ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
249<br />
1. het risico van arbeidsongeschiktheid komt voor rekening van de emeritikas; of<br />
2. het risico van arbeidsongeschiktheid wordt ondergebracht bij een verzekeraar.<br />
Het voor eigen rekening van de emeritikas nemen van de arbeidsongeschiktheid herbergt financiële risico’s<br />
in zich, zeker als de trend van de laatste jaren van een toenemende arbeidsongeschiktheid onder<br />
predikanten zich voortzet. Anderzijds bespaart dat de kosten van de verzekeringspremie.<br />
Deputaten financiële zaken achten het onaanvaardbaar het risico voor rekening van de emeritikas te<br />
nemen. Wij zijn en blijven van mening, dat het risico en de spreiding van het risico beperkt is in relatie<br />
tot de omvang van de emeritikas. Wij stellen daarom wel voor het risico collectief af te dekken, maar niet<br />
onder te brengen bij een verzekeraar. De premiekosten ter zake kunnen worden verwerkt in de door de<br />
plaatselijke kerken te betalen omslag. Voor de plaatselijke kerken betekent dat per saldo geen verhoging,<br />
omdat de voor dit onderdeel te verhogen omslag in de plaats komt van de vervallen compensatie voor de<br />
WAZ-premie. In onderdeel 4.3.k. van dit rapport werken wij dit verder uit.<br />
4. Vervullen van opdrachten van de generale synode van 2001<br />
4.1. Aanleiding<br />
De generale synode 2001 heeft deputaten emeritikas de opdracht gegeven te komen met voorstellen ter<br />
verbetering van de regeling, dit mede naar aanleiding van de rapportage van de commissie emeritaatsregeling.<br />
De letterlijke tekst van de synodale opdracht luidt als volgt:<br />
1. de ‘Commissie emeritaatsregeling’ te danken voor haar arbeid en haar rapport door te geven aan<br />
deputaten artikel 13 K.O., die met de volgende uitgangspunten verder zullen werken aan kerkordelijke<br />
aanpassingen en verbeteringen;<br />
2. deze uitgangspunten zijn:<br />
a. dat in de emeritaatsvoorziening de verzorgingsgedachte optimaal moet worden gehonoreerd;<br />
b. dat bij aanpassing en verbetering de aangegeven noties in variant I van de ‘Commissie emeritaatsregeling’,<br />
zoveel mogelijk moeten worden aangehouden; dit betreft zowel de pagina’s 4 en 5<br />
alsmede bijlage 2 van het rapport van de studiecommissie;<br />
c. dat nader moet worden uitgewerkt of ‘late roepingen en pensioenopbouw’ een hypothetisch knelpunt<br />
vormen in de emeritaatsregeling;<br />
d. dat een voorstel moet worden gedaan hoe te handelen inzake de emeritering van predikanten uit<br />
het buitenland of uit andere kerken zonder pensioenopbouw;<br />
e. dat bij de uitwerking van de kerkordelijke aanpassingen de gewenste flexibiliteit wordt benut, zodat<br />
de regeling voldoet aan duidelijkheid, rechtvaardigheid en billijkheid benevens transparantie;<br />
3. deputaten naar artikel 13 K.O. op te dragen de generale synode <strong>2004</strong> te dienen met hun voorstellen<br />
zodanig dat discussie over de emeritaatsregeling kan worden afgesloten.<br />
4.2. Inventarisatie<br />
De synode heeft in eerdere uitspraken aangegeven sterk te hechten aan :<br />
a. de verzorgingsgedachte, d.w.z. collectieve zorg i.p.v. individueel recht;<br />
b. huidige systematiek i.p.v. dienstjarenbeginsel (variant I uit het rapport van de commissie emeritaatsregeling<br />
generale synode 2001).<br />
Verder heeft de synode 2001 aangegeven dat ten aanzien van bepaalde door de commissie emeritaatsregeling<br />
aangedragen punten nadere voorstellen worden verwacht. Het gaat dan om:<br />
c. onderzoek naar relatie van late roepingen en pensioenopbouw (rapport ad 3 generale synode 2001).<br />
d. voorstel t.a.v. emeritering van predikanten van ‘buiten’ (rapport ad 4 generale synode 2001).<br />
e. recht op uitkering vervalt na hertrouwen en niet bij andere samenlevingsvormen (rapport ad 5 generale<br />
synode 2001).<br />
f. uitkering weduwe lager dan weduwnaar (rapport ad 6 generale synode 2001).<br />
g. bij scheiding krijgt de ex-vrouw niets (rapport ad 7 generale synode 2001).<br />
h. onderscheid in uitkering bijzondere situaties (losmaking, afzetting, (ged.) arbeidsongeschiktheid?)<br />
(rapport ad 8 generale synode 2001).<br />
i. geen uitkering bij overgang naar ander kerkgenootschap? (rapport ad 9 generale synode 2001)<br />
j. uitkering aan (half)wezen rechtstreeks? (rapport ad 14 generale synode 2001)<br />
Verder kregen deputaten emeritikas d.d. 10 juli 2003 van deputaten financieel een brief met een aantal<br />
vragen over de jaarrekening 2002. Eén van die vragen luidt als volgt:<br />
‘De laatste jaren is het aantal langdurig arbeidsongeschikte predikanten aanzienlijk toegenomen. Wat<br />
is het beleid van uw deputaatschap ten aanzien van de aanvaardbaarheid om een dergelijk risico nog<br />
steeds in eigen beheer te houden?’<br />
In het kader van het doen van voorstellen voor de generale synode <strong>2004</strong> is ook daar aandacht aan besteed.<br />
Als onderdeel 4.3.k. in het hiernavolgende komen wij hierop terug.<br />
4.3. Reactie van deputaten emeritikas<br />
Voor het doen van voorstellen aan de generale synode <strong>2004</strong> geven wij u het volgende in overweging.<br />
De door de generale synode 2001 geformuleerde uitgangspunten ad a. en ad b. gebaseerd op de verzorgingsgedachte<br />
leiden onzerzijds niet tot nader advies. Op de ad c. tot en met ad j. geformuleerde<br />
knelpunten gaan wij onderstaand in.<br />
Ad c. Late roepingen en pensioenopbouw<br />
Door deputaten emeritikas is de generale synode steeds voorgehouden, dat het gesignaleerde knelpunt<br />
hypothetisch is. De generale synode 2001 heeft expliciet uitgesproken, dat die stellingname nader uitge-