Bestemmingsplan SpoorHaven 1e fase - Gemeente Roosendaal
Bestemmingsplan SpoorHaven 1e fase - Gemeente Roosendaal
Bestemmingsplan SpoorHaven 1e fase - Gemeente Roosendaal
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Bestemmingsregels 34<br />
Adviesbureau RBOI<br />
Rotterdam / Middelburg<br />
b. kan worden geëist dat de goothoogte van een hoofdgebouw op een perceel breder<br />
dan 12 meter ten hoogste 7.00 meter bedraagt;<br />
c. kan worden geëist dat de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt op 20 aangrenzende<br />
percelen bij ten hoogste 40% van de woningen ten hoogste 6.00 meter bedraagt,<br />
bij ten hoogste 20% van de woningen ten hoogste 9.00 meter en bij ten<br />
hoogste 5% van de woningen 12 meter;<br />
d. ten minste 5 hoofdgebouwen van de hoofdgebouwen op 15 aangrenzende percelen<br />
plat of met een kap worden afgedekt.<br />
9.3.2. Situering en goot- en bouwhoogte bijgebouwen<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering<br />
en de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen, indien over een lengte van meer dan<br />
2.50 meter in de zijdelingse perceelsgrens wordt gebouwd, teneinde te waarborgen dat<br />
de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweegbrengt in de<br />
bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen met dien verstande dat:<br />
a. daardoor de gebruikswaarde van het te bebouwen erf niet onevenredig wordt geschaad;<br />
b. de goot- of bouwhoogte van (delen van) gebouwen niet wordt teruggebracht tot minder<br />
dan 2.50 meter;<br />
c. geen inbreuk wordt gemaakt op het bepaalde in lid 9.2.3 onder d ten aanzien van<br />
het maximaal te bebouwen gedeelte van de gronden.<br />
9.4. Ontheffing van de bouwregels<br />
9.4.1. Omvang van de hoofdgebouwen en bijgebouwen<br />
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in<br />
lid 9.2.2 onder d.9, e.12, f.6, g.4, j.9 en l.6 en 9.2.3 onder d: teneinde de maximumdiepte<br />
van hoofdgebouwen te verruimen met ten hoogste 3.00 meter;<br />
a. teneinde de maximum gezamenlijk te bebouwen oppervlakte aan aan- en uitbouwen,<br />
bijgebouwen en overkappingen per bouwperceel op het zij- en achtererf te<br />
verhogen met ten hoogste 10 m²;<br />
b. met dien verstande dat:<br />
1. het bebouwingspercentage van 50% per bouwperceel op het zij- en achtererf niet<br />
wordt overschreden;<br />
2. de gebruikswaarde per bouwperceel op het zij- en achtererf niet onevenredig<br />
wordt geschaad;<br />
3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven<br />
gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.<br />
9.4.2. Belangenprocedure bij specifieke ontheffingsregels<br />
Bij toepassing van een ontheffingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit<br />
plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in artikel 19 in acht te worden genomen.<br />
9.5. Specifieke gebruiksregels<br />
9.5.1. Woonwerkwoningen<br />
a. ten hoogste 50% van het vloeroppervlak van de woning inclusief bijgebouwen mag<br />
voor de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep, praktijkruimte, kantoor of<br />
een inrichting genoemd in bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer<br />
(zoals dit van kracht is op het tijdstip van het in ontwerp terinzage leggen<br />
van dit bestemmingsplan), worden gebruikt;<br />
b. detailhandel vindt plaats als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van<br />
een aan-huis-gebonden beroep.<br />
9.5.2. Functies specifieke vorm van woongebied - 8<br />
Ter plaatse van de aanduiding "woongebied – 8" zijn toegestaan ten hoogste:<br />
a. 2 detailhandelsvestigingen met een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste<br />
200 m² per detailhandelsvestiging;<br />
b. 2 horecabedrijven met een verkoopvloeroppervlakte van ten hoogste 200 m² per horecabedrijf;<br />
736.007920.00