Toelichting - Gemeente Roosendaal
Toelichting - Gemeente Roosendaal
Toelichting - Gemeente Roosendaal
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.9.2 Mer-toetsing<br />
Het op te stellen bestemmingsplan is op de eerste plaats bedoeld als actualisatie. Waar mogelijk<br />
worden nieuwe ontwikkelingen, voor zover zij binnen de planperiode van 10 jaar hun beslag zullen<br />
krijgen, meegenomen.<br />
Een m.e.r.-toetsing op basis van de beschikbare gegevens levert het volgende resultaat op:<br />
1. In de directe nabijheid van het plangebied is geen Natura-2000 gebied gelegen. Een passende<br />
beoordeling op basis van artikel 19f van de Natuurbeschermingswet 1998 voor de realisering van<br />
bepaalde projecten binnen het bestemmingsplan is dan ook niet nodig. Er bestaat aldus geen<br />
m.e.r.-plicht op basis van artikel 7.2a van de Wet mi-lieubeheer.<br />
2. Het bestemmingsplan heeft geen betrekking op gevallen van activiteiten genoemd in de<br />
eerste/tweede kolom van de bijlage behorende bij het Besluit milieueffectrapportage (onderdeel C of<br />
D) waarvoor bij de vaststelling van een ruimtelijk plan (kolom 3 van het Besluit m.e.r.) een m.e.r.-plicht<br />
of een m.e.r.-beoordelingsplicht bestaat.<br />
3. Los van het vorenstaande kan er ten slotte ook nog een m.e.r.-beoordelingsplicht bestaan zonder<br />
dat de in de bijlage van het besluit milieueffectrapportage opgenomen drempels in onderdeel D<br />
worden overschreden in verband met mogelijk aanzienlijke milieugevolgen (bijzondere<br />
omstandigheden als bedoeld in bijlage III bij de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling, zoals bepaald in<br />
artikel 2. lid 5. aanhef en onder b van het Besluit milieueffectrapportage). Deze omstandigheden<br />
betreffen met name de kenmerken van de potentiële effecten en cumulatie. Op basis van de ligging<br />
van het plangebied en het advies ter zake van het flora- en fauna-aspect moet vastgesteld worden dat<br />
hier van dergelijke omstandigheden geen sprake is.<br />
4.9.3 Conclusie<br />
Op grond van het vorenstaande wordt geconcludeerd dat er geen noodzaak bestaat tot het opstellen<br />
van een milieu-effectrapportage. Er is evenmin sprake van een m.e.r.-beoordelingsplicht.<br />
4.10 Cultuurhistorie, archeologie en monumenten<br />
4.10.1 Cultuurhistorie<br />
Ligging en geofysiologie<br />
Het plangebied ligt ten oosten van de oudste kern van <strong>Roosendaal</strong> en wordt begrensd door de Van<br />
Beethovenlaan, Boulevard en rijksweg A58. Het gebeid is onderdeel van de bebouwde kom en thans<br />
geheel bebouwd en verstedelijkt.<br />
De ondergrond van het plangebied bestaat uit pleistoceen zand en dekzandafzettingen.<br />
Geomorfologisch is het plangebied niet gekarteerd, maar door extrapolatie van de omgeving zou het<br />
grotendeels moeten bestaan uit terrasafzettingswelvingen. Of er lokaal ook kleine dekzandruggen in<br />
voorkomen, is niet bekend maar wel aannemelijk. Ook het buurtschap Kalsdonk ten noorden van het<br />
plangebied ligt op een dergelijke dekzandrug. In de laatste ijstijd werden door wind dekzanden afgezet<br />
en plaatselijk ook uitgeblazen in de vorm van grote komvormige laagtes, waardoor de lemige<br />
pleistocene ondergrond aan het oppervlak kwam. Dit heeft in het Holoceen, vooral vanaf de Bronstijd,<br />
gezorgd voor stagnatie van regenwater en het ontstaan van veengroei. Tot aan de late middeleeuwen<br />
was het gebied van <strong>Roosendaal</strong> zeer veenachtig. Ten noordoosten van het plangebied lag een groot<br />
veenbekken (de Vlaamse Moeren). Op de hogere zanden kwam vooral Griedtsveen-veen voor, terwijl<br />
het lagere noordwesten met Hollandveen was bedekt. Waarschijnlijk waren alleen de dekzandruggen<br />
voldoende droog om voor bewoning in aanmerking te komen.<br />
In de dertiende eeuw en later werd het veen opgeruimd door de turfwinning en bleef een laag drassig<br />
landschap over, dat sindsdien als gras- en hooiland diende. Op de drogere delen kwam heide tot<br />
ontwikkeling. Landschappelijk ligt het gebied in de overgangszone van een bekenlandschap naar het<br />
holocene landschap ten noorden daarvan. De hoogte binnen het gebied varieert van 3,50 tot 4,80<br />
meter +NAP, wat iets hoger is dan de omgeving van de oudste kern van <strong>Roosendaal</strong>, ten westen van<br />
het plangebied.<br />
69 van 120