ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
191<br />
2. goedkeuring te hechten aan de wijziging in de AIO-regeling, nl. dat voortaan niet alleen admissiale<br />
studenten in aanmerking komen voor een AIO-plaats;<br />
3. een commissie van beroep in te stellen, die uitspraken van het curatorium toetst, samenhangend met<br />
beslissingen rond admissiale studenten;<br />
4. de bestaande voorziening voor het stimuleringsfonds te verhogen tot € 140.000,–;<br />
5. het curatorium toestemming te verlenen om bij het afnemen van de M2-examens te volstaan met de<br />
aanwezigheid van een delegatie, volgens de in het rapport gedane voorstellen;<br />
6. goedkeuring te hechten aan de voortgang van de contacten met de Theologische Universiteit van de<br />
Geref. Kerken (vrijg.);<br />
7. een nieuwe instructie voor de redactie van ‘De Wekker’ vast te stellen en daarmee de formele relatie<br />
tussen het curatorium en de redactie te beëindigen.<br />
Namens het curatorium:<br />
D. Quant (secretaris)<br />
Aanvullend rapport d.d. 25 juni <strong>2004</strong> van het curatorium van de Theologische Universiteit<br />
5.4.4. contact met de landelijke klachtencommissie<br />
Tot de zaken die binnen een opleidingsinstituut geregeld moeten worden, behoort een klachtenregeling<br />
seksuele intimidatie. In de afgelopen periode is een dergelijke regeling voor de Universiteit ontworpen en<br />
vastgesteld. In dat kader is contact gezocht met de commissie ‘misbruik pastorale en/of gezagsrelaties’<br />
zoals die door de generale synode 2001 werd ingesteld, om met betrekking tot het te hanteren begrippenkader<br />
e.d. tot een zo nauw mogelijke onderlinge aansluiting te komen.<br />
Tijdens de contacten met deze commissie kwam de vraag op of het niet goed zou zijn wanneer er in het<br />
te ontwerpen reglement een beroepsmogelijkheid geregeld zou worden. Ons bleek dat dit binnen het<br />
hoger onderwijs niet ongebruikelijk is. Ook de landelijke commissie stuit bij het vervullen van haar taak<br />
op deze wenselijkheid. Het kan immers zijn dat klager (klaagster) of aangeklaagde het niet eens is met de<br />
besluitvorming van de commissie. Het is van belang dat in een dergelijk geval duidelijk is tot wie hij/zij zich<br />
dan kan wenden. In de praktijk van de Universiteit zou bij het ontbreken van deze beroepsmogelijkheid<br />
het curatorium eerst een besluit inzake het uitgebrachte advies moeten nemen; daarna zou een beroep<br />
gedaan kunnen worden op de instantie waaraan het curatorium verantwoording schuldig is, dat is de generale<br />
synode. Maar deze vergadert te incidenteel om adequaat als beroepsinstantie te kunnen fungeren.<br />
De kerkelijke beroepsmogelijkheden, zoals deze geregeld zijn in art. 31 K.O., zijn bovendien slechts marginaal<br />
te hanteren vanwege de inhoudelijke ingewikkeldheid van deze verdrietige zaken. Onze kerkelijke<br />
vergaderingen zullen, naar de mening van de landelijke klachtencommissie en het curatorium, in de regel<br />
grote moeite hebben om appèlzaken op dit gebied fundamenteel te behandelen. Dat moet dan ook waar<br />
mogelijk vermeden worden. Dit kan wanneer in een beroepsmogelijkheid wordt voorzien.<br />
Daarom zijn de landelijke klachtencommissie en het curatorium overeengekomen om bij de generale<br />
synode het verzoek in te dienen om te komen tot het instellen van een generaal-synodale beroepscommissie<br />
klachten. Tot deze commissie kan dan een ieder zich wenden die niet akkoord kan gaan met de<br />
uitspraak die één van onze klachtencommissies heeft gedaan.Het lijkt ons namelijk niet nodig dat er twee<br />
van dergelijke beroepscommissies worden geïnstalleerd.<br />
6. Voorstellen<br />
Het curatorium stelt de synode voor:<br />
8. een generaal-synodale beroepscommissie klachten in te stellen ten behoeve van het werk van de<br />
klachtencommissie van de Theologische Universiteit Apeldoorn en de landelijke commissie misbruik<br />
pastorale en/of gezagsrelaties.<br />
bijlage: klachtenregeling<br />
J. Van Amstel, president-curator<br />
D. Quant, secretaris.<br />
Klachtenregeling seksuele intimidatie Theologische Universiteit Apeldoorn<br />
Begripsbepalingen<br />
Artikel 1<br />
Universiteit:<br />
De Theologische Universiteit der Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland;<br />
Curatorium:<br />
Het curatorium van de Universiteit;<br />
Seksuele intimidatie:<br />
Seksueel getinte aandacht voor een persoon, die tot uiting komt in verbaal, fysiek of ander non-verbaal<br />
gedrag, zowel opzettelijk als onopzettelijk, dat door de klager als ongewenst, kwetsend of bedreigend<br />
wordt ervaren; het begrip bestaat uit twee delen, die ieder op zich een belangrijk aspect van het totale<br />
begrip aanduiden. Het begrip ‘seksuele’ geeft aan dat het gaat om zowel geestelijk als lichamelijk grensoverschrijdend<br />
gedrag, dat zijn oorsprong vindt in de sekse en/of seksuele geaardheid van de betrokkenen.<br />
Het begrip ‘intimidatie’ duidt erop dat er sprake is van een machtsuiting die als gevolg daarvan de<br />
melder beperkt in het functioneren en schade toebrengt.