27.07.2013 Views

Lopster Kroniek - Historische Vereniging Loppersum

Lopster Kroniek - Historische Vereniging Loppersum

Lopster Kroniek - Historische Vereniging Loppersum

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

BASISVORMGEVING: 247design, Groningen | OPMAAK EN DRUK: Drukkerij 1984, Appingedam<br />

<strong>Lopster</strong><br />

<strong>Kroniek</strong><br />

<strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>Loppersum</strong><br />

25 jaar<br />

2010<br />

nr. 21<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> OMSLAG 2010.indd 1 10-1-11 10:20


Overige activiteiten en presentaties<br />

Op 19 maart stond de <strong>Vereniging</strong> met een stand in Spoorzicht (schriefwedstried)<br />

en op 30 april traditiegetrouw in het Dorpshuis. Verder was de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong><br />

prominent aanwezig op de winterfair (boerderij Schilder) en de kerstmarkt<br />

in Wiemersheerd. Op de Dag van de Groninger Geschiedenis stond de<br />

<strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> met een stand bij de Groninger Archieven. Johannes en<br />

Janny Langeland, Luurt Wiersema en Rini Doff hebben de stands al die keren<br />

opgebouwd, ingericht en bemenst.<br />

Leden en bestuur<br />

De vereniging telt 139 betalende leden. Vanwege alle drukke bezigheden zijn<br />

twee nieuwe leden bereid gevonden het bestuur te versterken, namelijk Jan<br />

Wierts Wessels en Hugo Parker Brady.<br />

Samenstelling van het bestuur in het jaar 2009:<br />

Jan Wiebe van Veen (voorzitter) Rini Doff<br />

Nicolette Scholten (secretaris) Hugo Parker Brady (vanaf 5 februari)<br />

Jan de Heer (penningmeester) Jan Wierts Wessels (vanaf 5 februari)<br />

Bram van den Akker<br />

HISTORISCH FOTOBOEK VAN WILLEM FREDERIK PASTOOR<br />

GEPRESENTEERD<br />

De <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>Loppersum</strong> heeft op 20 november 2010 tijdens de<br />

bijeenkomst ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan in de Hervormde Kerk in<br />

<strong>Loppersum</strong> de nieuwe uitgave van het fotoboek over de <strong>Lopster</strong> plattelandsfotograaf<br />

Willem Frederik Pastoor gepresenteerd. Aan dit fotoboek is door leden<br />

van de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> jaren gewerkt. Het boek is een samenwerkingsproject<br />

van de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>Loppersum</strong> en Uitgeverij Profiel uit Bedum.<br />

Het begon allemaal, toen in 2006 de gemeente <strong>Loppersum</strong> een kartonnen doos<br />

aan de Groninger Archieven schonk. Deze doos bevatte glasnegatieven: een<br />

heel klein deel van het enorme oeuvre van de bekende en gerespecteerde <strong>Lopster</strong><br />

dorpsfotograaf Willem Frederik Pastoor (1884-1972). Voor de <strong>Historische</strong><br />

<strong>Vereniging</strong> <strong>Loppersum</strong> was dit het signaal om verder onderzoek te doen. Al<br />

gauw bleek toen hoe enorm het oeuvre van dorpsgenoot Pastoor is geweest:<br />

het leek wel of bijna alle oudere inwoners van <strong>Loppersum</strong> en omgeving wel<br />

eens door Pastoor zijn gefotografeerd. Op zolders, in fotoalbums, ingelijst aan<br />

muren, in schoenendozen, overal werden portretfoto’s, babyfoto’s, trouwfoto’s<br />

en groepsfoto’s gevonden. Maar ook doken er foto’s op van boerderijen, van<br />

koeien en paarden, van feesten en partijen, van dorpsgezichten en zelfs van<br />

avondmaalzilver. Uiteindelijk is het gelukt om een databank van meer dan 5.000<br />

foto’s van de hand van Pastoor samen te stellen.<br />

In het fotoboek staan de mooiste en meest representatieve voorbeelden van zijn<br />

werk. De foto’s bestrijken een periode van meer zestig jaar, want zolang (van<br />

1900 tot 1965) heeft Willem Frederik Pastoor in <strong>Loppersum</strong> gewerkt en geleefd.<br />

Het werk van Willem Frederik Pastoor heeft een constante hoge kwaliteit. Pastoor<br />

had oog voor compositie. Of het daarbij ging om een portret, een dorpsgezicht<br />

of een foto van een boerderij maakte voor hem niet uit.<br />

Bestellen<br />

Het boek is te bestellen bij Uitgeverij Profiel, Postbus 7, 9780 AA Bedum of via<br />

de eigen boekhandel. De kosten zijn € 37,50.<br />

36<br />

Inhoudsopgave<br />

Voorwoord 2<br />

Het begraafplaatsproject 3<br />

Dagboek Harm Roelof Roggema (deel 2) 5<br />

Het geslacht Abresch: de <strong>Lopster</strong> verbinding 7<br />

Sociëteit De Vriendenkring 10<br />

Canadese oorlogsveteranen 15<br />

25 jaar het weer in Ten Post 17<br />

Uit onze archieven: vijf stukjes uit oude kronieken 21<br />

Jaarverslag 2009 34<br />

Historisch fotoboek van Willem Frederik Pastoor 36<br />

gepresenteerd<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 1 10-1-11 10:15<br />

1


VOORWOORD<br />

Dit jaar viert de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>Loppersum</strong><br />

haar 25-jarig jubileum.<br />

Met veel plezier geef ik als bestuurder van het eerste<br />

uur gevolg aan het verzoek van het huidige bestuur<br />

om een voorwoord te schrijven voor dit jubileumnummer<br />

van de <strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong>.<br />

De aanleiding om in 1985 te komen tot oprichting<br />

van een <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> lag in het verlengde<br />

van het onderzoek van een werkgroep gedurende<br />

1980-1984 naar de historie van <strong>Loppersum</strong> en haar<br />

inwoners, wat in december 1984 leidde tot de uitgave<br />

van het Fotoboek <strong>Loppersum</strong>/Garrelsweer/Wirdum.<br />

Tijdens dat onderzoek merkten we dat we veel mensen een plezier deden<br />

met het ophalen van oude herinneringen over hun jeugd en het beschrijven<br />

van enkele belangrijke activiteiten die plaatsvonden in de toenmalige<br />

gemeente <strong>Loppersum</strong>. Ook werd toen al geopperd om nog meer specifiek<br />

onderzoek naar een aantal zaken te doen en inspanningen te verrichten om<br />

tot een eigen historisch museum te komen.<br />

De eerste voorzitter van de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>Loppersum</strong> schreef in<br />

haar voorwoord voor het Fotoboek: ‘<strong>Loppersum</strong>, één van de parels uit de<br />

“Golden Raand” van het “Pronkjewail”, zoals het “Grunnens Laid” aangeeft’.<br />

En zo is het eigenlijk nog steeds voor mij, ook al is het inmiddels<br />

ruim 23 jaar geleden dat we van <strong>Loppersum</strong> naar Castricum verhuisden.<br />

<strong>Loppersum</strong> zit gebakken in je genen en de herinneringen aan <strong>Loppersum</strong><br />

doen nog steeds wat met je.<br />

Een paar jaar geleden ben ik begonnen met landschappen te schilderen<br />

waarbij de toren van <strong>Loppersum</strong> altijd in beeld staat. Ze hebben een mooi<br />

plaatsje gekregen in de woningen van onze kinderen die in Heemskerk wonen,<br />

als een dierbare herinnering aan hun jeugd in het Groninger land.<br />

Ook komt tijdens de verjaardagsvisites met m’n broers en zus altijd wel<br />

een anekdote of een herinnering aan een situatie uit de jaren 1950-1960<br />

op tafel.<br />

Veel is er veranderd in de afgelopen 25 jaar in <strong>Loppersum</strong> en aangezien ik<br />

inmiddels veel vrije tijd heb, vanwege mijn groot verlof tot aan mijn vut,<br />

heb ik samen met mijn broer die nog in <strong>Loppersum</strong> woont, veel ideeën om<br />

weer over de historie van <strong>Loppersum</strong> en zijn inwoners te gaan schrijven. Of<br />

het uitmondt in een vervolg op het Fotoboek <strong>Loppersum</strong> zal de tijd leren.<br />

Ik wens u veel leesplezier met dit jubileumnummer en bij deze feliciteer ik<br />

u en het bestuur met het 25-jarig jubileum van de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong>.<br />

Ga zo door!<br />

Met vriendelijke groet,<br />

Ben Scheltens, Castricum<br />

2<br />

Gemeentelijk mededelingenkastje<br />

Bij de officiële opening van het bedrijvenverzamelgebouw villa Bellevue, werd<br />

ook het prachtig gerestaureerde gemeentelijke mededelingenkastje onthuld.<br />

Hulde aan onze leden die met zoveel vakmanschap het kastje hebben gered van<br />

de ondergang.<br />

Stationsgebouw<br />

Net op het moment dat het erop leek dat het verpauperende stationsgebouw<br />

een nieuwe bestemming zou krijgen (twee serieuze huurders kwamen in beeld),<br />

vond een groep krakers het welletjes. Zij namen hun intrek in het gebouw. Daardoor<br />

werd het opknappen van het gebouw noodgedwongen uitgesteld. Het bestuur<br />

van de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> snapte wel dat de krakers dit deden (de<br />

rol van de NS was ook niet zo netjes), maar het moment was slecht gekozen.<br />

Daarom ging het bestuur (samen met vertegenwoordigers van andere groeperingen)<br />

met de krakers praten om ze ervan te overtuigen dat hun actie het<br />

proces alleen maar vertraagde. De krakers lieten zich niet overtuigen. De rechter<br />

moest er uiteindelijk aan te pas komen om ze te laten vertrekken. Op dit moment<br />

knapt het gebouw zienderogen op en mag <strong>Loppersum</strong> er weer trots op zijn.<br />

Ook wordt er op dit moment, door de eigenaren van Hotel Spoorzicht, keihard<br />

gewerkt om het oude raadhuis om te toveren in een wellnesscenter. De <strong>Historische</strong><br />

<strong>Vereniging</strong> is blij dat het uiterlijk van het gebouw in ieder geval behouden<br />

blijft.<br />

Ledenbijeenkomsten<br />

Op 5 februari 2009 vertelde dhr. Dhr. Schansker over zijn archiefonderzoek. Hij<br />

vertelde de leden over het gecompliceerde rechtssysteem in Groningen in de<br />

16de eeuw en illustreerde zijn betoog met een aantal rechtszaken van binnen de<br />

gemeente <strong>Loppersum</strong> die een beeld gaven van waarover de mensen zich in die<br />

periode (ongeveer 1600) drukmaakten.<br />

Op 26 maart 2009 hield provinciaal archeoloog Henny Groenendijk een lezing<br />

over het wierdenlandschap. De helft van alle wierden is verdwenen, met name<br />

door de afgravingen waarmee rond 1850 werd begonnen. Pas in de jaren zestig<br />

brak het besef door hoe bijzonder de wierden waren. Maar de aftakeling (erosie)<br />

van deze archeologische monumenten ging door. Deze erosie wordt veroorzaakt<br />

door verdroging, waardoor sporen bovenin verdwijnen. Bovendien doet<br />

de natuur haar werk: de grond aan de onderkant glijdt weg. De provincie heeft<br />

dan ook maatregelen genomen. Eén daarvan is het ophogen van afgegraven<br />

wierden (Wierum). Maar dat is niet overal de oplossing.<br />

Op 29 september maakte dhr. Wim Bos ons deelgenoot van zijn grote hobby:<br />

genealogie. Hij is zelf met zijn eigen familieonderzoek gekomen tot 1674 (stamgrootvader<br />

Willem). Voor de liefhebbers: kijk op www.allegroningers.nl.<br />

Excursie<br />

In 2009 (16 mei) voerde de excursie ons naar boerderij Hermans Dijkstra in Midwolda.<br />

Jammer genoeg waren er niet veel deelnemers. Misschien lag het aan<br />

het tijdstip? Toch was het een boeiende ochtend, vooral omdat het rijke boerenleven<br />

van destijds door sommigen van de deelnemers herkend werd.<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 2 10-1-11 10:15<br />

35


JAARVERSLAG 2009<br />

In het afgelopen jaar is er weer veel werk verricht om het boek over de <strong>Lopster</strong><br />

fotograaf Pastoor gerealiseerd te krijgen. Het boek komt later dan verwacht.<br />

Het probleem was eerder dat er te veel materiaal is, dan te weinig. De selectie<br />

van foto’s kostte veel tijd. Ook speelt de crisis ons parten. Verder hebben<br />

tientallen vrijwilligers meegewerkt aan het opknappen van de begraafplaats<br />

<strong>Loppersum</strong>. Daar mogen we trots op zijn. En trots zijn we ook op de waarderingsprijs<br />

die we van de gemeente <strong>Loppersum</strong> in ontvangst mochten nemen.<br />

Met dank aan al die vrijwilligers!<br />

Natuurlijk heeft de vereniging weer haar kalender 2010 gerealiseerd en zijn er<br />

de gebruikelijke activiteiten georganiseerd: vier ledenvergaderingen met lezingen,<br />

de excursie, de tentoonstellingen en de normale bestuursvergaderingen<br />

om alle lopende zaken te regelen.<br />

Door: Nicolette Scholten<br />

Kalender en kroniek<br />

De kalender 2010 is weer tot stand gekomen dankzij het uitgebreide fotoarchief<br />

van Fré Wassenaar. Onze vaste verkopers Tjitse Mollema, Luurt Wiersema,<br />

Geert Slagter en Bram van der Akker nemen een groot deel van de verkopen<br />

voor hun rekening, op afstand gevolgd door Rini Doff, Jan de Heer en Nicolette<br />

Scholten. Een aantal leden heeft (weer) een bijdrage geleverd aan de <strong>Lopster</strong><br />

<strong>Kroniek</strong> (dit jaar gecoördineerd door Hugo Parker Brady), die een aantal vaste<br />

rubrieken kent. Er staat een aantal interviews met twee oudere leden van onze<br />

vereniging in en er is geput uit onze archieven.<br />

Begraafplaats<br />

In 2008 is al een kleine aanzet gegeven voor het opknappen van de begraafplaats.<br />

Toen is er één lapje grond onder handen genomen. Maar er moest nog<br />

veel meer gebeuren. Het bestuur heeft met succes subsidieverzoeken ingediend<br />

bij de provincie en het Loket Levende Dorpen en ook geld gekregen van RWE, de<br />

Rabobank, NAM en het Prins Bernhard Cultuurfonds. De gemeente <strong>Loppersum</strong><br />

verleende hand- en spandiensten en zorgde voor materialen en faciliteiten.<br />

Onder leiding van Landschapsbeheer Groningen en geholpen door prachtig<br />

weer hebben tientallen vrijwilligers, elke zaterdag en vaak ook op woensdag,<br />

geschilderd, gebikt, ontroest, kiezelstenen gewassen, gemetseld, schoongemaakt<br />

en beletterd, stenen overeind gezet en stukken aan elkaar gelijmd en<br />

banden weer op hun plek gelegd. Het was een gigantische klus, maar het resultaat<br />

was er ook naar. Aan het einde van het seizoen konden we terugkijken<br />

op een bijzonder succesvolle zomer. De vrijwilligers willen volgend jaar graag<br />

verder met hun werk, want het project is nog lang niet klaar. Nog meer vrijwilligers<br />

zijn altijd welkom.<br />

Pastoor-project<br />

Het selecteren van de duizenden foto’s was voor de samenstellers van het<br />

boek over Willem Pastoor nog een hele klus. Immers, het is simpelweg niet<br />

mogelijk om alle gevonden foto’s in het boek te plaatsen. Het bleek ook lastig<br />

om voldoende subsidiegevers te vinden. De tijd is natuurlijk niet heel erg gunstig.<br />

Het is dan ook niet gelukt om het boek in 2009 uit te brengen.<br />

34<br />

HET BEGRAAFPLAATSPROJECT<br />

In 2008 is een start gemaakt met het begraafplaatsproject. De gemeente<br />

is verantwoordelijk voor het onderhoud van de begraafplaats. Maar,<br />

daar vallen de monumenten niet onder. Daarvoor blijft de familie verantwoordelijk.<br />

In de praktijk is er, zoals op zovele begraafplaatsen, een<br />

situatie ontstaan, waar de tijd toch wel heel duidelijk zijn werk doet.<br />

Met andere woorden, monumenten zakken scheef, hekwerken roesten<br />

weg. Voor de bezoeker die om welke reden dan ook een bezoek brengt<br />

aan de begraafplaats, is het beeld niet fraai.<br />

Door: Jan de Heer<br />

Om te voorkomen dat uiteindelijk alleen nog maar het opruimen van de<br />

monumenten rest, heeft de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>Loppersum</strong>, samen<br />

met Landschapsbeheer een plan gemaakt om de graven en monumenten<br />

op te knappen. Met de uitvoering is in 2008 een begin gemaakt en<br />

er is minstens voor vijf jaar werk. Landschapsbeheer levert materialen<br />

en technische ondersteuning, de gemeente draagt bij in ondersteuning<br />

en verder is er in 2009 en in 2010 een grote groep vrijwilligers enthousiast<br />

aan het werk geweest. Zonder deze vrijwilligers was het niet mogelijk<br />

geweest. Maar we moeten zeker niet de donateurs vergeten. Zowel<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 3 10-1-11 10:15<br />

3


door donaties van het bedrijfsleven, de provincie en diverse fondsen<br />

als door de vele particuliere giften wordt de uitvoering van het project<br />

mogelijk gemaakt. In een volgende kroniek zullen we hier nog uitvoerig<br />

bij stilstaan.<br />

In deze jubileumkroniek wordt echter een plaats ingeruimd voor dit onderwerp,<br />

omdat het voor onze vereniging zo’n belangrijk project is. En<br />

het aardige is dat een eerder belangrijk project op bijzondere wijze ons<br />

pad kruiste, deze zomer. Het zit zo. De vereniging heeft een aantal jaren<br />

geleden met veel succes het project over Oeds de Leeuw Wieland met<br />

een prachtig boek over zijn werken in <strong>Loppersum</strong> en omgeving afgerond.<br />

Een knagende vraag was waar deze belangrijke inwoner van <strong>Loppersum</strong><br />

zijn laatste rustplaats gevonden had. Op de begraafplaats, dat<br />

was wel bekend, maar waar.<br />

Het zou bijzonder mooi zijn om in het kader van het begraafplaatsproject<br />

hier duidelijkheid over te verkrijgen. Om te beginnen toog Rini Doff<br />

naar het gemeentehuis om absolute zekerheid over de plaats van het<br />

graf te krijgen. Bovengronds was niets meer te zien, maar gemeentelijke<br />

registraties hebben een langere adem. De plaats van de familie<br />

werd bepaald en toen is het bedrijf van steenhouwer Veenstra in Uithuizen<br />

benaderd of het iets voor ons project kon beteken. Oeds de Leeuw<br />

Wieland had per slot van rekening ook de kerk van Uithuizermeeden<br />

ontworpen. Veenstra bood aan om een nieuw monument te plaatsen.<br />

En de oude hekken moesten nog ergens zijn. Maar wat bleek? Enige tijd<br />

later kwamen bij een ijverige opruimactie van het lijkenhuisje op de begraafplaats<br />

de originele naamplaten van de familie van Oeds de Leeuw<br />

Wieland tevoorschijn! Mooier kon het gewoon niet. Al die jaren hadden<br />

glasplaten – veilig – onder dak gestaan in een stoffig hoekje, zonder dat<br />

iemand hier meer iets van wist.<br />

Een fraaie combinatie van zorgvuldigheid en vergetelheid die straks<br />

weer het originele monument mogelijk maakt.<br />

Helaas bleken de hekken toch niet meer beschikbaar, dus daar wordt nu<br />

door onze hoefsmid Eisse Mollema aan gewerkt. De gedenkplaten zaten<br />

namelijk oorspronkelijk aan het hekwerk bevestigd.<br />

Als volgend jaar het nieuwe monument weer gereed is, is het boek over<br />

Oeds echt gesloten.<br />

4<br />

oude herderstaf gelijk - gebiedend op de deur. Hij laat zich gelden en wenscht<br />

niet lang buiten in den regen of op den tocht te staan. Op zijn gelaat ligt een<br />

uitdrukking van behagelijke zekerheid, dat zijn verschijning “op den heerd” of<br />

“den borg” den menschen binnen welkom zal zijn.<br />

Hoort, daar klinkt klompengeroffel in de schuur en ook over de gangplavuizen<br />

nadert voetgeschuifel. Er glijdt een ernstige trek over zijn verweerd gezicht en nu<br />

zien we tot onze verbazing, dat de man zijn pet afneemt, z’n duffelsche jas wat<br />

openknoopt als om vrijer te kunnen ademhalen en met een klare, forsche stem<br />

inzet het vrome Nieuwjaarslied, dat hij als een belofte voor de toekomst reeds<br />

brengt in de donkere dagen voor Kerstmis. Aandachtig luisteren de knechten,<br />

die met het gereedschap onder de armen zich even verpoozen en een trek doen<br />

aan hun pijpje. Moeder de vrouw met haar jongsten telg op den arm leunt tegen<br />

de deurpost en zelfs Caro de heemhond, die anders iederen bezoeker aanblaft,<br />

is koest, nu Leo Mosselman van <strong>Loppersum</strong> zijn “Nyjoarslaid” inzet en breed<br />

uithalend zingt:<br />

“Hoort eens, mijn waarde huisman schoon,<br />

Wat ik u zal verhaIen,<br />

Het is, dat God zijn eigen Zoon,<br />

Voor ons deed nederdalen.<br />

In Bethlehem al in een stal,<br />

Een wonder voor ons menschen al.<br />

Och, mochten wij Hem zoeken,<br />

Hij is al van zijn Vader (ge)gaan,<br />

Als borg voor ons weer opgestaan.<br />

Als wij Hem nu maar vreezen,<br />

Wil Hij ons borg wel wezen.<br />

En nu is al weer het oude jaar<br />

Zoo haast voorbij gaan treden.<br />

En nu wensch ik u, huisman en vrouw,<br />

Dat God ook U moog’ zijn getrouw,<br />

En nu wensch ik u al te samen<br />

Geluk en voorspoed. Amen.”<br />

Als de Nijjoarszanger dan zijn belooning had ontvangen, knoopte hij zijn duffeIschen<br />

pijjekker weer toe, zette zijn pet op en nam zijn wandelstaf om door wind<br />

en weer den dikwijls langen weg te aanvaarden naar een anderen heerd of borg<br />

om ook daar de blijde komst van het Nieuwe Jaar te verkondigen in een lied, dat<br />

in wezen een oud-middeleeuwsche Kerstzang is.<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 4 10-1-11 10:15<br />

33


de vondst van de middeleeuwse oven in Zeerijp toch een prachtige aanleiding<br />

om juist in Zeerijp, op een kwelderwal van de Fivel, een informatiecentrum te<br />

vestigen.<br />

Het Dorpshuis bleek een geschikte plek en voor het Dorpshuis was ruimte voor<br />

de replica. Zo leek het verhaal rond. Er kwam echter een niet onbelangrijke kink<br />

in de kabel van deze tot nu goed verlopen geschiedenis. Want op het ‘uur u’ zag<br />

de Rotary af van medewerking aan haar eigen nagedachtenis aan hun lid èn<br />

oprichter Eeltjo Keijer. “Het had allemaal te lang geduurd”, was de teleurstellende<br />

reactie. Eeltjo Keijer moest eens weten wat er allemaal rondom zijn oven<br />

gespeeld heeft, en hij zou het met zijn ruimhartigheid toch heel mooi hebben<br />

gevonden dat er een permanente expositie aan deze zeer bijzondere vondst in<br />

hartje Zeerijp is gewijd, vlakbij waar hij jarenlang gewoond heeft. En de uitdaging<br />

is er nog steeds om uit te zoeken wat onze voorouders ooit in deze oven<br />

gebakken hebben! Brood voor de soldaten, glas voor de kerkraampjes, stenen<br />

voor de vele borgen die Zeerijp rijk geweest is…<br />

Dorpsomroeper (boek Ons eigen volk in het feestelijk jaar van<br />

D.J. Van der Ven)<br />

Daar ook kan men op het Hoogeland en in Fivelingo nog gedurende de geheeIe<br />

maand Januari den Nijjaarszanger ontmoeten. Omstreeks half November<br />

pleegt Leo Mosselman zijn jaarronde langs de boerderijen reeds te beginnen,<br />

omdat, naar hij mij persoonlijk met zeker vertoon van gewichtigheid vertelde,<br />

hij, lieve help! anders met April nog niet klaar zou zijn. Eens ontmoette ik hem<br />

in Juni tusschen <strong>Loppersum</strong> en ‘t Zandt en toen beklaagde hij er zich oprecht<br />

over, dat het niet mogelijk bleek zijn Nieuwjaarsheilwenschen het geheele jaar<br />

rond te zingen.<br />

Overal is hij in dat zoo nuchter gedachte Groninger boerenland de welkome Januari-gast,<br />

louter en alleen, omdat hij naar oude traditie de boodschap brengt,<br />

dat het oude jaar weer voorbij en het nieuwe gekomen is.<br />

Met een zekere zelfbewustheid richt hij zijn schreden naar de huisdeur van elke<br />

hofstede. Gewapend met een fermen knuppel als wandelstaf, gedoken in een<br />

zwaren duffelschen pijjekker, de kleppet fiks over de ooren getrokken, is onze<br />

heraut er op gekleed om storm en regen, koude en sneeuw te trotseeren. Men<br />

ziet het hem dadelijk aan, dat hij bij zijn Nieuwjaarsfunctie<br />

geen zwerver of landlooper is, want zonder schroom of<br />

bedeesdheid laat hij zijn zware klompen klepperen op de<br />

steenen plaatsjes en in heel zijn houding is niets van den<br />

schooienden bedelman.<br />

Integendeel! Het schijnt, dat hij den lieden, die wonen op de<br />

vereenzaamde hofsteden in het winterkale Groningerland<br />

ietstebrengenheeft,ofhijerdeboodschapperisvaneenblijde<br />

mare! Ziet, daar klopt hij met zijn kromgebogen stok - een<br />

De komst van den<br />

Nieuwjaarsheraut. 32<br />

DAGBOEK VAN HARM ROELOF ROGGEMA (DEEL 2)<br />

Harm Frederikus Roggema, de zoon van de postbode Reinder Roggema<br />

en kleinzoon van Harm Roelof, heeft het dagboek van Harm Roelof Roggema<br />

en de gegevens van zijn arbeid verzameld. Hieronder treft u het<br />

tweede deel aan. De tekst van het dagboek is letterlijk overgenomen.<br />

1933.<br />

1933 was een droog jaar.<br />

Een werkloosheid tijsterde de wereld zoals nog nooit eerder was voorgevallen.<br />

1934.<br />

Den 10 Januari werd M. van der Lubbe onthoofd.<br />

Den 17 Februari kwam de Belgiesche Koning om het leven bij het beklimmen<br />

van een berg.<br />

Den 23 Februari werd de kroonprins uitgeroepen tot koning der Belgen.<br />

Den 10 Oktober werd de Koning van Servië vermoord. Zijn 11 jarige zoon werd<br />

dadelijk uitgeroepen tot koning.<br />

1937.<br />

In de week van 23 tot 30 Januari vreeselijk koud, een strenge vorst met hevige<br />

Oosterwind.<br />

1938.<br />

Heele voorjaar mooi zacht weer. Tot dat begin April de wind naar het noorden<br />

gaat en het zeer koud en guur werd, de heele maand door.<br />

‘sMorgens van de 19e April lag er zoowat 10 cM sneeuw.<br />

1 Mei is het zoo koud dat de kachel wel goed gestookt mag worden.<br />

Juni: Altijd nog koud weer.<br />

12 Juli is zoon Anno Roggema fabrieksarbeider geworden op Winneweer Houtstek.<br />

14 Juli begint het vlastrekken.<br />

Bij het begin van het bieten rooien is het regenachtig, dan alle dagen mooi weer<br />

zoodat de bieten er vroeg uit zijn.<br />

17 December begint het zoo streng te vriezen dat in twee dagen alle wateren<br />

bevroren zijn en men overal kan schaatsenrijden.<br />

Men meldde tot 16 graden vorst, dat duurde tot de kerstdagen over.<br />

Den 20 December viel er een dikke laag sneeuw en vervolgens alle dagen zoodat<br />

de ijsbanen en de wegen haast onbegaanbaar waren.<br />

27 December begint het wat te dooien, maar dat duurde niet lang van de nacht<br />

daarop vroor het weer en waren de wegen en voetpaden haast onbegaanbaar.<br />

Den 25 December overleed Emielle van der Velde, de leider van de arbeidersbeweging<br />

in Belgie. Den 30 December werd het stoffelijk overschot begraven, wat<br />

gebeurde onder grootte belangstelling van heel de arbeidersbeweging.<br />

1939.<br />

1939 zet in met een echt wintersche aanblik, wel geen strenge vorst, maar alles<br />

bedekt met een dikke laag sneeuw en tevens koud en guur.<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 5 10-1-11 10:15<br />

5


Tweede week van Januari goed dooi weer, zoodat het water zoo hoog staat dat<br />

verscheiden binnenwegen onbegaanbaar waren. Het pad naar Winneweer staat<br />

voor een groot gedeelte onder water.<br />

Een droog voorjaar en een droog zomer, overal zijn de regenbakken leeg en<br />

heeft het land ook verlet om water, doch als het koren wordt gedorschen krijgt<br />

men veel mudden, zomertarwe 60 HL per bunder, erwten zelfs 70 HL per bunder<br />

wordt van gesproken.<br />

Half December is het begonnen te vriezen.<br />

1940.<br />

Begint met een stevige vorst, den 13 Februari werd zelfs vanaf Eelde 24 graden<br />

gemeld.<br />

Deze winter valt er een best pak sneeuw welke door een hevige wind zoowat<br />

alles in de slooten en op beschutte plekken wordt gejaagd, zoodat zoowat alle<br />

dagen groote ploegen sneeuw opruimers aan het werk zijn om de wegen en<br />

voetpaden vrij te krijgen en ook wel eens auto’s los te graven, die in de sneeuw<br />

bleven steken.<br />

Den 20 Februari begint het te dooien.<br />

Harm Roggema heeft vanaf het jaar 1926 per week bijgehouden waar hij werkte<br />

en wat hij daar per week verdiende. Zijn voornaamste werkzaamheden bestonden<br />

in het jaar 1926 uit ‘dorschen’ (28 weken).Verder verrichtte hij vele klussen<br />

o.a. bij: E. Wiersema (lossen pannenschip), gemeente <strong>Loppersum</strong> (lossen<br />

grintschip), Kamphuis, ds Buter, Harsveld en wed. Altink (muren boenen); H.<br />

Dijksterhuis (kabelgraven); J. Bos (zandschip lossen), Huizenga (hooipersen), T.<br />

Huisman (brandstoffen lossen), E. Wiersema (betonstorten), L. Bolhuis (stalmuren<br />

schonen), meester Van der Veen (tuinonderhoud); L. Bolhuis (bieten schoffeIen),<br />

E. Wiersema (grintschip lossen), Eenkema (vlastrekken, vlasschelmen en<br />

mennen. De verdiensten over dat jaar waren f 1.096,20.<br />

Ook in de jaren 1927 tot en met 1930 bestonden zijn voornaamste inkomsten<br />

uit dorsen en natuurlijk voerde hij ook weer voor diverse bewoners van <strong>Loppersum</strong><br />

werkzaamheden uit. Zijn inkomsten varieerden in die jaren van f 1.050<br />

tot f 1.120 per jaar. In het jaar 1931 werd het duidelijk veel slechter in de wereld,<br />

de werkloosheid nam sterk toe en dit hield ook in, dat de inkomsten fors daalden.<br />

Harm Roggema ging toen naar de Wieringerpolder om mee te helpen met<br />

de inpoldering. De arbeiders sliepen daar in barakken. In 1931 vertrok hij op 18<br />

maart en hij kwam op 1 augustus weer thuis. Hij verdiende per week een extra<br />

toelage plus het loon van f 13,50. Maar het betekende wel, dat je maanden van<br />

huis was en je kon natuurlijk niet even bellen of sms-en.<br />

Ook in het jaar 1932 was Harm Roggema een aantal weken werkzaam in de<br />

polder.<br />

In het jaar 1933 was hij echter ook een 50 dagen genoodzaakt te stempelen,<br />

dus aangewezen op een ‘beloning’ vanaf f 1,40 per dag. Zijn totale inkomsten<br />

bedroegen over dat jaar dan ook slechts f 782, 471/2 (noot redactie: er werd nog<br />

in halve centen gerekend).Ten opzichte van de jaren 1926 tot en met 1930 een<br />

loondaling van f 300 per jaar. Ook in de daaropvolgende jaren tot de oorlog was<br />

zijn jaarloon ongeveer f 800.<br />

6<br />

over de problematiek gebogen. Het zou toch mooi zijn als die replica in Zeerijp<br />

zou kunnen worden gerealiseerd. Eeltjo had als bestuurslid meermalen aandacht<br />

voor de realisatie van zijn cadeau van de Rotary gevraagd. Toen hij helaas<br />

kwam te overlijden wilde de stichting niets liever dan ter nagedachtenis voortvarend<br />

met zijn plan aan de slag gaan.<br />

Eerst moesten daarom de contacten met de Rotary warm gehouden worden.<br />

Menigmaal hebben enkele bestuursleden een bede(l)vaartstocht richting het<br />

Delfzijl gehouden waar ze door de heer Fey en zijn echtgenote steeds warm<br />

onthaald werden. Hypothesen vlogen over tafel over het soort oven, maar van<br />

belang was dat de Rotary nog volop achter haar toezegging stond. Er werd ook<br />

een bezoek gebracht aan de steenfabriek van Hijlkema waar nog een blik op de<br />

creatie van de veldoven kon worden geworpen. Ingestort, maar nog wel goed<br />

herkenbaar. Ook Jan Hijlkema verzekerde ons dat die replica bij Zeerijp er moest<br />

komen. En in zijn ogen moest het meer dan een replica worden van de vondst,<br />

hij moest eigenlijk ook echt kunnen werken, zodat aangetoond kon worden dat<br />

het wel degelijk een steenoven was!<br />

Voor het bestuur van de Stichting Fivelgo dus de taak om het geschikte stukje<br />

grond te vinden. Aan de Borgweg in Zeerijp lag een geschikt kampje grond, een<br />

overhoekje nog in bezit van de familie Oosterhuis. Het contact met mevrouw<br />

Glas-Oosterhuis was snel gelegd en indien de grond beschikbaar zou komen,<br />

straks met het aflopen van de huidige pachter, dan was de Stichting Fivelgo de<br />

eerste die in aanmerking zou komen. Een en ander werd zwart op wit vastgelegd<br />

en met een tevreden gevoel gingen wij huiswaarts. We gingen nog niet<br />

zover dat we de Rotary al inschakelden. Bovendien moest de grond dan nog wel<br />

echt verworven worden, met andere woorden subsidiebronnen, bijvoorbeeld<br />

Leader, moesten worden aangeboord voor de op handen zijnde aankoop.<br />

Echter de familie beschikte in haar wijsheid anders en de grond is als onderdeel<br />

van een grotere kavel verkocht aan de familie Winter aan de Bosweg in <strong>Loppersum</strong>.<br />

Dat behoefde op zich nog niet zo’n groot probleem te zijn. Het ging immers<br />

om een heel klein onrendabel overhoekje, dat geschikt was voor de Rotary<br />

om de replica te laten verrijzen. De pelgrimstocht naar De Winter leverde op dat<br />

zich inmiddels al een buurman in Zeerijp had gemeld. Een tweede pelgrimstocht<br />

naar genoemde buren had niet als resultaat dat wij onze oorspronkelijke<br />

voorkeurspositie konden verzilveren. Einde van de realisatie op het in onze<br />

ogen meest geschikte stukje grond. De gemeente <strong>Loppersum</strong>, in het bezit van<br />

vele overhoekjes in Zeerijp, wilde graag meewerken, maar deze stukjes kwamen<br />

vanwege een ongeschikte ligging niet in aanmerking.<br />

Inmiddels was er voortuitgang geboekt in het realiseren van een Archeologisch<br />

Informatiepunt in Zeerijp. Ook hiervoor was de oven de aanleiding geweest.<br />

De provincie wilde een aantal Archeologische Informatiepunten verspreid over<br />

het noorden realiseren. De eerste was kort daarvoor bij Openluchtmuseum in<br />

Warffum geopend. Het Wierdenmuseum in Ezinge was vervolgens in beeld en<br />

met het nodige lobbywerk hebben we met succes de aandacht van de provincie<br />

op de ‘verdwenen rivier’ de Fivel gevestigd. Aan de oever van de Fivel was<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 6 10-1-11 10:15<br />

31


De Oven van Zeerijp en de verborgen Fivel (het vervolg)<br />

Door: Jan de Heer (2010)<br />

Deze zomer voerde onze excursie langs de oevers van de verdwenen Fivel.<br />

De laatste stop was bij het Archeologisch Informatiepunt Fivelboezem in het<br />

Dorpshuis van Zeerijp waar de Fivel centraal staat. Op het plein voor het Dorpshuis<br />

is door middel van een expositie aandacht geschonken aan de vondst van<br />

de Oven van Zeerijp. In deze kroniek nemen we een eerder verschenen artikel<br />

op van de heer Eeltjo Keijer over deze ovenvondst. Aansluitend daarop een<br />

korte terugblik hoe we van de vondst tot die expositie bij het Dorpshuis zijn<br />

gekomen.<br />

Centraal in dit verhaal staat Eeltjo Keijer die van begin af aan heel erg enthousiast<br />

was over de oven. Dit enthousiasme stak hij niet onder stoelen of banken en<br />

ook in de Rotary Delfzijl, waarvan hij de oprichter was, sloeg de vonk over. Bij<br />

zijn afscheid van de Rotary zegden de leden hem toe om ervoor zorg te dragen<br />

dat op een geschikte plaats in Zeerijp een replica van de oven, voor Eeltjo, maar<br />

natuurlijk voor het nageslacht, boven de grond zichtbaar zou blijven. Immers de<br />

ovenresten waren na uitvoerige documentatie weer toegedekt om de archeologische<br />

waarde te beschermen. Zodra Eeltjo een geschikt stukje grond zou hebben<br />

gevonden zou de Rotary als dank voor zijn grote inzet er zorg voor dragen<br />

dat daar een replica van ‘zijn oven’ zou worden gerealiseerd.<br />

De betrokkenheid van enkele leden van de Rotary ging verder dan alleen deze<br />

waardevolle toezegging. Twee leden, Jan Hijlkema, directeur van de toenmalige<br />

steenfabriek in Delfzijl en Ger Fey, oud-directeur van de Akzo waren bijzonder<br />

geïnteresseerd om uit te zoeken wat voor soort oven nu precies bij Eeltjo in<br />

Zeerijp in de bodem van Boukemaheerd aangetroffen was. Zou het een steenoven<br />

of een glasoven zijn geweest? En welke rol had deze oven gespeeld bij het<br />

tot stand komen van de diverse gebouwen in de streek. Ger Fey droeg er zorg<br />

voor dat bodemmonsters naar laboratoria tot in Amerika werden opgestuurd<br />

om bewijs te vinden voor zijn hypothese van een glasoven. Beroepsmatig was<br />

Jan Hijlkema ervan overtuigd dat het een steenoven moest zijn geweest. Hij<br />

bouwde, op basis van gevonden resten, een vergelijkbare veldoven na op zijn<br />

fabrieksterrein, met het doel om aan te tonen dat een dergelijke ‘steen’oven<br />

wel degelijk kon functioneren. Helaas stortte het hele boeltje vroegtijdig inelkaar<br />

waarbij een droom in duigen viel. Ondertussen was een collega amateurarcheoloog<br />

van Eeltjo Keijer in Zeerijp, de heer Jan Tillema die er ook vanaf het<br />

begin bij betrokken was, zelfstandig tot een geheel andere conclusie gekomen.<br />

Hij is van mening dat we hier met een broodoven te doen hebben om de toenmalige<br />

legereenheden te kunnen voeden. Dat er steenachtige elementen in de<br />

bodem zijn aangetroffen komt naar zijn mening door de hitte van het bakproces<br />

waardoor de onderliggende klei tot steen was omgezet.<br />

Hoe het ook zij, de Stichting Fivelgo voor Archeologie in <strong>Loppersum</strong>, die onder<br />

de vleugels van onze <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> op gezag van onder ander Eeltjo<br />

Keijer en de heer Piet van Hoorn was ontstaan, had zich inmiddels nadrukkelijk<br />

30<br />

EEN GESLACHT ABRESCH: DE LOPSTER VERBINDING<br />

Mevrouw Hoogeboom-Abresch heeft een boekje uitgebracht over haar<br />

familie, getiteld: Een geslacht Abresch. Zij heeft ook een exemplaar aan<br />

de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> geschonken. Hieronder treft u een gedeelte<br />

uit het boekje aan: het gedeelte over de familie die in <strong>Loppersum</strong> gewoond<br />

en geleefd heeft. Ten behoeve van de leesbaarheid is de tekst<br />

een klein beetje aangepast.<br />

Frederik Johannes Abresch<br />

is de jongste zoon van Petrus Abresch en Johanna Elisabeth Wicherts. Hij werd<br />

geboren op 29 juli 1781 te Groningen en gedoopt in de Martinikerk op 31 juli<br />

1781. Hij is overleden op 15 maart 1831 te Finsterwolde en is begraven aldaar,<br />

slechts 49 jaren oud, zijn vrouw “nalatende haar als weduwe met vief kinderen”.<br />

Frederik Johannes was predikant te Garsthuizen (vanaf 6 november 1803), Zuidlaren<br />

(25 oktober 1807), Veendam (1815), Eenrum (1816), Baflo (1818), Garmerwolde<br />

(1820) en Finsterwolde (4 april 1824).<br />

Hij huwde op 30 november 1803 te Garsthuizen met Trijntje Cornelius van Weerden<br />

(later Titia genoemd) die gedoopt werd op 20 mei 1784 te <strong>Loppersum</strong> en<br />

aldaar overleed op 20 juli 1852.<br />

Ze was de dochter van Cornelius van Weerden (landbouwer op de boerderij De<br />

Volle Hand) en Trijntje Hindriks Zandt. De “vief kinderen” van Frederik Johannes<br />

en Trijntje zijn:<br />

1. Petrus Abresch: de oudste zoon, genoemd naar zijn belangrijke<br />

grootvader, de professor.<br />

2. Cornelius van Weerden Abresch genoemd naar de grootvader<br />

van moederszijde.<br />

3. Willem Joachim Wicherts Abresch, genoemd naar zijn overgrootvader,<br />

de vader van zijn oma, vaderszijde.<br />

4. Titia Frederika genoemd naar haar eigen ouders.<br />

5. Johannes, waarschijnlijk ook genoemd naar zijn vader.<br />

De derde zoon, Willem Joachim Wicherts Abresch, werd geboren op 24 oktober<br />

1811 te Zuidlaren en is overleden op 30 december 1888 te <strong>Loppersum</strong>. Hij<br />

huwde op 14 februari 1838 te <strong>Loppersum</strong> met Afien Catharina Barbara ten Post,<br />

geboren 16 maart 1815 te Groningen en overleden op 3 mei 1891 te <strong>Loppersum</strong>.<br />

Het echtpaar kreeg vijf kinderen.<br />

Afien was de dochter van Eijke Pieters ten Post (koopman) en Jantje Bos te<br />

Groningen.<br />

Eijke werd op 14 augustus 1765 gedoopt te Groningen, hij overleed op 27 februari<br />

1837 aldaar. Hij trouwde op 1 juli 1804 te Groningen met Jantje Bos.<br />

7<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 7 10-1-11 10:15


Zij was een dochter van Jacob Fedde Bos, moeder onbekend. Jantje is na de<br />

dood van haar man verhuisd naar <strong>Loppersum</strong>, alwaar zij op 25 september 1852<br />

overleed. De grootouders van Afien waren Jan Eijkes ten Post en Afien Pieters<br />

Iborgh (geboren in 1738).<br />

Willem Joachim Wicherts Abresch werd beroepen in 1838 te <strong>Loppersum</strong> en 50<br />

jaren lang was hij daar de predikant van de Petrus en Pauluskerk. De vijf kinderen<br />

van Willem Joachim en Afien waren:<br />

1. Frederik Johannes Abresch, geboren 23 juli 1838 en overleden<br />

12 juni 1925 te Groningen.<br />

2. Jantje Eicolina Cornelia Abresch, geboren 20 juli 1842 te <strong>Loppersum</strong><br />

en aldaar overleden op 6 februari 1923. Ze was ongehuwd.<br />

3. Titia Johanna Frederika Abresch, geboren 14 oktober 1844 te <strong>Loppersum</strong><br />

en aldaar overleden op 10 november 1922. Ze was ongehuwd.<br />

4. Aletta Wilhelmina Gerharda Abigael Louisa Abresch, geboren<br />

7 augustus 1846 te <strong>Loppersum</strong> en overleden op 17 juni 1899 te<br />

Groningen. Ze was ongehuwd.<br />

5. Eico Pieter Abresch, geboren 21 augustus 1851 te <strong>Loppersum</strong> en<br />

overleden 14 oktober 1915 te Groningen.<br />

Oudste zoon Frederik Johannes Abresch huwde te <strong>Loppersum</strong>, vijf dagen voor<br />

zijn veertigste verjaardag, met de vijftien jaar jongere Evertje Huisman, geboren<br />

30 januari 1854 te Siddeburen en overleden op 24 juni 1934 te Groningen.<br />

Evertje was een dochter van Jurrien Jans Huisman (winkelier) en Jantje Everts<br />

Koning in Siddeburen.<br />

8<br />

worden nagegaan waar zich een toegangspad tot de oven had bevonden.<br />

En dan de oven zelf. Het bleek dat deze een grootte van zo’n 6 x 2.60 meter had<br />

gehad en zo’n 1.20 meter diep in de grond had gezeten.<br />

Men is in het verleden vermoedelijk als volgt te werk gegaan, dat men eerst een<br />

gat van die grootte en diepte heeft gemaakt met daarover op de een of andere<br />

manier een gewelfd dak van hout en dit weer afgedekt met flinke zoden. Aan de<br />

zuid-westkant zat de ingang die kon worden afgesloten met bakstenen en in de<br />

noord-westwand zaten een viertal luchtinlaten. Verder zal het dak een schoorsteen<br />

hebben gehad.<br />

Door nu de oven bijvoorbeeld door verbranding van takhout flink te verhitten en<br />

door het voortdurend gebruik van de oven zal de klei van de wanden en het dak<br />

geleidelijk aan steeds meer zijn verhard en versteend. De wanden tot de gevonden<br />

dikte van zo’n 15 a 20 cm verstening. Ook de vloer bestond uit versteende<br />

klei terwijl daartussen gleuven waren die correspondeerden met de luchtinlaten.<br />

Bij het uitgraven bleek zoals gezegd, dat het dak volledig was ingestort.<br />

Ook de wanden van versteende klei waren op een paar plaatsen ingegleden. De<br />

oven bleek aan de noord-westkant een 4-tal inlaten te hebben gehad. 3 waren<br />

gelijksoortig, de 4e inlaat, de inlaat die in 1995 werd gevonden, had met zijn<br />

bakstenen kanaal een speciaal karakter zoals boven omschreven.<br />

Ook nu werden kalkresten en koolrestanten gevonden, zodat de gedachten<br />

steeds meer voeding krijgt dat we hier te doen hebben met een schelpkalkoven<br />

die gezien de verdere vondsten aan scherven e.d. vermoedelijk dateert<br />

uit de dertiende eeuw. Dit is zo’n 50 a 75 jaar ouder dan de eerste tot nu toe in<br />

Nederland en Noord¬Duitsland gevonden uit klei opgetrokken schelpkalkoven.<br />

De foto van de doorsnee-uitgraving, genomen van noord-oost naar zuid-west,<br />

geeft de steenvormige bodem met daartussen de sleuven die in verbinding<br />

stonden met de luchtinlaten in de noord-westwand rechts. Links bij de maatstok<br />

en helemaal op de voorgrond<br />

is een ingezakt wandgedeclte te zien en rechtsonder een gedeelte van het ingestorte<br />

dak.<br />

Op de achtergrond rechts een stuk staande wand, met daartegen aangebouwd<br />

het naar de linkerkant lopende luchtkanaal. Ook aan de buitenkant van de rechterwand<br />

was de inlaat nog wat verlengd.<br />

Achter het luchtkanaal is de met bakstenen af te sluiten ingang te zien.<br />

Het ligt in de bedoeling, gezien het unieke karakter van de oven, deze te reconstrueren.<br />

EJ.K. (Eeltjo Jan Keijer)<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 8 10-1-11 10:15<br />

29


DE MIDDELEEUWSE OVEN TE ZEERIJP (<strong>Kroniek</strong> 1996)<br />

Half augustus van het vorig jaar zou de grachtrand ‘Boukumaheerd’, de boerderij<br />

aan de Tolweg waar een aantal eeuwen geleden de borg ‘Boukum’ heeft gestaan,<br />

worden gegraven. Dit is de boerderij waar tot voor kort meerdere generaties<br />

Bosman hebben gewoond en waar nu de familie B. Pier z’n woonstee heeft.<br />

Om de bagger uit de grond te kunnen bergen werd met een dragline in de, rond<br />

de boerderij lopende, singel een brede sleuf gegraven. Dorpsgenoot Jan Tillema,<br />

correspondent (vrijwillig medewerker) van de Rijksdienst voor Oudheidkundig<br />

Bodemonderzoek (ROB), die als zodanig eens een kijkje kwam nemen,<br />

zag daarbij rode verkleuringen in de grond.<br />

Na voorzichtig wat afgraven vond hij, dat deze kleiverkleuring ontstaan was<br />

door verhitting omdat zich in de grond een oven bevond die door z’n hitte de<br />

wanden van klei rood had gekleurd. Het dak van de oven bleek ingestort.<br />

Bij verder afgraven vond men een luchtkanaal dat geheel was opgebouwd uit<br />

losse, gedeeltelijk nog gave kloosterstenen met een maat van zo’n 32.5 x ca.<br />

16 x 9 a 9.5 cm, aanvankelijk zevenhoog met daartussen gleufjes en naar de<br />

andere wand toe geleidelijk lager en smaller wordend. Aanvankelijk werd even<br />

vermoed dat het ging om een oude steenoven, maar omdat verder nergens resten<br />

van steen werden gevonden leek een steenoven zeer onwaarschijnlijk. Ook<br />

een pottenbakkersoven kwam, gezien het beperkt aantal gevonden scherven,<br />

niet in aanmerking. daarom werd dan ook steeds meer gedacht aan een oven<br />

voor het bakken van brood. Een grote, omdat de maten van de oven werden<br />

geschat op zo’n 2.5 x 1.5 meter.<br />

Toen dan ook bij verdere werkzaamheden wat kalkresten werden gevonden ging<br />

men het steeds waarschijnlijker achten dat men toch ook niet te doen had met<br />

een bakoven maar met een kalkoven, die gezien diverse vondsten van scherven<br />

e.d. stamde uit de dertiende eeuw.<br />

Daar verder bodemonderzoek niet paste in de werkplanning van het ROB o.a.<br />

wegens onvoldoende voorbereiding en omdat er geen geld voor was, werd<br />

het onderzoek hiermee weer afgesloten en het gevondene weer afgedekt. Deze<br />

werkwijze gebeurt om het gevondene zo goed mogelijk te bewaren. Eventueel<br />

kan dan, zo nodig, over een aantal jaren nog nader onderzoek plaatsvinden.<br />

Nu waren er, behalve de bovengenoemde, nog wat meer grondverkleuringen<br />

geconstateerd en zo werd o.a. uit nieuwsgierigheid aan het ROB aangeboden<br />

om met vrijwilligers in 1996 de diverse verdere werkzaamheden te verrichten en<br />

voor het benodigde geld en verdere voorzieningen enz. te zorgen.<br />

En zo werd bereikt dat half mei dit jaar onder leiding van mevrouw Mennens<br />

van het ROB de werkzaamheden over een veld van zo ‘n 10 x 10 meter zijn hervat<br />

en voortgezet. Nadat een dragline eerst de bagger, die vorig zomer bij het<br />

graven van de gracht op de singel was gegooid, daar weer had verwijderd kon<br />

met de schop worden begonnen en is laagje voor laagje afgeschept.<br />

Nu bleek dat in de zomer van 1995 slechts een slip van de sluier was opgelicht.<br />

Zo werd al vrij spoedig een flinke hoeveelheid schelpen gevonden in een soort<br />

schelpendepot. Verder kon uit de verkleuring en de gelaagdheid van de grond<br />

28<br />

Evertje was hoogzwanger toen ze met de domineeszoon huwde. Van Frederik<br />

Johannes weten we niet zoveel. Het echtpaar heeft op verschillende plaatsen<br />

in <strong>Loppersum</strong> gewoond. Waarschijnlijk hadden ze een klein winkeltje aan de<br />

Lageweg.<br />

Door drankmisbruik van de heer des huizes verhuisde de familie in mei 1899<br />

naar de stad. Hun nieuwe adres was Verlengde Nieuwstraat 23a. Frederik heeft<br />

het nog tot magazijnmeester gebracht.<br />

De zonen van het echtpaar Frederik Johannes en Evertje waren Willem Joachim<br />

en Jurrien Jan.<br />

Willem Joachim Abresch werd geboren 28 november 1879 te <strong>Loppersum</strong> en is<br />

overleden op 25 juli 1944 te Groningen. Hij was ongehuwd. Hij was in de kost<br />

aan het Winschoterdiep en werkte als likeurstoker bij C.P. Polak, de “ Ranjafabriek“.<br />

Getuigen bij zijn geboorteaangifte waren: Jan Kieft, grutter en Remmert<br />

Troff, veldwachter.<br />

Jurrien Jan Abresch werd geboren 12 juli 1881 te <strong>Loppersum</strong> en is overleden<br />

op 15 september 1941 te Groningen. Bij de geboorteaangifte waren getuigen:<br />

Jan Kieft, grutter en Niklaas Steenhuis, winkelier. Jurrien Jan huwde op 24<br />

november 1907 met Henderika Meulman, geboren 26 juni 1882 te Groningen en<br />

overleden op 4 mei 1966 aldaar. Evenals zijn oudere broer was hij likeurstoker<br />

bij C.P. Polak. Uit dit huwelijk werd één zoon geboren: Frederik Johannes.<br />

Het jongste kind en de tweede zoon van Willem Joachim Wicherts Abresch en<br />

Afien Catharina Barbara ten Post was Eico Pieter Abresch, geboren 21 augustus<br />

1851 te <strong>Loppersum</strong> en overleden 14 oktober 1915 te Groningen. Eico Pieter, die<br />

evenals zijn latere oomzegger Koos genoemd werd, zou evenals zijn vader en<br />

vele andere familieleden, predikant worden. Hij ging daarom Theologie studeren<br />

in Utrecht. Volgens de familieverhaIen zou Koos in zijn studietijd aan huis<br />

komen bij Nicolaas Beets (Hildebrand), die in Utrecht hoogleraar Theologie was<br />

van 1874 tot 1884. Het leven van de trots van de familie zou heel anders verlopen<br />

dan men gehoopt en verwacht had. De studie nam Koos zodanig in beslag<br />

dat hij het geestelijk niet kon bolwerken. Hij keerde terug naar zijn ouderlijk huis.<br />

Het zou al gauw blijken dat hij geestelijk niet volwaardig was en nooit predikant<br />

zou kunnen worden of een ander beroep zou kunnen uitoefenen.<br />

Misschien ten gevolge van zijn sIechte geestelijke gesteldheid kwam hij in 1880<br />

in conflict met de politie, wat hem uiteindelijk drie dagen eenzame opsluiting<br />

opleverde. De veldwachter R. Trott en de rijksveldwachter R. de Jonge hebben<br />

ter zitting van de 5e juni 1880 onder “eede ter teregtzitting” een verklaring afgelegd:<br />

Eico Pieter Abresch, 28 jaar, zonder beroep inwonende te <strong>Loppersum</strong>, had zich<br />

schuldig gemaakt aan:<br />

1) Moedwillige mishandeling.<br />

2) Beledigingen met gebaren en dreigementen aan een bedienend Ambtenaar<br />

in de uitoefening van diens functie aangedaan.<br />

3) Hoon, door op een openbare plaats aan twee personen smaadwoorden<br />

toe te voegen.<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 9 10-1-11 10:15<br />

9


Bovendien had hij bij het achterhuis der woning van zijn vader te <strong>Loppersum</strong><br />

zijne zuster Jantina (Jantje) moedwillig met een stok geslagen.<br />

Er waren nog meer aanklachten. Zijn ouders hadden in de middag van 14 april<br />

hulp ingeroepen van de rijksveldwachter om het gezin te beveiligen. Koos was<br />

niet te bedaren en bedreigde deze man door met een stok boven ‘s mans hoofd<br />

te zwaaien en hem bij de schouder te grijpen. Zoiets kan natuurlijk niet bij een<br />

rijksveldwachter in functie. Ook had hij de plaatselijke boekhandelaar en een<br />

koster, die zich op de openbare straat bevonden, boosaardiglijk en op, voor de<br />

kinderen, hoorbare wijze toegevoegd: “Hoereloopers.”<br />

Hij heeft dit moeten boeten met drie dagen eenzame opsluiting en moest bovendien<br />

aan kosten betalen: f. 49,78. Hij heeft van 6 tot 9 november 1880 vastgezeten.<br />

Later bleek dat hij ook kerkelijke archiefstukken had vernietigd of beschadigd.<br />

De familie heeft hem in Groningen, waarschijnlijk in een tehuis of gesticht,<br />

ondergebracht.<br />

EEN SOCIËTEIT MET EEN LANG VERLEDEN<br />

Iedere woensdagmorgen van 10.00 uur tot 12.00 uur verzamelt zich rond de<br />

tafel in hun stamcafé “De <strong>Lopster</strong>kroon” een gezelschap om daar onder het genot<br />

van een kop koffie en een drankje in een gezellige sfeer van alles te bespreken<br />

wat hen de afgelopen week heeft bezig gehouden. In de discussie gaat het<br />

veel over de actuele politieke en maatschappelijke ontwikkelingen. Dat daarbij<br />

vooral de landbouw in de breedste zin van het woord vaak onderwerp van<br />

gesprek is, is niet verwonderlijk omdat alle deelnemers een agrarische achtergrond<br />

hebben. Dat daarbij ook nogal eens naar het verleden wordt gekeken is<br />

niet verrassend, gezien de niet meer zo jonge leeftijd van deze heren. Op zichzelf<br />

zou het misschien niet de moeite waard zijn dit te vermelden in de <strong>Lopster</strong><br />

<strong>Kroniek</strong>, ware het niet dat hier een traditie in stand wordt gehouden die meer<br />

dan honderd jaar bestaat.<br />

Door: Bertus Huizing<br />

Op 26 september 1908 werd deze sociëteit genaamd “De Vriendenkring” opgericht<br />

in hotel Spoorzicht. Ook hier ging al een geschiedenis aan vooraf omdat<br />

het een fusie betrof van twee bestaande sociëteiten. Al op 8 september 1888<br />

werd de soos ‘Ceres’ opgericht en zoals de naam al aangeeft kwamen de leden<br />

voornamelijk uit de landbouwsector. (Ceres is de godin van de landbouw.) Het<br />

bestuur werd gevormd door G. Groenveld Jzn president, S.D.Jensema vicepresident<br />

en W.Bakker secretaris/penningmeester. In de statuten die koninklijk<br />

werden vastgesteld werd als doel aangegeven: ‘Het bevorderen van het gezellig<br />

verkeer onder de leden’. Gestreefd wordt dit doel te bereiken door iedere zaterdagavond<br />

samen te komen en door het organiseren van feestelijke vergaderingen.<br />

Iedereen vanaf 18 jaar kan lid worden maar wordt wel onderworpen aan<br />

een ballotage. De contributie bedraagt twee gulden per jaar. De heer Wieland<br />

10<br />

beschouwen als even zovele versies van het proosdijwapen. Als ambtswapen<br />

brachten de verschillende commissarissen tussen sleutel en zwaard hun initialen<br />

aan, onder elkaar geplaatst. Over de kleuren is geen uitspraak te doen. De<br />

wapens in de kerk zijn waarschijnlijk herhaaldelijk overgeschilderd, de laatste<br />

keer goud op blauw. De oorsprong van deze emblemen zijn niet moeilijk na te<br />

gaan. Het zijn de attributen van de apostelen Petrus en Paulus, aan wie de kerk<br />

was toegewijd.<br />

Op het windvaan op de toren staan zwaard en sleutel nu schuingekruist. Maar<br />

voor 1916, toen de windvaan werd vernieuwd, was de stand verticaal. De letters<br />

T en P wijzen erop dat de vaan voor het eerst door Timannus Petri is aangebracht.<br />

Tenslotte is er in de kerk nog een bord van de kerkvoogden uit 1858 met het<br />

volgende wapen:<br />

In blauw een schuinrechts geplaatste sleutel en een schuinlinks geplaatst<br />

omgekeerd zwaard, alles van goud. Het schild gedekt met een kroon van<br />

vijf bladeren en gehouden door twee aanziende bruine leeuwen.<br />

Met de historische gegevens is geen rekening gehouden toen het gemeentebestuur<br />

van <strong>Loppersum</strong> in 1871 als gemeentewapen aanvroeg:<br />

“Een veld van keel beladen met een kruiselings geplaatste sleutel en zwaard<br />

van zilver met gevest van goud”.<br />

(keel = rood)<br />

De kleuren zijn waarschijnlijk bedacht door de toenmalige rijksachivaris in Groningen,<br />

Mr. J.A. Feith, die als adviseur van het gemeentebestuur optrad. Het<br />

wapen werd verleend bij Koninklijk Besluit van 4 november 1871, nr 13.<br />

Noot van redactie<br />

Aardig om te vermelden dat onze eigen vereniging in 2010 toestemming heeft<br />

gekregen om het oude gemeentewapen in haar correspondentie te voeren.<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 10 10-1-11 10:15<br />

27


eugel, in de heraldiek degen genoemd, is waarschijnlijk een vrijheid die men<br />

zich in de 19de eeuw heeft gepermiteerd. Dat het oog van de sleutel de vorm<br />

van een klopper heeft, is een toevalligheid. Het is best mogelijk dat men in later<br />

tijden zo’n oude sleutel wel eens tot een klopper heeft omgesmeed, maar samenhang<br />

is er niet.<br />

Tyado Wylrici was cureet aan het begin van de 16de eeuw. Volgens Pathuis’<br />

Groninger Gedenkwaardigheden nr. 386 is het jaartal MDXXIX (1592). Pathuis<br />

vermeldt nog meer wapens in de kerk.<br />

Het wapen van de nieuwe gemeente <strong>Loppersum</strong><br />

Met ingang van 1 januari zijn de gemeenten <strong>Loppersum</strong>, Middelstum, Stedum<br />

en ‘t Zandt samengevoegd tot een nieuwe gemeente <strong>Loppersum</strong>. Bij Koninklijk<br />

Besluit van 4 januari 1991, nr. 90. 022837, werd aan de nieuwe gemeente het<br />

volgende wapen verleend:<br />

In goud een dubbele adelaar van sabel, gebekt en gepoot van keel; in een<br />

schildhoofd van azuur een schuinlinks geplaatste omgewende sleutel van<br />

goud, gaande over een schuinrechts geplaatste lans van zilver, gepunt van<br />

goud. Het schild gedekt met een gouden kroon van vijf bladeren.<br />

(sabel= zwart, keel= rood, azuur= blauw)<br />

<strong>Loppersum</strong><br />

Kerkelijk gezien vormt het gebied van de nieuwe gemeente de kern van het middeleeuwse<br />

dekanaat of proosdij <strong>Loppersum</strong>, dat behoorde tot het aartsdekanaat<br />

Friesland, dat op zijn beurt tot het bisdom Munster behoorde. De pastoor van<br />

<strong>Loppersum</strong> oefende als deken of commissaris het geestelijk gezag uit.<br />

Verschillende commissarissen hebben hun heraldische sporen nagelaten op<br />

hun zegels en op afbeeldingen in en bij de kerk van <strong>Loppersum</strong>. Het zijn:<br />

Tyado Wylrici, als cureet en commissarius vermeId in 1513. Zijn wapen is tweemaal<br />

afgebeeld in de deuromlijsting van het toegangpoortje in het Zuider transept.<br />

De schildjes zijn elkaars spiegelbeeId en vertonen een zwaard en een sleutel<br />

met daartussen de letters T en W onder elkaar.<br />

Stephanus Zwelis, als pastoor en commissarius vermeId tussen 1535 en 1551.<br />

Zijn wapen bevindt zich in de gewelfschotel nabij het orgel in een rond schild.<br />

Het is blauw met een omgewende sleutel en een omgekeerd zwaard en daartussen<br />

de letters S en Z, alles van goud.<br />

Timannus Petri, was pastoor en commissarius van 1558 tot 1585. Zijn wapen is<br />

aangebracht op een gedenksteen in de pastorie (1562) en op het beeldhouwwerk<br />

links naast en onder het orgel. Hij plaatste de letters T en P tussen zwaard<br />

en sleutel. Op zijn zegel echter neemt een zandloper de plaats van de letters in.<br />

In al die wapens zijn sleutel en zwaard, rechtop naast elkaar geplaatst, zij het<br />

dat de stand steeds wisselt: soms omgekeerd dan weer omgewend. Ze zijn te<br />

26<br />

van Spoorzicht ontvangt f 7,50 per jaar voor het verschaffen van lokaal, vuur<br />

en licht. Omdat de opkomst zo slecht is, soms komen er maar zes mensen opdagen,<br />

kan het op de duur kennelijk voor Wieland niet meer uit een ruimte beschikbaar<br />

te houden voor de soos en verkast de club naar kastelein Lubbers.<br />

Later gaat het weer beter en komen de 25 leden over het algemeen trouw ter<br />

vergadering. Wel komen er dan klachten dat zich te veel leden rond één tafel<br />

scharen waar dan enkelen voortdurend het woord voeren en de rest zich verveelt.<br />

Vanwege de precaire toestand van de kas wordt het 10-jarig bestaan niet<br />

feestelijk herdacht. De animo voor de soos lijkt ook weer minder te worden want<br />

de secretaris schrijft in zijn jaarverslag dat de soos zich niet mag verheugen<br />

in toenemende bloei maar te kampen heeft met geleidelijke achteruitgang. Er<br />

komen per avond weinig leden opdagen hoewel er toch altijd een vriendschappelijke<br />

en aangename toon heerst.<br />

Acht jaar later, op 22 oktober 1896, wordt in <strong>Loppersum</strong> een tweede sociëteit<br />

opgericht onder de naam ‘Concordia’ (eensgezindheid). De doelstelling komt<br />

op hetzelfde neer, namelijk het genoeglijk samenzijn te bevorderen. De leden<br />

komen in tegenstelling tot die van Ceres uit meerdere beroepsgroepen die wel<br />

allemaal behoren tot de notabelen van het dorp zoals notaris, arts, predikant,<br />

dierenarts en daarnaast ook leden uit de landbouwsector. De minimumleeftijd<br />

is hier 23 jaar en de contributie bedraagt f 1,00 per jaar. Het lijkt dat vooraanstaande<br />

en vaak ook welgestelde leden ook aan hun verblijf op de soos hogere<br />

eisen stellen, want in artikel 5 van het reglement staat dat het bestuur is belast<br />

ervoor te zorgen dat het lokaal goed verlicht en verwarmd wordt gehouden en<br />

de wijn en andere dranken van goede kwaliteit zijn. De kastelein krijgt ook van<br />

deze club een vergoeding van f 7,50 per jaar en op woensdagavond moet het<br />

biljart ter beschikking van de soos staan. Ook hier schijnen de leden niet erg<br />

trouw te komen want in de notulen wordt vermeld dat de uitbater om 10.00 uur<br />

de tent mag sluiten als er dan nog niemand is komen opdagen. Om te stimuleren<br />

dat de leden op tijd aanwezig zijn wordt om half acht een kleine verloting<br />

gehouden. (Volgens mij is dat in deze streek een traditie want ik (B.H.) herinner<br />

mij dat dit op de vroegere landbouwvereniging van <strong>Loppersum</strong> ook gebeurde).<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 11 10-1-11 10:15<br />

11


Er bestond wel contact tussen beide clubs, want in 1903 wordt er een feestelijke<br />

vergadering gehouden en wel bij Lubbers, het stamcafé van Ceres. Deze moet<br />

dan wel f 10,00 schadevergoeding betalen aan Wieland omdat dat de thuisbasis<br />

van Concordia was. Het feest waarvoor een cabaretgroep was uitgenodigd<br />

duurde tot diep in de nacht. Het was een zeer geslaagde avond, schrijft de secretaris,<br />

en voegt eraan toe dat dit niet kan worden gezegd van de kas want die<br />

sloot met een nadelig saldo van f 0,20.<br />

Dat men ook weer niet te pietluttig was wat betreft de centen blijkt toch ook wel<br />

weer want op verzoek van de soos schafte de waard de heer Kuiper een nieuw<br />

biljart aan en wilde dit gratis ter beschikking stellen. De soos vond dit een te<br />

royaal aanbod en wilde gewoon het normale tarief voor het gebruik betalen.<br />

Ook in 1907 werd er weer een feestelijke bijeenkomst van beide clubs gehouden,<br />

maar nu werd door het lot bepaald op welke locatie. De heer Wibbens van<br />

Spoorzicht had echter al overlegd met Kuipers van Hotel Gemeentehuis dat hij<br />

zou afzien van zijn recht als hij 15 cent per bezoeker zou krijgen. Dat ging door.<br />

Het gezelschap Speenhof de La Mar werd uitgenodigd die zeer succesvol optrad<br />

met zoals de secretaris het uitdrukte, onnavolgbare mimiek en kostelijke<br />

sketches.<br />

Kennelijk gaf deze avond aanleiding opnieuw besprekingen te beginnen over<br />

samenvoeging van beide sociëteiten die uiteindelijk leidden tot een fusie. Om<br />

moeilijkheden te voorkomen werd afgezien van beide namen en de nieuwe sociëteit<br />

ging verder onder de naam ‘De Vriendenkring’. De af en toe slechte opkomst<br />

van beide clubs zal hebben meegespeeld om tot fusie te komen, maar<br />

dit is niet de enige reden geweest omdat men bij tijden daar ook weer niet over<br />

had te klagen. Het groeiende inzicht dat het te gek was om in een dorp twee sociëteiten<br />

in stand te houden met dezelfde doelstelling en hetzelfde ‘soort’ leden<br />

zal uiteindelijk de doorslag hebben gegeven om na lang beraad, dat wel, als één<br />

sociëteit verder te gaan.<br />

Zo werd dan op 20 oktober 1908 de sociëteit De Vriendenkring opgericht die<br />

startte met 34 leden. Deze kwamen in hoofdzaak uit <strong>Loppersum</strong> maar ook ten<br />

dele uit Garrelsweer, Wirdum, Westeremden en Stedum. De meeste leden kwamen<br />

uit de landbouwsector. In de statuten die koninklijk werden goedgekeurd<br />

staat als doelstelling vermeld: ‘Het gezellig verkeer van de leden te bevorderen’.<br />

Getracht zal worden dit in de praktijk te brengen door iedere zaterdagavond<br />

samen te komen en door het organiseren van feestelijke vergaderingen. Ook<br />

zullen er kaart- en biljartwedstrijden worden georganiseerd. In het reglement<br />

staat dat alle kaartspelen zijn geoorloofd, behalve hazard (poker). De eerste bestuursleden<br />

waren W. Plinsinga, voorzitter, D. Muller, vice-voorziter en M.v.d.<br />

Veen secretaris-penningmester. Om beide kasteleins te vriend te houden wordt<br />

het ene jaar vergaderd in Spoorzicht en het andere jaar in Hotel Gemeentehuis.<br />

Ieder jaar wordt er een jaarvergadering gehouden waarop de secretaris verslag<br />

uitbrengt over het afgelopen jaar.<br />

12<br />

de familie Eisses woonde. In de dertiger jaren was dit een timmerfabriek. De<br />

werkzaamheden bestonden toen voornamelijk uit onderhoud aan huizen en<br />

boerderijen, zoals het vernieuwen van dakgoten en het opmetselen en invoegen<br />

van schoorstenen. Na de oorlog was er de oorlogsschade. In Appingedam<br />

en omgeving was veel herstelwerk en verder was er veel achterstallig onderhoud.<br />

Alle materialen waren de eerste jaren op de bon en men werkte veel met<br />

gebruikte materialen. In 1946 bouwden ze een nieuwe hal van 1000 m2 bij de<br />

vlasfabriek in Appingedam, omdat de oude vlashal door oorlogshandelingen<br />

aan flarden was geschoten. Tevens werd aan de Dijkhuizerweg een woning gebouwd<br />

tegenover de kalkbranderij “De Fivel”. In 1948 kocht de heer K. P. Zijl het<br />

<strong>Lopster</strong> zwembad van de vereniging “De <strong>Loppersum</strong>er Jaarmarkt”. Het zwembad<br />

was al na 15 jaren aan een groot onderhoud en vernieuwing toe. Het bouwbedrijf<br />

Cohen en Pilon herstelde de achterwand en de deuren van de badhokjes,<br />

en voegde daar een nieuw ingangsgebouw en andere accommodatie aan toe.<br />

De houten steiger door het zwembad werd tevens vernieuwd. In 1950 stapte Jan<br />

in het huwelijk met let Baarssen en zij gingen wonen aan de Molenweg in een<br />

helft van een dubbel huis. Zij kregen vijf kinderen waarvan twee zonen en drie<br />

dochters. Zij woonden daar tot 1967 en verhuisden naar het huidige adres aan<br />

de Raadhuisstraat.<br />

De toren van de Hervormde kerk werd in de jaren 1948-1949 door gebroeders<br />

Stamhuis gerestaureerd. Deze restauratie werd op de harde wijze uitgevoerd<br />

onder leiding van architect Wittop Koning. De harde wijze bestond in het vernieuwen<br />

van muurgedeelten met oude formaat stenen(kloostermoppen). Tegenwoordig<br />

conserveert de Stichting Oude Groninger Kerken en laat de bouwgeschiedenis<br />

zo veel mogelijk in tact, zo vertelt onze spreker. Toen is ook het<br />

torenuurwerk gerestaureerd. De vierkante wijzerplaten uit 1909 zijn vervangen<br />

in het huidige aanzicht van de wijzers voor de galmgaten.<br />

Veel tijd heeft hij gestoken in de bouw van de huidige weem te Westeremden.<br />

De heer Helmantel had tevoren al veel oud bouwmateriaal verzameld. De pastorie<br />

in Jugendstil werd afgebroken en deze pastorie was gebouwd op de fundering<br />

van de oude weem. Met de kloosterstenen uit de fundering werd de nieuwe<br />

weem gebouwd.<br />

In 1989 verkocht Pilon zijn werkplaats aan de Middenstraat aan het schildersbedrijf<br />

Kiel en geniet Jan van zijn welverdiende rust en wijdt hij zich nu aan het<br />

fokken van konijnen en kanaries.<br />

WAPEN LOPPERSUM (<strong>Kroniek</strong> 1991)<br />

Van de heer J.A. de Boo, uit Appingedam ontvingen wij het volgende antwoord<br />

op de vragen uit het vorig nummer van de <strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong>.<br />

De vorm van het schild, het zwaard en de sleutel zijn door de eeuwen heen<br />

steeds aan veranderingen onderhevig geweest, evenals waarschijnlijk de kleuren<br />

van het wapen. Iedere kunstenaar beeldde ze uit naar eigen smaak. De oudste<br />

vorm van het zwaard is recht en zonder beugel aan het gevest. De vorm met<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 12 10-1-11 10:15<br />

25


wal in de Wijmers. Zo vertelde hij dat de winter van 1930 zo streng was, dat<br />

er een halve meter ijs in de Wijmers lag. Tot half april kon men niet varen en<br />

dus geen brood op de plank. Men moest zomers ook voor de winter het geld<br />

binnen haien! Op de foto, gemaakt door de heer W.F. Pastoor in 1926 ligt het<br />

schip met een laadvermogen van 60 ton in de zwaaikom voor de boerderij van<br />

Veendorp. Het schip is gemaakt op de werf Wolthuis te Sappemeer, wat nu als<br />

museumwerf functioneert. Het schip is in 1952 verkocht aan zijn neef de heer<br />

J. Pilon Tzn aan de Wijmersweg. Omdat er geen verdienste meer was in het<br />

vrachtvervoer per schip werden in de jaren vijftig vele binnenschepen gesloopt.<br />

M.S. “De Hoop” Jan Pilon op het schip van zijn vader. Op de foto tweede van<br />

links.<br />

In 1928 verhuisde hij naar <strong>Loppersum</strong>, naar zijn oom Harm Juisting op een bovenwoning<br />

van koperslager Witters, nu Ger Warrink aan de Lagestraat. Twee<br />

jaar heeft hij daar gewoond en toen verhuisde hij naar het Wijmerspad, naar<br />

zijn andere oom Pieter Pilon. Nu is dat het voormalig cafe “De Blokhut”. In 1932<br />

Iieten de ouders van Jan een huis bouwen in de Middenstraat. Jan bezocht gedurende<br />

twee jaren na de lagere school de MULO in <strong>Loppersum</strong>. Daarna volgde<br />

hij een beroepsopleiding aan de ambachtsschool te Appingedam om zich te<br />

bekwamen in het timmermans vak. De timmerfabriek van Evert Wiersema was<br />

zijn eerste baas. De fabriek was gelegen op het terrein van de voormalige molen<br />

“Muda”, nu het kantoorpand van verzekering “Unive”. In 1954 is de fabriek<br />

overgenomen door Perdok. Later werkte hij bij de gebroeders Stamhuis en bij<br />

Aikema in Middelstum. Ook werkte hij als timmerman bij de firma Van Eisden<br />

in Delfzijl en Cornelissen in Appingedam en bij Schuur en Schilthuis in Garrelsweer.<br />

In de avonduren studeerde hij voor het vak van aannemer. In 1945 heeft hij een<br />

zaak overgenomen met als medefimant Harri Cohen tot 1952. De heer Cohen<br />

vertrok toen naar Canada. Jan huurde een werkplaats aan de Singelweg waar<br />

24<br />

Er wordt gestart met 34 leden. Om als lid te worden toegelaten moet men 18<br />

jaar zijn en de aspirant-leden moeten zich onderwerpen aan ballotage. De contributie<br />

bedraagt 2 gulden per jaar. In het jaar 1930 wordt hotelhouder Wibbens<br />

gevraagd om te zorgen voor behoorlijke toiletinrichting om ook op die manier,<br />

zo schrijft de secretaris, een aangenaam verblijf mogelijk te maken. Ook wordt<br />

er in dat jaar een uitstapje naar Borkum gemaakt. Merkwaardig is ook dat door<br />

vertrek van uitbater Wibbens door hem een afgaand geschenk wordt gegeven<br />

en door zijn opvolger de heer Huizenga een aankomend geschenk. (Dit doet mij<br />

denken aan het gebruik bij beklemmingen, B.H.) Ook de crisis van de dertiger<br />

jaren dringt door bij de soos want er wordt besloten als prijzen geen kunstvoorwerpen<br />

te geven maar wild (haas, fazant, eend).<br />

Bij het 25-jarig bestaan van de soos in 1933 schrijft de secretaris dat hij met blijdschap<br />

kan constateren dat de mooie naam van de vriendenkring steeds hoog<br />

wordt gehouden. Op de feestavond met de dames traden diverse sprekers op,<br />

de stemming was uitstekend en er was alle gelegenheid goed ‘zat’ te worden.<br />

(Of dit op eten of drinken slaat wordt niet vermeld.) Omdat er helemaal niet op<br />

de tijd werd gelet ging het feest tot diep in de nacht door. Kennelijk kwamen de<br />

heren vaak heel laat thuis wat door hun vrouwen niet in dank werd afgenomen<br />

maar, merkte de secretaris opgelucht op: “nu hebben de dames meer begrip<br />

gekregen voor het nachtbraken van hun mannen.”<br />

Een lid van de soos, de heer Groothuis, is werkzaam in Indië en blijkens briefwisselingen<br />

denkt hij met heimwee terug aan zijn kameraden in <strong>Loppersum</strong>. In<br />

1936 komt hij met verlof en doet op zijn reis naar het vaderland vanaf Java ook<br />

Celebes, de Phillipijnen, China, Japan en Amerika aan. De film over deze reis<br />

wordt op de soos afgespeeld.<br />

Op 10 mei 1940 breekt de bezettingstijd aan en de voorzitter roept de leden op<br />

om in tijd van oorlog echte kameraadschap te tonen en elkaar te steunen waar<br />

dit nodig is.<br />

Vanwege de door de bezetter ingestelde avondklok moet men vroeger naar huis<br />

en vanaf 1942 tot aan de bevrijding in mei 1945 worden er geen bijeenkomsten<br />

gehouden.<br />

In 1959 blijkt dat met name de jongere leden bezwaren hebben tegen de zaterdagavond<br />

en om daaraan tegemoet te komen wordt er om de 14 dagen ook op<br />

vrijdagavond vergaderd.<br />

Het lijkt erop dat stilaan het enthousiasme voor de club tanende wordt want in<br />

1958 wordt niet het 50-jarig bestaan gevierd, omdat zich daarvoor maar vier<br />

leden met hun dames hebben opgegeven.<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 13 10-1-11 10:15<br />

13


Een min of meer vermakelijk incident doet zich voor in 1963 omdat G.H. Glas<br />

en secretaris J. Remminga namens de soos moeten terechtstaan voor de recht<br />

bank in Groningen. De kastelein de heer Bos had een tapvergunning tot 12 uur<br />

en deze tijd was overschreden. Het loopt allemaal met een sisser af omdat de<br />

heren kunnen aantonen dat het een gehuurde locatie betrof en de soos wordt<br />

daarom buiten vervolging gesteld.<br />

In 1971 sluit Bos hotel Spoorzicht en verkast men naar hotel Gemeentehuis aan<br />

de Lagestraat waarvan de heer Sloots, die ook lid is van de soos, de eigenaar is.<br />

In 1973 wordt met de verslaggeving van de soos gestopt. Het officiële karakter<br />

met reglement en jaarlijkse vergaderingen wordt niet meer gehandhaafd. Op<br />

initiatief van G.H. Glas wordt in het begin van de tachtiger jaren besloten om in<br />

het vervolg op de woensdagmorgen samen te komen van 10 tot 12 uur in voormalig<br />

hotel Gemeentehuis, nu de <strong>Lopster</strong>kroon.<br />

Zo is de situatie vandaag aan de dag nog. De soos neemt een belangrijke plaats<br />

in in het leven van de leden, wat wel blijkt uit het feit dat het zelden voorkomt<br />

dat er absenten zijn. De ruim honderd jaar geleden ingestelde doelstelling: ‘het<br />

bevorderen van het gezellig verkeer onder de leden’, vindt volop zijn praktische<br />

invulling. De woensdagmorgen is voor de leden een belangrijke plek van sociale<br />

ontmoeting. Nieuwtjes worden uitgewisseld en de laatste ontwikkelingen<br />

op economisch, maatschappelijk en politiek terrein worden bediscussieerd en<br />

becommentarieerd. Opmerkelijk is dat bijna de helft van de leden elders uit<br />

den lande komt (Achterhoek, Zuid-Oost Drenthe, Zuid-Holland, Twente, Kampereiland).<br />

Een opmerkelijk verschil met vroegere jaren toen de agrarische leden<br />

allemaal afkomstig waren uit Groninger boerengeslachten. De voormalige<br />

boerderijen en omgeving van deze allochtonen hebben we in de loop der jaren<br />

allemaal bezocht. Naast het gezellig kouten (mooi oud woord) wordt er ook<br />

ieder jaar een uitstapje georganiseerd samen met een aantal vaste reisgenoten<br />

en steevast afgesloten met een diner in de stamkroeg van Henk en Nanny. Zo<br />

maakten we verleden jaar een vaartocht over het meer bij de Blauwe Stad.<br />

Daarnaast is er in november een ontmoetingsmiddag waarvoor ook dezelfde<br />

mensen van de reis worden uitgenodigd. Voor deze middag wordt iemand gevraagd<br />

iets te vertellen over zijn bedrijf of vakantie. Zo heeft twee jaar geleden<br />

Rien van Os aan de hand van dia’s verteld over zijn grote landbouwbedrijf in<br />

Polen en verleden jaar heeft Martinus van Hoorn ons met woord en beeld meegenomen<br />

naar Spitsbergen. We kunnen best trots zijn op het feit dat De <strong>Lopster</strong><br />

Soos, zoals hij in de volksmond wordt genoemd, na 102 jaar nog springlevend<br />

is.<br />

14<br />

Afscheid voorzitter P. van Hoorn en benoeming tot “Erelid”<br />

De algemene vergadering heeft op voorstel van het bestuur de heer P. van Hoorn<br />

benoemd tot erelid. De heer Van Hoorn maakte sinds 1987 deel uit van het bestuur.<br />

In september 1988 werd hij benoemd tot voorzitter en in 1992 volgde<br />

een herbenoeming. In dit jaar, het jaar 1997, was de heer Van Hoorn aftredend.<br />

Gezien zijn leeftijd heeft hij zich niet herkiesbaar gesteld voor nog een periode<br />

van vijf jaar.<br />

De heer Van Hoorn heeft zich bijzonder verdienstelijk gemaakt voor de <strong>Historische</strong><br />

<strong>Vereniging</strong>. Onder meer had hij het grootste aandeel in het tot stand<br />

komen van de historische kalenders, de <strong>Lopster</strong> kronieken en de eenmalige uitgave<br />

van de oranjekleurige kroniek “Oorlogstijd in de gemeente <strong>Loppersum</strong><br />

1940-1945”. De heer Van Hoorn vertegenwoordigde de vereniging overigens in<br />

vele opzichten. Door zijn toedoen zijn velen lid geworden van onze <strong>Historische</strong><br />

<strong>Vereniging</strong>.<br />

Het voorstel van het bestuur de heer Van Hoorn te benoemen tot erelid van<br />

onze vereniging werd dan ook door de algemene vergadering met applaus bevestigd.<br />

Als dank voor het vele werk, waarin ook mevrouw Van Hoorn werd betrokken,<br />

werd hem een groot boeket bloemen overhandigd. De heer Van Hoorn<br />

blijft, in verband met zijn betrokkenheid en kennis, onder meer actief binnen de<br />

redactie van de <strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> en het verzorgen van de kalenders.<br />

HN.<br />

Gesprek met de heer J. Pilon, oud-aannemer te <strong>Loppersum</strong><br />

(kroniek 2003)<br />

Bij de majestueuze toren van <strong>Loppersum</strong> woont de heer Jan Pilon met zijn<br />

vrouw let Baarssen. Wie is deze markante man, die in het verleden veel huizen<br />

in <strong>Loppersum</strong> en omgeving bouwde en verbouwde? Onlangs zag men hem tijdens<br />

een excursie van de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> nog kordaat op zijn 82-jarige<br />

leeftijd de ladders in de toren naar de hoogste verdieping klimmen. En aan iedereen,<br />

gevraagd en ongevraagd, zijn kennis over de constructie van de toren,<br />

het uurwerk en de gewelven ten toon spreidde. Dat was ook de aanleiding om<br />

bij hem op bezoek te gaan om een gesprek te hebben over zijn werkzame leven<br />

als aannemer in <strong>Loppersum</strong>.<br />

Hij is een telg uit een schippersfamilie en zag het levenslicht op 23 september<br />

1921 in Garrelsweer. Dus niet verwonderlijk dat hij zijn vrouw van het<br />

voormalige eiland Urk haalde! Zoals het vroeger ging in deze families woonde<br />

hij zijn eerste schooljaar bij zijn grootouders in Garrelsweer aan het Damsterdiep.<br />

Op vijfjarige leeftijd ging hij al naar school. Zijn ouders verdienden<br />

de kost met het M.S. “De Hoop” met het vervoer van steen, turf, kunstmest<br />

en in het najaar met bietenvervoer van de boerderijen naar de beetwortelsuikerfabriek<br />

te Groningen. In de winter lag het schip vast in het ijs voor de<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 14 10-1-11 10:15<br />

23


dustrieel erfgoed”, dus zeer toepasselijk de lezing, onder toelichting met dia’s,<br />

van de heer van Iterson. Aanwezig waren 28 personen.<br />

De heer A. de Jager uit Tolbert, als restaurateur verbonden aan het museum,<br />

sprak op 24 oktober over “Het Nationaal Rijtuigenmuseum” te Leek. Ook over<br />

de borg Nienoord werden de aanwezigen ingelicht. Aanwezig waren 41 personen.<br />

Op 9 december sprak de heer Dr.H.A. Groenendijk uit Noordlaren over “Archeologisch<br />

onderzoek in het Noordgroninger wierdengebied”. Toegelicht met dia’s.<br />

Aanwezig waren 41 personen.<br />

Op 2 juni vond de avondexcursie naar Westeremden plaats. Vanwege het schitterende<br />

weer ging een groot aantal leden op de fiets. De heer R. Wobbes vertelde<br />

in het Dorpshuis over de historie van het dorp en de kerk van Westeremden.<br />

De heer Helmantel gaf uitleg over<br />

de Weem, die geheel in oude stijl is opgebouwd. De familie Helmantel woont,<br />

werkt en exposeert in de Weem ( =pastorieboerderij).<br />

Op 28 september werd een bezoek gebracht aan het openluchtmuseum “Het<br />

Hoogeland” te Warffum.<br />

Groninger historie in al haar facetten<br />

Het openluchtmuseum Het Hoogland ligt in de kom van het Noordgroninger<br />

dorp Warffum, waar de terp en zijn bebouwing goed bewaard zijn gebleven. Van<br />

buitenaf herkent u het museum dan ook niet als zodanig omdat de huizen zijn<br />

geïntegreerd in het dorpsgezicht. Enkele huizen op het museumterrein worden<br />

zelfs nog bewoond.<br />

De 12e <strong>Historische</strong> kalender werd uitgegeven evenals de 7e <strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong>.<br />

Onze vereniging was vertegenwoordigd op:<br />

De dag der Groninger geschiedenis in Ter Apel.<br />

Koninginnedag in “Ons Dorpshuis” te <strong>Loppersum</strong>.<br />

De Kerstmarkt in “Wiemersheerd” in <strong>Loppersum</strong><br />

Op 31 december 1996 telde de vereniging 91 leden.<br />

Het bestuur bestaat in 1997 uit:<br />

H. Nanninga, Kruisweg 13, <strong>Loppersum</strong> - voorzitter<br />

Mw. A.K. Duursema-Siertsema, Nieuweweg 1, <strong>Loppersum</strong> - secretaris<br />

K. Stoter, Fruitlaan 23, <strong>Loppersum</strong> - penningmeester<br />

Mw. R. Doff-Wiersema, Sjuxumerweg 22, <strong>Loppersum</strong><br />

A.A Toxopeus, Hoofdstraat 38, Stedum<br />

22<br />

CANADESE OORLOGSVETERANEN<br />

Het volgende gedicht is ingezonden door mevr. G. Slagter-Homan uit <strong>Loppersum</strong><br />

naar aanleiding van het bezoek dat Canadese oorlogsveteranen daar<br />

brachten. Zij schrijft: “Velen hebben het geven van onderdak aan deze mensen<br />

als zeer positief ervaren en menigeen heeft er een goed contact aan overgehouden<br />

met het vriendelijke verzoek spoedig naar Canada te komen. Een van de<br />

Canadese gasten stuurde dit gedicht op waarin zij haar Nederlandse ervaringen<br />

over probeert te brengen aan het Canadese ‘thuisfront’.”<br />

50 YEARS AND HOLLAND<br />

We gathered in the airports<br />

Canadians by the score<br />

To Holland we were bound<br />

No one dare say more.<br />

The airplanes they were crowded<br />

A bit discomfort there<br />

But the bond of our two countries<br />

Is strong and oh, so rare.<br />

They’re there with smiles to greet us<br />

Their doors are open wide<br />

The Canadians they are welcomed<br />

With warmth, and all with pride.<br />

They ply us with their goodies<br />

Their chocolate oh so sweet<br />

And cheeses from their dairy<br />

It was so great a treat.<br />

They showed us their fair country<br />

The canals, the farms, the towns,<br />

Ann Frank, Amsterdam, and culture<br />

We really did go ‘round.<br />

Secrets· of the wooden shoes<br />

The willow tree reveals<br />

A clog has more to offer<br />

Than ours that seems so real.<br />

The uniqueness of the windmills,<br />

The dikes that hold the sea,<br />

Mustard soup, and Holland<br />

All seemed strange to me.<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 15 10-1-11 10:15<br />

15


The service in the churches<br />

Who could ask for more<br />

Just to see our vets parade<br />

At dear old Apeldoorn.<br />

They loved us and they kissed us<br />

Flowers free for all<br />

Could we do the same for Holland<br />

Or really feel as tall?<br />

Fifty Years have passed<br />

Liberation’ s seen a day<br />

But the bond of love between us<br />

Will be forever, come what may.<br />

Our boys that died in Holland<br />

The children tend their grave<br />

So special is their task<br />

Passed down from age to age.<br />

The party that they gave us<br />

A farewell it was to be<br />

The songs and music - wartime<br />

Brought tears to them and me.<br />

The early morning parting<br />

Was hard for us to make<br />

The hosts became Our loved ones,<br />

And gave us gifts of cake.<br />

Can we say more for Holland<br />

The land that we did free<br />

The “Canadese” so special<br />

These vets across the sea<br />

Edith 1. Seamans<br />

Sr. George, N.B.<br />

16<br />

Er viel 140 mm neerslag tegen normaal 68. Maar liefst 8 dagen waren er met<br />

dagsommen van ten minste 10 mm neerslag tegen normaal 2. Aantal uren zon<br />

169 tegen normaal 188.<br />

De zomer als geheel was vrij warm, nat en zonnig. Er werden 62 warme, 22 zomerse<br />

en 4 tropische dagen waargenomen.<br />

September was gemiddeld een halve graad te koel met als hoogste temperatuur<br />

van 22,7°C op de 11de. De laagste temperatuur 4,0°C op de 29ste waarbij<br />

op klomphoogte de eerste vorst aan de grond werd waargenomen met een<br />

minimum van -2,2°C en dat was een nieuw record. De maand was aan de natte<br />

kant met 87 mm neerslag tegen normaal 75. De grootste dagsom was 11 mm<br />

op de 14de.<br />

Oktober is geen spectaculaire maand geworden. Het was gemiddeld een halve<br />

graad aan de zachte kant. Het begon heel zacht, daarna een koude periode en<br />

aan het eind van de maand weer vrij zacht. Op twee dagen kwam de temperatuur<br />

nog boven de 20 graden uit met als hoogste temperatuur 22,5°C op de 3de.<br />

Vorstdagen kwamen net niet voor met als laagste stand 0,0°C op de 18de. Aan<br />

de grond was toen wel flinke vorst met een minimum van -5,2°C. De maand was<br />

aan de natte kant met 92 mm neerslag tegen normaal 74. Verder was er een<br />

overschot aan zon met in totaal 110 uren zon tegen normaal 99.<br />

UIT ONZE ARCHIEVEN<br />

Ter gelegenheid van het vijfentwintig jarig bestaan van onze vereniging heeft<br />

de redactie (Hugo Parker Brady en Jan de Heer) ervoor gekozen een viertal<br />

stukjes uit de <strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong>en tussen 1991 en 2003 opnieuw te publiceren.<br />

Jan de Heer heeft een extra stukje tekst geschreven over de oven van Zeerijp.<br />

Een vijfde stukje is afkomstig uit het boek Ons eigen volk in het feestelijk jaar<br />

van D.J. Van der Ven.<br />

Jaarverslag over 1996 (kroniek 1997)<br />

Er werden vier bijeenkomsten gehouden en een avond- en middagexcursie georganiseerd.<br />

Tijdens de jaarvergadering van 6 februari werd de heer R. Nanninga bij acclamatie<br />

herkozen.<br />

Na het zakelijke gedeelte sprak ons lid de heer J.W. van Veen over ‘Het Noordelijk<br />

Scheepvaartmuseum/Niemeijer Tabaksmuseum’.<br />

Aanwezig waren 29 personen.<br />

Op 21 maart hieldt de heer R.A. van Iterson uit Feerwerd een inleiding over<br />

het onderwerp “Hoe kunnen monumentale bedrijfsgebouwen en andere historische<br />

bouwwerken behouden blijven en wat is het belang daarvan.” Het jaar<br />

1996 is door de Staatssecretaris van Cultuur uitgeroepen tot “Jaar van het in<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 16 10-1-11 10:15<br />

21


De winter als geheel had een gemiddelde temperatuur van -0,2°C tegen normaal<br />

2,4°C en was daarmee een echte koude winter. De koudste winter sinds<br />

1996. De winter telde 66 vorstdagen tegen normaal 38. Het aantal ijsdagen 33<br />

tegen normaal 12. Het aantal dagen met sneeuw was fenomenaal met 53 tegen<br />

normaal 21 en ook een nieuw record. Op 47 dagen lag er een sneeuwdek van<br />

minstens 1 cm sneeuw tegen normaal 15. Ook was de winter somber met 146<br />

uren tegen normaal 174. De winter kan getypeerd worden als een koude en lastige<br />

winter zonder veel schaatsplezier in verband met de vele sneeuw.<br />

Maart was aan de zachte kant maar de eerste helft was nog behoorlijk koud. Er<br />

waren 11 vorstdagen tegen normaal 9 en die waren allemaal in de eerste helft<br />

van de maand. De laagste temperatuur was -6,7°C op de 7de. Aan het eind van<br />

de maand op de 25ste werd de eerste warme dag waargenomen met als hoogste<br />

temperatuur 20,6°C op de 25ste. Op 5 dagen viel er sneeuw en op de 5de<br />

maart lag er een laagje van 3 cm sneeuw. Neerslag 49 mm tegen normaal 62.<br />

Maart was zonnig met 144 uren zon tegen normaal 105.<br />

April was aan de warme kant met gemiddeld 1,2 graden boven normaal. Drie<br />

warme dagen werden er geteld tegen normaal 1. De hoogste temperatuur was<br />

24,0°C op de 25ste. Verder waren er nog drie vorstdagen tegen normaal 4. Daarbij<br />

was de laagste stand -2,2°C op de 23ste waarbij op 10 cm hoogte -8,1°C werd<br />

waargenomen. Alleen op 1 april viel er nog wat sneeuw. Neerslag 36 mm tegen<br />

normaal 45. De maand was zeer zonnig met 239 uren zon tegen normaal 158. De<br />

maand mei was een koude maand met gemiddeld 2,4 graden onder normaal.<br />

De laagste temperatuur was 2,0°C op de 11de en de hoogste 22,1°C op de 23ste.<br />

Op maar liefst 8 dagen was er grondvorst tegen normaal op 4 dagen. Er viel 65<br />

mm neerslag tegen normaal 55. Op de 12de werd de hoogste etmaalsom afgetapt<br />

met 18 mm. Het was aan de sombere kant met 190 uren zon tegen normaal<br />

212.<br />

Juni was iets aan de warme kant met gemiddeld 0,6 graden boven normaal.<br />

Er werden 14 warme en 5 zomerse dagen geteld. De hoogste temperatuur<br />

was 29,3°C op de 28ste. De maand was zeer droog met 26 mm neerslag tegen<br />

normaal 75 mm. Tevens was de maand zeer zonnig met 253 uren zon tegen<br />

normaal 181. Juli was zeer warm met een gemiddelde temperatuur van 20,0°C<br />

tegen normaal 16,8°C. Er werden 28 warme, 16 zomerse en 4 tropische dagen<br />

waargenomen. Op de 9de juli werd een record hoge temperatuur opgemeten<br />

van 33,9°C. De periode van 7 tot en met 14 juli kon als een hittegolf worden aangemerkt.<br />

Acht zomerse dagen op rij waarvan drie tropisch. De maand was zeer<br />

nat met 125 mm tegen normaal 77. De hoogste etmaalhoeveelheid was 32 mm<br />

op de 13de afgetapt. Ook was de maand zeer zonnig met 265 uren zon tegen<br />

normaal 195. Er waren 16 mooie en zonnige dagen tegen normaal 9. Augustus<br />

was teleurstellend, iets te koel, veel te nat en te somber. Er werden 20 warme<br />

dagen geteld tegen 18 normaal terwijl er maar één zomerse dag kon worden<br />

genoteerd tegen normaal 5. De hoogste temperatuur was 26,0°C op de 20ste.<br />

20<br />

EEN TERUGBLIK OP 25 JAAR WEER IN TEN POST<br />

Door: Henk Veldman<br />

Inleiding redactie: we hebben het stuk, vanwege de lengte, op de website www.<br />

hvloppersum.nl geplaatst. Het eerste en laatste jaar hebben we hier opgenomen.<br />

In verband met het 25-jarig bestaan van de <strong>Historische</strong> <strong>Vereniging</strong> <strong>Loppersum</strong> is<br />

mij gevraagd om een terugblik te geven over de afgelopen 25 jaar van het weer<br />

in Ten Post. Dat is best interessant omdat het weer steeds hoogte- en dieptepunten<br />

heeft. Verder kan men stellen dat de gemiddelde temperatuur omhooggaat,<br />

de hoeveelheid neerslag toeneemt en het aantal zonuren eveneens in stijgende<br />

lijn is.<br />

We beginnen met het jaar 1985. Januari was een zeer koude maand met veel<br />

vorst en sneeuw. De gemiddelde temperatuur was -3,6° C tegen normaal 1,1°C.<br />

De laagste temperatuur was -16,3°C op de 8ste. Vlak boven een laag van 13<br />

cm sneeuw werd zelfs een stand van -21,3°C gemeten. De dikste sneeuwlaag<br />

was 20 cm op de 11de januari. Er waren 24 vorstdagen tegen normaal 15 en 16<br />

ijsdagen waarbij het kwik de hele dag onder het vriespunt bleef tegen normaal<br />

6. Op 18 dagen viel er sneeuw en er waren 19 dagen met een sneeuwdek van<br />

ten minste 1 cm. Op de 11de januari was de sneeuwlaag aangegroeid tot 20<br />

cm. Echt een maand voor een winterliefhebber dus. Op de laatste dag van de<br />

maand, de 31ste werd een maximum van 8,0°C gemeten. Een Elfstedentocht<br />

kwam er nog niet. Daarvoor lag er te veel sneeuw. De hoeveelheid neerslag in<br />

januari bedroeg 73 mm tegen normaal 61. In februari kon dat wel want toen<br />

er een nieuwe koudegolf en was de meeste sneeuw gesmolten door een tijdelijke<br />

dooi. De gemiddelde temperatuur van februari kwam uit op -1,2°C tegen<br />

normaal 1,4°C. Op de 1ste februari was de hoogste temperatuur van 9,5°C. Op<br />

de 7de februari begon het opnieuw te vriezen en lag er geen sneeuw meer. De<br />

laagste stand was nu -14,1°C op de 15de. Op 10 cm hoogte werd -19,0°C waargenomen.<br />

Op 19 februari werden de Noorder Rondritten gehouden, gewonnen<br />

door A. Bakker uit Groningen.<br />

Aan het einde van de vorstperiode op de 21ste februari werd de Elfstedentocht<br />

gehouden maar het was op het nippertje want het werd overdag al 2,2 graden<br />

boven het vriespunt. Februari was zeer droog met slechts 7½ mm tegen<br />

normaal 44. De winter 1984 op 1985 was een zeer koude want de gemiddelde<br />

temperatuur lag op -0,5°C tegen normaal 1,7°C. Verder was de winter droog met<br />

117 mm neerslag tegen normaal 180.<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 17 10-1-11 10:15<br />

17


Bron: Jannes Wiersema, Roodeschool<br />

Maart was gemiddeld 0,6 graden onder normaal en er werden nog 13 vorstdagen<br />

genoteerd tegen normaal 11. De laagste temperatuur was -3,4°C op de 18de<br />

en bij de grond -5,8°C . De hoogste temperatuur was 13,2°C op de 13de. Er viel<br />

59 mm neerslag tegen normaal 46. Op 8 dagen viel er sneeuw.<br />

April was aan de zachte kant met als hoogste temperatuur van 18,8°C op de<br />

19de. Er viel 57 mm neerslag tegen normaal 49. De maand was somber met 113<br />

uren zon tegen normaal 157. Mei was een warme maand met gemiddeld 1,6<br />

graden boven normaal. Als bijzonderheid vinden we in de maand mei met twee<br />

zeer warme dagen aan het eind van de maand. Op de 26ste en de 27ste werd<br />

het bijna tropisch met respectievelijk 29,1°C en 29,9°C. De laatste temperatuur is<br />

nog steeds het record voor de maand mei. Dat belooft wat voor de zomer zou je<br />

zeggen maar niets was minder waar. De zomer werd behoorlijk koel en zeer nat.<br />

Er kwamen slechts 7 zomerse dagen tegen normaal 10 en maar 30 warme dagen<br />

van ten minste 20 graden tegen normaal 41. Het meest opvallende was de<br />

grote hoeveelheid neerslag van 327 mm tegen normaal 241 mm. Op 67 dagen<br />

werd er ten minste 0,1 mm neerslag gemeten tegen normaal 53 dagen.<br />

November was vooral aan het eind van de maand erg koud met matige vorst en<br />

-6,6°C op de 30ste. Op 13 dagen viel er sneeuw tegen normaal op 4 dagen Op<br />

28 en 29 november lag er 10 cm. Een vroege winter dus. En nat was de maand<br />

ook. 124 mm neerslag tegen normaal 78 mm. December zou echter veel zacht<br />

weer brengen met diverse dagen boven de 10 graden. Op 3 december werd<br />

12,9°C genoteerd.<br />

18<br />

Bron: Jannes Wiersema, Roodeschool<br />

Gaan we nu over naar het jaar 2010.<br />

Januari was een echte wintermaand met een gemiddelde temperatuur van<br />

-2,2°C tegen normaal 1,8°C. Het was een droge maand maar op vele dagen was<br />

er sprake van sneeuwval. Ook was de maand somber. Bijna alle dagen kwam<br />

het kwik onder het vriespunt. Er werden 28 vorstdagen geteld waarvan 4 dagen<br />

met strenge vorst. Als laagste temperatuur werd -13,0°C waargenomen op de<br />

8ste waarbij boven de sneeuw van 8 cm een laagste waarde van -15,6°C werd<br />

genoteerd. Op 15 dagen bleef de temperatuur 24 uur lang onder nul tegen normaal<br />

5. Maar liefst op 22 dagen viel er sneeuw en op 19 dagen was er sprake<br />

van een sneeuwdek van minstens één cm.<br />

Neerslag 39 mm tegen normaal 73 mm, voornamelijk in de vorm van sneeuw.<br />

Aantal zonuren 42 tegen 53.<br />

Ook in februari bleef de winter voortduren met gemiddeld 2,3 graden beneden<br />

normaal. De laagste temperatuur was -7,7°C op de 10de.<br />

Vlak boven een laagje sneeuw van 1 cm werd een laagste stand waargenomen<br />

van -13,6°C. Er waren 20 vorstdagen tegen normaal 13.<br />

Het aantal ijsdagen was 10 tegen normaal 4. Op de 8ste werd geen hogere temperatuur<br />

gemeten dan -3,9°C. Aan het eind van de maand had de dooi toegeslagen<br />

en werd op de 26ste de hoogste temperatuur gemeten van 10,3°C. Ook<br />

in februari zeer veel dagen met sneeuw, namelijk 21 tegen normaal 7. Op 17<br />

dagen was er sprake van een sneeuwdek. Op 2 dagen waren er windstoten van<br />

9 B. Door de vele dagen met sneeuw en soms ook ijzel was er vaak hinder voor<br />

het verkeer. Neerslag 60 mm tegen normaal 46. Op de 3de februari werd de<br />

grootste etmaalsom afgetapt met 15 mm. De maand was somber met 53 uren<br />

zon tegen normaal 78.<br />

<strong>Lopster</strong> <strong>Kroniek</strong> BINNEN 2010.indd 18 10-1-11 10:15<br />

19

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!