27.07.2013 Views

De Rintjema's op Rintjema State

De Rintjema's op Rintjema State

De Rintjema's op Rintjema State

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Vrij vertaald wordt hier gesproken over een Piebe Rintjeszoon, gebruiker van 58 pondematen<br />

land, dat belast is als voorschreven. <strong>De</strong> landheer is een Ritske Anteszoon uit Kollum. In het<br />

boek Kollumerland van A.J. Andreae vinden in deel I <strong>op</strong> pagina 44 dat in de periode 1516-<br />

1517 Ritscke Andtz en anderen door de Bourgondiërs worden verbannen “omdat zij de partij<br />

der Gelderschen hielden”.<br />

Uit de weergegeven tekst kunnen we niets afleiden over de <strong>Rintjema</strong> <strong>State</strong>, maar in hetzelfde<br />

boek wordt eerder gesproken over<br />

Pijbe Rentiema to Hanten huijss.<br />

<strong>De</strong>ze Piebe <strong>Rintjema</strong> is dezelfde als de eerder genoemde Piebe Rintjeszoon. We mogen<br />

aannemen dat hij dus <strong>op</strong> de boerderij met de naam <strong>Rintjema</strong> gewoond heeft.<br />

Of de naam <strong>Rintjema</strong> afgeleid is van Rintje, de vader van Piebe weten we niet, maar het zou<br />

heel goed kunnen. Feit is dat de naam sinds 1511 altijd met de <strong>State</strong> verbonden is gebleven.<br />

<strong>De</strong> Friese pondemaat varieerde in die tijd van dorp tot dorp. Gemakshalve zullen we deze<br />

<strong>op</strong>pervlaktemaat gelijkstellen aan een 1 /3 hectare. Bij <strong>Rintjema</strong> <strong>State</strong> hoorde toen zo‟n 18<br />

hectare land.<br />

In 1543 woonde Jouw Rynthiema <strong>op</strong> de state. Hij wordt genoemd als oom (???) in een<br />

overeenkomst uit 1533 met de eerder genoemde Ritscke Antesz. Jouw betaalde vijf Arends<br />

guldens jaarlijkse pacht aan de pastorie te Hantumhuizen. <strong>De</strong>ze pacht wordt in 1580 betaald<br />

door een zekere Johannes Reintma.<br />

In 1617 woonde Tjeerdt Sydsz te Reynckema. Hij huurde de boerenhuizing en de landerijen<br />

(exempt ‘t Stins) van Lieuwe van Wytsma. <strong>De</strong>ze Lieuwe woonde <strong>op</strong> de boerderij Obbema te<br />

Ee. Hij is katholiek en mocht om die reden het stemrecht niet uitoefenen. Daarom zou de<br />

<strong>Rintjema</strong> <strong>State</strong> ook niet voorkomen in het zogenaamde stemkohier van 1640.<br />

In 1617 is er dus sprake van een Stins die de eigenaar Lieuwe van Wijtsma van Obbema te Ee<br />

voor zich reserveerde. In de beschrijving van 1617 worden de <strong>op</strong>stallen als volgt beschreven:<br />

behalve de stins bestond het huis, dat 13 vakken lang was, uit een keucken ende achterhuijs en<br />

een schuur, 2 gollen groot. Verder is er sprake van het houtwerck in de keucken, smuijger<br />

ende ‘t sael en van de <strong>op</strong>camer.<br />

In 1622 brengt Pier Winsemius een kaart uit met daar<strong>op</strong> de nobilium aedes, de edele staten, in<br />

Friesland. Het zijn er 190 en de Rienckema <strong>State</strong> is er één van.<br />

4.2 Bote Roelofs en Tjitske Teunis Rintiema<br />

Lieuwe van Wijtsma‟s kleindochter Marie Claire van Wijtsma (de dochter van Gerrit van<br />

Wijtsma die we al bij Sjoorda zijn tegengekomen), ook woonachtig <strong>op</strong> Obbema, verko<strong>op</strong>t in<br />

1676 de Rientiema state aan Arrien Sipckensz Knossens en Tryntje Abedr., echtelieden te<br />

Leeuwarden. <strong>De</strong> state was toen 90 pondematen groot en belast naar 24 in de<br />

floreenbelasting. <strong>De</strong> last van vijf Arends guldens (of 45 stuivers) jaarlijks te betalen aan de<br />

pastorie, rustte nog steeds <strong>op</strong> de state. In de ko<strong>op</strong>som waren wel het adelijcke Stins, de<br />

boerenhuizing en de schuur begrepen, maar niet d‘ graven in de kercke, welcke d‘ verc<strong>op</strong>erse<br />

aan haer reserveert.<br />

<strong>De</strong> nieuwe eigenaar die het goed in 1676 kocht, verhuurde de boerderij en landerijen, maar<br />

behield het groot stins voor zichzelf. Kennelijk was dat bewoonbaar. In 1693 wordt de state<br />

verkocht door Cijprianus Knossens als erfgenaam, een zoon van eerder genoemde<br />

echtelieden, aan het echtpaar Bote Roelofs en Tjitske Theunis. Zij waren eerder al gebruiker<br />

van deze boerderij.<br />

<strong>De</strong> <strong>Rintjema</strong>‟s pagina 49

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!