Liedjes bij veilig leren lezen - Terug
Liedjes bij veilig leren lezen - Terug
Liedjes bij veilig leren lezen - Terug
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
20. Klein Duimpje<br />
Liedje aan<strong>leren</strong>. Het begin van het liedje<br />
bestaat uit drie melodische fragmenten, die<br />
elk tvveemaal terugkomen. Als de kinderen<br />
het lied kennen, vragen we \vaar de vvijs<br />
van het liedje hetzelfde is':<br />
klein duimpje / met steentjes (tvveemaal<br />
anders)<br />
breng me weer naar huis / kom ik dan weer<br />
thuis.<br />
Let erop, dat de noot op 'de' in de zin 'de<br />
kleine witte kiezelsteentjes' een F (so) is, en<br />
de noot op 'die' in de zin 'die zeggen jou'<br />
een D (mi).<br />
Geluiden <strong>bij</strong> het verhaal. De leerkracht of<br />
enkele kinderen <strong>lezen</strong> het sprookje, zoals<br />
dat in het leesboekje staat. Op verschillende<br />
plaatsen wordt gestopt met <strong>lezen</strong> en verzin-<br />
nen de kinderen een geluid <strong>bij</strong> het ge<strong>lezen</strong><br />
fragment. Bijvoorbeeld <strong>bij</strong>: eten, het knap-<br />
pende houtvuur, naar bed gaan, het bos in-<br />
lopen, de mus fluit, de mus pikt kruimels<br />
op, vader hakt een boom om, de boom valt<br />
krakend op de grond, klein duimpje klimt<br />
de boom in, aanbellen <strong>bij</strong> de reus, soep<br />
eten, de reus loopt door het bos. Tot slot<br />
zingt de hele klas het liedje.<br />
Ritme. Het lied kan als volgt begeleid wor<br />
den: Bij alle drie koepletten klappen de kin<br />
deren de maat <strong>bij</strong> de regels: klein duim<br />
pje . . . kom ik dan weer thuis?<br />
iJ J iJ J,<br />
klein duimpje, klein duimpje,<br />
J J | J J |<br />
breng me vveer naar huis, met enz.<br />
Bij de tweede helft van elk koeplet doen we<br />
het volgende: in koeplet 1 om beurten de<br />
voeten op de grond neerzetten:<br />
46<br />
J J J J, J J J J<br />
klei-ne wit-te kie-zel-steen-tjes- enz.<br />
In koeplet 2 als een vogeltje zachtjes op<br />
tafel tikken:<br />
krui-mels van een bo-ter-ham<br />
In koeplet 3 met reuze stappen 'lopen',<br />
d.w.z. om beurten de voeten op de grond<br />
plaatsen:<br />
J J iJ J<br />
reuze grote toverlaarzen<br />
Zinnetjes <strong>bij</strong> geluiden. Op het bord worden<br />
onderstaande zinnetjes geschreven:<br />
de reus is moe<br />
de mus eet<br />
de boom gaat om<br />
klein duimpje eet<br />
de reus loopt.<br />
Bij elk zinnetje hoort een geluid: snurken,<br />
pikken, krak-boem, of hak/zaaggeluid, eet-<br />
geluid met de mond, geluid van grote stap<br />
pen. De geluiden worden met 'instrumenten<br />
gemaakt': zacht wrijven met de hand over<br />
een stukje papier geeft een zuchtend geluid<br />
als van de ademhaling van een slapend ie-<br />
mand. De leerkracht maakt het geluid dat<br />
<strong>bij</strong> een bepaald zinnetje hoort, de kinderen<br />
<strong>lezen</strong> dat zinnetje.<br />
Liedbegeleiding. Een voorspel op een klok-<br />
kenspel of xylofoon staat onderaan de pagi-<br />
na hiernaast. Laat alleen die tonen op het<br />
instrument zitten, die voor het stukje nodig<br />
zijn, of plak er tevoren een stickertje op.