ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
261<br />
Uw commissie stelt voor het volgende te besluiten:<br />
1. Deputaten te bedanken voor de uitgevoerde werkzaamheden en de correcte wijze waarop dat is gedaan.<br />
2. Opnieuw deputaten te benoemen.<br />
3. Deputaten op te dragen een PR-deskundige in te schakelen voor een regelmatige en heldere communicatie<br />
naar de kerken.<br />
4. De volgende wijzigingen aan te brengen in bijlage 5 (art 13 K.O.), de instructie van deputaten:<br />
a. Artikel 5 wordt vervangen door:<br />
De uitkeringen uit de kas aan de emeritus predikanten en de predikantsweduwen worden afgeleid<br />
van een door de generale synode vast te stellen uitkeringsgrondslag. Deze bedraagt 130 procent<br />
van het aanvaardbare minimumtraktement voor predikanten met 15 dienstjaren. Elke generale<br />
synode besluit of de koppeling van de uitkeringsgrondslag aan het in de vorige alinea genoemde<br />
minimumtraktement tot de eerstvolgende synode gehandhaafd blijft.<br />
b. De eerste zin van artikel 7 wordt vervangen door de volgende tekst:<br />
Een emeritus predikant van 65 jaar of ouder ontvangt een zodanige uitkering uit de emeritikas, dat<br />
deze tezamen met zijn AOW-uitkering 70% van de uitkeringsgrondslag bedraagt. Ingaande het<br />
jaar 2005 geldt als AOW-uitkering voor zowel een gehuwde als een ongehuwde emeritus predikant<br />
van 65 jaar of ouder tweemaal de jaarlijkse uitkering voor een gehuwde ingevolge de AOW. Voor de<br />
ongehuwde emeritus predikanten van 65 jaar of ouder die in <strong>2004</strong> al een uitkering uit de emeritikas<br />
ontvingen, geldt dat de bepalingen zoals die golden tot en met <strong>2004</strong>, tot aan hun overlijden worden<br />
gerespecteerd. Een emeritus predikant die de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt, ontvangt<br />
een zodanige uitkering uit de emeritikas dat deze, tezamen met zijn eventuele WAZ uitkering 70%<br />
van de uitkeringsgrondslag bedraagt.<br />
c. In artikel 8b worden de woorden ‘met tien dienstjaren’ gewijzigd in ‘zoals vermeld in artikel 5’.<br />
d. Artikel 9 lid d vervalt.<br />
e. Artikel 12 wordt vervangen door:<br />
Een predikantsechtgenote, die weduwe wordt en geen kinderen heeft te verzorgen ontvangt een<br />
zodanige uitkering uit de emeritikas, dat deze tezamen met haar eventuele ANW- of AOW-uitkering<br />
50% van de uitkeringsgrondslag bedraagt.<br />
Indien zij één kind dan wel twee of meer kinderen heeft te verzorgen, ontvangt elk kind een zodanige<br />
uitkering uit de emeritikas, dat deze tezamen met een eventuele halfwezenuitkering (ANW en/of<br />
wezenpensioen) gelijk is aan 10% van de uitkeringsgrondslag. In geval van twee of meer kinderen<br />
ontvangt de weduwe bovendien een toelage van 70% van de helft van het bedrag waarmee de<br />
door haar verschuldigde premie van de ziektekostenverzekering het bedrag van € 2.000,– overschrijdt.<br />
Weduwen die een ANW-uitkering genieten en op 31 december <strong>2004</strong> reeds in het genot<br />
daarvan waren, ontvangen een toeslag van € 1.410,– per jaar.<br />
Dit artikel is van toepassing op kinderen die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt en<br />
op studerende of invalide kinderen, zolang zij jonger zijn dan 27 jaar en niet over voldoende<br />
eigen inkomsten beschikken. Bovendien worden aan de in dit artikel bedoelde weduwen, die de<br />
leeftijd van 65 jaar nog niet hebben bereikt, alsmede aan de in dit artikel genoemde kinderen, de<br />
hun opgelegde aanslagen in de premieheffing voor de volksverzekeringen gerestitueerd voorzover<br />
de aanslagen betrekking hebben op de tijd die valt na de datum waarop hun uitkering uit<br />
de emeritikas is ingegaan, en voorzover de aanslagen betrekking hebben op hun uitkering uit de<br />
emeritikas.<br />
f. Artikel 14 lid c vervalt en artikel 14.d wordt vernummerd tot 14.c<br />
g. Artikel 23 wordt vervangen door:<br />
Ter voorziening in bijzondere gevallen kennen deputaten, onder voorbehoud van de beschikbaarheid<br />
van financiële middelen, aan plaatselijke kerken het recht op een uitkering toe ten behoeve<br />
van diegenen die de kerken in het ambt van predikant een tijdlang hebben gediend en hun weduwen<br />
en wezen; de uitkering wordt op dezelfde wijze bepaald als die van emeritus predikanten,<br />
predikantsweduwen en -wezen, evenwel met dien verstande, dat rekening wordt gehouden met<br />
de tijd dat zij onze kerken als predikant hebben gediend, terwijl het tweede gedeelte van artikel 8<br />
sub b. van de instructie niet van toepassing is.<br />
5. De volgende wijzigingen aan te brengen in art 13 K.O.:<br />
a. De laatste zin van lid 1a luidende ‘in dit geval zijn de predikanten … in te dienen’ vervalt.<br />
b. Lid 6 vervalt, met gelijktijdige omnummering van de leden 7, 8 en 9 in 6, 7 en 8.<br />
BIJLAGE 20<br />
Artikel 50<br />
Rapport 10 van commissie 6 inzake instructie 8.02<br />
verzekering financieel risico bij arbeidsongeschikte predikanten<br />
A.J. van der Wekken, rapporteur<br />
Uw commissie heeft kennis genomen van instructie 8.02 waarin de particuliere synode van het noorden<br />
aandacht vraagt voor hun voorstel om te komen tot een collectieve verzekering voor een uitkering van<br />
€ 7.500,– per jaar boven de uitkering uit de emeritikas bij arbeidsongeschiktheid van predikanten.