ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
230<br />
Samenvatting<br />
De uitslag van de enquête kan in de volgende punten worden samengevat.<br />
N.B. De nummering komt overeen met die van de vragen op het enquêteformulier (zie bijlage 3)<br />
1a. Meer dan de helft van de kerken (91 kerken = 61%) houdt zich aan de afspraken, neergelegd in art. 69<br />
K.O.<br />
Van deze groep kerken zingt eenderde (31 kerken) naast de Psalmen en Enige Gezangen ook de<br />
Schriftberijmingen en/of de door de synode goedgekeurde liederen uit het Liedboek voor de kerken.<br />
Meer dan de helft van de laatstgenoemde kerken (17) maakt expliciet melding van het feit dat in<br />
bijzondere diensten ook liederen uit andere bundels gezongen worden. De diensten die men als bijzonder<br />
kwalificeert, zijn verschillend. Genoemd worden diensten op christelijke feestdagen, doop- en<br />
belijdenisdiensten, trouw- en rouwdiensten, gezinsdiensten, diensten voor verstandelijk gehandicapten,<br />
diensten op startzondag, bid- en dankdagdiensten.<br />
Bijna 40% (58 kerken = 39%) van de kerken zingt ook in de gewone erediensten regelmatig andere<br />
dan de toegestane liederen.<br />
1b. Vrijwel alle kerken die in de eredienst regelmatig het vrije lied zingen, kiezen gebruik gemaakt van<br />
liederen uit de bundels Opwekking, Joh. de Heer en Zingende gezegend.<br />
1c. Met betrekking tot de gehanteerde criteria bij de keuze van de liederen geven de meeste kerken aan<br />
dat men alleen schriftuurlijk verantwoorde liederen zingt.<br />
Verder spelen bij de keuze van de liederen vooral zaken als zingbare melodie, passend bij het thema<br />
van de dienst en bekendheid bij de gemeente een rol.<br />
1d. Bij het gebruik van liederen uit andere bundels lijkt in het algemeen weinig aandacht besteed te worden<br />
aan het aspect auteursrechten.<br />
Een groot aantal kerkenraden (34) beantwoordt de vraag niet en van de kerkenraden die de vraag wel<br />
beantwoorden, blijkt ongeveer de helft geen rekening te houden met auteursrechten.<br />
Mogelijk is door veel kerkenraden deze vraag niet als relevant ervaren, omdat men in de erediensten<br />
integraal gebruik maakt van bijvoorbeeld het Liedboek voor de kerken en alleen in bijzondere diensten<br />
liederen uit andere bundels gebruikt.<br />
2. De meest genoemde bundels die men geschikt acht om liederen uit te selecteren, zijn het Liedboek<br />
voor de kerken, Opwekking, Joh. de Heer en Zingende gezegend.<br />
De antwoorden op deze vraag vertonen uiteraard veel overeenstemming met die bij punt 1b.<br />
3. Op de vraag of de kerkenraden bereid zijn zich te houden aan een selectie van liederen, wanneer de<br />
synode zou besluiten die op te nemen in art. 69 K.O, antwoordt maar een beperkt deel van de kerkenraden<br />
(19) bevestigend.<br />
Een aanmerkelijke groep kerkenraden (29) wil de vraag vooralsnog niet met ja beantwoorden. Uit de<br />
toelichting blijkt dat men bevreesd is dat een eventuele synodale selectie van liederen niet overeenstemt<br />
met de eigen keuze en/of te beperkend zal zijn.<br />
Een grote groep kerkenraden (41) is niet bereid zich te houden, c.q. kan zich moeilijk houden aan een<br />
eventuele synodale selectie.<br />
De drie meest genoemde motieven die daarvoor aangedragen worden, zijn:<br />
a. de ontwikkelingen zijn niet meer terug te draaien en/of laat de keuze van de liederen over aan de<br />
vrijheid van de kerkenraden;<br />
b. de selectie van de liederen voor de eredienst is nadrukkelijk een taak van de kerkenraad;<br />
c. er worden problemen voorzien in de plaatselijke samenwerking met de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt)<br />
en de Nederlands Gereformeerde Kerk.<br />
Conclusies<br />
De hierboven samengevatte uitslag van de enquête overziende, komen de deputaten, bezien vanuit de<br />
opdracht van de generale synode van 2001, tot de volgende conclusies:<br />
a. in een substantieel deel van onze kerken wordt naast de toegestane liederen het vrije lied in de erediensten<br />
gezongen. Verder lijkt er bij deze kerken maar een beperkte bereidheid aanwezig zich te<br />
houden aan een door de synode vast te stellen selectie van liederen;<br />
b. uit de gehouden enquête is gebleken dat een eigen bundel liederen door een deel van de gemeenten<br />
niet wordt gewaardeerd. Deputaten zijn van mening dat het nu aan het geheel van de kerken is, in<br />
synode bijeen, de kerken een weg te wijzen;<br />
c. het baart het deputaatschap nogal wat zorg dat de gewenste en noodzakelijke eenheid in dit opzicht<br />
niet wordt aangetroffen. Als deputaatschap achten wij het een opdracht van de synode ook wat betreft<br />
het kerklied leiding te geven, opdat al wat in de gemeenten, in welke diensten dan ook, gezongen<br />
wordt in overeenstemming is met Schrift en belijdenis.<br />
In het licht van bovenstaande conclusies hebben de deputaten besloten geen poging te doen om nu zelf<br />
liederen te selecteren (een opdracht van de synode), maar eerst een uitspraak van de synode te vragen<br />
over verder te nemen stappen met betrekking tot het kerklied.<br />
3.6.4. Geen eenstemmigheid<br />
Wegen we de gegevens die vanuit de enquête ons ter beschikking staan, dan betwijfelen wij of een door<br />
de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland samengestelde bundel de andere in gebruik zijnde<br />
liederen zal vervangen en men bereid is ter wille van de eenheid in de kerken zich te houden aan deze<br />
bundel liederen voor het zingen in de eredienst.<br />
Een deel van de kerken ziet de noodzaak er niet van in een eigen bundel samen te stellen. Een ander deel<br />
zal deze niet gebruiken, omdat men zich wil houden aan wat nu in artikel 69 K.O. is bepaald. Weer een<br />
ander deel van de kerken wil zich houden aan een selectie van liederen die de synode vastgesteld heeft.<br />
Van eenstemmigheid kan dus niet gesproken worden.<br />
3.6.5. Zorgvuldigheid<br />
Een mogelijke uitweg uit de ontstane situatie zou kunnen zijn het aan de vrijheid van de plaatselijke gemeente<br />
over te laten wat in de erediensten gezongen wordt. Sommigen pleiten daarvoor en zien niet in