ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
221<br />
Op voorstel van het moderamen besloot de synode van 2001 dat de omvang van de Acta niet groter zou<br />
zijn dan die van 1998. Met het oog daarop is met de diverse deputaatschappen overleg geweest over de<br />
bijlagen bij de deputatenrapporten en de financiële overzichten. In de meeste gevallen leidde dat tot overeenstemming.<br />
Een enkele keer bleek en bleef er verschil van mening. In die situatie heeft het moderamen<br />
een beslissing genomen. In totaal zijn ruim 700 pagina’s synodestukken niet in de Acta opgenomen.<br />
De Acta verschenen in een oplage van 400 exemplaren. Alle kerken ontvingen een exemplaar, evenals<br />
de afgevaardigden en de secundusafgevaardigden die één of meer synodezittingen hebben bijgewoond.<br />
Ook de preadviseurs ontvingen een exemplaar. Eveneens werd een exemplaar gezonden aan alle kerken<br />
in binnen- en buitenland, waarmee onze kerken een vorm van contact hebben.<br />
De tekst van de Acta van de voortgezette vergadering van 11 oktober 2002 werd op 29 januari 2003<br />
vastgesteld in een vergadering van het moderamen met de preadviseurs. Deze Acta zijn als bijlage bij dit<br />
rapport gevoegd.<br />
3. Overwegingen naar aanleiding van de Acta<br />
Ondanks alle inspanningen daartoe, is het niet gelukt de omvang van de Acta op het niveau van 1998 te<br />
houden. De al eerder gesignaleerde trend van het snel toenemen van de omvang van de rapporten van deputaatschappen<br />
en (synodale) commissies heeft zich rond de synode van 2001 onverminderd voortgezet.<br />
Hoewel al eerder is uitgesproken dat deze ontwikkeling ongewenst en onnodig is, blijkt het in de praktijk<br />
heel lastig om deze tendens om te buigen. Daarom is bezinning op de uitgave van de Acta nog dringender<br />
nodig dan in 2001 al het geval was. De werkwijze waartoe de synode van 2001 op voorstel van het moderamen<br />
besloot, heeft inderdaad de verdere groei van de Acta flink kunnen inperken. Anderzijds werkt<br />
deze werkwijze vanwege het noodzakelijke overleg met alle betrokkenen behoorlijk vertragend op de<br />
verschijning van de Acta. Daarom vraagt het moderamen zich af of deze werkwijze ook voor de toekomst<br />
aanbeveling verdient. Liever stelt het moderamen de synode voor om het moderamen van de synode van<br />
<strong>2004</strong> mandaat te verlenen om in overleg met de quaestor te besluiten op welke wijze de Acta het beste<br />
gepubliceerd kunnen worden, waarbij ook naar mogelijkheden van (deels) digitale publicatie gekeken zal<br />
worden en waarbij het moderamen de vrijheid heeft om – in het licht van bespreking en besluitvorming ter<br />
synode – te bepalen welke synodestukken al of niet in de Acta zullen worden opgenomen.<br />
4. Samenwerking met het Dienstenbureau<br />
Naast de diensten die het Dienstenbureau verleende bij het gereed maken van de Acta, verzorgde het bureau<br />
ook de verzending van het Besluitenboekje en de Acta. Verder was het Dienstenbureau betrokken bij<br />
de uitvoering van verschillende besluiten van de synode 2001. Het moderamen maakt dankbaar melding<br />
van de grote inzet van en goede samenwerking met de medewerkers van het Dienstenbureau. Met name<br />
zr. Rita Blankenstijn heeft veel en gewaardeerd werk verzet. We noemen haar naam met dankbaarheid.<br />
5. Uitvoering besluiten synode 2001<br />
1. De synode droeg het moderamen op een schrijven te richten aan de eerstvolgende generale synode<br />
van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), aan de Landelijke Vergadering van de Nederlands<br />
Gereformeerde Kerken en aan de generale synode van de Gereformeerde Gemeenten. Aan deze<br />
opdracht is voldaan.<br />
2. De synode besloot verder het moderamen te machtigen om binnen zes weken na het besluit dienaangaande<br />
– na overleg met de klachtencommissie – deskundigen als bedoeld in artikel 4, lid 3, van de<br />
voorgestelde klachtencommissie te benoemen. Het oud-moderamen benoemde: mr. J.S.W. Holtrop<br />
te ‘s Gravenhage. Andere mogelijke kandidaten wilden om hun moverende redenen niet benoemd<br />
worden.<br />
3. Tenslotte heeft het moderamen de uitvoering van de besluiten ten aanzien van het rapport van het<br />
rapport ‘Dienst van de vrouw’ op zich genomen. Het rapport kon op 4 oktober 2002 in boekvorm<br />
verschijnen.<br />
6. Bidstond en zondag van verootmoediging<br />
In mei 2002 bereikten – onafhankelijk van elkaar en afkomstig uit diverse geledingen van de kerken – verschillende<br />
verzoeken het moderamen om de kerken op te wekken tot verootmoediging, schuldbelijdenis<br />
en voorbede in verband met een noodsituatie in verschillende plaatselijke kerken en in verband met de<br />
nood van de kerk in algemene zin.<br />
Het moderamen – getroffen door geestelijke toon van de signalen die haar bereikten – besloot positief op<br />
deze verzoeken te reageren. Hoewel het moderamen zich realiseerde dat het in de lijn van de kerkorde<br />
aan de classis ’s Gravenhage is om in bijzondere omstandigheden biddagen uit te schrijven, meende het<br />
moderamen dat het in de gegeven omstandigheden ook op haar weg zou kunnen liggen om initiatieven<br />
op dit punt te ontwikkelen. De synode van 2001 was immers conditioneel gesloten en een voortgezette<br />
zitting in het najaar van 2002 lag in mei 2002 in de lijn van de verwachting. Vandaar dat het moderamen<br />
het op haar weg zag liggen om concrete stappen te zetten. In verband met de naderende zomervakantie<br />
gebeurde dat snel.<br />
Besloten werd de kerken op te roepen om op zondagmorgen 16 juni 2002 een dienst van verootmoediging,<br />
schuldbelijdenis en gebed te houden. In een brief, die het moderamen naar de kerken deed uitgaan,<br />
is deze oproep bekend gemaakt en gemotiveerd. Tevens werd in deze brief gewezen op de landelijke<br />
samenkomst van verootmoediging, schuldbelijdenis en gebed die het moderamen belegd had voor zaterdagavond<br />
15 juni in de kerk van Ede met ds. J. Plantinga, ds. J.M.J. Kieviet, prof. dr. W.H. Velema en<br />
ds. J. Westerink als voorgangers.<br />
Naar aanleiding van deze brief ontving het moderamen verschillende reacties, zowel instemmende als<br />
kritische. Als belangrijkste moeite met de brief werd naar voren gebracht dat in het schrijven van het<br />
moderamen de nood niet concreet werd benoemd. Dat was echter niet de taak van het moderamen. Het