ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
210<br />
betekent dat er minder werk is voor schippersouderlingen en een schipperspredikant, zie 3.1.1. en 3.3.)<br />
De varende ouderlingen brengen aan de commissie verslag uit van hun pastorale werkzaamheden.<br />
2.3. Contactdag<br />
In de verslagperiode is eenmaal een zgn. contactdag belegd, waarbij alle varenden en regionale contactpersonen<br />
welkom zijn.<br />
Op zaterdag 21 september 2002 sprak de heer Abdelkader Belaïdi, medewerker van de stichting ‘Evangelie<br />
en Moslims’, over ‘De ontmoeting met onze moslim-naaste’.<br />
Een weergave van het gesprokene is te vinden in ‘Kompas’ 2002/3.<br />
3. Predikant voor de varenden<br />
3.1. Binnenvaart<br />
3.1.1. Blijvend belang<br />
Hoewel er veel veranderd is in de binnenvaart sinds de tijd dat het binnenvaartpastoraat werd opgezet en<br />
de auto en de gsm de schippers uit hun geïsoleerde positie hebben bevrijd, achten deputaten het goed<br />
dat er nog steeds onder binnenvaartschippers speciale schippersouderlingen en een schipperspredikant<br />
werken.<br />
Enkele factoren, die een rol spelen:<br />
1. De binnenvaart bestaat voor het grootste deel uit gezinsbedrijven. Een belangrijk gedeelte van de gezinnen<br />
woont uitsluitend op het schip en heeft geen woning aan de wal. Het is een varend bestaan.<br />
2. De gezinsomstandigheden zijn hierop aangepast. De vrouw voert in veel gevallen samen met de man<br />
het bedrijf. Vrouw en man samen doen ook de huishouding aan boord en voeden de kinderen op tot<br />
het zesde jaar. Daarna gaan de kinderen naar de wal en verblijven doorgaans in een internaat om in<br />
de meeste gevallen niet meer in het gezin terug te keren, behalve voor zaterdag en zondag en in de<br />
vakanties.<br />
3. De economische en sociale omstandigheden bepalen in hoge mate het schippersleven. Het is een<br />
conjunctuurgevoelig bedrijf. Er wordt heel intensief gevaren. In toenemende mate hebben schippers al<br />
hun tijd nodig voor het verkrijgen van een positief bedrijfsresultaat. Het gevolg is, dat zij onvoldoende<br />
tijd hebben om familie, vrienden en kennissen te ontmoeten. Sociale contacten zijn minimaal. Ziekte<br />
en ongeval grijpen naar verhouding veel dieper in het leven in dan bij gemiddelde walbewoners.<br />
4. Jaarlijks huisbezoek, gebracht door ambtsdragers van de thuisgemeente, schiet er te vaak bij in. Het<br />
moet vaak tussen Kerst en Nieuwjaar. Predikanten hebben het dan druk en ouderlingen komen er ook<br />
niet altijd toe, al zijn er broeders die het toch lukt. Speciaal moeten hier de randkerkelijke schippers<br />
genoemd worden die meermalen voor de thuisgemeente niet of nauwelijks, en voor de schipperspredikant<br />
– vanwege zijn grotere bekendheid met de wereld van de varenden – toch meestal eerder<br />
bereikbaar zijn.<br />
Dit alles vereist een aparte benadering vanuit de kerken. Het is echt een aparte wereld. Daarom is ook<br />
een apart schipperspastoraat nodig. Deze behoefte wordt trouwens niet alleen binnen onze kerken<br />
gevoeld, maar gelukkig kennen ook andere kerkverbanden predikanten die vrijgesteld zijn voor dit<br />
werk.<br />
3.1.2 De praktijk van het schipperspastoraat<br />
3.1.2.1. Uitgestrekt werkgebied<br />
Het werkgebied is uitgestrekt; voor het hele land is ds. Van der Ham beschikbaar. De Christelijke Gereformeerde<br />
Kerken telden per 1 januari <strong>2004</strong> 402 varenden en 101 schepen.<br />
Scheepsbezoek is een wezenlijk deel van het werk. Afspraken worden grotendeels telefonisch gemaakt.<br />
Getracht wordt om zoveel mogelijk schippers te bezoeken. Ongeveer 90 % van de varenden leden van de<br />
CGK wordt regelmatig door de vrijgestelde predikant, de varende ouderlingen of één van de predikanten<br />
van gemeenten in het land bezocht. Waar ondanks allerlei pogingen geen boordbezoek mogelijk blijkt,<br />
wordt getracht telefonisch contact te leggen.<br />
3.1.2.2. Pastoraat<br />
Zoveel mogelijk Christelijke Gereformeerde schippers worden opgezocht. De predikant voor de varenden<br />
heeft binnenvaartschepen bezocht in de Rotterdamse havens, Rozenburg, Utrecht, Vreeswijk, Nieuw<br />
Lekkerland, Krimpen aan den IJssel, Dordrecht, Zwijndrecht, ’s-Gravendeel, Moerdijk, Papendrecht,<br />
Sliedrecht, Andel, Giessen, Werkendam, Gorinchem, Arkel, Vianen, Dreumel, Lienden, Lochem, Haaften<br />
en andere plaatsen.<br />
Pastoraat staat in dienst van de grote goede Herder. Het is zinvol en boeiend te luisteren naar het verhaal<br />
van de schipper. Zowel in blijde als in verdrietige c.q. zorgvolle omstandigheden wordt meegeleefd. Gesproken<br />
is niet alleen over werk, vrachtprijzen en veiligheid op de schepen, maar ook over de kinderen,<br />
over de godsdienstige opvoeding, over de verhouding tot God, over het belijden van zonde en schuld,<br />
over de eerste bekering en de dagelijkse bekering, over de persoonlijke kennis van Christus, over het<br />
gebed en de praktijk van het tere leven met God.<br />
Binnenvaartschippers zijn voortdurend onderweg, doorgaans op wisselende vaarroutes. De schepen<br />
waaieren uit over Nederland, Duitsland, België, Frankrijk en verder. Voor de gemeenten waartoe zij behoren<br />
is het moeilijk intensief pastoraat te bedrijven ten behoeve van hun varende leden. Daarom is in<br />
hun situatie extra pastorale aandacht gewenst. Hierdoor kan de betrokkenheid bij de kerk worden gestimuleerd,<br />
en vervreemding beperkt of voorkomen worden. De pastorale aandacht kan tevens een nieuwe<br />
impuls geven aan het zoeken van de Heere en het verdiepen in het leven met Hem.<br />
Niet zonder vrucht wordt aangedrongen de zondag te houden. Er zijn enkele schippers die indertijd wel<br />
op zondag voeren, maar nu de zondag vrij houden om kerkdiensten bij te kunnen wonen.