2009 december - Opeinde
2009 december - Opeinde
2009 december - Opeinde
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
OCH MAN, WAT MOAT IK AS FAMKE NO MEI IN RYDBEWIIS ?!<br />
43<br />
door Jan Bijlsma, <strong>december</strong> <strong>2009</strong><br />
Iedereen die het toen nog jonge meisje Sietske Antonides vroeg, wat ze later wilde worden,<br />
kreeg steevast het volgende antwoord: “ Plysje ! “<br />
De meeste vragenstellers vonden dat een zeer achtenswaardig beroep en steunden haar daarin,<br />
maar Sietskes vader hoopte dat zijn dochter nog wel van mening zou veranderen…<br />
Toen de ouder wordende puber echter aan deze wens bleef vasthouden, wist haar vader dat hij<br />
voor duidelijkheid moest zorgen: “Ik wol net dasto plysje wurdst, want dan moast foar dyn<br />
oplieding withoefier fuort; nei alle gedachten wol nei Amsterdam. Dat liket my op fleanen!”<br />
Als Sietske dan vraagt wat haar vader in Amsterdam ziet vliegen, grommelt en bromt hij bijna<br />
onverstaanbaar over een boze wereld, over boze mensen en over een boze stad, maar tot een<br />
duidelijke uitleg komt hij niet.<br />
Zo ging dat vroeger met de meeste vaders; ze hadden niet of nauwelijks tijd om uitleg te geven<br />
aan hun kinderen. Trouwens, meestal voelden ze zich daartoe ook niet geroepen.<br />
“Ja”, betekende toen nog ja en bij “neen “ ging het gewoon niet door en daarmee was de kous af.<br />
Ook voor Sietske.<br />
Ze haast zich wel om te zeggen: “Myn heit wie net âlderwetsk hear!” Om die bewering kracht bij te<br />
zetten vertelt ze dat haar vader bijvoorbeeld beslist wilde dat zij danslessen zou nemen en dat hij<br />
zelf haar had ingeschreven voor autorijlessen. “Dat is nu voor meisjes heel gewoon,” vervolgt zij,<br />
“maar in mijn tijd was dat absoluut niet het geval.<br />
Toen mijn vader zei dat hij mij voor lessen had ingeschreven, reageerde ik daarop dan ook met<br />
verbazing: “Och man, wat moat ik as famke no mei in rydbewiis?!”<br />
Heit Antonides sprak toen de volgende wijze, voorspellende woorden: “Doe het nu maar; over<br />
een aantal jaren wil iedere vrouw een rijbewijs en autorijden.<br />
En kinst nea witte, watst dêr noch oan hast.”<br />
Sietske behaalde haar rijbewijs, maar behalve de bloemen die ze kreeg vanwege het geslaagde<br />
examen, gaf dit papiertje haar nog niet veel voordeel. Ze werkte hier op de zuivelfabriek “de<br />
Eendracht” en als je werk hebt in je eigen dorp, is het bezit van een auto wel leuk, maar zeker niet<br />
van levensbelang.<br />
Toch was het een auto, die een grote verandering in Sietskes leven bracht.<br />
Haar ouders kochten een nieuwe en toen die bezorgd werd, was Sietske daarbij ook aanwezig.<br />
Het onderwerp van gesprek tijdens de koffie met gebak was natuurlijk de nieuwe auto, maar het<br />
ging ook over het steeds maar drukker worden op de weg vanwege het zich snel vermeerderende<br />
aantal auto`s. De autodealer wist ook te vertellen dat rijschool Boonstra het<br />
zo druk had met het geven van rijlessen, dat hij eigenlijk geen minuut meer voor<br />
zichzelf had. Hij zou er heel goed een tweede instructeur bij kunnen gebruiken, maar ja ….,<br />
waar vind je die?<br />
Sietske: “Voordat ik het zelf in de gaten had, rolde uit mijn mond: “ Dat soe ik wol wolle.”<br />
Of autoverkoper Blauw ook tipgeld heeft gekregen weet ik niet, maar een feit is wel dat<br />
Rijschool Boonstra heel snel contact opnam met Sietske. Zij zou het proberen.<br />
Sietske: “Het was voor mij wel een sprong in het diepe en daarom wilde ik mijn baantje bij de<br />
zuivelfabriek eerst niet kwijt. Stel je voor dat ik er niks aan vond of het niet leuk vond.”<br />
Er werd daarom besloten dat de jonge instructrice eerst alleen maar op de zaterdagen in dienst zou<br />
komen. We spreken dan over het jaar 1963.<br />
Natuurlijk moest de splinternieuwe instructrice eerst zelf ervaren hoe het lesgeven in elkaar stak.<br />
Daartoe zat zij aanvankelijk achterin, terwijl Boonstra zelf instructie gaf aan de rijleerling.<br />
Sietske vertelt lachend: “De allereerste keer dat ik zelf les mocht geven (met Boonstra achterin), was<br />
aan een bewoner van een woonwagenkamp. Natuurlijk was ik onzeker en toen ik een keer moest<br />
ingrijpen, remde ik zo hard dat de beste man naast mij met zijn hoofd tegen de voorruit klapte.”