30.07.2013 Views

Download hier het persdossier (23 pagina's) als pdf

Download hier het persdossier (23 pagina's) als pdf

Download hier het persdossier (23 pagina's) als pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Van 12 maart tot 1 september 2013<br />

Tentoonstelling in <strong>het</strong> Belgisch Stripcentrum<br />

Willy Vandersteen vertelt<br />

Willy Vandersteen, de bedenker van Suske en Wiske en een<br />

hele reeks andere populaire reeksen die hij zelf tekende tot<br />

hij ze toevertrouwde aan zijn Studio, werd op 15 februari<br />

1913 geboren in Antwerpen, in de wijk Seefhoek, een<br />

paradijs voor kunstenaars en verhalenvertellers. Wie had<br />

toen kunnen weten dat deze zoon van een beeldhouwer ooit<br />

even beroemd zou worden <strong>als</strong> Hendrik Conscience, de<br />

populairste Vlaamse schrijver van zijn tijd? Als kind droomt<br />

hij van Buffalo Bill en Nick Carter, van Jules Verne en diens<br />

eerste boek ‘Vijf weken in een luchtballon’. Later, van De<br />

Rode Ridder tot Robert en Bertrand, dat geïnspireerd was op<br />

een ander lievelingsboek uit zijn jeugd, ontwikkelde Willy<br />

Vandersteen een tekenstijl die veel ruimte liet voor <strong>het</strong><br />

verhaal. Zijn verhalen zijn rechtstreeks geïnspireerd op de<br />

volksliteratuur en vervolgverhalen, ze zijn intrigerend en<br />

zitten vol verrassingen, zijn humor is niet vies van enige<br />

onzin en de algemene context van zijn verhalen laat veel plaats voor <strong>het</strong> sociale aspect. Bij<br />

Willy Vandersteen is <strong>het</strong> stripverhaal meer dan ooit een literair genre.<br />

Curator: Daniel Couvreur<br />

In samenwerking met Peter Janda en met de familie Vandersteen Standaard Uitgeverij, en<br />

met de steun van <strong>het</strong> Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />

Persinfo: Willem De Graeve: willem.degraeve@stripmuseum.be - +32 (0)2 210 04 33<br />

of www.stripmuseum.be/nl/pers, login: comics + paswoord: smurfs


Inleiding van de tentoonstelling<br />

Willy de verteller<br />

Willy Vandersteen wordt geboren in 1913, in<br />

de Seefhoek, een pittoreske Antwerpse wijk<br />

die bekendstaat om haar ‘Seef’, een<br />

goedkoop biertje. De kleine Willy is bij zijn<br />

geboorte zo breekbaar dat hij in een<br />

sigarenkistje past. In <strong>het</strong> kersenpitschieten is<br />

hij geen held, maar hij blinkt uit in <strong>het</strong><br />

krijttekenen en is de beste verteller van de<br />

school van de Broeders Samaritanen. Deze<br />

tafelspringer heeft altijd wel een spannend verhaal over een spookkasteel of een<br />

ridderavontuur achter de hand. De meeste punten behaalt hij voor tekenen en opstellen. En<br />

<strong>het</strong> blijkt onmogelijk om serieus te blijven <strong>als</strong> hij in de buurt is.<br />

Op dertienjarige leeftijd gaat Willy avondlessen tekenen volgen aan de Academie voor<br />

Schone Kunsten. Bij de scouts leert hij de natuur te observeren en hij ontdekt er ook, in Le<br />

Boy-Scout belge, de avonturen van Totor die getekend worden door Hergé. Hij tekent voor<br />

zijn plezier <strong>het</strong> vervolg van <strong>het</strong> verhaal. Hij begint te werken <strong>als</strong> houtbewerker maar door de<br />

crisis van de jaren 1920 is hij gedwongen zijn kandidatuur te stellen voor een baan <strong>als</strong><br />

etalagist in <strong>het</strong> Innovation warenhuis. In zijn vrije tijd verslindt hij de belevenissen van Kuifje<br />

en Prins Vaillant. Hij slaagt erin zijn eerste stripverhaal, Kitty Inno, korte komische strips<br />

over een blonde verkoopster, te laten publiceren in <strong>het</strong> personeelsblad van de Innovation. In<br />

1941 zoekt Wonderland, de jeudgbijlage van de krant De Dag, tekenaars ter vervanging van<br />

de strips Mickey en Krazy Kat, die door de Duitse bezetter verboden waren. Vandersteen<br />

stelt Tor de holbewoner voor, een held uit de prehistorie die al gauw opgevolgd wordt door<br />

Pudifar de kater, een verre neef van Krazy Kat. Niet lang daarna geeft hij zijn baan <strong>als</strong><br />

etalagist op en gooit zich helemaal op zijn tekenwerk. In <strong>het</strong> magazine Bravo kan hij de<br />

belevenissen van Tori, een kleine holbewoner, plaatsen en daarna die van Simbat de<br />

Zeerover, een mollige piraat waarin we al trekken van Lambik herkennen. Dan daagt een<br />

vriend hem uit om een eerste album te tekenen - in zeven dagen en zeven nachten. Met de<br />

hulp van sterke koffie tekent hij Piwo, <strong>het</strong> houten paard, dat leven wordt ingeblazen dankzij<br />

de magie van de Bonga-indianen. Zijn stijl valt in de smaak bij de Standaard Uitgeverij die bij<br />

hem vier albums van Zoo bestelt. Deze avonturen van een kleine jongen en zijn zusje zijn de<br />

eerste voorlopers van Suske en Wiske…<br />

Ondertussen heeft Vandersteen ook Floche en Flache gelanceerd, twee knotsgekke<br />

verzetsstrijders, in <strong>het</strong> Franstalige jeugdblad Franc-Jeu. Hij werkt in de belevenissen van Bill<br />

et Sam aux Philippines <strong>het</strong> thema van de oorlog in de Stille Zuidzee uit en schrijft met<br />

Inspecteur Briket een humoristisch detectiveverhaal. Het eveneens Franstalige, Brusselse<br />

tijdschrift Perce-Neige doet een beroep op hem voor de strips van de trapper Bill Bing of <strong>het</strong><br />

geklungel van Peggy, de kleine Schotse terriër. Op 30 maart 1945 komt De Nieuwe<br />

Standaard voor <strong>het</strong> eerst met Rikki en Wiske. De lezers reageren enthousiast op dit<br />

spionageverhaal in Chocowakije. In de tweede aflevering verdwijnt Rikki van <strong>het</strong> toneel en<br />

komt er een andere dappere jongen in de plaats: Suske, die Wiske heeft leren kennen in Op<br />

<strong>het</strong> eiland Amoras, waar de Mageren en de Vetten strijden om de macht. Met Suske en<br />

Wiske stelde Vandersteen <strong>het</strong> recept voor zijn populaire volkshelden op punt. Hun avonturen


leverden De Standaard 25.000 extra abonnees op en vanaf 1948 deed ook <strong>het</strong> dagblad<br />

Kuifje op hen een beroep om zijn lezerspubliek uit te breiden.<br />

Dit succes werkte aanstekelijk en zette zelfs de katholieke kerk ertoe aan haar standpunt in<br />

verband met stripverhalen te herzien. De geestelijken hadden de papieren helden er lang<br />

van verdacht de jeugd aan te zetten tot luiheid en domheid. Maar bij Vandersteen<br />

weerspiegelden ze net <strong>het</strong> tegengestelde: moed en solidariteit. Dit zet Kerkelijk Leven zelfs<br />

aan de Nieuwe avonturen van Lambik te publiceren, waarin Suske en Wiske alles in <strong>het</strong> werk<br />

stellen om hun vriend opnieuw op <strong>het</strong> rechte pad te brengen. De auteur laat zien dat <strong>het</strong><br />

stripverhaal een echte vorm van literatuur is, zij <strong>het</strong> getekend: “Ik heb mezelf altijd meer<br />

beschouwd <strong>als</strong> verteller dan <strong>als</strong> tekenaar. Ik vertel eerst graag een verhaal, of ik schrijf <strong>het</strong><br />

op, voordat ik <strong>het</strong> ga tekenen.” Na <strong>het</strong> succes van Suske en Wiske volgen al snel andere<br />

successen zo<strong>als</strong> De familie Snoek, Bessy, De Rode Ridder en Robert en Bertrand.<br />

Vandersteen stierf op 77-jarige leeftijd. Op dat moment had hij met zijn studio's meer dan<br />

1.800 albums geproduceerd. Als je al die tekeningen achter elkaar zou leggen krijg je bijna<br />

honderd kilometer stripverhaal!<br />

Daniel Couvreur,<br />

Curator van de tentoonstelling<br />

Willy Vandersteen, Suske en Wiske, De Briesende Bruid


1913-2013<br />

Willy Vandersteen vertelt<br />

Een tentoonstelling van <strong>het</strong> Belgisch Stripcentrum<br />

Curator : Daniel Couvreur<br />

Teksten: Daniel Couvreur<br />

Vertalingen: Bureau Philotrans<br />

Correcties : Tine Anthoni<br />

Beheer originelen : Nathalie Geirnaert en Dimitri Bogaert<br />

Grafische vormgeving: Pierre Saysouk<br />

Drukwerk: Sadocolor<br />

Scenografie: Jean Serneels<br />

Realisatie: Jean Serneels, Stéphane Regnier en de ploeg van <strong>het</strong> BSC<br />

Communicatie: Willem De Graeve, Valérie Constant<br />

In samenwerking met Peter Janda, de Familie Vandersteen en Standaard Uitgeverij<br />

Met de steun van <strong>het</strong> Brussels Hoofdstedelijk Gewest<br />

Het Belgisch Stripcentrum bedankt Edith Andriesse, Fred Butaye , Roger Decadt, Johan De<br />

Smedt, Paul Geerts, Luc Goossens, Karoline Hofmans, Peter Janda, Eefje Marijt, Dirk<br />

Mertens, Ilona Nieboer, Nathalie Siereveld, Helena Vandersteen, Michel Van Beneden,<br />

Nikoline Van der Werf, Ellen Van Schaik, Helene Visser en vele anderen


De teksten van de tentoonstelling<br />

1.Willy Vandersteen aan de hand van zijn verhalen<br />

1941:<br />

- Pudifar. Deze schattige streepjeskat, geïnspireerd op Krazy Kat, slaat voor <strong>het</strong> eerst haar<br />

klauwen uit in de jeugdbijlage Wonderland van de krant De Dag. Na acht weken verandert<br />

ze van naam en wordt ze Barabitje.<br />

- Tor. De gags zonder woorden van deze karikatuur van Robinson Crusoe verschenen in<br />

dezelfde jeugdbijlage.<br />

1943:<br />

- Piwo. Dit kleine houten paardje is de held van <strong>het</strong> eerste<br />

album van Willy Vandersteen. Hij tekende <strong>het</strong> in zeven dagen<br />

en zeven nachten. De bestelling voor dit album had hij<br />

gekregen dankzij Maurice Lambrechts, zijn vriend bij de<br />

scouts, die werkte voor de uitgeverij Ons Volk. Er volgen nog<br />

twee delen: Piwo en de paardendieven en Piwo bij de Zoeloes.<br />

1944:<br />

- Bert de lustige trekker. Deze held verschijnt voor <strong>het</strong><br />

eerst in <strong>het</strong> weekblad De Rakker.<br />

- Peerke Sorgloos. Dit personage is een burgermannetje dat<br />

slachtoffer is van de rantsoenering tijdens de bezetting. Zijn<br />

ongelukkige avonturen maken de lezers van De Illustratie aan<br />

<strong>het</strong> lachen.<br />

- Lancelot. De avonturen van deze jonge ridder verschijnen<br />

na de Bevrijding in Bravo. De magische belevenissen duren tot in 1946 en een aantal<br />

avonturen van Lancelot zouden opnieuw gebruikt worden in <strong>het</strong> eerste album van Suske en<br />

Wiske, Het eiland Amoras.<br />

1945:<br />

- Bill en Sam. Deze twee helden voeren oorlog in de Stille Oceaan in Franc Jeu, een<br />

geïllustreerd weekblad voor de jeugd.<br />

- Simbat. Deze zeerover laat <strong>het</strong> zwaard spreken in <strong>het</strong> stripmagazine Bravo en is <strong>als</strong><br />

personage de voorloper van Lambik.<br />

- Zoo. Vier geïllustreerde jeugdboeken met in de hoofdrollen een jongen en zijn zus, die<br />

getekend zijn <strong>als</strong> de toekomstige Suske en Wiske.<br />

- Tori. De avonturen van deze holbewoner, die 60.000 jaar vC geboren is, worden<br />

gepubliceerd in Bravo.<br />

- Rikki en Wiske. Willy Vandersteen ontwierp deze personages<br />

voor een serieproject. Hij noemde zijn held Suske maar de<br />

uitgever van De Nieuwe Standaard herdoopte hem Rikki, tegen<br />

<strong>het</strong> advies van de auteur in. Het eerste verhaal speelt zich af in<br />

Chocowakije, waar Rikki de bokser Bukovin uitdaagt. Rikki en<br />

Wiske weerspiegelen de Vlaamse spot en de Belgische humor. Ze<br />

hebben onmiddellijk veel succes.<br />

- Suske en Wiske. De sterpersonages van Willy Vandersteen<br />

beginnen hun carrière op 19 december 1945, nauwelijks vier<br />

dagen na <strong>het</strong> einde van <strong>het</strong> eerste avontuur van Rikki en Wiske. Willy Vandersteen stuurt


Rikki uit om schoenen te gaan kopen; we zien hem niet meer terug en aan de zijde van<br />

Wiske verschijnt Suske, op Het eiland Amoras in De Nieuwe Standaard.<br />

- Ridder Gloriant. Deze koene ridder laat de zwaarden kletteren in Ons Volkske.<br />

- De familie Snoek. In een stijl die dicht aanleunt bij de Amerikaanse cartoons is de familie<br />

Snoek een sociale satire van een Vlaamse burgerfamilie in de jaren 1950. De reeks kent een<br />

enorm succes in De Nieuwe Standaard en er verschenen <strong>23</strong> albums van.<br />

1946:<br />

- Tops. De waakhond<br />

- Poppy et Maggy. Deze verre familie van Suske en Wiske is voor <strong>het</strong> eerst te zien in <strong>het</strong><br />

jeugdmagazine Le Petit Monde. Aan hun carrière komt een einde in januari 1947, na twee<br />

fantastische reizen.<br />

- Le Fantôme du château. In dit verhaal, dat gepubliceerd wordt in Le Petit Monde, komt<br />

een personage voor dat de voorloper is van ’t Prinske in <strong>het</strong> dagblad Kuifje.<br />

- Wippy. Voorvader van Yakari. Deze kleine indiaan is een van de talrijke sympathieke<br />

creaties van Willy Vandersteen voor Le Petit Monde.<br />

- Het Rode Masker. Met dit verhaal waagt Willy<br />

Vandersteen zich aan <strong>het</strong> realistische tekenwerk in<br />

Ons Volkske…<br />

- De heldentocht der Bataven. De auteur<br />

illustreert in Ons Volkske de weerstand van <strong>het</strong><br />

Bataafse volk tegen de Romeinse legioenen van<br />

Julius Caesar tijdens de Gallische Oorlog.<br />

- De zwarte panter. Het relaas van de aankomst<br />

van de eerste Hollandse kolonisten in Zuid-Afrika in<br />

Ons Volkske.<br />

- Marscommando's op aarde. Willy Vandersteen<br />

geeft voor Ons Volkske toe aan de space-operarage.<br />

- De vrolijke bengels. Deze ploeg kwajongens<br />

geeft <strong>het</strong> volle pond in twee albums.<br />

1947<br />

- Riri et Miette. Deze twee andere familieleden van Suske en Wiske zouden <strong>het</strong> slachtoffer<br />

worden van <strong>het</strong> verdwijnen van <strong>het</strong> tijdschrift Le Petit Monde, maar <strong>het</strong> scenario van hun<br />

onderbroken avontuur zal door Willy Vandersteen hergebruikt worden in <strong>het</strong> Suske en Wiskealbum<br />

De vliegende aap.<br />

- Bert Trekkers. Deze reeks reisgags werd gelanceerd in <strong>het</strong> tijdschrift van de Vlaamse<br />

Toeristenbond, De Toerist.<br />

- Het veenspook. Een spannend verhaal voor volwassenen in een griezelige sfeer,<br />

gepubliceerd in Ons Volk.<br />

- De blauwe kreeft. Een realistisch verhaal in Ons Volk.


- De eerste maanraket. In deze sciencefictionnovelle die verschenen is in Ons Volk, wordt<br />

de mensheid in gevaar gebracht door een waanzinnige geleerde.<br />

- De staalblauwe Boeddha. Een politieverhaal voor Ons Volk waarvan <strong>het</strong> est<strong>het</strong>ische<br />

aspect nauw aanleunt bij Milton Caniff.<br />

- De weerwolf. Interpretatie van de mythe voor Ons<br />

Volk door Vandersteen in Suske en Wiske-stijl<br />

- Het gouden masker. Een schattenjacht in de<br />

Afrikaanse jungle die in Ons Volk verschenen is.<br />

- Tanjar de Viking. Tanjar is eveneens voor <strong>het</strong> eerst<br />

te zien in Ons Volk en is <strong>het</strong> eerste ontwerp van<br />

Jerommeke.<br />

- Willem Tell. Het leven van de held van de Zwitserse<br />

onafhankelijkheidsstrijd, verteld in Ons Volk.<br />

- Tijl Uilenspiegel. De legende van Tijl, de Vlaamse<br />

weerstander tegen de Spaanse bezetting van de<br />

Nederlanden onder Karel de Vijfde, een monument in<br />

de Belgische literatuur van de hand van Charles De<br />

Coster, waarvan Willy Vandersteen een grafisch<br />

juweeltje heeft gemaakt in Ons Volk, Kuifje en Tintin.<br />

- Het verzonken rijk. Een realistisch verhaal in Ons<br />

Volk, geïnspireerd op Atlantis.<br />

- Tussen water en vuur. Willy Vandersteen is<br />

geïnteresseerd in de helden van de prehistorie vóór Timour, Tounga en Rahan in Ons Volk,<br />

Ons Volkske en Kuifje.<br />

- De wolvenval. Gags.<br />

1948<br />

- De Jonge Brigand. Dit patriottische verhaal over de Vlaamse helden van 1798 plaatst<br />

God, vrijheid en vaderland tegenover de Franse veroveraar die de kerken sluit.<br />

- Dr Jeckyll en Mr Hyde. Een bewerking van de beroemde novelle van Robert Louis<br />

Stevenson voor Ons Volk.<br />

- De avonturen van Lambik. De sologags van de stille detective van Suske en Wiske<br />

werden voor <strong>het</strong> eerst gepubliceerd in <strong>het</strong> parochieblad Kerkelijk Leven, in de maand oktober<br />

en lopen verder in Ons Volk. De Standaard Uitgeverij zou er 7 albums van publiceren.<br />

1949<br />

- De Pantoscaaf. Een avontuur dat geïnspireerd is op de wereld van de scouts voor <strong>het</strong><br />

studentenmaandblad De Knape, in een stijl die nauw aansluit bij die van Hergé en waarin<br />

Willy Vandersteen de Pantoscaaf ontwerpt, een toestel dat kan vliegen, onder water kan<br />

varen en onder de grond kan reizen. Hij doet dienst <strong>als</strong> prototype voor de Terranef van<br />

professor Barabas in De knokkersburcht, de 27e episode van Suske en Wiske.<br />

1952<br />

- Judi. Deze held is geïnspireerd op <strong>het</strong> Oude Testament en de meest spectaculaire<br />

passages van de Heilige Schrift en wordt bedacht samen met Karel Verschuere. Zijn<br />

religieuze initiatiereis doorheen Mesopotamië zou 5 afleveringen tellen: De zondvloed, Het<br />

wrekende vuur, De onderkoning, De zwervers en Het beloofde land, dat Karel Verschuere<br />

helemaal alleen zou realiseren.


- Bessy. Een eerbetoon aan de beroemde hond Lassie. Bessy<br />

heeft de trekken van de collie van Willy Vandersteen en heeft<br />

dezelfde naam. Met haar meester Andy neemt zij deel aan de<br />

verovering van de Far West. De reeks werd op 24 december<br />

gelanceerd in La Libre Belgique tegen een ritme van twee strips<br />

per dag en ze kende in Duitsland een fenomenaal succes.<br />

Studio Bessy zou 164 albums in <strong>het</strong> Nederlands publiceren, 151<br />

in <strong>het</strong> Frans en bijna duizend in <strong>het</strong> Duits!<br />

1953<br />

- 't Prinske. Deze voorvechter van de Belgische surrealistische humor regeert over <strong>het</strong><br />

prinsdom Marmeladië in <strong>het</strong> weekblad Kuifje, waarin hij de held is van 300 gags.<br />

- Fort Amsterdam. Het imaginaire vervolg op de avonturen van Tijl Uilenspiegel. Deze<br />

tweede episode heeft geen enkel verband met de originele roman van Charles De Coster.<br />

Willy Vandersteen stuurt Tijl op veroveringstocht naar Amerika met de Hollanders, met de<br />

medewerking van zijn eerste assistent, Karel Verschuere, Bob De Moor van de Studio Hergé<br />

en Tibet, die later Chick Bill en Ric Hoc<strong>het</strong> zou creëren.<br />

1958<br />

- Het plezante circus. Met Gus de clown, Dodu de acrobaat, Carlo de goochelaar… Dit<br />

geestige circus is <strong>het</strong> imaginaire vervolg op De Vrolijke Bengels, waarvan de 188 gags<br />

gepubliceerd worden in Junior en Ons Volkske, waarna ze ook in drie albums verzameld<br />

worden.<br />

- De lustige zwervers. Job en Bob, verdedigers van de onderdrukten, worden getekend<br />

voor Junior en Ons Volkske, en zijn de voorlopers van Robert en Bertrand.<br />

- De gags van Wiske. Belofte, <strong>het</strong> maandbad van de vrouwelijke afdeling van de<br />

katholieke arbeidersjeugd, maakt van Wiske een soloheldin.<br />

1959<br />

- De Rode Ridder. Johan, verdediger van weduwen en wezen, staat altijd klaar om er<br />

keihard tegenaan te gaan om de wereld te redden. Zijn geestelijke vader is romanschrijver<br />

Leopold Vermeiren. Willy Vandersteen heeft <strong>het</strong> verhaal bewerkt tot strip en gestoffeerd met<br />

legendes van de Ridders van de Ronde Tafel van Koning Arthur, een van zijn favoriete<br />

boeken. Hij begint zijn carrière <strong>als</strong> stripheld in Het Nieuwsblad en zou dankzij de Studio's<br />

Vandersteen meer dan tweehonderd avonturen beleven.<br />

1960<br />

- Jerom. Jerom dook voor <strong>het</strong> eerst op in een verhaal van Suske en Wiske: De dolle<br />

musketiers. In <strong>het</strong> begin choqueerde hij de lezers met zijn onbehouwen taal en zijn slordige


kleding. Willy Vandersteen kleedde hem echter met zorg opnieuw aan en leerde hem zich<br />

correcter uit te drukken vooraleer hem in deze spin-off te emanciperen. In 1976 trok hij <strong>het</strong><br />

nieuwe supermanpakje van De Gouden Stuntman aan en reed rond op een vliegende<br />

motorfiets. Na meer dan 150 avonturen in Duitsland begint hij in 1982 aan een reeks van 13<br />

wonderbare reizen.<br />

1963<br />

- Karl May. De grootste Duitse auteur van avonturen- en westernromans, bedenker van de<br />

helden Old Shatterhand en de Apache Winnetou, wordt door de Studio's Vandersteen<br />

bewerkt in de vorm van stripverhalen: er worden meer dan 85 albums van gepubliceerd.<br />

1965<br />

- Biggles. De piloot-detective van de Engelse romanschrijver Captain W.E. Johns krijgt een<br />

tweede leven in een stripverhaal dat wordt gecreëerd door de Studio's Vandersteen. Er<br />

verschijnen 20 albums in de reeks.<br />

1970<br />

- Safari. De avonturen van Sam Burton, een hommage aan <strong>het</strong> televisiefeuilleton Daktari,<br />

zijn getekend in een realistische stijl met een weelde aan decors en wilde dieren. De Studio's<br />

Vandersteen zouden er 24 albums van produceren.<br />

1973<br />

- Robert en Bertrand. Willy Vandersteen tekent de avonturen van<br />

deze twee praatgrage, opstandige zwervers in de grafische stijl van<br />

Suske en Wiske. Zij doen hem aan zijn jeugd denken. Hij maakte<br />

kennis met deze twee personages, helden van <strong>het</strong> melodrama<br />

L’Auberge des Adrets, in <strong>het</strong> theater en las <strong>het</strong> feuilleton van hun<br />

avonturen, in een herwerking van de Vlaamse schrijver Ralf Verhulst.<br />

Op twintig jaar tijd verschijnen er 98 zwerversalbums van Robert en<br />

Bertrand. Eén daarvan, De stakingbreker, sleepte in 1977 de Alfred<br />

voor <strong>het</strong> beste scenario in de wacht op <strong>het</strong> Internationale<br />

Stripfestival van Angoulême.<br />

1978<br />

- Pats en Tits. Willy Vandersteen vormt de marionet van <strong>het</strong> Suske en Wiske-theater van<br />

de jaren 1950 om tot een strippersonage voor de Stipkrant. Omwille van een rechtenkwestie<br />

werd ze enkele jaren later herdoopt tot Tits. In totaal zouden er 35 albums van uitgegeven<br />

worden.<br />

1985<br />

- De Geuzen. Het plan voor <strong>het</strong> Geuzenproject kwam<br />

voor <strong>het</strong> eerst ter sprake in 1972 en kreeg vaste vorm<br />

in 1985. Het is <strong>het</strong> artistieke hoogtepunt van de rijke<br />

carrière van Willy Vandersteen. Deze historische satire<br />

is gesitueerd in de XVIe eeuw in de Spaanse<br />

Nederlanden, een tijdperk waarvoor de auteur een<br />

speciale voorliefde had. De gelijkenis met de avonturen<br />

van Tijl Uilenspiegel is overduidelijk. In 1947 voegde<br />

Tijl zich reeds bij <strong>het</strong> leger van Willem van Oranje om<br />

Vlaanderen van de bezetter te bevrijden. Dertig jaar<br />

later wordt ook Hannes, de held van de Geuzen,


etrokken bij de strijd tegen de Spaanse bezetting van de Nederlanden. Zijn vrijheidsstrijd<br />

leverde stof voor tien albums.<br />

1986<br />

- Schanulleke. In deze spin-off van Suske en Wiske voor de allerkleinsten speelt<br />

Schanulleke, de pop van Wiske, de hoofdrol. Er zijn drie albums van verschenen.<br />

2. Studio Vandersteen<br />

Willy Vandersteen was voortdurend bezig met <strong>het</strong> bedenken van nieuwe personages. In<br />

1945 belet <strong>het</strong> groeiende succes van zijn nieuwe helden Suske en Wiske hem niet om<br />

's nachts de gags te tekenen van Bert de lustige trekker of de eenvoudige drukkersgast<br />

Peerke Sorgloos. Hij vertelt realistische verhalen met Ridder Gloriant, de opstand van Het<br />

Roode Masker tegen de Spaanse bezetter, De heldentocht der Bataven tijdens de Gallische<br />

Oorlog… Uit zijn bruisende verbeelding ontspruiten ook nog De Vrolijke Bengels, een hele<br />

bende absurde grappenmakers. De onvermoeibare bedenker produceert ook meer volwassen<br />

verhalen: Marscommando’s op aarde, <strong>het</strong> spannende verhaal van Het veenspook, Het<br />

verzonken rijk, waarin de heldin trekken heeft van de Amerikaanse actrice Veronica Lake, De<br />

eerste maanraket met zijn waanzinnige geleerde, De staalblauwe boeddha, De weerwolf, de<br />

jacht op Het Gouden Masker in <strong>het</strong> hartje van de Afrikaanse jungle, Willem Tell of de<br />

voorloper van Jerommeke, Tanjar de Viking…<br />

In 1949 neemt Vandersteen een eerste medewerker in dienst: François Joseph Hermon, die<br />

gelast wordt met de afwerking en <strong>het</strong> inktwerk van Suske en Wiske. Al gauw komt er ook<br />

een tweede medewerker, Karl Boumans, die verantwoordelijk wordt voor <strong>het</strong> zetwerk van de<br />

tekstballonnetjes en de decors. Door deze versterking kan hij zelf doorgaan met <strong>het</strong><br />

opstarten van nieuwe reeksen zo<strong>als</strong> de gags van 't Prinske, Het plezante circus of De familie<br />

Spaarpot en de tijd nemen om op zoek te gaan naar inspiratie. Vandersteen vindt die in <strong>het</strong><br />

stamcafé van de Antwerpse avant-garde bij Herman Denkens, in <strong>het</strong> cabaret van <strong>het</strong> station<br />

van Antwerpen waar <strong>het</strong> Bal van de Humor werd georganiseerd of in <strong>het</strong> café van schilder<br />

Vic Van Berckelaar die de geboorte van Jerom heeft meegemaakt. Jerom de superman, op<br />

een bierviltje! Hij is ook onophoudelijk op zoek naar ideeën in romans, fabels, sprookjes...<br />

Bibbergoud borduurt voort op de legende van Buffalo Bill. De dolle musketiers doen dan<br />

weer denken aan de figuren van Alexandre Dumas. Lambiorix knipoogt naar De Gallische<br />

Oorlog. De straatridder is een moderne Don Quichote. De ringelingschat heeft kenmerken<br />

van de Niebelungen…<br />

Vandersteen haalt zijn inspiratie soms ook in de bioscoop. Bessy, uit 1952, is een hommage<br />

aan Lassie, de beroemde Hollywood-hond. Dit verhaal wordt bijzonder enthousiast onthaald<br />

door <strong>het</strong> Duitse weekblad Felix dat al gauw een verhaal per week bestelde. Dus richt de<br />

auteur naast Studio Vandersteen ook Studio Bessy op om aan de vraag te kunnen voldoen.<br />

Hij stelt rond Karl Verschuere een team van scenaristen en tekenaars samen. Bessy wordt in<br />

Duitsland even populair <strong>als</strong> Mickey. In totaal zou de reeks bijna duizend episodes tellen. In<br />

1985 herlanceert Vandersteen dit personage met Bessy natuurkommando.<br />

Ondertussen heeft Vandersteen aan zijn brede waaier helden in 1959 De Rode Ridder<br />

toegevoegd, geïnspireerd op de romans van Leopold Vermeiren en goed voor meer dan 200<br />

albums zwaardengekletter. De Duitse markt vroeg hem om nieuwe personages. Hij maakt er<br />

van Jerom, de hercules uit Suske en Wiske, een nieuwe geheim wapen. Jerom begint in<br />

1960 zijn solocarrière in Het geheim van Brokkelsteen, en hult zich dan <strong>als</strong> superheld in een<br />

gouden cape in De gouden stuntman, een reeks waarin meer dan 170 avonturen zouden<br />

verschijnen. In de jaren 1980 trekt onze kleerkast in 36 albums van De wonderbare reizen


van Jerom nog eens zijn globetrotterlaarzen aan. In 1962 begon Vandersteen met zijn Studio<br />

aan de bewerking van de romans van Karl May. Niet minder dan 87 albums zouden ervan<br />

geproduceerd worden, waaronder <strong>het</strong> beroemde Winnetou. Drie jaar later maakt hij van<br />

Biggles, de piloot-spion uit de romans van Captain W.E. Johns, de held van een serie in 20<br />

delen. In 1969 surft hij mee op <strong>het</strong> succes van <strong>het</strong> tv-feuilleton Daktari en lanceert hij Safari,<br />

waarin de held, Sam Burton, een jager, 24 avonturen beleeft. In 1973 bewerkte Vandersteen<br />

Pats, de fetisjmarionet van <strong>het</strong> Suske- en Wisketheater in de vorm van een stripverhaal. In<br />

1977 wordt Pats Tits en in 1986 zet hij na 35 albums een punt achter zijn carrière. In 1990,<br />

wanneer de meester sterft, hadden de Studio's Vandersteen over de hele wereld meer dan<br />

200 miljoen stripverhalen verkocht en <strong>het</strong> avontuur gaat nog steeds door!<br />

2.1 De mannen in de schaduw van Willy Vandersteen<br />

François-Joseph Herman<br />

François-Joseph Herman is een Molenbeekse tekenaar die geboren werd in 1931. Hij<br />

studeerde grafische kunst aan <strong>het</strong> Sint-Lucasinstituut in Brussel. Hij was de eerste<br />

medewerker van Willy Vandersteen en zijn eerste album was De mottenvanger van Suske en<br />

Wiske in 1949. Tot aan zijn vroegtijdige dood, op 31-jarige leeftijd, hield hij zich bezig met<br />

de afwerking en <strong>het</strong> inktwerk van de platen van Bessy en van Suske en Wiske.<br />

Karel Verschuere<br />

Karel Verschuere is in de jaren 1950 en 1960 een belangrijke pijler van studio Vandersteen.<br />

Hij schreef samen met Willy Vandersteen de eerste titels van Bessy onder <strong>het</strong> pseudoniem<br />

Wirel (een samentrekking van Willy en Karel). Hij werd geboren in 1924 en werkte samen<br />

met Tibet en Bob De Moor aan <strong>het</strong> tweede deel van Tijl Uilenspiegel, Fort Amsterdam. Zijn<br />

stijl is duidelijk herkenbaar in talrijke verhalen van de Rode Ridder, Karl May en Biggles.<br />

Nadat hij studio Vandersteen verliet publiceerde hij nog verschillende western- en<br />

detectivestrips. Hij stierf in 1980.


Karel Boumans<br />

Karel Boumans werd geboren in 1931 en is vanaf 1952 belast met <strong>het</strong> letterwerk, de<br />

tekstballonnetjes en de decors van Suske en Wiske. Hij begint zijn werk voor Willy<br />

Vandersteen met <strong>het</strong> album De lachende wolf. Hij bedenkt ook mee de grappen van Lambik.<br />

Hij verzorgt tot 1959 <strong>het</strong> inktwerk van de platen van Suske en Wiske en ook de inkleuring<br />

van de verschillende afleveringen van de beroemde blauwe reeks, gecreëerd voor <strong>het</strong><br />

weekblad Kuifje, is van zijn hand. Karel Boumans verliet daarna de studio en ging zich<br />

wijden aan zijn eigen personages: Olivier, Tom Berry en de 4 Ka’s. Voor Jef Nys werkte hij<br />

aan de decors van de Vlaamse cultreeks Jommeke in <strong>het</strong> begin van de jaren 1970. Karel<br />

Boumans stierf in 2003.<br />

Eduard De Rop<br />

Eduard De Rop kwam in 1959 in dienst bij studio Vandersteen en zijn talenten lagen op <strong>het</strong><br />

vlak van de scenario's, <strong>het</strong> tekenwerk en <strong>het</strong> inktwerk. Hij werd geboren in 1928 en leerde<br />

de knepen van <strong>het</strong> vak met de moppen van Lambik en <strong>het</strong> album Het vliegende bed van<br />

Suske en Wiske. Hij specialiseert zich voor Willy Vandersteen in <strong>het</strong> inktwerk voor de platen<br />

van de avonturen van Suske en Wiske, en nadien ook voor Paul Geerts, tot in 1983. Daarna<br />

werkt hij mee aan de reeks De wonderbare reizen van Jerom. Eduard De Rop overleed in<br />

2007.<br />

Eugène Goossens<br />

Eugène Goossens werd geboren in 1942 en was vanaf 1965 een trouwe medewerker van<br />

studio Bessy. Hij werkte mee aan de albums van Bessy en Jerom die bestemd waren voor de<br />

Duitse markt. Willy Vandersteen vertrouwde hem ook <strong>het</strong> inktwerk toe van verscheidene<br />

afleveringen van De familie Snoek en van de Karl May-reeks. Toen Paul Geerts in de jaren<br />

1970 Suske en Wiske overnam zorgde Eugène Goossens samen met Eduard De Rop voor <strong>het</strong><br />

inktwerk van de reeks. Op <strong>het</strong> hoogtepunt van zijn kunnen kreeg hij de eer <strong>het</strong> inktwerk te<br />

mogen verzorgen van de platen van De Geuzen, <strong>het</strong> meesterwerk van zijn baas, vanaf <strong>het</strong><br />

vierde album van de reeks. Na <strong>het</strong> overlijden van Willy Vandersteen, in 1990, zette Eugène<br />

Goossens een punt achter zijn carrière.<br />

Karel Biddeloo<br />

Karel Biddeloo, die geboren werd in 1943, kreeg zijn opleiding aan <strong>het</strong> Instituut voor<br />

Decoratieve Kunsten in Antwerpen en begon zijn beroepsloopbaan <strong>als</strong> grafisch ontwerper in<br />

de reclamewereld. Hij kwam in dienst bij studio Bessy in Kalmthout toen hij <strong>23</strong> was. Hij doet<br />

er <strong>het</strong> inktwerk voor de platen van de series Bessy, Karl May, Biggles en Safari, maar de<br />

kroon op zijn werk komt er maar met De Rode Ridder. In 1969 neemt hij de reeks over en<br />

hij maakt er snel zowel de tekeningen <strong>als</strong> de scenario's voor. Zijn Zweedse echtgenote zorgt<br />

voor de inkleuring. Zijn inbreng geeft de verhalen van De Rode Ridder een filmische<br />

dimensie, met elementen van space-opera, heroic fantasy en tovenarij. Het<br />

feuilletonschrijven zit hem in <strong>het</strong> bloed en hij produceert soms wel zes avonturen per jaar. In<br />

totaal heeft hij 163 afleveringen van De Rode Ridder geschreven, waarvan de laatste, Gog<br />

en Magog, enkele maanden na zijn dood in 2004 gepubliceerd werd.<br />

Paul Geerts<br />

Paul Geerts zag <strong>het</strong> levenslicht in 1937 en is een schilder uit Turnhout. Als leerling-tekenaar<br />

verzorgt hij in 1969 <strong>het</strong> inktwerk voor zijn eerste platen van Suske en Wiske met De<br />

charmante koffiepot. Daarna, in 1972, wordt hij de tekenaar van de reeks met De gekke


gokker, waarvan hij alleen <strong>het</strong> scenario schreef en de tekeningen maakte, met de<br />

enthousiaste goedkeuring van Willy Vandersteen. Hij schreef de juweeltjes De raap van<br />

Rubens, Paniek op de Amsterdam en De parel in de lotusbloem. Ook na <strong>het</strong> overlijden van<br />

Vandersteen, in 1990, ging hij met de zegen van de auteur door met de avonturen van<br />

Suske en Wiske. Paul Geerts ging met pensioen in 2002 en gaf <strong>het</strong> potlood door aan Marc<br />

Verhaegen. Hij heeft in zijn 33 jaar lange carrière meer dan honderd titels van Suske en<br />

Wiske getekend.<br />

Jef Broeckx<br />

Na diverse publicaties in <strong>het</strong> Vlaamse tijdschrift Ohee, kreeg deze in 1943 geboren<br />

Antwerpse tekenaar in 1970 de leiding van studio Bessy. Zes jaar later vertrouwt Willy<br />

Vandersteen hem naast zijn werk voor Bessy ook <strong>het</strong> inktwerk toe van de platen van Robert<br />

en Bertrand. In 1984 lanceert hij samen met scenarist Marck Meul de nieuwe reeks van<br />

Bessy Natuurkommando en daarvan worden <strong>23</strong> titels <strong>als</strong> album uitgegeven. Sinds 2002<br />

houdt hij zich bezig met de spin-off Klein Suske en Wiske, die pas na de dood van Willy<br />

Vandersteen werd gecreëerd.<br />

Marck Meul<br />

Marck Meul, die geboren werd in 1955, is licentiaat in de Germaanse filologie, journalist en<br />

scenarist. In 1985 zette hij een samenwerkingsproject op met studio Vandersteen. Hij nam<br />

de verhalen van Robert en Bertrand over. Uit zijn verbeelding zijn verscheidene afleveringen<br />

van Bessy en van Suske en Wiske ontstaan. Hij is ook, samen met Eduard De Rop, de<br />

bedenker van De wonderbare reizen van Jerom.<br />

3. Suske en Wiske<br />

3.1 Rikki en Wiske<br />

In 1945 bedenkt Willy Vandersteen de avonturen van<br />

Suske, een dynamisch kereltje, en Wiske, een meisje<br />

met een wit jurkje en een pop. Naast Suske en Wiske<br />

verschijnen professor Barabas, tante Sidonie en Pukkel,<br />

een wandelende ramp die veel weg heeft van de latere<br />

Lambik. Bij dagblad De Standaard vraagt directeur<br />

Maurits de Meyer <strong>het</strong> advies van politiek karikaturist<br />

Marcel Neels, die later <strong>het</strong> pseudoniem Marc Sleen zou<br />

aannemen <strong>als</strong> bedenker van de gags van Nero. Neels<br />

heeft waardering voor de kwaliteit van <strong>het</strong> scenario<br />

maar hij vindt dat Suske met zijn golfbroek te sterk op<br />

Kuifje gelijkt. Het project verdwijnt in een lade.<br />

Op 30 maart 1945, <strong>als</strong> de oorlog voorbij is, besluit De<br />

Nieuwe Standaard de avonturen van Suske en Wiske te<br />

publiceren zij <strong>het</strong>, tegen de mening van de auteur in,<br />

onder de naam Rikki en Wiske. Op 19 december, in de<br />

tweede episode, verdwijnt Rikki en ruimt plaats voor Suske, een andere jongen die Wiske<br />

heeft ontmoet op <strong>het</strong> eiland Amoras. De jonge Amorasbewoner Suske vecht voor<br />

rechtvaardigheid en vrede in een land dat verdeeld wordt door de oorlog tussen de Mageren<br />

en de Vetten.


3.2 Suske en Wiske bij Kuifje<br />

Op 16 september 1948 doet <strong>het</strong> dagblad Tintin een<br />

beroep op Suske en Wiske om de verkoop van Kuifje,<br />

zijn Vlaamse editie, te doen stijgen. Hergé, de bedenker<br />

van Kuifje en artistiek directeur van <strong>het</strong> weekblad,<br />

verplicht Willy Vandersteen <strong>het</strong> kapsel van Wiske, dat<br />

blond is, te veranderen en haar pop Schanulleke te<br />

schrappen. De pop wordt niet keurig genoeg bevonden<br />

voor een deftige jongedame. In <strong>het</strong> eerste avontuur dat<br />

hij voor Kuifje tekent, Het Spaanse spook, laat Willy<br />

Vandersteen ook Tante Sidonie verdwijnen en Lambik<br />

ondergaat een vermageringskuur. Hij wordt bezadigder<br />

en is niet meer zo arrogant. En Suske krijgt meer<br />

zelfvertrouwen en draagt voortaan nette sokjes!<br />

Naar aanleiding van zijn contacten met de drie<br />

musketiers van <strong>het</strong> weekblad Kuifje - Hergé, Laudy<br />

(Hassan et Kaddour) en Jacobs (Blake en Mortimer),<br />

ontdekt Vandersteen <strong>het</strong> belang van een goede<br />

documentatie en gaat hij meer aandacht besteden aan <strong>het</strong> est<strong>het</strong>ische. Hergé vond hem in<br />

<strong>het</strong> begin ongeloofwaardig maar korte tijd later noemt hij hem “de Bruegel van <strong>het</strong><br />

stripverhaal”. In <strong>het</strong> dagblad Kuifje worden acht verhalen gepubliceerd, die gekenmerkt<br />

worden door geraffineerde decors, een briljant oog voor compositie en personages die<br />

perfect in hun rol passen.<br />

3.3 Suske en Wiske<br />

Wiske is de sleutelfiguur in de<br />

beroemdste reeks van Willy Vandersteen.<br />

Het is een klein, zelfstandig meisje, met<br />

haar onafscheidelijke pop Schanulleke,<br />

maar dat de volwassenen recht in de<br />

ogen kan kijken en hen flink de waarheid<br />

durft te zeggen. Haar tante Sidonia is<br />

een ruimdenkende vrouw. Zij staat toe<br />

dat Wiske in haar leven risico's neemt die<br />

geen enkele andere moeder haar<br />

kinderen zou willen zien nemen. Achter<br />

haar niet erg aantrekkelijke en weinig<br />

vrouwelijke verschijning schuilt een<br />

ijzersterk karakter. Ze koestert een<br />

onderdrukte liefde voor Lambik, een<br />

verwaande kwast die niet altijd even<br />

intelligent of begripvol is, maar die een<br />

hart van goud heeft. Professor Barabas is<br />

een wetenschapper wiens uitvindingen<br />

vaak aan de basis liggen van de meest<br />

buitengewone avonturen. Vanaf <strong>het</strong> eerste album van Suske en Wiske, Het eiland Amoras,<br />

kan Wiske doorheen tijd en ruimte reizen. Het laatste personage van de familie is een forse<br />

kerel waar ze altijd op kunnen rekenen <strong>als</strong> er weer eens iemand uit een benarde situatie


gered moet worden. Zijn voornaam is Jerom en hij verschijnt ten tonele in <strong>het</strong> 25e album<br />

van de reeks, De dolle musketiers.<br />

In zijn bijna 70-jarige carrière zijn de helden van Willy Vandersteen niet ouder geworden. Ze<br />

hebben hun schepper overleefd en hun belevenissen zijn nog elke dag te volgen in <strong>het</strong><br />

dagblad De Standaard. Dit vreemde, nieuw samengestelde gezin bundelt haar krachten in<br />

voor- en tegenspoed en was eigenlijk vooruit op zijn tijd. De lijn die door Willy Vandersteen<br />

werd bepaald wordt trouw gevolgd. Suske en Wiske blijven de draak steken met mens en<br />

maatschappij in een onnavolgbare mix van spot, overdrijving, grapjes en woordspelingen. De<br />

reeks werd in <strong>het</strong> Frans vertaald vanaf 1951, in <strong>het</strong> Duits vanaf 1953 en in <strong>het</strong> Italiaans<br />

vanaf 1955 en wordt tegenwoordig verdeeld in Portugal, Chili, Zuid-Afrika, de Verenigde<br />

Staten, Finland, Noorwegen, Denemarken, Zweden, Griekenland, Indonesië, Tibet, Groot-<br />

Brittannië, Ijsland, Oostenrijk, <strong>het</strong> Midden-Oosten, China…<br />

3.4 Suske en Wiske in de studio<br />

Van bij <strong>het</strong> begin van de reeks Suske en Wiske kon Willy Vandersteen rekenen op de steun<br />

van zijn eerste vrouw, Paula, voor <strong>het</strong> inktwerk van de platen. In 1949 zette <strong>het</strong> succes van<br />

zijn helden hem reeds aan om een eerste medewerker aan te werven, François Joseph<br />

Hermon, die zich in de plaats van Paula ging bezighouden met <strong>het</strong> inktwerk. Al gauw werd<br />

de ploeg uitgebreid met Karel Boumans om <strong>het</strong> zetwerk van de dialogen in de<br />

tekstballonnetjes te doen en de decors uit te werken.<br />

In de jaren 1960 beperkte Willy Vandersteen zich geleidelijk aan tot <strong>het</strong> schrijven van de<br />

scenario's en wat sc<strong>het</strong>swerk voor de tekeningen. Het inktwerk wordt overgenomen door<br />

Eduard De Rop. Vanaf 1967 worden de nieuwe episodes van Suske en Wiske in kleur<br />

gedrukt. Deze nieuwe reeks met geplastificeerde cover wordt ingezet met <strong>het</strong> nummer 67,<br />

De poenschepper. De oudere titels worden hertekend, ingekleurd en krijgen voor de<br />

gelegenheid een nieuw nummer. Dat is meteen de reden waarom er bijvoorbeeld twee<br />

albums bestaan van Het sprietatoom, waarvan <strong>het</strong> eerste <strong>het</strong> nummer 33 heeft en <strong>het</strong><br />

tweede 107…<br />

In 1969 volgt Paul Geerts Eduard De Rop op. Korte tijd daarna schrijft hij in z'n eentje De<br />

gekke gokker. Vandersteen is vol bewondering en vertrouwt hem in 1972 <strong>het</strong> scenariowerk<br />

en de potloodsc<strong>het</strong>sen toe. Paul Geerts slaagt erin zich volledig in te leven in de<br />

persoonlijkheid van Suske en Wiske en in de waarden die de personages uitdragen en <strong>het</strong> is


Geerts die ze doet evolueren met buitengewone titels <strong>als</strong> Paniek op de Amsterdam of De<br />

parel in de lotusbloem. Met de steun van Liliane Govers, Marc Verhaegen en Eric De Rop<br />

slaagt Paul Geerts erin om na <strong>het</strong> heengaan van zijn leermeester in 1990 een ritme van vier<br />

albums per jaar aan te houden. In 2001 volgt Marc Verhaegen hem op met <strong>het</strong> album De<br />

blote Belg. Sinds 2005 schrijft Peter Van Gucht de scenario's en maakt Luc Morjaeu de<br />

tekeningen.<br />

4. De familie Snoek<br />

In 1945 publiceert de auteur de eerste gags van de familie Snoek in de krant De Standaard.<br />

Aan de hand van deze nieuwe personages sc<strong>het</strong>st Willy Vandersteen een ironisch portret van<br />

de brave Vlaamse naoorlogse maatschappij. De Snoeken zijn geen avonturiers. Ze reizen niet<br />

de hele wereld rond. Vader Leonard oefent een heleboel onbeduidende baantjes uit voordat<br />

hij opklimt tot Staatssecretaris van Verlichting. Dankzij deze vooruitgang kan <strong>het</strong> gezin er<br />

een andere standing op na houden en verhuizen naar een andere wijk, maar toch raken ze<br />

nooit helemaal verlost van de familie Krab, hun opdringerige en kwaadwillige buren. In deze<br />

sarcastische reeks trouwt Gaby, de beeldschone dochter van de familie Snoek, met Stan, een<br />

ideale schoonzoon. Hun kinderen, de tweeling Pietje en Mietje, hebben <strong>als</strong> meter tante<br />

Sidonia van Suske en Wiske! Ook Lambik duikt herhaaldelijk op in de gags van de familie<br />

Snoek, in bijrolletjes <strong>als</strong> museumbewaker of souffleur in <strong>het</strong> theater.


5. Jerom<br />

Jerom begon zijn solocarrière in 1960 met Het geheim van Brokkelsteen in <strong>het</strong><br />

jeugdtijdschrift Ons Volkske. Willy Vandersteen schreef de eerste scenario's en vertrouwt <strong>het</strong><br />

tekenwerk toe aan zijn medewerker Eduard De Rop. De sympathieke reus vindt snel een<br />

publiek en wordt een succesnummer in de uitgaven van studio Vandersteen. Ook professor<br />

Barabas en tante Sidonie spelen hun rol in deze reeks, waarin je alle fantasie van de Suske<br />

en Wiske-albums vindt. In 1967 trekt Willy Vandersteen hem een nieuwe supermanpakje<br />

aan: hij wordt de Gouden Stuntman. Jerom zit op een straalmotorfiets en werkt voor een<br />

geheime organisatie die strijdt tegen <strong>het</strong> onrecht in de wereld. De auteur geeft hem een<br />

jonge helper, Odilon, even onhandig en hooghartig <strong>als</strong> Lambik... In Duitsland wordt de<br />

Gouden Stuntman de held van meer dan 150 albums. Vanaf 1982 wordt Jerom onder impuls<br />

van Eduard De Rop en Studio Vandersteen globetrotter in Het Belang van Limburg, De<br />

Stipkrant en Ons Volkske. De Wonderbare reizen van Jerom rond de wereld worden tot in<br />

1991 in 36 albums verteld.<br />

6. Bessy<br />

In 1952 raakt Willy Vandersteen in de bioscoop zwaar onder de indruk van de exploten van<br />

Lassie, de hond van Metro Goldwyn Mayer. De Belgische auteur wil van de hond een<br />

stripheld van maken. De Amerikaanse producenten gaan <strong>hier</strong>mee akkoord, op voorwaarde<br />

dat de scenario's van de bestaande films gerespecteerd worden. Omdat er niet genoeg<br />

verhalen zijn voor een volledige reeks verkiest Vandersteen uiteindelijk om zijn eigen<br />

personage te creëren: Bessy. Zij vertrekt met haar baasje Andy om Amerika te gaan<br />

veroveren.<br />

Het project valt echter niet onmiddellijk in de smaak bij de Vlaamse uitgevers en Willy<br />

Vandersteen richt zich tot <strong>het</strong> Franstalige dagblad La Libre Belgique, waar de kleinkinderen


van hoofdredacteur Paul Jourdain meteen vallen voor Bessy. De reeks verschijnt voor <strong>het</strong><br />

eerst in de krant op 24 december 1952, met een regelmaat van twee strips per dag. Een jaar<br />

later beslist Ons Volk de reeks in <strong>het</strong> Nederlands te publiceren. Ondertussen geeft Willy<br />

Vandersteen de eerste albums in eigen beheer uit. Op 1 april 1954 laat hij Bessy in Xapiti<br />

Canyon verdwijnen maar de lezers reageren verontwaardigd op dit verhaal. De reeks wordt<br />

onmiddellijk hernomen en vanaf dat moment ook gepubliceerd in Chez Nous, Het Belang van<br />

Limburg en Gazet van Antwerpen.<br />

Tussen 1952 en 1966 verschijnen er 60 episodes in <strong>het</strong> Frans. Ook in <strong>het</strong> buitenland is er<br />

belangstelling: <strong>het</strong> Duitse weekblad Felix is geïnteresseerd in Bessy. De directie vraagt echter<br />

een verhaal per maand, een onhoudbaar ritme. Willy Vandersteen beperkt zich ertoe de toon<br />

van <strong>het</strong> verhaal en de grote lijnen van <strong>het</strong> tekenwerk door te geven maar zelfs dan heeft zijn<br />

assistent Karel Verschuere minstens zes weken nodig om een episode af te werken. In plaats<br />

van <strong>het</strong> contract te weigeren beslist Willy Vandersteen Studio Bessy op te richten. Daar<br />

werken een tiental medewerkers aan de productie van tot één episode per week, om te<br />

voldoen aan de vraag van de Duitse lezers die dol zijn op Bessy. Op dertig jaar tijd<br />

produceerde deze studio meer dan 900 albums! Willy Vandersteen hernam <strong>het</strong> personage<br />

later met de avonturen van Bessy Natuurkommando, waarvan tussen 1985 en 1992 <strong>23</strong><br />

albums verschenen.<br />

7. Robert en Bertrand<br />

In 1972 heeft Willy Vandersteen er vijfentwintig jaar striptekenen opzitten en hij gaat op<br />

zoek naar iets nieuws. Die nieuwe inspiratie vindt hij in de herinneringen aan zijn kindertijd.<br />

De auteur was in zijn jeugd onder de indruk geraakt van Robert en Bertrand, twee<br />

landlopers die de rijken voor schut zetten en die hij in de jaren 1920 op <strong>het</strong> toneel had<br />

gezien in de Hippodroom van Antwerpen. Koen Ravenstein, alias Raf Verhulst, had van deze<br />

twee personages, die hij had ontleend aan L’Auberge des Adrets, helden van de Vlaamse<br />

volksliteratuur gemaakt. Robert Marcel en René Bertal, twee topacteurs van de Koninklijke<br />

Nederlandse Schouwburg in Antwerpen, hadden de rollen van Robert en Bertrand in <strong>het</strong>


midden van de jaren 1950 hernomen. En in 1970<br />

was ook een nieuwe bewerking van Romain De<br />

Coninck in de Gentse Minardschouwburg erg<br />

succesvol.<br />

Wanneer Willy Vandersteen besluit om op zijn beurt<br />

met deze personages te gaan werken drukt hij er<br />

meteen zijn stempel op. Bij hem zijn <strong>het</strong> geen<br />

vogelvrijverklaarde landlopers meer, maar twee<br />

randfiguren die kost wat kost vrij willen zijn. In <strong>het</strong><br />

stripverhaal leven Robert en Bertrand van<br />

karweitjes en nemen ze <strong>het</strong> leven van de goede<br />

kant. Ze worden achtervolgd door Agent 17 en<br />

nemen een kleine prins op in hun gevolg, Joeki van<br />

Moldavië. Zijne Hoogheid is niemand minder dan<br />

een karikatuur van Willy Vandersteen <strong>als</strong> kind. Hij is<br />

rad van tong en klaagt met een kwinkslag de<br />

miserie en de onrechtvaardigheid aan van de<br />

gegoede burgerij in de XIXe eeuw…<br />

De eerste episode van de reeks Robert en Bertrand, Mysterie op Rozendael, verschijnt op 30<br />

november 1972 in De Standaard. Met deze sociaal-humoristische ‘thriller’ speelt Willy<br />

Vandersteen met finesse in op de geplogenheden van de ‘comédie humaine’. In 1985 gaat<br />

hij zich zelf minder bezighouden met deze zwervers en vertrouwt de scenario's toe aan Mark<br />

Meul, <strong>het</strong> tekenwerk aan Ronald Van Riet en <strong>het</strong> inktwerk aan Anna De Velde. Mark Meul<br />

situeert de personages in Montmartre, in de entourage van Toulouse-Lautrec, en geeft<br />

daarmee de serie een tweede adem in de historische context van de Belle Epoque. In 1993<br />

kwam er een einde aan de serie, na 98 albums.


8. Tijl Uilenspiegel & De Geuzen<br />

8.1 Tijl Uilenspiegel<br />

De Belgische auteur Charles De Coster situeert de<br />

geboorte van Tijl Uilenspiegel in <strong>het</strong> Vlaamse Damme,<br />

onder <strong>het</strong> bewind van Karel de Vijfde. Zijn vader, Claes,<br />

is na een v<strong>als</strong>e aanklacht door de Inquisitie ter dood<br />

veroordeeld. Zijn moeder wordt door de Spanjaarden<br />

gemarteld en komt op een gruwelijke manier om <strong>het</strong><br />

leven. Om hen te wreken zweert Tijl dat hij Vlaanderen<br />

van de bezetter zal bevrijden, met de hulp van zijn<br />

vriend Lamme Goedzak en de Geuzen van <strong>het</strong> leger van<br />

Willem van Oranje. Willy Vandersteen haalde deze XIXeeeuwse<br />

historische roman van onder <strong>het</strong> stof en maakte<br />

er in 1947 voor Kuifje en <strong>het</strong> weekblad Tintin een<br />

schitterend beeldverhaal van, vol scherpe humor en<br />

meesterlijke ironie. Van Tijl Uilenspiegel zijn twee albums<br />

verschenen: De opstand der Geuzen en Fort Amsterdam.<br />

Dit laatste is een vrije interpretatie van <strong>het</strong> personage<br />

waarvoor Willy Vandersteen een avontuur in Amerika heeft geschreven, aan de zijde van de<br />

Hollandse kolonisten. Dit personage komt niet voor in <strong>het</strong> originele werk van Charles De<br />

Coster.<br />

8.2 De Geuzen<br />

Het project rond de Geuzen kreeg voor <strong>het</strong> eerst vaag vorm in 1972 en <strong>het</strong> is de artistieke<br />

apotheose van de rijke carrière van Willy Vandersteen. Volgens de eerste sc<strong>het</strong>sen zou <strong>het</strong><br />

een historische satire worden waarvan de actie zich afspeelt in de XVIe eeuw, in de Spaanse<br />

Nederlanden. De auteur creëert een hele reeks personages waarvan <strong>het</strong> verband met de<br />

avonturen van Tijl Uilenspiegel overduidelijk is, maar de sc<strong>het</strong>sen blijven ongebruikt in een<br />

lade liggen.<br />

In 1985, op 72-jarige leeftijd, droomt Willy Vandersteen nog steeds van de doeken van<br />

Bruegel en de Vlaamse Renaissance. Hij besluit opnieuw aan te knopen met de Geuzen van<br />

Tijl, in een nieuwe reeks die aan hen gewijd zou zijn. De held van <strong>het</strong> verhaal, Hannes,<br />

neemt deel aan de strijd tegen de Spaanse bezetter. Zijn verloofde, de jonge boerendochter<br />

Veerle, is <strong>het</strong> spiegelbeeld van Nele, de trouwe levensgezellin van Tijl, en Tamme heeft de<br />

gezonde appetijt van Lamme Goedzak, de beste vriend van Uilenspiegel...<br />

Dit trio staat symbool voor de zoektocht naar vrijheid die de auteur zo nauw aan <strong>het</strong> hart ligt<br />

en voor de strijd tegen elke vorm van egoïsme. Door waarzegger Dostranamus krijgt <strong>het</strong><br />

verhaal een esoterisch tintje. Hij manipuleert de Homunculus Knullus, een boosaardig<br />

creatuurtje met bovennatuurlijke krachten. De Geuzen beschrijft op een levendige manier<br />

een hele waaier buitengewone personages, zo<strong>als</strong> de vrouw van de magiër wier weelderige<br />

charmes de wetten van de tijd negeren, de zeven dwergen met kraaienbekken die de<br />

hoofdzonden verpersoonlijken of de Dulle Griet, die <strong>het</strong> zwaard heft tegen mensen die al te<br />

hebzuchtig zijn… Er verschijnen tien albums van de reeks. De potloodsc<strong>het</strong>sen van de hand<br />

van de meester zelf zijn prachtige en waardevolle kunstwerkjes.


9. De Rode Ridder<br />

De eerste strips van Johan, de Rode Ridder, verschijnen op 5 november 1959 in Het<br />

Nieuwsblad. Dit personage is geïnspireerd op de romans van de Antwerpse schrijver Leopold<br />

Vermeiren die sinds 1946 verschenen in De Kleine Zondagsvriend, en na 1954 in de vorm<br />

van kinderboeken. Willy Vandersteen maakt van hem een verdediger van weduwen en<br />

wezen. Deze intelligente, vrijgevige en rechtvaardige ridder staat altijd klaar om er keihard<br />

tegenaan te gaan om de wereld te redden, net <strong>als</strong> Wiske en Bessy. Johan ontleent zijn<br />

doortastendheid ook aan de Ridders van de Ronde Tafel van Koning Arthur, een van de<br />

favoriete boeken van Willy Vandersteen. Na pareltjes te hebben geschreven <strong>als</strong> Het<br />

Veenspook, Storm over Damme en De Vuurgeest, vertrouwt Willy Vandersteen de verdere<br />

ontwikkeling van de reeks toe aan Karel Verschuere.<br />

In 1963 neemt Frank Sels, die zijn sporen verdiend had in Studio Bessy, de fakkel over en hij<br />

maakt van de Rode Ridder een vriend van Lancelot en een nieuw lid van de beroemde<br />

Ronde Tafel… Willy Vandersteen was eind jaren 1960 uitgekeken op deze serie en probeerde<br />

Johan te laten verdwijnen in De laatste droom, maar de lezers eisten zo massaal en zo goed<br />

dat hij terugkwam dat de meester Karel Biddeloo de zorg toevertrouwde om <strong>het</strong> scenario en<br />

de tekeningen te hernemen. Hij introduceerde <strong>het</strong> personage van de verleidelijke fee Galaxa,


de sensuele verpersoonlijking van <strong>het</strong> Goede, en Bahaal, de meester der duistere machten.<br />

Deze figuren komen de zintuigen van Johan op de proef stellen. Karel Biddeloo introduceert<br />

in de reeks ook elementen van hekserij en fantasy. Na <strong>het</strong> overlijden van Karel Biddeloo in<br />

1990 hebben scenarist Martin Lodewijk en tekenaar Claus Scholz een begin gemaakt met<br />

een terugkeer naar de bron, met ridderverhalen zonder bovennatuurlijke dimensie. Tot op de<br />

dag van vandaag zijn er meer dan <strong>23</strong>5 albums verschenen.<br />

10. Karl May<br />

In <strong>het</strong> begin van de jaren 1960 zijn de bewerkingsrechten van de romans van de Duitse<br />

schrijver Karl May vrij. De Standaard Uitgeverij koopt ze en stelt Willy Vandersteen<br />

onmiddellijk voor om deze werken aan te passen in de vorm van stripverhalen. De auteur<br />

bespreekt dit met zijn medewerker Karel Verschuere, die dit avontuur wel ziet zitten. Willy<br />

Vandersteen maakt schitterende potloodsc<strong>het</strong>sen voor de eerste aflevering van deze<br />

realistische western met <strong>als</strong> hoofdrolspelers de beroemde Old Shatterhand en zijn<br />

bloedbroeder, de Apache Winnetou. Daarna beperkt hij zich tot een korte inhoud en een<br />

aantal voorbereidende sc<strong>het</strong>sen. De verhalen verschijnen in Pats, <strong>het</strong> nieuwe wekelijkse<br />

supplement voor de jeugd van de Standaardgroep en worden daarna in albumvorm<br />

gepubliceerd. Daarna wordt de serie <strong>het</strong> werk van Eugène Goossens en vervolgens van Karel<br />

Biddeloo, die zijn passie voor de Far West in de reeks volledig kan uitleven. De laatste titel<br />

verschijnt in 1969.<br />

11. Biggles<br />

Wanneer de romans van auteur Captain W.E. Johns vrij van rechten worden vraagt de<br />

Standaard Uitgeverij aan Willy Vandersteen en Karel Verschuere om de avonturen van de<br />

Britse piloot-spion Biggles in de vorm van een stripverhaal te gieten. Willy Vandersteen is<br />

niet erg enthousiast maar is toch bereid om de eerste scenario's te schrijven. Hij tekent<br />

enkele vakjes en laat de rest over aan zijn studio. Majoor Biggles voert zijn eerste missie uit<br />

op 12 april 1965 in de kranten van de groep De Standaard onder de titel Biggles in <strong>het</strong> Verre<br />

Oosten. In 1967 neemt Karel Biddeloo Biggles over met Objectief Boomerang en hij blijft dat<br />

doen tot in 1970 met Het laatste konvooi. In totaal worden in de studio's Vandersteen 20<br />

Biggles-albums geproduceerd.


Het Belgisch Stripcentrum<br />

Het Belgisch Stripcentrum? In <strong>het</strong> land van de Smurfen en van Kuifje, kunnen bezoekers er<br />

genieten van verschillende permanente tentoonstellingen, opgeluisterd met prachtige<br />

originele tekeningen en unieke objecten. Er zijn ook meerdere tijdelijke tentoonstellingen<br />

tegelijk.<br />

Maar <strong>het</strong> Stripcentrum, dat zijn ook de oude Waucquez warenhuizen, een parel van de Art<br />

Nouveau van de grootmeester Victor Horta (1906).<br />

Foto: Daniel Fouss/BSC<br />

Belgisch Stripcentrum, Zandstraat 20<br />

1000 Brussel (België)<br />

Alle dagen open (behalve op maandag) van 10 tot 18 uur.<br />

Tel: +32 (0)2 219 19 80<br />

www.stripmuseum.be<br />

visit@stripmuseum.be<br />

Persinformatie : Willem De Graeve, willem.degraeve@stripmuseum.be,<br />

tel.: +32 (0)2 210 04 33<br />

Beeldmateriaal : www.stripmuseum.be/nl/pers , login: comics + paswoord: smurfs

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!