabblad Formulieren van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong>. Er<br />
zijn verschillende veldtypen beschikbaar. Voor elk veldtype kunt u uiteenlopende opties instellen via het<br />
dialoogvenster met formulierveldeigenschappen of via het linttabblad.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> heeft tevens een unieke functie waarmee u de vormgevingsinstellingen van het veld kunt<br />
opslaan, zodat u deze snel opnieuw kunt gebruiken. Als u bijvoorbeeld regelmatig bepaalde knopstijlen<br />
gebruikt (kleuren, kaders enzovoort) kunt u deze toevoegen aan de lijst Vormgeving, zodat u ze op latere<br />
formulieren opnieuw kunt gebruiken. (Zie het onderwerp 'Vormgevingsinstellingen voor formuliervelden<br />
opnieuw gebruiken' voor verdere informatie.)<br />
TIP: bij het bewerken van formuliervelden kunt u de functie 'Alle velden bewerken' gebruiken om ieder<br />
soort veld te selecteren en bewerken.<br />
Een formulierveld toevoegen<br />
1. Open het PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong>.<br />
2. Klik op het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op het type veld dat u wilt toevoegen.<br />
3. Sleep een rechthoek op de pagina om de grootte van het veld te definiëren en laat de muisknop<br />
los om het veld te maken.<br />
4. Dubbelklik op het veld om de veldeigenschappen naar wens te bewerken.<br />
Een formulierveld bewerken<br />
1. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />
Velden:<br />
l Klik op het veldtype dat correspondeert met het veld dat u wilt bewerken. Als u bijvoorbeeld<br />
een tekstveld wilt bewerken, klikt u op de tool Tekstveld.<br />
l Klik op Alle velden bewerken.<br />
2. Dubbelklik op het veld om het te bewerken.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
97 ©<strong>Nitro</strong>
Gereedschappen voor formuliervelden<br />
Er zijn verschillende gereedschappen voor formuliervelden. Met ieder van deze gereedschappen wordt<br />
het bijbehorende veldtype gemaakt. Als u een veld wilt maken, selecteert u eerst het gereedschap voor<br />
het gewenste soort veld. Vervolgens bepaalt de positie van het veld op de pagina door te slepen met de<br />
aanwijzer. U kunt een gemaakt veld verplaatsen door het bijbehorende gereedschap te selecteren en het<br />
veld hiermee naar de gewenste plaats te slepen. U kunt de grootte van een veld wijzigen door een van de<br />
hoekpunten van het veld te verslepen. Als u veldkenmerken wilt wijzigen, dubbelklikt u op het<br />
formulierveld om de eigenschappen weer te geven.<br />
In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunnen de volgende soorten formuliervelden worden gemaakt:<br />
l Tekstveld. Met tekstvelden kunnen gebruikers tekst rechtstreeks in het veld typen. Standaard kan<br />
ingevoerde tekst zowel letters als cijfers bevatten, hoewel u de veldeigenschappen zodanig kunt<br />
wijzigen dat alleen bepaalde typen invoer (bijvoorbeeld numerieke gegevens) zijn toegestaan.<br />
l Selectievakje. Selectievakjes dienen om gebruikers de keuze uit een aantal opties te bieden<br />
(bijvoorbeeld een boodschappenlijstje waarin gebruikers alle gewenste artikelen aankruisen).<br />
l Keuzerondje. Keuzerondjes lijken op selectievakjes, maar worden meestal gebruikt in gevallen<br />
waarin slechts één selectie kan worden geaccepteerd. U kunt bijvoorbeeld een groep keuzerondjes<br />
presenteren voor de typen creditcards op een bestelformulier. Gebruikers mogen dan slechts één<br />
creditcardtype kiezen voor hun transactie. Zodra een keuzerondje wordt geselecteerd, worden de<br />
resterende keuzerondjes in die groep uitgeschakeld. Dit is in tegenstelling tot de werking van<br />
selectievakjes, die allemaal beschikbaar blijven als er een in de groep wordt ingeschakeld. In alle<br />
andere opzichten zijn keuzerondjes en selectievakjes identiek.<br />
l Keuzelijst met invoervak. Keuzelijsten met en zonder invoervak worden gebruikt om de gebruikers<br />
een menu aan te bieden waaruit een keuze kan worden gemaakt. De keuzelijst wordt uitgevouwen<br />
met de pijl omlaag naast het invoervak. Gebruikers kunnen slechts één optie in de lijst selecteren.<br />
l Keuzelijst. Keuzelijsten zijn lijsten met een schuifbalk waarmee gebruikers de opties in de lijst<br />
kunnen doorlopen. In bepaalde keuzelijsten kunnen gebruikers meerdere opties selecteren door<br />
Ctrl tijdens het selecteren ingedrukt te houden.<br />
l Knop. Knoppen worden gebruikt voor hyperlinks en om acties uit te voeren. U kunt bijvoorbeeld<br />
een knop maken om gegevens in een formulier te wissen, of formuliergegevens naar een webadres<br />
of e-mailaccount te verzenden.<br />
l Digitale handtekening. Handtekeningvelden zijn velden waarmee gebruikers hun individuele<br />
digitale handtekening kunnen toepassen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
98 ©<strong>Nitro</strong>
Formulierveldkenmerken<br />
De verschillende formuliervelden hebben enkele eigenschappen gemeen, zoals hieronder getoond, maar<br />
aangezien formuliervelden grote verschillen vertonen wat betreft ontwerp en doel beschikt u daarnaast<br />
over unieke kenmerken die aan ieder veldtype kunnen worden toegewezen. Zo kunnen tekstvelden<br />
bijvoorbeeld worden voorzien van opties voor gegevensopmaak, validering en berekening. Velden voor<br />
knoppen hebben meer opties beschikbaar voor hun stijl, waarbij pictogrammen kunnen worden gebruikt<br />
op het drukvlak van de knoppen. Aan keuzelijsten met of zonder invoervak kunnen menunamen worden<br />
toegevoegd.<br />
Algemeen<br />
l Naam: wanneer u een veld aanmaakt, zal <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 hier automatisch een naam aan toewijzen op<br />
basis van het veldtype en de rangschikking. Als u bijvoorbeeld twee tekstvelden op een pagina<br />
heeft en een derde maakt, wordt dit laatste tekstveld standaard Tekst3 (Tekst voor het veldtype en<br />
3 voor het derde veld van dit type) genoemd. Het eerste knopveld dat wordt gemaakt, krijgt de<br />
naam Knop1.<br />
l Knopinfo: als u tekst in het tekstvak Knopinfo invoert, verschijnt deze tekst onder de cursor<br />
wanneer een gebruiker zijn/haar muisaanwijzer over het veld beweegt.<br />
l Zichtbaarheid: formuliervelden zijn in de meeste gevallen zichtbaar. Daarnaast heeft u nog drie<br />
verdere opties: Verborgen, Zichtbaar maar wordt niet afgedrukt en Verborgen maar afdrukbaar.<br />
l Rotatie: u kunt een draaiing instellen in stappen van 90 graden.<br />
l Alleen lezen: een 'alleen-lezen' veld kan niet worden bewerkt. Als het selectievakje Alleen lezen<br />
wordt ingeschakeld, kan de gebruiker het veld niet wijzigen.<br />
l Verplicht: schakel dit vakje in als dit veld moet worden ingevuld voordat de gegevens worden<br />
verzonden.<br />
l Geblokkeerd: met dit selectievakje wordt een veld op een plaats op de pagina verankerd. De<br />
eigenschappen van het veld kunnen dan bovendien niet worden gewijzigd. Als u de<br />
eigenschappen wilt wijzigen, moet dit selectievakje eerst worden uitgeschakeld.<br />
Vormgeving<br />
l Lettertypenaam: het lettertype dat aan het veld wordt toegewezen, verschijnt uitsluitend als er<br />
tekst in een tekstveld wordt ingevoerd door een gebruiker. Tekstwijzigingen zijn niet van invloed<br />
op knopinfo en tekst in het dialoogvenster Formuliereigenschappen.<br />
l Lettertypegrootte: alle velden behalve handtekeningvelden accepteren wijziging van<br />
lettertypegrootte. De standaardgrootte is Automatisch. Als u een veldvak maakt, zal <strong>Nitro</strong> PDF<br />
<strong>Pro</strong>fessional de tekstgrootte automatisch aan de lengte van het vak aanpassen. U kunt echter ook<br />
een vaste puntgrootte selecteren in een vervolgkeuzelijst, of een waarde opgeven in het tekstvakje<br />
Lettertypegrootte.<br />
l Lettertypekleur: voor de kleur van het lettertype heeft u dezelfde opties beschikbaar als voor de<br />
stijl van het veld.<br />
l Kaderkleur: u kunt ofwel geen kleur of een kleur uit het kleurenpalet toewijzen aan het kader van<br />
een rechthoek of cirkel. Kik op de optie Meer als u een van de in Windows ondersteunde kleuren<br />
wilt toewijzen.<br />
l Lijndikte: selecteer Dun, Middelmatig of Dik in het pop-upmenu om de dikte van de lijn van de<br />
rechthoek of cirkel in te stellen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
99 ©<strong>Nitro</strong>
Actie<br />
l Lijnstijl: selecteer Effen, Onderbroken, Afgeschuind, Ingelegd of Onderstreept in het pop-<br />
upmenu.<br />
l Opvulkleur: de inhoud van de rechthoek (of cirkel) kan worden opgevuld met een kleur van<br />
hetzelfde kleurenpalet dat u heeft gebruikt voor de kaderkleur.<br />
Voor velden zijn dezelfde acties beschikbaar als voor bladwijzers en koppelingen. De kenmerken van<br />
acties bestaan uit twee hoofdopties: de trigger en het actietype.<br />
l Trigger selecteren: de 'trigger' is de muisactie. Een actie wordt uitgevoerd bij een van de volgende<br />
bewegingen van de muis:<br />
l Muis loslaten: dit is de standaardinstelling. De toegewezen actie wordt uitgevoerd<br />
wanneer de muisknop wordt losgelaten.<br />
l Muis indrukken: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de muisknop wordt<br />
ingedrukt.<br />
l Muis invoeren: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor in een bepaald<br />
veld wordt geplaatst.<br />
l Muis verlaten: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor uit een bepaald<br />
veld wordt verwijderd.<br />
l Bij tab in: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor met de tabtoets in het<br />
veld wordt geplaatst.<br />
l Bij tab uit: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor met de tabtoets uit<br />
het veld wordt verwijderd.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Actie selecteren: voor formuliervelden zijn dezelfde actietypen beschikbaar als voor bladwijzers en<br />
koppelingen. Klik op de optie Actie selecteren en kies het type actie dat u wilt toewijzen.<br />
Het vak Acties wordt vergroot naarmate acties worden geselecteerd en aan de beschrijving van de<br />
toegewezen actie(s) worden toegevoegd. In dit vak krijgt u een overzicht van de acties die aan<br />
formuliervelden zijn toegewezen. De inhoud van dit vak kan niet worden bewerkt, maar u kunt op een<br />
item dubbelklikken om de actie te wijzigen. Als u bijvoorbeeld de actie Webkoppeling openen gebruikt,<br />
kunt u dubbelklikken op de weergegeven webkoppeling in het vak Acties om het dialoogvenster te<br />
openen waarin de URL voor de koppeling is ingevoerd. U kunt deze URL dan wijzigen. De gewijzigde URL<br />
wordt in het vak getoond. Onder het vak Acties vindt u opties waarmee de acties naar boven of beneden<br />
in het vak kunnen worden verplaatst.<br />
Met de toets Bewerken wordt er een dialoogvenster geopend voor een toegewezen actie. De toets<br />
Verwijderen wordt gebruikt om een geselecteerde actie uit het vak te verwijderen.<br />
100 ©<strong>Nitro</strong>
Een tekstveld maken<br />
Tekstvelden zijn de meest voorkomende veldtypen in PDF-formulieren. In deze velden kunnen gebruikers<br />
tekst en/of numerieke waarden invoeren. Tekstvelden kunnen op verschillende manieren worden<br />
ingesteld om te zorgen dat ze correct worden ingevuld. U kunt scripts toevoegen, gegevens valideren,<br />
acties toewijzen en berekeningen laten uitvoeren met tekstvelden.<br />
Een tekstveld toevoegen:<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in de groep Velden op Tekstveld.<br />
3. Sleep de aanwijzer naar het punt op de pagina waar u het veld wilt zetten.<br />
4. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur):<br />
l Voer in het contexttabblad Eigenschappen de naam van het veld in en stel de<br />
eigenschappen voor de stijl in.<br />
l Voer in het dialoogvenster Eigenschappen de naam van het veld in en stel de<br />
eigenschappen voor de stijl in.<br />
5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Als u het contexttabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in de groep Meer op<br />
Eigenschappen en vervolgens op Opties.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties.<br />
6. Selecteer Opties. Klik op Uitlijning en selecteer in de vervolgkeuzelijst of u de tekst links of rechts<br />
wilt uitlijnen of wilt centreren.<br />
7. Voeg tekst toe in het vak Standaardwaarde als u standaard een tekst in het tekstveld wilt<br />
weergeven. U kunt hier bijvoorbeeld de postcode of het land van de meeste van de respondenten<br />
opgeven.<br />
8. Selecteer een van de volgende opties voor Veld gebruiken voor:<br />
l Standaardinvoer: voor een veld waar gebruikers normale tekst kunnen invoeren<br />
l Wachtwoord: voor een veld waar gebruikers een wachtwoord moeten invoeren<br />
l Bestandsselectie: voor een veld waar gebruikers een bestand van hun computer kunnen<br />
uploaden<br />
9. Schakel Meerdere regels in als de tekst op meerdere regels moet verschijnen en schakel Lange<br />
tekst schuiven in als u wilt dat gebruikers de tekst kunnen scrollen.<br />
10. Klik op Limiet van tekens en voer het aantal tekens in dat het antwoord mag bevatten. Dit wordt<br />
bijvoorbeeld gebruikt voor een postcode.<br />
11. Schakel Maximaal tekens in om een maximaalveld te maken. (Opmerking: voor gebruik van deze<br />
functie moeten alle andere selectievakjes zijn uitgeschakeld.) Maximaalvelden worden gebruikt als<br />
tekens in afzonderlijke vakjes moeten worden ingevoerd. Het aantal vakjes dat u wilt gebruiken,<br />
wordt opgegeven in het tekstvak dat verschijnt nadat u het selectievakje Maximaal tekens heeft<br />
ingeschakeld.<br />
12. Indeling. Als u een andere indeling dan tekst wilt, bijvoorbeeld een datum of aangepaste indeling,<br />
kiest u een optie uit het vervolgkeuzemenu Formaatcategorie selecteren.<br />
13. Validering. Als u wilt dat bepaalde veldgegevens worden gevalideerd, heeft u enige kennis van<br />
JavaScript nodig. Schakel Aangepast script voor validering gebruiken in en voer de JavaScriptcode<br />
in om de veldgegevens te valideren.<br />
14. Berekenen. Als het veld moet worden berekend, schakelt u een optie in voor het berekenen van<br />
gegevens.<br />
101 ©<strong>Nitro</strong>
Een tekstveld bewerken:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open het PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> PDF <strong>Pro</strong>fessional.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit in het tabblad Formulieren, in de groep Velden:<br />
l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />
l Klik op Alle velden bewerken.<br />
3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te wijzigen.<br />
102 ©<strong>Nitro</strong>
Een veld voor een selectievakje maken<br />
Bij het maken van formuliervelden moet u praktisch altijd unieke veldnamen gebruiken. Als u voor een<br />
bepaald veld (bijvoorbeeld een tekstveld) een bestaande veldnaam gebruikt, worden de in dit veld<br />
ingevoerde gegevens herhaald in alle velden met die naam. Selectievakjes en keuzerondjes vormen de<br />
enige uitzondering op deze regel. Als u wilt dat een selectievakje of keuzerondje wordt uitgeschakeld<br />
zodra een ander selectievakje of keuzerondje wordt ingeschakeld, moet u dezelfde veldnaam gebruiken.<br />
Deze twee veldtypen hebben een optie voor het toevoegen van een exportwaarde. Wanneer u velden met<br />
dezelfde naam maakt, gebruikt u verschillende exportwaarden om onderscheid te maken tussen de<br />
verschillende keuzes.<br />
Een veld voor een selectievakje toevoegen<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Selectievakje.<br />
3. Bepaal de positie van het veld op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />
4. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur):<br />
l Geef in het tabblad Eigenschappen (op het lint) een naam en vormgevingsinstellingen voor<br />
het veld op.<br />
l Geef in het Eigenschappen-dialoogvenster een naam en vormgevingsinstellingen voor het<br />
veld op.<br />
5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Als u het tabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in het groepsmenu Meer op<br />
Eigenschappen en vervolgens op Opties.<br />
l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties.<br />
6. Selecteer Opties. Kies een weergavestijl voor het selectievakje in de lijst Stijl selectievakjes. Klik in<br />
het veld Exportwaarde en voer een waarde in. Als u bijvoorbeeld twee velden hebt die u wilt<br />
gebruiken voor Ja- en Nee-antwoorden, gebruikt u dezelfde naam voor de twee velden en voert u<br />
voor het ene veld de exportwaarde Ja in en voor het andere Nee.<br />
Een formulierveld voor een selectievakje bewerken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />
Velden:<br />
1. Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />
2. Klik op Alle velden bewerken.<br />
3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te bewerken.<br />
103 ©<strong>Nitro</strong>
Een veld voor een keuzerondje toevoegen<br />
Keuzerondjes kunnen dezelfde kenmerken toegewezen krijgen als selectievakjes. Keuzerondjes worden<br />
gebruikt als een gebruiker verplicht een keus moet maken. Selectievakjes kunnen worden in- en<br />
uitgeschakeld door er op te klikken. Keuzerondjes kunnen daarentegen alleen worden uitgeschakeld<br />
door een formulier te wissen, of door een ander keuzerondje in te schakelen waardoor dit keuzerondje<br />
wordt uitgeschakeld.<br />
Een keuzerondje toevoegen:<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in de groep Velden op Keuzerondje.<br />
3. Sleep de aanwijzer naar het punt op de pagina waar u het veld wilt zetten.<br />
4. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur):<br />
l Voer in het contexttabblad Eigenschappen de naam van het veld in en stel de<br />
eigenschappen voor de stijl in.<br />
l Voer in het dialoogvenster Eigenschappen de naam van het veld in en stel de<br />
eigenschappen voor de stijl in.<br />
5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Als u het contexttabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in de groep Meer op<br />
Eigenschappen en vervolgens op Opties.<br />
l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties.<br />
6. Selecteer Opties. Kies een weergavestijl voor het keuzerondje in de vervolgkeuzelijst Stijl<br />
keuzerondje. Klik in het veld Exportwaarde en voer een waarde in. Als u wilt dat alle keuzerondjes<br />
worden ingeschakeld als één keuzerondje wordt geselecteerd, schakelt u het vakje Keuzerondjes<br />
met dezelfde naam en waarde worden samen geselecteerd in.<br />
OPMERKING: als u een groep keuzerondjes wilt maken waarvan elk keuzerondje afhankelijk is van de<br />
status van de andere keuzerondjes, moeten ze allemaal dezelfde naam toegewezen krijgen.<br />
Een veld met een keuzerondje bewerken:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in de groep Velden:<br />
l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />
l Klik op Alle velden bewerken.<br />
3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te wijzigen.<br />
104 ©<strong>Nitro</strong>
Een veld voor een keuzelijst met invoervak maken<br />
Een keuzelijst met invoervak biedt de gebruiker een vervolgkeuzelijst. Er kan slechts één optie in de lijst<br />
worden geselecteerd. Via de categorie Opties in de formuliereigenschappen kunt u menuopties aan<br />
keuzelijsten met invoervak toevoegen.<br />
Een veld voor een keuzelijst met invoervak toevoegen<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Keuzelijst met invoervak.<br />
3. Bepaal de positie van het veld op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />
4. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur):<br />
l Geef in het tabblad Eigenschappen (op het lint) een naam en vormgevingsinstellingen voor<br />
het veld op.<br />
l Geef in het Eigenschappen-dialoogvenster een naam en vormgevingsinstellingen voor het<br />
veld op.<br />
5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Als u het tabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in het groepsmenu Meer op<br />
Eigenschappen en vervolgens op Opties.<br />
l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties.<br />
6. Selecteer Opties. Klik in het tekstvak Item en typ een naam. Klik op de knop Toevoegen om de<br />
tekst aan de lijst met items toe te voegen. Typ een exportwaarde in het tekstvak Exportwaarde.<br />
Voeg verdere items toe door deze stappen te herhalen.<br />
7. Klik op het selectievakje Items sorteren als u de lijst in alfabetische volgorde wilt sorteren. Selecteer<br />
items in de lijst en klik op de knop Op of Neer om de volgorde aan te passen. Selecteer een item en<br />
klik op Verwijderen als u het item uit de lijst wilt verwijderen.<br />
8. Als u wilt dat gebruikers een item typen in plaats van een keuze uit de lijst te maken, schakelt u het<br />
selectievakje Invoer aangepaste tekst toestaan in.<br />
9. Indeling. Als u een andere indeling dan tekst wilt, bijvoorbeeld een datum of aangepaste indeling,<br />
kiest u een optie in de vervolgkeuzelijst Formaatcategorie selecteren.<br />
10. Valideren. Als u wilt dat bepaalde veldgegevens worden gevalideerd, moet u bekend zijn met<br />
JavaScript. Schakel 'Aangepast script voor validering gebruiken' in en typ de JavaScript-code voor<br />
het valideren van de veldgegevens.<br />
11. Berekenen. Als het veld moet worden berekend, schakelt u een optie in voor het berekenen van<br />
gegevens.<br />
Een formulierveld voor een keuzelijst met invoervak bewerken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />
Velden:<br />
l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />
l Klik op Alle velden bewerken.<br />
3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te bewerken.<br />
105 ©<strong>Nitro</strong>
Een keuzelijstveld maken<br />
Keuzelijsten bieden gebruikers een menu met scrolfunctie. U kunt de kenmerken van keuzelijsten zodanig<br />
instellen dat slechts één of meerdere keuzes mogelijk zijn. Items worden op dezelfde manier aan het<br />
menu toegevoegd als voor een keuzelijst met invoervak.<br />
Tip: U kunt algemene en vormgevingseigenschappen instellen via het tabblad Eigenschappen op het lint<br />
of via het dialoogvenster voor eigenschappen, afhankelijk van uw voorkeur. (Lees meer over<br />
formuliervoorkeuren.)<br />
Een keuzelijstveld toevoegen<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Keuzelijst.<br />
3. Bepaal de positie van het veld op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />
4. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur):<br />
l Geef in het tabblad Eigenschappen (op het lint) een naam en vormgevingsinstellingen voor<br />
het veld op.<br />
l Geef in het Eigenschappen-dialoogvenster een naam en vormgevingsinstellingen voor het<br />
veld op.<br />
5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Als u het tabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in het groepsmenu Meer op<br />
Eigenschappen en vervolgens op Opties.<br />
l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties.<br />
6. Selecteer Opties. Klik in het tekstvak Item en typ een naam. Klik op de knop Toevoegen om de<br />
tekst aan de lijst met items toe te voegen. Typ een exportwaarde in het tekstvak Exportwaarde.<br />
Voeg verdere items toe door deze stappen te herhalen.<br />
7. Klik op het selectievakje Items sorteren als u de lijst in alfabetische volgorde wilt sorteren.<br />
Selecteer items in de lijst en klik op de knop Op/Neer om de volgorde aan te passen. Selecteer een<br />
item en klik op Verwijderen als u het item uit de lijst wilt verwijderen.<br />
8. Als u wilt dat een gebruiker meerdere items selecteert, schakelt u het selectievakje Meervoudige<br />
selectie toestaan in.<br />
Een keuzelijstveld voor een formulier bewerken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />
Velden:<br />
l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />
l Klik op Alle velden bewerken.<br />
3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te bewerken.<br />
106 ©<strong>Nitro</strong>
Een knopveld maken<br />
Knopvelden zijn de meest veelzijdige van alle veldtypen. U kunt knoppen aan PDF-formulieren toevoegen<br />
waarmee uiteenlopende handelingen kunnen worden uitgevoerd voor het invullen van een formulier,<br />
maar u kunt knoppen ook gebruiken op PDF-documenten die niet bestemd zijn voor gebruik als<br />
formulieren. U kunt knoppen in een PDF gebruiken voor navigatie in een PDF-ontwerp, als hyperlinks<br />
voor talloze verschillende acties en voor praktisch elke andere functie die u zich maar kunt bedenken.<br />
Een knopveld toevoegen<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Knop.<br />
3. Bepaal de positie van het veld op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />
4. Dubbelklik op het veld en voer een van de volgende handelingen uit (afhankelijk van uw voorkeur):<br />
l Geef in het tabblad Eigenschappen (op het lint) een naam en vormgevingsinstellingen voor<br />
het veld op.<br />
l Geef in het Eigenschappen-dialoogvenster een naam en vormgevingsinstellingen voor het<br />
veld op.<br />
5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Als u het tabblad Eigenschappen gebruikt, klikt u in het groepsmenu Meer op<br />
Eigenschappen en vervolgens op Opties.<br />
l Als u het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt, klikt u op het tabblad Opties.<br />
6. Stel de opties in. Als u de knop als pictogram wilt weergeven, of met tekst erin, geeft u de<br />
gewenste instellingen op in het tabblad Opties.<br />
7. Selecteer de trigger. Standaard is 'muis loslaten' toegewezen. In de meeste gevallen kan de<br />
standaardinstelling ongewijzigd blijven.<br />
8. Wijs de gewenste actie toe. Open het vervolgkeuzemenu Actie selecteren en kies de actie die u aan<br />
de knop wilt toewijzen.<br />
Een formulierveld voor een knop bewerken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />
Velden:<br />
l Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />
l Klik op Alle velden bewerken.<br />
3. Dubbelklik op het veld om de kenmerken te bewerken.<br />
107 ©<strong>Nitro</strong>
Een veld voor een digitale handtekening maken<br />
Met het handtekeningveld kunt u een leeg formulierveld voor een digitale handtekening aan een<br />
document toevoegen. Als een ondertekenaar op het veld klikt, wordt een dialoogvenster geopend<br />
waarin hij/zij wordt gevraagd het bestand te certificeren of met een digitale id te ondertekenen.<br />
Een nieuw formulierveld voor een digitale handtekening maken<br />
1. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Digitale handtekening.<br />
2. Sleep op een pagina van het PDF-document een rechthoek om de grootte en positie van de<br />
handtekening te definiëren.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Typ in het tabblad Eigenschappen een Naam voor het veld en geef andere instellingen op,<br />
bijvoorbeeld voor vormgeving en acties.<br />
o Klik met de rechtermuisknop op het handtekeningveld en selecteer Eigenschappen. Typ in<br />
het dialoogvenster Handtekening Eigenschappen een Naam voor het veld en geef andere<br />
instellingen op, bijvoorbeeld voor vormgeving en acties.<br />
Een formulierveld voor een digitale handtekening bewerken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open het PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit op het tabblad Formulieren, in het groepsmenu<br />
Velden:<br />
o Klik op het veldtype dat overeenkomt met het veld dat u wilt bewerken.<br />
o Klik op Alle velden bewerken.<br />
3. Klik op het handtekeningveld en voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Bewerk de eigenschappen van het handtekeningveld in het tabblad Eigenschappen.<br />
o Klik met de rechtermuisknop op het handtekeningveld en selecteer Eigenschappen. Bewerk<br />
de eigenschappen van het handtekeningveld in het dialoogvenster Handtekening<br />
Eigenschappen.<br />
108 ©<strong>Nitro</strong>
Meerdere velden maken<br />
Als u veel velden van hetzelfde type wilt maken, kunt u dit het beste doen met de functie Kopieën maken.<br />
Stel eerst een formulierveld in met alle eigenschappen die u voor de velden wilt gebruiken, en geef<br />
vervolgens op hoeveel rijen en kolommen u nodig hebt.<br />
Een batch gelijke velden maken<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Maak een formulierveld dat precies is ingesteld zoals de velden die u nodig hebt.<br />
3. Selecteer het formulierveld.<br />
4. Klik op het tabblad Eigenschappen in het groepsmenu Taken op Kopieën maken.<br />
5. Selecteer hoeveel rijen en kolommen velden u wilt maken.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
109 ©<strong>Nitro</strong>
Tabvolgorde instellen<br />
Tijdens het werken met formuliervelden kunnen gebruikers van veld naar veld gaan met de tabtoets op<br />
het toetsenbord. Standaard is de tabvolgorde voor velden ingesteld op de volgorde waarin de velden zijn<br />
gemaakt. Afhankelijk van de volgorde waarin u de velden hebt toegevoegd, kan het gebeuren dat u de<br />
tabvolgorde moet wijzigen om te zorgen dat gebruikers gemakkelijker kunnen navigeren.<br />
De tabvolgorde instellen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Instellen op Tabvolgorde.<br />
3. Klik op de formuliervelden in de volgorde waarin de tabtoets de velden moet doorlopen.<br />
4. Klik op een ander gereedschap om uw handeling te voltooien.<br />
110 ©<strong>Nitro</strong>
Meerdere velden bewerken, uitlijnen en indelen<br />
In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u meerdere formuliervelden tegelijk selecteren, zodat u algemene<br />
vormgevingseigenschappen in één keer kunt bewerken en problemen met de uitlijning snel kunt<br />
oplossen. U kunt de uitlijning bewerken via het linttabblad Uitlijning of via het contextmenu dat wordt<br />
geopend wanneer u met de rechtermuisknop klikt. Als u de vormgeving van meerdere formuliervelden<br />
wilt bewerken, gebruikt u het linttabblad Eigenschappen of het dialoogvenster Eigenschappen.<br />
Tip: U kunt meerdere veldtypen selecteren met de functie Alle velden bewerken. Bij gebruik van deze<br />
functie selecteert u de gewenste velden door er een selectiekader omheen te slepen of door de Ctrl-toets<br />
ingedrukt te houden en de velden een voor een aan te klikken.<br />
De vormgeving van meerdere velden bewerken<br />
1. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Alle velden bewerken.<br />
2. Selecteer de velden op een van de volgende manieren:<br />
3. Klik, en sleep een rechthoek om alle velden.<br />
4. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op ieder veld.<br />
5. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Klik in het linttabblad Eigenschappen op de gewenste opties in de groep Vormgeving.<br />
l Klik met de rechtermuisknop, selecteer Eigenschappen en wijzig de opties op het tabblad<br />
Vormgeving naar wens.<br />
6. Klik op OK.<br />
De uitlijning en ruimte tussen formuliervelden instellen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Alle velden bewerken.<br />
2. Selecteer de velden op een van de volgende manieren:<br />
l Klik en sleep een rechthoek om alle velden.<br />
l Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op ieder veld.<br />
3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Klik in het linttabblad Uitlijning op de gewenste optie voor uitlijning of tussenruimte.<br />
l Klik met de rechtermuisknop en klik op de gewenste optie voor uitlijning of tussenruimte.<br />
TIP: door het linttabblad Uitlijning te gebruiken kunt u uw wijzigingen makkelijker ongedaan maken,<br />
aangezien de knop Ongedaan maken boven de uitlijningsfuncties verschijnt.<br />
111 ©<strong>Nitro</strong>
Formuliervelden op een raster uitlijnen<br />
Met behulp van rasters kunt u in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 koppelingen, formuliervelden en andere objecten<br />
nauwkeurig op een pagina plaatsen. Als de functie is ingeschakeld, is het raster op uw PDF-pagina's<br />
zichtbaar. Wanneer u het document afdrukt, verschijnt het raster echter niet op de afdruk. De<br />
rasterweergave kan naar wens worden aangepast; zo kunt u bijvoorbeeld de standaardeenheden,<br />
lijnkleur, lijnafstand en andere opties instellen.<br />
Met de optie Uitlijnen op raster worden objecten op de dichtstbijzijnde kruising van lijnen in het raster<br />
uitgelijnd. Als een object wordt getekend, verplaatst, of als de grootte ervan wordt gewijzigd, 'springt'<br />
het object weer naar de dichtstbijzijnde kruising van lijnen, ook als het raster niet zichtbaar is.<br />
Tip: als u uw vorm of object niet naar de gewenste plaats kunt verplaatsen, dient u de optie Uitlijnen op<br />
raster uit te schakelen.<br />
Het raster tonen of verbergen<br />
1. Schakel op het tabblad Formulieren in het groepsmenu Linialen het selectievakje Raster tonen in of<br />
uit. Als er een vinkje in het selectievakje wordt weergegeven, is het raster zichtbaar.<br />
Uitlijnen op raster in- of uitschakelen<br />
1. Schakel op het tabblad Formulieren in het groepsmenu Linialen het selectievakje Uitlijnen op raster<br />
in of uit. Als er een vinkje in het selectievakje wordt weergegeven, is de optie ingeschakeld.<br />
Rasterweergave aanpassen<br />
1. Klik op Voorkeuren in het menu Bestand.<br />
2. Selecteer Eenheden en raster in het deelvenster links.<br />
3. Selecteer de gewenste opties en klik op OK.<br />
Eenheden en rastervoorkeuren<br />
De volgende opties zijn beschikbaar voor het instellen van eenheden en rastervoorkeuren:<br />
l Standaardeenheden. Hiermee worden de maateenheden voor het raster ingesteld.<br />
l Rasterlijnkleur. Hiermee wordt de kleur van de rasterlijnen ingesteld.<br />
l Hoogte tussen lijnen. Hiermee wordt de verticale tussenruimte tussen de rasterlijnen bepaald. U<br />
kunt een waarde van 0 t/m 1000 opgeven, inclusief decimalen.<br />
l Breedte tussen lijnen. Hiermee wordt de horizontale tussenruimte tussen de rasterlijnen bepaald.<br />
U kunt een waarde van 0 t/m 1000 opgeven, inclusief decimalen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Rasterafstand linkerrand. Standaard begint het raster in de linkerbovenhoek van de pagina. Met<br />
deze instelling kunt u het horizontale beginpunt van het raster op de pagina instellen.<br />
l Rasterafstand bovenrand. Standaard begint het raster in de linkerbovenhoek van de pagina. Met<br />
deze instelling kunt u het verticale beginpunt van het raster op de pagina instellen.<br />
l Onderverdelingen. Hiermee stelt u het aantal rasterlijnen voor iedere rastersectie van het raster in.<br />
112 ©<strong>Nitro</strong>
Vormgevingsinstellingen voor formuliervelden opnieuw<br />
gebruiken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 bevat een unieke functie waarmee u de vormgevingseigenschappen van een formulierveld<br />
(zoals kleur, kader en lijnstijl) kunt opslaan en later op andere velden kunt toepassen. Alle 'vormgevingen'<br />
die u maakt, verschijnen in het tabblad Eigenschappen.<br />
Een vormgeving maken voor een formulierveld<br />
1. Maak een formulierveld met de vormgevingsopstellingen die u wilt opslaan. Selecteer het veld.<br />
2. Klik in het tabblad Eigenschappen in het groepsmenu Vormgeving op de pijl omlaag.<br />
3. Klik op Selectie opslaan als nieuwe vormgeving.<br />
4. Geef een naam op voor de vormgeving.<br />
5. Klik op OK.<br />
Een vormgeving toepassen op een formulierveld<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Selecteer een of meer formuliervelden waarop u de vormgeving wilt toepassen.<br />
2. Klik in het tabblad Eigenschappen in het groepsmenu Vormgeving op de gewenste vormgeving.<br />
113 ©<strong>Nitro</strong>
Formuliergegevens importeren en exporteren<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u formuliergegevens als een afzonderlijk FDF-bestand (Form Data Format)<br />
exporteren. Een geëxporteerd FDF-bestand is veel kleiner dan het originele PDF-formulierbestand, zodat<br />
het gemakkelijker onder anderen kan worden verspreid. U kunt een FDF-bestand via e-mail verzenden<br />
aan een andere gebruiker die de gegevens vervolgens in een PDF-bestand kan importeren, of u kunt FDFbestanden<br />
gebruiken om formuliergegevens lokaal op te slaan en om gegevens in uw formulieren te<br />
importeren.<br />
Wanneer u gegevens in een PDF-formulier importeert, moet het formulier velden bevatten met precies<br />
dezelfde namen als de velden waaruit de gegevens zijn geëxporteerd. Veldnamen zijn<br />
hoofdlettergevoelig. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 negeert alle geïmporteerde veldgegevens waarvoor de veldnamen niet<br />
overeenkomen met de namen uit het geëxporteerde bestand.<br />
Gegevens uit een PDF-document exporteren<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Formuliergegevens op Exporteren.<br />
3. Typ een naam voor het bestand.<br />
4. Klik op Opslaan.<br />
Gegevens in een PDF-document importeren<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Formuliergegevens op Importeren.<br />
3. Selecteer het bestand dat u wilt importeren.<br />
4. Klik op Openen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
114 ©<strong>Nitro</strong>
Formuliergegevens opnieuw instellen<br />
Een van de nuttigste knoppen die u op een PDF-formulier kunt maken, is de knop waarmee gebruikers<br />
ingevulde velden kunnen wissen, ook wel reset- of terugzetknop genoemd. Als u werkt met een formulier<br />
zonder resetknop, kunt u met de functie Terugzetten van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 snel gegevens uit alle velden in het<br />
formulier wissen.<br />
Formuliergegevens opnieuw instellen<br />
1. Open het formulier in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Formuliergegevens op Terugzetten.<br />
Uw eigen resetknop maken<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren op Knop.<br />
3. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />
4. Open de Eigenschappen, geef als naam 'Reset' op en selecteer de gewenste opties op de<br />
tabbladen Algemeen en Vormgeving.<br />
5. Open het tabblad Opties en selecteer Alleen label in de vervolgkeuzelijst Indeling. Klik in het vak<br />
Label en typ Formulier opnieuw instellen.<br />
6. Open het tabblad Acties en klik op Formulier opnieuw instellen in de vervolgkeuzelijst Actie<br />
selecteren.<br />
7. Klik op Actie toevoegen en voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Klik op Alles deselecteren. Druk op Ctrl en klik op elk te wissen veld, als u minder velden wilt<br />
wissen dan er in totaal in de lijst staan.<br />
l Klik op Alles selecteren. Druk op Ctrl en klik op ieder veld dat u niet wilt wissen, als er meer<br />
velden zijn die u wilt wissen dan velden die u niet wilt wissen.<br />
8. Klik op OK.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
115 ©<strong>Nitro</strong>
Formuliergegevens verzenden<br />
U kunt een verzendknop in een PDF-formulier maken om gebruikers de mogelijkheid te geven de<br />
ingevoerde gegevens automatisch naar een specifieke URL of een specifiek e-mailadres te sturen. Het is<br />
uiterst eenvoudig om een verzendknop in uw formulieren te maken voor gebruikers. Als u gegevens naar<br />
een URL wilt sturen, is enige programmering aan de serverzijde vereist om de formuliergegevens te<br />
verzamelen en routeren. Als u de gegevens naar een e-mailadres wilt sturen, worden de<br />
formuliergegevens aan de berichttekst van de e-mail toegevoegd. U hebt verschillende opties om op te<br />
geven welke gegevens u wilt opnemen respectievelijk uitsluiten.<br />
Een verzendknop maken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren op Knop.<br />
3. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />
4. Open de Eigenschappen, typ als naam 'Verzenden' en selecteer de gewenste opties op de<br />
tabbladen Algemeen en Vormgeving.<br />
5. Open het tabblad Opties en selecteer Alleen label in de vervolgkeuzelijst Indeling. Klik in het vak<br />
Label en typ Formulier verzenden.<br />
6. Klik op het tabblad Acties op Actie selecteren en selecteer Een formulier verzenden in de<br />
vervolgkeuzelijst.<br />
7. Klik op Actie toevoegen en geef het adres op in het vak Formulier verzenden naar.<br />
8. Selecteer de velden. Klik op Alle velden verzenden, of klik op Alleen deze velden verzenden en<br />
vervolgens op Selecteren om de gewenste velden te selecteren. Schakel desgewenst het<br />
selectievakje Inclusief lege waarden en/of Deze waarden converteren naar standaardindeling in.<br />
9. Klik op OK.<br />
116 ©<strong>Nitro</strong>
Velden tonen of verbergen<br />
Er kunnen zich situaties voordoen waarin u bepaalde velden in uw PDF-formulier wilt tonen of verbergen.<br />
Als de gebruiker bijvoorbeeld op een knop klikt, wordt een nieuwe groep velden weergegeven. Voor het<br />
tonen of verbergen van velden beschikt u over verschillende opties: u kunt afzonderlijke velden tonen of<br />
verbergen door de algemene eigenschappen van de velden naar wens in te stellen, of u kunt uw eigen<br />
aangepaste JavaScript schrijven om velden te tonen en verbergen op basis van gebruikershandelingen<br />
(bijvoorbeeld als een gebruiker een knop aanwijst). U kunt ook een knop maken die specifieke velden<br />
toont of verbergt wanneer erop wordt geklikt.<br />
Velden tonen/verbergen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren op Knop.<br />
3. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />
4. Open de Eigenschappen, geef een naam op en selecteer de gewenste opties op de tabbladen<br />
Algemeen en Vormgeving.<br />
5. Selecteer op het tabblad Opties de optie Indeling en selecteer Alleen label. Klik in het vak Label<br />
en typ Velden tonen/verbergen.<br />
6. Klik op het tabblad Acties op Actie selecteren en selecteer Velden tonen/verbergen in de<br />
vervolgkeuzelijst.<br />
7. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Klik op Tonen.<br />
l Klik op Verbergen.<br />
8. Klik op OK.<br />
117 ©<strong>Nitro</strong>
Veldgegevens berekenen<br />
In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunnen veldberekeningen op verschillende manieren worden uitgevoerd. De integrale<br />
berekeningsformules bieden een eenvoudige methode voor het opstellen van simpele en vastomlijnde<br />
veldberekeningen. U kunt ook vereenvoudigde veldnotatie en JavaScripts gebruiken, hoewel deze<br />
methoden geavanceerder zijn en programmeerkennis vereisen. Als uw berekeningen beperkt zijn tot<br />
optellen of het bepalen van gemiddelden, kunt u de integrale formules gebruiken en hoeft u zich geen<br />
zorgen te maken over programmering.<br />
Voor berekeningen worden altijd tekstvelden gebruikt. Berekeningen kunnen in alle soorten velden<br />
worden uitgevoerd. Als het resultaat van een berekening echter in een formulier moet worden<br />
gerapporteerd, moet u een tekstveld hebben dat deze waarden berekent en het resultaat in het<br />
berekeningsveld op het formulier plaatst, of een ander type veld dat de waarden berekent en vervolgens<br />
naar een tekstveld verstuurt.<br />
Een berekening opstellen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren op Tekstveld.<br />
3. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer.<br />
4. Open de Eigenschappen, geef een naam op en selecteer de gewenste opties op de tabbladen<br />
Algemeen en Vormgeving.<br />
5. Selecteer Opties en klik op Uitlijning. Selecteer Rechts in de vervolgkeuzelijst om de waarden<br />
rechts uit te lijnen.<br />
6. Open het tabblad Indeling, klik op Formaatcategorie selecteren en selecteer Nummer in de<br />
vervolgkeuzelijst.<br />
7. Klik op Decimalen en geef het aantal decimalen op dat u in het berekende veld wilt weergeven.<br />
8. Open het tabblad Berekenen, selecteer het type waarde en voer een van de volgende handelingen<br />
uit:<br />
l Klik op SOM (+) om de som van een reeks waarden te berekenen.<br />
l Kik op PRD (product (x)) om de waarden te vermenigvuldigen.<br />
l Klik op GEM om het gemiddelde van een reeks waarden te berekenen.<br />
l Klik op MIN om de minimumwaarde van een groep velden te geven.<br />
l Klik op MAX om de maximumwaarde van een groep velden te geven.<br />
9. Klik op de optie Selecteren om het dialoogvenster Veldselectie te openen. Houd de Ctrl- of de<br />
Shift-toets ingedrukt en klik op ieder veld dat moet worden berekend.<br />
10. Klik op OK.<br />
118 ©<strong>Nitro</strong>
JavaScript<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Het valt buiten het bestek van deze handleiding om een gedetailleerde beschrijving van het gebruik van<br />
JavaScript met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 te geven. Als u wilt leren programmeren met JavaScript, verdient het<br />
aanbeveling op internet naar bronnen te zoeken. Tevens kunt u nagaan of uw plaatselijke bibliotheek of<br />
boekhandel boeken over JavaScript heeft.<br />
Er zijn ook veel voorbeelden van PDF-documenten met JavaScript op internet te vinden. JavaScript wordt<br />
veelal voor PDF-formulieren gebruikt. U kunt deze soorten documenten op internet opsporen, het<br />
JavaScript openen in de JavaScript-console, en de routines vervolgens kopiëren en in uw eigen bestanden<br />
plakken. Door op onderzoek te gaan en programmacode uit te proberen komt u al snel aan de weet<br />
welke code u nodig hebt voor de taken die u wilt uitvoeren.<br />
119 ©<strong>Nitro</strong>
JavaScripts zoeken<br />
Of u nu scripts in uw eigen documenten schrijft, of door bestanden bladert om andere scripts te bekijken,<br />
u moet eerst weten waar u JavaScripts kunt vinden. In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 zijn JavaScripts op de volgende locaties<br />
te vinden:<br />
Veldscripts<br />
JavaScripts kunnen met alle veldtypen worden gebruikt. In alle velden kunnen scripts worden<br />
toegevoegd via de eigenschappen in Actie instellen. In handtekeningvelden kunnen JavaScripts zowel via<br />
de eigenschap Actie instellen als de eigenschap Ondertekend worden toegevoegd. Tekstvelden bieden<br />
verreweg de meeste mogelijkheden voor het toevoegen van scripts aan veldeigenschappen. In<br />
tekstvelden kunnen scripts worden toegevoegd aan:<br />
l Indeling. Open het tabblad Indeling in het eigenschappenvenster en selecteer Aangepast in het<br />
vervolgkeuzemenu Formaatcategorie selecteren. Voeg JavaScripts toe als u een Script aangepast<br />
formaat en een Script aangepaste toetsaanslagen wilt maken.<br />
l Valideren. Open het tabblad Valideren in het eigenschappenvenster en selecteer Aangepast script<br />
voor validering gebruiken als u een JavaScript wilt toevoegen om veldgegevens te valideren.<br />
l Berekenen. JavaScripts worden waarschijnlijk het meest gebruikt in combinatie met de Berekeneneigenschappen.<br />
U kunt scripts in twee gebieden schrijven. Als u op het keuzerondje<br />
Vereenvoudigde veldnotatie klikt, kunt u scripts schrijven die qua syntaxis op spreadsheetformules<br />
lijken. Klik op Aangepast berekeningsscript om JavaScripts te schrijven waarmee veldgegevens<br />
worden berekend.<br />
l Actie instellen. Tekstvelden ondersteunen het actietype JavaScript uitvoeren, net als andere<br />
velden.<br />
JavaScript-console<br />
U kunt de JavaScript-console openen en een script schrijven dat niet voor een bepaald veld of element is<br />
bedoeld. Scripts die in de JavaScript-console zijn geschreven, kunnen worden gebruikt voor testroutines<br />
en debug-code.<br />
Documentacties<br />
Documentacties zijn acties zoals het openen, opslaan en afdrukken van PDF's. U kunt JavaScripts schrijven<br />
die worden uitgevoerd als deze acties plaatsvinden. Als u een documentactie wilt toevoegen, gaat u naar<br />
het linttabblad Formulieren, klikt u in het groepsmenu Instellen op de pijl onder JavaScript en selecteert u<br />
Documentacties.<br />
JavaScripts op documentniveau<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Een JavaScript op documentniveau kan een functie zijn die wordt geactiveerd door andere scripts in<br />
subroutines. Deze scripts zijn op documentniveau opgenomen en kunnen worden uitgevoerd door een<br />
ander script of tijdens het openen van een bestand.<br />
120 ©<strong>Nitro</strong>
JavaScripts op mapniveau<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Een JavaScript op mapniveau bevindt zich buiten het PDF-bestand (in een JS-bestand) en kan door<br />
meerdere PDF's worden gebruikt. De scripts worden uitgevoerd wanneer <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 wordt geopend.<br />
121 ©<strong>Nitro</strong>
JavaScripts kopiëren en plakken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
JavaScripts kunnen uit een veld of andere locatie in een PDF-document worden gekopieerd en op een<br />
andere locatie of in een ander document worden geplakt. Als u meer over programmeren met JavaScript<br />
wilt leren, kunt u PDF-bestanden met scripts bekijken, een script kopiëren uit een document dat u via<br />
internet hebt gedownload, en de code in de JavaScript-editor in uw document plakken. Met enkele kleine<br />
wijzigingen aan de code kunt u zo snel scripts aan uw eigen bestanden toevoegen.<br />
Als u code tussen PDF-bestanden wilt kopiëren, opent u beide bestanden eenvoudig in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
122 ©<strong>Nitro</strong>
JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken<br />
JavaScripts op mapniveau zijn JavaScript-bestanden (.JS) die bij het starten van een applicatie worden<br />
uitgevoerd. Hiermee kunnen bijvoorbeeld JavaScript-functies in de applicatie worden geladen die<br />
opnieuw gebruikt kunnen worden, of kunnen methoden/eigenschappen worden geopend waarvan de<br />
beveiliging zo is ingesteld dat ze alleen in de app/init-event uitgevoerd kunnen worden.<br />
Eenvoudige voorbeelden hiervan zijn het laden van de Windows-aanmelding van de gebruiker in een<br />
globale JavaScript-variabele bij het opstarten, of het laden van een lijst werknemersnamen van uw bedrijf<br />
in een JS-array bij het opstarten, dat gebruikt kan worden door formulieren die in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 worden<br />
geopend.<br />
JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken<br />
1. Open <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Instellen op JavaScript en selecteer<br />
Mapniveau.<br />
3. Voeg JS-bestanden aan de map toe of bewerk bestaande bestanden.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
123 ©<strong>Nitro</strong>
JavaScript op documentniveau<br />
Met behulp van JavaScript kunt u een praktisch oneindig aantal interactieve functies toevoegen,<br />
complexe formules maken, en meer dynamische functies aan uw PDF's toevoegen.<br />
Met scripts op documentniveau worden functies toegevoegd, vanwaar andere scripts de routines in het<br />
hele PDF-bestand steeds opnieuw kunnen gebruiken. JavaScripts op documentniveau kunnen ook<br />
worden gebruikt om bepaalde acties te starten wanneer een bestand wordt geopend.<br />
Een JavaScript op documentniveau schrijven<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Instellen op JavaScript en selecteer<br />
Documentniveau.<br />
3. Klik op Nieuw en typ een naam voor het JavaScript.<br />
4. Typ uw code in het dialoogvenster JavaScript-editor. In het onderstaande voorbeeld is een<br />
eenvoudige routine opgesteld, waarmee een berichtvenster wordt weergegeven telkens wanneer<br />
het bestand wordt geopend. De code is als volgt:<br />
var msg = “Gemaakt in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong>”;<br />
app.alert(msg);<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
5. Klik op OK. Als uw script juist is geschreven, wordt een berichtvenster weergegeven wanneer het<br />
bestand wordt geopend.<br />
124 ©<strong>Nitro</strong>
Aangepast JavaScript voor berekening toevoegen of<br />
bewerken<br />
Wanneer u een formulier maakt waarin berekeningen moeten worden uitgevoerd, zijn voor dit formulier<br />
waarschijnlijk aangepaste berekeningsscripts nodig. De opties die beschikbaar zijn met de vooraf<br />
ingestelde berekeningsformules, zijn beperkt tot eenvoudige vermenigvuldigingen en optellen. Voor<br />
andere soorten berekeningen moeten scripts worden geschreven.<br />
Een berekeningsscript schrijven<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Tekstveld.<br />
3. Selecteer het tekstveld dat u wilt bewerken.<br />
4. Kik met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen.<br />
5. Klik op de tab Berekenen.<br />
6. Klik op de optie Aangepast berekeningsscript en klik vervolgens op de knop Bewerken.<br />
7. Typ de code voor uw script. In het onderstaande voorbeeld wordt een eenvoudige berekening<br />
opgesteld om een omzetbelasting van 7,25 % te berekenen. De code is als volgt:<br />
var f = this.getField(“subtotal”);<br />
event.value = Math.round(f.value 7.25)/100;<br />
8. Klik op OK.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
125 ©<strong>Nitro</strong>
Vereenvoudigde veldnotaties toevoegen<br />
Vereenvoudigde veldnotaties worden ongeveer geschreven zoals formules in een<br />
spreadsheetprogramma, zoals Microsoft Excel. Voor het uitvoeren van berekeningen zijn notaties<br />
makkelijker op te stellen dan scripts.<br />
Een vereenvoudigde veldnotatie toevoegen<br />
1. Open de PDF in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Velden op Tekstveld.<br />
3. Selecteer het tekstveld dat u wilt bewerken.<br />
4. Kik met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen.<br />
5. Klik op de tab Berekenen.<br />
6. Klik op de optie Vereenvoudigde veldnotatie en klik vervolgens op de knop Bewerken.<br />
7. Typ de code voor uw script. In dit voorbeeld wordt de berekening voor omzetbelasting ingevoerd.<br />
In de JavaScript-editor wordt de code als volgt opgesteld:<br />
subtotal .0725;<br />
8. Klik op OK.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
126 ©<strong>Nitro</strong>
De JavaScript-console gebruiken<br />
U kunt de JavaScript-console openen en een script schrijven dat niet voor een bepaald veld of element is<br />
bedoeld. Scripts die in de JavaScript-console zijn geschreven, kunnen worden gebruikt voor testroutines<br />
en debug-code.<br />
De JavaScript-console gebruiken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Instellen op JavaScript en selecteer Console.<br />
127 ©<strong>Nitro</strong>
Uitvoer- en JavaScript-fouten weergeven<br />
In het deelvenster Uitvoer kunt u fouten met betrekking tot JavaScript of documentprocessen bekijken.<br />
Dit deelvenster wordt automatisch geopend om u te attenderen op belangrijke uitvoerberichten.<br />
Het deelvenster Uitvoer openen<br />
l Klik op de tab Uitvoer in de zijbalk.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
128 ©<strong>Nitro</strong>
Ondersteunde JavaScript-objecten<br />
l App-object<br />
l Color-object<br />
l Console-object<br />
l Event-object<br />
l Field-object<br />
l Global-object<br />
l Identity-object<br />
l Link-object<br />
l This-object<br />
l Util-object<br />
l OCG-object<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
129 ©<strong>Nitro</strong>
App-object<br />
Een statisch object dat de PDF-viewerapplicatie vertegenwoordigt.<br />
Bevat methoden en eigenschappen voor het communiceren met de applicatie en voor het werken met<br />
actieve documenten.<br />
Voorbeeld: hiermee wordt het aantal geopende documenten weergegeven in een<br />
waarschuwingsbericht.<br />
var nDocs = app.activeDocs.length;<br />
app.alert("Er zijn " + nDocs + " documenten geopend.");<br />
Eigenschappen<br />
activeDocs<br />
formsVersion<br />
platform<br />
viewerType<br />
viewerVersion<br />
Methoden<br />
alert<br />
browseForDoc<br />
goBack<br />
goForward<br />
launchURL<br />
mailMsg<br />
newDoc<br />
openDoc<br />
response<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
130 ©<strong>Nitro</strong>
Color-object<br />
Een object waarmee een kleur kan worden ingesteld in andere JavaScript-methoden en eigenschappen.<br />
Voorbeeld: hiermee wordt de tekstkleur in het formulierveld “Voornaam” op rood ingesteld.<br />
this.getField("Voornaam").textColor = color.red;<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Eigenschappen en methoden<br />
Het color-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.<br />
131 ©<strong>Nitro</strong>
Console-object<br />
Alle JavaScript-scripts worden geactiveerd door een bepaalde gebeurtenis. Voor elk van deze<br />
gebeurtenissen maakt JavaScript een event-object waarmee informatie over de huidige<br />
gebeurtenisstatus kan worden opgehaald en bijgewerkt.<br />
Voorbeeld: als dit JavaScript wordt uitgevoerd op de gebeurtenis keystroke (toetsaanslag), wordt alle<br />
tekst die de gebruiker heeft ingevoerd, omgezet in hoofdletters.<br />
event.change = event.change.toUpperCase();<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Eigenschappen en methoden<br />
Het console-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.<br />
132 ©<strong>Nitro</strong>
Event-object<br />
Vertegenwoordigt een veld in een PDF-formulier. Dit object bevat de methoden en eigenschappen<br />
waarmee formuliervelden kunnen worden gewijzigd via JavaScript-code (zoals u dit visueel met de tools<br />
voor formuliervelden doet).<br />
Voorbeeld: hiermee wordt een verborgen veld zichtbaar gemaakt.<br />
var oField = this.getField("hiddenFieldName");<br />
oField.display = display.visible;<br />
Eigenschappen<br />
change<br />
changeEx<br />
commitKey<br />
fieldFull<br />
keyDown<br />
modifier<br />
name<br />
rc<br />
selEnd<br />
selStart<br />
shift<br />
source<br />
target<br />
targetName<br />
type<br />
value<br />
willCommit<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
133 ©<strong>Nitro</strong>
Field-object<br />
Vertegenwoordigt een veld in een PDF-formulier. Dit object bevat de methoden en eigenschappen<br />
waarmee formuliervelden kunnen worden gewijzigd via JavaScript-code (zoals u dit visueel met de tools<br />
voor formuliervelden doet).<br />
Voorbeeld: hiermee wordt een verborgen veld zichtbaar gemaakt.<br />
var oField = this.getField("hiddenFieldName");<br />
oField.display = display.visible;<br />
Eigenschappen<br />
alignment<br />
borderStyle<br />
buttonAlignX<br />
buttonAlignY<br />
buttonFitBounds<br />
buttonPosition<br />
buttonScaleHow<br />
buttonScaleWhen<br />
calcOrderIndex<br />
charLimit<br />
comb<br />
commitOnSelChange<br />
currentValueIndices<br />
defaultStyle<br />
defaultValue<br />
doNotScroll<br />
doNotSpellCheck<br />
display<br />
doc<br />
editable<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
134 ©<strong>Nitro</strong>
Eigenschappen<br />
exportValues<br />
hidden<br />
fileSelect<br />
fillColor<br />
lineWidth<br />
highlight<br />
multiline<br />
multipleSelection<br />
name<br />
numItems<br />
page<br />
password<br />
print<br />
radiosInUnison<br />
readonly<br />
rect<br />
required<br />
richText<br />
richValue<br />
rotation<br />
strokeColor<br />
style<br />
submitName<br />
textColor<br />
textFont<br />
textSize<br />
type<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
135 ©<strong>Nitro</strong>
Eigenschappen<br />
userName<br />
value<br />
valueAsString<br />
Methoden<br />
browseForFileToSubmit<br />
buttonGetCaption<br />
buttonGetIcon<br />
buttonImportIcon<br />
buttonSetCaption<br />
buttonSetIcon<br />
checkThisBox<br />
clearItems<br />
defaultIsChecked<br />
getArray<br />
getItemAt<br />
getLock<br />
insertItemAt<br />
isBoxChecked<br />
isDefaultChecked<br />
setAction<br />
setFocus<br />
setItems<br />
setLock<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
136 ©<strong>Nitro</strong>
Global-object<br />
Hiermee kunt u gegevens delen in een instantie van de PDF-viewer (zodat gegevens vanuit elk geopend<br />
document kunnen worden opgeroepen).<br />
Voorbeeld: wanneer een gebruiker zijn/haar e-mailadres eenmaal heeft ingevoerd, wordt dit opgeslagen<br />
in een global-variabele en automatisch in de e-mailvelden van andere geopende documenten ingevoerd.<br />
global.userEmail = this.getField("email").value;<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Opmerking: de methoden setPersistent en subscribe worden momenteel niet ondersteund in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
137 ©<strong>Nitro</strong>
Identity-object<br />
Dit object bevat informatie over de huidige gebruiker, die is aangemeld op het apparaat met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
Deze informatie kan tevens in Voorkeuren worden bekeken.<br />
Voorbeeld: Dit JavaScript haalt de aanmeldnaam van de gebruiker op en slaat deze op in een globale<br />
variabele (met de naam login) die door ieder ander JavaScript kan worden gebruikt. Het identity-object is<br />
uitsluitend toegestaan tijdens console-, menu- en batch-gebeurtenissen en tijdens initialisatie van de<br />
applicatie, en is daarom ideaal geschikt voor een JavaScript-bestand (.js) op mapniveau dat wordt<br />
uitgevoerd wanneer de applicatie wordt gestart.<br />
global.login = identity.loginName;<br />
Eigenschappen<br />
corporation<br />
email<br />
loginName<br />
name<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
138 ©<strong>Nitro</strong>
Link-object<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Met dit object kunt u de eigenschappen van een PDF-koppeling ophalen en instellen en kunt u de<br />
instellingen opgeven voor een JavaScript uitvoeren-actie.<br />
Eigenschappen en methoden<br />
Het link-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.<br />
139 ©<strong>Nitro</strong>
This-object<br />
Dit is een speciaal trefwoord voor JavaScript dat naar het huidige object verwijst. Wanneer bijvoorbeeld<br />
een JavaScript wordt uitgevoerd als een document geopend is, heeft het trefwoord this hetzelfde effect<br />
als het trefwoord doc.<br />
Voorbeeld:<br />
this.getField("veldnaam");<br />
komt overeen met:<br />
doc.fieldName("veldnaam");<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Eigenschappen en methoden<br />
Het this-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.<br />
140 ©<strong>Nitro</strong>
Util-object<br />
Bevat een aantal hulpmethoden waarmee tekenreeksen en datums gemakkelijk kunnen worden<br />
ingedeeld en geparseerd.<br />
Methoden<br />
printf<br />
printd<br />
printx<br />
scand<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
141 ©<strong>Nitro</strong>
OCG-object<br />
Dit object biedt ondersteuning voor Optional Content Groups (optionele inhoudsgroepen). OCG's<br />
bevatten een verzameling grafische objecten en worden 'lagen' genoemd. U kunt de eigenschappen van<br />
lagen dynamisch omschakelen om ze zichtbaar of onzichtbaar te maken, voor navigatie in een PDFdocument.<br />
Raadpleeg Het deelvenster Lagen voor verdere informatie.<br />
Eigenschappen en methoden<br />
Het OCG-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.<br />
Voorbeeld:<br />
Hiermee wordt een OCG met de naam 'Overlay' ingeschakeld (om de laag uit te schakelen verandert u<br />
true in false in de JavaScript-code).<br />
function turnOverlayOCG(doc)<br />
{<br />
var ocgArray = doc.getOCGs();<br />
for(var i=0; i
Bewerken<br />
Met de juiste functies voor het bewerken van PDF's bent u veel minder tijd kwijt aan het omschakelen<br />
tussen de verschillende programma's en bestandstypen. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 voorziet in een uitgebreide set<br />
functies om de tekst, afbeeldingen en pagina's in uw bestaande PDF's te bewerken en uw documenten<br />
perfect af te werken voor distributie.<br />
Tekst<br />
l Tekst toevoegen of bewerken<br />
l Ingesloten lettertypen<br />
l Kop- en voettekst<br />
l Bates-nummers<br />
Afbeeldingen<br />
l Afbeeldingen invoegen<br />
l Afbeeldingen verwijderen<br />
l Afbeeldingen rangschikken<br />
l Afbeeldingen vergroten/verkleinen en bijsnijden<br />
l De kleurruimte van afbeeldingen wijzigen<br />
l Afbeeldingen vervangen<br />
l Een afbeelding ophalen<br />
l Alle afbeeldingen ophalen<br />
l Watermerken en achtergronden<br />
Bestanden<br />
l Documentinformatie en metagegevens<br />
l Documentbeveiliging<br />
l Lettertypen<br />
l Eigenschappen Eerste weergave<br />
l PDF-bestanden optimaliseren<br />
l Bestanden bijvoegen<br />
Verwante informatie<br />
l Aantekeningenlaag en inhoudslaag<br />
l Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
143 ©<strong>Nitro</strong>
Tekst toevoegen of bewerken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 bevat functies waarmee nieuwe tekst aan PDF-documenten kan worden toegevoegd, laatste<br />
correcties aan PDF-documenten kunnen worden gemaakt en waarmee documenten kunnen worden<br />
bijgewerkt zonder dat u de bronbestanden in hun oorspronkelijke toepassing hoeft te openen.<br />
Met de functie Tekst typen kan overal in een PDF-document tekst worden ingevoerd, zelfs als het<br />
document geen interactieve velden heeft. Daarbij kunt u tekstkleur, lettertype en tekstgrootte naar wens<br />
instellen. Als u bijvoorbeeld een PDF-formulier ontvangt dat gemaakt is van een fotokopie of scan van het<br />
papieren formulier, hoeft u dit niet eerst af te drukken om de benodigde informatie in te vullen. In plaats<br />
daarvan gebruikt u de functie Tekst typen en voert u de tekst als een aantekening op het formulier in.<br />
Met de functie Bewerken kunt u bestaande tekstblokken bijwerken en als een alinea in een<br />
begrenzingsvak verplaatsen. Zo hoeft u dus niet alle regels apart te verplaatsen. Bij het bewerken van<br />
tekst of als de grootte van het begrenzingsvak tijdens het wijzigen van tekst wordt veranderd, wordt de<br />
tekstdoorloop automatisch aangepast.<br />
TIP: tekstdoorloop wordt ondersteund in alinea's en deze worden als afzonderlijke objecten<br />
behandeld. Gebruik de functie Bewerken om alinea's te verplaatsen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 bevat functies waarmee tekst als kop- en voettekst aan iedere pagina van uw document kan<br />
worden toegevoegd, en Bates-nummers voor unieke paginanummering.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden in:<br />
l Kop- en voettekst<br />
l Bates-nummers<br />
OPMERKING: als er veel kleine wijzigingen of grote revisies in een document moeten worden gemaakt,<br />
wordt u aanbevolen de correcties in het bronbestand aan te brengen. Zo kunt u de exacte opmaak en<br />
indeling van het bestand nauwkeuriger bepalen en heeft u wellicht opties ter beschikking om de<br />
correcties automatisch uit te voeren. U kunt ook de opties PDF naar Microsoft Word converteren of<br />
PDF naar Rich Text converteren gebruiken om de PDF om te zetten in een bewerkbaar doc- of rtfbestand.<br />
Tekst toevoegen:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappen op Tekst typen.<br />
2. Klik op de pagina waar u de tekst wilt invoeren om tekst te gaan typen.<br />
3. Gebruik de tekstopties in het tabblad Indeling, zoals Lettertype en Grootte, om de tekst naar wens<br />
op te maken.<br />
4. Voer de gewenste tekst in en druk op Escape of klik op Voltooien als u klaar bent.<br />
TIP: de tekst die u typt wordt standaard in de laag voor aantekeningen ingevoegd. Als u de tekst in de<br />
laag voor inhoud wilt invoegen, drukt u op Ctrl en klikt u op de pagina waar u de tekst wilt invoeren.<br />
144 ©<strong>Nitro</strong>
Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.<br />
Slimme uitlijning<br />
Slimme uitlijning biedt een handige manier om nieuwe tekst uit te lijnen op de tekst ernaast. Hiervoor<br />
worden visuele hulplijnen gebruikt die de cursor nauwkeurig uitlijnen.<br />
Slimme uitlijning in- of uitschakelen:<br />
1. Klik op Voorkeuren in het menu Bestand.<br />
2. Klik op de groep Algemeen.<br />
3. Schakel in Basisgereedschappen het selectievakje Slimme uitlijning voor getypte tekst<br />
gebruiken in om Slimme uitlijning in te schakelen.<br />
4. Schakel het selectievakje Slimme uitlijning voor getypte tekst gebruiken uit om Slimme uitlijning<br />
uit te schakelen.<br />
Tekst bewerken:<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/afbeeldingen op Bewerken.<br />
2. Dubbelklik op Tekst en zet de cursor waar u de tekst wilt invoegen of bewerken. Tijdens het typen<br />
wordt de grootte van het begrenzingsvak aan de tekst aangepast.<br />
3. Als u klaar bent, drukt u op Escape, klikt u elders op de pagina, of klikt u op Voltooien.<br />
OPMERKING: als u een teken invoert dat een lettertype heeft dat niet is geïnstalleerd, zal <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
automatisch het lettertype selecteren dat er het meest op lijkt. U ziet dan tijdens het typen dat de<br />
naam van het lettertype wordt veranderd.<br />
Als <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 geen gerelateerd lettertype kan vinden, wordt er een algemeen lettertype gebruikt. U<br />
wordt aanbevolen te controleren of bepaalde lettertypen gelijksoortig zijn en zo nodig een ander<br />
lettertype toe te passen.<br />
Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor verdere informatie.<br />
Tekst verplaatsen<br />
Als u tekst wilt verplaatsen, klikt u eerst op de functie Bewerken, vervolgens op een alinea of titel om deze<br />
tekst te selecteren en voert u een van de volgende handelingen uit:<br />
l Sleep het begrenzingsvak naar de nieuwe plaats<br />
l Gebruik de pijltoetsen op uw toetsenbord om het begrenzingsvak in kleine stappen te<br />
verplaatsen.<br />
Een alinea of afbeelding verwijderen:<br />
1. Klik één keer op de tekst of de afbeelding om het blauwe begrenzingsvak weer te geven.<br />
2. Druk op de toets Delete of klik met uw rechtermuisknop en selecteer Verwijderen in het menu.<br />
Tekst afvlakken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Het verplaatsen van tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag wordt 'afvlakken' genoemd.<br />
Voer een van de volgende handelingen uit om tekst af te vlakken:<br />
l Als u een geselecteerde tekstaantekening naar de inhoudslaag wilt verplaatsen, klikt u met uw<br />
rechtermuisknop op de aantekening en selecteert u Selectie afvlakken in het menu.<br />
l Als u alle tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag wilt verplaatsen, klikt u met uw<br />
145 ©<strong>Nitro</strong>
echtermuisknop op een aantekening en selecteert u Alles afvlakken in het menu.<br />
l Als u alle aantekeningen uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag wilt verplaatsen en<br />
tegelijkertijd de PDF wilt opslaan, selecteert u in het menu Bestand de optie Opslaan als en<br />
Afgevlakte PDF. Hiermee worden alle aantekeningen afgevlakt, inclusief velden, notities,<br />
koppelingen en andere markeringen.<br />
Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
146 ©<strong>Nitro</strong>
Kop- en voettekst<br />
Met de functie Kop- en voettekst kunt u tekst, afbeeldingen en PDF-bestanden in een of meer pagina's<br />
van een PDF-document invoegen. U kunt de positie, grootte, transparantie en andere kenmerken van uw<br />
kop- en voettekst naar wens instellen en deze instellingen opslaan om ze later opnieuw te gebruiken.<br />
Bovendien kunt u kop- en voettekstprofielen importeren en exporteren om ze met anderen te delen.<br />
Kop- en voettekstprofielen kunnen een of meer kop- en voetteksten bevatten.<br />
Kop- en voetteksten worden vaak voor het volgende gebruikt:<br />
l Dynamische tekst: automatisch dynamische informatie aan uw document toevoegen, zoals<br />
paginanummers, auteur, titel van het document, datum en tijd.<br />
l Koptekst: de titel van het document of hoofdstukken en datuminformatie invoegen.<br />
l Voettekst: paginanummering, datum- en tijdinformatie invoegen.<br />
Alle beheerde kop- en voetteksten weergeven<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Kop- en voettekst. Het<br />
dialoogvenster Kop- en voettekst beheren wordt weergegeven.<br />
2. Kijk in het gedeelte <strong>Pro</strong>fiel selecteren voor een lijst van kop- en voettekstprofielen. <strong>Pro</strong>fielen<br />
kunnen meer dan één koptekst en voettekst bevatten.<br />
3. Klik op de knop + naast een profiel om alle kop- en voetteksten in dit profiel weer te geven.<br />
<strong>Pro</strong>fielen beheren en het menu Toepassen op document configureren<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Kop- en voettekst. Het<br />
dialoogvenster Kop- en voettekst beheren wordt weergegeven.<br />
2. Kijk in het gedeelte <strong>Pro</strong>fiel selecteren voor een lijst van kop- en voettekstprofielen. Voer een van<br />
de volgende handelingen uit:<br />
o Om de naam van een profiel te veranderen, dubbelklikt u op het profiel en voert u de<br />
nieuwe naam in.<br />
o Klik op Nieuw profiel als u een nieuw profiel wilt samenstellen. Het nieuwe profiel verschijnt<br />
onder aan de lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren. Voer een naam in voor het profiel.<br />
o De volgorde van deze lijst bepaalt de volgorde van de profielen in het menu Toepassen op<br />
document. Als u een nieuw kop- en voettekstprofiel toevoegt, verschijnt dit onder aan de<br />
lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren, en boven aan het menu Toepassen op document.<br />
o Als u een profiel wilt verwijderen, selecteert u dit en klikt u op Verwijderen.<br />
3. Klik op Toepassen om een kop- en voettekstprofiel op uw PDF-document toe te passen en het<br />
dialoogvenster Kop- en voettekst beheren te sluiten.<br />
Nieuwe koptekst of voettekst aan een profiel toevoegen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Kop- en voettekst. Het<br />
dialoogvenster Kop- en voettekst beheren wordt weergegeven.<br />
2. Selecteer een profiel in de lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren en klik op Toevoegen. Selecteer een type kop- of<br />
voettekst:<br />
o Tekst: geef de tekst voor uw kop- of voettekst op.<br />
o Afbeelding: gebruik een afbeelding als kop- of voettekst op de pagina's van uw document.<br />
o PDF: importeer een PDF-bestand om als kop- of voettekst te gebruiken.<br />
147 ©<strong>Nitro</strong>
3. Configureer eigenschappen voor uw kop- of voettekst:<br />
o Typ in het veld Naam kop- en voettekst de naam die in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 moet worden gebruikt<br />
om de kop- of voettekst in de lijsten en menu's aan te duiden. Deze naam kan afwijken van<br />
de tekst die in de kop- of voettekst van uw PDF-document verschijnt.<br />
o Geef aan of het watermerk Overliggend of Onderliggend (op de achtergrond, onder de<br />
inhoud van de pagina) moet zijn.<br />
o Geef de overige opties op, zoals de kleur, achtergrond en de plaatsing op de pagina.<br />
4. Klik op Opslaan om de nieuwe kop- of voettekst in het geselecteerde profiel op te slaan.<br />
TIP: u kunt meerdere watermerk- of achtergrondobjecten aan een profiel toevoegen.<br />
Een kop- of voettekstprofiel importeren of exporteren<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op Kop- en voettekst. Het<br />
dialoogvenster Kop- en voettekst beheren wordt weergegeven.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Selecteer een profiel in de lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren en klik op Exporteren om een kop- of<br />
voettekstprofiel te exporteren. Sla het profiel op als een nxp-bestand.<br />
o Klik op Importeren om een kop- of voettekstprofiel te importeren. Als u een nxp-bestand<br />
importeert, wordt het nieuwe profiel onder aan de lijst met profielen toegevoegd.<br />
TIP: Voor afbeeldingen die aan een watermerkprofiel zijn gekoppeld, verschijnt uitsluitend een<br />
verwijzing. Deze afbeeldingen worden niet geëxporteerd.<br />
Kop- of voettekst in uw PDF-document invoegen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op de pijl onder Kop- en voettekst en<br />
selecteer Toepassen op document.<br />
2. Alle kop- en voettekstprofielen worden weergegeven in een lijst. Selecteer het profiel dat u op uw<br />
PDF-document wilt toepassen.<br />
OPMERKING: Als u een kop- of voettekst invoegt waarin gebruik wordt gemaakt van lettertypen die<br />
niet op het systeem van de ontvanger zijn geïnstalleerd, wordt deze tekst waarschijnlijk onjuist<br />
weergegeven. Als u niet zeker weet welke lettertypen uw ontvangers gebruiken, kunt u het beste<br />
standaardlettertypen zoals Times Roman, Courier, Arial of Symbol gebruiken. Raadpleeg Ingesloten<br />
lettertypen voor verdere informatie.<br />
Alle kop- en voettekst uit een document verwijderen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op de pijl onder Kop- en voettekst en<br />
selecteer Kop- en voettekst verwijderen.<br />
2. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u moet bevestigen dat u alle kop- en voettekst wilt<br />
verwijderen. Klik op OK.<br />
TIP: als u alleen een bepaalde kop- of voettekst wilt verwijderen, selecteert u deze met het<br />
gereedschap Bewerken, klikt u erop met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen in het menu.<br />
148 ©<strong>Nitro</strong>
Watermerken en achtergronden<br />
Met de functie Watermerk kunt u tekst, afbeeldingen en andere PDF-bestanden in een of meer pagina's<br />
van een PDF-document invoegen. U kunt de positie, grootte, transparantie en andere eigenschappen van<br />
uw watermerken naar wens instellen en deze eigenschappen opslaan, zodat u ze later opnieuw kunt<br />
gebruiken. Tevens kunt u watermerkprofielen importeren en exporteren om ze met anderen te delen.<br />
Watermerkprofielen bevatten een of meer watermerken of achtergronden.<br />
Watermerken worden veel gebruikt voor:<br />
l Watermerken en achtergronden: u kunt bedrijfslogo's en andere merktekens invoegen om uw<br />
huisstijl te handhaven op alle pagina's en documenten.<br />
l Weergave van de documentstatus: u kunt een afbeelding toepassen als watermerk, bijvoorbeeld<br />
Gecontroleerd, Goedgekeurd en Concept, zodat alle ontvangers de status van het document<br />
kunnen zien.<br />
Alle beheerde watermerken weergeven<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Watermerk. Het dialoogvenster<br />
Watermerken en achtergronden beheren wordt weergegeven.<br />
2. Bekijk de lijst met watermerkprofielen in het vak <strong>Pro</strong>fiel selecteren. <strong>Pro</strong>fielen kunnen meerdere<br />
watermerken bevatten.<br />
3. Klik op de knop + naast een profiel om alle watermerken in dit profiel weer te geven.<br />
<strong>Pro</strong>fielen beheren en het menu Toepassen op document configureren<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Watermerk. Het dialoogvenster<br />
Watermerken en achtergronden beheren wordt weergegeven.<br />
2. Bekijk de lijst met watermerkprofielen in het vak <strong>Pro</strong>fiel selecteren. Voer een van de volgende<br />
handelingen uit:<br />
o Om de naam van een profiel te veranderen, dubbelklikt u op het profiel en voert u de<br />
nieuwe naam in.<br />
o Klik op Nieuw profiel als u een nieuw profiel wilt maken. Het nieuwe profiel verschijnt onder<br />
aan de lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren. Voer een naam in voor het profiel.<br />
o De volgorde van deze lijst bepaalt de volgorde van de profielen in het menu Toepassen op<br />
document. Als u een nieuw watermerkprofiel toevoegt, verschijnt dit onder aan de lijst<br />
<strong>Pro</strong>fiel selecteren en boven aan het menu Toepassen op document.<br />
o Als u een watermerkprofiel wilt verwijderen, selecteert u dit en klikt u op de knop<br />
Verwijderen.<br />
3. Klik op Toepassen om een watermerkprofiel op uw PDF-document toe te passen en het<br />
dialoogvenster Watermerken en achtergronden beheren te sluiten.<br />
Een nieuw watermerk of nieuwe achtergrond aan een profiel toevoegen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Watermerk. Het dialoogvenster<br />
Watermerken en achtergronden beheren wordt weergegeven.<br />
2. Selecteer een profiel in de lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren en klik op Toevoegen. Selecteer een type<br />
watermerk.<br />
149 ©<strong>Nitro</strong>
o Tekst: geef de tekst op voor uw watermerk.<br />
o Afbeelding: gebruik een afbeelding als watermerk of achtergrond op de pagina's van uw<br />
document.<br />
o PDF: importeer een PDF-bestand om als watermerk of achtergrond te gebruiken.<br />
3. Configureer eigenschappen voor uw watermerk of achtergrond:<br />
o Typ in het veld Watermerknaam een naam voor gebruik in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8-lijsten en -menu's.<br />
Deze naam hoeft niet overeen te komen met de tekst die in het watermerk in uw PDFdocument<br />
verschijnt.<br />
o Geef aan of het watermerk Overliggend of Onderliggend (op de achtergrond, onder de<br />
inhoud van de pagina) moet zijn.<br />
o Geef de overige opties op, zoals de kleur, de achtergrond en de plaatsing van het<br />
watermerk op de pagina.<br />
4. Klik op Opslaan om het nieuwe watermerk in het geselecteerde profiel op te slaan.<br />
TIP: u kunt meerdere watermerk- en achtergrondobjecten aan een profiel toevoegen.<br />
Een watermerkprofiel importeren of exporteren<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Watermerk. Het dialoogvenster<br />
Watermerken en achtergronden beheren wordt weergegeven.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Selecteer een watermerkprofiel in de lijst <strong>Pro</strong>fiel selecteren en klik op Exporteren om het<br />
profiel te exporteren. Sla het profiel op als een nxp-bestand.<br />
o Klik op Importeren om een watermerkprofiel te importeren. Als u een nxp-bestand<br />
importeert, wordt het nieuwe profiel onder aan de lijst met profielen toegevoegd.<br />
TIP: Voor afbeeldingen die aan een watermerkprofiel zijn gekoppeld, verschijnt uitsluitend een<br />
verwijzing. Deze afbeeldingen worden niet geëxporteerd.<br />
Een watermerk of achtergrond in een PDF-document invoegen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op de pijl onder Watermerk en<br />
selecteer Toepassen op document.<br />
2. U ziet een menu met alle watermerk- en achtergrondprofielen. Selecteer het profiel dat u op uw<br />
PDF-document wilt toepassen.<br />
OPMERKING: Als u een watermerk invoegt dat uit tekst bestaat, kan dit op het systeem van de<br />
ontvanger anders worden weergegeven als de gebruikte lettertypen niet op dit systeem zijn<br />
geïnstalleerd. Als u niet zeker weet welke lettertypen uw ontvangers gebruiken, kunt u het beste<br />
standaardlettertypen zoals Times Roman, Courier, Arial of Symbol gebruiken. Raadpleeg Ingesloten<br />
lettertypen voor verdere informatie.<br />
Alle watermerken en achtergronden uit een document verwijderen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkering op de pijl onder Watermerk en<br />
selecteer Watermerken verwijderen.<br />
150 ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
2. In het dialoogvenster dat verschijnt, wordt u gevraagd te bevestigen dat u alle watermerken wilt<br />
verwijderen. Klik op OK.<br />
TIP: als u alleen een bepaald watermerk of specifieke achtergrond wilt verwijderen, selecteert u dit item<br />
met het gereedschap Bewerken, klikt u erop met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen in<br />
het menu.<br />
151 ©<strong>Nitro</strong>
Bates-nummers<br />
Bates-nummering wordt gebruikt voor wettelijke en soortgelijke verzamelingen van documenten waarin<br />
alle pagina's gelabeld, verantwoord en gemakkelijk terug te vinden moeten zijn. Met de functie voor<br />
Bates-nummering kunt u een uniek nummer aan iedere pagina toewijzen. De nummering kan op ieder<br />
willekeurig punt beginnen. Als er dan tegelijkertijd meerdere documenten worden verwerkt, wordt deze<br />
nummering door alle documenten vervolgd.<br />
Bates-nummers aan een PDF toevoegen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op Bates-nummer.<br />
2. Geef de gewenste nummeringswaarden op in de vakken Prefix, Suffix en Begin op.<br />
3. Klik op de opties die u wilt gebruiken voor de lettertype-eigenschappen en opmaak, en selecteer<br />
de pagina's die u wilt verwerken.<br />
4. Klik op Toepassen.<br />
Bates-nummers aan een reeks PDF-bestanden toevoegen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Paginamarkeringen op de pijl onder Bates-nummer en<br />
klik op Meerdere bestanden.<br />
2. Voeg de bestanden toe die u wilt verwerken en rangschik deze naar wens. Klik vervolgens op<br />
Volgende.<br />
3. Geef de gewenste nummeringswaarden op in de vakken Prefix, Suffix en Begin op.<br />
4. Klik op de opties die u wilt gebruiken voor de lettertype-eigenschappen en opmaak, en selecteer<br />
de pagina's die u wilt verwerken.<br />
5. Klik op Toepassen.<br />
152 ©<strong>Nitro</strong>
Bestanden bijvoegen<br />
PDF-documenten kunnen behalve tekst en afbeeldingen tevens bestandsbijlagen bevatten. Dit is een<br />
makkelijke en betrouwbare methode om reeksen documenten uit te wisselen. Het deelvenster Bijlagen is<br />
de centrale plaats waar u bijlagen kunt bekijken, invoegen, verwijderen en exporteren.<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u bestanden op twee manieren bijvoegen:<br />
l Bijlagen op documentniveau. Als u een document samenstelt dat door anderen moet worden<br />
gecontroleerd, kan het handig zijn het bronbestand en eventueel referentiemateriaal (zoals<br />
spreadsheets en tekeningen) op documentniveau aan het document toe te voegen. Zo beschikken<br />
de andere gebruikers van het document over een compleet informatiepakket, dat zij op ieder<br />
gewenst moment tijdens het bekijken van de PDF-versie kunnen openen.<br />
l Bijlagen in de vorm van aantekeningen. Als u een document controleert dat door iemand anders<br />
is samengesteld, en u een apart bestand met feedback (bijvoorbeeld een herziene technische<br />
tekening of prijslijst) wilt verschaffen, kunt u een bijlage in de vorm van aantekeningen bijvoegen.<br />
Deze aantekeningen kunnen namelijk precies op de gewenste plaats in de PDF worden ingevoegd.<br />
Dergelijke bijlagen worden als paperclippictogram op de PDF-pagina weergegeven en kunnen<br />
worden geopend door op het pictogram te dubbelklikken.<br />
Een bestand op documentniveau bijvoegen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Selecteer Bestanden bijvoegen op het tabblad Bestand. Het dialoogvenster Openen wordt<br />
weergegeven.<br />
2. Zoek en selecteer het bestand dat u wilt bijvoegen en klik op Openen. Het bestand wordt als<br />
bijlage aan uw PDF-document toegevoegd en wordt in het bestand ingesloten wanneer u het<br />
opslaat.<br />
Raadpleeg Het deelvenster Bijlagen en Bestanden als aantekeningen bijvoegen voor verdere informatie.<br />
153 ©<strong>Nitro</strong>
Afbeeldingen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 is voorzien van een geavanceerde set functies waarmee afbeeldingen rechtstreeks kunnen<br />
worden bewerkt, zodat u niet telkens terug hoeft te gaan naar het brondocument als er iets moet<br />
worden veranderd.<br />
U kunt afbeeldingen bewerken met de functie Bewerken. Als u op een afbeelding dubbelklikt, verschijnt<br />
het nieuwe tabblad Indeling in het lint, met alle functies voor het bewerken van afbeeldingen.<br />
154 ©<strong>Nitro</strong>
Een afbeelding invoegen<br />
Met de functie Afbeelding invoegen kunt u afbeeldingen aan uw PDF toevoegen, zodat u hiervoor niet<br />
terug hoeft te gaan naar uw brondocument om dit te bewerken.<br />
Afbeeldingen invoegen:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op Afbeelding toevoegen.<br />
2. Selecteer de gewenste afbeelding en klik op Openen.<br />
3. Klik op de afbeelding, stel de grootte naar wens in en zet het op de juiste plaats op de pagina.<br />
155 ©<strong>Nitro</strong>
Een afbeelding ophalen<br />
Met de functie Beeld ophalen kunt u afbeeldingen uit een PDF-bestand kopiëren en opnieuw gebruiken<br />
in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 of andere applicaties.<br />
Een afbeelding ophalen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Gebruik de functie Selecteren en klik op een afbeelding. De afbeelding wordt gemarkeerd met een<br />
blauw kader.<br />
2. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde afbeelding en selecteer Beeld ophalen. Het<br />
dialoogvenster Opslaan als wordt weergegeven.<br />
3. Blader naar een locatie en geef een bestandsnaam op voor de afbeelding.<br />
4. Opslaan als: maak hier een keuze uit de bestandsindelingen JPG, TIF en PNG.<br />
5. Klik op Opslaan.<br />
156 ©<strong>Nitro</strong>
Afbeeldingen verwijderen<br />
Met de functie Bewerken kunt u afbeeldingen uit uw PDF-bestanden verwijderen.<br />
Een afbeelding verwijderen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />
2. Klik op Tekst en afbeeldingen bewerken.<br />
3. Klik op de gewenste afbeelding.<br />
4. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Druk op de toets Delete.<br />
l Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Verwijderen.<br />
Meerdere afbeeldingen selecteren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Houd de Shift-toets ingedrukt en selecteer iedere afbeelding die u wilt verwijderen.<br />
l Klik en sleep de aanwijzer om een groep aaneengesloten afbeeldingen te selecteren.<br />
3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Druk op de toets Delete.<br />
l Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Verwijderen.<br />
157 ©<strong>Nitro</strong>
Afbeeldingen rangschikken<br />
Met de functies voor het rangschikken van afbeeldingen kunt u beelden vóór en achter andere objecten<br />
plaatsen, horizontaal en verticaal spiegelen, en draaien.<br />
Afbeeldingen rangschikken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />
2. Dubbelklik op de gewenste afbeelding.<br />
3. Klik in het tabblad Indeling in het groepsmenu Rangschikken op Naar voorgrond, Naar<br />
achtergrond, Spiegelen of Draaien.<br />
158 ©<strong>Nitro</strong>
Afbeeldingen vergroten/verkleinen en bijsnijden<br />
Met behulp van de bewerkgereedschappen voor afbeeldingen kunt u de grootte van een afbeelding<br />
proportioneel wijzigen, of kunt u de hoogte of breedte aanpassen. Met het gereedschap Bijsnijden kunt<br />
u de randen van afbeeldingen permanent verwijderen.<br />
De grootte van afbeeldingen wijzigen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />
2. Klik op de gewenste afbeelding.<br />
3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Als u de grootte verhoudingsgewijs wilt aanpassen, versleept u de hoek van de afbeelding<br />
tot het juiste formaat is bereikt.<br />
l Als u de hoogte of breedte wilt aanpassen, versleept u een van formaatgrepen in het<br />
midden van de respectieve afbeeldingsranden.<br />
Een afbeelding bijsnijden<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />
2. Dubbelklik op de gewenste afbeelding.<br />
3. Klik in het tabblad Indeling in het groepsmenu Grootte op Bijsnijden.<br />
4. Sleep de formaatgreep op de afbeeldingsrand naar het midden van de afbeelding om deze bij te<br />
snijden.<br />
159 ©<strong>Nitro</strong>
De kleurruimte van afbeeldingen wijzigen<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u de kleurruimte van iedere afbeelding afzonderlijk wijzigen.<br />
De kleurruimte van een afbeelding wijzigen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />
2. Dubbelklik op de gewenste afbeelding.<br />
3. Klik op het tabblad Indeling in het groepsmenu Aanpassen op Kleur.<br />
4. Klik op de kleurruimte.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
160 ©<strong>Nitro</strong>
Afbeeldingen vervangen<br />
Met de functie Afbeelding vervangen kunt u één afbeelding verwijderen en er een andere voor in de<br />
plaats zetten. Wanneer de nieuwe afbeelding is ingevoegd, zijn alle bewerkgereedschappen beschikbaar<br />
om de afbeelding op de gewenste plaats te zetten en te bewerken.<br />
Een afbeelding vervangen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken.<br />
2. Dubbelklik op de afbeelding die u wilt vervangen.<br />
3. Klik op het tabblad Indeling in het lint.<br />
4. Klik in het tabblad Indeling in het groepsmenu Aanpassen op Vervangen.<br />
5. Selecteer de nieuwe afbeelding en klik op Openen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
161 ©<strong>Nitro</strong>
PDF-bestanden optimaliseren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 beschikt over een krachtige set gereedschappen om ongewenste documentobjecten te<br />
verwijderen en afbeeldingen te comprimeren, waardoor uw bestanden aanzienlijk kleiner worden.<br />
Een PDF-document optimaliseren<br />
1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op PDF optimaliseren.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit in het tabblad Afbeeldingen:<br />
l Selecteer een van de vooraf ingestelde opties voor beeldkwaliteit.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Selecteer Aangepast, klik op Instellingen en selecteer vervolgens de gewenste opties voor<br />
beeldcompressie. Klik op OK.<br />
3. Selecteer de objecttypen die u wilt verwijderen in het tabblad Objecten verwijderen.<br />
4. Klik op Optimaliseren.<br />
162 ©<strong>Nitro</strong>
Instellingen voor beeldoptimalisatie<br />
Door de afbeeldingen in uw PDF's te optimaliseren, kunt u de juiste balans creëren tussen de<br />
bestandsgrootte en de visuele kwaliteit, afhankelijk van de manier waarop uw bestanden zullen worden<br />
gebruikt. De twee belangrijkste technieken die worden gebruikt voor het optimaliseren van afbeeldingen,<br />
zijn comprimeren en verkleinen.<br />
Comprimeren<br />
l Verliesvrij. Hiermee wordt de grootte van een afbeeldingsbestand verkleind zonder<br />
gegevensverlies, door uitsluitend herhaalde informatie te verwijderen. De visuele kwaliteit van een<br />
afbeelding die verliesvrij is gecomprimeerd, is identiek aan het origineel. Deze methode is nuttig als<br />
de afbeelding moet worden opgehaald en op een later tijdstip moet worden bewerkt.<br />
l Met verlies. Hiermee worden de 'overbodige' delen van de informatie uit de afbeelding verwijderd.<br />
Door het verwijderen van informatie ontstaat een kleiner bestand dan met compressie zonder<br />
verlies, maar dit is veelal niet geschikt voor kwalitatief hoogwaardige afdrukken, of wanneer de<br />
afbeelding later moet worden opgehaald om te worden bewerkt of elders te worden gebruikt.<br />
Verkleinen<br />
Bij verkleining wordt de beeldresolutie verlaagd door het aantal punten per inch (dots per inch of dpi) van<br />
de afbeelding te verlagen. Aangezien er dan minder informatie hoeft te worden opgeslagen, zijn de<br />
resulterende PDF-bestanden aanzienlijk kleiner. Over het algemeen is het een goed idee om afbeeldingen<br />
te verkleinen op basis van de resolutie van het apparaat waarnaar het bestand wordt verzonden. Zo<br />
hebben computerschermen bijvoorbeeld gewoonlijk een resolutie tussen 72 dpi en 96 dpi; dit is de<br />
hoogste resolutie van het beeldscherm.<br />
Beschikbare instellingen voor beeldoptimalisatie<br />
De volgende instellingen voor beeldoptimalisatie zijn beschikbaar wanneer de functie PDF optimaliseren<br />
in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 wordt gebruikt:<br />
Web<br />
Hiermee ontstaan bestanden die zijn geoptimaliseerd voor weergave op het scherm. Afbeeldingen<br />
worden met verlies gecomprimeerd, en afbeeldingen met een hogere resolutie dan 150 dpi worden<br />
verkleind. Gebruik deze instelling als de bestanden zo klein mogelijk moeten zijn en wanneer de<br />
afdrukkwaliteit minder belangrijk is dan de grootte van het bestand, bijvoorbeeld voor PDF's die op<br />
internet moeten worden weergegeven.<br />
Kantoorkwaliteit<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
<strong>Pro</strong>duceert een PDF die geoptimaliseerd is om te worden afgedrukt op een gewone thuis- of<br />
kantoorprinter. Afbeeldingen worden met verlies gecomprimeerd, en afbeeldingen met een hogere<br />
resolutie dan 300 dpi worden verkleind. Gebruik deze instelling als uw bestand een redelijke<br />
afdrukkwaliteit moet hebben bij afdrukken op een standaardprinter, maar tegelijkertijd niet al te groot<br />
moet zijn, bijvoorbeeld voor PDF's die u per e-mail naar collega's wilt versturen.<br />
163 ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Pro</strong>fessionele kwaliteit<br />
<strong>Pro</strong>duceert een PDF die geoptimaliseerd is om te worden afgedrukt op een professionele printer.<br />
Afbeeldingen worden verliesvrij gecomprimeerd (er wordt geen pixelinformatie verwijderd), en<br />
afbeeldingen met een hogere resolutie dan 600 dpi worden verkleind. Met deze instelling worden<br />
kwalitatief hoogwaardige bestanden gemaakt waarvan de bestandsgrootte toch nog zoveel mogelijk<br />
wordt verkleind. Dit is de ideale instelling voor bestanden die bijvoorbeeld bij een drukkerij worden<br />
afgedrukt.<br />
Zoveel mogelijk als origineel<br />
Hiermee worden bestanden gemaakt waarvan de afbeeldingen dezelfde resolutie hebben als het<br />
origineel. Afbeeldingen worden met verliesvrije compressie gecomprimeerd en worden niet verkleind. De<br />
bestandsgrootte wordt iets verkleind, vooral bij documenten die veel grote afbeeldingen bevatten. Deze<br />
instelling is ideaal wanneer de beeldkwaliteit erg belangrijk is.<br />
Afbeeldingen ongewijzigd laten<br />
Afbeeldingen niet comprimeren of verkleinen. Gebruik deze instellingen als uw afbeeldingen niet<br />
gecomprimeerd of verkleind mogen worden, maar wanneer u wel andere optimaliseringstaken wilt<br />
uitvoeren, zoals het verwijderen van objecten.<br />
Aangepast<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Hiermee kunt u specifieke instellingen selecteren voor de verschillende typen afbeeldingen in uw<br />
document, zoals kleuren- en grijswaardeafbeeldingen. Afhankelijk van de typen afbeeldingen in uw<br />
document zijn de volgende opties beschikbaar:<br />
l Verkleinen (dpi). Hiermee kunt u opgeven dat de originele dpi moet worden gehandhaafd of kunt<br />
u de dpi voor het renderen van iedere afbeelding kiezen. Als hier een lagere dpi wordt ingesteld,<br />
wordt de kwaliteit minder en het bestand kleiner.<br />
l Compressie. Hiermee wordt het type compressie voor afbeeldingen ingesteld. Als Automatisch<br />
wordt geselecteerd, selecteert <strong>Nitro</strong> PDF het type compressie dat het meest geschikt is voor het<br />
merendeel van de afbeeldingen in het document. U kunt de verschillende instellingen uitproberen<br />
om de beste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit te bepalen.<br />
l Beeldkwaliteit. Als JPEG-compressie wordt geselecteerd, kunt u met deze instelling de gewenste<br />
beeldkwaliteit opgeven, afhankelijk van het beoogde gebruik van uw document. Hoe hoger de<br />
beeldkwaliteit, des te groter het bestand zal zijn.<br />
164 ©<strong>Nitro</strong>
Documenteigenschappen<br />
De velden met documentinformatie in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 zijn handig voor gebruikers die meer over een<br />
document willen weten, en komen vooral van pas als documenten moeten worden geïndexeerd. Aan de<br />
hand van deze velden kunnen documenten in categorieën worden ondergebracht en kunnen de<br />
zoekresultaten van zoekengines en andere indexen worden beperkt.<br />
Documenteigenschappen weergeven<br />
l Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen, of druk op de<br />
sneltoets Ctrl+D.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
165 ©<strong>Nitro</strong>
Documentinformatie en metagegevens<br />
In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u de velden met de documenttitel, de auteur, het onderwerp en de trefwoorden en<br />
tevens uw eigen metagegevensvelden bewerken.<br />
Tip: Niet alle documentinformatie kan worden bewerkt. Veel velden zijn ingesteld toen het document<br />
werd gemaakt of voor het laatst werd bijgewerkt. Bijvoorbeeld: datum gemaakt, maker, optimalisatie,<br />
PDF-versie, enzovoort.<br />
Documentinformatie of metagegevens toevoegen of bewerken<br />
1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen.<br />
2. Typ tekst in de vakken Titel, Auteur, Onderwerp en Trefwoorden, of werk de bestaande tekst in<br />
deze vakken bij.<br />
3. Klik op OK.<br />
Eigen metagegevensvelden toevoegen of bewerken<br />
1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen.<br />
2. Klik op Bewerken.<br />
3. Typ tekst in de vakken Naam en Waarde en klik op Toevoegen.<br />
4. Klik op OK.<br />
5. Klik in het dialoogvenster Documenteigenschappen op OK.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
166 ©<strong>Nitro</strong>
Documentbeveiliging<br />
Het dialoogvenster Documenteigenschappen bevat informatie over de beveiliging en beperkingen die zijn<br />
ingesteld voor een PDF. Raadpleeg Instellingen voor bevoegdheden voor meer informatie over<br />
verschillende instellingen voor PDF-bevoegdheden.<br />
De beveiliging van een bestand weergeven<br />
1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen.<br />
2. Open het tabblad Beveiliging.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
167 ©<strong>Nitro</strong>
Lettertypen<br />
In het dialoogvenster Documenteigenschappen wordt informatie gegeven over de lettertypen die in een<br />
document zijn gebruikt. Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor meer informatie over PDF-lettertypen.<br />
Bekijken welke lettertypen in een document zijn gebruikt<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Klik op de menuknop Bestand, klik op Documenteigenschappen en open het tabblad Lettertypen.<br />
168 ©<strong>Nitro</strong>
Eigenschappen Eerste weergave<br />
PDF-documenten kunnen zo worden ingesteld dat ze op een specifieke manier worden weergegeven<br />
wanneer ze in een PDF-viewer worden geopend. Als uw bestand bijvoorbeeld bladwijzers bevat en u deze<br />
makkelijk toegankelijk wilt maken voor de ontvangers, kunt u het document zo instellen dat het<br />
deelvenster Bladwijzers wordt weergegeven zodra het document wordt geopend. Ook kunt u een<br />
bepaald zoomniveau selecteren voor uw PDF, instellen op welke pagina het document wordt geopend,<br />
enzovoort. In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 worden deze instellingen via het dialoogvenster Documenteigenschappen<br />
opgegeven.<br />
l Navigatie. Hiermee wordt ingesteld welk deelvenster standaard wordt weergegeven. De opties<br />
zijn Deelvenster Bladwijzers en pagina, Deelvenster Pagina's en pagina, en Alleen pagina (dus geen<br />
deelvenster).<br />
l Paginaopmaak. Hiermee kunt u de weergavemodus voor pagina's instellen op Enkel, Doorlopend,<br />
Dubbel of Dubbel doorlopend.<br />
l In-/uitzoomen. Hiermee stelt u het standaardniveau van vergroting in. Kies uit een lijst van<br />
vergrotingspercentages of selecteer de instelling Paginabreedte, Paginahoogte of Zichtbare<br />
inhoud.<br />
l Document altijd openen op pagina. Hier kunt u opgeven op welke pagina de PDF moet worden<br />
geopend.<br />
l Venster op grootte van document. Hiermee wordt de grootte van het venster aangepast aan de<br />
vergrotingswaarde die is ingesteld voor weergave van het document.<br />
l Venster centreren op scherm. Hiermee wordt het applicatievenster gecentreerd op het scherm<br />
weergegeven.<br />
l Volledig scherm. Hiermee wordt het document schermvullend geopend.<br />
l Titelbalk van venster instellen op. Hier wordt ingesteld wat er in de titelbalk van de PDF-viewer<br />
wordt weergegeven. Dit kan de bestandsnaam zijn of de documenttitel.<br />
l Menubalk verbergen. Hiermee worden de menu's verborgen als de PDF in Adobe Reader of<br />
Acrobat wordt geopend.<br />
l Gereedschappen verbergen. Hiermee worden de werkbalken verborgen als de PDF in Adobe<br />
Reader of Acrobat wordt geopend.<br />
l Vensterbesturingstoetsen verbergen. Hiermee worden het linkerdeelvenster en de statusbalk<br />
verborgen als de PDF in Adobe Reader of Acrobat wordt geopend.<br />
Eigenschappen voor eerste weergave instellen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik op de menuknop Bestand, klik op Documenteigenschappen en open het tabblad Lettertypen.<br />
2. Klik op de opties die u wilt gebruiken.<br />
3. Klik op OK.<br />
4. Klik in het dialoogvenster Documenteigenschappen op OK.<br />
169 ©<strong>Nitro</strong>
Redactie<br />
Met de functie Redactie worden delen van tekst of afbeeldingen permanent uit een PDF verwijderd en<br />
vervangen door zwarte blokjes. Zo kunt u vertrouwelijke informatie uit een alinea, tabel, kop of<br />
bitmapafbeelding verwijderen. De rest van het document blijft intact en kan normaal worden bekeken en<br />
afgedrukt.<br />
Het proces voor redactie bestaat uit twee stappen: het markeren van de gebieden voor redactie en het<br />
toepassen van de redactie:<br />
1. Selecteer afbeeldingen, woorden, alinea's of pagina's en pas redactiemarkeringen toe.<br />
Redactiemarkeringen voor tekst en afbeeldingen zijn niet-destructief. Deze markeringen geven<br />
alleen aan welke delen van het PDF-document geselecteerd zijn voor redactie.<br />
2. Als u hebt gecontroleerd of alle redactiemarkeringen goed zijn geplaatst en u de gemarkeerde<br />
inhoud permanent wilt verwijderen, past u de redacties toe.<br />
OPMERKING: Zodra de redactie is toegepast, worden alle gemarkeerde afbeeldingen en (delen van)<br />
pagina's permanent verwijderd. Geredigeerde inhoud kan dan niet meer worden hersteld met<br />
Ongedaan maken (Ctrl + Z).<br />
Redacties worden pas in het PDF-document opgeslagen wanneer u het PDF-bestand opslaat. Als u<br />
ongewenste redacties hebt toegepast, sluit het bestand dan onmiddellijk zonder het op te slaan, en<br />
open het bestand vervolgens opnieuw.<br />
Als u een PDF-bestand met redacties opslaat, wordt u aanbevolen het bestand onder een andere<br />
naam op te slaan en aan te geven dat dit een geredigeerd bestand is. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 vraagt u om _<br />
redacted aan de bestandsnaam toe te voegen.<br />
Redactie is uitsluitend van invloed op tekst en afbeeldingen in de inhoudslaag van het document. Als u<br />
een aantekening of vectorafbeeldingen wilt verwijderen, klikt u erop met de rechtermuisknop en<br />
selecteert u Verwijderen in het menu.<br />
Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.<br />
Metagegevens worden niet uit uw PDF-document verwijderd met redactie.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden in Metagegevens verwijderen.<br />
Markeren voor redactie<br />
Tekst markeren voor redactie<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Markeren voor redactie. De<br />
muisaanwijzer verandert in een verticale streep wanneer u tekst aanwijst, in een pijl wanneer u<br />
afbeeldingen aanwijst, en in een dradenkruis wanneer u andere items aanwijst.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Sleep over tekst (terwijl de aanwijzer de vorm van een verticale streep heeft) om delen van<br />
een woord, woorden, regels of een alinea te markeren.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
170 ©<strong>Nitro</strong>
o Dubbelklik op een woord om het hele woord te markeren.<br />
o Sleep (met de aanwijzer in de vorm van een dradenkruis) om een rechthoek te markeren.<br />
Een afbeelding markeren voor redactie<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Markeren voor redactie. De<br />
muisaanwijzer verandert in een verticale streep wanneer u tekst aanwijst, in een pijl wanneer u<br />
afbeeldingen aanwijst, en in een dradenkruis wanneer u andere items aanwijst.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Dubbelklik met de pijl op een beeld om de hele afbeelding voor redactie te markeren.<br />
o Sleep (met de aanwijzer in de vorm van een dradenkruis) om een rechthoek te markeren.<br />
OPMERKING: Redactiemarkeringen houden rekening met de volgorde waarin tekst en afbeeldingen<br />
gestapeld zijn. Alle afbeeldingen en tekst onder de redactiemarkering worden geredigeerd.<br />
Voorbeeld 1: als er tekst op een afbeelding staat en de tekst wordt gemarkeerd, wordt het gebied van<br />
de afbeelding onder de gemarkeerde tekst ook geredigeerd.<br />
Voorbeeld 2: Als er tekst vóór een achtergrondafbeelding op een pagina is geplaatst en de afbeelding<br />
wordt geredigeerd, blijft de tekst intact. Het kan zijn dat de redactiemarkering dezelfde kleur als de<br />
tekst heeft, maar de tekst blijft gewoon staan en kan worden geselecteerd en gekopieerd.<br />
Pagina's markeren voor redactie<br />
1. Klik op de tab Pagina's aan de linkerkant van het venster. Het deelvenster Pagina's wordt<br />
geopend.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Pagina's:<br />
o Pagina's redigeren: selecteer meerdere pagina's door erop te klikken terwijl u Shift<br />
ingedrukt houdt, klik met de rechtermuisknop en selecteer Pagina's redigeren.<br />
o Paginabereik redigeren: geef een paginabereik op voor redactiemarkering en filter dan op<br />
alle pagina's of alleen op oneven of even pagina's.<br />
Standaard worden gebieden voor redactie rood gemarkeerd. Plaats de muisaanwijzer op een gemarkeerd<br />
gebied om te kijken hoe de redactiemarkering eruitziet wanneer de redactie is toegepast. Het<br />
geselecteerde gebied is bedekt door een zwarte rechthoek.<br />
TIP: met Redactie-eigenschappen kunt u de kleuren en andere kenmerken van redactiemarkeringen<br />
en redacties instellen.<br />
Markeringen op pagina's herhalen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik met de rechtermuisknop op een redactiemarkering en selecteer Markering op pagina's<br />
herhalen.<br />
2. Geef een paginabereik op om voor redactie te markeren en filter dan op alle pagina's of alleen op<br />
oneven of even pagina's.<br />
3. Klik op OK om de redactiemarkering op dezelfde plaats op andere pagina's te herhalen.<br />
TIP: Markering op pagina's herhalen is handig als u met behulp van redactie kop- of voettekst uit<br />
iedere pagina wilt verwijderen.<br />
171 ©<strong>Nitro</strong>
Een redactiemarkering verwijderen<br />
Als u een redactiemarkering wilt verwijderen, gebruikt u de functie Markeren voor redactie of het<br />
gereedschap Handje of Selecteren en voert u een van de volgende handelingen uit:<br />
l Klik op een gebied dat gemarkeerd is voor redactie en druk op de toets Delete.<br />
l Klik met de rechtermuisknop op een gebied dat gemarkeerd is voor redactie en selecteer<br />
Verwijderen in het menu.<br />
Redacties toepassen<br />
Ga als volgt te werk om een redactie op een afzonderlijke redactiemarkering toe te passen:<br />
1. Klik met de rechtermuisknop op de markering.<br />
2. Selecteer Redactie toepassen in het contextmenu.<br />
Voer een van de volgende handelingen uit om redacties op alle gemarkeerde gebieden toe te passen:<br />
l Klik in het tabblad Beveiligen op Redactie en selecteer Redacties toepassen.<br />
l Druk op Ctrl+Shift+V.<br />
OPMERKING: als u uw PDF-bestand opslaat (met Opslaan of Opslaan als) nadat een redactie is<br />
toegepast, vraagt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 u om _redacted aan de bestandsnaam van het originele PDF-bestand toe<br />
te voegen, zodat dit bestand niet wordt overschreven.<br />
Redactie-eigenschappen instellen<br />
Ga als volgt te werk om standaardeigenschappen voor redactie in te stellen:<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Eigenschappen<br />
redactiemarkeringen. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven.<br />
2. Geef in het tabblad Vormgeving overlay de standaardeigenschappen voor redactie op, zoals de<br />
kleur van de markering, en klik op OK.<br />
Ga als volgt te werk om de redactie-eigenschappen voor een specifieke redactiemarkering in te stellen:<br />
1. Klik met de rechtermuisknop op de markering en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster<br />
Redactie-eigenschappen wordt weergegeven.<br />
2. Geef eigenschappen op (zoals kleur en redactiecodes) die afwijken van de<br />
standaardeigenschappen. Deze instellingen overschrijven de standaardinstellingen die in het<br />
tabblad Beveiligen zijn ingesteld, en worden alleen op de geselecteerde redactiemarkering<br />
toegepast.<br />
Als u de eigenschappen (inclusief de redactiecodes) van een bepaalde redactiemarkering wilt gebruiken<br />
als de standaardinstellingen voor alle volgende redacties, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u<br />
Huidige eigenschappen als standaard instellen.<br />
Redactiecodes<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Redactiecodes geven aan waarom bepaalde inhoud geredigeerd is. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 beschikt over een set<br />
veelgebruikte redactiecodes, ook wel Exemption Codes (vrijstellingscodes) genoemd, die van toepassing<br />
zijn op de Amerikaanse FOIA (wet op de vrijheid van informatie) en Privacy Act (privacywet), bijvoorbeeld<br />
(b)1A.<br />
172 ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
TIP: U kunt standaardredactiecodes opgeven wanneer u redactiemarkeringen instelt. Redactiecodes<br />
kunnen tevens worden aangepast en u kunt uw eigen set aangepaste redactiecodes definiëren.<br />
U kunt ook uw eigen tekst voor een redactiemarkering opgeven.<br />
Ga als volgt te werk om standaardredactiecodes aan redactiemarkeringen te koppelen:<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen op Redactie en selecteer Redactie-eigenschappen in het menu. Het<br />
dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven.<br />
2. Schakel het selectievakje Overlaytekst gebruiken in.<br />
3. Geef een opvulkleur, lettertype en grootte voor de overlaytekst op.<br />
4. Selecteer een redactiecode uit een codeset in het tabblad Vormgeving overlay:<br />
a. Selecteer Redactiecode.<br />
b. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Codesets de gewenste codeset, bijvoorbeeld US FOIA.<br />
c. In de vervolgkeuzelijst Codes kunt u een code uit de geselecteerde Codeset selecteren.<br />
Selecteer een of meer redactiecodes in de lijst Codes. In het veld naast Redactiecode wordt<br />
een voorbeeld weergegeven van de codes die u gebruikt. Geselecteerde codes worden<br />
standaard aan alle nieuwe redactiemarkeringen toegevoegd. Als u deze standaardselectie<br />
van codes wilt stoppen, klikt u om de selectie van de code in de lijst op te heffen.<br />
5. Klik op OK om de standaardredactiecodes voor redactiemarkeringen op te slaan.<br />
TIP: als u uw eigen tekst voor een redactiecode wilt opgeven in plaats van een keuze uit een codeset te<br />
maken, selecteert u Eigen tekst in het tabblad Vormgeving overlay (zie stap 4 hierboven) en typt u de<br />
tekst voor de aantekening.<br />
Ga als volgt te werk om redactiecodes aan een bestaande redactiemarkering te koppelen:<br />
1. Klik met de rechtermuisknop op de markering en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster<br />
Redactie-eigenschappen wordt weergegeven.<br />
2. Volg de bovenstaande stappen 2 t/m 4.<br />
3. Klik op Sluiten om de geselecteerde redactiecodes aan de redactiemarkering te koppelen.<br />
Ga als volgt te werk om codesets en redactiecodes aan te passen:<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Eigenschappen<br />
redactiemarkeringen. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven.<br />
2. Schakel het selectievakje Overlaytekst gebruiken in het tabblad Vormgeving overlay in.<br />
3. Selecteer een codeset in het menu Codesets. In de lijst Codes worden de beschikbare<br />
redactiecodes weergegeven.<br />
4. Klik op Codesets bewerken om redactiecodes aan te passen. Het dialoogvenster Redactiecodeeditor<br />
wordt weergegeven. Gebruik dit venster om codesets en de codes in iedere set te<br />
bewerken.<br />
5. Selecteer een of meer redactiecodes in de lijst, pas de codes aan en klik op OK.<br />
OPMERKING: redactiecodesets zijn opgeslagen in een XML-bestand op de volgende locatie:<br />
%appdata%\<strong>Nitro</strong> PDF\<strong>Pro</strong>fessional\7.0\Redaction\<br />
Geavanceerde gebruikers en IT-beheerders kunnen dit bestand desgewenst rechtstreeks bewerken.<br />
173 ©<strong>Nitro</strong>
Zoeken en redigeren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Met Zoeken en redigeren kunt u zoeken naar trefwoorden of woordgroepen en kunt u de resultaten<br />
markeren voor redactie.<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen in de groep Redactie op Zoeken en redigeren.<br />
2. Voer een zoekterm in en klik op Zoeken. Er verschijnt een lijst met zoekresultaten. Klik op + om de<br />
lijst met zoekresultaten uit te vouwen. De resultaten van achtereenvolgende zoekbewerkingen<br />
worden aan de lijst zoekresultaten toegevoegd.<br />
3. Schakel de selectievakjes naast de zoekresultaten in om termen in de lijst te selecteren. Door de<br />
selectievakjes in te schakelen, wordt de bijbehorende tekst gemarkeerd. Schakel de selectievakjes<br />
uit als u de markering wilt verwijderen.<br />
4. Klik op Redactie. De redactie wordt nu toegepast op alle redactiemarkeringen in het PDFdocument.<br />
TIP: Door op een zoekresultaat te klikken, gaat u rechtstreeks naar de plaats van de gevonden tekst in<br />
het PDF-document. De redactiemarkering wordt weergegeven als geselecteerde tekst.<br />
174 ©<strong>Nitro</strong>
Metagegevens verwijderen<br />
Metagegevens zijn ondersteunende gegevens over het PDF-document. Deze gegevens beschrijven<br />
eigenschappen zoals de auteurs, de datum waarop het document is gemaakt, referentienummers,<br />
informatie over ingesloten lettertypen, enzovoort.<br />
Metagegevens kunnen op twee plaatsen in een PDF-bestand voorkomen:<br />
l Woordenboek met documentinformatie. Als u deze velden in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 wilt zien, selecteert u<br />
Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het gaat hier om een set gedefinieerde<br />
metagegevensvelden (Titel, Auteur, Maker, Gemaakt, Gewijzigd) waarin specifieke informatietypen<br />
worden opgeslagen.<br />
l Metagegevensstream. Een metagegevensstream is een methode voor het opslaan van<br />
metagegevens in een PDF-bestand. Zolang de inhoud van de metagegevensstream in XMP<br />
(Extensible Metadata Platform) wordt weergegeven, kan alles in de metagegevensstream worden<br />
opgeslagen. Als het bijvoorbeeld via een applicatie voor fotobeheer mogelijk is om foto's naar een<br />
PDF-bestand te exporteren, kan aan iedere foto een metagegevensstream worden gekoppeld met<br />
de naam van de persoon die de foto heeft gemaakt.<br />
OPMERKING: metagegevens van documenten kunnen in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 niet worden weergegeven.<br />
Redenen voor het verwijderen van metagegevens<br />
De functie Redactie biedt u de mogelijkheid vertrouwelijke informatie of afbeeldingen te verwijderen uit<br />
de inhoud die gebruikers op de pagina te zien krijgen. Metagegevens zijn echter in veel PDF-viewers en<br />
editors onzichtbaar. Sommige metagegevens kunnen van vertrouwelijke aard zijn en zijn daarom niet<br />
geschikt voor publicatie. Met de functie Metagegevens verwijderen in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 worden alle sporen<br />
van metagegevens verwijderd.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden in Redactie.<br />
Metagegevens verwijderen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Met de functie Metagegevens verwijderen worden alle exemplaren van beide typen metagegevens uit het<br />
PDF-document verwijderd.<br />
Ga als volgt te werk om metagegevens te verwijderen:<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen in de groep Redactie op Metagegevens verwijderen.<br />
2. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u moet bevestigen dat u alle metagegevens wilt<br />
verwijderen. Klik op OK.<br />
175 ©<strong>Nitro</strong>
Koppelingen<br />
l Een koppeling toevoegen<br />
l Koppelingen bewerken<br />
l Automatische paginakoppelingen<br />
l Webkoppelingen van URL's maken<br />
l Automatisch trefwoordkoppelingen maken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
176 ©<strong>Nitro</strong>
Een koppeling toevoegen<br />
Klik op het gereedschap Koppeling en teken de omtrek van de koppeling op de pagina om handmatig<br />
een koppeling aan uw PDF-pagina toe te voegen. Als de koppeling eenmaal op de pagina is ingevoerd,<br />
kunt u de weergave ervan bewerken en instellen welke actie moet worden uitgevoerd wanneer de<br />
gebruiker op de koppeling klikt.<br />
Een koppeling aan een PDF-document toevoegen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op Koppeling.<br />
2. Klik en sleep de aanwijzer op de pagina om de koppeling toe te voegen.<br />
3. Stel in het venster Koppeling maken de eigenschappen voor Vormgeving koppeling in en<br />
selecteer de koppelingsactie.<br />
4. Klik op Volgende om de opties voor de geselecteerde koppelingsactie te configureren.<br />
5. Sleep de koppeling naar de gewenste positie of versleep een van de hoekhandgrepen om het<br />
formaat te wijzigen.<br />
177 ©<strong>Nitro</strong>
Koppelingen bewerken<br />
U kunt bepalen hoe koppelingen worden weergegeven, inclusief welke kleur ze hebben en hoe ze<br />
eruitzien wanneer gebruikers erop klikken. Desgewenst kunt u uw koppelingen ook verankeren, zodat<br />
iedere koppeling de oorspronkelijke plaats en eigenschappen behoudt.<br />
Als u een set koppelingen in een PDF hebt gemaakt en deze nauwkeurig op een pagina moeten worden<br />
geplaatst (bijvoorbeeld als u navigatiekoppelingen in de kop- of voettekst van een pagina hebt gemaakt)<br />
kunt u hiervoor de uitlijningsfuncties voor koppelingen in het groepsmenu Koppelingengereedschap<br />
gebruiken.<br />
De vormgeving van koppelingen in PDF-documenten bewerken<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens<br />
op Koppelingen bewerken.<br />
2. Klik met de rechtermuisknop op de koppeling die u wilt bewerken en klik op Eigenschappen.<br />
3. Klik in het tabblad Vormgeving op de opties die u wilt veranderen.<br />
Tip: als u de vormgeving van meerdere koppelingen wilt wijzigen, selecteert u deze door de Ctrl-toets<br />
ingedrukt te houden en op iedere koppeling te klikken.<br />
Een standaardstijl voor koppelingen instellen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens<br />
op Koppelingen bewerken.<br />
2. Klik met de rechtermuisknop op een koppeling die de gewenste stijl heeft en en selecteer Huidige<br />
vormgeving als nieuwe standaard gebruiken.<br />
Koppelingen uitlijnen, vergroten/verkleinen en verplaatsen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Als u een set koppelingen in een PDF hebt gemaakt en deze nauwkeurig op een pagina moeten<br />
worden geplaatst (bijvoorbeeld als u navigatiekoppelingen in de kop- of voettekst van een pagina<br />
hebt gemaakt) kunt u hiervoor de uitlijningsfuncties voor koppelingen gebruiken.<br />
2. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens<br />
op Koppelingen bewerken.<br />
3. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op iedere koppeling die u wilt wijzigen.<br />
4. Klik met de rechtermuisknop en maak een keuze uit de opties Uitlijnen, Centreren, Verdelen en<br />
Grootte.<br />
Opmerking: u moet ten minste twee koppelingen selecteren om de opties Uitlijnen, Centreren,<br />
Verdelen en Grootte te kunnen gebruiken.<br />
De plaats en eigenschappen van koppelingen vergrendelen en ontgrendelen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens<br />
op Koppelingen bewerken.<br />
2. Kik met de rechtermuisknop op de koppeling en selecteer Eigenschappen.<br />
178 ©<strong>Nitro</strong>
3. Klik op de optie Geblokkeerd.<br />
4. Klik op Sluiten.<br />
Koppelingen verwijderen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens<br />
op Koppelingen bewerken.<br />
2. Selecteer de koppeling door erop te klikken.<br />
3. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Druk op de toets Delete op het toetsenbord.<br />
l Kik met de rechtermuisknop op de koppeling, klik op Bewerken en vervolgens op<br />
Verwijderen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
179 ©<strong>Nitro</strong>
Automatische paginakoppelingen<br />
Met de functie voor automatische paginakoppelingen kunt u alle nummers in een gebied op de pagina<br />
omzetten in actieve hyperlinks, waardoor elk nummer aan de corresponderende pagina in het document<br />
wordt gekoppeld. Dit is de ideale manier om bepaalde delen van uw document, zoals een inhoudsopgave<br />
of index, intelligenter en gebruiksvriendelijker te maken. Selecteer eenvoudig het gewenste deel van de<br />
pagina of de gewenste reeks pagina's en start de functie om de nummers in actieve koppelingen om te<br />
zetten.<br />
Paginakoppelingen maken<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling.<br />
2. Klik op Automatische paginakoppelingen.<br />
3. Specificeer het deel van de pagina of de reeks pagina's op een van de volgende manieren:<br />
l Als u slechts een gedeelte van de pagina wilt doorzoeken, selecteert u dit door te klikken en<br />
te slepen, en geeft u op welke pagina's moeten worden doorzocht.<br />
l Als u de hele pagina of een reeks volledige pagina's wilt doorzoeken, selecteert u de optie<br />
Pagina's en geeft u de gewenste pagina('s) op.<br />
4. Klik op de opties om te bepalen hoe de koppelingen moeten worden weergegeven.<br />
5. Klik op de knop Maken om de koppelingen te genereren.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
180 ©<strong>Nitro</strong>
Webkoppelingen van URL's maken<br />
Met de functie 'Webkoppelingen maken' worden URL's in uw PDF opgezocht en in actieve<br />
webkoppelingen omgezet.<br />
Actieve webkoppelingen maken<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling.<br />
2. Klik op Webkoppelingen maken.<br />
3. Selecteer de optie voor de pagina's waarop koppelingen moeten worden gezocht.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
181 ©<strong>Nitro</strong>
Automatisch trefwoordkoppelingen maken<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u een bepaald woord of een bepaalde woordgroep overal in een bestand als actieve<br />
hyperlink instellen. Zo kunt u de naam van uw bedrijf overal in een document omzetten in een koppeling<br />
waarmee uw website wordt geopend. De functie Automatische trefwoordkoppeling biedt twee opties: u<br />
kunt alle exemplaren van het trefwoord een voor een als koppeling accepteren, of u kunt alle exemplaren<br />
automatisch in één keer omzetten.<br />
Er kunnen verschillende acties worden geselecteerd voor de koppelingen. Zo kan een koppeling<br />
bijvoorbeeld een URL activeren, een specifieke pagina of benoemde bestemming openen of zelfs het<br />
volgende exemplaar van het woord in het document weergeven.<br />
Trefwoordkoppelingen maken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling.<br />
2. Klik op Automatische trefwoordkoppelingen.<br />
3. Typ het woord of de woordgroep waarvan u een actieve koppeling wilt maken, in het vak Zoeken.<br />
4. Klik op de pijl naast de lijst Actietype en selecteer de actie die moet worden uitgevoerd.<br />
5. Klik in het vak Koppelingseigenschappen op de gewenste opties voor de weergave van de<br />
koppelingen.<br />
6. Voer een van de volgende handelingen uit om de koppelingen te maken:<br />
l Als u alle trefwoorden in hyperlinks wilt omzetten, klikt u op de knop Alle maken.<br />
l Als u elk exemplaar van het trefwoord wilt controleren voordat het wordt omgezet, klikt u<br />
op Volgende zoeken. Vervolgens klikt u op Maken als u het gevonden trefwoord in een<br />
koppeling wilt omzetten.<br />
7. Klik op Sluiten.<br />
182 ©<strong>Nitro</strong>
Bladwijzers<br />
Bladwijzers in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 werken ongeveer zoals een gewone boekenlegger. Ze voorzien in een<br />
koppeling naar bepaalde pagina's in een document, zodat u deze sneller terug kunt vinden, en bieden<br />
tevens enkele andere functies, waaronder:<br />
l Naar een pagina in het huidige PDF-document gaan<br />
l Naar een pagina in een ander PDF-document gaan<br />
l Naar een webpagina gaan<br />
l Een ander bestand openen<br />
l Een formulier opnieuw instellen<br />
l Een formulier verzenden<br />
l JavaScript uitvoeren<br />
Met elektronische bladwijzers kunt u deze koppelingen groeperen in hiërarchieën, exacte tekstlabels<br />
voor de bladwijzers opgeven en uw document zo instellen dat de bladwijzers worden weergegeven of<br />
verborgen wanneer het document voor het eerst wordt geopend.<br />
Een set goed ingedeelde bladwijzers geeft de gebruiker inzicht in de structuur van lange documenten.<br />
Bovendien kunt u gebruikers door het toevoegen van bladwijzers stimuleren om documenten online te<br />
lezen in plaats van papier te verspillen door ze af te drukken.<br />
Bladwijzers worden meestal gebruikt als koppelingen naar andere pagina's in uw PDF en bieden een van<br />
de eenvoudigste manieren om uw documenten gebruiksvriendelijker te maken.<br />
Bladwijzers in een PDF-document bekijken<br />
Klik op de navigatietab Bladwijzer aan de linkerkant van het <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong>-venster. Het deelvenster<br />
Bladwijzers wordt geopend.<br />
Een PDF-document zodanig configureren dat het met het deelvenster Bladwijzers<br />
wordt geopend<br />
U kunt een document zodanig instellen dat het deelvenster Bladwijzers wordt weergegeven wanneer u<br />
het document opent. Dit doet u als volgt:<br />
1. Klik op Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het dialoogvenster<br />
Documenteigenschappen wordt weergegeven.<br />
2. Selecteer in het tabblad Eerste weergave in het menu Navigatie de optie Deelvenster Bladwijzers<br />
en pagina.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden in:<br />
l Bladwijzers bekijken en gebruiken<br />
l Een bladwijzer maken<br />
l Automatisch bladwijzers maken<br />
l Een bladwijzer bewerken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
183 ©<strong>Nitro</strong>
Bladwijzers bekijken en gebruiken<br />
Bladwijzers worden weergegeven in het deelvenster Bladwijzers, links van het documentvenster.<br />
Het deelvenster Bladwijzers openen<br />
1. Klik op de tab Bladwijzer (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong>-venster).<br />
Het lettertype in het deelvenster Bladwijzers vergroten of verkleinen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Voorkeuren.<br />
2. Klik op Interface en klik in de lijst Tekstgrootte bladwijzers op de gewenste tekstgrootte.<br />
3. Klik op OK.<br />
184 ©<strong>Nitro</strong>
Een bladwijzer maken<br />
U kunt bladwijzers maken door tekst op een pagina te selecteren en deze als bladwijzer in te stellen, of<br />
door een naamloze bladwijzer toe te voegen en deze in te stellen en een naam te geven in het deelvenster<br />
Bladwijzers.<br />
Wanneer u bladwijzers toevoegt die als koppeling naar een ander deel van hetzelfde document fungeren,<br />
bent u niet beperkt tot alleen paginakoppelingen, maar kunt u precies bepalen wat de gebruikers te zien<br />
krijgen. U kunt bijvoorbeeld zorgen dat de bladwijzer een andere pagina opent en meteen inzoomt op<br />
een klein deel van die pagina. Dit doet u door de actie-eigenschap van de bladwijzer in te stellen.<br />
Een bladwijzer aan een PDF-document toevoegen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op Bladwijzer.<br />
2. Typ het label voor uw bladwijzer in het deelvenster Bladwijzers.<br />
Opmerking: Bladwijzers die op deze manier worden ingesteld, zijn standaard gekoppeld aan de pagina<br />
die op dat moment wordt weergegeven. Raadpleeg het onderstaande gedeelte over het bewerken<br />
van bladwijzers als u een andere actie voor uw bladwijzer wilt instellen.<br />
Een kop of tekst als bladwijzer instellen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in een willekeurig tabblad in het groepsmenu Gereedschappen op de optie Selecteren.<br />
2. Markeer de gewenste tekst.<br />
3. Kik met de rechtermuisknop en selecteer Bladwijzer toevoegen.<br />
4. Sleep de bladwijzer in het deelvenster Bladwijzers naar de gewenste positie in de lijst.<br />
185 ©<strong>Nitro</strong>
Automatisch bladwijzers maken<br />
Met de functie 'Automatisch bladwijzers maken' worden bladwijzers geheel automatisch in uw PDF's<br />
gemaakt, waardoor de bruikbaarheid van de PDF's die u publiceert, aanzienlijk wordt verbeterd. Gebruik<br />
deze functie om bladwijzers automatisch te genereren op basis van lettertypestijlen (koppen,<br />
hoofdstukken, enz.) en de indeling die u in uw PDF's gebruikt. U kunt de functie tevens gebruiken om<br />
bladwijzers te maken op basis van de tekst- en numerieke inhoud van de PDF-bestanden. Dit doet u met<br />
gebruik van de functies voor tekstmaskers en wildcards.<br />
Automatisch bladwijzers maken<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Bladwijzer.<br />
2. Klik op Automatisch bladwijzers maken.<br />
3. Klik in het dialoogvenster Bladwijzers maken op Niveau 1. Het dialoogvenster<br />
Bladwijzerkenmerken selecteren wordt geopend.<br />
4. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Selecteer een deel van de tekst (bijvoorbeeld de kop) op de pagina met de muisaanwijzer.<br />
l Schakel de selectievakjes in van de eigenschappen die u wilt gebruiken om de bladwijzers te<br />
maken.<br />
5. Klik op OK.<br />
6. Als u bladwijzers op meerdere niveaus wilt maken, klikt u op Niveau 2 (enzovoort) en voert u stap<br />
4 en 5 nogmaals uit.<br />
7. Klik in het dialoogvenster Bladwijzers maken op Maken.<br />
Tip: Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u automatisch bladwijzers van Word-documenten maken op basis van de<br />
stijlen die hierin zijn gebruikt. Zie het gedeelte Zie \"Instellingen van Microsoft Officeinvoegtoepassingen"\<br />
op pagina 48 in de gebruikershandleiding voor meer informatie.<br />
Bladwijzerkenmerken selecteren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
U kunt vijf teksteigenschappen gebruiken wanneer u de eigenschappen selecteert op basis waarvan de<br />
bladwijzers worden gemaakt. Door de verschillende eigenschappen te combineren, worden alleen<br />
bladwijzers gemaakt wanneer wordt voldaan aan de criteria van die eigenschappencombinatie. Als de<br />
tekst in het document niet aan de criteria voldoet, worden er geen bladwijzers gemaakt.<br />
l Lettertypenaam. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van het geselecteerde lettertype. As u op<br />
de knop Vernieuwen naast Lettertypenaam klikt, wordt de lettertypelijst bijgewerkt met de namen<br />
van alle lettertypen die in het document zijn gebruikt. Ingesloten lettertypen worden hierin niet<br />
opgenomen.<br />
l Lettertypegrootte. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst met de opgegeven grootte.<br />
l Lettertypekleur. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst met de opgegeven kleur.<br />
l Links inspringen. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst die met de opgegeven afstand<br />
inspringt ten opzichte van de linkerrand van de pagina. Een voorbeeld hiervan zijn koppen met<br />
opsommingstekens. Door deze links ingesprongen koppen met opsommingstekens te selecteren<br />
en de eigenschap Lettertypenaam in te schakelen, worden bladwijzers gemaakt van de koppen<br />
met opsommingstekens: Lettertypenaam, Lettertypegrootte, Lettertypekleur, Links inspringen en<br />
186 ©<strong>Nitro</strong>
Tekstmasker (als de eigenschap Lettertypenaam niet is ingeschakeld, wordt alle tekst met dezelfde<br />
inspringing als de opsommingstekens, omgezet in een bladwijzer).<br />
l Tekstmasker. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst die overeenkomt met de tekens die<br />
in het tekstvak Tekstmasker zijn ingevoerd. Tekstmaskers zijn een handige methode als er geen<br />
specifieke bladwijzereigenschappen zijn, of als u bepaalde tekst, die anders als bladwijzer zou<br />
worden gebruikt, wilt uitsluiten. Raadpleeg het gedeelte over tekstmaskers voor verdere<br />
informatie over het gebruik van deze speciale tekens.<br />
l Trefwoordenlijst. Met dit kenmerk kunt u bepaalde bladwijzers opnemen en uitsluiten op basis<br />
van tekstlabels. Het trefwoordenbestand is een gewoon tekstbestand met een lijst woorden. Als u<br />
Inclusief inschakelt, worden alleen bladwijzers gemaakt van tekst die een of meer van de<br />
trefwoorden in die lijst bevat. Als u Exclusief inschakelt, worden er geen bladwijzers gemaakt van<br />
tekst die een of meer van de trefwoorden in die lijst bevat.<br />
l Herhaalde koppen negeren. Hiermee wordt alleen een bladwijzer gemaakt voor het eerste<br />
exemplaar van een herhaalde bladwijzernaam.<br />
l Koppen met meerdere regels. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van meerdere regels tekst.<br />
l Voorloopnummers. Met dit kenmerk kunt u voorloopnummers verwijderen uit of toevoegen aan<br />
bladwijzers. Dit is bijvoorbeeld handig voor koppen en hoofdstukken die genummerd zijn. Deze<br />
nummers worden dan weggelaten in de bladwijzerlabels die automatisch worden gegenereerd.<br />
l Tekstmaskers. Hiermee wordt inhoud opgenomen of weggelaten uit bladwijzers op basis van door<br />
u opgegeven wildcards. In plaats van een PDF-bestand af te zoeken naar kenmerken<br />
(lettertypenaam, -grootte en -kleur) en indeling (inspringing) kunt u met de functie Tekstmasker<br />
de tekst van de bestanden doorzoeken om tekst op te nemen of weg te laten als bladwijzers.<br />
Tekstmaskers worden vooral gebruikt als de bestanden weinig specifieke bladwijzerkenmerken<br />
bezitten (als het PDF-bestand niet goed of inconsistent gestructureerd is) of als u bepaalde<br />
bladwijzers wilt weglaten op basis van hun tekstuele inhoud.<br />
Tekstmaskers<br />
Tekstmaskers bieden geavanceerdere functies voor het opnemen of weglaten van bladwijzers op basis<br />
van de wildcards die u opgeeft. Tekstmaskers worden vooral gebruikt als de bestanden weinig specifieke<br />
bladwijzerkenmerken bezitten (als het PDF-bestand niet goed of inconsistent gestructureerd is) of als u<br />
bepaalde bladwijzers wilt weglaten op basis van hun tekstuele inhoud.<br />
.<br />
De punt (.) komt overeen met één instantie van een willekeurig teken.<br />
^<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Voorbeeld: als “P.F” in het veld Tekstmasker wordt ingevoerd, wordt er een bladwijzer gemaakt van<br />
iedere tekstregel die “PDF, PeF, PdF,” enz. bevat.<br />
Met het accent circonflexe (^) wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de opgegeven tekst aan het<br />
begin van de regel staat.<br />
Voorbeeld: Door de tekst “^abc” op te geven, wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de regel<br />
begint met “abc”. Begint de regel met “1.0 abc”, dan wordt er geen bladwijzer gemaakt.<br />
187 ©<strong>Nitro</strong>
$<br />
Met het dollarteken ($) wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de opgegeven tekst aan het einde van<br />
de regel staat. Als u alleen bladwijzers wilt maken van regels die precies overeenkomen met de tekst die u<br />
opgeeft, dient u zowel ^ als $ te gebruiken.<br />
Voorbeeld: Als u de tekst "abc$" invoert, wordt er alleen een bladwijzer gemaakt van tekst met regels<br />
die eindigen met "abc". Voor regels die eindigen met "...xyzabc" wordt dus een een bladwijzer<br />
gegenereerd, maar voor regels die eindigen met "abcxyz" niet.<br />
[ ]<br />
Voor alle regels die tekens tussen de vierkante haken ([ ]) bevatten, wordt een bladwijzer gegenereerd. De<br />
tekens kunnen afzonderlijk of als een reeks tekens worden opgegeven.<br />
Voorbeeld: Met “[abc]” worden bladwijzers gegenereerd van alle regels die de tekens a, b of c<br />
bevatten. Dit in tegenstelling tot "abc", waarbij alleen bladwijzers worden gegenereerd van regels die<br />
de letterreeks abc bevatten. Met “[a-dA-D]” worden bladwijzers gemaakt van regels die kleine of<br />
hoofdletters tussen a en d (dus a, b, c, d, A, B, C en D) bevatten.<br />
[^]<br />
Tekst met tekens tussen de vierkante haken ([ ]) en na het accent circonflexe (^) wordt niet omgezet in<br />
een bladwijzer. Deze functie is vooral nuttig in combinatie met andere bladwijzerkenmerken om te<br />
voorkomen dat er ongewenste bladwijzers worden gegenereerd. Dit betekent wel dat alle andere tekst<br />
die niet tussen vierkante haken staat, potentieel materiaal is om als bladwijzer gegenereerd te worden. U<br />
kunt dit kenmerk daarom het beste in combinatie met een andere bladwijzerselectie gebruiken. Als u<br />
bijvoorbeeld waarden zoals 1.0 wilt uitsluiten, dient u dit te wijzigen in “[^0-9\.]”. De backslash (\) wordt<br />
hieronder toegelicht en is nodig omdat de punt (.) als een speciaal teken wordt beschouwd in<br />
tekstmaskers.<br />
\<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Voorbeeld: Wanneer u “[^0-9]” opgeeft, worden er nog altijd bladwijzers met cijfers gegenereerd als<br />
de tekstregel ook een ander teken bevat. Zo wordt 1.0 in een bladwijzer omgezet omdat er een punt in<br />
voorkomt.<br />
De backslash (\) wordt gebruikt als u wilt zoeken naar een speciaal teken zoals een punt (.) of dollarteken<br />
($). Deze speciale tekens worden in het veld Tekstmasker gebruikt om speciale tekstovereenkomsten te<br />
zoeken.<br />
Voorbeeld: Voer “\$” in om tekst in het document te zoeken die het dollarteken bevat en deze tekst<br />
om te zetten in een bladwijzer. Zo wordt de opdracht die gewoonlijk met "$" in het tekstmasker wordt<br />
uitgevoerd, dus genegeerd.<br />
188 ©<strong>Nitro</strong>
*<br />
Gebruik het sterretje (*) als u bladwijzers wilt genereren van meer dan één set tekens.<br />
+<br />
Voorbeeld: voer “a*b” in om bladwijzers te genereren van regels die a en/of b bevatten.<br />
Gebruik het plusteken (+) als u bladwijzers wilt genereren van één set tekens in een bepaalde volgorde. Er<br />
kunnen bladwijzers worden gegenereerd van het eerste teken of de eerste paar tekens vóór het<br />
plusteken. Er kunnen echter alleen bladwijzers worden gegenereerd van tekens na het plusteken als de<br />
tekens vóór het plusteken ook aanwezig zijn.<br />
?<br />
Voorbeeld: Voer “a+b” in om bladwijzers te maken van iedere tekstregel die ab, aab, aaab enzovoort<br />
bevat. Tekst zoals ba, of cb wordt genegeerd.<br />
Net als het plusteken dient het vraagteken (?) voor het maken van een bladwijzer van een set tekens in<br />
een bepaalde volgorde. In dit geval kunnen echter alleen bladwijzers worden gemaakt van de tekens vóór<br />
het vraagteken als de tekens erna ook aanwezig zijn. De tekens na het vraagteken kunnen voor<br />
bladwijzers worden gebruikt, ongeacht of de tekens ervóór aanwezig zijn.<br />
( )<br />
Voorbeeld: voer “a?b” in om bladwijzers te genereren van tekstregels met ab, abb of alleen b.<br />
Hiermee kunnen tekens worden gegroepeerd en met andere speciale tekens worden gecombineerd.<br />
|<br />
Voorbeeld: voer “(a*b)$” in om bladwijzers te maken van tekstregels met a en/of b, maar alleen als deze<br />
regels eindigen met a of b.<br />
Hiermee worden bladwijzers gemaakt van een van de twee opgegeven tekenreeksen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Voorbeeld: voer “a | b” in het veld Tekstmasker in om bladwijzers te maken van tekstregels die a of b<br />
bevatten.<br />
189 ©<strong>Nitro</strong>
Bladwijzers bewerken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 biedt alle functies die u nodig hebt om de bladwijzers in uw PDF-documenten te bewerken,<br />
rangschikken, groeperen of verwijderen, of om de weergave ervan te wijzigen.<br />
Tip: U kunt meerdere bladwijzers tegelijk bewerken. Als u een reeks gerangschikte bladwijzers wilt<br />
bewerken, klikt u op de eerste in de reeks, houdt u de Shift-toets ingedrukt en klikt u op de laatste. Als<br />
u meerdere niet-aaneengesloten bladwijzers wilt selecteren, houdt u Ctrl ingedrukt terwijl u ze<br />
selecteert.<br />
De actie van een bladwijzer instellen<br />
1. Klik in het deelvenster Bladwijzers met de rechtermuisknop op de gewenste bladwijzer en selecteer<br />
Eigenschappen.<br />
2. Open het tabblad Actie.<br />
3. Klik op de gewenste actie in de lijst Actie en klik vervolgens op Actie toevoegen.<br />
4. Stel de actie in.<br />
5. Klik op Sluiten.<br />
Een bladwijzer verwijderen<br />
1. Selecteer de bladwijzer in het deelvenster Bladwijzers en voer een van de volgende handelingen<br />
uit:<br />
l Druk op de toets Delete.<br />
l Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Verwijderen.<br />
Alle bladwijzers verwijderen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Bladwijzer.<br />
2. Klik op Alle bladwijzers verwijderen.<br />
De naam van een bladwijzerlabel wijzigen<br />
1. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Bladwijzers:<br />
l Kik met de rechtermuisknop en klik vervolgens op Naam wijzigen.<br />
l Dubbelklik op het bladwijzerlabel.<br />
2. Typ de nieuwe naam voor de bladwijzer.<br />
De weergave van bladwijzers wijzigen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik met de rechtermuisknop op de bladwijzer(s), selecteer Eigenschappen en voer een van de<br />
volgende handelingen uit:<br />
l Klik in de lijst Stijl op de tekststijl.<br />
l Kies een vooraf ingestelde of een aangepaste kleur in het palet Kleur.<br />
Bladwijzers kunnen worden gegroepeerd, zodat een hoofdbladwijzer een groep onderliggende<br />
bladwijzers heeft. Zo ontstaan er meerdere lagen of niveaus van bladwijzers, wat vooral handig is voor<br />
navigatie door lange, goed gestructureerde documenten.<br />
190 ©<strong>Nitro</strong>
De volgorde van bladwijzers wijzigen<br />
1. Klik op de bladwijzer en sleep deze naar de gewenste plaats.<br />
2. Plaats de aanwijzer op de bladwijzer die erboven moet verschijnen en zet de bladwijzer hier neer.<br />
Bladwijzers groeperen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik op de bladwijzer en sleep deze naar de gewenste plaats.<br />
2. Plaats de aanwijzer op het tekstlabel van de bladwijzer die erboven moet verschijnen en zet de<br />
bladwijzer hier neer.<br />
191 ©<strong>Nitro</strong>
Beveiliging<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u twee verschillende soorten beveiliging toepassen om te bepalen wie toegang<br />
heeft tot uw bestanden en welke bewerkingen ze kunnen uitvoeren wanneer ze de bestanden<br />
ontvangen: wachtwoordbeveiliging en certificaatbeveiliging.<br />
Wachtwoordbeveiliging<br />
Met wachtwoorden kunt u de toegang tot en het gebruik van uw inhoud beperken tot personen die op<br />
de hoogte zijn van het wachtwoord waarmee het PDF-bestand is beveiligd. Afhankelijk van uw behoeften<br />
en de doelgroep kunt u kiezen uit de volgende typen codering: 40-bits RC4, 128-bits RC4, 128-bits AES en<br />
256-bits AES.<br />
l Wachtwoorden voor openen. Hiermee worden uw bestanden vergrendeld, zodat deze alleen<br />
toegankelijk zijn voor personen die het wachtwoord kennen.<br />
l Wachtwoorden voor bevoegdheden. Met deze wachtwoorden worden bepaalde functies<br />
vergrendeld wanneer een gebruiker uw bestand opent. Zo kunt u bijvoorbeeld verhinderen dat<br />
ontvangers uw document wijzigen of afdrukken.<br />
Certificaatbeveiliging<br />
Beveiliging middels certificaten heeft veel voordelen in vergelijking met wachtwoordbeveiliging:<br />
documenten kunnen worden geopend zonder een wachtwoord te hoeven onthouden, het delen of<br />
kopiëren van digitale id's is moeilijk, en één document kan voor individuele ontvangers verschillende<br />
beveiligingsinstellingen bevatten. Zo kan één persoon bijvoorbeeld bevoegdheid voor bewerken en<br />
afdrukken hebben, terwijl een andere persoon het document alleen kan weergeven.<br />
De beveiliging van een bestand weergeven<br />
1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Documenteigenschappen.<br />
2. Open het tabblad Beveiliging.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
192 ©<strong>Nitro</strong>
Instellingen voor bevoegdheden<br />
Met de instellingen voor gebruiksbevoegdheden kunt u precies bepalen wat een ontvanger met het door<br />
u beveiligde bestand kan doen. Zo kunt u bijvoorbeeld documenten distribueren die niet kunnen worden<br />
bewerkt of afgedrukt, maar wel geopend en weergegeven. Door deze instellingen te combineren met een<br />
beveiligingscertificaat met digitale id, kunt u voor iedere individuele ontvanger van het document<br />
verschillende bevoegdheden instellen.<br />
U kunt de volgende gebruiksbevoegdheden instellen:<br />
l Afdrukken. Stel in of de gebruiker het document kan afdrukken en met welke resolutie.<br />
l Document wijzigen. Stel in of de gebruiker het document kan bewerken.<br />
l Inhoud kopiëren/ophalen. Stel in of de gebruiker de inhoud van het document kan kopiëren.<br />
l Inhoud ophalen voor schermlezer. Stel in of de gebruiker toegankelijkheidsfuncties kan<br />
gebruiken om toegang tot het PDF-document te krijgen.<br />
l Commentaar invoeren. Stel in of de gebruiker notities kan invoeren, tekst kan markeren en<br />
tekeningen kan toevoegen.<br />
l Formuliervelden invullen of ondertekenen. Stel in of de gebruiker formulieren kan invullen en<br />
documenten digitaal kan ondertekenen.<br />
l Documentopbouw. Stel in of de gebruiker pagina's kan invoegen en pagina's uit PDF-documenten<br />
kan ophalen.<br />
l Toegang voor schermleesapparaten. Stel in of de tekst toegankelijk is voor schermleessoftware.<br />
Dit soort software wordt gebruikt door visueel gehandicapten.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
193 ©<strong>Nitro</strong>
Wachtwoordbeveiliging<br />
U kunt uw PDF-bestand beveiligen met een van de volgende typen wachtwoorden om de toegang tot en<br />
het gebruik van uw inhoud te beperken:<br />
l Wachtwoorden voor openen. Hiermee worden uw bestanden vergrendeld, zodat deze alleen<br />
toegankelijk zijn voor personen die het wachtwoord kennen.<br />
l Wachtwoorden voor bevoegdheden. Met deze wachtwoorden worden bepaalde functies<br />
vergrendeld wanneer een gebruiker uw bestand opent. Zo kunt u bijvoorbeeld verhinderen dat<br />
ontvangers tekst uit uw PDF-document kopiëren of het document afdrukken.<br />
PDF-bestanden beveiligen met een wachtwoord<br />
PDF-bestanden kunnen op twee manieren met een wachtwoord worden beveiligd. Deze procedures<br />
worden hieronder beschreven.<br />
l Dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging. Bekijk beveiligingsinstellingen en pas handmatig de<br />
gewenste instellingen toe in Documenteigenschappen.<br />
l Beveiligingsprofielen. Deze profielen kunnen meermaals worden gebruikt. U kunt hierin bepaalde<br />
beveiligingsinstellingen opslaan, die dan met één klik op een document kunnen worden<br />
toegepast.<br />
Wachtwoordbeveiliging beheren<br />
1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op<br />
Wachtwoordbeveiliging.<br />
o Selecteer Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het dialoogvenster<br />
Documenteigenschappen wordt weergegeven. Open het tabblad Beveiliging en klik in de<br />
vervolgkeuzelijst Beveiligingsmethode op Wachtwoordbeveiliging.<br />
2. Als het PDF-document al met een wachtwoord is beveiligd, wordt u door <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 gevraagd het<br />
documentwachtwoord in te voeren voordat u de wachtwoordbeveiliging bijwerkt.<br />
3. Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging:<br />
o Als u wilt dat gebruikers een wachtwoord invoeren om uw document te openen, schakelt u<br />
het selectievakje Het openen van documenten beveiligen met een wachtwoord in en<br />
geeft u een wachtwoord op.<br />
o Als u de de bevoegdheden voor geopende bestanden wilt beperken, schakelt u het<br />
selectievakje Beveiliging instellen en de toegang tot functies met wachtwoorden<br />
beveiligen in en geeft u een wachtwoord op. Geef beperkingen op voor afdrukken, het<br />
aanbrengen van wijzigingen, het kopiëren van tekst en afbeeldingen, en teksttoegang voor<br />
schermleesapparaten van visueel gehandicapten.<br />
4. Klik op Meer. Geef in het vak Beveiligingsniveau een Algoritme voor codering op. 256-bits<br />
AES wordt als het veiligste algoritme beschouwd.<br />
5. Klik op OK of Voltooien.<br />
6. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.<br />
Wachtwoordbeveiliging toepassen met een specifiek profiel<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Als u beveiligingsprofielen wilt beheren, klikt u in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu<br />
Document beveiligen op <strong>Pro</strong>fielen beheren. Maak of bewerk zo nodig een beveiligingsprofiel<br />
194 ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
voordat u verder gaat. Verdere informatie hierover kunt u vinden in Beveiligingsprofielen.<br />
2. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op de pijl onder<br />
Wachtwoordbeveiliging.<br />
3. Selecteer een beveiligingsprofiel in de lijst en bevestig dat u het document wilt beveiligen.<br />
4. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.<br />
195 ©<strong>Nitro</strong>
Certificaatbeveiliging<br />
Met een digitale id kunt u bestanden coderen, zodat deze alleen kunnen worden geopend en gebruikt<br />
door mensen met wie u certificaten hebt uitgewisseld. Beveiliging middels certificaten heeft veel<br />
voordelen in vergelijking met wachtwoordbeveiliging: documenten kunnen worden geopend zonder een<br />
wachtwoord te hoeven onthouden, het delen of kopiëren van digitale id's is moeilijk, en één document<br />
kan voor iedere ontvanger andere beveiligingsinstellingen bevatten. Zo kan één persoon bijvoorbeeld<br />
bevoegdheid voor bewerken en afdrukken hebben, terwijl een andere persoon het document alleen kan<br />
weergeven.<br />
Voordat u bestanden kunt ontvangen die voor uw digitale id zijn gecodeerd, moet u deze digitale id eerst<br />
aanmaken en het bijbehorende certificaat uitwisselen met de mensen met wie u deze beveiligde<br />
bestanden wilt delen. Voordat u gecodeerde bestanden aan bepaalde personen kunt sturen, moet u<br />
tevens hun certificaat hebben ontvangen en geïmporteerd.<br />
OPMERKING: Bij gebruik van certificaatbeveiliging moet u uw eigen certificaat toevoegen als een<br />
geplande ontvanger. Als u dit niet doet, hebt u geen toegang tot het PDF-bestand wanneer het is<br />
beveiligd.<br />
PDF-bestanden beveiligen met een certificaat<br />
PDF-bestanden kunnen op twee manieren met een certificaat worden beveiligd. Deze procedures worden<br />
hieronder beschreven.<br />
l Het dialoogvenster Certificaatbeveiliging. Bekijk beveiligingsinstellingen en pas handmatig de<br />
gewenste instellingen toe in Documenteigenschappen.<br />
l Beveiligingsprofielen. Deze profielen kunnen meermaals worden gebruikt. U kunt hierin bepaalde<br />
beveiligingsinstellingen opslaan, die dan met één klik op een document kunnen worden<br />
toegepast. In een profiel kunt u opgeven welke ontvangers u toestaat. Hierdoor kunt u ervoor<br />
zorgen dat steeds dezelfde beveiliging wordt toegepast op documenten voor respectieve<br />
ontvangers.<br />
Certificaatbeveiliging beheren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
o Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op<br />
Certificaatbeveiliging.<br />
o Selecteer Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het dialoogvenster<br />
Documenteigenschappen wordt weergegeven. Open het tabblad Beveiliging en klik in de<br />
vervolgkeuzelijst Beveiligingsmethode op Certificaatbeveiliging.<br />
2. Selecteer in het dialoogvenster Certificaatbeveiliging de contactpersonen die u toegang tot uw<br />
beveiligde bestanden wilt geven, en klik op Toevoegen. Als u het gebruik voor een ontvanger wilt<br />
beperken, selecteert u de optie Beperkte bevoegdheden en geeft u op in hoeverre die persoon<br />
wijzigingen mag aanbrengen en mag afdrukken.<br />
3. Klik op Meer. Geef in het vak Beveiligingsniveau een Algoritme voor codering op. 256-bits<br />
AES wordt als het veiligste algoritme beschouwd.<br />
196 ©<strong>Nitro</strong>
4. Klik op OK of Voltooien.<br />
5. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.<br />
Certificaatbeveiliging toepassen met een specifiek profiel<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Als u beveiligingsprofielen wilt beheren, klikt u in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu<br />
Document beveiligen op <strong>Pro</strong>fielen beheren. Maak of bewerk zo nodig een beveiligingsprofiel<br />
voordat u verder gaat.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden in Beveiligingsprofielen.<br />
2. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op de pijl onder<br />
Certificaatbeveiliging.<br />
3. Selecteer een beveiligingsprofiel in de lijst en bevestig dat u het document wilt beveiligen.<br />
4. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.<br />
197 ©<strong>Nitro</strong>
Beveiligingsprofielen<br />
Beveiligingsprofielen dienen voor het opslaan van uw beveiligingsinstellingen, kunnen meermaals<br />
worden gebruikt, en helpen u sneller te werken. U hoeft dus niet steeds opnieuw wachtwoorden op te<br />
geven of namen van ontvangers toe te voegen wanneer u documentbeveiliging gebruikt; in plaats<br />
daarvan opent u het bestand in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 en selecteert u het gewenste beveiligingsprofiel in een lijst.<br />
Als u certificaatbeveiliging gebruikt en regelmatig bestanden naar dezelfde mensen stuurt, kunt u met<br />
beveiligingsprofielen een hoop tijd besparen.<br />
Uw beveiligingsprofielen weergeven<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op <strong>Pro</strong>fielen beheren.<br />
Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven.<br />
2. Klik op een profiel in het vak Beveiligingsprofielen om de profielgegevens te bekijken.<br />
Een nieuw beveiligingsprofiel toevoegen<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op <strong>Pro</strong>fielen beheren.<br />
Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven.<br />
2. Klik op Nieuw. Het dialoogvenster Nieuw beveiligingsprofiel wordt weergegeven.<br />
3. Typ een Naam en Beschrijving voor uw profiel.<br />
4. Selecteer een van de volgende opties in het vak Documenten beveiligen:<br />
o Wachtwoorden gebruiken: om gebruikersrechten voor het openen en sluiten van PDFdocumenten<br />
of het aanbrengen van wijzigingen te beperken<br />
o Certificaten gebruiken: om documenten te coderen, zodat deze alleen toegankelijk zijn<br />
voor de door u opgegeven gebruikers<br />
5. Klik op Volgende en configureer instellingen voor wachtwoordbeveiliging of certificaatbeveiliging.<br />
Raadpleeg Wachtwoordbeveiliging en Certificaatbeveiliging voor meer informatie.<br />
6. Klik op Voltooien.<br />
Een beveiligingsprofiel bewerken<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op <strong>Pro</strong>fielen beheren.<br />
Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven.<br />
2. Selecteer een profiel in het vak Beveiligingsprofielen en klik op Bewerken.<br />
3. Wijzig de Naam en Beschrijving voor uw profiel.<br />
4. Geef in het vak Documenten beveiligen op of u wachtwoorden of certificaten wilt gebruiken.<br />
5. Klik op Volgende.<br />
6. Werk de beveiligingsinstellingen bij.<br />
7. Klik op Voltooien om de wijzigingen in uw beveiligingsprofiel op te slaan.<br />
Een beveiligingsprofiel verwijderen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op <strong>Pro</strong>fielen beheren.<br />
Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven.<br />
2. Selecteer een profiel in het vak Beveiligingsprofielen, klik op Verwijderen en bevestig dat u het<br />
beveiligingsprofiel wilt verwijderen.<br />
198 ©<strong>Nitro</strong>
JavaScript-beveiliging<br />
Ingesloten JavaScript in PDF-documenten kan in bepaalde gevallen beveiligingsproblemen veroorzaken.<br />
Er zijn daarom gebruikers die JavaScript om beveiligingsredenen willen uitschakelen. Systeembeheerders<br />
moeten JavaScript soms uitschakelen om te voldoen aan het geldende IT-beleid.<br />
JavaScript uitschakelen<br />
1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Voorkeuren.<br />
2. Klik in het dialoogvenster Voorkeuren op JavaScript.<br />
3. Selecteer JavaScript uitschakelen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
199 ©<strong>Nitro</strong>
Digitale id's<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Een digitale id lijkt in veel opzichten op een papieren identiteitsbewijs zoals een paspoort. U kunt zich<br />
hiermee legitimeren en u krijgt specifieke rechten om bepaalde dingen te doen. In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 gebruikt u<br />
uw digitale id om uw PDF-bestanden te beveiligen tegen onbevoegd gebruik en om toegang te krijgen<br />
tot bepaalde bestanden van gebruikers die uw digitale id hebben geaccepteerd. Als u op deze wijze een<br />
document beveiligt, kunt u de toegangs- en gebruiksrechten per gebruiker instellen.<br />
Digitale id's hebben een openbare en een persoonlijke sleutel. De openbare sleutel bevat een certificaat<br />
en identificatiegegevens, en dit zijn de gegevens die u met andere gebruikers uitwisselt. Als andere<br />
gebruikers uw openbare sleutel hebben, kunnen zij documenten beveiligen (coderen) en kunt u deze<br />
documenten openen en gebruiken. De persoonlijke sleutel is het deel van de digitale id dat nooit met<br />
anderen wordt gedeeld en dat wordt gebruikt voor het ontgrendelen (decoderen) van de bestanden<br />
waarvoor u toegangsrechten hebt.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 biedt ondersteuning voor de volgende typen digitale id's:<br />
l PKCS#12 digitaal id-bestand. Dit type digitale id geeft u meer flexibiliteit, omdat u op meerdere<br />
computers dezelfde id kunt gebruiken. Als u bijvoorbeeld op kantoor een werkstation hebt maar<br />
ook een notebook gebruikt waarop hetzelfde certificaat is geïnstalleerd, kunt u hetzelfde<br />
beveiligde PDF-bestand op beide computers openen. De digitale id blijft bij verplaatsing tussen<br />
twee computers beveiligd, aangezien u een wachtwoord moet opgeven wanneer u de id in Mijn<br />
digitale id's importeert.<br />
l Windows certificaatarchief. Dit type digitale certificaat koppelt de id onlosmakelijk aan een<br />
gebruiker op een bepaalde computer en kan niet worden gekopieerd en op een andere computer<br />
worden geïmporteerd.<br />
200 ©<strong>Nitro</strong>
Digitale id's beheren<br />
Een digitale id is een soort beveiligd toegangspasje waarmee u een digitale identiteit creëert, of waarmee<br />
u een document kunt lezen dat is gecodeerd om ongemachtigd gebruik te voorkomen. Voor<br />
verschillende taken kunnen verschillende id's worden gemaakt. Zo kunt u bijvoorbeeld een digitale id<br />
hebben om accountadministratiedocumenten te openen, en een andere om technische rapporten te<br />
openen.<br />
Een digitale id maken:<br />
1. Klik in het tabblad Beveiliging in de groep Digitale id's op Mijn digitale id's. Het dialoogvenster<br />
Mijn digitale id's wordt weergegeven.<br />
2. Klik op Nieuw. Het dialoogvenster Nieuwe digitale id wordt weergegeven.<br />
3. Voer uw identiteitsgegevens in.<br />
4. Klik op het type beveiliging dat u wilt gebruiken in de lijst Gepland gebruik en klik op Volgende.<br />
5. Klik op Bladeren en selecteer een locatie waar u de digitale id wilt opslaan en geef een naam op<br />
voor het id-bestand.<br />
6. Voer een wachtwoord in en klik op OK om de handeling te voltooien.<br />
TIP: als u een digitale id wilt verwijderen, selecteert u deze in het dialoogvenster Mijn digitale id's en<br />
klikt u op Verwijderen.<br />
Een digitale id importeren:<br />
1. Klik in het tabblad Beveiliging in de groep Digitale id's op Mijn digitale id's. Het dialoogvenster<br />
Mijn digitale id's wordt weergegeven.<br />
2. Klik op Importeren.<br />
3. Ga naar de digitale id op uw vaste schijf of netwerk en klik op Openen.<br />
4. Klik op Sluiten om de handeling te voltooien.<br />
Een digitale id exporteren:<br />
1. Klik in het tabblad Beveiliging in de groep Digitale id's op Mijn digitale id's. Het dialoogvenster<br />
Mijn digitale id's wordt weergegeven.<br />
2. Selecteer een digitale id in de lijst en klik op Exporteren. Het dialoogvenster Certificaat exporteren<br />
wordt weergegeven.<br />
3. Klik op Gegevens naar bestand opslaan en selecteer Volgende om een locatie voor het bestand te<br />
kiezen.<br />
4. Klik op Opslaan om de handeling te voltooien.<br />
Een digitale id via e-mail exporteren:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Beveiliging in de groep Digitale id's op Mijn digitale id's. Het dialoogvenster<br />
Mijn digitale id's wordt weergegeven.<br />
2. Selecteer een digitale id in de lijst en klik op Exporteren. Het dialoogvenster Certificaat exporteren<br />
wordt weergegeven.<br />
3. Klik op Gegevens per e-mail verzenden en klik op Volgende.<br />
4. Geef het e-mailadres van de ontvanger van uw digitale id op, controleer het bericht en klik op<br />
201 ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Verzenden.<br />
5. Er wordt een e-mailbericht opgesteld in uw standaard e-mailclient en uw digitale id wordt als een<br />
bijlage aan dit bericht gekoppeld. Klik op Verzenden.<br />
202 ©<strong>Nitro</strong>
Vertrouwde contacten beheren<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u mensen aan uw Vertrouwde contacten toevoegen door hun openbare<br />
sleutelcertificaat handmatig te importeren, of kunt u met gebruik van de functie Contacten aanvragen uw<br />
openbare sleutels uitwisselen. Om digitaal ondertekende PDF-bestanden van vertrouwde contacten te<br />
kunnen valideren, moet u in het bezit zijn van de openbare sleutel van dat vertrouwde contact.<br />
Een vertrouwd contact toevoegen:<br />
1. Klik in het tabblad Beveiliging in de groep Digitale id's op Vertrouwde contacten. Het<br />
dialoogvenster Vertrouwde contacten beheren wordt weergegeven.<br />
2. Klik op Toevoegen, selecteer het certificaat dat u van een vertrouwde collega hebt ontvangen en<br />
klik op Openen.<br />
TIP: als u de gegevens van een certificaat wilt bekijken, bijvoorbeeld om te zien door wie dit is<br />
afgegeven en hoe lang het geldig is, selecteert u dit in de lijst met vertrouwde contacten en klikt u op<br />
Bekijken.<br />
Een contact-id exporteren:<br />
1. Klik in het tabblad Beveiliging in de groep Digitale id's op Vertrouwde contacten. Het<br />
dialoogvenster Vertrouwde contacten beheren wordt weergegeven.<br />
2. Selecteer een vertrouwd contact en klik op Exporteren.<br />
3. Voer een naam in voor het certificaat in het dialoogvenster Opslaan als en klik op Opslaan.<br />
Openbare sleutelcertificaten uitwisselen:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Beveiliging in de groep Digitale id's op Vertrouwde contacten. Het<br />
dialoogvenster Vertrouwde contacten beheren wordt weergegeven.<br />
2. Selecteer het contact dat u wilt exporteren en klik op Aanvragen. Het dialoogvenster Contacten<br />
aanvragen verschijnt.<br />
3. Voer uw contactgegevens in.<br />
4. Schakel het selectievakje Mijn certificaat in een e-mail verzenden in, selecteer het certificaat dat<br />
u wilt delen en klik op Volgende.<br />
5. Geef het e-mailadres van de ontvanger van uw openbare sleutelcertificaat op, controleer het<br />
bericht en klik op Verzenden.<br />
6. Er wordt een e-mailbericht opgesteld in uw standaard e-mailclient en uw openbare<br />
sleutelcertificaat wordt als een bijlage aan dit bericht gekoppeld. Verzend de e-mail.<br />
203 ©<strong>Nitro</strong>
Digitale handtekeningen<br />
Digitale handtekeningen zijn veel krachtiger dan normale geschreven handtekeningen. Met een digitale<br />
handtekening kunt u aantonen dat een specifiek document op een bepaald tijdstip door een bepaalde<br />
persoon is ondertekend en kunt u waarborgen dat na ondertekening niet met de documentinhoud is<br />
geknoeid. Bovendien kunnen de ontvangers in het versie-overzicht van het document zien wanneer het<br />
document is ondertekend en wanneer er wijzigingen in zijn aangebracht. Het versie-overzicht is<br />
gecodeerd en opgeslagen in de PDF en kan worden bekeken via het deelvenster Handtekeningen.<br />
U kunt een PDF-document alleen digitaal ondertekenen als u een digitale id hebt. Om de handtekening<br />
van een ander te kunnen controleren, moet u eerst digitale id's met elkaar uitwisselen en elkaar aan de<br />
lijst Vertrouwde contacten toevoegen.<br />
Verdere informatie over digitale handtekeningen kunt u vinden in:<br />
l Documenten digitaal ondertekenen<br />
l Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren<br />
l PDF-bestanden certificeren<br />
l Handtekening met digitale tijdstempel<br />
Verwante informatie kunt u vinden in:<br />
l Handtekeningvelden maken<br />
l Digitale id's<br />
l Digitale id's beheren<br />
l Vertrouwde contacten beheren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
204 ©<strong>Nitro</strong>
Documenten digitaal ondertekenen<br />
Digitale handtekeningen lijken op normale geschreven handtekeningen, maar bevatten tevens<br />
gecodeerde informatie aan de hand waarvan de authenticiteit kan worden gecontroleerd.<br />
Een document kan digitaal worden ondertekend om de identiteit van de auteur veilig te registreren en te<br />
verifiëren dat de inhoud niet is gewijzigd. Digitale handtekeningen in een PDF-document kunnen tekst of<br />
een afbeelding bevatten, bijvoorbeeld een foto of een beeld van de geschreven handtekening.<br />
Een document digitaal ondertekenen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen, in de groep Handtekeningen, op de pijl onder Ondertekenen en<br />
selecteer een handtekening in de lijst. Om een document te kunnen ondertekenen moet u een<br />
digitale id hebben. Raadpleeg voor meer informatie Digitale id's en Digitale id's beheren.<br />
2. Klik op de pagina op de plaats waar u de handtekening wilt zetten.<br />
3. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 vraagt u het PDF-bestand met de digitale handtekening op te slaan. Klik op de digitale<br />
handtekening om deze te bekijken en de gegevens te controleren, en sla uw PDF-bestand dan op.<br />
Raadpleeg voor meer informatie Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren.<br />
205 ©<strong>Nitro</strong>
De vormgeving van handtekeningen aanpassen<br />
U kunt digitale handtekeningen zodanig aanpassen dat alleen de informatie die u wilt delen, zichtbaar is<br />
en dat uw fysieke handtekening, een bedrijfslogo of andere afbeeldingen bij uw handtekening worden<br />
weergeven. U kunt de vormgeving van uw handtekening op elk gewenst moment bewerken (bijvoorbeeld<br />
bij het ondertekenen van een document).<br />
Een nieuwe digitale handtekening maken<br />
1. Klik in het menu Bestand op Voorkeuren, vouw het item Digitale handtekening uit en selecteer<br />
Vormgevingen.<br />
2. Klik in het vak Vormgeving handtekeningen op Nieuw. Het dialoogvenster Vormgeving<br />
handtekening configureren wordt geopend.<br />
3. Selecteer een van de volgende opties in het vak Grafische afbeelding:<br />
o Geen afbeelding: als u geen extra informatie wilt opnemen.<br />
o Afbeelding uit bestand: klik op Afbeelding selecteren, geef het afbeeldingsbestand met<br />
uw handtekening op en klik op OK.<br />
o Naam: als u uw naam als tekst wilt afdrukken.<br />
4. Geef in het vak Tekst op welke gedeelten van uw digitale handtekening in een PDF zichtbaar en<br />
afdrukbaar moeten zijn.<br />
5. Bekijk het voorbeeld van de handtekening en klik op OK.<br />
TIP: zie Handtekening stempelen met QuickSign voor informatie over het maken van een digitale<br />
afbeelding van uw geschreven handtekening.<br />
De vormgeving van een digitale handtekening bewerken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het menu Bestand op Voorkeuren, vouw het item Digitale handtekening uit en selecteer<br />
Vormgevingen.<br />
2. Selecteer de gewenste handtekening in de lijst Vormgeving handtekeningen en klik op<br />
Bewerken. Het dialoogvenster Vormgeving handtekening configureren wordt geopend.<br />
3. Selecteer een van de volgende opties in het vak Grafische afbeelding:<br />
o Geen afbeelding: als u geen extra informatie wilt opnemen.<br />
o Afbeelding uit bestand: klik op Afbeelding selecteren, geef het afbeeldingsbestand met<br />
uw handtekening op en klik op OK.<br />
o Naam: als u uw naam als tekst wilt afdrukken.<br />
4. Geef in het vak Tekst op welke gedeelten van uw digitale handtekening in een PDF zichtbaar en<br />
afdrukbaar moeten zijn.<br />
5. Bekijk het voorbeeld van de handtekening en klik op OK.<br />
206 ©<strong>Nitro</strong>
Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren<br />
Handtekeningen worden gevalideerd wanneer het document wordt geopend en worden automatisch<br />
opnieuw gevalideerd wanneer er wijzigingen aan het document worden aangebracht.<br />
De status van uw certificaten en handtekeningen kan op een van de volgende manieren worden bekeken:<br />
l Bekijk certificaten en handtekeningen in het deelvenster Handtekeningen<br />
l Bekijk certificaten en handtekeningen op de pagina van het PDF-document<br />
Deelvenster Handtekeningen<br />
In het deelvenster Handtekeningen worden alle handtekeningen uit het PDF-document weergegeven,<br />
met daarbij de status van hun geldigheid en een korte samenvatting van iedere handtekening.<br />
Als uw PDF-bestand handtekeningen bevat, verschijnt links van het venster het tabblad Handtekeningen.<br />
Klik op het tabblad Handtekeningen om het deelvenster Handtekeningen te openen.<br />
TIP: als u rechtstreeks naar de locatie van een handtekening in het document wilt gaan, klikt u op de<br />
betreffende handtekening in het deelvenster Handtekening. De geselecteerde handtekening wordt<br />
weergegeven in een gele rechthoek.<br />
Statuspictogrammen voor PDF-documenten<br />
Status Pictogram Betekenis<br />
Geldig<br />
Geldig<br />
Weergave<br />
wijzigen<br />
Onbekend<br />
Onbekend<br />
Ongeldig<br />
Dit document is gecertificeerd en is niet gewijzigd op een wijze die niet is<br />
toegestaan volgens het certificaat.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
De identiteit van de ondertekenaar is gecontroleerd en het document is niet<br />
gewijzigd sinds de handtekening werd toegevoegd.<br />
De identiteit van de ondertekenaar is gecontroleerd maar de huidige weergave van<br />
het document is niet hetzelfde als toen het document werd ondertekend<br />
De identiteit van de ondertekenaar kon niet worden gecontroleerd en de huidige<br />
weergave van het document is niet hetzelfde als toen het document werd<br />
ondertekend.<br />
De identiteit van de ondertekenaar kon niet worden gecontroleerd, maar het<br />
document is niet gewijzigd sinds de handtekening werd toegevoegd.<br />
Het certificaat is ongeldig of er zijn onbevoegde wijzigingen aan het document<br />
gemaakt.<br />
Handtekeningen en certificaten op de pagina van een PDF-document bekijken<br />
Als u meer informatie wilt zien over een digitale handtekening of een certificaat van de pagina van een<br />
PDF-document, klikt u op de betreffende handtekening. Het dialoogvenster Eigenschappen<br />
handtekening wordt weergegeven. In dit venster kunt u het volgende:<br />
207 ©<strong>Nitro</strong>
l Handtekening valideren: controleer de geldigheid van een digitale handtekening<br />
l Documentwijzigingen: lees of het document ongewijzigd is, of dat bepaalde wijzigingen aan het<br />
bestand zijn toegestaan, zoals het invullen van formuliervelden<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Geldige tijdsduur: geeft de tijdstempel van het PDF-document als een van de volgende:<br />
o op basis van de klok op de computer van de ondertekenaar<br />
o een tijdstempel die niet gecontroleerd kan worden<br />
o tijdstempel gecontroleerd via een tijdstempelserver<br />
l Certificaat bekijken: toont informatie over de persoon die het document heeft ondertekend, de<br />
vervaldatum van het certificaat en wie het certificaat heeft afgegeven. Tevens worden de<br />
encryptienorm en de digitale 'vingerafdrukken' van encryptie weergegeven.<br />
l Toevoegen aan vertrouwde contacten: hiermee voegt u de persoon die het PDF-bestand heeft<br />
ondertekend toe aan uw lijst vertrouwde contacten Raadpleeg Vertrouwde contacten beheren<br />
voor verdere informatie.<br />
208 ©<strong>Nitro</strong>
PDF-bestanden certificeren<br />
Wanneer u een door u geschreven document certificeert, bevestigt u de inhoud ervan en bepaalt u welke<br />
bewerkingen erop mogen worden uitgevoerd zonder de gecertificeerde status te schenden. Indien er<br />
wijzigingen aan het document worden gemaakt die u niet hebt toegestaan, raakt het document ongeldig<br />
en wordt het certificaat ingetrokken.<br />
Als u de auteur van een PDF-bestand bent en u de integriteit van dit bestand wilt handhaven, past u een<br />
handtekening voor certificering toe met de functie Certificeren. Wanneer u een document certificeert (in<br />
plaats van er een digitale handtekening aan toe te voegen) kunt u het gebruik van het document<br />
controleren met de volgende toegestane acties:<br />
l Geen wijzigingen toestaan. Hiermee worden alle functies uitgeschakeld waarmee een bestand<br />
kan worden gewijzigd, zoals bewerken, commentaar toevoegen, formulieren invullen en<br />
ondertekenen. Als er wijzigingen worden aangebracht nadat het bestand is gecertificeerd, wordt<br />
het certificaat ongeldig.<br />
l Alleen formulieren invullen toegestaan. Hiermee worden alle functies uitgeschakeld waarmee<br />
een bestand kan worden gewijzigd, behalve het invullen van formulieren en ondertekenen. Deze<br />
optie wordt bijvoorbeeld gebruikt als u gegevens wilt verzamelen met een officieel formulier dat<br />
personen moeten invullen zonder het formulierontwerp te mogen wijzigen.<br />
l Alleen commentaar invoeren en formulieren invullen toegestaan. Hiermee worden alle functies<br />
uitgeschakeld waarmee een bestand kan worden gewijzigd, behalve het invullen van formulieren,<br />
ondertekenen en invoeren van commentaar. Deze optie wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het<br />
controleren van een contract, waarbij commentaar kan worden ingevoerd en dat moet worden<br />
ondertekend.<br />
Redenen voor het certificeren van een document<br />
l Om te zorgen dat mensen een document kunnen ondertekenen, een formulier kunnen invullen, of<br />
aantekeningen in een PDF-bestand kunnen invoeren zonder dat het certificaat hierdoor ongeldig<br />
wordt<br />
l Om te bevestigen dat u de auteur van het document bent<br />
l Om de inhoud van het document te garanderen<br />
l Om op te geven welke wijzigingen mogen worden aangebracht zonder het certificaat ongeldig te<br />
maken<br />
l Om bepaalde functies automatisch uit te schakelen, zoals het invoegen van pagina's, wijzigen van<br />
tekst en bewerken van de eigenschappen van formuliervelden<br />
TIP: PDF-bestanden kunnen slechts eenmaal worden gecertificeerd maar kunnen ettelijke malen<br />
digitaal worden ondertekend indien de bevoegdheden dit toestaan. Dit is het voordeel van het<br />
certificeren in plaats van digitaal ondertekenen van bestanden die u hebt geschreven.<br />
Een PDF-document certificeren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Beveiligen in de groep Handtekeningen op Certificeren.<br />
2. Kies in het dialoogvenster Document certificeren de handelingen die u wilt toestaan in de lijst<br />
Toegestane acties.<br />
209 ©<strong>Nitro</strong>
3. Klik op Volgende.<br />
4. Selecteer de digitale id die u voor certificering wilt gebruiken, en kies of het certificaat zichtbaar<br />
moet zijn.<br />
5. Klik op Volgende.<br />
6. Als u het certificaat zichtbaar hebt gemaakt, klik dan op de pagina waar dit moet worden<br />
weergegeven.<br />
7. Voer de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Document fcertificeren:<br />
l Selecteer een reden voor het ondertekenen van het bestand in de lijst Reden voor<br />
ondertekenen van document, of geef uw eigen reden op.<br />
l Sla de certificering op in het huidige document of als een nieuw document.<br />
l Geef op hoe het certificaat eruit moet komen te zien.<br />
8. Klik op Voltooien.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
OPMERKING: Wanneer u gecertificeerde PDF-bestanden met anderen deelt, moet de functie voor<br />
certificering en handtekeningen worden ondersteund door de PDF-viewer van deze personen.<br />
Gecertificeerde en ondertekende PDF-bestanden kunnen worden gedeeld tussen <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8, Adobe<br />
Acrobat en Adobe Reader.<br />
210 ©<strong>Nitro</strong>
Handtekening met digitale tijdstempel<br />
Digitale tijdstempels voegen de tijd en datum in een PDF-handtekening in, als bewijs van de integriteit<br />
van het document. Een tijdstempel toont aan dat de inhoud van het document op een bepaald tijdstip<br />
bestond en dat deze inhoud ongewijzigd is.<br />
Voor extra beveiliging kunnen digitale handtekeningen een tijdstempel van een onafhankelijke,<br />
vertrouwde instantie bevatten. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kan een tijdstempelserver gebruiken om te garanderen dat de<br />
tijdstempel nauwkeurig en veilig is; de systeemklok kan niet altijd worden vertrouwd, aangezien deze klok<br />
door een gebruiker kan worden veranderd.<br />
Instellingen van digitale tijdstempel beheren<br />
1. Selecteer in het menu Bestand de knop Voorkeuren, vouw Digitale handtekening uit en selecteer<br />
Servers voor tijdstempels.<br />
2. Ga als volgt te werk als de lijst Beschikbare servers leeg is of als u een andere tijdstempelserver aan<br />
de lijst wilt toevoegen:<br />
a. Klik op Nieuw om een nieuwe tijdstempelserver aan de lijst toe te voegen. Het<br />
dialoogvenster Server voor tijdstempels wordt weergegeven.<br />
b. Geef de naam en URL van een tijdstempelserver op, en eventueel de aanmeldingsgegevens.<br />
c. Klik op OK om uw instelling op te slaan.<br />
3. Voor beheer van de instellingen van een bestaande tijdstempelserver schakelt u het selectievakje<br />
Tijdstempel verkrijgen bij beschikbare server in, selecteert u een tijdstempelserver in de lijst<br />
Beschikbare servers en voert u een van de volgende handelingen uit:<br />
o Als u de eigenschappen voor de geselecteerde tijdstempelserver wilt wijzigen, klikt u op<br />
Bewerken en geeft u de nieuwe informatie op in het dialoogvenster Server voor<br />
tijdstempels.<br />
o Klik op Verwijderen als u de geselecteerde server wilt verwijderen.<br />
o Klik op Als standaard instellen als u standaard voor iedere tijdstempel een specifieke server<br />
wilt gebruiken. De standaardserver voor tijdstempels wordt aangegeven met een sterretje<br />
(*).<br />
4. Klik op OK.<br />
TIP: Als uw standaard tijdstempelserver niet beschikbaar is, gebruikt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 de eerste beschikbare<br />
server op de lijst. U wordt daarom aanbevolen om de servers op volgorde van voorkeur te zetten.<br />
Als u de eigenschappen van een digitale handtekening bekijkt, wordt de geldigheid op een van de<br />
volgende manieren weergegeven:<br />
l Datum/tijd van de handtekening zijn afkomstig van de klok op de computer van de ondertekenaar.<br />
l De handtekening heeft een tijdstempel maar de stempel kon niet worden geverifieerd.<br />
l De handtekening heeft een tijdstempel.<br />
Raadpleeg Digitale handtekeningen voor verdere informatie.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
211 ©<strong>Nitro</strong>
Invoegtoepassingen van partnerprogramma's<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Met gebruik van een structuur voor invoegtoepassingen van partnerprogramma's heeft <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 de<br />
mogelijkheid bestanden te verwerken en uit te wisselen met de programma's en diensten van derden.<br />
Deze invoegtoepassingen zijn gestroomlijnd in een gebruiksvriendelijke interface opgenomen en<br />
verbeteren de PDF-werkprocessen door de noodzaak voor tijdrovende handmatige handelingen voor het<br />
opslaan, kopiëren en uploaden van bestanden in uw favoriete hulpprogramma’s te verminderen.<br />
Invoegtoepassingen voor partnerprogramma's beheren:<br />
1. Selecteer Voorkeuren in het tabblad Bestand. Het dialoogvenster <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 Voorkeuren wordt<br />
weergegeven.<br />
2. Selecteer Invoegtoepassingsbeheer<br />
3. Schakel de selectievakjes in voor de invoegtoepassingen die u wilt inschakelen en controleer dat<br />
de overige selectievakjes zijn uitgeschakeld.<br />
4. Klik op OK en start <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 opnieuw op om de wijzigingen te activeren<br />
212 ©<strong>Nitro</strong>
Evernote<br />
De invoegtoepassing Evernote is in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 geïntegreerd. Evernote biedt u de functies voor het online<br />
opslaan en binnenhalen van informatie in de vorm van notities. Notities kunnen kleine stukjes tekst,<br />
kladbriefjes, foto’s, webpagina’s en zelfs hele PDF-documenten bevatten.<br />
Verdere informatie hierover kunt u vinden op http://www.evernote.com.<br />
Evernote instellen:<br />
1. Vraag een gratis account voor toegang tot Evernote aan op<br />
https://www.evernote.com/Registration.action<br />
2. Als uw account is ingesteld, downloadt u de Evernote-desktopclient voor uw computer via<br />
http://www.evernote.com/about/download/<br />
3. Volg de instructies op het scherm om de client te installeren en koppel deze aan uw Evernoteaccount.<br />
4. Wanneer de Evernote-client is ingesteld met uw account, kunt u de invoegtoepassing in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong><br />
8 gaan gebruiken.<br />
OPMERKING: de invoegtoepassing voor Evernote wordt pas in het menu Bestand weergegeven als de<br />
desktopclient is geïnstalleerd.<br />
Naar Evernote verzenden<br />
Met de Evernote-invoegtoepassing kunnen gegevens rechtstreeks vanuit <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 naar Evernote<br />
worden verzonden. Deze gegevens variëren van volledige PDF-bestanden tot stukjes en beetjes tekst en<br />
afbeeldingen.<br />
PDF-bestand naar Evernote verzenden:<br />
1. Controleer dat de Evernote-desktopclient op uw computer is gestart.<br />
2. Open een PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
3. Klik in het menu Bestand op Naar Evernote verzenden.<br />
Geselecteerde tekst naar Evernote verzenden:<br />
1. Controleer dat de Evernote-desktopclient op uw computer is gestart.<br />
2. Open een PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
3. Selecteer een regel of alinea met gebruik van het gereedschap Selecteren.<br />
4. Kik met uw rechtermuisknop op de geselecteerde tekst en selecteer Naar Evernote verzenden.<br />
Afbeelding naar Evernote verzenden:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Controleer dat de Evernote-desktopclient op uw computer is gestart.<br />
2. Open een PDF-bestand in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
3. Selecteer een afbeelding met het gereedschap Selecteren.<br />
4. Kik met uw rechtermuisknop op de geselecteerde afbeelding selecteer Naar Evernote verzenden.<br />
213 ©<strong>Nitro</strong>
De gebruikersinterface aanpassen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
De interface van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kan optimaal op uw werkprocessen worden afgestemd. In de volgende<br />
onderwerpen vindt u verdere informatie over het maken van koppelingen naar uw favoriete<br />
gereedschappen en het rangschikken van de indeling van uw werkbalk:<br />
l De werkbalk Snelle toegang<br />
l Het lint minimaliseren<br />
214 ©<strong>Nitro</strong>
De werkbalk Snelle toegang<br />
Zoals de naam al aangeeft, kunt u met de werkbalk Snelle toegang een makkelijk toegankelijke groep<br />
snelkoppelingen opstellen die rechtstreeks toegang geven tot de meest gebruikte gereedschappen.<br />
De werkbalk Snelle toegang geeft standaard toegang tot de volgende functies:<br />
l De <strong>Nitro</strong>-knop: hiermee kunt u maximaliseren, minimaliseren, vergroten/verkleinen of sluiten.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
l Openen: hiermee kunt u een PDF op uw vaste schijf opzoeken en openen.<br />
l Opslaan: sla het huidige bestand op en vervang de oude versie van het bestand door de versie met<br />
uw laatste veranderingen. Raadpleeg PDF-document opslaan voor meer informatie.<br />
l Afdrukken: stuur het huidige PDF-document naar een printer of naar <strong>Nitro</strong> PDF Creator<br />
l Ongedaan maken: hiermee kunt u de veranderingen die u in uw PDF hebt aangebracht, ongedaan<br />
maken. Via de vervolgkeuzepijl van de knop Ongedaan maken kunt u rechtstreeks naar de<br />
verschillende stadia van de wijzigingen van het document gaan.<br />
l Opnieuw: als u te ver terug bent gegaan met Ongedaan maken, kunt u met deze knop de<br />
ongedaan gemaakte wijzigingen weer herstellen. Met de vervolgkeuzepijl van de knop kunt u<br />
rechtstreeks naar de gewenste wijziging gaan die u wilt herstellen.<br />
l Aanpassen: via deze vervolgkeuzepijl krijgt u toegang tot het aanpassingsmenu van de werkbalk<br />
Snelle toegang.<br />
Een knop aan de werkbalk Snelle toegang toevoegen:<br />
1. Klik met uw rechtermuisknop op een willekeurig gereedschap in het lint.<br />
2. Selecteer Toevoegen aan werkbalk Snelle toegang in het menu. Er wordt nu een pictogram voor<br />
een nieuwe snelkoppeling aan de werkbalk Snelle toegang toegevoegd.<br />
TIP: via de zwarte pijl aan het einde van de werkbalk Snelle toegang krijgt u toegang tot verdere<br />
instellingen.<br />
Een knop van de werkbalk Snelle toegang verwijderen:<br />
1. Klik met uw rechtermuisknop op de knop die u wilt verwijderen.<br />
2. Selecteer Verwijderen uit werkbalk Snelle toegang in het menu.<br />
De werkbalk Snelle toegang verplaatsen:<br />
1. Klik op de zwarte pijl aan de rechterkant van de werkbalk Snelle toegang.<br />
2. Selecteer Onder het lint weergeven in het menu. De werkbalk wordt nu onder het lint geplaatst.<br />
TIP: als u de werkbalk weer boven het lint wilt zetten, klikt u op de menupijl van de werkbalk Snelle<br />
toegang en selecteert u Boven het lint weergeven.<br />
Geavanceerde configuratie van de werkbalk Snelle toegang<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik op de zwarte pijl aan de rechterkant van de werkbalk Snelle toegang.<br />
2. Selecteer Meer opdrachten in het menu. Het dialoogvenster Aanpassen wordt weergegeven.<br />
215 ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
3. Gebruik het menu Opdrachten selecteren uit om de locatie van de gereedschappen te selecteren.<br />
Hiermee worden de gereedschappen gefilterd die beschikbaar zijn in de lijst Opdrachten.<br />
4. Selecteer de gewenste gereedschappen in de lijst Opdrachten en klik op Toevoegen om ze aan de<br />
werkbalk Snelle toegang vast te maken.<br />
5. Rangschik de gereedschappen in de kolom aan de rechterkant. Selecteer een gereedschap en<br />
gebruik de pijltoets Op of Neer om deze te verplaatsen.<br />
6. Klik op Beginwaarden als u de werkbalk Snelle toegang weer terug wilt zetten op de<br />
standaardinstellingen.<br />
7. Druk op de knop OK om uw wijzigingen op te slaan.<br />
216 ©<strong>Nitro</strong>
Het lint minimaliseren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kan worden geminimaliseerd, zodat uw werkruimte wordt vergroot bijvoorbeeld ideaal voor<br />
Netbooks en oudere beeldschermen met een lagere resolutie.<br />
Het lint minimaliseren:<br />
l Lint minimaliserenZoeken<br />
l Lint minimaliserenZoeken<br />
Hiermee wordt het lint weer ingeschakeld en wordt weer op volledige grootte weergegeven.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
217 ©<strong>Nitro</strong>
Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen<br />
Met PDF-bestanden kunt u een verzameling verschillende bestanden van diverse bronnen gemakkelijk<br />
samenvoegen en op nauwkeurige en betrouwbare wijze met anderen delen. Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u<br />
rapporten, spreadsheets, presentaties en nog veel meer tot één taak samenvoegen.<br />
l Bestanden samenvoegen in PDF<br />
Daarnaast beschikt u met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 over een complete set gereedschappen voor het opstellen en<br />
rangschikken van pagina's in PDF-bestanden, waaronder:<br />
l Pagina's bijsnijden of vergroten/verkleinen<br />
l Pagina's draaien<br />
l Pagina's ophalen<br />
l Pagina's verwijderen<br />
l Pagina's verplaatsen, rangschikken of in een andere volgorde zetten<br />
l Pagina's invoegen<br />
l Pagina's splitsen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
218 ©<strong>Nitro</strong>
Bestanden samenvoegen in PDF<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u PDF-bestanden en andere bestandstypen samenvoegen, zolang er een<br />
programma op uw computer is geïnstalleerd waarmee u dat bestandstype kunt weergeven. Niet-PDFbestanden<br />
worden door <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 op de achtergrond naar PDF-indeling geconverteerd, waarna alle<br />
PDF-bestanden in de opgegeven volgorde worden samengevoegd.<br />
Bestanden samenvoegen in PDF vanuit een map of vanaf het bureaublad<br />
1. Open de map met de bestanden die u wilt samenvoegen.<br />
2. Houd de Ctrl-toets ingedrukt en klik op de gewenste bestanden.<br />
3. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Ondersteunde bestanden samenvoegen in <strong>Nitro</strong> PDF.<br />
4. Klik op Op en Neer om de bestanden in de gewenste volgorde te zetten.<br />
5. Selecteer een optie in de lijst PDF-bestanden maken. Hierbij gelden de volgende richtlijnen:<br />
l Als het document een goede afdrukkwaliteit moet hebben, selecteert u Voor afdrukken.<br />
l Als de afdrukkwaliteit minder belangrijk is dan de bestandsgrootte, selecteert u Voor<br />
kantoor.<br />
l Als de bestandsgrootte beperkt moet blijven, selecteert u Voor web.<br />
6. Selecteer in de lijst PDF opslaan naar op welke locatie u het bestand wilt opslaan.<br />
7. Klik op Maken.<br />
Bestanden in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> samenvoegen in PDF<br />
1. Klik in het tabblad Home in de groep Creëren op Bestanden samenvoegen.<br />
2. Klik in het dialoogvenster Bestanden samenvoegen op de knop Bestanden toevoegen en<br />
selecteer en rangschik de bestanden die u wilt converteren.<br />
3. Selecteer een optie in de lijst PDF-bestanden maken. Hierbij gelden de volgende richtlijnen:<br />
l Als het document een goede afdrukkwaliteit moet hebben, selecteert u Voor afdrukken.<br />
l Als de afdrukkwaliteit minder belangrijk is dan de bestandsgrootte, selecteert u Voor<br />
kantoor.<br />
l Als de bestandsgrootte beperkt moet blijven, selecteert u Voor web.<br />
4. Selecteer in de lijst PDF opslaan naar op welke locatie u het bestand wilt opslaan.<br />
5. Klik op Maken.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
219 ©<strong>Nitro</strong>
Pagina's opstellen<br />
Het deelvenster Pagina's kan het rangschikken van pagina's in uw PDF-documenten een stuk<br />
gemakkelijker maken. Wanneer u dit deelvenster opent, ziet u een miniatuur van elke pagina, zodat u snel<br />
de gewenste pagina's kunt vinden en selecteren. Het deelvenster wordt links van het applicatievenster<br />
weergegeven.<br />
U kunt op een van de volgende manieren toegang krijgen tot de functies voor het<br />
rangschikken van pagina's:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Ga op het tabblad Bewerken naar het groepsmenu Pagina's.<br />
2. Klik op de tab Pagina's (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het applicatievenster) en<br />
klik vervolgens met de rechtermuisknop op een willekeurige pagina in het deelvenster Pagina's.<br />
220 ©<strong>Nitro</strong>
Pagina's bijsnijden of vergroten/verkleinen<br />
Met de functie Bijsnijden kunt u selecteren welk gedeelte van een pagina u wilt behouden en de overige<br />
delen verwijderen. Dit kan handig zijn om overbodige informatie in uw document te wissen of het formaat<br />
van de pagina's aan te passen. U kunt pagina's visueel bijsnijden met de functie Bijsnijden en het bij te<br />
snijden gebied verder verfijnen in het dialoogvenster Pagina's bijsnijden.<br />
Pagina's bijsnijden met de functie Bijsnijden<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Bijsnijden.<br />
2. Selecteer het gebied dat u wilt behouden door met de muisaanwijzer te slepen.<br />
3. Dubbelklik in het opgegeven gebied.<br />
4. Definieer de bijsnijdmarges in het dialoogvenster Pagina's bijsnijden en geef desgewenst op welke<br />
andere pagina's u wilt bijsnijden.<br />
5. Klik op Bijsnijden.<br />
221 ©<strong>Nitro</strong>
Pagina's draaien<br />
U hebt de functie voor het draaien van pagina's in de regel nodig wanneer een document staande en<br />
liggende pagina's bevat en de tekst op het scherm dus zowel in verticale als horizontale richting wordt<br />
weergegeven. Een PDF-document kan bijvoorbeeld verschillende pagina's met tekst bevatten, gevolgd<br />
door een tabel of grafiek waarin de tekst niet van links naar rechts maar van boven naar beneden loopt.<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u elke pagina draaien in stappen van 90°.<br />
U kunt pagina's op twee manieren draaien:<br />
l Draaien tijdens weergave: om alle pagina's in de weergegeven PDF tijdelijk te draaien<br />
l Permanent draaien: om de richting van een of meer pagina's in een document te wijzigen en uw<br />
wijzigingen op te slaan<br />
Een PDF-document tijdelijk draaien tijdens weergave<br />
1. Klik in het tabblad Home in de groep Beeld op Weergave draaien.<br />
Opmerking: de gedraaide weergave wordt niet opgeslagen wanneer u het document sluit.<br />
Pagina's in een PDF permanent draaien<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Draaien.<br />
2. Klik in de lijst Draaien op de gewenste rotatie.<br />
3. Geef op welke pagina's u wilt draaien en klik op de knop Draaien.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
222 ©<strong>Nitro</strong>
Pagina's ophalen<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u een of meer pagina's uit een PDF-document ophalen en snel een nieuw document<br />
met deze pagina's maken. Wanneer u de pagina's hebt opgehaald, kunt u ze desgewenst verwijderen uit<br />
het originele PDF-bestand.<br />
Pagina's ophalen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Ophalen.<br />
2. Selecteer het gewenste paginabereik in het dialoogvenster Pagina's ophalen.<br />
3. Schakel desgewenst het selectievakje Opgehaalde pagina's verwijderen in.<br />
4. Klik op Ophalen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
223 ©<strong>Nitro</strong>
Pagina's verwijderen<br />
In <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u snel een of meer pagina's uit uw PDF-document verwijderen. Hiervoor gebruikt u het<br />
deelvenster Pagina's of de functie Pagina's verwijderen.<br />
Pagina's verwijderen met de functie Pagina's verwijderen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Verwijderen.<br />
2. Selecteer het gewenste paginabereik in het dialoogvenster Pagina's verwijderen.<br />
3. Klik op Verwijderen.<br />
Pagina's verwijderen via het deelvenster Pagina's<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik op de tab Pagina's (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het applicatievenster) om<br />
het deelvenster Pagina's weer te geven.<br />
2. Houd CTRL ingedrukt en klik in het deelvenster Pagina's op de gewenste pagina's.<br />
3. Kik met de rechtermuisknop op de selectie en selecteer Pagina's verwijderen.<br />
4. Selecteer het gewenste paginabereik in het dialoogvenster Pagina's verwijderen.<br />
5. Klik op Verwijderen.<br />
224 ©<strong>Nitro</strong>
Pagina's in een andere volgorde zetten<br />
U kunt pagina's in uw PDF-bestanden gemakkelijk opnieuw rangschikken met de functies in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
In het deelvenster Pagina's kunt u de pagina's eenvoudig in de gewenste volgorde slepen.<br />
De volgorde van pagina's wijzigen in het deelvenster Pagina's<br />
1. Klik op de tab Pagina's (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het applicatievenster) om<br />
het deelvenster Pagina's weer te geven.<br />
2. Voer een van de volgende handelingen uit in het deelvenster Pagina's:<br />
l Als u één pagina wilt selecteren, klikt u op de pagina.<br />
l Als u meerdere niet-opeenvolgende pagina's wilt selecteren, houdt u de Ctrl-toets<br />
ingedrukt en klikt u op de respectieve pagina's.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Als u opeenvolgende pagina's wilt selecteren, klikt u op de achtergrond van het deelvenster<br />
Pagina's en sleept u een rechthoek rond de gewenste pagina's.<br />
3. Sleep de geselecteerde pagina('s) naar de gewenste positie in het document.<br />
225 ©<strong>Nitro</strong>
Pagina's invoegen<br />
Met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kunt u pagina's uit meerdere PDF's in één bestand samenvoegen. Tijdens het<br />
invoegproces kunt u kiezen of u een heel document of alleen een reeks pagina's wilt invoegen.<br />
Pagina's in een PDF invoegen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Invoegen.<br />
2. Selecteer het gewenste document in het dialoogvenster Openen.<br />
3. Klik op Openen.<br />
4. Selecteer in het dialoogvenster Pagina's invoegen een optie voor het paginabereik en geef op<br />
waar de pagina's in het bestand moeten worden geplaatst.<br />
5. Klik op Invoegen.<br />
226 ©<strong>Nitro</strong>
Pagina's splitsen<br />
De functie voor het splitsen van pagina's voorziet in geavanceerde hulpmiddelen waarmee u pagina's in<br />
bestaande PDF-bestanden kunt kopiëren en tot nieuwe PDF-bestanden kunt samenvoegen. De functie<br />
omvat de volgende opties:<br />
l Splitsen in groepen pagina's<br />
l Splitsen op bladwijzers<br />
l Splitsen op paginabereik<br />
Navigatieproblemen voorkomen<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Een veelvoorkomend probleem bij het splitsen van PDF-bestanden is dat de verbinding tussen de<br />
koppelingen en hun eindpunt wordt verbroken, omdat de koppelingen niet meer in het oorspronkelijke<br />
PDF-bestand staan of omdat de pagina's anders gerangschikt zijn. Met de geavanceerde functie voor het<br />
bijwerken van de navigatie-elementen worden alle bladwijzers, koppelingen en bestemmingen bijgewerkt<br />
om te zorgen dat deze goed blijven werken.<br />
227 ©<strong>Nitro</strong>
Splitsen in groepen pagina's<br />
U kunt PDF-bestanden opsplitsen in een set afzonderlijke PDF's, elk met een specifiek aantal pagina's. Als<br />
het originele bestand bijvoorbeeld 30 pagina's bevat en u het splitst in bestanden met elk 5 pagina's,<br />
worden 6 PDF's gemaakt.<br />
Een PDF in groepen pagina's splitsen<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Splitsen.<br />
2. Klik op de optie In bestanden van en geef op hoeveel pagina's elk nieuw bestand moet bevatten.<br />
3. Voer een of meer van de volgende handelingen uit in het vak Algemene opties:<br />
l Als het document bestemd is voor weergave op internet, selecteert u Snelle webweergave<br />
inschakelen.<br />
l Als u navigatie-elementen (zoals bladwijzers en hyperlinks) wilt omleiden naar de nieuwe<br />
locatie, selecteert u Navigatie-elementen bijwerken.<br />
l Als u identieke formuliervelden wilt ondersteunen, selecteert u Identieke formuliervelden<br />
ondersteunen.<br />
l Als u de PDF-titel wilt bijwerken met de naam van het uitvoerbestand, selecteert u Titel<br />
bijwerken met naam uitvoerbestand.<br />
l Selecteer een optie in de lijst Bladwijzers om op te geven hoe bladwijzers moeten worden<br />
weergegeven wanneer het nieuwe bestand wordt geopend.<br />
4. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Uitvoerbestemming en -bestandsnaam:<br />
l Als u de oorspronkelijke bestandsnaam als basisbestandsnaam voor de gesplitste<br />
bestanden wilt gebruiken, selecteert u Bestandsnaam gebruiken.<br />
l Om een nieuwe basisbestandsnaam op te geven, schakelt u het selectievakje Bestandsnaam<br />
gebruiken uit en typt u een nieuwe naam in het vak Basisbestandsnaam.<br />
5. Geef op hoe de bestandsnaam moet worden samengesteld door een optie in de lijst Toevoeging<br />
voor naam bestemmingsbestand te selecteren en zo nodig een beginnummer in te voeren.<br />
6. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Doelmap:<br />
l Als u de gesplitste PDF's in dezelfde map als het originele bestand wilt plaatsen, klikt u op<br />
Zelfde als bronmap.<br />
l Als u een nieuwe map voor de gesplitste PDF's wilt opgeven, selecteert u het keuzerondje In<br />
en klikt u op de knop Bladeren om een map te selecteren.<br />
7. Klik op Splitsen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
228 ©<strong>Nitro</strong>
Splitsen op bladwijzers<br />
U kunt één PDF in meerdere bestanden splitsen op basis van de bladwijzerhiërarchie en<br />
bladwijzerniveaus. Dit is vooral handig als uw bladwijzers gebaseerd zijn op de hoofdstukken en<br />
paragrafen en de structuur van uw PDF's.<br />
Opmerking: als er geen bestandsnaam is ingesteld wanneer u op bladwijzers splitst, worden de<br />
bestandsnamen van de resulterende PDF's afgeleid van de bladwijzertekst.<br />
Splitsen op bladwijzers<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Splitsen.<br />
2. Klik op de methode Op bladwijzers en voer het bladwijzerniveau (of de bladwijzerniveaus) in<br />
waarop het bestand moet worden gesplitst.<br />
3. Voer een of meer van de volgende handelingen uit in het vak Algemene opties:<br />
l Als het document bestemd is voor weergave op internet, selecteert u Snelle webweergave<br />
inschakelen.<br />
l Als u navigatie-elementen (zoals bladwijzers en hyperlinks) wilt omleiden naar de nieuwe<br />
locatie, selecteert u Navigatie-elementen bijwerken.<br />
l Als u identieke formuliervelden wilt ondersteunen, selecteert u Identieke formuliervelden<br />
ondersteunen.<br />
l Als u de PDF-titel wilt bijwerken met de naam van het uitvoerbestand, selecteert u Titel<br />
bijwerken met naam uitvoerbestand.<br />
l Selecteer een optie in de lijst Bladwijzers om op te geven hoe bladwijzers moeten worden<br />
weergegeven wanneer het nieuwe bestand wordt geopend.<br />
4. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Uitvoerbestemming en -bestandsnaam:<br />
l Als u de bladwijzernaam als bestandsnaam voor elk gesplitst bestand wilt gebruiken,<br />
selecteert u Bestandsnaam gebruiken.<br />
l Om een nieuwe basisbestandsnaam op te geven, schakelt u het selectievakje<br />
Bestandsnaam gebruiken uit en typt u een nieuwe naam in het vak Basisbestandsnaam.<br />
5. Geef op hoe de bestandsnaam moet worden samengesteld door een optie in de lijst Toevoeging<br />
voor naam bestemmingsbestand te selecteren en zo nodig een beginnummer in te voeren.<br />
6. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Doelmap:<br />
l Als u de gesplitste PDF's in dezelfde map als het originele bestand wilt plaatsen, klikt u op<br />
Zelfde als bronmap.<br />
l Als u een nieuwe map voor de gesplitste PDF's wilt opgeven, selecteert u het keuzerondje In<br />
en klikt u op de knop Bladeren om een map te selecteren.<br />
7. Klik op Splitsen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
229 ©<strong>Nitro</strong>
Splitsen op paginabereik<br />
De methode voor splitsen op paginabereik biedt extra flexibiliteit bij het splitsen van pagina's. Zo beschikt<br />
u over de volgende mogelijkheden:<br />
l Afzonderlijke pagina's splitsen in een of meer nieuwe bestanden<br />
l Een paginabereik splitsen in een of meer nieuwe bestanden<br />
l Pagina's en paginabereiken samenvoegen<br />
l Paginabereiken scheiden in afzonderlijke uitvoerbestanden<br />
l Ongewenste pagina's verwijderen<br />
l Overlappende paginabereiken gebruiken om meerdere bestanden te maken<br />
l Splitsen in even en oneven pagina's<br />
l Paginavolgorde omkeren<br />
Door paginanummers te combineren met eenvoudige parameters (komma's, streepjes, puntkomma's,<br />
'odd' en 'even'), kunt u opgeven welke pagina's moeten worden samengevoegd tot een nieuwe PDF en<br />
welke pagina's moeten worden gesplitst om een andere PDF te vormen.<br />
Parameter Functie Voorbeeld<br />
, paginascheidingsteken<br />
Met 1-20, 30-40 wordt één PDF gemaakt, bestaande uit<br />
pagina 1-20 en 30-40.<br />
- van/tot 1-5 plaatst pagina 1 t/m 5 in een nieuwe PDF.<br />
; bestandsscheidingsteken<br />
even even pagina's<br />
odd oneven pagina's<br />
Splitsen op paginabereik<br />
Met 1-20; 21-40 worden twee nieuwe PDF's gemaakt, een met<br />
pagina 1-20 en de andere met pagina 21-40.<br />
Met 1-20 even wordt één PDF gemaakt met de even pagina's<br />
uit het paginabereik 1-20.<br />
Met 1-20 odd wordt één PDF gemaakt met de oneven<br />
pagina's uit het paginabereik 1-20.<br />
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Splitsen.<br />
2. Klik op de optie Op paginabereik en voer het gewenste paginabereik in.<br />
3. Voer een of meer van de volgende handelingen uit in het vak Algemene opties:<br />
l Als het document bestemd is voor weergave op internet, selecteert u Snelle webweergave<br />
inschakelen.<br />
l Als u navigatie-elementen (zoals bladwijzers en hyperlinks) wilt omleiden naar de nieuwe<br />
locatie, selecteert u Navigatie-elementen bijwerken.<br />
l Als u identieke formuliervelden wilt ondersteunen, selecteert u Identieke formuliervelden<br />
ondersteunen.<br />
l Als u de PDF-titel wilt bijwerken met de naam van het uitvoerbestand, selecteert u Titel<br />
bijwerken met naam uitvoerbestand.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
230 ©<strong>Nitro</strong>
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Selecteer een optie in de lijst Bladwijzers om op te geven hoe bladwijzers moeten worden<br />
weergegeven wanneer het nieuwe bestand wordt geopend.<br />
4. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Uitvoerbestemming en -bestandsnaam:<br />
l Als u de oorspronkelijke bestandsnaam als basisbestandsnaam voor de gesplitste<br />
bestanden wilt gebruiken, selecteert u Bestandsnaam gebruiken.<br />
l Om een nieuwe basisbestandsnaam op te geven, schakelt u het selectievakje<br />
Bestandsnaam gebruiken uit en typt u een nieuwe naam in het vak Basisbestandsnaam.<br />
5. Geef op hoe de bestandsnaam moet worden samengesteld door een optie in de lijst Toevoeging<br />
voor naam bestemmingsbestand te selecteren en zo nodig een beginnummer in te voeren.<br />
6. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Doelmap:<br />
1. Als u de gesplitste PDF's in dezelfde map als het originele bestand wilt plaatsen, klikt u op<br />
Zelfde als bronmap.<br />
2. Als u een nieuwe map voor de gesplitste PDF's wilt opgeven, selecteert u het keuzerondje In<br />
en klikt u op de knop Bladeren om een map te selecteren.<br />
7. Klik op Splitsen.<br />
231 ©<strong>Nitro</strong>
Toegankelijkheid<br />
Tekst naar spraak<br />
Visueel gehandicapten kunnen tekst in PDF-bestanden openen met gebruik van de Microsofttechnologie<br />
Tekst naar spraak, die in Windows Vista en Windows 7 is geïntegreerd.<br />
OPMERKING: <strong>Nitro</strong> biedt geen ondersteuning voor Tekst naar spraak in versies ouder dan Windows<br />
Vista.<br />
Tekst naar spraak starten en stoppen:<br />
1. Open uw PDF-document in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Druk op Ctrl+Enter op uw toetsenbord om Tekst naar spraak in te schakelen.<br />
OPMERKING: In het eerste gesproken bericht wordt het huidige paginanummer genoemd,<br />
waarna de tekst op die pagina wordt voorgelezen.<br />
3. Druk nogmaals op Ctrl+Enter om Tekst naar spraak te stoppen.<br />
Tekst naar spraak pauzeren en hervatten:<br />
1. Wanneer een pagina wordt voorgelezen, drukt u op de spatiebalk om het voorlezen tijdelijk te<br />
stoppen.<br />
2. Druk nogmaals op de spatiebalk om het voorlezen weer te hervatten vanaf het punt waar het werd<br />
gestopt.<br />
De vorige of volgende alinea laten voorlezen:<br />
l Druk op de rechter Shift-toets+spatie op uw toetsenbord om de huidige alinea over te slaan en<br />
naar de volgende alinea te gaan.<br />
l Druk op de linker Shift-toets+spatie op uw toetsenbord om terug te gaan naar de vorige alinea.<br />
De huidige alinea herhalen:<br />
l Druk op de rechter Ctrl-toets+spatie als u de huidige alinea wilt herhalen.<br />
Tekst naar spraak in Windows configureren:<br />
1. Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Typ "Instellingen voor tekst naar spraak wijzigen" in het zoekvenster van het menu Start in<br />
Windows en klik op het eerste resultaat, of:<br />
1. Selecteer Configuratiescherm in het menu Start in Windows.<br />
2. Selecteer Spraakherkenning in het Configuratiescherm.<br />
3. Klik op Tekst naar spraak in de zijbalk.<br />
2. Stel de instellingen voor o.a. stemtype en leessnelheid naar wens in.<br />
3. Klik op Toepassen en vervolgens op OK om het dialoogvenster te sluiten.<br />
232 ©<strong>Nitro</strong>
TIP: voor een overzicht van de bedieningselementen voor Tekst naar spraak drukt u op uw<br />
toetsenbord op F2.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
233 ©<strong>Nitro</strong>
PDF-documenten afdrukken<br />
Als u een papieren exemplaar van uw PDF-document nodig hebt, kunt u het document vanuit <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
afdrukken.<br />
Een PDF-document afdrukken:<br />
1. Open uw PDF-document in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Selecteer in het menu Bestand de optie Afdrukken of Ctrl+P, of klik op Afdrukken in de werkbalk<br />
Snelle toegang. Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven.<br />
3. Geef de volgende opties op:<br />
l Printer:<br />
o Naam: selecteer een van de printers die op uw systeem is geïnstalleerd.<br />
o Eigenschappen: stel de voorkeursinstellingen voor de printer naar wens in.<br />
o Afdrukken: druk het document af met of zonder markeringen en stempels.<br />
Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie over<br />
aantekeningen en markeringen.<br />
o Alleen pagina's met markeringen afdrukken: pagina's zonder markeringen worden<br />
overgeslagen.<br />
l Paginabereik: geef de pagina's op die u naar de printer wilt sturen.<br />
o Subset: filter het opgegeven paginabereik: alle, oneven, of even.<br />
l Paginaverwerking:<br />
o Schaal aanpassen: de inhoud van de pagina's kan worden vergroot om de hele<br />
pagina te vullen, of verkleind als de inhoud buiten het afdrukbare gebied valt.<br />
Standaard wordt het afdrukgebied opgevuld; als er delen op de afdruk missen, kunt<br />
u deze instelling veranderen om de inhoud te verkleinen.<br />
o Meerdere pagina's: hiermee kunnen meerdere exemplaren van dezelfde pagina op<br />
één vel worden gedrukt.<br />
o Aantal: hiermee worden meerdere kopieën van iedere pagina afgedrukt.<br />
o Automatisch draaien: hiermee wordt de richting van de pagina automatisch<br />
aangepast om op het geselecteerde papierformaat te passen.<br />
o PDF-paginaformaat gebruiken: het papierformaat wordt automatisch geselecteerd<br />
4. Klik op OK.<br />
op basis van het PDF-paginaformaat.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
TIP: als u de gemaakte wijzigingen wilt controleren, kunt u door de pagina's van uw document<br />
bladeren in het gebied Voorbeeld.<br />
234 ©<strong>Nitro</strong>
PDF-documenten per e-mail verzenden<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 maakt het uiterst eenvoudig om een PDF-bestand per e-mail te verzenden door een nieuw<br />
bericht voor u op te stellen en het bestand automatisch als bijlage aan dit bericht te koppelen.<br />
PDF als e-mailbijlage verzenden<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Open uw PDF-document in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8.<br />
2. Klik in het menu Bestand op E-mailen als PDF-bijlage.<br />
3. Er wordt nu een e-mail samengesteld in uw standaard e-mailclient en uw PDF-document wordt als<br />
bijlage aan het bericht gekoppeld.<br />
4. Typ het bericht in het berichtvenster van de e-mail en klik op Verzenden.<br />
235 ©<strong>Nitro</strong>
Ongedaan maken en Opnieuw<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 biedt functies waarmee u uitgevoerde handelingen ongedaan kunt maken en de ongedaan<br />
gemaakte handelingen opnieuw kunt toepassen.<br />
Handeling ongedaan maken:<br />
Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Klik op Ongedaan maken in de werkbalk Snelle toegang.<br />
l Druk op Ctrl+Z<br />
Meerdere handelingen tegelijk ongedaan maken:<br />
1. Klik op de pijl naast Ongedaan maken. In het menu worden de handelingen weergegeven die u<br />
ongedaan kunt maken. De laatst uitgevoerde handelingen staan bovenaan.<br />
2. Selecteer de acties die u ongedaan wilt maken. Onderaan het menu wordt het aantal<br />
geselecteerde handelingen weergegeven.<br />
3. Klik op de muisknop om de geselecteerde handelingen ongedaan te maken.<br />
Ongedaan gemaakte handeling opnieuw uitvoeren:<br />
Voer een van de volgende handelingen uit:<br />
l Klik op Opnieuw in de werkbalk Snelle toegang.<br />
l Druk op Ctrl+Y<br />
Meerdere handelingen tegelijk opnieuw uitvoeren:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik op de pijl naast Opnieuw. In het menu worden de handelingen weergegeven die u opnieuw<br />
kunt uitvoeren. De laatst uitgevoerde handelingen staan bovenaan.<br />
2. Selecteer de acties die u opnieuw wilt uitvoeren. Onderaan het menu wordt het aantal<br />
geselecteerde handelingen weergegeven.<br />
3. Klik op de muisknop om de geselecteerde handelingen opnieuw uit te voeren.<br />
236 ©<strong>Nitro</strong>
Voorkeuren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kan naar wens worden geconfigureerd om de instellingen voor weergave, functies en<br />
conversie op uw werkproces af te stemmen.<br />
De voorkeuren openen:<br />
1. Selecteer Voorkeuren in het tabblad Bestand.<br />
2. Stel de opties in de twee delen van het dialoogvenster Voorkeuren naar wens in:<br />
o De optiecategorieën staan in de kolom aan de linkerkant. Druk op de knop + om de lijst uit<br />
te vouwen en de subcategorieën weer te geven.<br />
o De opties voor iedere categorie staan in het rechterdeel van het venster.<br />
Uitleg van de voorkeursinstellingen<br />
Commentaar: Pop-upnotities<br />
l Lettertype: hiermee wordt het standaardlettertype voor pop-upnotities en antwoorden ingesteld.<br />
l Lettertypegrootte: hiermee wordt de lettertypegrootte van de tekst op pop-upnotities vergroot<br />
of verkleind.<br />
l Transparantie: hiermee stelt u de mate van transparantheid van pop-upnotities in.<br />
Commentaar: Afdrukken en samenvatten<br />
De opties voor afdrukken en samenvatten hebben betrekking op de functies Opmerkingen samenvatten<br />
en Opmerkingen samenvatten en afdrukken, in het tabblad Controleren.<br />
l Volgorde opmerkingen: hier kunt u opgeven hoe de opmerkingen in de samenvattingstabel<br />
worden gesorteerd, waaronder de plaats op de pagina, auteur, tijd gemaakt/gewijzigd en type<br />
opmerking.<br />
l Lettertype: hiermee wordt het lettertype voor de informatie in de samenvatting ingesteld. Dit<br />
lettertype wordt zowel in de toelichtingen bij de opmerkingen als in de samenvattingstabel<br />
gebruikt.<br />
l Koptekstgrootte: hiermee wordt de grootte van de koptekst ingesteld. De koptekst wordt langs<br />
de bovenkant van iedere toelichting weergegeven en tevens langs de bovenkant van de<br />
samenvattingstabel.<br />
l Hoofdtekstgrootte: hiermee wordt de grootte van het tekstgedeelte ingesteld. Dit is de tekst van<br />
de inhoud van de opmerkingen in iedere rij van de samenvattingstabel en de tekst van de<br />
opmerking in iedere toelichting.<br />
l Lijnstijl: hiermee wordt de lijnstijl voor de aanwijzer ingesteld, die van de toelichtingen naar de<br />
oorspronkelijke locatie van de opmerking loopt.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Paginamarges: hiermee worden de kantlijnen van de pagina's van de samenvatting ingesteld. Met<br />
grote kantlijnen is er meer ruimte voor de toelichtingen, terwijl er met kleine kantlijnen meer van<br />
de PDF zichtbaar zal zijn.<br />
l Gegevens opmerkingen afdrukken: als deze optie is ingeschakeld, worden gegevens over de<br />
auteur en de tijd en datum dat de opmerking is gemaakt, in de samenvatting vermeld.<br />
l Pagina's zonder opmerkingen weglaten: als deze optie is ingeschakeld, worden alleen de<br />
pagina's met opmerkingen in de samenvatting opgenomen. Dit is vooral nuttig bij grote<br />
237 ©<strong>Nitro</strong>
documenten, aangezien pagina's zonder commentaar worden weggelaten in de weergave op het<br />
scherm of de afgedrukte samenvatting, zodat de samenvatting sneller wordt verwerkt.<br />
l Kader aan de originele pagina toevoegen: als dit is ingeschakeld wordt er een kader om de<br />
randen van de originele pagina getekend en komt de samenvattingsinformatie buiten dit kader te<br />
staan.<br />
l Breedte: hiermee wordt de breedte van de tekstvakken voor opmerkingen (rechts op de pagina)<br />
ingesteld.<br />
l Hoogte: hiermee wordt de hoogte van de tekstvakken voor opmerkingen (rechts op de pagina)<br />
ingesteld.<br />
Conversie: Afbeeldingen ophalen<br />
l Kleurenafbeeldingen ophalen als: sla opgehaalde kleurenafbeeldingen in de opgegeven<br />
bestandsindeling op, of selecteer Optimaal om de afbeeldingen automatisch in de meest geschikte<br />
indeling op te slaan.<br />
l Zwart/wit-afbeeldingen ophalen als: sla opgehaalde zwart/wit-afbeeldingen in de opgegeven<br />
bestandsindeling op, of selecteer Optimaal om de afbeeldingen automatisch in de meest geschikte<br />
indeling op te slaan.<br />
Conversie: Onbewerkte tekst<br />
l Onbewerkte tekst: houd tekst in dezelfde alineastructuur als in het oorspronkelijke document, of<br />
verwijder de structuur en exporteer tekst in regels van een aantal tekens, dat u hier kunt opgeven.<br />
l Kop- en voettekst: hiermee kunt u bepalen of de kop- en voetregels in de originele PDF wel dan<br />
niet worden geconverteerd.<br />
Conversie: Word en Rich Text Pagina-indeling<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Hoge bewerkbaarheid (met indeling): met deze optie wordt een bestand gemaakt dat redelijk<br />
bewerkbaar is, maar waarin tegelijkertijd het uiterlijk van de originele PDF behouden is gebleven.<br />
De indeling van de tekst, grafische afbeeldingen en alinea's worden allemaal nagebootst en het<br />
uitvoerbestand is in kolommen ingedeeld voor visuele overeenkomst met het origineel.<br />
l Hoge bewerkbaarheid (enkele kolom): met deze optie wordt een bestand geproduceerd dat in<br />
hoge mate kan worden bewerkt, inclusief de structuur en indeling van het document. De indeling<br />
van de tekst, grafische afbeeldingen en alinea's worden allemaal nagebootst, maar er worden geen<br />
kolommen gebruikt om de inhoud in te delen.<br />
l Nauwkeurig ingedeeld: met deze optie maakt u een bestand dat er precies hetzelfde uitziet als de<br />
PDF. Hierbij worden tekstkaders gebruikt om de inhoud zo nauwkeurig mogelijk in te delen. Deze<br />
optie is ideaal wanneer de visuele kwaliteit van het bestand het belangrijkste is en er weinig of<br />
geen wijzigingen aangebracht hoeven te worden.<br />
l Originele indeling behouden met gebruik van aangepaste tekenafstand: <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> voegt indien<br />
nodig meer spaties in om te zorgen dat de positie van de tekst op de pagina zo nauwkeurig<br />
mogelijk is.<br />
l Pagina's automatisch draaien op basis van tekstrichting: als er op een pagina tekst wordt<br />
aangetroffen met een niet-standaard tekstrichting, wordt de pagina gedraaid om de tekst weer<br />
horizontaal te zetten.<br />
238 ©<strong>Nitro</strong>
Conversie: Word en Rich Text Afbeeldingen<br />
l Automatisch verankeren: hiermee wordt automatisch de beste methode voor het verankeren van<br />
afbeeldingen bepaald, op basis van het type inhoud dat in de PDF wordt aangetroffen.<br />
l Aan alinea verankeren: afbeeldingen worden aan de dichtstbijzijnde alinea verankerd. Hierdoor<br />
wordt het makkelijker om de inhoud te bewerken, aangezien de afbeeldingen met de alinea mee<br />
worden verplaatst. Deze optie werkt goed met de optie 'Hoge bewerkbaarheid (met indeling).<br />
l Aan pagina verankeren: Afbeeldingen worden op een vaste plaats in de geëxporteerde pagina<br />
verankerd, op precies dezelfde plaats als in de PDF-pagina. Deze optie werkt goed met de optie<br />
'Nauwkeurig ingedeeld'.<br />
l Alleen inline-afbeeldingen: hiermee worden alleen afbeeldingen die tussen woorden en op<br />
dezelfde letterlijn als de tekst zijn geplaatst, geconverteerd. Andere afbeeldingen worden niet<br />
geconverteerd.<br />
Conversie: Word en Rich Text Tabellen<br />
l Tabellen detecteren: met deze optie wordt inhoud die in de PDF in tabellen is ingedeeld<br />
automatisch gedetecteerd en wordt deze in het geëxporteerde bestand naar tabellen<br />
geconverteerd.<br />
Conversie: Word en Rich Text Kop- en voettekst<br />
l Kop- en voetregels detecteren en herstellen: hiermee worden kop- en voetteksten automatisch<br />
gedetecteerd en geconverteerd naar kop- en voetteksten in het geëxporteerde bestand.<br />
l Verwijderen: inhoud die in kop- en voetteksten is opgenomen, wordt niet in het geëxporteerde<br />
bestand opgenomen.<br />
l Kop- en voetregels niet detecteren: inhoud die als kop- en voettekst wordt gedetecteerd, wordt<br />
als normale inhoud geconverteerd en in de hoofdtekst van het geëxporteerde document<br />
geplaatst.<br />
Conversie: Excel<br />
l Tabellen uitvoeren naar een enkel Excel-werkblad: tabellen die in het PDF-bestand worden<br />
gedetecteerd, wordt naar een enkel Excel-werkblad geconverteerd in plaats van naar afzonderlijke<br />
werkbladen.<br />
l Bestandsindeling: converteer alle PDF-tabellen naar .xlsx- of naar .xlm-bestanden.<br />
Conversie: Geavanceerd tekstherstel<br />
l Alle tekst: voer een geavanceerde optische tekstherkenning uit op alle tekst in het document.<br />
l Alleen probleemtekst: voer alleen een geavanceerde optische tekstherkenning uit op tekst in het<br />
document waarvoor dit nodig is.<br />
l Geen: negeer gedetecteerde tekst waarin zich problemen voordoen.<br />
l Beeldbestanden: gescande documenten worden vóór de conversie met OCR verwerkt, zodat de<br />
tekst in beeldbestanden wordt herkend.<br />
PDF maken van HTML<br />
l Kop- en voettekst weergeven: hiermee wordt de kop- en voettekst weergegeven zoals dit op de<br />
afgedrukte HTML zou verschijnen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
239 ©<strong>Nitro</strong>
l Koptekst: onderdruk de standaard koptekst door uw eigen tekst. Hier kunnen afdrukcodes voor<br />
Internet Explorer worden gebruikt.<br />
l Voettekst: onderdruk de standaard voettekst door uw eigen tekst. Hier kunnen afdrukcodes voor<br />
Internet Explorer worden gebruikt.<br />
PDF maken van Microsoft Excel<br />
l Koppelingen converteren: converteer alle actieve webkoppelingen naar actieve hyperlinks in het<br />
PDF-bestand.<br />
l Bladwijzer voor ieder blad maken: hiermee wordt een bladwijzer met de naam van ieder veld aan<br />
het PDF-bestand toegevoegd.<br />
l Pagina passend maken: het PDF-paginaformaat wordt aangepast, zodat alle inhoud op één<br />
pagina past.<br />
l Alle bladen opnemen: hiermee worden alle vellen in de conversie naar PDF opgenomen.<br />
PDF maken van Microsoft PowerPoint<br />
l Koppelingen converteren: converteer alle actieve webkoppelingen naar actieve hyperlinks in het<br />
PDF-bestand.<br />
l Bladwijzer voor iedere dia maken: hiermee wordt een bladwijzer met de naam van iedere dia aan<br />
het PDF-bestand toegevoegd.<br />
l Dia's inlijsten: hiermee wordt iedere dia in het PDF-bestand ingelijst in een kader.<br />
l Indeling: kies hoe de dia's in het PDF-bestand gepresenteerd moeten worden.<br />
PDF maken van Microsoft Publisher<br />
l Koppelingen converteren: converteer alle actieve webkoppelingen naar actieve hyperlinks in het<br />
PDF-bestand.<br />
PDF maken van Microsoft Word<br />
l Koppelingen converteren: converteer alle actieve interne en webkoppelingen naar actieve links in<br />
het PDF-bestand.<br />
l Koppen naar bladwijzers converteren: hiermee worden de koppen in Word gebruikt als<br />
bladwijzerstructuur in het PDF-bestand.<br />
Digitale handtekening: Vormgeving<br />
Digitale handtekeningen kunnen op eenvoudige wijze worden aangepast, zodat alleen de informatie die<br />
u wilt weergeven zichtbaar is. Zo kunt u bijvoorbeeld alleen uw fysieke handtekening weergeven, of uw<br />
bedrijfslogo of andere afbeeldingen bij uw handtekening tonen.<br />
Digitale handtekening Tijdstempelservers<br />
Voor extra beveiliging kunnen digitale handtekeningen een tijdstempel van een onafhankelijke,<br />
vertrouwde instantie bevatten. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kan een tijdstempelserver gebruiken om te garanderen dat de<br />
tijdstempel nauwkeurig en veilig is; de systeemklok van een computer kan niet altijd worden vertrouwd,<br />
aangezien deze klok door een gebruiker kan worden veranderd.<br />
Formulieren<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Veldwaarden automatisch berekenen: de werking van een PDF-viewer is afhankelijk van het<br />
aantal complexe en onderling afhankelijke berekeningen die in een PDF-formulier worden<br />
240 ©<strong>Nitro</strong>
uitgevoerd. Schakel deze voorkeur uit als u dit soort formulieren veel gebruikt, of als u weet dat u<br />
een soortgelijk formulier gaat invullen.<br />
l Formuliervelden markeren: soms is het moeilijk een PDF-formulier in te vullen, omdat het niet<br />
altijd meteen duidelijk is welke delen van het bestand moeten worden ingevuld. Als deze voorkeur<br />
is ingeschakeld en het formulier wordt in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 geopend, worden alle formuliervelden<br />
weergegeven met de achtergrondkleur die hier is opgegeven.<br />
l Markeringskleur: de kleur die wordt gebruikt als Formuliervelden markeren is ingeschakeld.<br />
l Kleur Verplicht veld: de kleur die wordt gebruikt voor velden die verplicht ingevuld moeten<br />
worden als Formuliervelden markeren is ingeschakeld.<br />
l Dubbelklikken op formulierveld: bij het opstellen van formulieren zijn er twee manieren op de<br />
instellingen voor de hoofdeigenschappen en vormgeving te openen: via het contextlint<br />
Eigenschappen (aan de bovenkant van het scherm), of via het dialoogvenster Eigenschappen (dat<br />
als een apart venster wordt geopend). Met deze voorkeur kunt u kiezen welke van deze twee<br />
methoden u wilt gebruiken wanneer u dubbelklikt op een formulierveld om dit te bewerken.<br />
Algemeen<br />
l Standaardprogramma's instellen: Windows gebruikt <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 als het standaardprogramma<br />
voor het openen van PDF-bestanden.<br />
l Status geopende document opslaan om de: PDF-bestanden die geopend zijn als het programma<br />
onverwachts wordt afgesloten, worden hersteld in de staat zoals ze voor het laatst zijn<br />
opgeslagen.<br />
l Handje kan tekst en afbeeldingen selecteren: hiermee kunt u het handje gebruiken om alle typen<br />
inhoud van het document te selecteren.<br />
l Afbeeldingen vóór tekst selecteren...: als het document tekst en afbeeldingen bevat die elkaar<br />
overlappen, wordt de afbeelding het eerst geselecteerd.<br />
l Tekst zonder opmaak kopiëren: hiermee wordt tekst zonder de aanwezige opmaak naar het<br />
klembord gekopieerd.<br />
l Tekst met opmaak kopiëren: tekst wordt met de aanwezige opmaak naar het klembord<br />
gekopieerd.<br />
l Paginarotatie negeren: selecteer de paginaweergave voor het lezen van PDF-documenten.<br />
l Standaardpag.weergave: selecteer de paginaweergave voor het lezen van PDF-documenten.<br />
l Standaard zoom: selecteer hier de standaardvergroting/verkleining voor het lezen van PDF-<br />
Identiteit<br />
documenten.<br />
l Sla uw persoonlijke gegevens op, zodat ze gebruikt kunnen worden om automatisch bepaalde<br />
Interface<br />
velden in te vullen, zoals de aantekeningsgegevens.<br />
l Uitgebreide knopinfo tonen: toont gedetailleerde informatie over een gereedschap wanneer u de<br />
muis op de bijbehorende knop plaatst.<br />
l Toelichting tonen boven dialoogvensters: hiermee wordt de samenvatting met de beschrijving<br />
van de functie van een dialoogvenster getoond of verborgen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l WebDav-gerelateerde infobalkberichten tonen: toont een bericht in de infobalk als<br />
netwerkproblemen van invloed zijn op het openen en verwerken van het PDF-bestand.<br />
l Informatiebalk tonen als document formuliervelden bevat: toont een bericht in de infobalk<br />
wanneer u een PDF-document met interactieve formuliervelden opent.<br />
241 ©<strong>Nitro</strong>
l Informatiebalk tonen als JavaScript wordt gedetecteerd, maar is uitgeschakeld in Voorkeuren:<br />
toont een bericht in de infobalk om u te helpen herinneren JavaScript in te schakelen om het<br />
scriptonderdeel van een PDF-bestand te openen.<br />
l Informatiebalk tonen als document is gecertificeerd: toont een bericht in de infobalk wanneer u<br />
een gecertificeerd PDF-document opent.<br />
l Informatiebalk tonen als document is beveiligd: toont een bericht in de infobalk wanneer u een<br />
PDF-document met beveiligingsbeperkingen opent.<br />
l Infobalkberichten over ingesloten lettertypen tonen geeft bij het bewerken van tekst informatie<br />
over ingesloten lettertypen en het gebruik ervan.<br />
l Informatiebalk tonen als het een beeldbestand of gescand document is: toont een bericht als<br />
het PDF-bestand een gescand document is, of als dit tekst in beeldformaat bevat.<br />
l Kleurenschema: selecteer Blauw, Zwart of Zilver voor het kleurenschema van de vensters, menu's<br />
en dialoogvensters in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
l Tekstgrootte bladwijzers: hiermee kunt u de grootte van bladwijzerlabels in het deelvenster<br />
Bladwijzers instellen.<br />
l Laatste weergave-instellingen herstellen als documenten opnieuw worden geopend: als u een<br />
PDF-document opnieuw opent, gaat u automatisch meteen naar de laatste pagina die u de vorige<br />
keer bekeek en wordt tevens het gebruikte zoomniveau hersteld. Deze instelling is standaard<br />
uitgeschakeld en onderdrukt de instelling Paginaweergave in het PDF-bestand, waarmee de<br />
openingspagina wordt gespecificeerd.<br />
l Maximumaantal documenten in geschiedenislijst: geef op voor hoeveel recent geopende<br />
bestanden het paginanummer en zoomniveau moet worden geregistreerd; het maximum is 25.<br />
l Maximumaantal documenten in de lijst Laatst gebruikt: geef het aantal documenten op (max.<br />
10) dat in het menu Bestand onder Laatst gebruikte documenten moet worden getoond.<br />
Internettoegang<br />
l Ik wil een lijst vertrouwde sites opgeven: geef een PDF-bestand wel of geen toestemming om<br />
verbinding te maken met het internet.<br />
l Alle websites toestaan: alle PDF-bestanden krijgen onbeperkt toegang tot het internet.<br />
l Alle websites blokkeren: toegang tot het internet wordt geblokkeerd wanneer een PDF-bestand<br />
verbinding probeert te maken.<br />
l Toegang tot de volgende websites...: typ het adres van een website in het tekstveld en klik op<br />
Toestaan om hier onbeperkte toegang aan toe te wijzen.<br />
l Bewerken: klik op het adres van een website in de uitzonderingenlijst en klik dan op Bewerken om<br />
dit adres te wijzigen.<br />
l Verwijderen: klik op het adres van een website in de uitzonderingenlijst en klik dan op<br />
Verwijderen om dit adres uit Toegangsbeheer te verwijderen.<br />
l Altijd vragen: voor PDF-bestanden die verbinding maken met websites die niet in<br />
Toegangsbeheer zijn opgegeven, is goedkeuring vereist.<br />
l Toegang blokkeren: hiermee wordt de toegang van PDF-bestanden tot alle websites die niet in<br />
JavaScript<br />
Toegangsbeheer staan, geblokkeerd.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l JavaScript uitschakelen: sommige PDF-documenten bevatten ingesloten JavaScript dat gevaren<br />
voor de beveiliging veroorzaakt. Schakel het selectievakje JavaScript uitschakelen in om JavaScript<br />
om beveiligingsredenen uit te schakelen of om aan het ICT-beleid van uw bedrijf te voldoen.<br />
242 ©<strong>Nitro</strong>
Paginaweergave:<br />
l Standaardpag.weergave: geef op hoe pagina's worden weergegeven voor PDF-bestanden die<br />
geen vooraf gedefinieerde paginaweergave hebben.<br />
l Standaard zoom: geef het zoomniveau op voor PDF-bestanden waarvoor de<br />
vergroting/verkleining niet vooraf is gedefinieerd.<br />
l Standaardinst. dubbele pag.: geef op of de eerste pagina van een PDF-bestand links of rechts<br />
moet verschijnen als de optie Dubbele pagina's wordt gebruikt.<br />
l Paginadraaiing negeren voor kop- en voetteksten en watermerken: als de hoofdpagina is<br />
gedraaid, blijven kop- en voetteksten of watermerken in hun oorspronkelijke stand staan.<br />
l Lijndikten negeren: alle lijnen in een PDF-bestand krijgen allemaal de minimale dikte, om de<br />
kwaliteit van de weergave te verbeteren.<br />
Invoegtoepassingsbeheer:<br />
OCR<br />
l Invoegtoepassingsbeheer: geeft een lijst van invoegtoepassingen weer die u kunt in- of<br />
uitschakelen voor <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
l Schuine beelden corrigeren: hiermee wordt alle tekst die in het document schuin of scheef staat,<br />
rechtgezet. (Dit wordt veelal veroorzaakt doordat het document niet goed is uitgelijnd tijdens het<br />
scannen.)<br />
l Vaste drempelwaarde: om tekst van een achtergrond te kunnen onderscheiden, wordt het<br />
histogram van een beeld geanalyseerd. Met een vaste drempelwaarde wordt dezelfde eindwaarde<br />
op het gehele beeld toegepast, in plaats dat de tekst dynamisch wordt gezocht. De percentages<br />
geven het punt aan waarop het contrast tussen zwart en wit ideaal is om tekst te herkennen,<br />
waarbij 0% volledig zwart is en 100% volledig wit. Deze instelling wordt aanbevolen voor beelden<br />
met variërende achtergronden, of met achtergronden waarvan de tint of kleurschakering<br />
verandert. Voor algemenere OCR-handeling wordt u aanbevolen de vaste drempelwaarde uit te<br />
schakelen.<br />
l Tekstrichting detecteren: pagina's die 90, 180 of 270 gedraaid zijn, worden automatisch<br />
gecorrigeerd.<br />
l Kleurenbeeld afvlakken: gebruik deze optie om de kleuren van het beeld af te vlakken, om<br />
artefacts van de JPEG-comprimering te verwijderen en de herkenning te verbeteren.<br />
l Taal: selecteer de taal die gebruikt moet worden voor tekstherkenning.<br />
l Kwaliteit:<br />
l Laag (snel): dit is de ideale optie als de tekst op het gescande document helder en duidelijk<br />
te herkennen is. Met deze instelling worden scans snel uitgevoerd.<br />
l Middelmatig (medium): met deze optie wordt de herkenning nauwkeuriger uitgevoerd<br />
dan met Laag en duurt het scannen enigszins langer.<br />
l Hoog (langzaam): deze instelling is geschikt voor het scannen van tekst die moeilijk te<br />
herkennen is. Met deze instelling worden complexere methoden voor tekstherkenning<br />
toegepast en duurt het scannen merkbaar langer.<br />
l Beelden verkleinen: als onderdeel van de OCR-bewerking kunt u de resolutie van uw gescande<br />
beelden verlagen, zodat het uitgevoerde PDF-document kleiner is. Door uw bestand te verkleinen<br />
wordt uw document minder goed leesbaar.<br />
l Beeldcompressiefactor: hoe hoger de comprimering van een beeld, des te kleiner het resulterende<br />
PDF-bestand is.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
243 ©<strong>Nitro</strong>
QuickSign<br />
l QuickSign-handtekening omzetten in zwart/wit: afbeeldingen die als QuickSignhandtekeningen<br />
zijn geïmporteerd, worden hiermee automatisch omgezet in zwart/wit.<br />
Eenheden en raster<br />
l Standaardeenheden: geef de standaardmaateenheden, zoals paginamarges, op die in de<br />
gereedschappen moet worden gebruikt.<br />
l Raster tonen: hiermee toont of verbergt u het raster in het documentvenster.<br />
l Uitlijnen op raster: als u de plaats van voorwerpen zoals plakbriefjes en tekst verandert, zullen ze<br />
met deze functie automatisch op de dichtstbijliggende rasterlijn worden uitgelijnd.<br />
l Rasterlijnkleur: hiermee stelt u de kleur van de rasterlijnen in.<br />
l Rasterafmetingen: geef de afmetingen voor het raster op (hoogte, breedte, rasterafstand,<br />
onderverdelingen).<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
TIP: u kunt de maateenheden voor de rasterwaarden wijzigen door de instelling Standaardeenheden in het<br />
gedeelte Eenheden en raster te veranderen.<br />
244 ©<strong>Nitro</strong>
Help-opties<br />
In het tabblad Help van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 vindt u verschillende functies, waarmee u toegang krijgt tot de<br />
productdocumentatie en andere online hulpbronnen, zoals de Knowledge Base en het gebruikersforum.<br />
De groepen in het tabblad Help<br />
Help<br />
l <strong>Gebruikershandleiding</strong>: hiermee wordt de handleiding die u nu leest geopend. U kunt dit<br />
document ook openen door op F1 te drukken.<br />
l Learning Center: in het <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 Learning Center vindt u een korte samenvatting en leert u hoe<br />
u de meest voorkomende taken uitvoert.<br />
Online support<br />
l Premium ondersteuning: als u Premium ondersteuning bij uw licentie voor <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 heeft<br />
gekocht, kunt u via deze service ondersteuning aanvragen.<br />
l Knowledge Base: hiermee wordt uw standaard webbrowser gestart en wordt automatisch de<br />
online Knowledge Base geopend, waarin u oplossingen voor bekende problemen en<br />
gedetailleerde uitleg van andere concepten kunt vinden.<br />
l Vraag stellen: hiermee krijgt u toegang tot de online gemeenschap van gebruikers van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong><br />
8. U kunt deelnemen aan gesprekken over PDF-technologieën en andere onderwerpen die in de<br />
PDF-wereld spelen.<br />
l Ideeën delen: heeft u ideeën voor verbeteringen aan <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8? Wij stellen uw suggesties zeer op<br />
prijs en streven ernaar om alle ideeën voor verbetering van het product te integreren.<br />
l Bugs doorgeven: met deze functie kunt u bugs of problemen die u ondervindt melden.<br />
<strong>Pro</strong>duct<br />
l Verbeteringsprogramma: u kunt ons helpen meer inzicht te krijgen in de manier waarop u werkt<br />
door de software toestemming te geven anonieme informatie over uw gebruikspatronen aan ons<br />
door te geven. Deze informatie bevat geen persoonlijke of privé-gegevens, maar uitsluitend<br />
gegevens over de functies die u het meest gebruikt.<br />
l Support-functies: een reeks functies voor het oplossen van problemen met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 en he<br />
opnieuw installeren van de afzonderlijke onderdelen, zoals <strong>Nitro</strong> PDF Creator.<br />
l Op updates controleren: controleer of er updates beschikbaar zijn, of dat u de nieuwste versie<br />
gebruikt van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
l Info over <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8: hier kunt u informatie over de softwareversie, de webadressen van <strong>Nitro</strong> en<br />
de licentie bekijken.<br />
Demo verlopen (verschijnt alleen als <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 niet is geactiveerd)<br />
l Nu online kopen: hiermee kunt u een licentie voor <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 kopen bij de online winkel van <strong>Nitro</strong><br />
(internetverbinding vereist).<br />
Licentieverlening (verschijnt alleen als <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 is geactiveerd)<br />
l Volumelicenties: meer informatie over hoe u het beste licentiepakket voor <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 krijgt, voor<br />
gebruik in het hele bedrijf.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
245 ©<strong>Nitro</strong>
Onverwachte afsluiting<br />
Storingsrapport<br />
Als er een probleem optreedt in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 en het programma wordt gesloten, wordt er een<br />
gedetailleerd storingsrapport verzonden. Aan de hand hiervan kunnen de technici van <strong>Nitro</strong> het<br />
probleem verder onderzoeken. Na een storing kan de volgende informatie worden verzonden:<br />
l Gedetailleerd rapport: wordt automatisch gegenereerd.<br />
l Optionele samenvatting: een korte beschrijving van de manier waarop u <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 gebruikte<br />
toen de storing zich voordeed.<br />
l Uw e-mailadres: zodat ons ondersteuningsteam u op de hoogte kan houden van het probleem.<br />
l PDF-bestand delen: upload het PDF-bestand dat in <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 was geopend toen de storing zich<br />
voordeed.<br />
AutoHerstel bij storing<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 herstelt zich na een onverwachte afsluiting en zorgt dat u weer kunt doorgaan op het punt<br />
waarop de storing zich voordeed. Na een onverwachte afsluiting worden de volgende onderdelen<br />
automatisch hersteld:<br />
l Geopende PDF-bestanden: alle PDF-bestanden die geopend waren op het moment van de<br />
storing, worden automatisch geopend wanneer het programma weer wordt gestart. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8<br />
l Weergavestatus: herstelde PDF-bestanden worden op dezelfde pagina, op hetzelfde focuspunt en<br />
met hetzelfde zoomniveau weergegeven.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Niet opgeslagen wijzigingen: zelfs als u uw werk niet had opgeslagen voordat de storing in <strong>Nitro</strong><br />
<strong>Pro</strong> 8 optrad, blijven alle niet opgeslagen wijzigingen in uw PDF-bestand bewaard.<br />
OPMERKING: verdere informatie over het in- en uitschakelen van AutoHerstel kunt u vinden in het<br />
hoofdstuk Voorkeuren in deze gebruikershandleiding.<br />
246 ©<strong>Nitro</strong>
Learning Center<br />
De handleiding Learning Center verschaft een kort overzicht, aan de hand waarvan u snel kunt leren hoe<br />
u met <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 de meest algemene taken kunt uitvoeren. Dit is het ideale beginpunt voor nieuwe<br />
gebruikers om bekend te raken met het programma.<br />
Het venster Learning Center wordt automatisch geopend wanneer u <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 voor het eerst start, en<br />
kan tevens handmatig worden geopend en permanent worden in- of uitgeschakeld.<br />
Het dialoogvenster Learning Center openen<br />
1. Klik op het tabblad Help in het groepsmenu Help op Learning Center.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Het venster Learning Center niet weergeven wanneer <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> wordt geopend<br />
1. Open het dialoogvenster Learning Center.<br />
2. Klik op het selectievakje Niet weergeven bij opstarten in de rechterbovenhoek van het venster.<br />
247 ©<strong>Nitro</strong>
Online-Help<br />
Met vragen of problemen kunnen gebruikers terecht bij de <strong>Nitro</strong>-hulpbronnen hieronder, die<br />
toegankelijk zijn via http://www.nitropdf.com/support/.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Knowledge Base. Biedt een archief van veelgestelde vragen en oplossingen voor problemen. Stel<br />
een nieuwe vraag, meld een probleem of draag een idee voor verbetering aan.<br />
l Premium Support. Voor hulp kunt u rechtstreeks contact opnemen met de medewerkers van ons<br />
supportteam. Bij alle aankopen krijgt u 30 dagen gratis toegang tot Premium Support, en bij<br />
aanschaf van softwareverzekering krijgt u 12 maanden onbeperkt toegang.<br />
248 ©<strong>Nitro</strong>
Support-functies<br />
De Support-functies bieden u een snelle methode voor het verzamelen van technische gegevens die van<br />
pas kunnen komen wanneer u de hulp van het <strong>Nitro</strong> PDF-ondersteuningsteam inroept. U kunt de<br />
Support-functies ook gebruiken om de printer <strong>Nitro</strong> PDF Creator opnieuw te installeren of om de<br />
Microsoft Office-invoegtoepassingen bij te werken.<br />
Technische gegevens verzamelen<br />
1. Klik in het tabblad Help in het groepsmenu <strong>Pro</strong>duct op Support-functies.<br />
2. Klik op de knop Opslaan naar bestand in het dialoogvenster Gereedschappen voor<br />
ondersteuning.<br />
3. Selecteer een locatie voor het bestand van de Support-functies en klik op Opslaan.<br />
4. Verzend het zojuist opgeslagen ZIP-bestand samen met uw vraag of probleemmelding.<br />
De printer <strong>Nitro</strong> PDF Creator opnieuw installeren<br />
1. Klik in het tabblad Help in het groepsmenu <strong>Pro</strong>duct op Support-functies.<br />
2. Klik in het tabblad PDF maken op <strong>Nitro</strong> PDF Creator 2.<br />
Microsoft Office-invoegtoepassingen bijwerken<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
1. Klik in het tabblad Help in het groepsmenu <strong>Pro</strong>duct op Support-functies.<br />
2. Selecteer op het tabblad PDF maken de gewenste Microsoft Office-invoegtoepassingen.<br />
3. Klik op Invoegtoepassingen bijwerken.<br />
249 ©<strong>Nitro</strong>
Bijlage<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
In de volgende onderwerpen wordt achtergrondinformatie gegeven over <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 en tevens enige<br />
technische informatie over PDF-bestanden:<br />
l Aantekeningenlaag en inhoudslaag<br />
l Ingesloten lettertypen<br />
250 ©<strong>Nitro</strong>
Aantekeningenlaag en inhoudslaag<br />
In een PDF-bestand ligt de aantekeningenlaag boven de inhoudslaag, te vergelijken met een glasplaat op<br />
een gedrukt vel papier.<br />
De inhoudslaag bevat afbeeldingen, formuliervelden en het grootste deel van de tekst. Als u een Worddocument<br />
naar PDF converteert, bevat de inhoudslaag de inhoud die de oorspronkelijke auteur heeft<br />
geschreven. Veel PDF-bestanden bevatten uitsluitend een inhoudslaag.<br />
Commentaar en markeringen worden hier in een aparte laag, de aantekeningenlaag, overheen gelegd.<br />
Aantekeningen zijn gescheiden van de hoofdinhoud van de pagina in het PDF-bestand. Ze kunnen<br />
worden bewerkt, verplaatst of verwijderd zonder dat dit van invloed is op de inhoud van de inhoudslaag.<br />
Wanneer een PDF-bestand wordt opgeslagen, worden de aantekeningenlaag en de inhoudslaag in<br />
hetzelfde bestand opgeslagen, maar als afzonderlijke objecten. Zo kan iedereen de aantekeningen op<br />
eenvoudige wijze veranderen zonder hiermee de inhoud te veranderen.<br />
OPMERKING: aantekeningen omvatten de volgende objecten, die u via het tabblad Controleren kunt<br />
beheren:<br />
l Notities<br />
l Vormen: pijl, rechthoek, ovaal, lijn, wolk, veelhoek, veelhoekslijn<br />
l Tekeningen<br />
l Tekstvakken<br />
l Toelichtingen<br />
l Stempels<br />
l Getypte tekst met de functie Tekst typen<br />
l Formuliervelden<br />
l Koppelingen<br />
Voorbeelden<br />
l Wijzigingen aan een briefhoofd veranderen de inhoudslaag van het document.<br />
l Functies zoals het invullen van informatie in formulieren en uw handtekening toevoegen worden<br />
in de aantekeningenlaag uitgevoerd. Het formulier zelf, bijvoorbeeld onderdelen zoals 'Naam' en<br />
'Adres', wordt hiermee niet permanent gewijzigd.<br />
TIP: u kunt in een oogopslag zien welke delen van een PDF-document in de aantekeningenlaag zitten:<br />
l Als u het Handje of het selectiegereedschap over een aantekening beweegt, verandert de vorm<br />
van de cursor in een zwarte pijl.<br />
l Als u op een aantekening klikt, worden de randen van de aantekening aangegeven met een<br />
begrenzingsvak met rode selectiegrepen.<br />
l Klik en sleep de aantekening als u deze wilt verplaatsen.<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
251 ©<strong>Nitro</strong>
Tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatsen<br />
Tekst kan op de volgende manieren van de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag worden verplaatst,<br />
m.a.w. worden 'afgevlakt':<br />
l Selectie afvlakken: de geselecteerde tekst wordt van de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag<br />
verplaatst<br />
l Alles afvlakken: alle inhoud wordt van de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatst<br />
l Opslaan als --> Afgevlakte PDF: hiermee worden alle aantekeningen in het document naar de<br />
inhoudslaag verplaatst en wordt de PDF in één enkele stap afgevlakt en opgeslagen in het<br />
opgegeven bestand<br />
Afdrukopties<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Als u een PDF-bestand afdrukt, wordt standaard de inhoudslaag afgedrukt. Het afdrukken van de<br />
aantekeningenlaag is optioneel. U kunt selecteren of u alleen het document wilt afdrukken, het<br />
document met de tekstmarkeringen, of het document en de stempels.<br />
Verdere informatie over het beheren van tekst in de aantekeningenlaag en in de inhoudslaag kunt u<br />
vinden in Tekst toevoegen of bewerken.<br />
252 ©<strong>Nitro</strong>
Ingesloten lettertypen<br />
Lettertypen insluiten<br />
Afhankelijk van de instellingen die tijdens het maken van een PDF-bestand zijn gebruikt, kunnen de<br />
eigenschappen van lettertypen sterk variëren. Dit kan uw mogelijkheid om met tekst in het PDF-bestand<br />
te werken, sterk beïnvloeden. Vooral PDF's met subset-lettertypen kunnen problemen veroorzaken<br />
wanneer er nog enkele laatste correcties nodig zijn.<br />
Door lettertypen in te sluiten, kan het PDF-bestand nauwkeurig op het scherm worden weergegeven en<br />
worden afgedrukt. Als u bij het bewerken van een PDF-bestand een bepaald lettertype wilt gebruiken,<br />
moet dit op uw systeem zijn geïnstalleerd.<br />
In PDF-bestanden kunnen drie niveaus van insluiting worden gebruikt:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
l Geen insluiting. Zonder ingesloten lettertypen ontstaan de kleinste bestanden, aangezien er<br />
geen lettertypen in de PDF zijn opgeslagen. Het nadeel is echter dat de PDF er op andere schermen<br />
totaal anders uit kan zien, afhankelijk van de gebruikte lettertypen. Wanneer populaire lettertypen<br />
in een PDF zijn gebruikt (zoals Times New Roman, Arial, Times, Courier en Symbol), zal de PDF er<br />
ongeveer hetzelfde uitzien als het origineel, aangezien deze lettertypen op praktisch elke<br />
computer zijn geïnstalleerd. Gebruikt u echter een speciaal lettertype dat uw ontvangers niet op<br />
hun systeem hebben, dan zal uw document er heel anders uitzien dan het bestand dat u hebt<br />
samengesteld.<br />
l Subset insluiten. Hiermee wordt alleen het deel van ieder lettertype ingesloten dat in het<br />
brondocument is gebruikt, dus alleen die tekens die nodig zijn om het origineel te reproduceren.<br />
Aangezien slechts een deel van het hele lettertype in de PDF is ingesloten, kunnen tekens die niet<br />
in de originele PDF zijn ingesloten, niet worden getypt. Als u bijvoorbeeld probeert de letter X in te<br />
voeren terwijl deze letter niet in het originele document voorkomt, wordt deze letter niet<br />
ingevoegd. De reden waarom gebruik wordt gemaakt van ingesloten subsets, is dat gebruikers<br />
willen dat hun bestanden er precies zo uitzien als ze zijn ontworpen en tegelijkertijd zo klein<br />
mogelijk blijven; een volledig ingesloten lettertype maakt het bestand aanzienlijk groter.<br />
l Lettertype insluiten. Het hele lettertype wordt in de PDF ingesloten. Dit vergroot het PDFbestand,<br />
maar het is wel de beste optie als de tekst rechtstreeks in de PDF moet kunnen worden<br />
bewerkt, aangezien alle lettertype-informatie beschikbaar is.<br />
TIP: Als u een overzicht van alle lettertypen in een PDF en de methoden van insluiting wilt weergeven,<br />
drukt u op Ctrl+D of klikt u met de rechtermuisknop (met het Handje) op een willekeurige plaats in het<br />
document en selecteert u Documenteigenschappen. Selecteer het tabblad Lettertypen in het<br />
dialoogvenster Documenteigenschappen.<br />
Als u de lettertype-eigenschappen van geselecteerde tekst in een PDF wilt bekijken, klikt u met de<br />
rechtermuisknop op de tekst terwijl het gereedschap Bewerken actief is, en selecteert u<br />
Eigenschappen bewerken. Het dialoogvenster Teksteigenschappen wordt weergegeven. Onder aan<br />
het venster wordt informatie over ingesloten lettertypen weergegeven.<br />
253 ©<strong>Nitro</strong>
Licenties en activering<br />
Wat is activering?<br />
Bij activering wordt uw serienummer in onze database gecontroleerd om na te gaan of u een officiële<br />
kopie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> heeft. Vervolgens wordt uw softwarelicentie geactiveerd en kunt u het product<br />
gebruiken. De activering is anoniem; er is geen persoonlijke informatie benodigd en er worden geen<br />
gegevens aan <strong>Nitro</strong> of zijn partners gestuurd.<br />
OPMERKING: u kunt ook een demoversie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> downloaden, die u zonder activering 14 dagen<br />
kunt gebruiken. Gedurende deze tijd heeft u de beschikking over alle functionaliteit van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong>.<br />
Waar staat mijn serienummer ?<br />
Uw serienummer kan op verschillende plaatsen staan, afhankelijk van waar/wanneer u <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> heeft<br />
gekocht.<br />
1. Besteld via de nitropdf.com webwinkel:<br />
AFZENDER<br />
ONDERWERPREGEL<br />
PLAATS VAN HET SERIENUMMER<br />
2. <strong>Pro</strong>duct in een winkel gekocht, in de doos:<br />
E-mails ontvangen na juni<br />
2008<br />
cs@cleverbridge.com<br />
woensdag 25 juli 2012<br />
Referentienr. xxxxxxx: Uw<br />
<strong>Nitro</strong>-order maandag 16<br />
juli 2012<br />
In de tekst van het bericht,<br />
aangegeven met<br />
"serienummer" maandag 9<br />
juli 2012<br />
E-mails ontvangen voor<br />
juni 2008<br />
Orderinformatie –<br />
onderdeel 5<br />
Licentiesleutel voor<br />
<br />
In de tekst van het<br />
bericht, aangegeven met<br />
"licentiesleutel".<br />
l Uw serienummer staat op de achterkant van de envelop met de installatie-cd. Het serienummer<br />
wordt aangegeven met ”serienummer”.<br />
3. <strong>Pro</strong>duct besteld bij een <strong>Nitro</strong>-wederverkoper, of via het VS-verkoopkantoor, voor elektronische<br />
levering:<br />
l Uw serienummer staat in de e-mail ter bevestiging van uw order.<br />
4. <strong>Pro</strong>duct besteld bij een <strong>Nitro</strong>-wederverkoper, of via het VS-verkoopkantoor, voor fysieke levering:<br />
l Uw serienummer staat op een etiket aan de binnenkant van het cd-doosje met de installatie-cd.<br />
Notaties van het serienummer:<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
Voor iedere nieuwe versie wordt de notatie van de serienummers gewijzigd. Aan de hand van het<br />
volgende overzicht kunt u bepalen welke versie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 met uw serienummer kan worden<br />
254 ©<strong>Nitro</strong>
geactiveerd:<br />
1. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8: xxxxxx-xxxxxx-xxxxxx (alleen nummers)<br />
2. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 (EN): xxxxxxx-xxxxxx-xxxxxx (alleen nummers)<br />
3. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 7 (DE, ES, FR, IT, NL): NP7xxxxxxxxxxxxxxx (alfanumeriek)<br />
4. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 6 (EN): xxxxxxx-xxxxxx-xxxxxx (alleen nummers)<br />
5. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 6 (DE, ES, FR, IT, NL): NP6xxxxxxxxxxxxxxx (alfanumeriek)<br />
6. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 5: NPPxxxxxxxxxxxxxxx (alfanumeriek)<br />
7. <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 4: xxxx-xxxx-xxxx-xxxx-xxxx-xxxx-xxxx-xxxx (alfanumeriek)<br />
<strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong> 8 - User Guide<br />
OPMERKING: controleer dat u voor activering het serienummer gebruikt dat bij uw versie van <strong>Nitro</strong> <strong>Pro</strong><br />
hoort.<br />
255 ©<strong>Nitro</strong>