milieuaspecten bestemmingsplan langdonk - Gemeente Roosendaal

milieuaspecten bestemmingsplan langdonk - Gemeente Roosendaal milieuaspecten bestemmingsplan langdonk - Gemeente Roosendaal

ro.online.roosendaal.nl
from ro.online.roosendaal.nl More from this publisher
24.07.2013 Views

3. Uitgangspunten onderzoek 3.1. Situatieschets Onderzoek luchtkwaliteit en geluid – nieuw wegstuk Willem Dreesweg – Roosendaal De gemeente Roosendaal wil de Willem Dreesweg doortrekken van de Nispenseweg naar de Zundertseweg. De locatie van het onderzoeksgebied is aangegeven in onderstaande kaart met. In Figuur I (zie Figuren achterin) is de precieze ligging van het nieuwe traject aangegeven, zoals verstrekt door de gemeente. Figuur 1: Locatie onderzoeksgebied 3.2. Invoergegevens 3.2.1. geluid -10- Globaal traject van de verlenging Door de gemeente Roosendaal is een prognose verstrekt van de etmaalintensiteit voor het jaar 2015 voor de verlenging van de Willem Dreesweg: 3.200 mvt. Deze prognose is met de aanname van 1,5 % autonome groei per jaar ‘opgetild’ naar een etmaalintensiteit voor 2020: 3.447 mvt. Ook de uitgangspunten voor de maximum snelheid en het wegdektype zijn opgegeven door de gemeente Roosendaal: respectievelijk 50 km/uur en fijn asfalt (dab 0/16). Voor de voertuigverdeling is uitgegaan van de weekgemiddelde voertuigverdeling van de Willem Dreesweg naar Tolberg (meest ongunstig). Tabel 4: Samenvatting van de gehanteerde verkeerscijfers/wegkenmerken Categorie Dag Avond Nacht Uurintensiteit 6,25 4,63 0,81 etmaalintensiteit 3.447 mvt Lichte mvt 98,37 98,90 98,67 Middelzware mvt 0,87 0,59 0,62 deklaag dab 0/16 Zware mvt 0,76 0,51 0,71 In bijlage I is de verstrekte verkeersinformatie van de gemeente opgenomen. 3.2.2. lucht Aanvullend op bovenstaande informatie is uitgegaan van het wegtype ‘Normaal’ voor de Willem Dreesweg.

Onderzoek luchtkwaliteit en geluid – nieuw wegstuk Willem Dreesweg – Roosendaal Dit houdt in ‘typisch stadsverkeer met een redelijke mate van congestie, een gemiddelde snelheid tussen de 15 en 30 km/h, gemiddeld ca. 2 stops per afgelegde kilometer’. Dit is overschatting van de werkelijk te verwachten situatie: er wordt een slechtere luchtkwaliteit berekend dan werkelijk is te verwachten. Autobussen zijn niet afzonderlijk in de rekenmodellen opgenomen. Er wordt van uitgegaan dat deze zijn verdisconteerd in het middelzware vrachtverkeer. 3.3. Modellering geluid- en luchtberekening Wegverkeerslawaai Ter bepaling van de te verwachten geluidbelasting op de gevels van de bestaande woningen is een computermodel opgebouwd voor het toetsjaar 2020. In dit model zijn verschillende ruimtelijke kenmerken die voor de geluidoverdracht van belang zijn ingevoerd. Ontvangerpunten (rekenpunten) zijn gelegd op gevels van enkele maatgevende (dichtstbijzijnde) woningen langs het nieuwe traject. De ontvangerpunten zijn gedefinieerd op 1,5 en 4,5 meter hoogte boven het plaatselijke maaiveld; deze hoogten komen overeen met de menselijke waarneemhoogte op de verschillende woonetages. Aanvullend op de ontvangerpunten is een rekenraster over het gehele traject gelegd op 4,5 meter hoogte boven het plaatselijk maaiveld, dat zich uitstrekt tot globaal 75 meter aan beide zijden van de weg. Een dergelijk raster is opgebouwd uit rekenpunten waarmee geluidcontouren zijn samen te stellen. Hiermee is het mogelijk grafisch de geluidbelasting op de omgeving, rondom de betrokken weg in beeld te brengen. De gekozen ‘maaswijdte’ is 5*5 meter; een verdedigbaar compromis tussen rekentijd en nauwkeurigheid, zeker gezien het aanvullende karakter van deze contouren op de exacte effectbepalingen op de gedefinieerde rekenpunten. Voor wegverkeer zijn de belangrijkste onderdelen in het opgebouwde model de ligging en hoogte van bebouwing en wegkenmerken als verkeersintensiteit, snelheid, wegdektype en verdeling over de verschillende soorten motorvoertuigen. Er is uitgegaan van een standaard bodemfactor 0,8 (grotendeels absorberende bodem); omliggende wegen zijn als hard gedefinieerd. Alle bebouwing is gedefinieerd als zijnde 8 meter hoog, uitgezonderd bijgebouwen zoals schuurtjes: 2,5 meter. Verder is gerekend met een zichthoek van 2 ° en met één reflectie. Het programma dat is gebruikt voor het opbouwen van het akoestische rekenmodel en het uitvoeren van de berekeningen is Geomilieu V1.30 van DGMR Raadgevende Ingenieurs BV. Dit programma voldoet aan de eisen die gesteld worden aan software voor het gedetailleerd bepalen van geluidbelastingen. Het is daarmee gekwalificeerd als Standaard Rekenmethode II (SRM II), conform het RMV-2006, bijlage III; de regeling van 12 december 2006, houdende regels voor het berekenen en meten van geluidbelasting ingevolge de Wgh. Zie Figuur II voor de ligging van de gemodelleerde objecten, zoals wegen en ontvangerpunten. Voor een volledig overzicht (uitgezonderd gebouwen) van de kenmerken van gedefinieerde objecten wordt verwezen naar de Bijlage II. Luchtkwaliteit Het luchtkwaliteitsonderzoek is uitgevoerd conform de ‘Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007’ (Staatscourant 13 november 2007). In die regeling zijn de standaard rekenmethoden beschreven, die in bepaalde situaties moeten worden gebruikt. Standaard rekenmethode 2 is bedoeld voor het berekenen van de gevolgen voor de luchtkwaliteit bij complexere situatie. In dit geval is van deze rekenmethode gebruik gemaakt. Het computerprogramma Geomilieu V1.30, met als rekenhart GeoStacks, is een implementatie van deze standaard rekenmethode. Omdat in 2011 en in 2015 aan de luchtkwaliteitsnormen voor respectievelijk PM10 en NO 2 moet worden voldaan zijn modellen voor deze jaren gemaakt. Om aansluiting te zoeken bij de systematiek van de Wro is aanvullend nog een model gemaakt voor het jaar 2020 (tenminste 10 jaar in de toekomst). Voor alle jaren is wel uitgegaan van de verkeerscijfers voor 2020. Dit is dus een worst-case-scenario voor 2011 en 2015. Er wordt uitgegaan van de meteogegevens van 1995 tot 1999. Er is geen rekening gehouden met weekendcorrectie voor de intensiteiten; een dergelijk detailniveau is in dit geval niet nodig. -11-

Onderzoek luchtkwaliteit en geluid – nieuw wegstuk Willem Dreesweg – <strong>Roosendaal</strong><br />

Dit houdt in ‘typisch stadsverkeer met een redelijke mate van congestie, een gemiddelde snelheid tussen de<br />

15 en 30 km/h, gemiddeld ca. 2 stops per afgelegde kilometer’. Dit is overschatting van de werkelijk te<br />

verwachten situatie: er wordt een slechtere luchtkwaliteit berekend dan werkelijk is te verwachten.<br />

Autobussen zijn niet afzonderlijk in de rekenmodellen opgenomen. Er wordt van uitgegaan dat deze zijn<br />

verdisconteerd in het middelzware vrachtverkeer.<br />

3.3. Modellering geluid- en luchtberekening<br />

Wegverkeerslawaai<br />

Ter bepaling van de te verwachten geluidbelasting op de gevels van de bestaande woningen is een<br />

computermodel opgebouwd voor het toetsjaar 2020. In dit model zijn verschillende ruimtelijke kenmerken<br />

die voor de geluidoverdracht van belang zijn ingevoerd.<br />

Ontvangerpunten (rekenpunten) zijn gelegd op gevels van enkele maatgevende (dichtstbijzijnde) woningen<br />

langs het nieuwe traject. De ontvangerpunten zijn gedefinieerd op 1,5 en 4,5 meter hoogte boven het<br />

plaatselijke maaiveld; deze hoogten komen overeen met de menselijke waarneemhoogte op de verschillende<br />

woonetages.<br />

Aanvullend op de ontvangerpunten is een rekenraster over het gehele traject gelegd op 4,5 meter hoogte<br />

boven het plaatselijk maaiveld, dat zich uitstrekt tot globaal 75 meter aan beide zijden van de weg. Een<br />

dergelijk raster is opgebouwd uit rekenpunten waarmee geluidcontouren zijn samen te stellen. Hiermee is<br />

het mogelijk grafisch de geluidbelasting op de omgeving, rondom de betrokken weg in beeld te brengen. De<br />

gekozen ‘maaswijdte’ is 5*5 meter; een verdedigbaar compromis tussen rekentijd en nauwkeurigheid, zeker<br />

gezien het aanvullende karakter van deze contouren op de exacte effectbepalingen op de gedefinieerde<br />

rekenpunten.<br />

Voor wegverkeer zijn de belangrijkste onderdelen in het opgebouwde model de ligging en hoogte van<br />

bebouwing en wegkenmerken als verkeersintensiteit, snelheid, wegdektype en verdeling over de<br />

verschillende soorten motorvoertuigen. Er is uitgegaan van een standaard bodemfactor 0,8 (grotendeels<br />

absorberende bodem); omliggende wegen zijn als hard gedefinieerd. Alle bebouwing is gedefinieerd als zijnde<br />

8 meter hoog, uitgezonderd bijgebouwen zoals schuurtjes: 2,5 meter. Verder is gerekend met een zichthoek<br />

van 2 ° en met één reflectie.<br />

Het programma dat is gebruikt voor het opbouwen van het akoestische rekenmodel en het uitvoeren van de<br />

berekeningen is Geomilieu V1.30 van DGMR Raadgevende Ingenieurs BV. Dit programma voldoet aan de<br />

eisen die gesteld worden aan software voor het gedetailleerd bepalen van geluidbelastingen. Het is daarmee<br />

gekwalificeerd als Standaard Rekenmethode II (SRM II), conform het RMV-2006, bijlage III; de regeling van<br />

12 december 2006, houdende regels voor het berekenen en meten van geluidbelasting ingevolge de Wgh.<br />

Zie Figuur II voor de ligging van de gemodelleerde objecten, zoals wegen en ontvangerpunten. Voor een<br />

volledig overzicht (uitgezonderd gebouwen) van de kenmerken van gedefinieerde objecten wordt verwezen<br />

naar de Bijlage II.<br />

Luchtkwaliteit<br />

Het luchtkwaliteitsonderzoek is uitgevoerd conform de ‘Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007’<br />

(Staatscourant 13 november 2007). In die regeling zijn de standaard rekenmethoden beschreven, die in<br />

bepaalde situaties moeten worden gebruikt. Standaard rekenmethode 2 is bedoeld voor het berekenen van<br />

de gevolgen voor de luchtkwaliteit bij complexere situatie. In dit geval is van deze rekenmethode gebruik<br />

gemaakt. Het computerprogramma Geomilieu V1.30, met als rekenhart GeoStacks, is een implementatie van<br />

deze standaard rekenmethode.<br />

Omdat in 2011 en in 2015 aan de luchtkwaliteitsnormen voor respectievelijk PM10 en NO 2 moet worden<br />

voldaan zijn modellen voor deze jaren gemaakt. Om aansluiting te zoeken bij de systematiek van de Wro is<br />

aanvullend nog een model gemaakt voor het jaar 2020 (tenminste 10 jaar in de toekomst). Voor alle jaren<br />

is wel uitgegaan van de verkeerscijfers voor 2020. Dit is dus een worst-case-scenario voor 2011 en 2015. Er<br />

wordt uitgegaan van de meteogegevens van 1995 tot 1999. Er is geen rekening gehouden met<br />

weekendcorrectie voor de intensiteiten; een dergelijk detailniveau is in dit geval niet nodig.<br />

-11-

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!