27.07.2013 Views

De Rintjema's op Rintjema State

De Rintjema's op Rintjema State

De Rintjema's op Rintjema State

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Zijn tweede dochter Ykje Harmens trouwde in 1800 met Eelke Simons van der Woude (1777-<br />

1854). Hij was van 1812 tot 1842 landbouwer <strong>op</strong> de “de Groote Plaats” alias “<strong>De</strong><br />

Roomschotel” (kl<strong>op</strong>t dat wel; zijn twee verschillende boerderijen) te Jislum. Hij was een van<br />

de voornaamste geldschieters toen een nieuwe kerk voor de afgescheidenen werd gebouwd in<br />

Wanswerd aan de streek die <strong>op</strong> 1 september 1841 klaar was. Eelke betaalde hiervoor 200,-;<br />

alleen zijn broer Pieter betaalde meer.<br />

<strong>De</strong> derde dochter, Sjoukje Harmens, trouwde in 1815 met Jacob Sapes Kooistra (1782-1847).<br />

Jacob was een rondtrekkend landbouwer en kooiker die achtereenvolgens te Birdaard,<br />

Roodkerk, Hallum, Roodkerk en tenslotte Rinsumageest woont. Sjoukje Harmens blijkt <strong>op</strong><br />

huwelijkse voorwaarden te zijn getrouwd. We hebben de acte:<br />

Voor Gerrit R. Voormeulen <strong>op</strong>enbaar notaris residerende te Rinsmageest in het Canton Bergum,<br />

Arrondisement Leeuwarden, Provincie Vriesland en in tegenwoordigheid van nagenoemde en<br />

mede ondergeteekende getuigen compareerden Jacob Sapes Kooistra Landbouwer wonende onder<br />

Hallum, weduwnaar Fokeltje Hendriks, meerderjarige zoon van Sape Rinses Kooistra landbouwer<br />

wonende te Birdaard en van wijlen Rinske Jitses Spar ter eenre, en Sjoukje Harmens <strong>Rintjema</strong><br />

zonder bedrijf, meerderjarige dochter van wijlen Harmen Tjerks <strong>Rintjema</strong> en van Ytje Johannes<br />

Halbesma thans hertrouwd aan Jan Jacobs Viersen landbouwer onder Rinsumageest bij welke zij<br />

inwoont, ter andere zijde.<br />

<strong>De</strong>welken uit hoofde van het voorgenomen huwelijk tusschen Jacob Sapes Kooistra en Sjoukje<br />

Harmens <strong>Rintjema</strong>, hetwelk binnenkort zal voltrokken worden, hebben bepaald, de bedingen en<br />

voorwaarden van hun toekomstig huwelijk zoo als hierna volgt: - Er zal gemeenschap van<br />

goederen tusschen de aanstaande Echtgenooten plaats hebben, en die gemeenschap zal bestuurd<br />

worden volgens de grondbeginsels van de gemeenschap uit krachte van de wet, behoudens de<br />

wijzigingen, die hierna bij overeenkomst bepaald zullen worden. <strong>De</strong> vóór het huwelijk gemaakte<br />

schulden zullen betaald worden door degene die dezelve gemaakt heeft. <strong>De</strong> bruidegom brengt ten<br />

huwelijk aan de helft van een boerenhuizing en schure, hoving met bomen en platagie staande en<br />

gelegen onder Hallum en aldaar geqoteerd met N° 140; benevens de helft in een vogelkooi en de<br />

helft van ongeveer twintig pondematen land daarbij behoorende, zoodanig hetzelve bij hem wordt<br />

bewoond en gebruikt, als mede de helft in het boere reeuw en beslag en verdere roerende<br />

goederen getaxeerd <strong>op</strong> eene somma van vijfhonderd guldens.<br />

En aan de zijde van de bruid wordt ten huwelijk ingebragt eene som van tweeduizend guldens. Het<br />

meerder bedragen van hun bovengemelde respectieve huwelijks goed benevens al het geen<br />

gedurende het voorschreven huwelijk aan de gemelde aanstaande Echtgenooten persoonlijk zal<br />

aankomen, zoo van roerende als onroerende goederen bij erf<strong>op</strong>volgingen, giften, legaten als<br />

anderszins zal in hunne gemeenschap niet komen, maar zal zijn en blijven het eigendom van<br />

diegene der aanstaande Echtgenooten uit wiens hoofde de zelve goederen zullen aankomen en zal<br />

door hem of de zijnen bij ontbinding van de voorschreven gemeenschap worden teruggenomen.<br />

<strong>De</strong> verloofden hebben verklaard, dat de langstlevende het genot der goederen zal hebben, welke<br />

de eerststervende zal komen na te laten. Gedaan en gepasseerd te Rinsumageest, ten kantore van<br />

den ondergetekenden Notaris, <strong>op</strong> den twee en twintigsten Mei achttienhonderd en zestien, in<br />

tegenwoordigheid van Gaele Pieters van der Schaaf, kuiper en Jan Jans Heegstra arbeider<br />

wondende te Rinsmageest als verzochte getuigen. En hebben de Comparanten en de getuigen<br />

benevens de Notaris na duidelijke voorlezing deze acte geteekend.<br />

Dochter nummer vier, Akke, trouwt in 1807 met Christiaan Carels Oberman (1780-1849). <strong>De</strong><br />

houthandel Oberman te Dokkum was eigendom van nazaten van de broer van Christiaan.<br />

<strong>De</strong> laatste dochter wordt in 1808 gedo<strong>op</strong>t als Harmke Harmens Posthumus. Ze is dan 23 en<br />

kennelijk na de dood van haar vader geboren. Bij haar overlijden heet ze toch <strong>Rintjema</strong>. Ze<br />

trouwt in 1807 met Meindert Dirks de Vries (1787-1854). Hij is eerst schoolmeester te<br />

Rinsumageest en later notaris te Augustinusga.<br />

<strong>De</strong> <strong>Rintjema</strong>‟s pagina 34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!