ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
324<br />
g. Het stichten van een zendingsgemeente geschiedt bij voorkeur door een plaatselijke kerk in het eigen<br />
ressort. Wanneer het in een bepaald gebied mogelijk en wenselijk is om een zendingsgemeente te<br />
stichten, maar de naburige kerken in dat gebied hebben hiervoor geen mogelijkheden, kan een gemeente<br />
die verder weg gesitueerd is hiertoe in overleg met deze kerken overgaan.<br />
h. Wanneer een groep nieuwe gelovigen zich als zendingsgemeente wil voegen bij het verband van de<br />
kerken, maar hierover geen overeenstemming bereikt met de kerkenraad van de meest nabije kerk,<br />
kunnen vertegenwoordigers van deze groep de classis om bemiddeling vragen.<br />
8.2. Regelingen m.b.t. de evangelist in zendingsgemeenten<br />
We kiezen ervoor om in de beschrijving van de positie en bevoegdheden van de evangelist in zendingsgemeenten<br />
aan te sluiten bij art. 4 K.O., middels het toevoegen van een nieuw lid 6. De evangelist wordt<br />
zo een bijzondere dienaar des Woords. Het bijzondere zit vooral in de situatie waarin de evangelist als<br />
dienaar des Woords functioneert en in de rechtspositie die aan zijn functie is gekoppeld. Dit doet naar<br />
onze overtuiging het meest recht aan de taak van deze evangelist als pionier en opbouwwerker. De tekst<br />
van art. 4, nieuw lid 6 kan als volgt luiden:<br />
6. In zendingsgemeenten (zie bijlage X bij art. 21 K.O.) kan aan een evangelist het recht worden verleend<br />
alle dingen te doen die behoren bij het ambt van dienaar des Woords. Deze evangelist is een bijzondere<br />
dienaar des Woords, die zich als pionier en opbouwwerker inzet voor het stichten en opbouwen<br />
van zendingsgemeenten. Betreffende de benoeming van deze evangelist is bepaald:<br />
a. De evangelist wordt benoemd door de kerkenraad, die verantwoordelijk is voor het werk ten dienste<br />
van de zendingsgemeente. De aanstelling geschiedt in een dienstverband volgens de CAO van<br />
het Landelijk Dienstenbureau.<br />
b. De bevoegdheden van de evangelist vervallen op het moment, dat zijn dienstverband beëindigd<br />
wordt.<br />
c. Benoeming en bevestiging van de evangelist als bijzondere dienaar des Woords vinden plaats<br />
nadat gebleken is (bij voorkeur in de praktijk van het werk ten dienste van de zendingsgemeente),<br />
dat hij vol is van geloof en van de Heilige Geest, maar ook de gaven heeft ontvangen van het inzicht<br />
in de Heilige Schrift, de bekwaamheid om anderen te leren en de bekwaamheid om een gemeente<br />
te leiden.<br />
d. Om te kunnen worden benoemd als evangelist met de bevoegdheden van dienaar des Woords is<br />
een afgeronde hogere beroepsopleiding aan een bijbelschool of een theologische opleiding op<br />
universitair niveau noodzakelijk. Bij kandidaten met een opleiding op HBO-niveau dient een aanvullende<br />
vorming op het gebied van geloofsleer, homiletiek en kerkrecht overwogen te worden. Bij<br />
kandidaten met een universitaire opleiding kan een gerichte verdere missionaire vorming gewenst<br />
zijn. De kerkenraad, die de evangelist aanstelt, beslist welke opleiding en verdere vaardigheden<br />
voor de uitoefening van zijn taak noodzakelijk zijn.<br />
e. Alvorens over te gaan tot de bevestiging van de evangelist als bijzondere dienaar des Woords,<br />
verzoekt de kerkenraad de classis om hem te onderzoeken naar analogie van het bepaalde in art. 4<br />
lid 3a K.O. De kerkenraad zal niet eerder tot zijn bevestiging overgaan dan dat de classis hiervoor<br />
toestemming heeft verleend.<br />
Bijlage IV bij ‘Gelijkschakelen of inschakelen’ par. 5.5 en bij deputatenrapport paragraaf 7.5<br />
Tijdelijke regeling m.b.t. anderstalige wijkgemeente Rotterdam-Charlois<br />
De onderstaande regelingen bedoelen een aanvulling te zijn bij de in de Christelijke Gereformeerde Kerken<br />
in Nederland vigerende kerkorde, het laatst gewijzigd en aangevuld door de synode van Leeuwarden/Nunspeet<br />
2001.<br />
Op voorstel van deputaten evangelisatie en de kerkenraad van de gemeente van Rotterdam Charlois<br />
besproken, aangevuld en vastgesteld door de Classis Rotterdam op 15 november 2002.<br />
Ad art 3<br />
De kerkenraad van de anderstalige wijkgemeente kan bij uitzondering voorgangers, die niet behoren tot<br />
de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, maar die de gereformeerde belijdenis onderschrijven,<br />
uitnodigen om voor te gaan in de diensten van de anderstalige wijkgemeente, in overleg met de<br />
kerkvisitatoren.<br />
Ad art 56-63<br />
In de anderstalige wijkgemeente zullen de sacramenten bediend worden door een dienaar des Woords<br />
uit de Christelijke Gereformeerde kerken in Nederland, die daartoe wordt uitgenodigd door de kerkenraad<br />
algemene zaken.<br />
De taak van de voorganger, die naar art 3 KO is verbonden aan de anderstalige wijkgemeente, is in de<br />
diensten waarin de sacramenten bediend worden geen andere dan in de andere diensten: hij spreekt een<br />
stichtelijk woord.<br />
Ad art 64<br />
Op de zondag zal de anderstalige wijkgemeente minstens eenmaal samenkomen onder de bediening<br />
van het Woord, terwijl de tweede samenkomst vooral gericht is op het onderwijzen in het gereformeerd<br />
belijden.<br />
Ad art 69<br />
In de erediensten van de anderstalige wijkgemeente worden psalmen gezongen; daarnaast worden er,<br />
gelet op het bijzondere karakter van de wijkgemeente lofzangen en geestelijke liederen gezongen in