Toelichting - Gemeente Roosendaal
Toelichting - Gemeente Roosendaal
Toelichting - Gemeente Roosendaal
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
In de ondergrond (0,5-1,0 meter beneden maaiveldniveau) zijn lichte verontreinigingen met zware<br />
metalen gemeten. In het grondwater is een licht verhoogd gehalte barium aangetoond.<br />
Tijdens het onderzoek is op één plek een stukje asbestverdacht plaatmateriaal aangetroffen. Analyse<br />
van dit materiaal heeft echter aangetoond dat het asbestvrij materiaal betrof.<br />
In het bodemrapport is geconcludeerd dat de matige verontreiniging met zink in de bovengrond<br />
aanleiding is voor het uitvoeren van een nader bodemonderzoek naar de omvang van deze<br />
verontreiniging. Tevens is geadviseerd om, gelet op de bodemvreemde materialen in de bodem, een<br />
asbestonderzoek uit te voeren.<br />
10.1.7.3 Verkennend onderzoek asbest en nader bodemonderzoek zink<br />
In 2012 is een nader bodemonderzoek naar de aangetroffen matige zinkverontreiniging in de<br />
bovengrond uitgevoerd en is er tevens een verkennend asbestonderzoek verricht.<br />
Ter plaatse van de eerder aangetroffen matige zinkverontreiniging zijn 10 extra grondboringen<br />
geplaatst. Negen individuele grondmonsters zijn geanalyseerd op zink en daarbij zijn maximaal lichte<br />
verontreinigingen met zink aangetoond. Een matige of sterke zinkverontreiniging is niet gemeten.<br />
Het verkennend asbestonderzoek heeft geen bodemverontreiniging met asbest aangetoond. Op één<br />
plek is een gewogen asbestconcentratie van 16 mg/kgds aangetoond. Dit gehalte ligt ruim beneden de<br />
norm van 100 mg/kgds.<br />
In het bodemrapport is geconcludeerd dat er geen aanleiding is te vermoeden dat er sprake is van een<br />
ernstige verontreiniging met asbest in de grond en er geen sprake is van een geval van ernstige<br />
bodemverontreiniging met zink.<br />
10.1.7.4 Conclusie<br />
Op basis van de uitgevoerde bodemonderzoeken wordt geconcludeerd dat de bodem op het terrein tot<br />
een diepte van 3 meter beneden maaiveldniveau (maximale boordiepte) is opgebouwd uit matig fijn<br />
zand. In vooral de toplaag (0-0,5 meter beneden maaiveldniveau) worden bijmengingen met<br />
bodemvreemd materiaal aangetroffen, namelijk puin, baksteen, sintels, kooldeeltjes en dergelijke.<br />
Deze bijmengingen komen in verschillende gradaties voor en zijn heterogeen verdeeld over het terrein<br />
aanwezig.<br />
De analyses die verricht zijn hebben lichte verontreinigingen met zware metalen, PAK en minerale olie<br />
aangetoond, met plaatselijk een matig verhoogd gehalte zink. Er is geen verontreiniging met asbest<br />
aangetoond.<br />
In het grondwater, aanwezig vanaf een diepte van circa 1,5 meter beneden maaiveldniveau, is een<br />
licht verhoogd gehalte barium gemeten.<br />
Op basis van de uitgevoerde bodemonderzoeken is er geen aanleiding om te veronderstellen dat er<br />
op de locatie sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging. Er is dan ook geen<br />
saneringsnoodzaak in het kader van de Wet bodembescherming.<br />
De milieuhygiënische bodemkwaliteit vormt geen belemmering voor de beoogde bestemming en de<br />
voorgenomen bouwactiviteiten. Wel wordt geadviseerd om bij de voorgenomen herinrichting na te<br />
denken over de civieltechnische kwaliteit (samenstelling) van de huidige bovengrond. Uit de<br />
bodemonderzoeken is namelijk gebleken, dat in de bovengrond van het terrein bijmengingen met<br />
bodemvreemd materiaal aanwezig zijn. Afgevraagd moet worden of de bovengrond zoals die nu op<br />
het terrein ligt, qua samenstelling geschikt is voor de beoogde bestemming. Aangezien er<br />
grondgebonden woningen gerealiseerd worden, dient men zich af te vragen in hoeverre het gewenst is<br />
om ter plaatse van de tuinen een bovengrond te hebben met allerlei bijmengingen, ondanks dat de<br />
grond licht is verontreinigd.<br />
Gelet op de samenstelling (civieltechnische kwaliteit) van de bovengrond, wordt tenslotte ook nog<br />
gewezen op het volgende:<br />
Bij toekomstige graafwerkzaamheden kunnen plaatselijke afwijkingen in de samenstelling van de<br />
grond worden aangetroffen. Bij graafwerkzaamheden dient men dan ook bedacht te zijn op het<br />
aantreffen van een onverwachte bodemverontreiniging;<br />
119 van 120