ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
229<br />
3.6.2. Eenstemmig<br />
De generale synode van 1980 besloot bij de behandeling van het rapport van het deputaatschap voor<br />
onderzoek naar het kerkelijk lied o.a. (zie het Rapport ‘Eenstemmig’, dat verscheen): een definitieve beslissing<br />
ten aanzien van Schriftgetrouwe liederen voor te bereiden en voorstellen te doen aan de generale<br />
synode van 1983. Deze door de synode vast te stellen liederen zullen in de vorm van een eigen liedbundel<br />
aan de kerken worden aangeboden (Acta 1983, <strong>blz</strong>. 206v.).<br />
Aan de generale synode van 1983 werd een bundeling van 120 liederen voorgelegd, waarbij de criteria<br />
voor een verantwoord lied worden aangegeven in het rapport van voornoemde deputaten (Acta 1983, <strong>blz</strong>.<br />
210v.). Een aantal criteria is:<br />
a. de liederen moeten het heilshandelen van God op zodanige wijze vertolken, dat zij met het geheel van<br />
Gods heilsopenbaring in overeenstemming zijn en van de Geest der Schriften doordrenkt zijn;<br />
b. de liederen moeten confessioneel verantwoord zijn en daardoor aanvaardbaar voor alle kerken;<br />
c. de liederen moeten liturgisch verantwoord zijn;<br />
d. literair en muzikaal moeten de liederen op niveau zijn.<br />
Bezwaren tegen bepaalde liederen zijn verwoord op <strong>blz</strong>. 209 (Acta 1983).<br />
De generale synode van 1983 is van oordeel dat het gebruik van de bundel, die door deputaten is samengesteld,<br />
de eenheid van de kerken niet zal bevorderen, maar de verwijdering zal vergroten, wat met een<br />
aantal overwegingen, waaronder die van het betrachten van eenheid, liefde en waarheid, in strijd moet<br />
worden geacht (Acta 1983, <strong>blz</strong>. 62) en besluit te blijven bij het zingen van de 150 Psalmen in de eredienst<br />
(<strong>blz</strong>. 62v.).<br />
Appèls tegen dit besluit op de generale synode 1986 worden afgewezen (zie Acta 1986).<br />
Op de generale synode van 1995 komt het kerkelijk lied opnieuw ter sprake via een instructie van de particuliere<br />
synode van het Noorden. Voorgesteld wordt de redactie van artikel 69 K.O. te wijzigen en deputaten<br />
te benoemen met de opdracht op de eerstvolgende synode liederen naar Schrift en belijdenis aan<br />
te bieden. Deze synode besluit de instructie niet te aanvaarden daar er ‘geen nieuwe argumenten worden<br />
aangevoerd vergeleken met de revisievoorstellen ten aanzien van het besluit van de generale synode<br />
1983 inzake het kerkelijk lied, die op de generale synode van 1986 zijn afgehandeld’. ‘De synode is van<br />
oordeel dat er geen gegronde redenen bestaan om genoemd besluit te herzien’ (Acta 1995, <strong>blz</strong>. 106).<br />
Op de generale synode van 2001 kwam echter het zingen van liederen opnieuw aan de orde via een instructie<br />
van de particuliere synode van het Oosten, waaruit ten slotte na diverse voorstellen ter synode de<br />
opdracht gegeven werd zoals onder punt 1.1. is verwoord (Acta 2001, <strong>blz</strong>. 63-67; 134-137).<br />
3.6.3. Werkwijze<br />
Deputaten hebben zich allereerst bezonnen op de werkwijze die moest worden gevolgd om te voldoen<br />
aan de opdracht van de generale synode van 2001. Vervolgens zijn de kerken opgeroepen aan het deputaatschap<br />
voor te leggen wat in de plaatselijke erediensten wordt gezongen, en te laten weten of men zich<br />
wil houden aan wat de generale synode bepaalt in artikel 69 K.O. (zie onder opdracht b.). Ook werden de<br />
kerken in de gelegenheid gesteld aan deputaten liederen toe te zenden (zie onder opdracht c.). Hieronder<br />
treft u een samenvatting aan van wat onder de aandacht van deputaten is gebracht.<br />
Samenvatting van de uitslag van de enquête onder de kerkenraden in het najaar 2002 en de conclusies<br />
van de deputaten.<br />
Opmerkingen vooraf:<br />
• Voor de exacte uitslag van de enquête verwijzen wij naar bijlage 3 van ons rapport.<br />
• Aangezien bijna 80% van de kerkenraden op de enquête heeft gereageerd, kan, naar het oordeel van<br />
de deputaten, worden gesteld dat de uitslag representatief is voor wat er ten aanzien van het kerklied<br />
in onze kerken leeft.<br />
• De 60 kerkenraden die in de erediensten uitsluitend de Psalmen en Enige Gezangen gebruiken, hebben<br />
op alle volgende vragen antwoorden gegeven die samengevat kunnen worden met de uitdrukking ‘niet<br />
van toepassing’.<br />
• Enkele kerkenraden hebben hun keuze voor of tegen het zogenaamde vrije lied uitvoerig gemotiveerd<br />
vanuit de Schrift en/of de traditie van onze kerken.<br />
• Op de enquêtevraag welke vrije liederen men geschikt acht voor het gebruik in de eredienst, heeft het<br />
overgrote deel van de kerkenraden zich bij de beantwoording beperkt tot het noemen van bundels<br />
waaruit liederen geselecteerd zouden kunnen worden. Acht kerkenraden hebben een lijst met liederen<br />
of een zelf samengestelde zangbundel toegezonden.<br />
• Sommige vragen zijn door een aantal kerkenraden niet of onvolledig beantwoord. Dat blijkt uit het<br />
aantal keren dat ‘geen antwoord’ moest worden genoteerd. Het betreft met name de vragen met betrekking<br />
tot:<br />
• de gehanteerde criteria bij de keuze van de vrije liederen,<br />
• de auteursrechten,<br />
• de geschikt geachte vrije liederen.<br />
Een enkele keer was daardoor ook enige interpretatie vanuit eerder gegeven antwoorden nodig om tot<br />
een wat vollediger beeld te komen. Dit betrof bijvoorbeeld het antwoord op de vraag welke liederen men<br />
geschikt acht. Een relatie met de daaraan voorafgaande vraag over de liederen die men zingt naast de<br />
officieel toegestane, ligt voor de hand.<br />
De uitkomsten van de enquête met betrekking tot bovengenoemde vragen dienen met enig voorbehoud<br />
te worden gehanteerd.