Bestemmingsplan SpoorHaven 1e fase - Gemeente Roosendaal
Bestemmingsplan SpoorHaven 1e fase - Gemeente Roosendaal Bestemmingsplan SpoorHaven 1e fase - Gemeente Roosendaal
Bestemmingsregels 18 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg 4. de diepte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 20 meter; g. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd – 5": 1. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 5; 2. woningen worden gestapeld gebouwd; 3. woningen worden gebouwd in één rij; 4. de diepte van een hoofdgebouw voor woningen bedraagt ten hoogste 15 meter; h. de minimale en / of maximale goot- en / of bouwhoogte van hoofdgebouwen mag bedragen: 1. de goothoogte zie aangegeven goothoogte; 2. de bouwhoogte zie aangegeven bouwhoogte anders 4.00 meter hoger dan de toegestane goothoogte; 3. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd – 1" is in afwijking van het bepaalde onder 1 en 2 binnen 50 meter van de westgrens en 40.00 meter van de zuidgrens van het bestemmingsvlak, een gebouw met een bouwhoogte van ten hoogste 24.00 meter toegestaan; de oppervlakte van het bedoelde gebouw mag ten hoogste 625 m² bedragen; 4. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd – 2" is in afwijking van het bepaalde onder 1 en 2 op een afstand van ten minste 15 meter uit de oostgrens een gebouw met een bouwhoogte van ten hoogste 20 meter toegestaan; i. de goot- en / of bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste bedragen: 1. goothoogte 3.00 meter; 2. bouwhoogte 5.00 meter. 4.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen: 1. erfafscheidingen ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - gebouwen uitgesloten" gelegen tussen het bouwvlak en de bestemming Verkeer 1.00 meter; 2. erfafscheidingen anders dan onder 1 2.00 meter; 3. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3.00 meter. 4.3. Nadere eisen 4.3.1. Situering en goot- en bouwhoogte bijgebouwen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering en de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen, indien over een lengte van meer dan 2.50 meter in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd, teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweegbrengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen met dien verstande dat: a. daardoor de gebruikswaarde van het te bebouwen erf niet onevenredig wordt geschaad; b. de goot- of bouwhoogte van (delen van) gebouwen niet wordt teruggebracht tot minder dan 2.50 meter. 4.3.2. Gevels en balkons Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de gevels en balkons van de woningen vanaf de derde bouwlaag aan de oost- en noordzijde voor zover gelegen binnen 100 meter van de noordgrens van het bestemmingsvlak ten einde een zodanige gevelconstructie te eisen dat de binnenwaarde in de woning niet meer bedraagt dan 32 dB en ter plaatse van de balkons een voldoende woon- en leefklimaat is gewaarborgd. 4.4. Ontheffing van de bouwregels 4.4.1. Dove gevel of vliesgevel Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 4.2.2 onder c.6 voor gebouwen zonder dove gevel of vliesgevel indien aangetoond is dat geen sprake is van leslokalen die in de avonduren, na 19.00 uur voor lesactiviteiten worden gebruikt en zodoende geen geluidsgevoelige ruimte zijn. 736.007920.00
Bestemmingsregels 19 4.4.2. Hoogte Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 4.2.3 onder a.3 voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarbij de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 meter. 4.4.3. Belangenprocedure bij specifieke ontheffingsregels Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 19 in acht te worden genomen. 4.5. Specifieke gebruiksregels 4.5.1. Detailhandel a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-1" zijn detailhandelsvestigingen uitsluitend toegestaan binnen 50 meter van de noord- en oostgrens van het bouwvlak; er zijn ten hoogste 6 detailhandelsvestigingen met een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 200 m² per detailhandelsvestiging toegestaan met een gezamenlijk maximum van 900 m²; b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-2" zijn ten hoogste 2 detailhandelvestigingen toegestaan met een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 200 m² per detailhandelsvestiging; c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-3" zijn ten hoogste 2 detailhandelvestigingen toegestaan met een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 200 m² per detailhandelsvestiging; d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-4" zijn ten hoogste 4 detailhandelvestigingen toegestaan met een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 200 m² per detailhandelsvestiging en met een gezamenlijk maximum van 700 m². 4.5.2. Horecabedrijven a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-1" zijn horecavestigingen uitsluitend toegestaan binnen een afstand van 50 meter van de noord- en oostgrens van het bouwvlak; er zijn ten hoogste 4 horecabedrijven toegestaan met een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 200 m² per horecabedrijf; b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-2" zijn ten hoogste 3 horecabedrijven toegestaan met een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 200 m² per horecabedrijf; c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-3" zijn ten hoogste 2 horecabedrijven toegestaan met een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 200 m² per horecabedrijf; d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-4" zijn ten hoogste 5 horecabedrijven toegestaan met een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 200 m² per horecabedrijf met een gezamenlijk maximum van 750 m². 4.5.3. Maatschappelijke voorzieningen a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-1" bedraagt de vloeroppervlakte voor onderwijsvoorzieningen ten hoogste 12.650 m² en voor de bijbehorende sporthal ten hoogste 3.700 m²; b. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-1" bedraagt de vloeroppervlakte voor het stadskantoor ten hoogste 16.000 m²; c. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-3" bedraagt de vloeroppervlakte voor onderwijsvoorzieningen ten hoogste 12.500 m²; d. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-2" bedraagt de vloeroppervlakte voor onderwijsvoorzieningen ten hoogste 1.950 m². 4.5.4. Overige voorzieningen a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd-1" zijn kantoren uitsluitend toegestaan binnen 50 meter van de noordgrens van het bouwvlak met een gezamenlijk maximum 3.750 m²; Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg 736.007920.00
- Page 64 and 65: Planbeschrijving 58 Adviesbureau RB
- Page 66 and 67: Planbeschrijving 60 Figuur 13 Parke
- Page 68 and 69: Planbeschrijving 62 Figuur 14 Groen
- Page 70 and 71: Planbeschrijving 64 In beginsel bes
- Page 72 and 73: Planbeschrijving 66 Adviesbureau RB
- Page 74 and 75: Planbeschrijving 68 Toetsingskader
- Page 76 and 77: Juridische aspecten 70 5.2 Opzet va
- Page 78 and 79: Juridische aspecten 72 type en in h
- Page 80 and 81: Juridische aspecten 74 het hoofdgeb
- Page 82 and 83: Juridische aspecten 76 5.4 Regeling
- Page 84 and 85: Juridische aspecten 78 last verdien
- Page 86 and 87: Juridische aspecten 80 125 grondge
- Page 88 and 89: Juridische aspecten 82 De stedenbou
- Page 90 and 91: Juridische aspecten 84 gelegd dat o
- Page 92 and 93: Economische uitvoerbaarheid 86 Advi
- Page 94: Overleg en inspraak 88 Adviesbureau
- Page 98 and 99: Inhoud van de regels 2 Adviesbureau
- Page 100 and 101: Inleidende regels 4 1.13. bebouwing
- Page 102 and 103: Inleidende regels 6 conform NEN 50
- Page 104 and 105: Inleidende regels 8 1.57. logies he
- Page 106 and 107: Inleidende regels 10 1.77. voorkeur
- Page 108 and 109: Inleidende regels 12 Adviesbureau R
- Page 110 and 111: Bestemmingsregels 14 3.2.4. Bouwwer
- Page 112 and 113: Bestemmingsregels 16 Artikel 4 Geme
- Page 116 and 117: Bestemmingsregels 20 Adviesbureau R
- Page 118 and 119: Bestemmingsregels 22 Bij toepassing
- Page 120 and 121: Bestemmingsregels 24 Artikel 5 Tuin
- Page 122 and 123: Bestemmingsregels 26 6.2.5. Passere
- Page 124 and 125: Bestemmingsregels 28 Artikel 8 Wone
- Page 126 and 127: Bestemmingsregels 30 Adviesbureau R
- Page 128 and 129: Bestemmingsregels 32 Adviesbureau R
- Page 130 and 131: Bestemmingsregels 34 9.2.3. Bijgebo
- Page 132 and 133: Bestemmingsregels 36 Adviesbureau R
- Page 134 and 135: Bestemmingsregels 38 Artikel 10 Woo
- Page 136 and 137: Bestemmingsregels 40 Adviesbureau R
- Page 138 and 139: Bestemmingsregels 42 Artikel 12 Waa
- Page 140 and 141: Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel
- Page 142 and 143: Algemene regels 46 Artikel 15 Algem
- Page 144 and 145: Algemene regels 48 Artikel 19 Algem
- Page 146: Overgangs- en slotregels 50 Artikel
- Page 150 and 151: Bijlage 1. Staat van Horeca-activit
- Page 152 and 153: Bijlage 2. Staat van Bedrijfsactivi
- Page 154 and 155: Bijlage 2. Staat van Bedrijfsactivi
- Page 156 and 157: Bijlage 2. Staat van Bedrijfsactivi
- Page 158 and 159: Bijlage 2. Staat van Bedrijfsactivi
- Page 160 and 161: Bijlage 2. Staat van Bedrijfsactivi
- Page 162 and 163: Bijlage 2. Staat van Bedrijfsactivi
Bestemmingsregels 18<br />
Adviesbureau RBOI<br />
Rotterdam / Middelburg<br />
4. de diepte van een hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 20 meter;<br />
g. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd – 5":<br />
1. het aantal woningen bedraagt ten hoogste 5;<br />
2. woningen worden gestapeld gebouwd;<br />
3. woningen worden gebouwd in één rij;<br />
4. de diepte van een hoofdgebouw voor woningen bedraagt ten hoogste 15 meter;<br />
h. de minimale en / of maximale goot- en / of bouwhoogte van hoofdgebouwen mag<br />
bedragen:<br />
1. de goothoogte zie aangegeven goothoogte;<br />
2. de bouwhoogte zie aangegeven bouwhoogte anders 4.00 meter hoger<br />
dan de toegestane goothoogte;<br />
3. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd – 1" is in afwijking<br />
van het bepaalde onder 1 en 2 binnen 50 meter van de westgrens en<br />
40.00 meter van de zuidgrens van het bestemmingsvlak, een gebouw met een<br />
bouwhoogte van ten hoogste 24.00 meter toegestaan; de oppervlakte van het<br />
bedoelde gebouw mag ten hoogste 625 m² bedragen;<br />
4. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van gemengd – 2" is in afwijking<br />
van het bepaalde onder 1 en 2 op een afstand van ten minste 15 meter uit de<br />
oostgrens een gebouw met een bouwhoogte van ten hoogste 20 meter toegestaan;<br />
i. de goot- en / of bouwhoogte van bijgebouwen mag ten hoogste bedragen:<br />
1. goothoogte 3.00 meter;<br />
2. bouwhoogte 5.00 meter.<br />
4.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde<br />
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:<br />
a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste bedragen:<br />
1. erfafscheidingen ter plaatse van de aanduiding<br />
"specifieke bouwaanduiding - gebouwen uitgesloten"<br />
gelegen tussen het bouwvlak en de bestemming Verkeer 1.00 meter;<br />
2. erfafscheidingen anders dan onder 1 2.00 meter;<br />
3. andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3.00 meter.<br />
4.3. Nadere eisen<br />
4.3.1. Situering en goot- en bouwhoogte bijgebouwen<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering<br />
en de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen, indien over een lengte van meer dan<br />
2.50 meter in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd, teneinde te waarborgen dat<br />
de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweegbrengt in de<br />
bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen met dien verstande dat:<br />
a. daardoor de gebruikswaarde van het te bebouwen erf niet onevenredig wordt geschaad;<br />
b. de goot- of bouwhoogte van (delen van) gebouwen niet wordt teruggebracht tot minder<br />
dan 2.50 meter.<br />
4.3.2. Gevels en balkons<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de gevels en<br />
balkons van de woningen vanaf de derde bouwlaag aan de oost- en noordzijde voor zover<br />
gelegen binnen 100 meter van de noordgrens van het bestemmingsvlak ten einde<br />
een zodanige gevelconstructie te eisen dat de binnenwaarde in de woning niet meer<br />
bedraagt dan 32 dB en ter plaatse van de balkons een voldoende woon- en leefklimaat<br />
is gewaarborgd.<br />
4.4. Ontheffing van de bouwregels<br />
4.4.1. Dove gevel of vliesgevel<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in<br />
artikel 4.2.2 onder c.6 voor gebouwen zonder dove gevel of vliesgevel indien aangetoond<br />
is dat geen sprake is van leslokalen die in de avonduren, na 19.00 uur voor lesactiviteiten<br />
worden gebruikt en zodoende geen geluidsgevoelige ruimte zijn.<br />
736.007920.00