24.07.2013 Views

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

335<br />

Ook de aangeklaagde wordt geïnformeerd over de werkwijze van de commissie en de mogelijkheid<br />

een vertrouwenspersoon in te schakelen.<br />

Artikel 8<br />

De secretaris en de voorzitter, eventueel aangevuld met andere leden, gaan na of de klacht ontvankelijk<br />

is. Is dit niet het geval dan worden klager en aangeklaagde daarover zo spoedig mogelijk, met toelichting,<br />

geïnformeerd, evenals, ingeval van doorzending, de betreffende kerkenraad.<br />

Indien de klacht ontvankelijk is wordt de kerkenraad van de gemeente waartoe de aangeklaagde behoort<br />

vertrouwelijk op de hoogte gesteld van het feit dat de klachtencommissie de klacht in behandeling<br />

heeft.<br />

Artikel 9<br />

1. Is de klacht ontvankelijk dan roept de (plv) secretaris de klachtencommissie bijeen teneinde te overleggen<br />

in welke samenstelling van drie of maximaal vier personen de klacht tijdens de hoorzitting<br />

behandeld zal worden.<br />

In beginsel zullen dit zijn: de voorzitter of de plv. voorzitter, de secretaris of de plv. secretaris en een of<br />

twee leden, geen van allen uit de regio van de Particuliere synode(s), waaruit klager en aangeklaagde<br />

afkomstig zijn. Aan de behandeling ter zitting nemen zowel mannelijke als vrouwelijke commissieleden<br />

deel, zoveel mogelijk uit elk van de drie in art. 4 genoemde velden.<br />

2. De commissie bepaalt binnen 6 weken na ontvangst van de klacht de datum en de plaats( en) waar<br />

klager en aangeklaagde door de commissie zullen worden gehoord. De hoorzitting vindt in principe<br />

plaats binnen 8 weken.<br />

Artikel 10<br />

1. De secretaris zendt klager en aangeklaagde minstens 14 dagen voor de hoorzitting een oproep, met<br />

eventuele aanvullende stukken, die op de zaak betrekking hebben, voorzover deze naar de mening<br />

van de commissie voor doorzending in aanmerking komen.<br />

2. Tot 10 dagen voor de hoorzitting kunnen partijen nadere stukken indienen. De secretaris zendt deze<br />

door aan de andere partij, met de beperking genoemd in het vorige lid.<br />

Artikel 11<br />

1. De hoorzittingen van de commissie zijn besloten. De secretaris maakt van iedere zitting een schriftelijk<br />

verslag, bestemd voor partijen en de commissie.<br />

2. Klager en aangeklaagde worden in beginsel in eerste instantie afzonderlijk en daarna in elkaars aanwezigheid<br />

gehoord.<br />

De klachtencommissie kan ambtshalve of op verzoek beslissen af te zien van het gezamenlijk horen<br />

van partijen, met name indien aannemelijk is dat dat een zorgvuldige behandeling zal belemmeren.<br />

3. Op verzoek van een van de partijen kan de hoorzitting worden aangehouden tot maximaal zes maanden<br />

na ontvangst van de klacht. De commissie is bevoegd in het belang van het onderzoek of in het<br />

belang van een der partijen deze termijn te verlengen.<br />

Zowel klager als aangeklaagde wordt op de hoogte gesteld van aanhouding en verlenging.<br />

4. De commissie is bevoegd personen op te roepen voor een hoorzitting voor het geven van inlichtingen<br />

of het afl eggen van een verklaring als getuige of deskundige cq. schriftelijke informatie te vragen.<br />

5. Partijen kunnen de commissie verzoeken getuigen of deskundigen te doen horen. Een verzoek tot het<br />

horen van getuigen of deskundigen dient in principe ten minste tien dagen voor de datum van de in<br />

art. 10 bedoelde hoorzitting te worden ingediend.<br />

6. Indien de aangeklaagde de klacht ongegrond verklaart kan de klachtencommissie een onderzoek<br />

vragen van een terzake deskundige.<br />

Artikel 12<br />

1. Indien klager naast de klacht tevens aangifte heeft gedaan van een strafbaar feit wordt de behandeling<br />

van de klachtencommissie in principe opgeschort in afwachting van de resultaten van het onderzoek<br />

in de strafzaak. Opschorting is ook mogelijk indien een civiele procedure is gestart samenhangend<br />

met de klacht.<br />

2. Indien klager een klacht intrekt, behoudt de klachtencommissie zich het recht voor een onderzoek in<br />

te stellen naar de reden van de intrekking.<br />

VI. Beoordeling klacht en beroepsmogelijkheid. Bewaartermijn stukken.<br />

Artikel 13<br />

1. De commissie doet zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk zes weken na de laatste hoorzitting, uitspraak<br />

omtrent de gegrondheid van de klacht.<br />

2. Acht de klachtencommissie de klacht ongegrond dan deelt zij dit gemotiveerd schriftelijk mee aan de<br />

klager, aan de aangeklaagde en aan de betreffende kerkenraad.<br />

3. Acht de klachtencommissie de klacht gegrond dan deelt zij dit, onder overlegging van een samenvatting<br />

van de klacht en de bevindingen tijdens het onderzoek, gemotiveerd schriftelijk mee, onder<br />

toevoeging van een advies voor afdoening door de kerkenraad, aan de klager, de aangeklaagde en de<br />

kerkenraad van de gemeente waartoe de aangeklaagde behoort.<br />

4. Aangeklaagde en klager kunnen van de al dan niet gegrond verklaring en/of het advies in beroep gaan<br />

bij de beroepscommissie klachten. Klager kan bij deze beroepscommissie ook in beroep gaan indien<br />

zijn klacht niet ontvankelijk is verklaard, tenzij hij ten aanzien van dezelfde aangelegenheid reeds in<br />

beroep ging bij de classis.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!