24.07.2013 Views

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

323<br />

mits ze zich houden aan het wezenlijke. De vergadering oordeelt dat men de heidenen ‘niet beroere’ (vs.<br />

19) en ‘geen meerdere lasten oplegt dan deze noodzakelijke dingen’ (vs. 28) Zendingsgemeenten mogen<br />

dus ook een eigen karakter en vormgeving hebben, als ze in de noodzakelijke dingen (prediking, sacramentsbediening<br />

en tuchtuitoefening) maar voluit gereformeerd zijn.<br />

Inschakelen<br />

In Antiochië is het, na het betoog van Petrus en de getuigenissen van Paulus en Barnabas, duidelijk dat<br />

God de heidenen ook inschakelt. De vergadering is er stil van. Vanuit de Schriften legt Jacobus uit dat dit<br />

past in Gods plan. God bezoekt de heidenen om uit hen een volk aan te nemen voor zijn naam (Hand. 15<br />

:14). In de huidige tijd zijn het juist deze nieuwe toetreders die veel contacten hebben onder de niet-kerkelijke<br />

bevolking. Als kerk doen we er wijs aan om hen voluit in te schakelen bij het evangeliewerk, zodat<br />

via hen en hun relaties het Woord op plaatsen komt die voor kerkelijke mensen veelal onbereikbaar zijn.<br />

Uit missionair oogpunt zijn de toetreders in onze gemeenten een zegen en brengen de nieuwe gemeenten<br />

die bij ons aankloppen onverwachte missionaire mogelijkheden met zich mee.<br />

Regelingen ontwerpen<br />

In het verlengde van de paragrafen hierboven doen we in het volgende hoofdstuk een aantal voorstellen<br />

om de kerkorde aan te vullen op het punt van zendingsgemeenten en de positie van de evangelist in die<br />

gemeenten.<br />

Hoofdstuk 8: Ontwerp-regelingen kerkorde<br />

Dit hoofdstuk bevat voorstellen voor de kerkordelijke aanpassingen die nodig zijn om in onze kerken aan<br />

zendingsgemeenten (8.1.) en evangelisten in zendingsgemeenten (8.2.) een plaats te kunnen geven.<br />

8.1. Regelingen m.b.t. zendingsgemeenten<br />

We gaan eerst na wat in de kerkorde al geregeld is in verband met gemeentestichting en evangelieverkondiging.<br />

Daarna doen we voorstellen voor aanvullende regelingen.<br />

8.1.1. Kerkorde en gemeentestichting<br />

Art. 38 K.O. zegt over het stichten van nieuwe gemeenten:<br />

– In plaatsen waar voor het eerst of opnieuw de ambten worden ingesteld, kan dit slechts geschieden<br />

met advies van de classis.<br />

– De grenzen van de plaatselijke gemeenten zullen in onderling overleg en onder leiding van de classis<br />

vastgesteld worden. Beroep op een meerdere vergadering blijft mogelijk.<br />

Art. 39 K.O. voegt daaraan toe:<br />

– In plaatsen waar geen kerkenraad kan zijn en toch leden wonen, zullen deze leden door de classis<br />

onder de zorg van een naburige kerkenraad gesteld worden.<br />

8.1.2. Kerkorde en Evangelieverkondiging<br />

Art. 21 K.O. zegt:<br />

– De kerken zullen zich met de verkondiging van het Evangelie richten tot hen die van het Evangelie vervreemd<br />

zijn, als mede tot Israël en de niet-gekerstende volken. De bepalingen hiervoor worden door<br />

de generale synode vastgesteld.<br />

De regeling voor de evangelisatie (bijlage 16) benadrukt dan:<br />

– dat elke kerk naar de eis van Gods Woord zendingskerk is, ook in eigen land. Elke kerkenraad, classis<br />

en synode heeft de roeping om de uitbreiding van het Koninkrijk Gods te bevorderen door het<br />

Evangelie, hetzij door prediking, hetzij door lectuurverspreiding, hetzij door andere middelen te brengen<br />

waar het niet of zeer onzuiver is.<br />

– dat deze evangelisatiearbeid principieel dient uit te gaan van de plaatselijke kerken.<br />

8.1.3. Aanvullende regelingen<br />

Wij stellen voor om de regelingen t.a.v. van zendingsgemeenten op te nemen in een nieuwe bijlage bij<br />

art. 21 K.O. en daarnaar te verwijzen in de kleine letters bij art. 21 K.O. De tekst van de bijlage kan als<br />

volgt luiden:<br />

Eén van de middelen om de uitbreiding van het Koninkrijk Gods te bevorderen is het stichten van zendingsgemeenten.<br />

a. Een zendingsgemeente is een gemeente die ontstaan is uit recente missionaire arbeid en die zichzelf<br />

in afhankelijkheid aan de Heilige Geest ook weer toewijdt aan missionaire arbeid.<br />

b. Een zendingsgemeente staat aanvankelijk onder verantwoordelijkheid van de kerkenraad die het initiatief<br />

tot missionaire arbeid heeft genomen. In een ordelijk proces groeit de zendingsgemeente toe<br />

naar een meer zelfstandig functioneren. In dit proces kan gebruikt gemaakt worden van de regelingen<br />

van bijlage 53 K.O.<br />

c. Indien een zendingsgemeente in staat is geheel zelfstandig te functioneren, kan tot instituering worden<br />

overgegaan overeenkomstig de bepalingen van art. 38 K.O. Na de instituering mag de gemeente<br />

als zendingsgemeente gezien blijven worden als zij zich blijft toewijden aan missionaire arbeid.<br />

d. In een zendingsgemeente kunnen Gods Woord en de sacramenten bediend worden door evangelisten<br />

zoals bepaald in art. 4, lid 6 K.O.<br />

e. Een zendingsgemeente komt minstens éénmaal per zondag samen in een eredienst zoals bedoeld in<br />

art. 64 K.O. In andere samenkomsten – op zondag of door de week – zal aandacht gegeven worden<br />

aan het onderwijs in de gereformeerde leer.<br />

f. In de erediensten van de zendingsgemeente worden overeenkomstig art. 69 K.O. psalmen en berijmde<br />

schriftgedeelten gezongen. Het wordt in de vrijheid van de kerkenraad gelaten om – wanneer<br />

het specifi eke karakter van de gemeente daarom vraagt – lofzangen en geestelijke liederen te zingen,<br />

die naar het oordeel van de kerkenraad voluit de Heilige Schrift naspreken.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!