Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

liberaalarchief.be
from liberaalarchief.be More from this publisher
14.07.2013 Views

g/ 85, 1006 Dit lid is waarschijnlijk een zoon van Pierre Meyer. Als raadpensionaris van de schepenen van de Keure was deze Pierre Meyer eveneens commissaris voor het herbergen van de keizerlijke troepen te Gent. Een (andere) zoon van Pierre Meyer, Jean Fidèle Meyer, was advocaat en werd schepen van de Keure in 1792. Hij was tevens de 'heuverste' van de neringen der meester-metselaars, meester-steenhouwers, en meester-schaliedekkers, bezigheden die enige verwantschap vertonen met die van een beeldhouwer in brons. De functie van een 'Frère Terrible' wordt nader toegelicht onder het lemma Lammens, François Joachim). de MOERMAN d'HARLEBEKE, Burggraaf Charles Robert (1749-1802) a/ Constante Union (1770), Bienfaisante (1773) b/ Hofmeester, daarna 'Frère Terrible' (Voorbereider) in La Bienfaisante c/ 'Maître Ecossais' (1773), 'Elu' (1783). d/ Kapitein in het regiment los Rios, leenman van de Oudburg e/ Gent, Veldstraat f/ Sint-Jorisgilde (1771), Sint-Antoniusgilde (1791), Sint-Sebastiaansgilde (vóór 1779); Academie (1792) g/ 12c.3, 40, 42, 43, 53, 85, 181, 281, 309, 310, 322, 385, 404a, 486, 690, 721, 894, 913 Charles Robert de Moerman d'Harlebeke (1749-1802) werd geboren als zoon van burggraaf Robert Jean de Moerman d'Harlebeke (1717-1777) en Françoise Jeanne Lutgarde Maelcamp. Zij was een dochter van de internationale negotiant Jacobus Fortunatus Maelcamp en een zus van baron Jean Baptiste de Maelcamp de Vlienderbeeke*, luitenant-kolonel in het regiment de Ligne en lid van de militaire loge La Parfaite Union te Luxemburg. Robert Jean de Moerman was eerst hoogpointer van de kasselrij Kortrijk, van 1754 tot 1777 hoogbaljuw van het Land van Waas. De familie de Moerman d'Harlebeke stamde uit Kortrijk. Grootvader François Robert de Moerman d'Harlebeke, gehuwd met Catherine Thérèse Robette, was burgemeester van Kortrijk, hoogpointer van de kasselrij van Kortrijk, heer van Ledeghem, Ayshove, Oudewalle, Voorhoute, Romais. Hij was tevens raadsheer in de keizerlijke Rekenkamer te Brussel. Wegens zijn bestuurlijke verdiensten werd François Robert de Moerman in 1762 door keizerin Maria Theresia op haar eigen initiatief (motu proprio) met de erfelijke titel van burggraaf vereerd, maar ... hij moest het dan wel zonder rustpensioen stellen. Bij het overlijden van de burggraaf in 1765 rapporteerde de landvoogd Karel van Lorreinen overigens aan de keizerin dat de familie de Moerman "possède une richesse qui tient de l'opulence". Een tante van Charles Robert, Marie Madeleine de Moerman d'Harlebeke (1720- 1786) huwde de edelman Charles Constantin van der Straeten de Ten Aerde, de MOERMAN d'HARLEBEKE - 395

licentiaat in de rechten, die tot 1788 de hoogbaljuw was van de kasselrij en de feodale kamer van de Oudburg te Gent. Charles Robert de Moerman nam reeds in 1766 (hij was toen zeventien jaar) als 'kadet' dienst in het regiment van Sachsen-Gotha, waar hij het tot kapitein bracht. In die graad ging hij over naar het regiment los Rios, dat te Gent gekazerneerd was. Wanneer zijn moederloge La Constante Union in 1773 haar activiteit staakte, werd hij (zoals bijv. ook Joseph Sébastien d'Hane de Stuyvenberghe*) lid van La Bienfaisante. In deze loge vervulde hij de ambten van Hofmeester en 'Frère Terrible' (over laatstgenoemd ambt zie onder het lemma Lammens, François Joachim). Burggraaf Charles Robert de Moerman was lid van de adelstand van het graafschap Vlaanderen. In die hoedanigheid legde hij de eed van trouw af aan de keizers Jozef II (1781) en Leopold II (1791) bij hun inhuldiging als graaf van Vlaanderen. In 1782 werd een niet nader geïdentificeerde 'C. Moerman' een van de stichters van de Société de Gand die de voorstanders van politieke vernieuwing groepeerde. Men mag betwijfelen dat de burggraaf een zo overtuigd vernieuwer was, dat hij bij zijn inschrijving aan de adellijke attributen van zijn naam zou hebben verzaakt. In 1788 werd Charles Robert de Moerman benoemd tot leenman van de kasselrij van de Oudburg. Tijdens de Brabantse Omwenteling was hij een van de weinig talrijke Gentse edellieden die keizersgezind bleven. Van 1781 tot 1790 was hij overdeken van de Sint-Jorisgilde en van 1792 tot 1794 overdeken van de nering van de viskopers. Hij emigreerde na de aanhechting bij Frankrijk en overleed ongehuwd ("mort à marier") in 1802. Zijn rijke bibliotheek werd nog datzelfde jaar openbaar verkocht. Een jongere broer van Charles Robert, Mathieu Joseph de Moerman d'Harlebeke (1751-1812) volgde zijn vader op als hoogbaljuw van het Land van Waas en was Gedeputeerde van de Staten van Vlaanderen. Uit zijn huwelijk met Isabelle de Wapenaert volgden: (i) Charles Marie de Moerman d'Harlebeke (1797-1854), die van 1831 tot 1836 als patriot lid was van de Gentse gemeenteraad en van 1851 tot 1854 katholiek senator. Charles Marie huwde met Désirée Marie Pycke de ten Aerde. Deze was een nicht van 'Baron d'Empire' Pierre Joseph Pycke de ten Aerde (1771-1820), 'Maire' van Gent (1809-1811), die gehuwd was met barones Marie Joséphine de Keerle (1777- 1843), een kleindochter van Louis de Keerle (1705-1781) die in 1772 President van de Raad van Vlaanderen werd en in 1778 door de keizerin in de adel werd opgenomen met de titel van baron. Naar aanleiding van de aanstelling van Louis de Keerle tot president van de Raad van Vlaanderen vond een bevreemdend incident plaats. De dag na de aanstelling bracht een afvaardiging van de schepenen van de Keure een bezoek aan de nieuwe president, in zijn woning aan de Lange Kruisstraat, om hem de gelukwensen van het stadsbestuur aan te bieden. 'Den domesticq' deelde de schepenen evenwel mee dat de Keerle geen tijd had om de delegatie te ontmoeten. Waarop een lid van de delegatie verklaarde: "Dites à 396 - de MOERMAN d'HARLEBEKE

licentiaat in <strong>de</strong> rechten, die <strong>tot</strong> 1788 <strong>de</strong> hoogbaljuw was <strong>van</strong> <strong>de</strong> kasselrij en <strong>de</strong><br />

feodale kamer <strong>van</strong> <strong>de</strong> Oudburg te Gent.<br />

Charles Robert <strong>de</strong> Moerman nam reeds in 1766 (hij was toen zeventien jaar) als<br />

'ka<strong>de</strong>t' dienst in het regiment <strong>van</strong> Sachsen-Gotha, waar hij het <strong>tot</strong> kapitein bracht.<br />

In die graad ging hij over naar het regiment los Rios, dat te Gent gekazerneerd was.<br />

Wanneer zijn moe<strong>de</strong>rloge La Constante Union in 1773 haar activiteit staakte,<br />

werd hij (zoals bijv. ook Joseph Sébastien d'Hane <strong>de</strong> Stuyvenberghe*) lid <strong>van</strong> La<br />

Bienfaisante. In <strong>de</strong>ze loge vervul<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> ambten <strong>van</strong> Hofmeester en 'Frère<br />

Terrible' (over laatstgenoemd ambt zie on<strong>de</strong>r het lemma Lammens, François<br />

Joachim).<br />

Burggraaf Charles Robert <strong>de</strong> Moerman was lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> a<strong>de</strong>lstand <strong>van</strong> het<br />

graafschap Vlaan<strong>de</strong>ren. In die hoedanigheid leg<strong>de</strong> hij <strong>de</strong> eed <strong>van</strong> trouw af aan <strong>de</strong><br />

keizers Jozef II (1781) en Leopold II (1791) bij hun inhuldiging als graaf <strong>van</strong><br />

Vlaan<strong>de</strong>ren.<br />

In 1782 werd een niet na<strong>de</strong>r geï<strong>de</strong>ntificeer<strong>de</strong> 'C. Moerman' een <strong>van</strong> <strong>de</strong> stichters<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Société <strong>de</strong> Gand die <strong>de</strong> voorstan<strong>de</strong>rs <strong>van</strong> politieke vernieuwing groepeer<strong>de</strong>.<br />

Men mag betwijfelen dat <strong>de</strong> burggraaf een zo overtuigd vernieuwer was, dat hij bij<br />

zijn inschrijving aan <strong>de</strong> a<strong>de</strong>llijke attributen <strong>van</strong> zijn naam zou hebben verzaakt.<br />

In 1788 werd Charles Robert <strong>de</strong> Moerman benoemd <strong>tot</strong> leenman <strong>van</strong> <strong>de</strong> kasselrij<br />

<strong>van</strong> <strong>de</strong> Oudburg. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Brabantse Omwenteling was hij een <strong>van</strong> <strong>de</strong> weinig<br />

talrijke <strong>Gentse</strong> e<strong>de</strong>llie<strong>de</strong>n die keizersgezind bleven. Van 1781 <strong>tot</strong> 1790 was hij<br />

over<strong>de</strong>ken <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sint-Jorisgil<strong>de</strong> en <strong>van</strong> 1792 <strong>tot</strong> 1794 over<strong>de</strong>ken <strong>van</strong> <strong>de</strong> nering <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> viskopers.<br />

Hij emigreer<strong>de</strong> na <strong>de</strong> aanhechting bij Frankrijk en overleed ongehuwd ("mort à<br />

marier") in 1802. Zijn rijke bibliotheek werd nog datzelf<strong>de</strong> jaar openbaar verkocht.<br />

Een jongere broer <strong>van</strong> Charles Robert, Mathieu Joseph <strong>de</strong> Moerman d'Harlebeke<br />

(1751-1812) volg<strong>de</strong> zijn va<strong>de</strong>r op als hoogbaljuw <strong>van</strong> het Land <strong>van</strong> Waas en was<br />

Ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong> <strong>van</strong> <strong>de</strong> Staten <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren. Uit zijn huwelijk met Isabelle <strong>de</strong><br />

Wapenaert volg<strong>de</strong>n:<br />

(i) Charles Marie <strong>de</strong> Moerman d'Harlebeke (1797-1854), die <strong>van</strong> 1831 <strong>tot</strong> 1836 als<br />

patriot lid was <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>Gentse</strong> gemeenteraad en <strong>van</strong> 1851 <strong>tot</strong> 1854 katholiek senator.<br />

Charles Marie huw<strong>de</strong> met Désirée Marie Pycke <strong>de</strong> ten Aer<strong>de</strong>. Deze was een nicht<br />

<strong>van</strong> 'Baron d'Empire' Pierre Joseph Pycke <strong>de</strong> ten Aer<strong>de</strong> (1771-1820), 'Maire' <strong>van</strong><br />

Gent (1809-1811), die gehuwd was met barones Marie Joséphine <strong>de</strong> Keerle (1777-<br />

1843), een kleindochter <strong>van</strong> Louis <strong>de</strong> Keerle (1705-1781) die in 1772 Presi<strong>de</strong>nt <strong>van</strong><br />

<strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren werd en in 1778 door <strong>de</strong> keizerin in <strong>de</strong> a<strong>de</strong>l werd<br />

opgenomen met <strong>de</strong> titel <strong>van</strong> baron. Naar aanleiding <strong>van</strong> <strong>de</strong> aanstelling <strong>van</strong> Louis <strong>de</strong><br />

Keerle <strong>tot</strong> presi<strong>de</strong>nt <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren vond een bevreem<strong>de</strong>nd inci<strong>de</strong>nt<br />

plaats. De dag na <strong>de</strong> aanstelling bracht een afvaardiging <strong>van</strong> <strong>de</strong> schepenen <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Keure een bezoek aan <strong>de</strong> nieuwe presi<strong>de</strong>nt, in zijn woning aan <strong>de</strong> Lange<br />

Kruisstraat, om hem <strong>de</strong> gelukwensen <strong>van</strong> het stadsbestuur aan te bie<strong>de</strong>n. 'Den<br />

domesticq' <strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>de</strong> schepenen evenwel mee dat <strong>de</strong> Keerle geen tijd had om <strong>de</strong><br />

<strong>de</strong>legatie te ontmoeten. Waarop een lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>legatie verklaar<strong>de</strong>: "Dites à<br />

396 - <strong>de</strong> MOERMAN d'HARLEBEKE

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!