ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
300<br />
– Alle gemeenten te stimuleren, dat zij met gemeenten in grootstedelijke gebieden meeleven en zo<br />
mogelijk hen assisteren of met hen samenwerken.<br />
De prioriteit van de uitvoering wordt aangegeven door deputaten. In de uitvoering wordt de consulent<br />
grootstedelijke gebieden bijgestaan door een medewerker in part-time dienstverband (ca. 0,2 fte).<br />
Verantwoording<br />
Hij doet zijn werk onder verantwoordelijkheid van deputaten. Hij en zijn medewerker geven samen periodiek<br />
verslag van hun werkzaamheden aan deputaten.<br />
C. Instructie organisatie- en toerustingsmedewerker<br />
Deputaten voor de evangelisatie hebben een evangelisatieconsulent en een consulent grootstedelijke<br />
gebieden in dienst. Het betreft twee parttime functies van resp. ca. 0,7fte en ca. 0,3 fte. Beide functies<br />
worden bekleed door dezelfde functionaris. In de uitvoering van zijn taken wordt de functionaris ondersteund<br />
door een organisatie- en toerustingsmedewerker. De organisatie- en toerustingsmedewerker<br />
heeft een part-time dienstverband (0,5fte) waarin hij/zij voor ca. 0,3 fte de evangelisatieconsulent en voor<br />
ca. 0,2 fte consulent grootstedelijke gebieden ondersteunt.<br />
Opdracht<br />
De organisatie- en toerustingsmedewerker ondersteunt de evangelisatieconsulent en de consulent<br />
grootstedelijke gebieden in de uitvoering van zijn taken, met name op het gebied van organisatie en<br />
toerusting.<br />
Kerntaken<br />
De opdracht van de organisatie- en toerustingsmedewerker krijgt gestalte in de volgende kerntaken:<br />
– Hij/zij voert in overleg met hem een deel van de organisatorische en administratieve taken van de<br />
evangelisatieconsulent/consulent grootstedelijke gebieden uit.<br />
– Hij/zij voert in overleg met hem een deel van de taken van de evangelisatieconsulent/consulent grootstedelijke<br />
gebieden op het gebied van instructie en toerusting uit.<br />
Uitvoering<br />
De medewerker voert de genoemde taken uit door onder andere:<br />
– Het op organisatorisch en administratief vlak onderhouden van een deel van de contacten, die verband<br />
houden met de instructie, toerusting en ondersteuning van de kerken. Te denken is aan overleg<br />
over spreekbeurten en toerustingsavonden, betrokkenheid bij de organisatie van conferenties etc.<br />
– Het verzorgen van een belangrijk deel van de instructie en toerusting in plaatselijke kerken en op classicale<br />
en landelijke conferenties.<br />
– Het meewerken aan het samenstellen van instructie- en toerustingsmateriaal.<br />
– Het op organisatorisch en administratief vlak ondersteunen van de (deel)redactie van het informatieblad<br />
Doorgeven.<br />
Verantwoording<br />
Hij/zij verricht alle werkzaamheden onder verantwoordelijk van deputaten, in goed overleg met de evangelisatieconsulent/consulent<br />
grootstedelijke gebieden. De evangelisatieconsulent/consulent grootstedelijke<br />
gebieden en de organisatie- en toerustingsmedewerker geven samen periodiek verslag van hun<br />
werkzaamheden aan deputaten.<br />
Bijlage III bij par. 7.3 en 7.4<br />
Gelijkschakelen of inschakelen?<br />
Rapport over ‘zendingsgemeenten’ in Nederland en de positie van de evangelist<br />
ten dienste van de generale synode <strong>2004</strong> van de Christelijke Gereformeerde Kerken<br />
Proloog<br />
‘En de gehele vergadering werd stil…’ (Handelingen 15:12).<br />
Toen ds. H.J.Th. Velema op de generale synode van 2001 gloedvol vertelde over Gods zegen die werd<br />
ervaren in twee nieuwe initiatieven voor gemeentestichting in Almere en Rotterdam, was de aandacht<br />
voelbaar. De hele vergadering was stil, onder de indruk van het belang en de complexiteit van de materie.<br />
Velen voelden de noodzaak om met het oog op de voortgang van het werk in deze gemeenten in wording<br />
de kerkelijke regelgeving enigszins aan te passen. De vergadering gaf daarom twee opdrachten aan ons<br />
deputaatschap. In de eerste plaats werd ons gevraagd om de eigen positie van de ‘zendingsgemeenten’<br />
in kaart te brengen en met concrete voorstellen te komen hoe we als kerken met deze gemeenten<br />
dienen om te gaan. Daarop volgde de opdracht om nadere studie te verrichten naar de positie van de<br />
evangelist.<br />
We hebben ons intensief met beide opdrachten bezig gehouden. Gaandeweg hebben we het belang van<br />
de titelvraag ontdekt: ‘Gelijkschakelen of inschakelen?’ Moeten nieuwe gemeenten die voor een groot<br />
deel bestaan uit mensen die niet met onze kerkelijke cultuur zijn opgegroeid, worden gelijkgeschakeld?<br />
Moeten zij naar inhoud en vorm een kopie van ons worden? Of is het verstandiger om het accent te leggen<br />
bij ‘inschakelen’ in het evangeliewerk, in de wetenschap dat nieuwe toetreders meer relaties hebben<br />
in de wereld dan wijzelf?