Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

liberaalarchief.be
from liberaalarchief.be More from this publisher
14.07.2013 Views

werden in 1808-1809 lid van Les Vrais Amis: Jean Baptiste jr. (geboren in 1769) en Philippe (geboren in 1788). In 1809 exploiteerde een van de zonen van Rossem (voor eigen rekening?) een 'fabrique en magazyn van schryf-pennen' in het Correctiehuis. Pierre Charles de Nottet d'Anglier was niet alleen officier. Men weet dat hij zaakvoerder was van de hoogbaljuw Philippe Mathieu Vilain XIIII* en vanaf omstreeks 1789 vennoot en 'assesseur' (medebestuurder) van de verzekeringsmaatschappij 'Vlaemsche Assurantie Societeyt in Gend', waarvan het kantoor bij de Sint- Michielskerk was gevestigd. De 'directeur en chef' van deze maatschappij was Constant Louis Hopsomere, een bijzonder welstellend rentenier-bankier te Gent. Hopsomere en de andere bestuurders alsmede hun afstammelingen speelden een belangrijke rol in de politiek en/of in de vrijmetselarij, zodat zij hierna worden gesitueerd. Constant Louis Hopsomere (1752-1812) werd geboren in een patriciërsfamilie uit de streek van Deinze en studeerde rechten te Leuven. Hij stortte zich onmiddellijk in het financiewezen en was spoedig mede-eigenaar van drie verzekeringsmaatschappijen te Gent: de reeds vernoemde 'Vlaemsche Assurantie Societeyt', een 'Societeyt der Assurantie' en een 'Comptoir der Zee-Assurantie in de stad Gend'. Constant Hopsomere huwde Marie Françoise Hamelinck, een (reeds in 1785 overleden) dochter van de in 1780 geadelde Guillaume Hamelinck (1720-1787). Deze was baljuw van Evergem en (sedert 1747) griffier van de Raad van Vlaanderen. In 1764 had Guillaume Hamelinck de prachtige patriciërswoning 'hotel Reylof' in de Hoogstraat gekocht (thans zijn er diensten van de christelijke mutualiteiten gevestigd). Marie Françoises zus Marie Anne Hamelinck huwde Eugène François van Hoobrouck de Mooreghem (1756-1843), die nader wordt belicht onder het lemma de Coninck, Louis Joseph. Hopsomere bezat een weelderig hotel aan het Sint-Michielsplein (op de site waar thans de Volksdepositokas is gevestigd). Tijdens de Brabantse Omwenteling was Constant Hopsomere een overtuigd aanhanger van het 'democratisch' gedachtengoed van Jan Frans Vonck. Bij de eerste inval van de Fransen steunde hij onmiddellijk de revolutie. De commissaris van het Directoire getuigde over Hopsomere: "il est impossible de trouver un patriote plus prononcé". Diverse ambten werden hem toevertrouwd, te beginnen met die van 'représentant provisionnel' van Gent in 1792. Twee jaar later werd hij de eerste 'président' van de 'Conseil Municipal'. In 1798 werd hij verkozen als lid van de 'Conseil des Cinq Cents'. Van 1800 tot 1803 was hij lid van het 'Corps Législatif'. Later bekleedde hij geen openbaar ambt meer. Hoewel dit niet met grote nauwkeurigheid kan worden nagetrokken, was hij tijdens het Frans Bewind waarschijnlijk de rijkste inwoner van het Scheldedepartement. Zijn jaarlijks inkomen was bijv. van 50 tot 100 % hoger dan dat van de zeer vermogende graven Joseph Sébastien della Faille d'Assenede* en Jean Baptiste d'Hane de Steenhuyse*. Het was driemaal hoger dan dat van de nochtans (door de Franse belastingsambtenaren) als zeer rijk beschouwde markies Charles Robert Maelcamp de Schoonberghe* en jonkheer Jean Baptiste de Ghellinck de Nokere*. de NOTTET d'ANGLIER - 409

Hij was alleszins de grootste koper van nationale goederen in het Scheldedepartement (687 ha. tussen 1796 en 1798). Volgens Fernand Leleux was Constant Hopsomere een oprecht idealist, die geloofde in de ideeën van de Franse revolutie. Uit het huwelijk van Constant Hopsomere en Marie Françoise Hamelinck werd één dochter geboren: Marie Constance. Deze genoot de eer uitgehuwelijkt te worden door keizer Napoleon. Op zekere dag bezocht de keizer een meisjespensionaat te Parijs, waar Marie Constance leerlinge was. Men stelde haar aan de keizer voor als "une des plus riches héritières des Flandres". Prompt zegde Napoleon tot de jonge vrouw: "Mademoiselle, vous êtes en âge de vous marier, vous épouserez Lemarrois", en zonder op een antwoord te wachten zette hij zijn bezoek verder. Zo huwde Marie Constance de vleugeladjudant van Napoleon, generaal Jean Lemarrois. Bij zijn benoeming tot 'comte d'Empire' veranderde hij prompt zijn naam tot 'Le Marois'. Lemarrois was niet geheel onbekend met Gent, vermits hij er in juni 1801 het Franse garnizoen had geïnspecteerd. Een tweede medebestuurder van de 'Vlaemsche Assurantie Societeyt in Gend' was Hopsomeres zwager François Joseph Hamelinck (1755-1826). Hij was negotiant en bankier. In 1781-1782 was hij lid van de stedelijke Collatie als afgevaardigde voor de Sint-Jansparochie. In 1785 werd hij bestuurslid van de Gentse Kamer van Koophandel. Hij verwierf te Drongen het kasteel 'De Campagne'. François Hamelinck huwde Lucie van den Hecke, dochter van de heer van Lembeke die tevens erfelijk ontvanger was van de kasselrij van de Oudburg. Lucie van den Heckes zus Barbe Xavière was gehuwd met Jean Robert Graham (1748-1808) die, met name als beheerder van het Scheldedepartement, een belangrijke rol speelde tijdens het Frans Bewind (zie onder het lemma della Faille). Tijdens het Empire behoorde François Hamelinck tot de groep van de 'honderd meest belasten' te Gent. Uit het huwelijk van François Hamelinck en Lucie van den Hecke volgden onder meer: - Guillaume Joseph Hamelinck (1780-1813) die bankier werd zoals zijn vader. In 1807 trad hij toe tot La Félicité Bienfaisante, waar hij de ambten van thesaurier en 2de Opziener vervulde. - Bernard François Hamelinck (1783-1865) huwde de te Lille geboren Marie Jeanne Durot, die een kleindochter was van de eerste Gentse 'katoenbaron' Judocus Clemmen (1712-1802). Zij was inderdaad een dochter van de katoenfabrikant Pierre Marie Durot (1751-1830) en Anne Barbe Clemmen (1754- 1821). - Philippe François Hamelinck (1784-1861). Deze huwde Anne Françoise Odemaer en werd repartiteur van de directe belastingen. Tijdens het Hollands Bewind zetelde hij in de Provinciale Staten (1820-1830) en in de gemeenteraad (1825-1830). Na de onafhankelijkheid van België zetelde hij als orangist in de gemeenteraad en werd schepen van onderwijs. - Auguste Pierre Hamelinck (1787-1822) werd lid van Les Vrais Amis in 1809, waar hij het ambt van hofmeester vervulde. Hij huwde Eugénie Thérèse de 410 - de NOTTET d'ANGLIER

Hij was alleszins <strong>de</strong> grootste koper <strong>van</strong> nationale goe<strong>de</strong>ren in het Schel<strong>de</strong><strong>de</strong>partement<br />

(687 ha. tussen 1796 en 1798). Volgens Fernand Leleux was Constant<br />

Hopsomere een oprecht i<strong>de</strong>alist, die geloof<strong>de</strong> in <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën <strong>van</strong> <strong>de</strong> Franse revolutie.<br />

Uit het huwelijk <strong>van</strong> Constant Hopsomere en Marie Françoise Hamelinck werd<br />

één dochter geboren: Marie Constance. Deze genoot <strong>de</strong> eer uitgehuwelijkt te<br />

wor<strong>de</strong>n door keizer Napoleon. Op zekere dag bezocht <strong>de</strong> keizer een meisjespensionaat<br />

te Parijs, waar Marie Constance leerlinge was. Men stel<strong>de</strong> haar aan <strong>de</strong><br />

keizer voor als "une <strong>de</strong>s plus riches héritières <strong>de</strong>s Flandres". Prompt zeg<strong>de</strong><br />

Napoleon <strong>tot</strong> <strong>de</strong> jonge vrouw: "Ma<strong>de</strong>moiselle, vous êtes en âge <strong>de</strong> vous marier,<br />

vous épouserez Lemarrois", en zon<strong>de</strong>r op een antwoord te wachten zette hij zijn<br />

bezoek ver<strong>de</strong>r. Zo huw<strong>de</strong> Marie Constance <strong>de</strong> vleugeladjudant <strong>van</strong> Napoleon,<br />

generaal Jean Lemarrois. Bij zijn benoeming <strong>tot</strong> 'comte d'Empire' veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> hij<br />

prompt zijn naam <strong>tot</strong> 'Le Marois'. Lemarrois was niet geheel onbekend met Gent,<br />

vermits hij er in juni 1801 het Franse garnizoen had geïnspecteerd.<br />

Een twee<strong>de</strong> me<strong>de</strong>bestuur<strong>de</strong>r <strong>van</strong> <strong>de</strong> 'Vlaemsche Assurantie Societeyt in Gend' was<br />

Hopsomeres zwager François Joseph Hamelinck (1755-1826). Hij was negotiant en<br />

bankier. In 1781-1782 was hij lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke Collatie als afgevaardig<strong>de</strong> voor<br />

<strong>de</strong> Sint-Jansparochie. In 1785 werd hij bestuurslid <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Gentse</strong> Kamer <strong>van</strong><br />

Koophan<strong>de</strong>l. Hij verwierf te Drongen het kasteel 'De Campagne'. François<br />

Hamelinck huw<strong>de</strong> Lucie <strong>van</strong> <strong>de</strong>n Hecke, dochter <strong>van</strong> <strong>de</strong> heer <strong>van</strong> Lembeke die<br />

tevens erfelijk ont<strong>van</strong>ger was <strong>van</strong> <strong>de</strong> kasselrij <strong>van</strong> <strong>de</strong> Oudburg. Lucie <strong>van</strong> <strong>de</strong>n<br />

Heckes zus Barbe Xavière was gehuwd met Jean Robert Graham (1748-1808) die,<br />

met name als beheer<strong>de</strong>r <strong>van</strong> het Schel<strong>de</strong><strong>de</strong>partement, een belangrijke rol speel<strong>de</strong><br />

tij<strong>de</strong>ns het Frans Bewind (zie on<strong>de</strong>r het lemma <strong>de</strong>lla Faille). Tij<strong>de</strong>ns het Empire<br />

behoor<strong>de</strong> François Hamelinck <strong>tot</strong> <strong>de</strong> groep <strong>van</strong> <strong>de</strong> 'hon<strong>de</strong>rd meest belasten' te Gent.<br />

Uit het huwelijk <strong>van</strong> François Hamelinck en Lucie <strong>van</strong> <strong>de</strong>n Hecke volg<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r<br />

meer:<br />

- Guillaume Joseph Hamelinck (1780-1813) die bankier werd zoals zijn va<strong>de</strong>r. In<br />

1807 trad hij toe <strong>tot</strong> La Félicité Bienfaisante, waar hij <strong>de</strong> ambten <strong>van</strong> thesaurier<br />

en 2<strong>de</strong> Opziener vervul<strong>de</strong>.<br />

- Bernard François Hamelinck (1783-1865) huw<strong>de</strong> <strong>de</strong> te Lille geboren Marie<br />

Jeanne Durot, die een kleindochter was <strong>van</strong> <strong>de</strong> eerste <strong>Gentse</strong> 'katoenbaron'<br />

Judocus Clemmen (1712-1802). Zij was in<strong>de</strong>rdaad een dochter <strong>van</strong> <strong>de</strong> katoenfabrikant<br />

Pierre Marie Durot (1751-1830) en Anne Barbe Clemmen (1754-<br />

1821).<br />

- Philippe François Hamelinck (1784-1861). Deze huw<strong>de</strong> Anne Françoise<br />

O<strong>de</strong>maer en werd repartiteur <strong>van</strong> <strong>de</strong> directe belastingen. Tij<strong>de</strong>ns het Hollands<br />

Bewind zetel<strong>de</strong> hij in <strong>de</strong> Provinciale Staten (1820-1830) en in <strong>de</strong> gemeenteraad<br />

(1825-1830). Na <strong>de</strong> onafhankelijkheid <strong>van</strong> België zetel<strong>de</strong> hij als orangist in <strong>de</strong><br />

gemeenteraad en werd schepen <strong>van</strong> on<strong>de</strong>rwijs.<br />

- Auguste Pierre Hamelinck (1787-1822) werd lid <strong>van</strong> Les Vrais Amis in 1809,<br />

waar hij het ambt <strong>van</strong> hofmeester vervul<strong>de</strong>. Hij huw<strong>de</strong> Eugénie Thérèse <strong>de</strong><br />

410 - <strong>de</strong> NOTTET d'ANGLIER

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!