Bestemmingsplan SpoorHaven 1e fase - Gemeente Roosendaal
Bestemmingsplan SpoorHaven 1e fase - Gemeente Roosendaal
Bestemmingsplan SpoorHaven 1e fase - Gemeente Roosendaal
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Planbeschrijving 68<br />
Toetsingskader<br />
In bijlage C en D van het Besluit milieueffectrapportage is aangegeven voor welk type<br />
projecten een milieueffectrapportage (mer) of mer-beoordeling moet worden doorlopen<br />
en in het kader van welk besluit deze verplichting geldt. In het geval van het project<br />
<strong>SpoorHaven</strong> betreft het de aanleg, wijziging of uitbreiding van één of meer recreatieve<br />
of toeristische voorzieningen met een verwacht bezoekersaantal van 250.000 of meer<br />
per jaar (activiteit 10.1 uit bijlage D). Het betreft een mer-beoordelingsplichtige activiteit.<br />
In een mer-beoordeling moet het bevoegd gezag bepalen of er belangrijke negatieve<br />
milieugevolgen kunnen optreden als gevolg van de beoogde ontwikkeling die een diepgaand<br />
onderzoek naar alternatieven en milieueffecten in het kader van een volwaardige<br />
mer-procedure wenselijk maken. De wettelijke bepalingen gaan daarbij uit van het principe<br />
“nee, tenzij”: een mer-procedure is niet noodzakelijk tenzij belangrijke negatieve<br />
milieugevolgen kunnen optreden.<br />
Resultaten onderzoek, procedure en conclusie<br />
Naar aanleiding hiervan zijn de mogelijke milieugevolgen van de toeristisch-recreatieve<br />
voorzieningen in een notitie mer-beoordeling beoordeeld. Uit deze notitie blijkt dat het<br />
gebied <strong>SpoorHaven</strong> weliswaar een relatief sterk milieubelast gebied is waar alleen met<br />
gerichte maatregelen een goed en aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.<br />
De (voornamelijk op termijn) beoogde realisering van toeristisch-recreatieve<br />
voorzieningen leidt echter niet tot belangrijke negatieve milieugevolgen die een diepgaand<br />
onderzoek naar alternatieven en milieueffecten in het kader van een mer-procedure<br />
wenselijk maken. Op basis van de notitie mer-beoordeling heeft de gemeenteraad<br />
op 6 november 2008 besloten dat het doorlopen van een volledige mer-procedure voor<br />
het bestemmingsplan <strong>SpoorHaven</strong> niet noodzakelijk is.<br />
4.9 Belemmeringen<br />
4.9.1 Leidingen en gasontvangststation<br />
In het plangebied ligt een aantal aardgasleidingen en een gasontvangststation. Het<br />
gasontvangststation wordt niet verplaatst en is in het stedenbouwkundig ontwerp ingepast.<br />
Dit geldt eveneens deels voor de aardgastransportleiding: de aardgastransportleiding<br />
langs de Jan Vermeerlaan wordt ter hoogte van de Vliet verlegd. Mogelijk dat de<br />
aardgastransportleiding langs het Scherpdeel wordt vervangen door een aardgastransportleiding<br />
langs de Oostelijke Havendijk. Dit laatste wordt mogelijk gemaakt via een<br />
wijzigingsbevoegdheid.<br />
4.10 Watertoets<br />
Voor dit bestemmingsplan is de watertoets van toepassing, een procedure waarbij de<br />
initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over het ruimtelijke<br />
planvoornemen.<br />
In het plangebied wordt het waterbeheer gevoerd door het Waterschap Brabantse Delta.<br />
In het kader van de planvoorbereiding heeft de gemeente herhaaldelijk overleg gevoerd<br />
met het waterschap. In de waterparagraaf die is opgenomen in bijlage 1, is rekening<br />
gehouden met de informatie en de opmerkingen van waterschap.<br />
Adviesbureau RBOI<br />
Rotterdam / Middelburg<br />
736.007920.00