Verkennend bodemonderzoek Veld B - Gemeente Roosendaal

Datum 17 december 2009
Kenmerk 09.1568
Pagina 35 van 47
5.2.4 Bespreking analyseresultaten puinpaden
Puinpad 1
Ter plaatse van puinpad 1 wordt een verhardingslaag aangetroffen met een dikte van minimaal 30
cm en maximaal 60 cm. In de verhardingslaag worden bijmengingen aangetroffen van baksteen,
sintels, brokken beton, glasresten, koolresten, hout, plastic, puin, gravel en grind. Op basis van
veldwaarnemingen wordt het bodemvreemd materiaal geschat op circa 40-50% (m/m). Van het
puinhoudende materiaal zijn twee mengmonsters (MM30, MM31) samengesteld zodat een indicatie
wordt verkregen van de milieuhygiënische kwaliteit van de puinhoudende laag.
Uit de analyseresultaten blijkt dat in mengmonster MM30 de concentratie aan zink boven de
tussenwaarde en de concentratie aan koper en lood boven de achtergrondwaarde gemeten. In
mengmonster MM31 overschrijdt de concentratie aan PAK de tussenwaarde en de concentratie
aan lood en zink de achtergrondwaarde.
Formeel betreft een overschrijding van de tussenwaarde een criterium voor nader onderzoek. De
overschrijdingen zijn aangetroffen in puinhoudende grondmonsters afkomstig uit de
verhardingslaag van puinpad 1. Deze puinlaag wordt beschouwd als een halfverharding.
Halfverhardingen worden niet beoordeeld als bodem. Daarom zijn deze mengmonsters niet nader
onderzocht.
In mengmonster MM32, samengesteld uit grondboring P001 (0,5-1,0 m-mv) en P002 (0,3-0,7 mmv),
wordt de concentratie aan zink boven de tussenwaarde en de concentratie cadmium, koper en
lood boven de achtergrondwaarde gemeten. Omdat de overschrijding van de tussenwaarde in een
mengmonster is aangetroffen is MM32 uitgesplitst en zijn de afzonderlijke deelmonsters
geanalyseerd op zink. Uit de aanvullende analyses blijkt dat in grondboring P002 (traject 0,3-0,7 mmv,
M48) de concentratie aan zink boven de interventiewaarde wordt gemeten. Van grondboring
P002 is vervolgens het onderliggende traject (0,7-1,0 m-mv, M54) eveneens aanvullend
geanalyseerd op zink. In het onderliggende grondmonster wordt zink boven de achtergrondwaarde
gemeten. Hiermee is de sterke grondverontreiniging met zink verticaal afgebakend.
In het onverdachte mengmonster (MM33), samengesteld van grondmonsters onder de
puinverharding, zijn geen van de geanalyseerde parameters verhoogd gemeten.
Puinpad 2
Ter plaatse van puinpad 2 wordt op een gedeelte van het pad een verhardingslaag aangetroffen
met een dikte van minimaal 20 cm en maximaal 40 cm. In de verhardingslaag worden bijmengingen
aangetroffen van grind, baksteen en kool. Op basis van veldwaarnemingen wordt het
bodemvreemd materiaal geschat op circa 20-50% (m/m). Op het resterende deel van het pad is in
feite sprake van een zandpad. Van het puinhoudende materiaal is een mengmonster (MM34)
samengesteld zodat een indicatie wordt verkregen van de milieuhygiënische kwaliteit van de
puinhoudende laag.
Uit de analyseresultaten blijkt dat in mengmonster MM34 de concentratie aan koper, kwik, lood en
PAK boven de achtergrondwaarde wordt gemeten. De overige geanalyseerde parameters zijn niet
verhoogd gemeten.
In grondboring P019 wordt in het traject van 0,70-0,75 m-mv een bijmenging van baksteen en kool
aangetroffen. Dit grondmonster is separaat ingezet (MM35) en geanalyseerd op het
standaardpakket bodem. Uit de analyseresultaten blijkt dat de concentratie aan PAK en koper
Heijmans Infra Techniek B.V.
Verkennend
Bodemonderzoek