Bestemmingsplan SpoorHaven 1e fase - Gemeente Roosendaal

Juridische aspecten 81
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
goothoogte en bouwhoogte ten hoogste 11 meter respectievelijk 17 meter; over
een breedte van 40% van de percelen ten hoogste 18 meter bedragen, voor zover
niet gelegen langs de west- en zuidgrens van het bouwvlak;
diepte hoofdgebouw ten hoogste 12 meter.
Woongebied 8
Ter plaatse van woongebied 8:
90 gestapelde woningen in één gesloten bouwblok;
woningen worden in de voorste perceelsgrens gebouwd;
goothoogte en bouwhoogte grondgebonden woningen ten hoogste 11 meter respectievelijk
17 meter bedragen;
bouwhoogte ten hoogste 15 meter;
Kadeplein 4 wordt grotendeels behouden;
diepte hoofdgebouw ten hoogste 20 meter;
gebouwen zijn toegestaan gelijktijdig dan wel nadat ROC aan de oostzijde is gerealiseerd.
Woongebied 9
Ter plaatse van woongebied 9:
5 aaneen gebouwde grondgebonden woningen;
woningen worden in de voorste perceelsgrens gebouwd;
de goothoogte en bouwhoogte van hoofdgebouwen mag ten hoogste 11 meter respectievelijk
17 meter bedragen;
de diepte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 12 meter.
Voor woonwerkwoningen is een bepaling opgenomen inzake de omvang (50% van het
vloeroppervlak van de woning inclusief bijgebouwen) en aard van de niet-woonfuncties
(aan-huis-gebonden beroep, praktijkruimte, kantoor of een inrichting; detailhandel ondergeschikte
nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep).
Voorts zijn de gebruikelijke bepalingen opgenomen, vergelijkbaar met de bepalingen in
de bestemming Wonen.
5.4.5. Bestemming Woongebied – uit te werken spoorhaven
De uitwerking van het stedenbouwkundig plan is vergevorderd. Het blijft evenwel een
voortdurend proces. Daarbij wordt onder andere gezocht naar verdere optimalisering
wat betreft het woon- en leefklimaat en de stedenbouwkundige kwaliteit. Een zorgvuldige
inpassing van het programma vraagt daarbij specifiek aandacht, ook in relatie tot
de economische uitvoerbaarheid.
Belangrijke contouren van het toekomstige woongebied (plangebied) liggen reeds vast
door het behoud van de Vliet, Scherpdeel, Kadeplein, Oostelijke Havendijk en de gehanteerde
plangrenzen. Binnen deze contouren zijn enkele duidelijk afgebakende deelgebieden
te onderscheiden en in te richten. Dat betekent dat de omvang en inrichting
van diverse linten en bouwblokken binnen die deelgebieden relatief vast liggen. Voorbeelden
hiervan zijn het deelgebied met het Stadskantoor en de VMBO-school, de
bouwblokken in het zuidelijk deel van het plangebied (woontorens, Wipweide, ROC,
Kadeplein) alsmede de lintbebouwing aan weerszijden van Scherpdeel met aansluitend
aan de oostzijde twee woonblokken die ook duidelijk begrensd zijn door het gekozen
woonprogramma en door de te hanteren kaveldieptes (met beperkte binnenruimtes) en
de meanderende Molenbeek. In de genoemde gebieden is de inrichting reeds in een
zodanige mate uitgewerkt, dat hiervoor directe bouwbestemmingen verantwoord zijn.
Tussen de hiervoor beschreven gebieden ligt een gebied dat wordt begrensd door de
Jan Vermeerlaan (noordgrens) en De Vliet (oostgrens) en tevens de jachthaven aan de
zuidzijde en de Molenbeek aan de oostzijde omvat. Binnen dit gebied bestaan op een
aantal punten nog onzekerheden.
In het voorontwerpbestemmingsplan was in verband met een mogelijke verschuiving
van het tracé en breedte van de Molenbeek reeds een wijzigingsbevoegdheid opgenomen.
De uiteindelijke ligging en breedte hiervan zijn van invloed op de verkaveling van
de aangrenzende strook woningen aan de oostzijde (kaveldiepte) en een hoogwaardige
kwalitatieve inrichting van de openbare ruimte (bredere profielen dan gebruikelijk).
736.007920.00