24.07.2013 Views

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

ACTA 2004 blz. 173-347.pdf - Kerkrecht

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

272<br />

b. het begeleiden van een predikant naar ander werk na voortijdige ambtsbeëindiging, een en ander<br />

conform het bepaalde in de uitvoeringsregeling.<br />

Artikel 3<br />

De deputaten onderhouden in het kader van hun in artikel 2 genoemde taken contact met de classicale<br />

vergaderingen, met de betrokken deputaatschappen en met deputaten voor onderlinge bijstand en advies.<br />

Artikel 4<br />

De deputaten zijn gerechtigd in het kader van de uitoefening deze in artikel 2 onder b genoemde taak ter<br />

zake deskundigen in te schakelen. De kosten van deze deskundigen komen voor rekening van deputaten<br />

voor onderlinge bijstand en advies.<br />

Artikel 5<br />

De deputaten brengen van al hun werkzaamheden verslag uit aan de generale synode.<br />

BIJLAGE 23<br />

Artikel 52<br />

Rapport 3 van commissie 3 inzake het rapport van deputaten voortijdige ambtsbeëindiging<br />

Uw commissie heeft allereerst de behoefte om haar grote waardering uit te spreken voor dit heldere<br />

rapport en met name voor de prestatie om te voldoen aan de door de generale synode 2001 gegeven opdracht<br />

om tot één regeling te komen. Naar uw commissie begrepen heeft in een gesprek met deputaten<br />

over het rapport heeft de secretaris mr. H. de Hek hiervoor een zeer belangrijke bijdrage geleverd.<br />

Deputaten hebben overigens aan álle opdrachten gegeven door de generale synode 2001 voldaan.<br />

Op een aantal punten heeft uw commissie met deputaten doorgesproken, die hieronder puntsgewijs aan<br />

de orde komen.<br />

– Het rapport van de studiecommissie CVAP (zie p.1, opdracht 2c.) heeft als referentiekader gediend,<br />

maar ook niet meer dan ter oriëntatie. Bepaalde aspecten waren reeds in dat rapport aan de orde gekomen,<br />

zoals het feit dat de regeling een tijdelijk karakter dient te hebben, het onderscheid tussen diverse<br />

categoriën predikanten en de begeleiding naar ander werk.<br />

– De in 2.4 vermelde wijzigingen en toevoegingen van enkele kerkordelijke bepalingen vloeien zo zeer uit<br />

de aard der zaak voort dat het niet nodig is geweest met deputaten kerkorde en kerkrecht daarover te<br />

spreken. Bovendien is één van de leden van deputaten ook deputaat kerkorde en kerkrecht.<br />

– Naar aanleiding van een vraag van uw commissie welke instantie bepaalt of er sprake is van één van<br />

de onder 5.1 of 12.1 van de Uitvoeringsregeling genoemde situaties hebben deputaten erop gewezen<br />

dat de regeling zo gelezen moet worden dat vanuit de bijzonder bepalingen altijd weer teruggegrepen<br />

moet worden op de ‘algemene bepalingen’ (art. 1 en art. 2). Dus de classis beslist of een van de in 2.1<br />

genoemde deputaatschappen. DVAP wordt erin betrokken, zoals in 2.2 vermeld wordt. DVAP zal over het<br />

algemeen ook het eerst op de hoogte zijn van een bepaald probleem. Overigens kán de link tussen DVAP<br />

en de classis wel een bepaalde spanning geven, omdat de classis in principe het recht heeft zelfstandig<br />

te oordelen. DVAP kan dan (uiteraard) geen sancties toepassen. Wel is het bijvoorbeeld zo dat al zou<br />

een classis een hogere uitkering vaststellen dan de regeling heeft vastgesteld (en daar is een classis vrij<br />

in) dat zodra de uitkering komt voor rekening van het gehele kerkverband de door DVAP vastgestelde<br />

uitkering geldt (zie art. 9.1 en p.5 sub i.). Laat uw vergadering duidelijk zijn dat een dergelijk zelfstandig<br />

optreden van een classis uiterst ongewenst is.<br />

– Ook juridisch gezien is de opgestelde Uitvoeringsregeling een goede regeling die aan de vereisten die<br />

het burgerlijk recht stelt voldoet. Een rechter zal zich terughoudend opstellen als de kerken de ‘speelruimte’<br />

die het recht geeft, benutten door middel van een gedetailleerde regeling. Daar zal een rechter<br />

niet snel intreden. Hij zal slechts ‘marginaal toetsen’ (alleen kijken of een regeling apert onredelijk is).<br />

Daarentegen als niets geregeld is, zal hij gebruik maken van een ‘volle toetsing’. Deputaten hebben er ook<br />

op gewezen dat in dit verband van belang is: a. dat de regeling van tevoren bekend is, b. de zogenaamd<br />

hardheidsclausule opgenomen is (art. 20.2).<br />

– Ten aanzien van art. 8 en art. 14 heeft uw commissie gesproken over de vraag of zoals het er nu staat<br />

niet gemakkelijk moeilijkheden kunnen rijzen en of niet beter een ‘verplichting tot opgaaf’ vastgelegd kan<br />

worden. Deputaten hebben daarom de volgende wijziging voorgesteld:<br />

8.3 De predikant is verplicht DVAP alle informatie te verstrekken die nodig is om te beoordelen of en in<br />

hoeverre verrekening dient plaats te vinden.<br />

8.4 Wanneer de predikant, na een herhaald verzoek van DVAP, in gebreke blijft de in lid 3 bedoelde informatie<br />

te verstrekken, schort DVAP de betaling van de uitkering op totdat de informatie alsnog verstrekt<br />

is.<br />

14.2 De betrokkene is verplicht DVAP alle informatie te verstrekken die nodig is om te beoordelen of en in<br />

hoeverre verrekening dient plaats te vinden.<br />

14.3 Wanneer de betrokkene, na een herhaald verzoek van DVAP, in gebreke blijft de in lid 3 bedoelde<br />

informatie te verstrekken, schort DVAP de betaling van de uitkering op totdat de informatie alsnog verstrekt<br />

is.<br />

– Verder nog enkele kleine wijzigingen:<br />

In het rapport dient op p. 6 de laatste zin als volgt te luiden: ‘Met deze tekst…’.<br />

In de Uitvoeringsregeling dient in art. 14.1 het inclusief vervangen te worden door exclusief (conform het<br />

vermelde onderaan p. 5 van het rapport).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!