ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
231<br />
waarom daardoor de eenheid geschaad zou worden. Anderen menen echter dat dit de eenheid in ieder<br />
geval niet bevordert. Het blijkt in de praktijk zelfs verwijdering te geven. In een tijd van individualisme zullen<br />
we als kerken de gemeenschap als een kostbaar geschenk dienen te bewaren en te bevorderen. Wat<br />
gezongen wordt, raakt de kerken in z’n geheel. Zoals ook de liturgische formulieren de eenheid dienen.<br />
Zorgvuldigheid is van belang. Dit geldt ten aanzien van de tekst, de melodie en het taalgebruik van de te<br />
zingen liederen. Dit betreft ook de auteursrechten.<br />
3.6.6. Eenheid binnen de gereformeerde gezindte<br />
• Ten aanzien van de Gereformeerde Gemeenten geldt dat daar alleen de Psalmen en de Enige Gezangen<br />
gezongen worden.<br />
• De laatste synode van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) heeft een aantal liederen uit het Liedboek<br />
voor de kerken goedgekeurd om te worden proefgezongen tot de volgende synode. Deputaten<br />
hebben de opdracht er nog dertig liederen uit het Liedboek voor de kerken bij te zoeken plus negentig<br />
liederen uit andere bundels. Daarnaast werken de deputaten aan een lijst van liederen die ook gebruikt<br />
mogen worden bij bijzondere gelegenheden. Doel is in 2008 een voorlopige bundel en in 2011 een definitieve<br />
bundel van ongeveer 180 liederen.<br />
Wij als deputaten hebben contact gezocht en onderhouden met deputaten van genoemde kerken. Deze<br />
hebben niet geleid tot een eenheid van beleid in dit opzicht. Dit hangt samen met het feit dat de Gereformeerde<br />
Kerken (vrijgemaakt) reeds een principiële beslissing met betrekking tot het zingen van het vrije<br />
lied in de eredienst genomen hebben, terwijl de kerken waartoe wij behoren, nog voor een dergelijke<br />
beslissing staan.<br />
• In de Nederlands Gereformeerde Kerken is de praktijk dat het te zingen lied in de eredienst aan de vrijheid<br />
van de plaatselijke kerken wordt overgelaten.<br />
• ‘Zingen naar de Schriften’ is een uitgave van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde<br />
Kerk, Huizen 2000. In dit rapport wordt gewezen op een gezamenlijke bezinning in de breedte van de<br />
gereformeerde gezindte om elkaar te treffen rondom het zingen van hetzelfde lied in de eredienst (32).<br />
In een noot op pagina 37 wordt opgemerkt dat de bundel ‘Uit aller mond’ het dichtst komt bij wat men<br />
bedoelt.<br />
3.6.7. ‘Uit aller mond’<br />
Met algemene stemmen besloot de synode van 1980 (Acta 1980, <strong>blz</strong>. 53, 57) dat ten dienste van allerlei<br />
vormen van kerkenwerk, gezin en school het van belang is dat er een bundel liederen komt.<br />
Vanwege dit synodebesluit is contact gezocht met de gereformeerde gezindte. Vanuit het geheel van<br />
deze gezindte (Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk, Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt),<br />
Gereformeerde Gemeenten, Nederlands Gereformeerde Kerken en Christelijke Gereformeerde<br />
Kerken) is door vertegenwoordigers ervan con amore meegewerkt via de in het leven geroepen Stichting<br />
Geestelijk Lied Gereformeerde Gezindte aan het samenstellen en uitgeven van een bundel. ‘Uit aller<br />
mond’ is een uitgave van 277 liederen, die naar het oordeel van de stichting voldoen aan schriftgetrouwheid<br />
en overeenstemming met de gereformeerde belijdenis.<br />
Daarnaast ontstonden tot hiertoe twee bundels met 200 liederen voor kinderen in de leeftijd van de<br />
basisschool.<br />
Om de eenheid met de gereformeerde gezindte ook in dit opzicht te bewaren is het van belang rekening<br />
met elkaar te houden.<br />
3.6.8. De redactie van artikel 69 K.O.<br />
De eenvoudigste oplossing lijkt de redactie van art. 69 van de kerkorde te handhaven, terwijl we ervan<br />
overtuigd zijn dat dit niet gevolgd wordt door een praktijk die daarmee in overeenstemming is. In steeds<br />
meer gemeenten wordt door de kerkenraad een andere beslissing genomen en worden uit veel bundels<br />
allerlei liederen gezongen, waarbij dient te worden opgemerkt dat hoe langer hoe meer ‘bijzondere diensten’<br />
worden gehouden, waarvoor men het bepaalde in art. 69 K.O. ontoereikend acht.<br />
3.6.9. Mogelijkheden<br />
Er zijn diverse mogelijkheden, naast het blijven bij de huidige redactie van art. 69 K.O.:<br />
1. de reeds eerder aangeboden bundel met 120 liederen, samengesteld door een vorig deputaatschap<br />
voor het kerkelijk lied, alsnog te aanvaarden, en opdracht te geven deze uit te geven, met inachtneming<br />
van de auteursrechten. Deze ‘eigen bundel’ is getoetst;<br />
2. de bundel ‘Uit aller mond’ vrij te geven voor gebruik. Daarbij houden we de band met het geheel van<br />
de gereformeerde gezindte zoveel mogelijk vast en kan er schriftuurlijk-confessioneel in de eredienst<br />
worden gezongen;<br />
3. na te gaan of we als kerken gebruik kunnen maken van de bundel liederen die in de Gereformeerde<br />
Kerken (vrijgemaakt) is vrijgegeven. Vanwege de contacten tussen beide kerkverbanden is het mogelijk<br />
zo tot meer eenheid te komen ten aanzien van het zingen van liederen;<br />
4. een opsomming te geven van schriftuurlijk verantwoorde liederen uit andere bundels. Daarvoor zou<br />
een permanent deputaatschap dienen te worden ingesteld. Dit vraagt nogal wat;<br />
5. de kerkenraden vrijheid te geven zelf dienaangaande beslissingen te nemen. Of deze weg bevorderlijk<br />
is voor de eenheid van het kerkverband, is zeer de vraag. We zijn ons er in dit geval wel van bewust<br />
dat dit alleen mogelijk is als de kerken beschikken over duidelijk omschreven criteria.<br />
4. Voorstellen<br />
Deputaten stellen u het volgende voor:<br />
1. de handelingen van deputaten goed te keuren;<br />
2. de twee concept-doopformulieren en het concept-huwelijksformulier vast te stellen, vrij te geven voor<br />
gebruik in de kerken en door middel van publicatie beschikbaar te stellen;<br />
3. deputaten de opdracht te geven een formulier samen te stellen dat gebruikt kan worden bij het afleggen<br />
van openbare geloofsbelijdenis;<br />
4. een besluit te nemen met het oog op het gebruik van het kerklied in onze kerken en deputaten naar<br />
aanleiding van dat besluit een vervolgopdracht te geven;<br />
5. deputaten de opdracht te geven de studie naar de samenhang tussen de huidige cultuur en de liturgie