ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
177<br />
2. De generale synode spreekt uit, dat erfstellingen, legaten, en giften zonder last tot de gewone inkomsten<br />
behoren.<br />
Aangezien gebleken is dat het bovenstaande besluit niet overal op dezelfde wijze wordt geïnterpreteerd,<br />
acht uw commissie het noodzakelijk weer een besluit van dezelfde strekking te nemen, doch met een<br />
andere tekst.<br />
Uw commissie stelt voor het volgende besluiten:<br />
1. De generale synode behandelt alle rapporten van deputaatschappen en neemt daarover de noodzakelijke<br />
besluiten met uitzondering van het goedkeuren van de begrotingen en het vaststellen van de<br />
minimum bijdragen die per (doop)lid van de kerken aan de betreffende deputaatschappen moeten<br />
worden afgedragen.<br />
2. In de laatste synodeweek stelt de generale synode de minimum bijdrage per (doop)lid vast die aan<br />
de betreffende deputaatschappen moeten worden afgedragen en doet daar mededeling van aan de<br />
betreffende deputaatschappen.<br />
3. Deputaatschappen voor wie een lagere minimum bijdrage per (doop)lid is vastgesteld dan zij hebben<br />
gevraagd, zijn gehouden hun beleid af te stemmen op deze lagere bijdrage uit de kerken en hun begrotingen<br />
voor de betreffende periode daaraan aan te passen en deze aangepaste begrotingen over<br />
te leggen aan deputaten financiële zaken. Interen op het vermogen beneden de daarvoor geldende<br />
norm is niet toegestaan.<br />
4. De generale synode spreekt uit, dat erfstellingen, legaten, en giften zonder last tot de gewone inkomsten<br />
behoren.<br />
BIJLAGE 3<br />
Artikel 29, 34<br />
A.J. van der Wekken, rapporteur<br />
Rapport curatorium Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in<br />
Nederland<br />
1. Personalia<br />
1.1. Curatorium<br />
1.1.1. Secretariaat<br />
De generale synode 2001 benoemde als secretaris opnieuw ds. D. Quant (secundus ds. H van den Heuvel).<br />
Voorstellen voor benoemingen zullen het moderamen van de synode in een apart schrijven bereiken.<br />
1.1.2. Overige curatoren<br />
In de samenstelling van het curatorium kwam in de loop van deze drie jaar enige wijziging, o.a. door verhuizing<br />
van predikanten. Momenteel is de samenstelling van het curatorium als volgt:<br />
a. benoemd door de particuliere synoden:<br />
primi secundi<br />
namens de particuliere synode van het Noorden<br />
ds. J. Plantinga <strong>2004</strong> dr. D. Visser<br />
ds. H. van den Heuvel 2005 dr. B. Loonstra<br />
namens de particuliere synode van het Oosten<br />
ds. J. Westerink <strong>2004</strong> ds. B. de Romph<br />
ds. J. Van Amstel 2005 ds. P.D.J. Buijs<br />
namens de particuliere synode van het Westen<br />
drs. J. Bosch <strong>2004</strong> ds. C.D. Affourtit<br />
drs. G. van Roekel 2005 ds. W.N. Middelkoop<br />
namens de particuliere synode van het Zuiden<br />
ds. A. van de Weerd <strong>2004</strong> dr. J.W. van Pelt<br />
ds. J. P. Boiten 2005 drs. J.M.J. Kieviet<br />
b. benoemd door de generale synode:<br />
ds. D. Quant <strong>2004</strong> ds. H. van den Heuvel<br />
Ds. J. Plantinga ontving op 29 april 2003 het ridderschap in de orde van Oranje-Nassau, op grond van zijn<br />
vele activiteiten op kerkelijk en maatschappelijk gebied. Het curatorium heeft zich hierover verheugd.<br />
Het curatorium besloot de regeling t.a.v. het inschakelen van secundi enigszins te wijzigen. Tot 2003 was<br />
het regel dat er op iedere vergadering negen curatoren aanwezig zouden zijn. De reden van instelling<br />
van deze regel had indertijd te maken met de stemmingen die moesten plaatsvinden rond admissie- en<br />
andere examens. Zij stamt ook uit de tijd dat de volle nadruk van de arbeid van het curatorium daarop viel.<br />
Dat is fundamenteel veranderd. Het curatorium vergadert vaak maandelijks om allerlei zaken bestuurlijk<br />
gaande te houden. De praktijk wijst uit dat het juist rond die zaken niet zinvol is dat een secundus-curator<br />
aanwezig is. Hij is niet of nauwelijks in staat om inhoudelijk in de vergadering te participeren. Dat is voor<br />
hem niet aantrekkelijk en voor de vergadering ongewenst. Daarom besloot het curatorium dat de aan-