Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
zou rondtrekken op 1, 9 en 15 juni 1767. In werkelijkheid viel dit anders uit. De stoet trok door de stad op maandag 1 juni, maar de rondgang voorzien voor 9 en 15 juni werd verdaagd tot woensdag 24 en dinsdag 30 juni. Na de eerste omgang had men immers vernomen dat keizerin Maria Theresia (1717-1780) zwaar ziek was door de pokken ("poxkens") en dat haar schoondochter Maria Josepha Walburgis van Beieren (de 28-jarige tweede echtgenote van de toekomstige keizer Jozef II) aan dezelfde ziekte was overleden. Prinses Maria van Beieren (1739-1767) had bovendien sedert lang een ongeneeslijke huidziekte, hetgeen haar echtgenoot ertoe bracht volgende weinig tactvolle (laat staan liefdevolle) woorden uit te spreken: "Si son corps n'était pas tellement couvert de boutons, j'essayerais d'avoir des enfants"! Aanvankelijk hadden de regering en zelfs de landvoogd Karel van Lorreinen verboden dat de stad aanzienlijke uitgaven zou doen voor de viering van het jubileum van de H. Macharius. Wegens de toestand van de stadsfinanciën moest een gewone processie volstaan. Een Gentse delegatie kon de regering evenwel tot andere gevoelens brengen. Deze delegatie was samengesteld uit de hoogbaljuw Hubert François de Nieulant (vader van Charles Désiré de Nieulant*), de voorschepen Jean Jacques Philippe Vilain XIIII (vader van Philippe Mathieu en Charles Joseph Vilain XIIII*), schepen van de Keure Pierre Emmanuel d'Hane (vader van graven Emmanuel Pierre d'Hane de Leeuwerghem* en Jean Baptiste d'Hane de Steenhuyse*) en raadpensionaris Judocus Clinquet. Karel van Lorreinen schouwde de grootse cavalcade met veel belangstelling tijdens haar eerste rondgang op 1 juni en verbleef een drietal dagen te Gent om aan allerlei begeleidende feestelijkheden te kunnen deelnemen. In 1745 was Jan Meyer de uitgever van The daily advertiser to the British army, published by Authority. Price Two-Pence, een dagblad voor de Britse militairen die toen in het Gentse betrokken waren bij de Oostenrijkse Successieoorlog. Waarschijnlijk was Jan Thomas Meyer de 'Thomas de Meyer' die van 1754 tot 1768 deken was van de Sint-Sebastiaansgilde. Jan Meyer overleed in mei 1771, kort na zijn opneming als erelid van La Constante Union. Zijn weduwe (die in 1784 overleed) en zijn zoon Jean François zetten de drukkerij na zijn overlijden verder. Het fonds van de boekhandel werd verkocht aan de Gentse drukker Bernard Grégoire Poelman (1755-1831). De Gazette van Gend werd verder uitgegeven door Jan Meyers 'Weduwe ende Hoirs', tot de krant werd overgenomen door drukker Judocus Begyn, 'aen d'Appelbrugge, in den Engel'. In 1776 liet de weduwe van Jan Thomas Meyer de woning in de Hoogpoort verbouwen, met onder meer een voorgevel in classicistische stijl en een fraaie natuurstenen deurlijst. Uit het huwelijk van Jan Thomas Meyer en Maria Anna Carolina Ghijselen volgden: MEYER, Jan - 391
(i) Jean François Meyer, geboren in 1746, die in 1789 huwde met de aanzienlijk jongere Jeanne de Keersmaecker. Op het tijdstip van zijn huwelijk was hij 43 jaar, en de letterzetters van de drukker Judocus Begyn schreven volgend versje: Ik zing een bruyloft-feest, in 't kort, vol wonderheden! Ik zing hoe eenen man van jaeren, zig op heden Door trouw verbonden heeft aen eene jonge maegd. Jeanne de Keersmaecker was waarschijnlijk een zus van: (i) Joseph Jean de Keersmaecker (geboren te Gent in 1761) die in 1808 als Meester-vrijmetselaar lid was van La réunion des Amis du Nord te Brugge, als beroep opgaf: 'Législateur', en als adres 'Paris'; (ii) Thérèse de Keersmaecker die huwde met Alphonse Edmond Morel, heer van Westgaver (1756-1829), wiens familie in 1769 geadeld werd, en die in december 1792 na de eerste Franse inval door toedoen van de hierna te bespreken aanverwante Jacques Guillaume Meyer, een van de zestig 'provisionele representanten' van Gent werd. Dat Alphonse Morel ontvankelijk was voor politieke vernieuwing, blijkt ook uit het feit dat hij in 1787 lid werd van de Société de Gand. Alphonse Morel was een oom van Joseph Ferdinand Morel de Westgaver (1784-1829) die in 1807 lid werd van Les Vrais Amis en gehuwd was met een dochter van baron Ange Joseph de Zinzerling*. Joseph Jean en Thérèse de Keersmaecker waren waarschijnlijk kinderen van J.F. de Keersmaecker, een burgerszoon die rechten studeerde te Leuven en die van 1761 tot 1768 schepen van Gedeele was. In januari 1791 (kort na het einde van de Brabantse Omwenteling) deelde Jean François Meyer in de Gazette van Gend mee dat de diverse artikelen die in de krant tijdens de 'Gentse novemberdagen' verschenen (zie onder het lemma Vilain XIIII, Charles Joseph), en die een omstandige beschrijving gaven van de gewelddaden en plunderingen door Oostenrijkse soldaten, "in zyne bladeren [werden] geplaetst buyten zyne weten en in zyne afwezigheyd". Dit voorval laat vermoeden dat Jean François het Oostenrijks Bewind gunstig gezind was. Het verwondert daarom niet dat hij na de tweede Franse inval in 1794 naar Duitsland emigreerde. Hij overleed te Münster (Westfalen) in 1799. Zijn bibliotheek en zijn waardevolle verzameling platen werden geveild in 1807. (ii) Twee dochters, Marie en Colette Françoise Meyer. Men weet alleen dat zij een boekhandel bezaten in het ouderlijk huis in de Hoogpoort en dat zij in 1811 failliet werden verklaard. Hun boekenfonds werd openbaar verkocht op basis van een catalogus van 34 blz. in-8° ("très-petite librairie", schrijft Ferdinand Van der Haeghen). In 1767 vervulde Colette Meyer een bescheiden rol in de 'cavalcade' voor het jubileum van de H. Macharius: zij zat op de 23ste praalwagen die Europa verbeeldde. (iii) Jacques Guillaume Meyer (1756-1805), "een van de Gentse revolutionairen die zich van af het eerste uur van de komst der Fransen met volle overtuiging achter het jakobijnse ideeëngoed schaarde en zich onvoorwaardelijk uitsprak voor de aanhechting van Gent bij Frankrijk" (Fernand Leleux). Jacques Guillaume Meyer werd geboren in 1756. Aan de universiteit van Leuven was hij een goed student: hij 392 - MEYER, Jan
- Page 27 and 28: In zijn (gedeeltelijke) genealogie
- Page 29 and 30: van LOO, Christophel (1751-1825) a/
- Page 31 and 32: g/ 13, 19, 35, 41, 50.13, 52, 83, 8
- Page 33 and 34: aristocratische) Staten van Vlaande
- Page 35 and 36: De familie Maelcamp was afkomstig u
- Page 37 and 38: e/ Gent, Bisschopstraat (= Gouverne
- Page 39 and 40: MAHY, Honoré Egide (? - ?) a/ Fél
- Page 41 and 42: - Baudouin Joseph Manilius (1745-17
- Page 43 and 44: MARCHAND, Paul Louis (1745-1834) a/
- Page 45 and 46: Men weet niet welke opleiding Jacqu
- Page 47 and 48: Hij is waarschijnlijk de Mechelynck
- Page 49 and 50: die een bewogen leven kende. Hij we
- Page 51 and 52: Wanneer Jean Charles Mechelynck de
- Page 53 and 54: Uit het echtpaar Mechelynck-Delehay
- Page 55 and 56: de MEULENAERE, Pierre Georges (1751
- Page 57 and 58: P[rovinciale] etc., entièrement co
- Page 59 and 60: ambt behouden tot 1793, zij het dat
- Page 61 and 62: militaire commandant van Gent en Oo
- Page 63 and 64: constitutiebrief van markies de Gag
- Page 65 and 66: Dioecesis Gandavensis) opdat hij de
- Page 67 and 68: aan een dreigende deportatie. De ja
- Page 69 and 70: Avonds werd een toneelvoorstelling
- Page 71 and 72: en discipel van Mgr. de Broglie voo
- Page 73 and 74: het Hof van Assisen te Brussel tot
- Page 75 and 76: Meulenaere voert) stelt de joden vo
- Page 77: Reeds in 1749 poogde Jan Thomas Mey
- Page 81 and 82: In 1798 werd Jacques Guillaume Meye
- Page 83 and 84: licentiaat in de rechten, die tot 1
- Page 85 and 86: Monclergeon was waarschijnlijk een
- Page 87 and 88: Hij was waarschijnlijk verwant (de
- Page 89 and 90: stad betaalde de kosten van de doop
- Page 91 and 92: eaux-arts sont cultivés avec trop
- Page 93 and 94: een bepaald tijdstip ook militair c
- Page 95 and 96: meester van Brussel. Charles Joseph
- Page 97 and 98: Hij was alleszins de grootste koper
- Page 99 and 100: Goesin II (1722-1787) en Anna Maria
- Page 101 and 102: tot 1869 liberaal gemeenteraadslid
- Page 103 and 104: van de Intendantie te Brugge, maar
- Page 105 and 106: door een schilderij op koper door z
- Page 107 and 108: Gentenaar Constant van Hoobrouck d'
- Page 109 and 110: In 1765 was François van Outroy pa
- Page 111 and 112: PAREZ, Charles Joseph (1723- ?) a/
- Page 113 and 114: Het neringhuis aan de Kraanlei (bij
- Page 115 and 116: Jacob Ferdinand huwde Isabelle Cath
- Page 117 and 118: Door een misverstand wordt Desidera
- Page 119 and 120: eeuw werd gebouwd op de grondvesten
- Page 121 and 122: Van het heuglijk experiment van Bla
- Page 123 and 124: Spaanse dienst. Hun kleindochter Ro
- Page 125 and 126: oer van de katoennijveraar Lieven B
- Page 127 and 128: (i) Gustave Rolin-Jaequemyns (1835-
zou rondtrekken op 1, 9 en 15 juni 1767. In werkelijkheid viel dit an<strong>de</strong>rs uit. De<br />
stoet trok door <strong>de</strong> stad op maandag 1 juni, maar <strong>de</strong> rondgang voorzien voor 9 en 15<br />
juni werd verdaagd <strong>tot</strong> woensdag 24 en dinsdag 30 juni. Na <strong>de</strong> eerste omgang had<br />
men immers vernomen dat keizerin Maria Theresia (1717-1780) zwaar ziek was<br />
door <strong>de</strong> pokken ("poxkens") en dat haar schoondochter Maria Josepha Walburgis<br />
<strong>van</strong> Beieren (<strong>de</strong> 28-jarige twee<strong>de</strong> echtgenote <strong>van</strong> <strong>de</strong> toekomstige keizer Jozef II) aan<br />
<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> ziekte was overle<strong>de</strong>n. Prinses Maria <strong>van</strong> Beieren (1739-1767) had<br />
bovendien se<strong>de</strong>rt lang een ongeneeslijke huidziekte, hetgeen haar echtgenoot ertoe<br />
bracht volgen<strong>de</strong> weinig tactvolle (laat staan lief<strong>de</strong>volle) woor<strong>de</strong>n uit te spreken: "Si<br />
son corps n'était pas tellement couvert <strong>de</strong> boutons, j'essayerais d'avoir <strong>de</strong>s enfants"!<br />
Aan<strong>van</strong>kelijk had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> regering en zelfs <strong>de</strong> landvoogd Karel <strong>van</strong> Lorreinen<br />
verbo<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> stad aanzienlijke uitgaven zou doen voor <strong>de</strong> viering <strong>van</strong> het<br />
jubileum <strong>van</strong> <strong>de</strong> H. Macharius. Wegens <strong>de</strong> toestand <strong>van</strong> <strong>de</strong> stadsfinanciën moest<br />
een gewone processie volstaan. Een <strong>Gentse</strong> <strong>de</strong>legatie kon <strong>de</strong> regering evenwel <strong>tot</strong><br />
an<strong>de</strong>re gevoelens brengen. Deze <strong>de</strong>legatie was samengesteld uit <strong>de</strong> hoogbaljuw<br />
Hubert François <strong>de</strong> Nieulant (va<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Charles Désiré <strong>de</strong> Nieulant*), <strong>de</strong><br />
voorschepen Jean Jacques Philippe Vilain X<strong>III</strong>I (va<strong>de</strong>r <strong>van</strong> Philippe Mathieu en<br />
Charles Joseph Vilain X<strong>III</strong>I*), schepen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Keure Pierre Emmanuel d'Hane<br />
(va<strong>de</strong>r <strong>van</strong> graven Emmanuel Pierre d'Hane <strong>de</strong> Leeuwerghem* en Jean Baptiste<br />
d'Hane <strong>de</strong> Steenhuyse*) en raadpensionaris Judocus Clinquet.<br />
Karel <strong>van</strong> Lorreinen schouw<strong>de</strong> <strong>de</strong> grootse cavalca<strong>de</strong> met veel belangstelling<br />
tij<strong>de</strong>ns haar eerste rondgang op 1 juni en verbleef een drietal dagen te Gent om aan<br />
allerlei begelei<strong>de</strong>n<strong>de</strong> feestelijkhe<strong>de</strong>n te kunnen <strong>de</strong>elnemen.<br />
In 1745 was Jan Meyer <strong>de</strong> uitgever <strong>van</strong> The daily advertiser to the British army,<br />
published by Authority. Price Two-Pence, een dagblad voor <strong>de</strong> Britse militairen die<br />
toen in het <strong>Gentse</strong> betrokken waren bij <strong>de</strong> Oostenrijkse Successieoorlog.<br />
Waarschijnlijk was Jan Thomas Meyer <strong>de</strong> 'Thomas <strong>de</strong> Meyer' die <strong>van</strong> 1754 <strong>tot</strong><br />
1768 <strong>de</strong>ken was <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sint-Sebastiaansgil<strong>de</strong>.<br />
Jan Meyer overleed in mei 1771, kort na zijn opneming als erelid <strong>van</strong> La<br />
Constante Union. Zijn weduwe (die in 1784 overleed) en zijn zoon Jean François<br />
zetten <strong>de</strong> drukkerij na zijn overlij<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r. Het fonds <strong>van</strong> <strong>de</strong> boekhan<strong>de</strong>l werd<br />
verkocht aan <strong>de</strong> <strong>Gentse</strong> drukker Bernard Grégoire Poelman (1755-1831).<br />
De Gazette <strong>van</strong> Gend werd ver<strong>de</strong>r uitgegeven door Jan Meyers 'Weduwe en<strong>de</strong><br />
Hoirs', <strong>tot</strong> <strong>de</strong> krant werd overgenomen door drukker Judocus Begyn, 'aen d'Appelbrugge,<br />
in <strong>de</strong>n Engel'.<br />
In 1776 liet <strong>de</strong> weduwe <strong>van</strong> Jan Thomas Meyer <strong>de</strong> woning in <strong>de</strong> Hoogpoort<br />
verbouwen, met on<strong>de</strong>r meer een voorgevel in classicistische stijl en een fraaie<br />
natuurstenen <strong>de</strong>urlijst.<br />
Uit het huwelijk <strong>van</strong> Jan Thomas Meyer en Maria Anna Carolina Ghijselen<br />
volg<strong>de</strong>n:<br />
MEYER, Jan - 391