24.07.2013 Views

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

320<br />

er ruimte in de kerk komt voor mensen die God zelf geeft en die in dergelijke gemeenten werkzaamheden<br />

kunnen verrichten zoals de nieuwtestamentische evangelist dat deed, met de volle bevoegdheden van de<br />

bediening van Woord en sacramenten.<br />

Hoofdstuk 7: Positie en bevoegdheden van de evangelist in zendingsgemeenten<br />

Dit hoofdstuk biedt een praktische uitwerking van de studie in hoofdstuk 6. We trekken de lijnen van het<br />

exegetisch onderzoek door naar praktijksituaties, zoals we die beschreven in hoofdstuk 4. Daarbij vragen<br />

we ons af welke taken en bevoegdheden de voorganger in zendingsgemeenten zou moeten hebben en<br />

onderzoeken we de mogelijkheden om aan hem een kerkordelijke plaats te geven. Tenslotte zoeken we<br />

naar een passende naam, defi nitie en rechtspositie.<br />

7.1. Taken<br />

Uit de praktijk blijkt dat in het ontstaan en de groei van nieuwe zendingsgemeenten leiders nodig zijn, die<br />

in veel opzichten doen denken aan de nieuwtestamentische fi guur van de evangelist. Voor de evangelieverkondiging<br />

in missionaire situaties zijn vooral pioniers en opbouwwerkers nodig.<br />

7.1.1. Pionier<br />

In paragraaf 4.1. en 4.2. hebben we een overzicht gegeven van diverse initiatieven die momenteel in onze<br />

kerken gaande zijn op het gebied van gemeentestichting. De meeste initiatieven hebben een pionierskarakter.<br />

Het evangelie moet klinken waar het nog niet geklonken heeft. De mensen die zich daarvoor<br />

inzetten bewegen zich voortdurend in het grensgebied tussen kerk en wereld. Ze moeten in een vijandige<br />

wereld wegen zoeken waarlangs ze met het evangelie kunnen gaan naar mensen, die op dat evangelie<br />

niet zitten te wachten. Pioniers hebben visie en moed, doorzettingsvermogen en opofferingsgezindheid<br />

nodig, maar ook een gemeente die achter hen staat, die hen vertrouwen geeft en ruimte biedt.<br />

7.1.2. Opbouwwerker<br />

Een zendingsgemeente is een gemeente onderweg. Op de pioniersfase volgt de opbouwfase. Daarom<br />

is het van groot belang dat de pionier ook opbouwwerker is. Hij moet kunnen motiveren en enthousiasmeren.<br />

Hij moet kunnen initiëren en coördineren. In de evangelieverkondiging is hij zowel naar buiten<br />

als naar binnen gericht. Op profetische wijze spreekt hij het Woord in de actualiteit van het bestaan. Op<br />

pastorale wijze neemt hij deel aan de nood van moderne mensen, die belangstelling voor het geloof gaan<br />

krijgen of die onlangs tot geloof gekomen zijn. De opbouwwerker is iemand die bekwaam is om aan de<br />

zendingsgemeente en het zendingswerk leiding op zo’n wijze, dat de gemeente in geestelijk opzicht en<br />

in omvang kan groeien.<br />

7.2. Bevoegdheden<br />

Hoe verhouden zich de nieuwtestamentische gegevens over de evangelist en de vraag die uit de praktijk<br />

voortkomt naar de evangelist in zendingsgemeenten met onze ambtsleer en kerkorde? Welke bevoegdheden<br />

kan de evangelist krijgen? Daarover gaat het in de volgende paragrafen.<br />

7.2.1. Onze ambtsleer<br />

Met het pleidooi voor terugkeer van de functie-inhoud van de nieuwtestamentische evangelist raken we<br />

een gevoelig punt aan. De ambtsvisie is in eeuwen gegroeid en heeft zijn diensten bewezen. Het is niet<br />

onze bedoeling om de gereformeerde ambtsleer, met de drieslag van predikant, ouderling en diaken,<br />

opzij te schuiven.<br />

Tegelijk geloven we niet dat met deze structuur het laatste woord gezegd is, omdat de bijbel zelf veelvormiger<br />

over werkers in de kerk spreekt en omdat de specifi eke omstandigheden van nieuwe gemeenten<br />

vandaag nogal wat gelijkenis vertonen met de in het Nieuwe Testament beschreven omstandigheden.<br />

Ons streven is dus om binnen het kader van de gereformeerde ambtsvisie een bijbelse en evenwichtige<br />

oplossing te vinden voor het vraagstuk van pioniers en opbouwwerkers in zendingsgemeenten. Naar<br />

onze inschatting is het niet nodig om een vierde ambt te gaan instellen. De kerkorde biedt, na enige aanpassingen,<br />

voldoende ruimte om tot een oplossing te komen.<br />

7.2.2. Woordverkondiging in zendingsgemeenten<br />

Voor de Woordverkondiging in zendingsgemeenten door niet-predikanten biedt de kerkorde in art. 3 een<br />

mogelijkheid. De classis Rotterdam heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt in het geval van drs.<br />

Th. Visser, die het recht ontving een stichtelijk woord te spreken in de gemeente van Rotterdam-Charlois<br />

(ICF).<br />

7.2.3. Sacramentsbediening in zendingsgemeenten<br />

De vraag mag gesteld worden of het bijbels en gereformeerd is om een voorganger in een zendingsgemeente<br />

wel toestemming te geven tot het spreken van een stichtelijk woord en niet tot het bedienen van<br />

de sacramenten. We denken dat er goede gronden zijn om met die scheiding minder strikt om te gaan.<br />

• Nieuwtestamentisch gezien is er geen reden om de bediening van doop en avondmaal uitsluitend te<br />

binden aan predikanten. Filippus sprak het Woord en doopte de Ethiopiër (Hand. 8 : 38). In Hand. 10<br />

lezen we, dat Cornelius en de zijnen niet gedoopt werden door Petrus, maar door de zes broeders uit<br />

Joppe, die met Petrus meegekomen waren. Paulus heeft geruime tijd in Korinthe gewerkt en er zijn in<br />

die tijd velen tot geloof gekomen (Hand. 18 : 8.10). Toch weet hij in 1 Kor. 1 niet meer dan drie namen te<br />

noemen van mensen die door hemzelf gedoopt zijn. Alle anderen zijn natuurlijk wel gedoopt, maar niet<br />

door Paulus. En was ook Paulus zelf niet gedoopt door Ananias (Hand. 9 : 18)?<br />

• Het is niet gereformeerd om de woordbediening ondergeschikt te maken aan de sacramentsbediening.<br />

Het gereformeerde denken gaat juist sterk uit van de eenheid van Woord en sacrament (HC vraag 67).<br />

• Het uitnodigen van ‘vreemde’ predikanten voor de bediening van de sacramenten wordt in de praktijk<br />

niet begrepen door nieuwe gelovigen in zendingsgemeenten. Zij zien niet in waarom degene die met<br />

hen de eerste bijbelstudies deed, die hen naar God en de gemeente leidde en die hen elke zondag Gods<br />

Woord verkondigt, niet ook hen of hun kinderen mag dopen of hen het avondmaal bedienen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!