Neo-paganisme - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden
Neo-paganisme - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden
Neo-paganisme - René Pieyns - Esoterie : De hogere graden
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Oude en nieuwe heidenen<br />
20 .<br />
<strong>Neo</strong><strong>paganisme</strong><br />
- Oude en nieuwe heidenen<br />
- Keltische traditie, druïdisme<br />
- Wicca, de nieuwe heksen<br />
- Germaanse traditie, Asatrù<br />
Het neo<strong>paganisme</strong> duidt op de herleving van voor-christelijke religies en volksgeloof, vaak op<br />
de natuur gericht. Men treft het vooral in de Angelsaksische landen aan. Hier wordt het neo<strong>paganisme</strong><br />
ook Old Religion geheten. Er is vaak enig parallellisme te vinden met de<br />
ecologische beweging, minder met de (meer op zelfontplooiing gerichte) New Age. Men<br />
rekent tot het neo<strong>paganisme</strong> wél het zgn. reconstructionisme.<br />
In het late Romeinse imperium begon de afwijzing van het heidendom (al wat buiten het<br />
christendom viel) vanaf keizer Theodosius I, toen hij in 391 de andere religies buiten de wet<br />
stelde. Het eindigde met de christianisering van de Angelsaksers in de zevende eeuw. <strong>De</strong><br />
laatste Ierse koning met druïden aan het hof was Domnal Hua Neill (10 e eeuw). Er kwamen<br />
echter daarna nog tal van heidense opstoten in Europa, zoals in het Russische Novgorod ca.<br />
1000, in Polen en Hongarije drie-vier decennia later, gespreid over de Russische gebieden<br />
omstreeks 1071 en in Zweden tussen 1080 en 1120. Finland kende een heidense revolte in<br />
1238-48 en Litauen van de 13 e tot de 15 e eeuw. We komen later terug op de Katharen in de<br />
Languedoc.<br />
Het hedendaagse neo<strong>paganisme</strong> wortelt eigenlijk in de Italiaanse Renaissance, nl. met de<br />
hernieuwde interesse voor het pantheon en de mythologie van het klassieke Athene en Rome.<br />
Men treft afbeeldingen van goden en filosofen uit de oudheid in tal van paleizen en kerken<br />
van de 15 e en 16 e eeuw. Er kwam een onstuitbare boekenproductie tot stand in geheel Europa.<br />
Met de Romantiek kwam vanaf de 18 e eeuw een onderzoek naar volkse gebruiken en<br />
voorchristelijke religieuze tradities. Het neo-druïdisme start in de 18 e eeuw met de Engelse<br />
The Ancient Druid Order. Eerste gorsedd (Keltische vergadering) in Londen in 1792 o.l.v.<br />
Edward Williams (1747-1826). In de Engelse literatuur ontstaat een verheerlijking van het<br />
klassieke en heidense bij o.a. Byron, Shelley en Keats. Het archeologisch onderzoek kent een<br />
algemeen succes.<br />
Tal van folkloristen hebben in de 19 e eeuw gegevens verzameld over tovenarij en volksgeloof.<br />
In Duitsland publiceerden de gebroeders Grimm over Germaanse legenden. En in Vlaanderen<br />
deed Pol de Mont hetzelfde over de Vlaamse folklore. <strong>De</strong> (vooral literaire) Breuriez<br />
Breiz/Confrérie bretonne werd in 1843 gesticht, de Gorsedd Barzed Gourenez Breiz Izel
(gorsedd van het schiereiland Bretagne) in 1908. In de Scandinavische landen en Engeland<br />
wekten de Vikings grote interesse.<br />
In Engeland gaven de Preraphaëlieten (Hunt, Millais, Rossetti) in het midden van de 19 e eeuw<br />
een sterke uitstraling aan de middeleeuwse spirituele symboliek. A.C. Swinburne oefende een<br />
sterke invloed uit als philhellenist in zijn heidense verzen; bewonderaar van de Markies de<br />
Sade. O.m. door Oscar Wilde werd de god Pan verheerlijkt.<br />
Zoals we verder zullen zien, was vooral de periode rond de eeuwwisseling 19-20 e vruchtbaar<br />
in paganistische stichtingen: Keltisch, Germaans, Scandinavisch, Egyptisch, Grieks. Een<br />
stimulerende publicatie was o.a. The Golden Bough (de gouden tak, 1890 e.v.) van J.C.<br />
Frazer, een enorme verzameling gebruiken en mythen van de hele wereld. Op het eind van de<br />
19 e eeuw ontstond in Ierland de Gaelic Revival, steunend op Ierse taal en folklore en gericht<br />
tegen de Engelse overheersing. In Frankrijk stichtte Jules Doinel in 1890 de Eglise Gnostique<br />
op de basis van kathaars-gnostisch geloof. <strong>De</strong> Ancient Order of Druids houdt te Stonehenge<br />
rituele bijeenkomsten sinds 1905.<br />
In 1907 start onder invloed van Guido von List en Jörg Lanz von Liebenfels in Duitsland en<br />
Oostenrijk de Germanische Glaubens-Gemeinschaft, gevolgd door de Germanenorden<br />
(1911), de <strong>De</strong>utschgläubige Gemeinschaft (1912) en het Thule-Gesellschaft (1917). In 1933<br />
zouden alle esoterische verenigingen in Duitsland worden verboden, maar het Germaanse<br />
<strong>paganisme</strong> bleef als een kleine onderstroom van het nazisme verder leven. Himmler had<br />
interesse, Hitler vond het belachelijk. We vinden deze stroming later terug als „völkisch‟<br />
beweging (ethnocentrisch en gekant tegen het multiculturele), reeds in 1951 met de<br />
Artgemeinschaft.<br />
Na de inzinking van de oorlogsjaren kwam er inderdaad een intense heropbloei van diverse<br />
vormen van <strong>paganisme</strong>. <strong>De</strong> hekserij van Wicca ontstond in de jaren vijftig. Vanaf de jaren<br />
zestig ontstond (tegen een achtergrond van hippies en New Age) vooral in de USA een aantal<br />
etnische neo<strong>paganisme</strong>n, die meestal voortbouwden op het zgh. reconstructionisme, nl. de<br />
historisch gefundeerde wedersamenstelling van oude religies en culturen. Mircea Eliade: “Le<br />
texte sacré peut être oublié pendant des siècles, il suffit qu’il soit redécouvert par un lecteur<br />
compétent pour que son message redevienne intelligible et actuel”. In Frankrijk herleefde<br />
aldus vorige eeuw het geloof van de Katharen in de Languedoc onder impuls van Antoine<br />
Gadal, hierin o.m. gevolgd door Jan van Rijckenborgh en Catharose de Petri. <strong>De</strong> vele andere<br />
vormen van reconstructionisme, meestal ontstaan in de jaren negentig, worden verder<br />
besproken. <strong>De</strong> belangrijkste organisatie is de onderstaande Wicca, gevolgd door het veel<br />
oudere druïdisme; sterk verspreid is het Germaanse Asatrù.<br />
In 1998 werd te Vilnius het eerste World Congress of Ethnic Religions gehouden. In een<br />
Manifest werd hun respect uitgedrukt voor „de heiligheid van al het leven en de Goddelijkheid<br />
van de Natuur‟. Men kan het Europese reconstructionisme beschouwen als een reactie tegen<br />
de migraties en tegen de mondialisering van de economie. Maar sommigen, zoals A. de<br />
Benoist, zien het ook als een terugkeer naar de bron en dus als een afweer tegen het<br />
„ingevoerde‟ christendom.<br />
Het neo<strong>paganisme</strong> wordt gesteld tegenover het „paleo<strong>paganisme</strong>‟, dat verwijst naar oeroude<br />
religieuze gebruiken die vroeger werden onderdrukt, zoals die van de Australische<br />
Aboriginals, van de oude Kelten, van de Native Americans (de Indianen), etcetera. Men<br />
spreekt over „meso-<strong>paganisme</strong>‟ om uitgevonden esoterische (occulte) tradities aan te duiden,
zoals de vrijmetselarij, de rozenkruisers, het martinisme, het spiritisme, de crowley-magie.<br />
Ook de uit West-Afrika naar Amerika overgebrachte religies (macumba, voodoo, santeria)<br />
worden daartoe gerekend; ze sluiten meestal goed aan bij de lokale volksculturen.<br />
Het geloof is hier vaak animistisch: ook dieren, planten en stenen hebben een eigen<br />
geest/ziel/energie. <strong>De</strong> mensenziel evolueert volgens een cyclisch patroon – met reïncarnaties.<br />
Meestal gelooft men in verscheidene goden of in god+godin; dit laatste vooral in<br />
feministische middens. Het pantheon kan ook de uitdrukking zijn van één zelfde goddelijke<br />
kracht. <strong>De</strong> bemiddeling door een priesterklasse wordt meestal verworpen, de godservaring<br />
geschiedt op directe wijze. Rituelen worden zoveel mogelijk in de vrije natuur uitgevoerd;<br />
ritmische muziek hoort erbij. Magie en vrouwelijke sexualiteit bij Wicca.<br />
Vanuit politiek standpunt treft men hier zowel links-ecologische strekkingen als extreemrechts.<br />
<strong>De</strong> laatsten beroepen zich o.m. op teksten van de Franse filosoof Alain de Benoist<br />
(°1943), van de Amerikaanse racist David Lane, de muzikant en auteur uit Boston Michael<br />
Moynihan („Lords of Chaos’, 1998), de Texaan Stephen McNallen (invloed op Asatrù).<br />
<strong>De</strong> meeste paganen en <strong>paganisme</strong>n zijn als eclectisch te beschouwen, ze hebben brokken<br />
overgenomen van diverse religies en tradities en ze blijven vaak aldus verder evolueren. <strong>De</strong><br />
solitaire heks bv. is bijna altijd eclectisch.<br />
Keltische traditie: druïdisme<br />
Het (neo)druïdisme is het oudste onder de neo<strong>paganisme</strong>n; het heeft vooral succes in de<br />
Angelsaksische landen: ong. 15.000 leden in het UK, dubbel zoveel in de USA, enkele<br />
honderden in Bretagne. Een koepelorganisatie heet hier gorsedd, en grove heten de groepen<br />
die er deel van uitmaken. Het druïdisme bestaat overwegend uit mannen, het omgekeerde van<br />
Wicca.<br />
Het druïdisme verwijst naar de cultuur van de oude Kelten. Het Keltische gebied strekte zich<br />
in de derde eeuw voor onze tijdrekening uit van Ierland tot Turkije, maar moest na vele<br />
veldslagen het continent prijsgeven aan Germanen en Romeinen. <strong>De</strong> Keltische taal en traditie<br />
wisten zich evenwel ondanks het dominante christendom nog lang te handhaven rond de Ierse<br />
Zee (Ierland, Schotland, Wales, Cornwall), in Bretagne (Armorica) en Galicië.<br />
Het hoogtepunt van de Keltische beschaving lag rond de 5 e - 4 e eeuw VC; men spreekt over<br />
die periode als de Keltische La Tènecultuur, genaamd naar het Zwitserse La Tène bij<br />
Lausanne waar een groot aantal Keltische wapens werden gevonden. In deze periode<br />
veroverden ze (samen met de Grieken) Spanje, het Etruskisch gebied in Noord-Italië en<br />
Pamonië (tussen Alpen en Donau). In ca. 390 VC werd ook Rome bezet. Pas met Julius<br />
Caesar in de eerste eeuw VC zouden de machtsverhoudingen wijzigen. Naast Caesar<br />
(„Commentarii de Bello Gallico’) kennen we de Keltische cultuur ook uit de geschriften van<br />
bv. Cicero, Suetonius, Lucanus, Plinius de Oudere, Diodorus Siculus. Ook de christelijke<br />
monniken noteerden de Keltische gebruiken.<br />
<strong>De</strong> druïden waren bij de oude Kelten tegelijk rechter, raadgever van het stamhoofd, leraar,<br />
priester/celebrant, magiër. Ze waren als een brug tussen het volk en de goden. Ze kwamen in
Gallië jaarlijks bijeen om een hoofddruïde te kiezen. <strong>De</strong> barden incarneerden het geheugen<br />
van de stam, ze kenden ellenlange heldendichten over de roemrijke voorouders.<br />
Bij deze cultuur (zoals bij de heksen) behoort de ketel van dood en wedergeboorte; bij de<br />
Kelten is het Cailleach die in de ketel roert en aldus de cycli onderhoudt, bij de Germanen<br />
Frau Holle, bij de Grieken Hekate. Wie dicht staat bij dergelijke wezens kan ook<br />
voorspellingen doen (hier de Ovaten/Filid).<br />
Nog een opvallend symbool is het Keltisch kruis (met cirkel rond kruispunt). Menig Kelt<br />
droeg een torque (gevlochten gouden halsband). In oorlogen waren ze berucht voor het<br />
inzetten van de berseker, een geverfde naakte krijger die (wellicht gedrogeerd) vocht tot de<br />
dood of de overwinning.<br />
Er bestond volgens de Kelten geen duidelijke scheiding tussen het huidige leven en het<br />
andere; tijdens sommige feesten liepen dan ook doden, geesten, fabeldieren, heksen, druïden<br />
en goden door elkaar. Er waren gemeenschappen van kluizenaars, vooral op de Hebriden, in<br />
IJsland en de Faeröereilanden. In veel Keltische verhalen speelt de metamorfose een rol, de<br />
wisseling tussen menselijke en dierlijke gedaante. Er is sprake van pelgrimages naar heilige<br />
plaatsen (nemetons) en van mensenoffers.<br />
<strong>De</strong> Kelten vereerden een groot aantal goden en godinnen. <strong>De</strong> meeste waren van lokale aard,<br />
maar sommige vindt men overal op de feesten terug. We geven hier enkele grote godheden als<br />
voorbeeld, achtereenvolgens de benaming in Gallië, Wales, Ierland – en de tegenhanger in het<br />
Romeinse pantheon (althans volgens de Romeinse geschiedschrijvers): Oqmios-Eufydd-<br />
Ogma-Hercules, Lugus-Lleu-Lugh-Mercurius, Maponos-Mabon-Maccan-Apollo, Matronae-<br />
Modron-Morrigan-Lamiae, Taranis-Taran-Turenn-Jupiter. Buiten The Morrigan waren ook<br />
Brighid (bronnen) en de moedergodin Rhiannon alom bekende godinnen.<br />
<strong>De</strong> Keltische mythologie is bij het grote publiek vooral bekend door de arthurlegendes. King<br />
Arthur heet zowel koning als legeraanvoerder en heerser („amerauder‟). Zijn werkelijk<br />
bestaan is hoogst onzeker. Het succes van de legendes komt voort uit het samenvoegen van<br />
twee archetypische figuren, Merlijn en Arthur, door Geoffrey of Monmouth en Chrétien de<br />
Troyes.<br />
Bij de Kelten was één dag op de drie een feestdag. Bovendien was het religieuze jaar in vier<br />
verdeeld door vier hoofdfeestdagen: Samain op 31 oktober, Imbolc (1-2 feb), Beltain (avond<br />
voor 1 mei) en Lugnasa/Lughnasadh (1-2 aug.). Alle feesten begonnen „s nachts. Caesar: “<strong>De</strong><br />
Kelten rekenen in nachten en winters”. <strong>De</strong> vier feestdagen werden overgenomen door het neo<strong>paganisme</strong>.<br />
---<br />
<strong>De</strong> grove komt vandaag nog steeds op een rituele manier samen, meestal bij daglicht („the eye<br />
of the sun‟), vaak in een cirkel en rond een altaar of bron of vuur. Soms in de buurt van<br />
megalieten, maar dat klopt historisch niet; de megalieten dateren van een eerdere beschaving.<br />
<strong>De</strong> meeste paganen dragen de rituele (lange) kledij en gebruiken de grote rituele stok. <strong>De</strong><br />
barden zingen hun liederen. <strong>De</strong> aanleiding is een inwijding, een overgangsrite of een feest. Ze<br />
maken/maakten voor hun ceremoniën en feesten zowel gebruik van stenen bouwsels als van<br />
de natuur: oude bomen, marentak en hulst, open plekken in het bos.<br />
Tijdens de druïdische rituelen ervaren de deelnemers het awen, de geest van de traditie en van<br />
de heilige plaats – dus een magische energie, die ook de barden inspireert (bv. tijdens
Eistedfodd, muzikale ceremoniën). Bekend in dit verband is de Gorsedd van Avebury, waaruit<br />
veel andere gorseddau zijn ontstaan. Ook Glastonbury en Stonehenge zijn heilige plekken.<br />
Veel groves werken met een hiërarchie van 1° bard, 2° ovaat, 3° druïde (hoogste rang). Dit<br />
strookt met de gegevens van oude geschiedschrijvers, zoals Strabo. Maar sommige groves<br />
kennen ook <strong>hogere</strong> <strong>graden</strong> (bv. zeven <strong>graden</strong> in United Order of Druids), terwijl het<br />
Amerikaanse Ar nDraiocht Féin geen <strong>graden</strong> kent. In Wales waren de barden in de tiende<br />
eeuw hiërarchisch opgedeeld in tien <strong>graden</strong>. Een gorsedd wordt vaak geleid door een<br />
verkozen aartsdruïde, hetgeen overeenstemt met Caesar‟s opmerking in „<strong>De</strong> Bello Gallico‟.<br />
Diverse auteurs hebben hun stempel gedrukt op de ritus. In het UK waren het vooral John<br />
Toland (1670-1722), William Stukeley (1687-1765), Iolo Morganwg (supra) en Ab Ithel<br />
(John Williams, 1811-62). Morganwg verwees soms naar „oude‟ stukken die hij zelf had<br />
samengesteld, Ab Ithel publiceerde over de geschiedenis van Wales (maar kreeg hieromtrent<br />
veel negatieve kritiek vanwege historici). Het gebed Gorsedd Prayer van Morganwg wordt<br />
nog regelmatig gebruikt: “God, impart Thy strength;/And in strength, power to suffer;/And to<br />
suffer for the Truth;/And in the Truth, all light;/ And in light, gwynvyd, love;/And in love,<br />
God;/And in God all goodness.” Met gwynvyd wordt het sacrale bedoeld. Het gebed bestaat in<br />
veel varianten.<br />
In Wales ontstonden de eerste druïdengroeperingen in de 18 e eeuw, nl. de Druidic Society<br />
(1772) en de Society of the Druids of Cardigan (1779). In Engeland werd in 1781 de Ancient<br />
Order of Druids opgericht, sterk beïnvloed door de vrijmetselarij; en hieruit kwam in 1833 de<br />
United Ancient Order of Druids. <strong>De</strong> rozenkruiser Robert W. Little stichtte in 1874 de Ancient<br />
and Archeological Order of Druids. Leidende figuren van het Engelse neo-druïdisme<br />
waren/zijn o.a. Ross Nichols (1902-75), oprichter van de Order of Bards, Ovates and Druids<br />
in 1964, en Emma Restall Orr (°1965) die in 2003 The Druid Network lanceerde.<br />
In de USA heeft vooral Isaac Bonewits (1949-2010), stichter van Ar nDraiocht Féin (ADF,<br />
„onze eigen magie‟) in 1983, het druïdisme een rituele basis bezorgd. In 1970 studeerde<br />
Bonewits af in Berkeley als Bachelor of Arts in Magic, de enige ooit met een dergelijke<br />
academische titel. Publiceerde het jaar daarop „Real Magic‟, zijn eerste boek. Lid van diverse<br />
esoterische organisaties (OTO, Gardnerian Wicca, Reformed Druids of North America, e.a.).<br />
ADF, ook genaamd A Druid Fellowship, stuurt aan op een breed, Indo-Europees religieus<br />
draagvlak (dus niet alleen de Keltische traditie). Uitgangspunt van het geloof is een triade van<br />
godheden, voorouders en natuurgeesten. Zoiets moet bij de leden gestadig groeien (“as fast as<br />
a speeding oak”) naar excellentie. Men vergadert in groves, maar er zijn ook veel solitaire<br />
leden.<br />
In het Franse Guingamp werd in 1908 met Britse hulp een Gorsedd de Bretagne opgericht,<br />
die zich vandaag humanistisch opstelt. <strong>De</strong> huidige druïden spelen hier dus geen religieuze rol.<br />
Ook geen verplicht godsgeloof meer. Men verzet zich tegen het gebruik van Keltische<br />
symbolen door extreemrechts. In Frankrijk wordt de esoterie vanuit de vrijmetselarij<br />
gedomineerd door het Grand Orient de France, waar atheïsme en agnosticisme de boventoon<br />
hebben. Vrijmetselaren hebben er onlangs als tegenhanger de oude Rite Forestier opgediept.<br />
<strong>De</strong> verering van de natuur staat bovenaan de geloofspraktijk van de druïden. In de Natuur is<br />
alles verbonden. <strong>De</strong> eik (en andere boomsoorten) spelen hierbij een bijzondere rol; elke<br />
maand van het jaar was/is gelinkt aan de eigenschappen van een boom. Vandaar ook veel<br />
ecologisch bewustzijn bij de druïden, bv. de gaia-hypothese, de planeet als levend wezen.
Wateren, bossen, dieren hebben recht op ons respect. Eigenlijk zijn we één met de Natuur,<br />
hetgeen vanzelf mystieke gevoelens opwekt en leidt tot geloof in reïncarnatie. <strong>De</strong> dood wordt<br />
gezien als een overgangsfase van het (eeuwige) leven. Boven- en onderwereld zijn mekaars<br />
spiegels. <strong>De</strong> voorouders worden geëerd, evenals het eigen land. Animistische druïden zien<br />
ook dieren en planten als leden.<br />
Naast het druïdisme is sedert de jaren tachtig het Celtic Reconstructionist Paganism gegroeid,<br />
dat het prechristelijke Keltische geloof wil laten herleven in de nieuwe Keltisch-culturele<br />
context. <strong>De</strong> oude goden herleven hier en ook de oude waarzeggerspraktijken, o.m. aan de<br />
hand van het ogham-alfabet, dat men nog vaak terugvindt op oude Ierse, Schotse en Welshe<br />
(graf)stenen. <strong>De</strong> twintig letters van het alfabet zijn genaamd naar de twintig heilige bomen.<br />
Er bestaat een synthese van druïdisme en Wicca onder de naam Druïcca, ook wel Keltische<br />
Wicca geheten.<br />
Wicca, de nieuwe heksen<br />
<strong>De</strong> moderne hekserij (Wicca / Old Religion / The Craft) werd in oorsprong samengesteld door<br />
de Engelsman Gerald B. Gardner (1884-1964), een koloniaal ambtenaar en vrijmetselaar. Hij<br />
schreef de basiswerken „Witchcraft Today‟ (1954) en „The Meaning of Witchcraft‟ (1959).<br />
Gardner werd in deze onderneming bijgestaan door (Old) Dorothy Clutterbuck (1880-1951)<br />
en Doreen Valiente (1922-99). Inspiratie haalde Gardner o.m. bij James Frazer („The Golden<br />
Bough‟, 1890) en de egyptologe Margaret Murray („The Witch-cult in Western Europe‟,<br />
1921). En verder bij Aleister Crowley en Dion Fortune, bij de theosofen en de Golden Dawn,<br />
bij de vrijmetselarij en de volkse magie. Gardner wordt „de vader van Wicca‟ geheten.<br />
Zowel qua aantallen als qua uitstraling is Wicca overwegend een Anglo-Amerikaanse<br />
aangelegenheid. Men zal daarbij rekening houden met het feit dat in de USA vaak als<br />
„religion‟ wordt omschreven hetgeen in Europa als een esoterie wordt beschouwd. <strong>De</strong> meeste<br />
heksen zijn actief in de USA, waar men dus voortbouwt op een typische West-Europese<br />
traditie, hetgeen vergelijkbaar is met de geschiedenis van de vrijmetselarij.<br />
<strong>De</strong> Engelse dichteres Doreen Valiente wordt „de moeder van Wicca‟ genoemd. Uit haar<br />
„Charge of the Goddess‟: “Wie mij zoekt moet weten dat alle zoeken vergeefs is, als je de<br />
mysteriën niet kent: als je dat wat je zoekt niet in je innerlijk kunt vinden, zul je het niet<br />
buiten jezelf tegenkomen”. Zij schreef o.a. „An ABC of Witchcraft‟ (1973) en haar<br />
autobiografie „The Rebirth of Witchcraft‟ (1989). Valiente stelde de wicca-ritus op punt. Ze<br />
gaf talloze lezingen.<br />
Er bestaan vandaag tientallen stromingen („tradities‟) binnen Wicca, maar men kan toch<br />
steeds een aantal mainstream elementen terugvinden, zoals de aanbidding van een god en een<br />
godin, respect voor aarde en kosmos, een jaarwiel van acht seizoensfeesten (sabbats) en<br />
twaalf à dertien vollemaansvieringen (esbats), geloof in reïncarnatie, aanroeping van de vier<br />
klassieke elementen, max. dertien leden in elke „coven‟ (heksenkring), leiding door een
hogepriesteres en een hogepriester. In het begin liep men naakt, maar dat wordt stilaan de<br />
uitzondering. <strong>De</strong> Godin overtroeft vandaag de God.<br />
Wicca is zowel een godsdienst als een heidense levenswijze, waarbij de liefde voor de natuur<br />
centraal staat. Er wordt zowel solitair als in groep (coven) gewerkt. Iedere heks gelooft wat<br />
zij/hij wil. Telkens weer hoort en leest men het slot van de Wiccan Rede: “An Ye Harm None,<br />
Do What Ye Will” (schaadt het niet, doe dan wat je wil); de vrijheid dus hoog in het vaandel.<br />
Het leven als „goede heks‟ levert het juiste „karma‟ op i.v.m. de cyclus van incarnaties.<br />
Na de dood van „Old Gerald‟ Gardner in 1964 ontstonden tal van nieuwe „traditions‟ in<br />
Wicca, en dit proces gaat nog steeds door. Wicca lijkt een esoterie/religie in permanente<br />
evolutie. <strong>De</strong> oudste groep, de Gardnerianen, blijft de opvattingen van de wicca-stichter trouw;<br />
men loopt er vaak nog naakt (sky clad) bij. Vooral Doreen Valiente heeft de gardneriaanse<br />
traditie vormgegeven, met de drie inwijdingsrituelen, verering van God en (vooral) Godin (the<br />
Horned God and the Triple Goddess), acht jaarfeesten, evenwicht van natuurmagie en<br />
ceremoniële magie. <strong>De</strong> magie is gericht op healing.<br />
<strong>De</strong> Alexandrian Wicca, genaamd naar Alex Sanders (1926-88), geniet de voorkeur van de<br />
media en van de Nederlandstalige heksen. Ze gaan ceremoniëler te werk dan de gardnerianen.<br />
<strong>De</strong> God wordt aanroepen als Karnayna (ipv Cernunnos), ze stellen zich opener op voor het<br />
publiek en vereren de drievoudige Godin (maagd, moeder, crone/wijze). Tweede- en<br />
derdegraadsinwijding vallen samen.<br />
<strong>De</strong> Feri Traditie werd in Californië gesticht door de blinde Victor Andersen in de jaren-1930.<br />
Ze werken met the Blue God, beroepen zich op oude Hawaïaanse hekserij en op voodoo.<br />
Centraal staat de extase. Een bekende fee was (de verder besproken) Starhawk.<br />
Men vindt een mix van Keltische en Gardneriaanse hekserij in de British traditional Wicca,<br />
ook bekend als „Red Garters‟ (rode kousenband). Er wordt openlijk gepubliceerd. Aan de<br />
oorsprong ligt het Ierse echtpaar Janet en Stewart Farrar, ingewijd door Alex en Maxine<br />
Sanders.<br />
Seax-Wicca werd in 1973 door Raymond Buckland opgericht, steunend op gardneriaanse en<br />
Saksische tradities (met Wodan en Freya). Buckland schreef tal van wiccaboeken en<br />
introduceerde Wicca in de USA. Met Seax wenste hij de open coven te verspreiden waar ook<br />
niet-geïnitieerden welkom zijn.<br />
<strong>De</strong> Hereditaries (erfheksen) dragen hun kennis over van moeder op dochter, o.m. in Schotland<br />
en Wales; ze spreken Gaelic en zijn op zoek naar hun anam cara (zielsverwant).<br />
----<br />
Solitair of coven? lijkt de hoofdvraag van elkeen met heksenaspiraties. Uitgesproken<br />
individualisten hebben niet veel te zoeken in heksenkringen. Er zijn enkele voor de hand<br />
liggende verschillen: solitair is vrijer, maar moeilijker en trager; de coven betekent<br />
bescherming en hiërarchie, dus ook geroddel en ruzies; de solitaire heks moet alle rollen zelf<br />
spelen (en alles zelf maken/kopen); het ritueel in een coven belooft spektakel; de solitair is
meer gericht op magie en bepaalt z‟n eigen agenda; wicca-covens zijn nogal religieus. <strong>De</strong><br />
solitair hoeft geen rekening te houden met andere niveaus (van bv. spiritualiteit of magie).<br />
Heksen van een coven menen gewoonlijk dat de gezamenlijke ritus een krachtiger energie en<br />
dus een groter magisch gehalte oplevert. Tweederden van de Europese heksen werkt solitair.<br />
Diverse auteurs (Buckland, Cunningham, Valiente, e.a.) hebben voor solitairen enkele rituelen<br />
van zelfinwijding geschreven, soms „zelf-toewijding‟ geheten (of hierdoor voorafgegaan).<br />
Men zal zelf aanvoelen wanneer men er klaar voor is. Meer en meer heksen kiezen voor deze<br />
weg. Coven-heksen vinden dit niet ernstig, strijdig met het beginsel zelf van de inwijding.<br />
Elke heksenkring wordt geleid door een hogepriesteres en (soms) een hogepriester. Zij<br />
vertegenwoordigen de Godin en de God, ze leiden de rituelen en de organisatie van de kring.<br />
Vaak gaat het om de stichter(s) van de coven. Ze geven de opleiding. Hun plaatsvervangers<br />
heten <strong>De</strong> Maagd en (ev.) <strong>De</strong> Groene Man (Jack-in-the-Green).<br />
<strong>De</strong> opleiding gaat steeds in de zin van de eigen traditie, van de twee hoofdwetten (1° Doe wat<br />
je wil zolang het niemand schaadt, 2° Wat je doet of geeft zal driemaal wederkeren) en van de<br />
dertien doeleinden: Ken jezelf, Ken je religie (Know your Craft), Leer! (Learn!), Gebruik je<br />
kennis met wijsheid, Streef naar evenwicht (Achieve balance), Hou je woorden geordend,<br />
Hou je gedachten geordend, Vier het leven, Word één met de cyclussen van de Aarde, Adem<br />
en eet correct, Doe aan lichaamsbeweging, Mediteer, Eer de God en de Godin. In 1973 heeft<br />
de „Council of American Witches‟ deze doeleinden vastgelegd.<br />
In de meeste covens draagt de hogepriesteres een kousenband, soms versierd met een<br />
hoefijzertje. Dit laatste wijst erop dat zij een „moedercoven‟ bestuurt – waar dus een<br />
„dochtercoven‟ van afgesplitst is. Wie drie hoefijzers (verwijzend naar drie afsplitsingen)<br />
draagt op de kousenband, wordt soms „Heksenkoningin‟ geheten.<br />
<strong>De</strong> moderne hekserij is de meest succesrijke esoterie in het begin van de 21 e eeuw. Als gevolg<br />
van het vrouwelijk overwicht bij de heksen kan men, vanuit een genderstandpunt, Wicca<br />
beschouwen als de waardige tegenhanger van de (overwegend mannelijke) vrijmetselarij in de<br />
blanke initiatieke wereld. In Europa vervoegt Wicca aldus de gemengde en<br />
vrouwenvrijmetselarij.<br />
---<br />
Het spirituele pad van de heks is gericht op het herstellen van de band met de natuur. Daartoe<br />
wordt in de ritus contact gezocht met de Godin en de God. <strong>De</strong> Godin wordt vaak voorgesteld<br />
als (driefasige) Maan, de Gehoornde God wordt dan de Zon. Men kan ze „The Lady‟ en „The<br />
Lord‟ heten of er de naam van oude godheden aan geven (bv. Diana en Osiris). <strong>De</strong> ritus<br />
verwijst ook naar het goddelijke in onszelf.<br />
Tijdens de ritus geven Godin en God een opdracht (the Charge) door de mond van de<br />
hogepriesteres. Er is daarbij sprake van „een mysterie‟, een soort Heilige Graal die men moet<br />
opzoeken – en die men in zichzelf zal vinden. Er wordt gewezen op de eenheid met de Natuur<br />
en de God-in, op de gelijkwaardigheid van vrouw en man.
Van de deelnemers aan een ritus wordt verwacht dat ze lichaam en geest tevoren hebben<br />
gereinigd, bv. door onthaasting, lichte voeding, bad, meditatie, kaarslicht. <strong>De</strong> rituelen spelen<br />
zich af binnen een Cirkel; in het centrum (of in het noorden) staat het Altaar. <strong>De</strong> rituele<br />
bewegingen geschieden deosil (kloksgewijs).<br />
Na het trekken van de cirkel wordt de ruimte symbolisch met de Bezem gereinigd, bv. door<br />
(steeds kloksgewijs) rond te lopen met de Bezem boven het hoofd. <strong>De</strong> afgebakende plek<br />
wordt aldus een temenos (heilige ruimte) en is derhalve geschikt voor o.a. genezing, divinatie,<br />
overgangsrituelen, jaarfeesten, maanfeesten. <strong>De</strong> Cirkel is een mobiele tempel; hij beschermt<br />
tegen demonische invloeden en bevordert de concentratie van energie.<br />
Bij het Altaar bevinden zich de rituele benodigdheden. Gewoonlijk is het Altaar bedekt met<br />
een laken van de gepaste kleur, bv. zilver voor Volle Maan, groen voor Ostara. <strong>De</strong> westerzijde<br />
is bestemd voor de Godin en de oosterzijde voor de God. Middenin plaatst men een kaars<br />
waar de andere kaarsen mee worden aangestoken. We vinden verder: de wierook, de kaarsen<br />
van God en Godin, zout, brood, kom water, wijn, athame (dolk), olie, klokje, bezem, pentakel,<br />
Boek der Schaduwen, ev. afbeelding van godheden.<br />
<strong>De</strong> Cirkel wordt ingedeeld in vier kwartieren overeenstemmend met de windstreken en de<br />
elementen: noord-aarde, oost-lucht, zuid-vuur, west-water. Aan de Wachter van elk kwartier<br />
wordt gevraagd de Cirkel te beschermen en de heksen bij te staan in hun werkzaamheden. In<br />
het Engels wordt het o.m. als volgt ingeleid: “Black spirits and white, Red spirits and grey,<br />
Harken to the rune I say. Great ones, spirits from the past, Witness it and guard it fast”.<br />
Hierop volgt de wijding van water en zout, als zuiverende elementen; daarna worden ze<br />
gemengd en op de Cirkel (ev. de aanwezigen) gesprenkeld.<br />
Het inleidend ritueel eindigt met de aanroeping van de God en de Godin. Hun kaarsen worden<br />
aangestoken op het altaar en alle heksen proberen via meditatie de goddelijke aanwezigheid<br />
aan te voelen (bv. door mee te trillen). <strong>De</strong> mannelijke godheid wordt soms aangesproken als<br />
Groene God in de zomermaanden en als Gehoornde God (Cernunnos) in de winter. <strong>De</strong> Godin<br />
krijgt dan de naam van Aradia of van een der grote godinnen uit de oudheid.<br />
Op het eind geschiedt een dankzegging. <strong>De</strong> Wachters der Vier Elementen en de beide<br />
godheden worden bedankt voor hun aanwezigheid; men neemt afscheid en eert ze met een<br />
klein offer (bv. een deel van de cake met de wierookas begraven in de tuin). T.b.v. de<br />
elementen wordt het bannende pentagram getrokken, terwijl de bijhorende kaars wordt<br />
gedoofd. Dit alles gebeurt widdershins, in tegengestelde richting.<br />
Hierna wordt de Cirkel geopend, dus het ritueel gesloten, o.m. door (steeds tegen de klok) in<br />
de cirkel rond te lopen, waarbij men visualiseert dat de energieën zich oplossen. In<br />
Engelstalige landen zingt men o.a. “May the circle be open, but unbroken / May the peace of<br />
the Goddess be ever in our heart. / Merry meet and merry part. And merry meet again.” <strong>De</strong><br />
laatste twee zinnen zijn de klassieke afscheidsformules, ook bv. in brieven. Meestal afgekort<br />
tot „Merry meet’.<br />
---
Heksen vieren acht jaarfeesten of sabbats; samen vormen zij het Jaarwiel. <strong>De</strong> vier grote<br />
sabbats zijn van Keltische oorsprong: Samhain/Halloween (nacht van 31 okt./1 nov.), Imbolc<br />
(2 feb.), Beltane (30 apr./1 mei) en Lughnassad/Lammas (1 aug.). Allevier zijn oude<br />
landbouwfeesten. <strong>De</strong> kleine vier verwijzen naar een solstitium (Yule – 21 dec., Litha – 21<br />
juni) of een equinox (Ostara – 21 maart, Mabon – 21 sept.). <strong>De</strong> eerste drie kleine sabbats<br />
hebben een Germaanse oorsprong, de herfstevening Mabon komt uit het Keltische Wales. <strong>De</strong><br />
kleine sabbats vallen veertig dagen voor de grote. Het gehele Jaarwiel vertelt over de cyclus<br />
van ontstaan-groeien-vergaan in de natuur (en dus, symbolisch, in de mens).<br />
Het heksennieuwjaar viert men in de nacht van 31 oktober op 1 november, nl. Samhain<br />
(uitspraak: zou-en). <strong>De</strong> heksen van The Burning Times worden herdacht: “Let us remember<br />
our dead, good and bad,…”, en men brandt een kaars voor elke recent overleden vriend(in).<br />
Yule („joel‟) is het eerste zomerfeest (eerste kleine jaarfeest); op 21 december viert men de<br />
winterzonnewende of wedergeboorte van het Licht tijdens de langste nacht van het jaar. Een<br />
bes van de marentak wordt platgedrukt op het voorhoofd (de marentak verschaft de heks<br />
toegang tot de onderwereld). Het tweede groot jaarfeest, Imbolc (Oimelc, Feest van Brigid /<br />
van Pan), op 2 februari staat voor zuivering en vernieuwing; men danst rond het bed van<br />
Brigid (met stropop en fallische staf). In anglofone landen zingt men „Lady, weave your circle<br />
tight‟ tijdens de cake and wine. In veel covens is Imbolc de aanleiding tot een inwijding.<br />
Tijdens Ostara, het feest van de voorjaarsequinox op 21 maart, wordt de overwinning van het<br />
Licht op de Duisternis gevierd. <strong>De</strong> Heer van de Dood geeft de scepter door aan de Godin van<br />
het Leven. <strong>De</strong> coven cirkelt rond de ketel. Het groot feest van de vruchtbaarheid op 1 mei heet<br />
Beltane, May Day in het Engels. Wanneer men er de voorafgaande avond aan begint, spreekt<br />
men van Walpurgisnacht (May Eve). Sint-Joris steekt de (winter)draak neer. Heksen dansen<br />
rond de Meiboom, gezien als een fertiliteitssymbool. Aan de dauw wordt in dat verband<br />
toverkracht toegeschreven. Gehoornde mannen gaan soms hevig tekeer. Litha (Midzomer, 21<br />
juni) betekende voor onze voorouders een tijd van grote magie. Kruiden werden dan ‟s nachts<br />
verzameld om ze later te gebruiken tegen alle onheil. Idem voor de as der vreugdevuren. Bij<br />
de heksen wordt de vruchtbare relatie van zon en aarde uitgebeeld als een liefdesritueel.<br />
Op 1 augustus viert men het grote oogstfeest, de sabbat van Lughnasadh (zeg „loenasa‟),<br />
genoemd naar de Ierse lichtgod. <strong>De</strong> eerste gewassen zijn rijp voor de oogst. Men vertoeft<br />
graag bij meren en bronnen, bv. om een stropop te vlechten (waarin de korengeest veilig zal<br />
kunnen overwinteren boven de haard). Men bakt een brood met het achtdelig kruis (parallel<br />
met het jaarwiel. Met de ketel van Cerridwen en in de sfeer van Lugh kan symbolisch de<br />
Grote Rite worden uitgevoerd (eenheid God-Godin). Het mysterie van het eeuwige leven<br />
wordt gevierd tijdens het jaarfeest van Mabon (21 sept.) op de herfstevening, wanneer licht en<br />
duister, dag en nacht in evenwicht zijn. Er worden vaak inwijdingsrituelen gehouden (zoals de<br />
oude Grieken met de mysteriën van Eleusis). Op het eind van Mabon kan men alle rituele<br />
resten van het jaar samensmelten in de Ketel (Burning down the Year) en het resultaat<br />
plechtig begraven of in de rivier gooien.<br />
-----
<strong>De</strong> esbats (maanfeesten) zijn minder religieus van aard dan de sabbats; het zijn eerder<br />
werkbijeenkomsten. Men ziet twaalf keer per jaar een volle maan, maar om de drie jaar komt<br />
er nog een dertiende maan bij. <strong>De</strong> maancyclus duurt ongeveer even lang als de<br />
menstruatiecyclus, vandaar de link tussen maan en vrouw. <strong>De</strong> meest bijzondere maanfasen<br />
zijn: volle maan, blauwe maan, donkere maan, maansverduistering. Elke volle maan roept bij<br />
heksen iets op van vrouwelijke intuïtie en van magie. <strong>De</strong> blauwe maan roept een grotere<br />
spiritualiteit op. <strong>De</strong> donkere maan wordt met Lilith vergeleken.<br />
Tijdens de esbats worden gunsten gevraagd aan de godin, worden spreuken geformuleerd,<br />
worden lichaam en hersenen ontslakt, worden voorwerpen (edelstenen, tools, tarotkaarten)<br />
opgeladen. Men kan de eigen cyclus beïnvloeden door gebruik te maken van de maankracht.<br />
Het kan met een eenvoudig ritueel: takken in een kring, witte (zilveren) kledij, enkele korte<br />
zinnen (bv. een aanroeping), een korte handeling of meditatie, dankwoord.<br />
Het belangrijkste onderdeel van een esbat is het befaamde „Neerhalen van de Maan‟ (Drawing<br />
down the Moon) door de hogepriesteres. Door zich aldus te laden met de kracht van de (volle)<br />
maan kan zij zich manifesteren als de Godin zelf en aldus de goddelijke boodschap<br />
overbrengen. Men kan de transfer van maankracht zien als het onthullen van een latente<br />
kracht die zich in het hart van elke mens bevindt. Er bestaan tal van rituele alternatieven; de<br />
solitaire heks kan bv. naakt in het maanlicht gaan staan en dit licht zo diep mogelijk laten<br />
doordringen (via visualisatie). Of het maanlicht een hele nacht in een kelk met water laten<br />
schijnen en hiermede een pentagram trekken op het voorhoofd. Of een hulde aan de<br />
maangodin chanten, gezeten voor een schaal met water waar het maanlicht in weerschijnt. Het<br />
oorspronkelijke wicca-ritueel gelijkt sterk op de Gnostic Mass van Crowley.<br />
----<br />
Inwijdingen. In de meeste tradities doorloopt de heks drie inwijdingen: priester(es), magiër,<br />
hogepriester(es). Ingevolge de eerste inwijding is men heks voor het leven, na de tweede kan<br />
men opleiding geven en na de derde een coven leiden. Er ligt een periode van minstens een<br />
jaar en een dag tussen twee inwijdingen en eenzelfde wachttijd gaat aan de eerste vooraf.<br />
Solitaire heksen wijden zichzelf in, een dubbelrol te vergelijken met die van de hogepriesteres<br />
tijdens het Neerhalen van de Maan. Bij elke nieuwe graad kan men een nieuwe naam<br />
uitkiezen. Voor elke graad bestaan alternatieve benamingen, bv. „heksenkoningin‟ voor de<br />
tweede of derde. In sommige tradities wordt de mannelijke kandidaat door een vrouw<br />
ingewijd en vice versa. <strong>De</strong> inwijding in de eerste graad werd deels overgenomen van de<br />
vrijmetselarij (zie mijn „Encyclopedie van de blauwe vrijmetselarij‟).<br />
Tijdens de eerste inwijding staat men meestal eerst buiten de Cirkel, (half)naakt, geblinddoekt<br />
en met de handen vastgebonden. Soms met een strop om de hals. Soms krijgt men als<br />
waarschuwing vanuit de onzichtbare wereld de punt van een zwaard op het hart. Men komt<br />
dan met een duw al rondtollend in de Cirkel. Er wordt soms gegeseld als loutering. Na de<br />
geloften volgt een zalving met olie en in het teken van de eerste graad, nl. als omgekeerde<br />
driehoek die onderbuik, linker- en rechterborst verbindt. <strong>De</strong> nieuw ingewijde krijgt het Boek<br />
der Schaduwen van de coven om die met de hand over te schrijven. Na deze ingrijpende<br />
ervaring mag men alle esbats en sabbats bijwonen.
Tijdens de aanvraagperiode wordt de neofiet soms „roedi‟ (ruwe steen) geheten. Roedi‟s<br />
behoren tot de zgh. Buitencirkel. In sommige tradities wordt enkele maanden na de eerste<br />
inwijding een korte „ceremonie van toewijding‟ gehouden, een soort tussengraad waarin over<br />
de aangeleerde basisbeginselen wordt ondervraagd en een gelofte van discretie afgelegd.<br />
Daarna mag men de sabbats bijwonen.<br />
Het is gebruikelijk dat men de tweedegraadsinwijding niet aanvraagt, maar dat men ze<br />
aangeboden krijgt. Het ritueel volgt de mythe van de Godin (rol gespeeld door de kandidaat)<br />
die afdaalt in de Onderwereld om er bij de doden de zin van het leven te begrijpen. Samen<br />
met de derdegraadsheksen vormen die van de tweede de Raad van Ouderen.<br />
Na de derdegraadsinwijding of Grote Rite kan men een eigen coven opstarten. <strong>De</strong> Grote Rite<br />
behelst in Wicca het hoogste Mysterie, nl. de eenheid van man en vrouw. <strong>De</strong> hogepriesteres<br />
zal in pentagramhouding gaan liggen in het midden van de Cirkel, bedekt met een sluier, ten<br />
einde dit Mysterie te benadrukken en te onthullen. Haar lichaam wordt hier als een altaar<br />
beschouwd. Zij wordt door de hogepriester vijfmaal gekust, waarna er sprake is van de<br />
„geheime poort‟ (die naar verlichting voert). Hierop volgt meestal de symbolische vereniging<br />
van de „athame‟ (botte dolk) met de kelk ofwel – maar dit gebruik is aan het verdwijnen – de<br />
werkelijke copulatie. In dit laatste geval gaan de andere leden buiten. Uit de vereniging wordt<br />
een zgh. Sterrenkind geboren, een magische entiteit die bv. voor een genezing kan worden<br />
aangewend. Het teken van de derde graad is het „gekroonde pentagram‟, een staand<br />
pentagram waarop een opstaande driehoek; het kussen volgt dit schema. <strong>De</strong> seksualiteit wordt<br />
door de heksen gezien al een uitdrukking van de universele polariteit, het koppel staat voor<br />
God en Godin.<br />
----<br />
Men kent verder bij Wicca drie soorten overgangsrituelen: de naamgeving van een<br />
pasgeborene (wiccaning), het handvasten (handfasting) voor koppels en begrafenisrituelen.<br />
Heksen maken soms een Krachtkegel (Cone of Power) met hun gezamenlijke energie om een<br />
gezamenlijk doel te bereiken. Het geschiedt hand in hand en rondgaand (ev. in spiraalvorm)<br />
of wiegend, terwijl men een mantra zoemt en zich een blauw of wit licht voorstelt dat uit de<br />
Cirkel opstijgt in kegelvorm. Op het hoogtepunt van de energie laat men (bij een afgesproken<br />
teken) de kegel los, met de handen boven het hoofd (ev. op de knieën). Het geschiedt bv. om<br />
iemand te genezen of een gevaar af te wenden. <strong>De</strong> vorm van de heksenhoed houdt verband<br />
met deze praktijk. Ook de solitaire heks kan (in trance) een Krachtkegel maken, zonder hulp.<br />
Heksen dragen een koord bij bijzondere riten. <strong>De</strong> rode koord verbindt symbolisch met<br />
Moeder Aarde en de blauwe met de Godin. Met de zwarte koord aanvaarden zij dood en pijn,<br />
met de witte is men op weg naar de wijsheid. <strong>De</strong> kleuren worden soms verbonden met de drie<br />
<strong>graden</strong>.
Germaanse traditie, Asatrù<br />
Het Germaanse neo<strong>paganisme</strong> grijpt terug naar de bloeiperiode van de vijfde eeuw, toen<br />
Franken, Visigoten en Ostrogoten de macht overnamen van de Romeinen in geheel West-<br />
Europa. <strong>De</strong> Germanen hadden toen een rijke (vooral orale) cultuur, cf. de overgebleven<br />
heldendichten (Nibelungen, Hildebrandslied), de Edda en de vele archeologische vondsten.<br />
Hieruit blijkt hun technische en artistieke vaardigheid, o.a. inzake weefkunst, smeedwerk (bv.<br />
prachtige wapenuitrusting) en torques (gouden hals- en armbanden, zoals bij de Kelten). We<br />
vinden runeninscripties vanaf de vijfde VC.<br />
Volgens de Germaanse mythologie bestonden er drie werelden: een godenwereld (o.l.v. de<br />
wijze Wotan/Odin), een Midgard voor de mensen, en een onderwereld (met allerlei<br />
gedrochten). <strong>De</strong> drie waren verbonden door de levensboom Yggdrasil; elk van zijn drie<br />
wortels komt in een andere wereld uit. Onderaan de boom zitten de nornen, schikgodinnen die<br />
het menselijk lot bepalen. In sommige varianten zijn er negen werelden, dan is Midgard de<br />
vijfde.<br />
Asatrù heet in het IJslands de (Germaanse) voorchristelijke religie van Noord-Europa, het<br />
betekent „trouw aan de Asen‟ (of Aesir, de <strong>hogere</strong> goden). Naast de goden en godinnen komt<br />
men hier ook reuzen, landgeesten, walkuren, elfen, dwergen, etc. aan. Goden en mensen delen<br />
dezelfde karaktereigenschappen. <strong>De</strong> hele natuur is bezield. <strong>De</strong> cyclussen van groei, bloei en<br />
oogst worden gevierd tijdens jaarfeesten (ongeveer samenvallend met die van de Keltische<br />
traditie), zoals Yule wanneer de zon het laagst staat en de Wilde Jacht begint. Er bestaat een<br />
sjamanistisch (magisch) aspect, nl. de seidh, die deels met de runen (het alfabet) te maken<br />
heeft.Verwijzingen naar dit alles zijn te vinden in de Edda (neergeschreven ca. 1150-1400),<br />
maar ook in de folklore.<br />
Grote goden: Wodan/Odin (wijze magiër), Donar/Thor (dondergod), Freyr (vrede en<br />
midwinter), Freyja (liefde, aanvoerster van de Walkuren, krijgsvrouwen die de gesneuvelden<br />
naar het Walhalla brengen), Skadi (godin van dood en jacht), Ostara (godin van<br />
vruchtbaarheid en overwinning van het licht. In de Havamal (Lied van de Hoge) wordt verteld<br />
hoe Odin naar het geheim van de runenwijsheid zoekt door zich negen nachten lang aan de<br />
wereldboom op te hangen – tot hij achterhaalt dat het geheim zich verscholen heeft in zijn<br />
eigen hart.<br />
Een ceremonie wordt blot geheten. Donarblot geeft aanleiding tot hamerslagen en grote<br />
drinkgelagen, omdat de god Donar (Thor) een groot bierdrinker was, men ziet het dus als een<br />
drankoffer ter ere van de dondergod. Tijdens de symbel (bijeenkomst) gaat het bier rond in de<br />
heilige hoorn, waarbij regelmatig een heildronk wordt uitgebracht en een gepast lied<br />
gezongen. Tijdens de grote feesten werden vroeger de eenheid tussen mensen en tussen mens<br />
en wereld hersteld. <strong>De</strong> eenheid in sibbe en stam was essentieel, bv. bij bedreiging door<br />
vijanden of bij natuurrampen. Tijdens de feesten werden de standsverschillen opgeheven.<br />
Het runenschrift (futhark) is erg geliefd in het Germaanse <strong>paganisme</strong>. <strong>De</strong> Scandinavische<br />
runen zijn in drie groepen verdeeld: Freya‟s acht, Hagals acht en Tyrs acht. Alle 24 hebben ze<br />
een magische betekenis (zoals de hebreeuwse letters in de kabbala); zo staat ansuz voor
goddelijke kracht, kaunan voor goddelijk licht, algiz voor de wereldboom, berkanan voor<br />
wedergeboorte, ihaz voor transformatie, etcetera. Het waarzeggen gebeurt o.m. met het<br />
werpen van runensteentjes. Wie door runen magische kracht verwerft, kan de storm bedaren,<br />
de vogels verstaan, het zwaard stompen, het vuur stillen, de zorgen verdrijven, de kracht van<br />
acht krijgers winnen. Als middel tot betovering worden runen in hout geritst, waarna ze<br />
worden afgeschaafd en voor hun doel gebruikt.<br />
Het oude Germaanse geloof is het langst blijven leven in Zweden en IJsland, omdat beide<br />
landen pas na het eerste millenium waren gechristianiseeerd. <strong>De</strong> wederopbloei in de<br />
Scandinavische landen na WO-2 geschiedde het eerst in IJsland, nl. de stichting van Islenska<br />
Asatruarfelagio in 1972 door Sveinbjörn Beinteinsson (1923-93). <strong>De</strong> andere landen zouden<br />
twee decennia later volgen: Sveriges Asatrusamfund in Zweden (1994), Asatrufelleskapet<br />
Bifrost in Noorwegen (1996), Forn Sior in <strong>De</strong>nemarken (1999).<br />
In het UK werd The Odinic Rite gesticht in 1973 en kreeg de status van „registred charity‟ in<br />
1988. In de jaren negentig werd uitgezwermd naar Duitsland (1995), Australië (1995) en de<br />
USA (1997); Nederland volgde in 2006. <strong>De</strong> Australische organisatie bestond reeds tijdens het<br />
interbellum (Alexander Rud Mills); het ging ondergronds in 1942 en keerde terug als Odinic<br />
Rite of Australia in 1973.<br />
In de US ontstond reeds in 1974 een Asatru Free Assembly onder impuls van Stephen<br />
McNallesn (°1948), uitgever van het tijdschrift „The Runestone‟. Omstreeks dezelfde tijd<br />
startte de organisatie Odinist Study Group van Elke Christensen (1913-2005). <strong>De</strong> ritus van de<br />
Odinisten vindt men in „The Book of Blotar‟. Na 1986 splitste de AFA in (Ring of) Troth<br />
(1987) en Asatru Folk Assembly (1994). Daarnaast bestaat in de V.S. nog een variante op het<br />
Germaanse <strong>paganisme</strong>, het Theodism, opgestart door Garman Lord in 1976 met de Witan<br />
Theod in New York. Men legt hier de nadruk op het gewoonterecht en de sociale hiërarchie<br />
van de oude Germaanse stammen. <strong>De</strong> theodsmen streven naar de drie wynns: wijsheid,<br />
gulheid en eer. <strong>De</strong> eed wordt afgelegd tijdens een symbel t.a.v. een lid van <strong>hogere</strong> rang.<br />
Dieren worden geofferd aan de Germaanse goden.<br />
<strong>De</strong> grote US-organisaties hebben ook tal van uitlopers in Canada. <strong>De</strong> heidense groep<br />
vergadert hier als Kindred (broederschap), bv. „Nine Mountains Kindred te Montréal’,<br />
„Vikings of the Metal Age Kindred’ in Toronto.<br />
In de Duitstalige landen werd de basis van het Germaanse neo<strong>paganisme</strong> in Oostenrijk<br />
gelegd, nl. tussen 1890 en 1930, met het Armanisme en de Ariosofie. <strong>De</strong> laatste ideologie, de<br />
„wijsheid van de Ariërs‟ geheten, werd ontworpen door Jörg Lanz von Liebenfels (1874-<br />
1954) en het Armanisme door Guido von List (1848-1919). Volgens de Ariosofie zijn de<br />
Germaanse volkeren de zuiverste vertegenwoordigers van het Indo-Europese ras; men werkt<br />
met runen en met de swastika. Het Armanisme van Guido von List verwijst naar de Hoher<br />
Armanen Orden, een corpus van priester-koningen in het veronderstelde oude Arisch-<br />
Germaanse rijk; men vertrekt van een esoterische gnosis die via inwijding aan een elite wordt<br />
doorgegeven, terwijl de exoterische doctrine (Wotanisme) voor de lagere klassen is bestemd.<br />
Ook hier een runisch alfabet, en verder veel magie en een goddelijke ziel (met reïncarnatie).<br />
Er kwam een Guido-von-List-Gesellschaft in 1908.
In Duitsland ontstonden onder invloed van List en Liebenfels in die periode Germaans<br />
gerichte verenigingen als de Germanische Glaubensgemeinschaft (1907), de Germanenorden<br />
(1912), het Thule-Gesellschaft (1917 – Thule was de hoofdstad van het legendarische<br />
Hyperborea). Later volgde het Edda-Gesellschaft (1925) van Rudolph J. Gorsleben.<br />
Liebenfels stichtte in 1907 de Ordo Novi Templi rond de doctrine van de Ariosofie en met de<br />
swastika in het vaandel – vooral actief in Hongarije, Oostenrijk en Duitsland. Alle esoterische<br />
organisaties werden door de nazi‟s verboden; ze verdwenen officieel in 1935, maar leefden<br />
ondergronds verder.<br />
<strong>De</strong> ONT trad opnieuw in het daglicht in 1958 o.l.v. de voormalige SS-er Rudolf Mund. <strong>De</strong><br />
Armanen Orden kwam opnieuw tot leven in 1976, mede onder invloed van Julius Evola en<br />
onder de leiding van Adolph Schleipfer; negen <strong>graden</strong>; men viert dezelfde jaarfeesten als in<br />
het Odinisme. Ook andere oude Germaanse <strong>paganisme</strong>n duiken regelmatig terug op, bv.<br />
<strong>De</strong>utsche Unitarier (°1876) in 1983, de Germanische Glaubensgemeinschaft in 1991. <strong>De</strong><br />
Eldaring (2000) is verbonden met het Amerikaanse Troth.<br />
Ook in Latijns Europa is de Germaanse traditie vertegenwoordigd, o.m. door de Comunidad<br />
Odinista de Espana (1981), in Frankrijk door Les Fils d’Odin (2006). In Vlaanderen door de<br />
Werkgroep Traditie (1963). In Nederland is het netwerk Het Rad te Dordrecht actief.