Handleiding Debatteren voor het basisonderwijs - Schooldebatteren.nl
Handleiding Debatteren voor het basisonderwijs - Schooldebatteren.nl
Handleiding Debatteren voor het basisonderwijs - Schooldebatteren.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Handleiding</strong><br />
<strong>Debatteren</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>basisonderwijs</strong><br />
Nederlands Debat Instituut
<strong>Handleiding</strong><br />
<strong>Debatteren</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>basisonderwijs</strong><br />
www.basisschooldebattoernooi.<strong>nl</strong>
Inhoudsopgave<br />
Voorwoord ........................................................................................... 5<br />
1. Wat is debatteren? ............................................................................. 6<br />
2. Waarom debatteren? .......................................................................... 7<br />
A. Wat houdt deelname in?<br />
3. De debatwedstrijd .............................................................................. 8<br />
4. De sprekerswedstrijd ......................................................................... 10<br />
5. De jurering .......................................................................................... 11<br />
B: Hoe win je <strong>het</strong> toernooi?<br />
6. Presentatie .......................................................................................... 16<br />
7. Argumentatie ...................................................................................... 21<br />
8. Taakuitvoering .................................................................................... 25
Voorwoord<br />
Beste docent,<br />
Voor u ligt de docentenhandleiding bij <strong>het</strong> Basisschool Debattoernooi.<br />
Het Nederlands Debat Instituut promoot de invoering van <strong>het</strong> debat als lesmethode<br />
binnen alle lagen van <strong>het</strong> onderwijs. Dit doen wij in de overtuiging dat <strong>het</strong><br />
debat een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van jonge mensen.<br />
Door te debatteren trainen zij vaardigheden die hen in hun dagelijkse leven van<br />
pas zullen komen. Ook ontwikkelen zij een kritische denkhouding en komen ze in<br />
aanraking met onderwerpen waar ze misschien nog nooit over hadden nagedacht<br />
en die erg leuk en interessant blijken te zijn. <strong>Debatteren</strong> is dan ook heel<br />
uitdagend en leuk!<br />
Met dit toernooi willen wij <strong>het</strong> <strong>basisonderwijs</strong> laten kennismaken met <strong>het</strong> debat<br />
als onderwijs- en wedstrijdvorm. ‘Jong geleerd is oud gedaan’ is een welbekend<br />
Nederlands spreekwoord. We hopen <strong>het</strong> enthousiasme er<strong>voor</strong> zo aan te wakkeren<br />
en te verspreiden. De afgelopen jaren is dit al succesvol gelukt binnen verschillende<br />
andere lagen van <strong>het</strong> onderwijs. Met deze handleiding hopen wij een<br />
goede start te maken in <strong>het</strong> <strong>basisonderwijs</strong>.<br />
Namens <strong>het</strong> Nederlands Debat Instituut wens ik u veel succes en plezier bij de<br />
<strong>voor</strong>bereiding en op <strong>het</strong> toernooi.<br />
Roderik van Grieken<br />
Directeur<br />
5
6<br />
1. Wat is debatteren?<br />
<strong>Debatteren</strong> is discussiëren met regels. Discussies heeft iedereen wel meerdere<br />
keren per dag. Een discussie ontstaat als je <strong>het</strong> met iemand ergens over oneens<br />
bent. Je probeert de ander dan te overtuigen van je gelijk door middel van <strong>het</strong><br />
aanvoeren van argumenten. Soms lukt dat, soms niet. Soms is onduidelijk of <strong>het</strong><br />
gelukt is omdat <strong>het</strong> gespreksonderwerp verandert, of omdat blijkt dat je <strong>het</strong><br />
eige<strong>nl</strong>ijk allebei over iets anders hebt of iets anders bedoelt. En soms kom je in<br />
een discussie snel tot een compromis.<br />
Bij een debat is dit anders. Een debat wordt georganiseerd over een specifiek<br />
onderwerp en er doen sprekers aan mee van wie je van tevoren weet dat ze <strong>het</strong><br />
met elkaar oneens zijn over dat onderwerp. Zij worden verdeeld in <strong>voor</strong>standers<br />
en tegenstanders. Ook worden <strong>voor</strong>af een aantal ‘spelregels’ afgesproken. Bij<strong>voor</strong>beeld<br />
dat <strong>het</strong> debat maximaal twee uur duurt. Daarnaast is <strong>het</strong> bijna altijd zo<br />
dat er een derde groep mensen is die de <strong>voor</strong>- en tegenstanders proberen te<br />
overtuigen. Deze mensen nemen aan <strong>het</strong> einde van <strong>het</strong> debat een beslissing over<br />
wie <strong>het</strong> <strong>het</strong> beste gedaan heeft. De debaters proberen dus niet elkaar te overtuigen<br />
maar <strong>het</strong> publiek of de jury.
2. Waarom debatteren?<br />
Debatten komen <strong>voor</strong> in <strong>het</strong> dagelijks leven, maar ook als wedstrijdvorm. Er worden<br />
jaarlijks vele toernooien georganiseerd, <strong>voor</strong> jongeren én volwassenen. Zo’n<br />
wedstrijd is natuurlijk spannend en leuk, maar debatteren is behalve leuk ook<br />
nuttig. Als je debatteert, train je belangrijke vaardigheden: presenteren, argumenteren,<br />
kritisch luisteren en adequaat reageren.<br />
En wat misschien wel net zo belangrijk is: als je debatteert, leer je kritisch na te<br />
denken en een onderwerp van twee kanten te bekijken. Een opgelegd standpunt<br />
dwingt hen met originelere argumenten te komen en zich in te leven in de argumenten<br />
van een ander. Dit bevordert respect <strong>voor</strong> andere meningen en <strong>het</strong><br />
maken van weloverwogen beslissingen.<br />
Wanneer leerlingen in groep 7 of 8 nooit eerder hebben gedebatteerd, kan <strong>voor</strong>al<br />
<strong>het</strong> werken met een opgelegd standpunt als moeilijk worden ervaren. U kunt<br />
eerst een aantal oefeningen doen waardoor ze kennis maken met <strong>het</strong> debatteren<br />
los van hun eigen mening. Achterin dit boek staan enkele oefeningen die hier<strong>voor</strong><br />
gebruikt kunnen worden.<br />
Oefening baart kunst. Wist u bij<strong>voor</strong>beeld dat politici als Bill Clinton, Nelson<br />
Mandela en Margaret Thatcher in hun jonge jaren in een debatteam op school<br />
hebben gezeten?<br />
7
8<br />
3. De debatwedstrijd<br />
Bij deelname aan <strong>het</strong> Basisschool Debattoernooi komt er een professionele trainer<br />
naar uw school om een les in debatteren en jureren te geven. Vervolgens<br />
oefent u zelf verder met behulp van <strong>het</strong> lesboek dat u ontvangt. U kiest daarop<br />
zeven leerlingen (vijf leerlingen <strong>voor</strong> <strong>het</strong> debatteam, één leerling <strong>voor</strong> de sprekerswedstrijd<br />
en één leerling-jurylid) die als afgevaardigden naar <strong>het</strong> landelijke<br />
debattoernooi komen. In <strong>het</strong> geval van een groot aantal deelnemende scholen<br />
zal er tevens eerst een regionale <strong>voor</strong>ronde zijn.<br />
Speciaal <strong>voor</strong> <strong>het</strong> Basisschool Debattoernooi is <strong>het</strong> ‘Freeze & Go-debat’ ontwikkeld.<br />
Tijdens de debatles die op elke school gegeven wordt door <strong>het</strong> Nederlands<br />
Debat Instituut, wordt deze debatvorm aan de hele klas uitgelegd en wordt er<br />
ook mee geoefend. Na de debatles oefenen de leerlingen verder met <strong>het</strong> debatteren<br />
en de school selecteert zelf de leerlingen die meedoen aan <strong>het</strong> toernooi.<br />
Alle praktische informatie over <strong>het</strong> toernooi is te vinden op<br />
www.basisschooldebattoernooi.<strong>nl</strong><br />
3.1 Het team<br />
Ieder debatteam bestaat uit vijf leerlingen waarvan er één de aanvoerder is.<br />
3.2 De stellingen<br />
De debatten gaan altijd over een stelling. Dit is een zin die een standpunt weergeeft<br />
waar je <strong>voor</strong> of tegen kunt zijn. Bij<strong>voor</strong>beeld:<br />
● Schooluniformen moeten verplicht worden<br />
● Leerlingen moeten altijd kunnen overblijven op school<br />
● Burgerschap moet een nieuw schoolvak op de basisschool worden<br />
● Op school moet iedereen verplicht fruit eten<br />
Ruim vóór de toernooidag worden op de website<br />
(www.basisschooldebattoernooi.<strong>nl</strong>) de stellingen bekendgemaakt waarover tijdens<br />
<strong>het</strong> toernooi gedebatteerd zal worden. Er wordt niet bekendgemaakt welke<br />
school bij welke stelling <strong>voor</strong>stander of tegenstander is. De teams moeten dus<br />
alle stellingen zowel vanuit de <strong>voor</strong>standers- als de tegenstanderspositie <strong>voor</strong>bereiden.<br />
Op de toernooidag wordt een kwartier <strong>voor</strong>afgaand aan een debatronde de stelling<br />
bekendgemaakt en daarbij wie <strong>voor</strong> en wie tegen is. Ieder team heeft dan
nog een kwartier de tijd om zich <strong>voor</strong> te bereiden op zijn rol. Na een kwartier<br />
begint <strong>het</strong> debat.<br />
3.3 Het debatverloop<br />
Het debat bestaat uit verschillende fases. Iedere fase heeft zijn eigen functie.<br />
Hieronder worden de fases kort uitgelegd.<br />
● De opzetfase<br />
Het Freeze & Go-debat begint met de opzetfase. In deze fase spreken de aanvoerders<br />
van de teams allebei 1 minuut om de stelling te verdedigen of aan te<br />
vallen. In deze minuut geven zij aan wat de argumenten van hun team zijn om<br />
<strong>voor</strong> of tegen de stelling te zijn. De aanvoerder van de <strong>voor</strong>standers begint.<br />
Beide aanvoerders spreken vanachter <strong>het</strong> katheder.<br />
● De reactiefase<br />
De reactiefase duurt vijf minuten. In deze fase doen alle vijf de debaters van<br />
beide teams mee en zijn er geen vaste spreektijden. De bedoeling is dat de<br />
teams om en om reageren op de argumenten van <strong>het</strong> andere team. De reactiefase<br />
wordt geleid door een debatleider. Hij geeft deelnemers <strong>het</strong> woord en zorgt<br />
er<strong>voor</strong> dat beide teams evenveel aan <strong>het</strong> woord komen. Als een deelnemer iets<br />
wil zeggen gaat hij staan en wacht tot de debatleider hem <strong>het</strong> woord geeft.<br />
● De freeze-fase<br />
Als de tijd <strong>voor</strong> de reactiefase verstreken is, roept de debatleider “Freeze!”.<br />
De spreker die dan nog aan <strong>het</strong> woord is, moet onmiddellijk stoppen met praten.<br />
In de freeze-fase ligt <strong>het</strong> debat even stil. De debatleider geeft in een halve<br />
minuut een samenvatting van <strong>het</strong> debat dat hij gehoord heeft. Daarna krijgen<br />
beide teams anderhalve minuut de tijd om met elkaar te overleggen en zich<br />
<strong>voor</strong> te bereiden om de conclusiefase.<br />
● De conclusiefase<br />
In de conclusiefase mag iedere debater een ‘final statement’ geven: één zin<br />
die volgens hem samenvat waar <strong>het</strong> debat om heeft gedraaid en aangeeft<br />
waarom zijn team <strong>het</strong> debat gewonnen heeft. Dit natuurlijk op basis van alle<br />
argumenten die tijdens <strong>het</strong> debat naar voren zijn gekomen. Per team mogen<br />
alle final statements samen één minuut duren, en de debaters spreken, net<br />
als in de reactiefase, staand van hun plaats. De <strong>voor</strong>standers krijgen <strong>het</strong> laatste<br />
woord.<br />
De taak van de sprekers is om <strong>het</strong> debat zo goed mogelijk samen te vatten, dat<br />
<strong>het</strong> <strong>voor</strong> de jury duidelijk wordt dat hun team gewonnen heeft.<br />
9
10<br />
4. De sprekerswedstrijd<br />
Mensen ontroeren, overtuigen en tot actie aanzetten;<br />
dat is wat een goede speech teweeg kan brengen. Vaak<br />
denkt men bij een goede speech meteen aan toespraken<br />
van de minister-president of aan sporters die zojuist een<br />
wedstrijd hebben gewonnen. Maar uw leerlingen kunnen<br />
<strong>het</strong> ook! De leerling kan in de sprekerswedstrijd oefenen<br />
met <strong>het</strong> pres(en)teren <strong>voor</strong> publiek, maar daar is wel<br />
moed <strong>voor</strong> nodig!<br />
Naast <strong>het</strong> ‘Freeze & Go-debat’ organiseert <strong>het</strong> Nederlands Debat Instituut –<br />
gelijktijdig met <strong>het</strong> debattoernooi – een wedstrijd <strong>voor</strong> individuele sprekers.<br />
Deze sprekerswedstrijd wordt alleen gehouden op de finaledag van <strong>het</strong> toernooi<br />
(en niet op de regionale <strong>voor</strong>rondes). Uw leerlingen krijgen op de finaledag de<br />
kans een jury te laten zien hoe overtuigend en origineel ze zijn. Door ervaring op<br />
te doen met <strong>het</strong> spreken <strong>voor</strong> een groep, verkrijgen leerlingen spreekvaardigheid<br />
en zelfvertrouwen die in <strong>het</strong> latere leven goed van pas zullen komen.<br />
Alle praktische informatie over <strong>het</strong> toernooi is te vinden op<br />
www.basisschooldebattoernooi.<strong>nl</strong><br />
4.1 De spreker<br />
Op de finaledag vaardigt iedere gekwalificeerde school één leerling af <strong>voor</strong> de<br />
sprekerswedstrijd (dit gebeurt dus niet op eventuele regionale <strong>voor</strong>rondes). Deze<br />
leerling kan op deze dag niet deelnemen aan de debatwedstrijd (omdat beide<br />
wedstrijden simultaan verlopen).<br />
4.2 De vorm<br />
De speechwedstrijd wordt gehouden volgens <strong>het</strong> model van een verkiezingsspeech.<br />
De leerling vertelt in een speech van 2 minuten wat hij zou veranderen<br />
wanneer hij minister-president was. Over welk(e) onderwerp(en) deze speech<br />
gaat mag de leerling zelf beslissen. Voor <strong>het</strong> gehele toernooi hoeft de leerling<br />
slechts één speech <strong>voor</strong> te bereiden. Na de speeches van verschillende leerlingen<br />
te hebben bekeken, maakt de jury de beste sprekers bekend. Deze zullen<br />
mogen deelnemen aan de volgende ronde. De beste sprekers ontmoeten elkaar<br />
uiteindelijk in een wervelende finale in de grote zaal, waar zij de titel van ‘Beste<br />
Spreker’ kunnen bemachtigen.
5. De jurering<br />
Elke school levert <strong>voor</strong> de debatwedstrijd één leerling-jurylid die tijdens <strong>het</strong> toernooi<br />
jureert. Aan de jury <strong>voor</strong> de sprekerswedstrijd nemen geen leerling-juryleden<br />
deel. Leerling-juryleden zullen uiteraard nooit hun eigen school jureren.<br />
5.1 Juryregels<br />
Voor de juryleden geldt net als <strong>voor</strong> de debaters een aantal regels waar ze zich<br />
aan moeten houden.<br />
● De eigen mening van de jury mag geen rol spelen<br />
De juryleden mogen hun eigen mening over de stelling niet laten meewegen<br />
bij de beoordeling van een debat. Met de stelling ‘Sporten moet worden gestimuleerd<br />
in <strong>het</strong> <strong>basisonderwijs</strong>’ zullen veel mensen <strong>het</strong> wel eens zijn, maar<br />
een jurylid moet doen alsof hij er geen mening over heeft, zodat de <strong>voor</strong>standers<br />
en tegenstanders evenveel kans krijgen om <strong>het</strong> debat te winnen.<br />
● Wat niet gezegd is, telt ook niet mee<br />
De jury kan misschien zelf nog argumenten <strong>voor</strong> of tegen de stelling bedenken<br />
die in <strong>het</strong> debat niet genoemd zijn. Deze mogen ze echter niet laten meewegen<br />
in de jurering. Ze beoordelen alleen wat er gezegd is, en niet wat niet<br />
gezegd is.<br />
5.2 De debatwedstrijd<br />
De taak van <strong>het</strong> leerling-jurylid<br />
Elke jury van een debatwedstrijd bestaat uit twee leerlingen en één ervaren volwassen<br />
jurylid. Zij luisteren allen goed naar <strong>het</strong> debat. Na afloop verlaten ze de<br />
debatzaal. Ze overleggen over de uitslag en <strong>het</strong> ervaren jurylid vult <strong>het</strong> juryformulier<br />
in. Daar krijgt hij/zij tien minuten de tijd <strong>voor</strong>. Ten slotte komen de juryleden<br />
terug de zaal in en geeft <strong>het</strong> ervaren jurylid de uitslag.<br />
Elk Freeze & Go-debat duurt maximaal elf minuten. De tijd wordt bijgehouden<br />
door <strong>het</strong> leerling-jurylid, de zogenaamde ‘timekeeper’. Omdat bij elk debat twee<br />
leerling-juryleden zitten, zal elk leerling-jurylid afwisselend deze taak op zich<br />
nemen. De ene keer is <strong>het</strong> leerling-jurylid dus timekeeper, de andere keer jureert<br />
<strong>het</strong> leerling-jurylid echt mee.<br />
11
12<br />
De debatzaal is zo ingericht:<br />
Tegenstanders<br />
Jurytafel<br />
Aanvoerder Aanvoerder<br />
Katheder<br />
Voorstanders
De timekeeper geeft steeds aan hoeveel tijd er nog over is. Tijdens de reactiefase<br />
geeft hij per minuut aan hoeveel minuten er nog over zijn door dat aantal vingers<br />
op te steken. Als er in een bepaalde fase nog één minuut te gaan is, steekt de<br />
timekeeper één vinger in de lucht, en wanneer er nog een halve minuut over is,<br />
geeft de timekeeper dit aan door <strong>het</strong> gebaar te maken dat hieronder op de foto’s<br />
staat. De laatste tien seconden telt hij met zijn vingers in de lucht af en als de tijd<br />
om is, luidt hij de bel. Wanneer de bel klinkt, mag de laatste spreker zijn zin nog<br />
afmaken en moet dan stoppen met zijn verhaal.<br />
Jurycriteria<br />
De jury let tijdens <strong>het</strong> debat op drie dingen: de presentatie van de debaters, de<br />
argumentatie en de taakuitvoering. De criteria worden hieronder kort genoemd<br />
en in de hoofdstukken 6,7 en 8 verder uitgelegd.<br />
Presentatie<br />
Om te beoordelen of de debaters goed presenteren, let de jury op drie onderdelen:<br />
● Spreekt de debater duidelijk?<br />
● Richt de debater zich op de jury en <strong>het</strong> publiek?<br />
● Gelooft de debater zelf in wat hij zegt?<br />
Argumentatie<br />
Om te beoordelen of de debaters goed argumenteren, let de jury op drie onderdelen:<br />
● Legt de debater <strong>het</strong> argument goed uit en geeft hij er <strong>voor</strong>beelden bij?<br />
● Luistert de debater goed naar wat zijn tegenstanders én teamgenoten zeggen?<br />
● Reageert de debater goed op de tegenpartij?<br />
Nog een minuut... Nog een halve minuut...<br />
13
14<br />
Taakuitvoering<br />
Om te beoordelen of de teams hun taak in <strong>het</strong> debat goed uitvoeren, let de jury<br />
op twee onderdelen:<br />
● Komen alle leerlingen van <strong>het</strong> team aan <strong>het</strong> woord?<br />
● Helpen de teamleden elkaar?<br />
Juryformulier<br />
Hieronder staat <strong>het</strong> juryformulier dat de jury zal gebruiken.<br />
Voorstanders<br />
Schoolnaam:<br />
x 4 =<br />
x 3 =<br />
x 3 =<br />
Eindscore <strong>voor</strong>standers<br />
Debat<br />
Ronde:<br />
Zaal:<br />
PRESENTATIE<br />
Duidelijk spreken, richt<br />
je op de jury en <strong>het</strong><br />
publiek en geloof in jezelf<br />
(Elk team één cijfer tussen 1-10)<br />
ARGUMENTATIE<br />
Argument, uitleg,<br />
<strong>voor</strong>beeld en<br />
weerlegging<br />
(Elk team één cijfer tussen 1-10)<br />
TAAKUITVOERING<br />
Iedereen doet goed mee,<br />
en debaters helpen<br />
elkaar<br />
(Elk team één cijfer tussen 1-10)<br />
EINDSCORES PER TEAM<br />
Mogen niet gelijk zijn.<br />
Op hele punten afronden.<br />
Maximaal 100 punten<br />
Tegenstanders<br />
Schoolnaam:<br />
x 4 =<br />
x 3 =<br />
x 3 =<br />
Eindscore tegenstanders
Voor de drie onderdelen presentatie, argumentatie en taakuitvoering valt <strong>voor</strong><br />
elke partij maximaal 10 punten te behalen:<br />
1 – 4 Heel erg slecht<br />
4 – 5½ Onvoldoende<br />
5½ – 7 Voldoende<br />
7 – 8½ Goed<br />
8½ – 10 Uitstekend<br />
Het gegeven aantal punten <strong>voor</strong> presentatie wordt vermenigvuldigd met 4. De<br />
punten <strong>voor</strong> argumentatie en die <strong>voor</strong> taakuitvoering worden vermenigvuldigd<br />
met 3. Op deze manier krijgen de punten <strong>voor</strong> presentatie iets meer gewicht dan<br />
die van de andere onderdelen. In <strong>het</strong> Freeze & Go-debat vinden we <strong>het</strong> namelijk<br />
<strong>het</strong> belangrijkst dat debaters hun verhaal en zichzelf goed kunnen presenteren.<br />
(In onze toernooien <strong>voor</strong> de oudere leeftijdsgroepen is die verdeling weer<br />
anders.) In de hoofdstukken hierna wordt elk onderdeel uitgelegd en worden er<br />
tips gegeven.<br />
5.3 De sprekerswedstrijd<br />
Bij <strong>het</strong> beoordelen van de speech let de jury op drie dingen: presentatie (40%<br />
oordeel), argumentatie (40% oordeel) en originaliteit (20% oordeel). Bij argumentatie<br />
en presentatie let de jury op vergelijkbare aspecten als bij <strong>het</strong> ‘Freeze &<br />
Go-debat’. Onder originaliteit wordt verstaan of de leerling op een creatieve<br />
wijze of met een onverwachte invalshoek over <strong>het</strong> door hem gekozen onderwerp<br />
spreekt.<br />
Presentatie<br />
Om te beoordelen of de sprekers goed presenteren, let de jury op drie onderdelen:<br />
● Is de spreker duidelijk te volgen?<br />
● Richt de spreker zich op de jury en <strong>het</strong> publiek?<br />
● Gelooft de spreker zelf in wat hij zegt?<br />
Argumentatie<br />
Om te beoordelen of de sprekers goed argumenteren, let de jury op:<br />
● Legt de spreker <strong>het</strong> argument goed uit en geeft hij er <strong>voor</strong>beelden bij?<br />
Originaliteit<br />
Om te beoordelen of de sprekers creatief denken, let de jury op de volgende<br />
twee onderdelen:<br />
● Komt de spreker met oorspronkelijke ideeën?<br />
● Is de inhoud van de speech onderhoudend?<br />
15
16<br />
H E T H B O D E B A T T O E R N O O I<br />
6. Presentatie<br />
In dit hoofdstuk wordt <strong>het</strong> onderdeel presentatie behandeld.<br />
6.1. Duidelijk spreken<br />
De debater moet niet te zacht spreken, maar als hij te hard praat, is dat ook niet<br />
prettig om naar te luisteren. Een leerling zal ook niet goed te volgen zijn als hij<br />
mompelt, of heel snel spreekt. Kortom, de debater moet zodanig spreken dat<br />
iedereen in de klas hem goed kan verstaan.<br />
Met hun stem kunnen debaters hun verhaal ook spannend maken. Een leerling<br />
kan bij<strong>voor</strong>beeld luider spreken wanneer hij iets duidelijk wil benadrukken. Hij<br />
kan iets zachter spreken wanneer hij <strong>het</strong> publiek nieuwsgierig wil maken.<br />
6.2. Richt de debater zich op de jury en <strong>het</strong> publiek?<br />
Zoals al is gezegd, is <strong>het</strong> niet de bedoeling dat debaters elkaar overtuigen. De<br />
<strong>voor</strong>standers en de tegenstanders moeten proberen de jury en <strong>het</strong> publiek te<br />
overtuigen. Het is daarom belangrijk dat de debaters zich richten op de jury en<br />
<strong>het</strong> publiek. Dat doen ze door hen aan te kijken tijdens <strong>het</strong> debat. Daarnaast kan<br />
een leerling af en toe een zin beginnen met “Beste jury” of een argument afsluiten<br />
met “Ik weet zeker dat de jury dat ook vindt.” Dit zorgt er<strong>voor</strong> dat de jury zich<br />
aangesproken voelt.<br />
Als de leerlingen <strong>het</strong> debatteren goed onder de knie hebben, kunnen ze zelf ook<br />
iets leren van <strong>het</strong> contact met de jury. Ze kunnen in de gaten houden hoe de jury<br />
op hun argumenten reageert. Als de jury of <strong>het</strong> publiek knikt, lacht of begrijpend<br />
kijkt, doet de debater <strong>het</strong> goed. Als een jurylid fronst, of kijkt alsof hij iets niet<br />
begrijpt, dan moet de leerling <strong>het</strong> punt nog iets meer uitleggen.<br />
6.3. Geloof in wat je zegt<br />
Een debater die zichtbaar gelooft in zijn eigen verhaal, komt veel overtuigender<br />
over dan iemand die lijkt te twijfelen over wat hij zegt. De Britten, van wie wij de<br />
kunst van <strong>het</strong> debatteren hebben afgekeken, zeggen: ‘Be the argument’. Als je<br />
aan iemand kunt zien dat hij iets zegt waar hij zelf eige<strong>nl</strong>ijk helemaal niet achter<br />
staat, dan komt zijn verhaal niet geloofwaardig over. Debaters moeten dus uitstralen<br />
dat ze geloven in hun eigen verhaal.
6.4 De kop-romp-staart structuur<br />
Een goede presentatie hangt ook af van een goede spreekstructuur. Met andere<br />
woorden, is de spreker of debater goed te volgen? De beste manier om een duidelijk<br />
betoog te houden is door <strong>het</strong> goed te structureren. Dit doen we door <strong>het</strong><br />
op te bouwen volgens de kop-romp-staart structuur. Vooral tijdens de opzetfase<br />
hebben debaters hier profijt van.<br />
Het principe van de kop-romp-staart structuur is dat <strong>het</strong> is opgebouwd uit drie<br />
onderdelen: <strong>het</strong> begin, <strong>het</strong> middengedeelte en <strong>het</strong> einde. Immers, ieder goed<br />
verhaal heeft een begin en een einde. En <strong>het</strong> liefst een overtuigend begin en een<br />
einde dat blijft hangen bij de luisteraar. Hieronder volgen de belangrijkste onderdelen<br />
uit de spreekstructuur:<br />
Kop<br />
Het belangrijkste is om hier de aandacht van <strong>het</strong> publiek te krijgen en te vertellen<br />
waar <strong>het</strong> team <strong>voor</strong> of tegen is. De aandacht krijg je via de aandachtstrekker: een<br />
statement, een mooie slogan of een duidelijke vraag. Daarna kondigt de debater<br />
kort en duidelijk aan waar hij <strong>het</strong> over gaat hebben. Het meest makkelijke is dit<br />
in <strong>het</strong> begin de stelling te laten zijn. Alle debaters zijn per slot van rekening <strong>voor</strong><br />
of tegen een stelling. Als de leerling dit goed onder de knie heeft, kan er verder<br />
worden gegaan met <strong>het</strong> geven van een aantal argumenten. In de spreektijd van<br />
<strong>het</strong> Freeze & Go debat is er geen tijd om dit heel uitgebreid te doen. Maar de<br />
debater kan wel de drie argumenten noemen.<br />
Hierbij is <strong>het</strong> belangrijk dat een leerling dat doet door te labelen en te tellen.<br />
Labelen betekent dat er een naam aan <strong>het</strong> argument wordt gegeven: je plakt er<br />
als <strong>het</strong> ware een label aan. Een label is altijd kort en duidelijk en slaat op <strong>het</strong><br />
argument zelf. De beste labels zijn ook één woord. Hier volgt een <strong>voor</strong>beeld van<br />
een duidelijke kop:<br />
Wie heeft gisteren <strong>het</strong> Jeugdjournaal gezien? Steeds meer kinderen krijgen ongelukken<br />
in <strong>het</strong> verkeer. Dat is heel erg en wij willen daar iets aan doen. Daarom<br />
zijn wij <strong>voor</strong> de stelling dat alle auto’s in woonwijken 30 kilometer per uur mogen<br />
rijden. Wij hebben daar drie redenen <strong>voor</strong>: 1: de veiligheid, 2: de speelruimte en<br />
3: <strong>het</strong> milieu.<br />
Romp<br />
Tijdens de romp kunnen de argumenten kort worden uitgelegd. Een goede<br />
manier is om dat via een <strong>voor</strong>beeld te doen. Zie hier<strong>voor</strong> hoofdstuk 7 over argumentatie.<br />
In <strong>het</strong> middenstuk geeft de debater de jury en de luisteraar de meeste<br />
informatie. Het is belangrijk dat leerlingen leren om niet te veel argumenten te<br />
17
18<br />
H E T H B O D E B A T T O E R N O O I<br />
noemen tijdens de opzetfase. Liever twee goede <strong>voor</strong>beelden die ze kunnen uitleggen<br />
dan zeven <strong>voor</strong>beelden die daarna niet meer worden besproken.<br />
Staart<br />
Met de staart wordt <strong>het</strong> betoog van de debater in de opzetfase beëindigd. Het is<br />
hier belangrijk dat <strong>het</strong> verhaal ook een duidelijk einde krijgt. En dat de argumenten<br />
nog kort worden genoemd. Vaak is de staart de spiegel van de kop. Hier eindigt<br />
de leerling met een zin, spreuk of boodschap die <strong>het</strong> publiek makkelijk kan<br />
onthouden. Dit noemen we de uitsmijter. De uitsmijter kan ook nog een keer de<br />
stelling zijn. Laat een leerling <strong>voor</strong>al wennen aan <strong>het</strong> idee dat een goed verhaal<br />
altijd een einde heeft. Als de leerling al wat ervaring heeft, kan er ook geoefend<br />
worden met <strong>het</strong> herhalen van de argumenten. Voor de uitsmijter herhaalt de<br />
debater de argumenten kort via de labels. Een <strong>voor</strong>beeld om dit duidelijk te<br />
maken:<br />
Wij vinden dus dat auto’s maar 30 kilometer per uur mogen rijden in een woonwijk.<br />
Dat is goed <strong>voor</strong> de veiligheid, én <strong>voor</strong> de speelruimte en ook <strong>voor</strong> <strong>het</strong><br />
milieu. Dus beste jury: wij willen dat <strong>het</strong> weer veilig wordt op straat!<br />
Kop<br />
Romp<br />
Staart<br />
● Aandachttrekker<br />
● Stelling<br />
● Aankondiging argumenten<br />
● Argumentatie uitwerken en <strong>voor</strong>beelden<br />
geven<br />
● Samenvatting<br />
● Stelling<br />
● Uitsmijter
6.5 Oefeningen<br />
Spreken uit de hoge hoed<br />
Leerdoelen: duidelijk spreken, richten op <strong>het</strong> publiek, geloven in wat je zegt.<br />
De docent bedenkt een thema en laat iedereen een woord op een papiertje<br />
schrijven dat onder <strong>het</strong> thema valt. Het thema kan bij<strong>voor</strong>beeld zijn televisieprogramma’s<br />
of dieren. Als alle woorden zijn verzameld, wordt de klas in groepjes<br />
van vier of vijf leerlingen verdeeld. Binnen elk groepje wordt een leerling aangewezen<br />
die daarna moet gaan presenteren. Van elk groepje mag nu iemand een<br />
woord uit de hoge hoed trekken en de groep gaat samen bedenken waarom dat<br />
<strong>het</strong> leukste televisieprogramma of dier is dat er is. De eigen mening van de leerlingen<br />
over dit onderwerp speelt geen enkele rol.<br />
Na 5 minuten bedenktijd gaan de leerlingen die presenteren <strong>voor</strong>in de klas zitten.<br />
De docent vraagt ze om beurtelings op te staan en in 1 minuut te vertellen<br />
waarom hun televisieprogramma <strong>het</strong> leukste televisieprogramma is dat er is. Als<br />
alle leerlingen aan de beurt geweest zijn, vraagt de docent aan de rest van de<br />
19
20<br />
H E T H B O D E B A T T O E R N O O I<br />
klas om over elke leerling te zeggen wat heel goed ging en wat de volgende keer<br />
nog iets beter zou kunnen. Hierbij letten de leerlingen op de hierboven<br />
genoemde leerdoelen (en dus ook op de jurycriteria).<br />
Als de oefening nog een keer gedaan wordt, kan een ander thema worden gekozen,<br />
maar dezelfde papiertjes kunnen ook nog een keer gebruikt worden. In dat<br />
geval moeten de leerlingen vertellen waarom iets <strong>het</strong> stomste televisieprogramma<br />
of dier is.<br />
Als de leerlingen meer ervaring hebben met presenteren <strong>voor</strong> de klas kan er<br />
geoefend worden met de kop-romp-staart structuur. Eerst oefenen de leerlingen<br />
met een begin en een einde. Daarna kan gewerkt worden met tellen en labelen.<br />
Als de hele groep bekend is met de structuur, kunnen de leerlingen ook elkaar<br />
helpen met leuke aandachtstrekkers en uitsmijters.
7. Argumentatie<br />
In dit hoofdstuk wordt <strong>het</strong> onderdeel argumentatie uitgelegd.<br />
7.1 Argument, Uitleg, Bij<strong>voor</strong>beeld (A.U.B.)<br />
Mensen hebben de neiging een mening of standpunt te geven zonder uitleg of<br />
onderbouwing. Wat ze zelf vinden, is vaak zo logisch, dat ze <strong>het</strong> niet nodig vinden<br />
om <strong>het</strong> uit te leggen, of dat ze er gewoon niet aan denken om dat te doen.<br />
Maar <strong>voor</strong> een ander spreekt die mening of uitspraak soms helemaal niet <strong>voor</strong><br />
zich. Argumenten zijn de redenen en uitleg die een standpunt aannemelijker<br />
kunnen maken (argumenten volgen vaak op woorden als ‘want’, ‘vanwege’,<br />
‘omdat’, ‘daarom’, etc.).<br />
Alle argumenten moeten zorgvuldig worden uitgelegd <strong>voor</strong> de jury en <strong>het</strong><br />
publiek. De debater moet dus niet alleen beweren dat vlees eten zielig is, maar<br />
<strong>het</strong> ook uitleggen en er <strong>voor</strong>beelden bij geven. Om dit te doen is <strong>het</strong> A.U.B.model<br />
ontworpen, dat staat <strong>voor</strong> Argument, Uitleg, Bij<strong>voor</strong>beeld. We leggen de<br />
drie stappen hieronder uit.<br />
Stap 1: Argument<br />
De debater begint met <strong>het</strong> noemen van zijn argument. Bij<strong>voor</strong>beeld: ‘Vlees eten<br />
is zielig’.<br />
Stap 2: Uitleg<br />
Na <strong>het</strong> argument genoemd te hebben, geeft de debater aan wat hij met dat argument<br />
bedoelt. Eige<strong>nl</strong>ijk is dit <strong>het</strong> belangrijkste onderdeel van een goede argumentatie.<br />
Als juryleden namelijk niet goed weten wat een argument inhoudt,<br />
kunnen ze ook niet beoordelen<br />
of <strong>het</strong> belangrijk is. In de uitleg wordt de link tussen <strong>het</strong> argument en de stelling<br />
duidelijk gemaakt en de belangrijkheid van <strong>het</strong> argument wordt er stevig mee<br />
benadrukt.<br />
Stap 3: Bij<strong>voor</strong>beeld<br />
Tot slot geeft de debater <strong>voor</strong>beelden waarmee hij zijn argument zo tastbaar en<br />
concreet mogelijk maakt. Hiermee worden de argumenten extra geloofwaardig<br />
gemaakt, en dat is natuurlijk wat de leerling wil bereiken.<br />
Hierna volgt een <strong>voor</strong>beeld van een A.U.B.-model bij de stelling ‘Vlees eten moet<br />
verboden worden.’<br />
21
22<br />
Vlees eten is zielig (= argument). Dieren hebben namelijk helemaal geen fijn<br />
leven <strong>voor</strong> ze zelf worden opgegeten (= uitleg). Kippen zitten bij<strong>voor</strong>beeld in veel<br />
te kleine hokjes en kunnen helemaal niet rondlopen in de buite<strong>nl</strong>ucht (= bij<strong>voor</strong>beeld).<br />
7.2 Luisteren<br />
Wat heel belangrijk is tijdens <strong>het</strong> debat is dat de deelnemers goed naar elkaar<br />
luisteren, zowel naar hun teamgenoten als naar de tegenstanders. Op deze<br />
manier zorgen ze er<strong>voor</strong> dat er niet te veel herhaald wordt, en belangrijker nog:<br />
dat ze goed op elkaar kunnen reageren. Om te reageren is <strong>het</strong> noodzakelijk te<br />
weten wat de tegenpartij heeft gezegd. Het is dan ook goed dat elk team pen en<br />
papier bij de hand heeft zodat er aantekeningen kunnen worden gemaakt.<br />
7.3 Reageren<br />
<strong>Debatteren</strong> is niet alleen je mening geven en toelichten. Wat in een debat net zo<br />
belangrijk is, is reageren op wat de tegenpartij zegt. Een team is <strong>het</strong> meest overtuigend<br />
wanneer <strong>het</strong> duidelijk kan maken dat een argument van de tegenstanders<br />
niet klopt of niet overtuigend is. Wanneer een team een goed tegenargument<br />
heeft, is <strong>het</strong> belangrijk dit zo goed mogelijk onder de aandacht van de jury<br />
te brengen. Dit doen de debaters door de volgende stappen te zetten.<br />
1. Aanwijzen<br />
De leerling begint met aan te geven op welk argument van de tegenstander hij<br />
gaat reageren. Dit is belangrijk omdat hij hiermee duidelijk aangeeft wat hij<br />
gaat doen.<br />
2. Samenvatten<br />
De deelnemer vat in één of twee zinnen <strong>het</strong> argument van de tegenstanders<br />
samen. Hiermee geeft hij aan dat hij goed geluisterd heeft en frist hij <strong>het</strong><br />
geheugen van de jury op.<br />
3. Reageren<br />
Vervolgens legt de debater heel duidelijk uit waarom dit argument volgens<br />
hem niet klopt. Hij neemt hier rustig de tijd <strong>voor</strong> en eindigt met de conclusie<br />
dat <strong>het</strong> argument van de tegenstander niet klopt.<br />
Een <strong>voor</strong>beeld om <strong>het</strong> duidelijk te maken. De stelling waarover dit <strong>voor</strong>beeld<br />
gaat, luidt:<br />
‘Kinderen moeten veel meer vakantie krijgen.’
Beste jury, ik wil graag reageren op <strong>het</strong> argument dat kinderen gelukkig<br />
worden van vakantie (= aanwijzen). Als ik <strong>het</strong> goed begrijp, willen onze<br />
tegenstanders kinderen de helft van <strong>het</strong> jaar vakantie geven om ze gelukkiger<br />
te maken (= samenvatten). Hier ben ik <strong>het</strong> mee oneens omdat dit<br />
helemaal niet werkt. Kinderen mogen dan wel ongelukkig lijken te worden<br />
van school en huiswerk, maar een half jaar helemaal niets doen maakt ze<br />
niet veel blijer. Als je wilt dat kinderen gelukkiger worden, kun je veel<br />
beter school en huiswerk leuker maken in plaats van <strong>het</strong> te verminderen.<br />
Kortom jury, <strong>het</strong> argument van de tegenstanders om schoolvakanties langer<br />
te maken klopt niet (= reageren).<br />
7.4 Oefening<br />
Aandachtig spreken en luisteren<br />
Leerdoelen: luisteren, samenvatten en reageren.<br />
De hoge hoed met papiertjes (zie de oefening bij <strong>het</strong> vorige hoofdstuk)<br />
wordt weer te<strong>voor</strong>schijn gehaald. De klas wordt in zes groepjes verdeeld.<br />
Drie groepjes fungeren in de eerste oefenronde als jurylid en drie groepjes<br />
krijgen een actieve rol. In de tweede oefenronde wordt dit omgedraaid.<br />
Uit groepje 1 wordt één leerling aangewezen om een verhaal van 1 minuut<br />
te houden, op dezelfde manier als tijdens de vorige oefening. Er wordt<br />
een woord uit de hoed getrokken en <strong>het</strong> groepje bereidt de monoloog<br />
samen <strong>voor</strong>.<br />
Uit groepje 2 wordt één leerling aangewezen die in 30 seconden in zijn<br />
eigen woorden moet navertellen (samenvatten) wat de eerste leerling<br />
gezegd heeft. Die leerling moet dus heel goed naar <strong>het</strong> verhaal van de<br />
eerste leerling luisteren en de belangrijkste dingen onthouden. Ter <strong>voor</strong>bereiding<br />
hierop gaat groepje 2 alvast samen bedenken wat de leerling<br />
uit groepje 1 allemaal zou kunnen zeggen.<br />
Uit groepje 3 wordt één leerling aangewezen die in 1 minuut moet reageren<br />
op wat de tweede leerling gezegd heeft. Ter <strong>voor</strong>bereiding daarop<br />
gaat <strong>het</strong> groepje samen bedenken wat de eerste leerling allemaal zou<br />
kunnen zeggen en hoe de leerling uit groepje 2 daarop zou kunnen reageren.<br />
Na ongeveer 5 minuten bedenktijd gaan de drie leerlingen die presenteren<br />
<strong>voor</strong>in de klas zitten. De docent vraagt ze om beurten hun spreek-<br />
23
24<br />
T A A K U I T V O E R I N G<br />
beurt te houden. Als de leerlingen klaar zijn, bespreekt de docent samen met de<br />
klas hoe de oefening verlopen is. De drie groepjes die als jurylid zijn aangewezen<br />
worden hier actief bij betrokken.<br />
Verkiezingsspeech in de klas<br />
Leerdoelen: presenteren, structureren, argumenteren<br />
De klas wordt verdeeld in verschillende groepjes. Elke groep vormt een politieke<br />
partij. De leerlingen mogen zelf bedenken welke (bestaande of nieuwe) politieke<br />
partij zij zijn en bereiden zich gedurende een kwartier <strong>voor</strong> op de aankomende<br />
verkiezingen. In dit kwartier kunnen de leerlingen zoveel mogelijk redenen en<br />
argumenten bedenken waarom op hun partij gestemd moet worden. Tevens helpen<br />
zij de eigen minister-presidentskandidaat bij <strong>het</strong> bedenken van zijn of haar<br />
toespraak. Vervolgens houdt iedere kandidaat een toespraak van 1 minuut<br />
namens zijn of haar partij. Na afloop mag de klas stemmen. Een mogelijke variatie<br />
is <strong>het</strong> kiezen van een nieuwe schooldirecteur.<br />
Ballondebat<br />
Leerdoelen: presenteren, structureren, leren spreken los van de eigen mening,<br />
argumenteren<br />
De omstandigheden zijn als volgt: boven de school hangt een levensgrote luchtballon.<br />
Er zitten vijf personen in de mand van de ballon. Echter, de ballon is aan<br />
<strong>het</strong> dalen wegens een lek en zal neerstorten als er meer dan één persoon in de<br />
ballon blijft zitten. Alle deelnemers aan <strong>het</strong> ballondebat mogen in 1 minuut toelichten<br />
waarom zij (hun personage) in de luchtballon zouden moeten blijven.<br />
Daarna stemt de klas (iedere leerling heeft twee stemmen) twee mensen uit de<br />
ballon. De overgebleven drie leerlingen hebben nu nog 1 minuut om toe te lichten<br />
waarom de andere twee personen uit de ballon gestemd moeten worden.<br />
Aan <strong>het</strong> einde van de betogen stemt de klas direct op de winnaar, iedere leerling<br />
heeft hierbij 1 stem.<br />
Vraag alle leerlingen in de klas een bekend persoon te bedenken en laat deze op<br />
een briefje schrijven. Verzamel alle personages in een grote bak. Kies vervolgens<br />
vijf vrijwilligers uit de klas en laat deze om de beurt een briefje grabbelen. De<br />
namen van de personages worden <strong>voor</strong>gelezen. Hierna start <strong>het</strong> ballondebat.<br />
Bespreek na afloop van <strong>het</strong> debat waarom de winnaar tot winnaar is uitgekozen.<br />
Deze oefening kan eindeloos worden herhaald met personen, <strong>voor</strong>werpen en<br />
andere zaken.
8. Taakuitvoering<br />
In dit hoofdstuk gaan we in op de taakuitvoering.<br />
8.1 Iedereen aan <strong>het</strong> woord<br />
Bij de debatwedstrijd zijn de leerlingen een debatteam. Dat wil zeggen dat zij<br />
zich als team <strong>voor</strong>bereiden, als team bij elkaar zitten, en ook als team samen<br />
debatteren. Elk teamlid kan iets waardevols toevoegen aan <strong>het</strong> debat, en <strong>het</strong> is<br />
ook de bedoeling dat iedereen aan <strong>het</strong> woord komt tijdens een debat. Als dat<br />
lukt, voert iedereen zijn taak als spreker goed uit.<br />
Wanneer elk teamlid aan <strong>het</strong> woord komt in <strong>het</strong> debat maakt dit een goede<br />
indruk, omdat de jury dan direct kan zien dat alle teamleden weten waar ze <strong>het</strong><br />
over hebben en dat ze als team geloven in wat zij zeggen.<br />
8.2 Elkaar helpen<br />
Behalve dat elk teamlid aan woord moet komen, is <strong>het</strong> ook belangrijk dat de<br />
teamleden elkaar ondersteunen. Dit kunnen zij doen door:<br />
● instemmend meeknikken wanneer een teamgenoot een sterk argument geeft;<br />
● elkaar aan te vullen wanneer dat nodig is;<br />
● elkaar nooit tegen te spreken.<br />
Wanneer de tegenstanders een argument van een teamgenoot tegenspreken,<br />
moet de volgende leerling meteen proberen <strong>het</strong> argument van zijn teamgenoot te<br />
repareren.<br />
8.3 Oefening<br />
Naadloos teamwork<br />
Leerdoelen: elkaar helpen en als team een stelling verdedigen.<br />
De klas wordt opgedeeld in teams van vijf, en elk team krijgt een stelling om<br />
gedurende een kwartier <strong>voor</strong> te bereiden: ze bedenken welke argumenten ze<br />
allemaal kunnen noemen en welke <strong>voor</strong>beelden ze kunnen gebruiken.<br />
Elk team krijgt 3 minuten de tijd om zijn verhaal te vertellen aan de klas (de jury),<br />
maar op een bijzondere manier. De teamleden krijgen allemaal een nummer (1<br />
tot en met 5) en nummer 1 begint met praten. Als de docent een nummer<br />
25
26<br />
T A A K U I T V O E R I N G<br />
roept, moet <strong>het</strong> teamlid dat aan <strong>het</strong> woord is, stoppen met praten (hij mag zijn<br />
zin nog wel afmaken) en gaat <strong>het</strong> teamlid wiens nummer net geroepen is, verder<br />
waar zijn <strong>voor</strong>ganger net gebleven was. Het is de bedoeling dat <strong>het</strong> team zo goed<br />
samenwerkt dat er zelfs op deze manier een vloeiend verhaal uitkomt.
Colofon<br />
‘<strong>Debatteren</strong> <strong>voor</strong> <strong>het</strong> <strong>basisonderwijs</strong>’ is een handleiding <strong>voor</strong> leraren in de<br />
bovenbouw van <strong>het</strong> primair onderwijs en dient ter ondersteuning van <strong>het</strong> landelijke<br />
Basisschool Debattoernooi.<br />
Vierde druk, 2010<br />
Uitgave: Nederlands Debat Instituut<br />
Tekst: Roderik van Grieken<br />
Redactie: Else van Nieuwkerk, Rob Honig (Cogency), Thom Wetzer (Cogency)<br />
Fotografie: Joost Trines en Yoav Magid<br />
Vormgeving: Tra[design], Nenke van Wermeskerken<br />
Correspondentieadres:<br />
Nederlands Debat Instituut<br />
Gijsbrecht van Amstelstraat 2a<br />
1213 CK Hilversum<br />
035 625 20 50<br />
info@debatinstituut.<strong>nl</strong><br />
www.debatinstituut.<strong>nl</strong><br />
© 2010 Nederlands Debat Instituut, Hilversum
Het Nederlands Debat Instituut wil een bijdrage leveren aan de ontwikkeling<br />
van de debatcultuur in Nederland. Dit in de overtuiging dat <strong>het</strong> debat<br />
een positieve invloed heeft op de ontwikkeling van individuen, organisaties<br />
en de maatschappij als geheel. Wij organiseren, leiden en begeleiden<br />
debatbijeenkomsten, trainen professionals en introduceren <strong>het</strong><br />
debat als educatieve methode binnen alle lagen van <strong>het</strong> onderwijs. Voor<br />
meer informatie www.debatinstituut.<strong>nl</strong>