Bestemmingsplan SpoorHaven 1e fase - Gemeente Roosendaal

Planbeschrijving 64
In beginsel bestaat een voorkeur om de aanwezige milieubelasting waar mogelijk met
behulp van bronmaatregelen terug te dringen. Uit het overleg met de betreffende bedrijven
is echter gebleken dat deze niet bereid zijn medewerking te verlenen aan het treffen
van bronmaatregelen, ook indien deze ten laste zouden komen van de planexploitatie.
In het plan wordt daarom, in afwijking van het structuurplan, niet meer uitgegaan
van extra bronmaatregelen bij bedrijven.
Een belangrijk motief van bedrijven om voor dit plan niet mee te willen werken aan
bronmaatregelen is gelegen in het feit dat al eerder in het kader van het formele saneringsprogramma
industrielawaai saneringsmaatregelen zijn getroffen. De geldende geluidzone
en de vastgestelde grenswaarden bieden voorts nu geen geluidsruimte voor
uitbreiding; uitbreiding, onder meer op de braakliggende terreinen is in de gegeven situatie
alleen mogelijk door tegelijkertijd de geluidsemissie van de bestaande activiteiten
opnieuw te reduceren.
Randvoorwaarden voor de inrichting
Uit het verrichte onderzoek is gebleken dat onderdelen van de beoogde ontwikkeling
vanuit milieu bezien alleen aanvaardbaar zijn, indien wordt voldaan aan een aantal
randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden zijn met name van belang voor de realisering
van woningen in het oostelijke deel van het plangebied, daar waar het nieuw te ontwikkelen
gebied grenst aan de bestaande bedrijven. In het stedenbouwkundige plan is met
deze randvoorwaarden rekening gehouden. Kort samengevat betreft het de volgende
randvoorwaarden (zie ook figuur 15).
Situering van niet-gevoelige en minder gevoelige functies
VMBO-school
In het gebied tussen RBC en de Vliet worden het stadskantoor, mogelijk de VMBOschool
en commerciële functies gesitueerd. Woningen worden alleen toegestaan buiten
de geurcontour van Sensus. Door de geluidsafschermende werking van de oostelijke
bebouwing is woningbouw in het gebied mogelijk.
ROC
Tegenover het bedrijf Van Gilse wordt in verband met de aanwezige belasting door industrielawaai
het nieuwe ROC gesitueerd. Scholen gelden in dat kader als minder gevoelig
(hogere grenswaarden van toepassing); bovendien zijn scholen in de maatgevende
nachtperiode niet in gebruik, waardoor een situering op korte afstand van de industrie
mogelijk wordt. De gebouwen worden mede ingezet ter afscherming van het erachter
gelegen woongebied. Mede in dat verband geldt een minimale bebouwingshoogte
en mag het direct erachter gelegen gebied pas met woningen worden bebouwd
nadat de afschermende bebouwing is gerealiseerd.
Toepassing dove gevels en interimwet stad-en-milieubenadering
Op een aantal locaties wordt, ondanks de getroffen maatregelen, de uiterste grenswaarde
voor industrielawaai overschreden. Bij een deel van deze woningen en onderwijsvoorzieningen
worden zogenaamde dove gevels toegepast (zie figuur 15). Deels
betreft deze eis alleen de bovenverdieping(en) van woningen. De betreffende bouwblokken
beschikken grotendeels over een geluidsluwe achterzijde waardoor een goed
woon- en leefklimaat is gewaarborgd.
Op één locatie – langs de Jan Vermeerlaan op de hoek van de Vliet – wordt bebouwing
gericht ingezet ter afscherming van het erachter gelegen gebied van industrie- en wegverkeerslawaai.
Op een aantal andere locaties is de toepassing van dove gevels uit een oogpunt van
een optimale leefomgevingkwaliteit ongewenst. Het betreft deels locaties waar het uitzicht
op het water een belangrijke woonkwaliteit vormt. Hier worden specifieke woningtypes
toegepast, die echter niet aan de eisen van een dove gevel voldoen. Voor deze
woningen zal de gemeenteraad hogere grenswaarden vaststellen op basis van de Interimwet
stad-en-milieubenadering.
Bij de (mogelijk te vestigen) VMBO-school is de toepassing van dove gevels alleen gewenst
indien zich direct achter de gevel leslokalen bevinden die in de avonduren benut
worden.
Adviesbureau RBOI
Rotterdam / Middelburg
736.007920.00