ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
190<br />
curatorium nam t.a.v. admissiale studenten. Er mag gesproken worden van een constructieve samenwerking,<br />
waar nodig.<br />
5.4.3. Redactie van ‘De Wekker’<br />
De generale synode 2001 nam kennis van de vragen die gerezen waren t.a.v. onderlinge relatie tussen<br />
beide deputaatschappen. Zij gaf het curatorium opdracht:<br />
– ‘In contact te treden met de redactie van ‘De Wekker’ inzake de naleving van de instructie voor de<br />
commissie van redactie en eventueel gewenste aanpassing daarvan.’<br />
Er werd een gezamenlijke commissie benoemd, die voorstellen deed aan de beide deputaatschappen.<br />
Uit het rapport van deze commissie bleek dat de tekst van de instructie van de redactie van ‘De Wekker’<br />
(bijlage 15 K.O.) is vastgesteld, na een daartoe strekkend voorstel van het curatorium, door de generale<br />
synode van 1953. Zij is sindsdien nimmer gewijzigd. In die tijd verscheen De Wekker nog ‘ten voordele<br />
van’ de toenmalige hogeschool. Dat wierp zijn vruchten af: in 1950 kon de redactie melden dat in de afgelopen<br />
drie jaar er telkenjare een bedrag van ƒ 16.000,– in de kas van de Hogeschool was gestort (Acta<br />
1950 <strong>blz</strong>. 149). Ter vergelijking: de generaal-synodale commissie stelde in dat jaar voor om de honorering<br />
van de hoogleraren van ƒ 6.000,– te brengen op ƒ 6.500,– (Acta 1950 <strong>blz</strong>. 141). De honoraria van de (op<br />
dat moment) drie hoogleraren konden dus voor het grootste gedeelte uit de opbrengsten van het blad<br />
worden betaald. Daarnaast waren er nog andere aangename verrassingen: in de Acta van 1950 is te<br />
lezen dat de hoofdredacteur, prof. J.J. van der Schuit, ‘onder diepe stilte’ een bedrag van ƒ 10.000,– ter<br />
beschikking stelt ten behoeve van de meerdere vergoeding van de hoofdredacteur en zijn eventuele<br />
opvolger. Daarnaast wordt een bedrag van ƒ 18.000,– geschonken, bestemd voor het emeriteringsfonds<br />
voor hoogleraren (Acta 1950 art. 66).<br />
Gaandeweg is de inhoud van het ‘…ten voordele van…’ aan versobering onderhevig geweest, totdat het<br />
een papieren letter wordt (1977). De consequentie daarvan wordt zichtbaar op vrijdag 26 juni 1998: dan<br />
is deze zin plotseling, zonder vooraankondiging, verdwenen. Blijkbaar zijn de kerken stilzwijgend tot de<br />
overtuiging gekomen dat het gaandeweg onvermijdelijk was de financiële band tussen ‘De Wekker’ en de<br />
Universiteit als geëindigd te beschouwen. Tot een voorstel voor aanpassing van de instructie heeft dit<br />
echter niet geleid, hetgeen onjuist moet worden geacht.<br />
Dat de commissie van redactie haar werk verrichtte onder ‘toezicht’ van het curatorium, had in de jaren<br />
’50 van de vorige eeuw ongetwijfeld ook een inhoudelijke reden: ‘Apeldoorn’ was beeldbepalend voor de<br />
Chr. Geref. Kerken. Van daaruit werd door de hoogleraren leiding gegeven aan het kerkelijk leven. En zij<br />
konden dit o.a. doen via artikelen in ‘De Wekker’, waarin zij van hun inzichten blijk konden geven. Ook de<br />
positie van de hoogleraren op generale synoden in dit tijd mag als sprekend voorbeeld van hun leidinggevende<br />
taak worden aangeduid.<br />
Toch betekende de formulering van de instructie niet dat het curatorium een sterk stempel op de werkzaamheden<br />
en het beleid van de redactie zette, althans, dat is niet te ontdekken. Het is opvallend dat<br />
het curatorium in zijn rapportage, als het om ‘De Wekker’ gaat, zich beperkt tot korte mededelingen. De<br />
redactie komt, zoals in haar instructie staat, zelf met een rapport dat op de synode wordt besproken. Het<br />
enige punt waaruit inmenging van het curatorium blijkt, is de benoeming van redactieleden(tot en met<br />
1971). In 1974 vindt de omslag plaats; de redactie doet zelfstandig voorstellen inzake haar bemanning.<br />
De synode aanvaardt de gang van zaken stilzwijgend. Daarna is het beleid van de redactie nog wel eens<br />
ter sprake geweest op vergaderingen van het curatorium, maar ook dat is gaandeweg tot het verleden<br />
gaan behoren.<br />
De conclusie kan zijn dat het curatorium en de redactie, en in hun voetspoor de kerken als geheel, vertegenwoordigd<br />
in de generale synode, steeds verder zijn weggegroeid van dat, wat een halve eeuw geleden<br />
is bepaald: een blad dat wordt uitgegeven ten voordele van de kerken, waarop het curatorium toezicht<br />
houdt. Daarnaast is er sprake van een onevenwichtigheid in de verhouding tussen beide deputaatschappen.<br />
Het is één van tweeën: óf het curatorium neemt zijn toezichthoudende functie opnieuw waar – maar<br />
dan dient het rapport aan de generale synode van de redactie ten principale een onderdeel te zijn van het<br />
rapport van het curatorium, dat daar dan ook verantwoordelijkheid voor draagt en dan dienen voorstellen<br />
tot benoeming van redactieleden weer door het curatorium gedaan te worden – óf de instructie wordt zodanig<br />
aangepast dat duidelijk wordt dat er sprake is van twee gelijkwaardige deputaatschappen, die door<br />
de generale synode worden benoemd en die beide rechtstreeks aan deze rapporteren. Op dit moment is<br />
er officieel sprake van een tussenvorm, die gelukkig nooit geleid heeft tot ernstige problemen, maar die<br />
daartoe wel kán leiden en die in elk geval leidt tot dubbel werk.<br />
Naar mening van beide deputaatschappen heeft de gang der (kerkelijke) dingen in de loop der jaren reeds<br />
in een bepaalde richting gewezen: meer en meer is er afstand gekomen, zowel inhoudelijk als financieel,<br />
tussen het curatorium c.q. de Universiteit, en de redactie van ‘De Wekker’. Daarom stellen zij de synode<br />
voor de art. 2, 3, 6 en 7 van de instructie van de redactie te laten vervallen c.q. aan te passen, zodat de<br />
nieuwe tekst daarvan aldus luidt:<br />
Art. 1. Het weekblad ‘De Wekker’, orgaan van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, is<br />
eigendom van de kerken.<br />
Art. 2. De commissie van redactie bestaat uit zoveel leden als de generale synode bepaalt. De synode<br />
wijst een hoofdredacteur en een waarnemend hoofdredacteur aan.<br />
De hoofdredacteur bepaalt in overleg met de commissie van redactie de inhoud van het blad.<br />
Art. 3. De commissie van redactie is bevoegd zich te doen bijstaan door adviseurs.<br />
Art. 4. Op elke generale synode wordt een rapport ingediend over de afgelopen periode. Daarin legt de<br />
commissie van redactie verantwoording af van haar beleid en eventueel daarmee verband houdende<br />
beslissingen, zoals die voor het belang van het blad worden geëist.<br />
6. Voorstellen<br />
Het curatorium stelt de synode voor:<br />
1. een secretaris en secundus-secretaris te benoemen;