ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
334<br />
binnengekomen klachten te bezien op ontvankelijkheid, en deze in dat geval nader te onderzoeken en te<br />
beoordelen op de al dan niet gegrondheid ervan.<br />
In zich voordoende gevallen wordt advies uitgebracht over de afdoening van de zaak aan de kerkenraad<br />
van de gemeente waartoe de aangeklaagde behoort.<br />
Na het uitbrengen van het advies cq na de beslissing dat de klacht niet ontvankelijk of ongegrond was is<br />
de taak van de commissie geëindigd, behoudens het bepaalde in art. 15.<br />
Artikel 3<br />
De klachtencommissie is bevoegd kennis te nemen van een klacht indien de klager, al dan niet door tussenkomst<br />
van de kerkenraad of de vertrouwenspersoon, de klacht schriftelijk indient en ook overigens<br />
voldoet aan de vereisten genoemd in artikel 5.<br />
Artikel 4<br />
1. De klachtencommissie dient zodanig te zijn samengesteld dat een deskundige en onpartijdige behandeling<br />
van klachten zoveel mogelijk gewaarborgd is.<br />
2. De klachtencommissie, die minstens evenveel vrouwen als mannen telt, bestaat minimaal uit zes en<br />
maximaal uit acht leden, afkomstig uit alle ressorten van de Particuliere synodes en geselecteerd uit<br />
het juridisch veld, de hulpverlening en het kerkelijk pastoraat.<br />
Er is een voorzitter en een plv. voorzitter, een secretaris en een plv. secretaris.<br />
3. Daarnaast benoemt de generale synode een aantal deskundigen, zonodig uit andere kerkgenootschappen,<br />
die zich op afroep beschikbaar stellen om eventueel ad hoc in de commissie te participeren.<br />
4. Benoeming van de commissieleden geldt voor drie jaar. Herbenoeming is vier keer mogelijk.<br />
De zittingsduur van een lid, dat is benoemd op een tussentijds opengevallen plaats, is gelijk aan de<br />
duur van de resterende zittingsperiode van het lid in wiens plaats de benoeming plaatsvindt.<br />
De generale synode kan een benoeming om dringende redenen ook tussentijds beëindigen.<br />
5. De commissie kan zich laten bijstaan door externe adviseurs, zonodig uit andere kerkgenootschappen,<br />
die zich conformeren aan de door de generale synode te stellen voorwaarden.<br />
6. De commissie kan zich laten ondersteunen door secretariële medewerkers.<br />
7. Het karakter van de klachtenprocedure verplicht de leden van de klachtencommissie, de daarnaast<br />
benoemde deskundigen, de externe adviseurs en de secretariële medewerkers tot volstrekte geheimhouding.<br />
(zie ook toelichting bij art. 4)<br />
III. Ontvankelijkheid van de klacht en het overleggen van stukken<br />
Artikel 5<br />
1. Een ieder die lid is, of geweest is, van een Christelijke Gereformeerde kerk, hetzij als belijdend lid,<br />
hetzij als dooplid, hetzij als meelevend lid, kan bij de commissie een klacht indienen tegen degene die<br />
misbruik maakte van zijn gezagsrelatie.<br />
2. Iemand, die geen lid is of geweest is van een Christelijke Gereformeerde kerk, kan een klacht indienen<br />
indien misbruik van een kerkelijke gezagsrelatie is gemaakt tijdens een functioneel contact met de<br />
aangeklaagde of voortvloeiend uit een contact met de aangeklaagde.<br />
3. Een klacht dient zo spoedig mogelijk te worden ingediend, maar blijft ontvankelijk zolang de aangeklaagde<br />
op zijn verantwoordelijkheid kan worden aangesproken (zie ook toelichting).<br />
4. Een klacht wordt schriftelijk ingediend bij de commissie. Dit kan zowel rechtstreeks door de klager,<br />
als via een (lid van de) kerkenraad en via een vertrouwenspersoon.<br />
5. Een klacht bevat naast de volledige namen, de geboortedatum en het adres van de klager(s), alsmede<br />
een dagtekening, ten minste:<br />
a. een omschrijving van de uiting die aangegeven wordt als misbruik van de gezagsrelatie;<br />
b. het tijdstip of de periode waarop deze betrekking heeft;<br />
c. de identiteit van de aangeklaagde(n), met vermelding van adres(sen) en<br />
d. een overzicht van door de klager(s) ondernomen stappen en eventueel daarop betrekking hebbende<br />
stukken.<br />
(zie ook toelichting bij art. 5)<br />
IV. Doorzending<br />
Artikel 6<br />
1. Indien een klacht wordt ingediend bij een kerkenraad(slid) wordt deze zo spoedig mogelijk ter behandeling<br />
doorgezonden naar de klachtencommissie (zie toelichting).<br />
2. De kerkenraad informeert klager over de doorzending naar de commissie en wijst de klager op de<br />
mogelijkheid een vertrouwenspersoon in te schakelen.<br />
V. Procedure klachtbehandeling<br />
Artikel 7<br />
1. De secretaris van de klachtencommissie bevestigt aan de klager, in principe binnen een week, schriftelijk<br />
de ontvangst van de klacht en informeert de klager over de werkwijze van de commissie en wijst<br />
voorzover nog nodig op de mogelijkheid een vertrouwenspersoon in te schakelen<br />
2. De secretaris informeert zoveel mogelijk gelijktijdig de aangeklaagde over het feit dat een klacht is<br />
binnengekomen en zendt hem een afschrift van de klacht en eventuele andere schriftelijke stukken.