ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
188<br />
In de morgenbijeenkomst werd verder de aandacht gevraagd voor de komende BaMa-structuur. Mevr.<br />
dr. A. Drint, lid van de onderwijscommissie, legde e.e.a. voor de aanwezigen uit. In de middagbijeenkomsten<br />
was er voor de aanwezigen ruim gelegenheid tot het stellen van vragen, te beantwoorden door een<br />
daartoe samengesteld forum.<br />
Het vrouwencomité bood twee cheques aan, één ter waarde van € 45.000 en één ter waarde van<br />
€ 25.000, de eerste direct voor aanschaf van boeken te bestemmen en de tweede voor andere doeleinden,<br />
met de bibliotheek samenhangend.<br />
De Schooldag 2003 kreeg als thema: ‘Passie voor preken!’ In de morgenbijeenkomst werd dit thema<br />
uitgewerkt door drs. A. Baars, docent homiletiek (preekkunde); in de middagbijeenkomst (in de Barnabaskerk<br />
en in het schoolgebouw aan het Wilhelminapark) werd erop gereflecteerd door drs. J.M.J. Kieviet<br />
en de heer F. Visscher resp. ds. C.A. den Hertog en de heer P. de Jong. Het was opnieuw een goede<br />
dag. Het aantal belangstellenden uit de kerken was, naar de indruk van het curatorium, iets minder dan<br />
vorig jaar. Opnieuw kon de bibliothecaris twee cheques, met dezelfde waarde als het jaar daarvoor, in<br />
ontvangt nemen.<br />
Bij de algehele evaluatie is besloten door te gaan met thema-bepaalde bijeenkomsten, maar daarbij<br />
afscheid te nemen van de zo vertrouwde Grote Kerk. Deze wordt echt te groot voor de Schooldag. Het<br />
kerkgebouw van de Geref. Gemeente past beter bij het aantal bezoekers. Daar zullen dan ook voortaan<br />
de jaarlijkse Schooldagen plaatsvinden. Doel van de Schooldagen blijft het presenteren van een praktisch-theologisch<br />
programma, met ruime mogelijkheid voor onderlinge ontmoeting.<br />
5.2. Het curatorium en de D2-examens<br />
In 1992 besloot de generale synode om toestemming te geven tot een nieuwe structuur van de opleiding.<br />
Het curatorium stelde op dat moment voor om de D2-examens niet voltallig bij te wonen, dit in tegenstelling<br />
tot het D1-examen, dat veel meer dan het D2-examen een kerkelijk karakter draagt. In het rapport aan<br />
de synode werd de vergelijking met het classicaal examen getrokken (Acta 1992 <strong>blz</strong>. 142).<br />
De generaal-synodale commissie stelde vervolgens:<br />
– ‘Als de belangrijkheid van de studie voor D2 zó groot is als hiervoren is geschetst kan er naar het oordeel<br />
van de commissie geen twijfel over bestaan dat bij dat examen, waarmee de beroepbaarstelling<br />
in de kerken samenhangt, het curatorium voltallig aanwezig is’ (Acta 1992 <strong>blz</strong>. 421).<br />
De synode besloot op grond daarvan tot de verplichting van bijwoning van het D2-examen van het voltallige<br />
curatorium.<br />
Het curatorium heeft dit nu een aantal jaren in praktijk gebracht, maar heeft de vraag naar de zin hiervan<br />
toch weer gesteld. Het twijfelt eraan of het nut van deze voltalligheid op dat moment wel zo groot is. Vaak<br />
handelen de scripties over zeer specialistische onderwerpen (het belang van de D2-studie is overigens<br />
duidelijk). Bovendien rust de beroepbaarstelling voor een goed deel op de waarneming van het curatorium<br />
m.b.t. de ontwikkelingen vanaf het D1-examen. Het met goed gevolg afgelegde D2-examen vormt<br />
het formele moment waarop deze waarneming tot een einde komt, maar de inhoud daarvan weegt naar<br />
ons oordeel voor de beroepbaarstelling niet mee. Tegelijk vindt het curatorium het wel van belang om van<br />
de kerkelijke betrokkenheid bij het examen blijk te geven.<br />
Daarom stelt het curatorium de volgende constructie voor:<br />
– Bij het M2-examen behoeft in principe niet het voltallige curatorium aanwezig te zijn. In ieder geval<br />
zijn het moderamen van het curatorium en de curator-begeleider aanwezig. Een aanvulling met één of<br />
twee van de overige curatoren zal er voor zorgen dat alle particuliere synoden vertegenwoordigd zijn<br />
(de secretaris blijft hierbij buiten beschouwing wegens zijn generaal-synodale positie). De curatoren<br />
hebben wel, indien gewenst, recht op het ontvangen van de scriptie.<br />
5.3. Samenwerking met ‘Kampen-II’<br />
Er is al verscheidene jaren sprake van een intensiever wordende samenwerking met de Theologische<br />
Universiteit van de Geref. Kerken (vrijg.). Daartoe is een stuurgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers<br />
van de beide instellingen, die de taak heeft voorstellen te doen om de samenwerking verder te<br />
brengen. Daarnaast bestaat er een commissie die voorstellen doet voor structurele vormen van samenwerking<br />
op onderwijsgebied; te denken is aan:<br />
– curriculum-ontwikkeling;<br />
– interne kwaliteitszorg;<br />
– uitwisseling van docenten;<br />
– post-academiaal onderwijs.<br />
De hiertoe benoemde stuurgroep komt regelmatig bijeen en begeleidt en initieert de groeiende samenwerking;<br />
met name op het gebied van het wetenschappelijk onderzoek is de samenwerking duidelijk<br />
waarneembaar. Docenten en hoogleraren hebben zich per vakgroep verenigd; zodoende ontstonden<br />
vier onderzoeksprogramma’s. Er zijn plannen om mettertijd te komen tot gezamenlijk wetenschappelijk<br />
onderzoek op onderscheiden theologische gebieden. Vermeldenwaars zijn ten slotte de contacten vanuit<br />
beide universiteiten met het promovendi-beraad van de Geref. Bond. De ‘beraadsgroep theologisch<br />
onderwijs en onderzoek’, die dit beraad begeleidt, heeft gevraagd om structurele medewerking vanuit<br />
beide universiteiten. Daartoe neemt van beide instellingen een hoogleraar deel aan de halfjaarlijkse vergaderingen<br />
van de beraadsgroep en van het promovendi-beraad, met de opdracht om eind <strong>2004</strong> aan de<br />
Commissie Wetenschapsbeoefening (CWB) advies uit te brengen over de mogelijkheid en wenselijkheid<br />
van een eventuele blijvende en structurele betrokkenheid van beide universiteiten bij dit werk.<br />
Op voorstel van de stuurgroep besloten beide curatoria in februari 2002 om bij het formuleren van beleid<br />
of het opzetten van projecten in principe een gezamenlijke aanpak na te streven. Tevens zullen bij toekomstige<br />
vacatures de mogelijkheden van samenwerking en/of gezamenlijkheid in de personeelsformatie<br />
zorgvuldig afgewogen worden. Verder wordt bezien in hoeverre er sprake kan zijn van nauwere samen-