ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
280<br />
ad b3. De eerste verantwoordelijkheid voor de begeleiding van en zorg voor zendingsgemeenten en de<br />
daarin werkzame evangelisten berust bij een kerkenraad. Afhankelijk van de situatie kan dit de<br />
kerkenraad zijn, die het initiatief genomen heeft tot het stichten van de zendingsgemeente, of<br />
de kerkenraad van de kerk waarbij een groep nieuwe gelovigen zich heeft aangesloten, of de<br />
kerkenraad van een inmiddels zelfstandig geworden zendingsgemeente. Indien kerkenraden van<br />
naburige gemeenten daarvoor geen kans zien, kan na overleg met de naburige gemeenten ook<br />
een kerkenraad van elders verantwoordelijkheid dragen voor het stichten van en leiding geven aan<br />
een zendingsgemeente.<br />
ad c. <strong>Kerkrecht</strong>elijk kan een zendingsgemeente – afhankelijk van de situatie waarin ze is ontstaan en de<br />
mate waarin ze in staat is om ‘op eigen benen te staan’ – de positie hebben van ‘wijkgemeente’<br />
van een al bestaande, zelfstandige gemeente of van ‘zelfstandige zendingsgemeente’. In het geval<br />
van een ‘wijkgemeente’ kan gebruik gemaakt worden van de organisatiestructuur en de daarmee<br />
verband houdende regelingen zoals beschreven in bijlage 53 K.O.<br />
ad d. De diversiteit en de dynamiek in hun ontstaan, groei en mate van zelfstandigheid maken het moeilijk<br />
om voor zendingsgemeenten regelingen te treffen. De regelingen moeten dienstbaar zijn aan<br />
het blijven van zendingsgemeenten bij de Heere en zijn Woord, maar ook aan de missionaire opdracht<br />
om hen die nu nog buiten staan bekend te maken met het evangelie. Daarbij is het belangrijk<br />
om het verschil tussen normatieve en niet-normatieve zaken in het oog te houden. Gestreefd<br />
moet worden naar minimale regelingen, die maximale ruimte bieden aan zendingsgemeenten om<br />
hun eigen stijl te vinden binnen de kaders van Schrift en belijdenis. Deputaten stellen de synode<br />
voor om de regelingen zoals beschreven in 8.1.1. en 8.1.2. van het rapport ‘Gelijkschakelen of<br />
inschakelen’ te aanvaarden.<br />
ad e. Deputaten stellen de synode voor om de evangelist in de zendingsgemeente te zien als een bijzondere<br />
dienaar des Woords, die zich als pionier en opbouwwerker inzet voor het stichten en<br />
opbouwen van zendingsgemeenten. Zijn positie en bevoegdheden kunnen geregeld worden zoals<br />
beschreven is in 8.2. van het rapport ‘Gelijkschakelen of inschakelen’.<br />
7.5. Tijdelijke regeling ‘zendingsgemeente’<br />
In verschillende ontmoetingen tussen een afvaardiging van deputaten evangelisatie (ds. H.J.Th. Velema<br />
en ds. A.C. van der Wekken), kerkvisitatoren (ds. S. Otten en ds. M. van der Sluys) en de kerkenraad van<br />
Rotterdam-Charlois zijn de besluiten van de generale synode die betrekking hebben op de ‘zendingsgemeenten’<br />
besproken en naar aanleiding van deze gesprekken is men gekomen tot een tijdelijke regeling<br />
‘zendingsgemeente’. Deze regeling is als bijlage IV toegevoegd. (Zie verder ook par. 16.8).<br />
7.6. Blijven adviseren van ‘zendingsgemeente’ en classis<br />
Ook in het vervolg van het traject is deputaten evangelisatie nauw betrokken gebleven bij de besluitvorming<br />
rondom de ICF.<br />
(Zie verder par. 8.6.2.3 en 16.8)<br />
8. Beleid grootstedelijke gebieden<br />
8.1. Besluiten generale synode<br />
De generale synode van 2001 heeft na bespreking van het rapport van het deputaatschap voor de problematiek<br />
in de grote steden het volgende uitgesproken:<br />
de generale synode<br />
overtuigd van het feit dat de Heilige Geest ook in onze tijd mensen en middelen wil gebruiken om door het<br />
evangelie van de Heere Jezus Christus zondaren te trekken uit de duisternis naar het wonderbare licht en<br />
Zijn kerk te planten, te bewaren en te bouwen daar waar de mogelijkheden steeds minder lijken te zijn,<br />
besluit:<br />
1. deputaten te bedanken voor het vele werk dat zij hebben verricht en hun handelingen goed te keuren;<br />
2. het deputaatschap voor de problematiek in de grote steden op te heffen;<br />
3. het deputaatschap voor de evangelisatie uit te breiden met drie deputaten, opdat dit deputaatschap<br />
de problematiek in de grootstedelijke gebieden kan behartigen;<br />
4. deputaten evangelisatie op te dragen specifi eke deskundigheden te ontwikkelen ten aanzien van de<br />
situatie in de grootstedelijke gebieden en – indien nodig in samenwerking met andere daarvoor in<br />
aanmerking komende deputaatschappen – op basis daarvan:<br />
a. zo spoedig mogelijk kleiner wordende kerken te adviseren en effectief met raad en daad bij te<br />
staan, opdat zij onder de zegen van de Heere als lichaam van Christus kunnen blijven functioneren;<br />
b. één of meer nieuwe missionaire/diaconale projecten te ontwikkelen in samenwerking en/of overleg<br />
met plaatselijke gemeenten;<br />
c. het stichten van nieuwe gemeenten te stimuleren en te begeleiden in samenwerking en/of overleg<br />
met plaatselijke gemeenten;<br />
d. kerken op het terrein van ‘stadszending’ toe te rusten en wegen te zoeken om met gebruikmaking<br />
van gemotiveerde (jonge) mensen uit onze kerken specifi eke doelgroepen met het Evangelie te<br />
bereiken;<br />
e. na te gaan of door zustergemeenten assistentie verleend kan worden aan de gemeenten in de<br />
grootstedelijke gebieden, bijvoorbeeld in de vorm van jumelage of tijdelijk afstaan van de predikant<br />
en goede vormen van assistentie te stimuleren.<br />
5. deputaten evangelisatie opdracht te geven een medewerker voor 40 à 50 % te benoemen voor het<br />
werk in de grootstedelijke gebieden; de nood van de kleiner wordende gemeenten in grootstedelijke<br />
gebieden de hele kerk op het hart te binden en voorbede voor deze gemeenten te vragen om zo het<br />
hele kerkverband bij de problematiek van de kerken in de grootstedelijke gebieden te betrekken.