24.07.2013 Views

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

224<br />

kerkrecht op te dragen zich te bezinnen op de praktijk van de kerkvisitatie om te zien of het reglement op<br />

de kerkvisitatie aanpassing nodig heeft in bovengenoemde zin en daarover te rapporteren en eventueel<br />

voorstellen te doen aan de generale synode van 2007.’ Als de GS aan het verzoek van de PS voldoet op<br />

grond van de overwegingen en de oordelen van de PS die eraan ten grondslag liggen, spreekt de GS<br />

daarmee zelf al uit dat ‘het reglement op de kerkvisitatie aanpassing nodig heeft in bovengenoemde zin’.<br />

Het heeft dan geen zin om deputaten nog op te dragen zich daarop te bezinnen en daarover te rapporteren.<br />

De opdracht aan hen kan dan alleen zijn om concrete voorstellen te doen tot wijziging. Maar dat dit<br />

echt nodig is, wordt door uw commissie betwijfeld.<br />

In overweging 2 van de PS wordt de kerkvisitatie gezien als een belangrijk instrument om een aantal<br />

doelen van het bestaan van een classis te bereiken, die in overweging 1 worden omschreven. Nu wordt<br />

het doel van kerkvisitatie duidelijk omschreven in art. 44 K.O. Het lijkt ons beter om uit te gaan van de<br />

daar gegeven formuleringen. Kerkvisitatie is volgens dat artikel gericht op het functioneren van de ambtsdragers.<br />

Het gaat om het broederlijk toezien op en indien nodig vermanen van de predikanten, de ouderlingen<br />

en de diakenen. Die moeten ‘ieder voor zich en gezamenlijk hun ambt getrouw waarnemen, bij de<br />

zuiverheid van de leer volharden, de aangenomen kerkorde in elk opzicht handhaven en de opbouw van<br />

de gemeente naar behoren met woorden en werken bevorderen.’ Uiteindelijk gaat het bij dit broederlijk<br />

erop toezien, stimuleren en vermanen van de ambtsdragers om het heil van de gemeente: Als nalatigheid<br />

wordt geconstateerd moeten de visitatoren ‘bijtijds broederlijk vermanen en met raad en daad alles doen<br />

strekken tot vrede, opbouw en welzijn van de kerken.’ Naar het oordeel van uw commissie komt in het<br />

bestaande reglement deze bedoeling van de kerkvisitatie duidelijk uit. In alle hoofdstukken gaat het over<br />

de uitoefening van de taak en van de verantwoordelijkheid van kerkenraad en ambtsdragers. Men lette<br />

op de formulering van de vragen: Komt dit aan de orde…; vormt dit onderwerp van bespreking…; kunt u<br />

spreken van…; hebt u vastgesteld…; houdt u zich aan…; maakt u gebruik van…; geeft u acht op…; wordt<br />

er met hen gesproken…; stelt u zich daarvan op de hoogte…; enz.<br />

Als het gaat over het gemeentelijk leven komt uit dat de kerkenraad de gemeente moet kennen en stimuleren.<br />

Ook daar luidt het: Wat doet u…; belegt u…; hoe houdt u contact…; besteedt u aandacht aan…;<br />

enz.<br />

Dat het wenselijk zou zijn in de kerkvisitatie meer aandacht te schenken aan de bezieling van de kerkenraad<br />

(van oordeel 3) lijkt ons dan ook niet op grond van het reglement gezegd te kunnen worden. Men<br />

lette ook op de vragen I,7-10; II,4; III,2,3,6,8; IV,3,5,7; V,5,6,8,9; VI,2,5,6; VII,1,2.<br />

Er is met gebruikmaking van het bestaande reglement gelegenheid om over de missionaire roeping van<br />

de gemeente (van oordeel 4) door te spreken n.a.v. ondermeer de vragen VI,7,8.<br />

Over plaatselijke samenwerking met andere kerken van gereformeerde belijdenis (van oordeel 5) kan<br />

gesproken worden n.a.v. vraag VI,10.<br />

Naar het oordeel van uw commissie is het niet nodig en niet wenselijk om voor de zaken die in van oordeel<br />

4 en 5 worden genoemd meer aandacht te vragen in het reglement dan voor andere zaken. De zaken die<br />

bijzondere aandacht vragen kunnen per plaats verschillen en de visitatoren moeten vrij zijn in hun keus<br />

aan welke onderdelen van het reglement zij bijzondere aandacht schenken.<br />

Wat betreft het grote aantal vragen van het bestaande reglement (van oordeel 1) zij opgemerkt dat uit<br />

algemene bepaling 7 blijkt dat het gesprek niet met het stellen van al deze vragen behoeft te worden<br />

gevoerd, maar dat het gaat om de lijn van het gesprek. Het reglement geeft daarvoor een handleiding.<br />

Ook kan een deel van de vragen schriftelijk worden beantwoord. De vragen moeten dus het gesprek niet<br />

verhinderen.<br />

In het gesprek is er naar het oordeel van uw commissie alle gelegenheid om te spreken over de achterliggende<br />

visie van de kerkenraad (van oordeel 2). Als bijvoorbeeld vraag I,1 beantwoord zou worden<br />

met nee, dan wordt toch gevraagd naar het waarom? Zo kunnen – om maar wat te noemen – de vragen<br />

I,13,22; II,1-3; III,3,5; IV,3; V,1,9; VI,1,2,7-10; VII,3-5 aanleiding geven om te spreken over de visie van de<br />

kerkenraad.<br />

Met het bovengestelde is duidelijk dat uw commissie aanvaarding van de instructie overbodig en niet<br />

wenselijk acht. Aan de intentie van de instructie kan worden voldaan door algemene bepaling 7 van het<br />

reglement uit te breiden zodat daarin heel helder wordt aangegeven hoe het reglement bedoeld is en hoe<br />

het gebruikt kan worden.<br />

Als de opdracht voor het schrijven van deze toevoeging zou worden gegeven aan deputaten kerkorde en<br />

kerkrecht, kan pas een volgende synode deze vaststellen. Daarom doet uw commissie zelf een voorstel<br />

voor een uitbreiding van algemene bepaling 7 van het reglement.<br />

Uw commissie stelt u voor aldus te besluiten:<br />

De generale synode<br />

kennis genomen hebbende van<br />

1. de instructie van de particuliere synode van het Westen d.d. 14 mei 2003;<br />

2. het rapport van haar commissie;<br />

overwegende<br />

1. dat het de intentie van de instructie is te bevorderen dat de kerkvisitatie beter aan haar doel beantwoordt;<br />

2. dat het doel van de kerkvisitatie duidelijk omschreven wordt in art. 44 K.O.;<br />

3. dat het reglement op de kerkvisitatie het broederlijk gesprek zoals bedoeld in art. 44 K.O. niet wil<br />

verhinderen maar dienen;<br />

4. dat het reglement bedoeld is als een handleiding die de lijn aangeeft waarlangs de kerkvisitatie dient<br />

te verlopen;<br />

5. dat het daarom niet nodig is dat alle vragen van het reglement bij elke kerkvisitatie met zoveel woorden<br />

worden gesteld;

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!