Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

liberaalarchief.be
from liberaalarchief.be More from this publisher
14.07.2013 Views

Cornelis Meyer was een bedrijvig lid (vanaf 1721 zelfs deken) van de rederijkerskamer De Fonteine. Samen met de rederijker en auteur Jacob Hye (1667- 1749) en de Gentse notabele Lucas van Branteghem, heer van Reybrouck, had hij de aloude rederijkerskamer, die reeds meer dan een eeuw op non-actief was, weer tot leven geroepen. Men denkt dat de verwikkelingen van de Spaanse Successieoorlog niet vreemd waren aan het opbloeien van een vaderlandsliefde die de wederopstanding van de rederijkerskamers kan verklaren. Cornelis Meyer was tevens een gevierd auteur en acteur van toneelstukken (vooral historische treurspelen). Wanneer De Fonteine in 1717 een eigen toneelzaal kreeg (die in de Mageleinstraat met een gang uitkwam en daarom 't Gancxken werd genaamd), was het eerste aldaar vertoonde toneelstuk overigens een werk van Cornelis Meyer, met als thema een recente militaire overwinning van keizer Karel VI: Zegen-prael van Carel den VI., Keyser van 't christenryck, ofte nederlaeg van Achmet den III, Turckschen Sultan, door den onoverwinnelijcken held Prins Eugenius van Savoyen, opperveldoversten der Christenen - Toneel wijs op-gesteld door die voor Zin-spreuck voert: 'Altydt besigh' - Tot Ghendt, by Cornelis Meyer, op d'Hoogpoorte in 't gecroond sweerd, 1717 (64 blz.). Het toneelstuk was opgedragen aan de voornoemde toneelmecenas Lucas van Branteghem, die op eigen kosten de toneelzaal 'het Gancxken' had laten inrichten (zie ook het lemma Bataille). Philip Blommaert meende dat dit toneelspel niet zonder belang was omdat het "nog in den ouden vorm vervat" was, "en niet op Grieksche modellen geschoeid". Cornelis Meyer schreef ook 't Zegen-praelende Geloof afgebeeld in Thomas Morus, Kancelier van Engeland, naar de Franse auteur Joachim du Bellay (1522-1560). Het was in 1718 een grote verdienste van Cornelis Meyer dat hij voor het eerst De gecroonde Leersse van Michiel de Swaen in druk uitgaf, een blijspel dat heden nog met succes wordt gespeeld (volledige titel in 1718: De verheerlyckte schoenlappers, ofte de gecroonde Leerse, Clucht-spel, 32 blz. in- 8°). Michiel de Swaen (1654- 1707) was chirurgijn te Duinkerke (Frans-Vlaanderen) en 'prince' aldaar van een rederijkerskamer die de kenspeuk 'Verblijdt U in den tijdt' voerde. Guido Gezelle noemde Michiel de Swaen 'de Vondel van Duinkerke'. Na de generatie van Cornelis Meyer zou het nog tot omstreeks 1780 duren voor de rederijkerskamer De Fonteine opnieuw een grote activiteit aan de dag legde (zie onder het lemma Bataille). Jan Thomas Meyer bekwam zijn patent van drukker in 1735 en volgde zijn vader op na diens overlijden in 1736. Hij werd tevens stadsdrukker benoemd. Hij was volgens Frans De Potter, "een drukker van den ouden eed" en sprak verschillende talen. Volgens een hierna geciteerd advies van de Raad van Vlaanderen was hij "un des meilleurs imprimeurs de cette ville, et homme de capacité et d'étude". In de drukkerij van Jan Meyer werden talrijke vooraanstaande Gentse drukkers opgeleid, onder meer Philip Jan Gimblet (1734-1801), Judocus Begyn (1724-1807), Servaas Somers (1718-1775) en Charles Jacques Fernand (1753-1827). MEYER, Jan - 389

Reeds in 1749 poogde Jan Thomas Meyer het exclusief octrooi voor het drukken van de Gazette van Gend te bekomen, maar de regering kende het toe aan Michel de Goesin. Tijdens zijn laatste ziekte verzocht deze de regering dat het octrooi na zijn dood zou overgaan op zijn echtgenote en hun zeven dochters. Het advies van de Raad van Vlaanderen bij dit verzoek was nochtans negatief: "Si l'octroi étoit vacant par la mort du suppliant, S.M. en pourroit profiter une bonne somme: un des meilleurs imprimeurs de cette ville [Meyer], et homme de capacité et d'étude, m'a déclaré que si l'octroi de la gazette étoit vacant, il en donnerait une finance, au profit de S.M., de 6.000 florins pour lui et son fils. Dans ces circonstances, je crois qu'il seroit plus profitable pour S.M. d'attendre la mort du suppliant, qui est comme une poire pourrie [sic], et ne vivra peut-être plus un demi an". Begin 1761 overleed de Goesin. Jan Thomas Meyer bekwam het octrooi op 24 maart 1761 (weliswaar voor 8.000 gulden), en het eerste nummer van de Gazette van Gend onder zijn naam verscheen op 16 april 1761. De door Jan Thomas Meyer uitgegeven Gazette van Gend (voortzetter van de in 1667 gestichte Ghendtsche Post-Tydinghen) verscheen tijdens de besproken periode tweemaal per week (de maandag en de donderdag). De krant werd gepubliceerd "met Privilegie van Haere Keyserlyke ende Koninglyke Majesteyt". Volgens de politieke omstandigheden, na het overlijden van Jan Meyer, veranderde ook de omschrijving van het 'privilegie': "... van het Vereenigd Comitté der Nederlanden" (1789), "...van de Hoogmogende Heeren Staeten van Vlaenderen" (januari 1790), "... van Zyne Majesteyt den Keizer en Koning" (december 1790 tot augustus 1794). Vanaf 1750 kreeg de Gazette van Gend zoveel advertenties te publiceren, dat deze vaak in een bijvoegsel moesten worden opgenomen. Het spreekt vanzelf dat die advertenties een onuitputtelijke bron zijn voor de Gentse 'petite histoire' van die tijd. Als stadsdrukker publiceerde Jan Meyer heel wat officiële documenten in opdracht van het stadsbestuur. Bovendien kwamen talrijke belangwekkende boeken van zijn drukpersen. Het meest vermaarde is waarschijnlijk de Beschryving van het zeven honderdjaerig Jubilé van den Heyligen Macarius, bezonderen Patroon tegen de Peste, het welk zal geviert worden binnen de stad van Gend, hoofdstad van Vlaenderen, te beginnen met den 30. Mey tot den 15. Juny 1767. De 45 etsen in dit prachtboek werden (soms gebrekkig) gegraveerd, naar tekeningen van de Gentse kunstschilder Emmanuel van Reijsschoot (1713-1772), door P. Wauters, L.J. Wauters en F. Heylbrouck. De 43 pentekeningen van Emmanuel van Reijsschoot worden thans bewaard in de 'waardevolle reserve' van de handschriftenverzameling van de universiteit van Gent. Van het boek werden 4.500 exemplaren gedrukt, de helft in het Nederlands, de andere helft in het Frans. In de Franse uitgave wordt het adres van Jan Meyer als volgt weergegeven: "impasse de la Ville sur la Haute-Porte, à l'Enseigne de l'Epée Roïale". In het door Jan Meyer uitgegeven boek was aangekondigd dat de grootse 'cavalcade' (27 praalwagens met zes of acht paarden, en 19 'zinnebeelden' getrokken door twee paarden) door de stad (waar 17 triomfbogen waren gebouwd) 390 - MEYER, Jan

Cornelis Meyer was een bedrijvig lid (<strong>van</strong>af 1721 zelfs <strong>de</strong>ken) <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

re<strong>de</strong>rijkerskamer De Fonteine. Samen met <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijker en auteur Jacob Hye (1667-<br />

1749) en <strong>de</strong> <strong>Gentse</strong> notabele Lucas <strong>van</strong> Branteghem, heer <strong>van</strong> Reybrouck, had hij<br />

<strong>de</strong> alou<strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamer, die reeds meer dan een eeuw op non-actief was, weer<br />

<strong>tot</strong> leven geroepen. Men <strong>de</strong>nkt dat <strong>de</strong> verwikkelingen <strong>van</strong> <strong>de</strong> Spaanse Successieoorlog<br />

niet vreemd waren aan het opbloeien <strong>van</strong> een va<strong>de</strong>rlandslief<strong>de</strong> die <strong>de</strong><br />

we<strong>de</strong>ropstanding <strong>van</strong> <strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamers kan verklaren.<br />

Cornelis Meyer was tevens een gevierd auteur en acteur <strong>van</strong> toneelstukken<br />

(vooral historische treurspelen). Wanneer De Fonteine in 1717 een eigen toneelzaal<br />

kreeg (die in <strong>de</strong> Mageleinstraat met een gang uitkwam en daarom 't Gancxken werd<br />

genaamd), was het eerste aldaar vertoon<strong>de</strong> toneelstuk overigens een werk <strong>van</strong><br />

Cornelis Meyer, met als thema een recente militaire overwinning <strong>van</strong> keizer Karel<br />

VI: Zegen-prael <strong>van</strong> Carel <strong>de</strong>n VI., Keyser <strong>van</strong> 't christenryck, ofte ne<strong>de</strong>rlaeg <strong>van</strong><br />

Achmet <strong>de</strong>n <strong>III</strong>, Turckschen Sultan, door <strong>de</strong>n onoverwinnelijcken held Prins<br />

Eugenius <strong>van</strong> Savoyen, opperveldoversten <strong>de</strong>r Christenen - Toneel wijs op-gesteld<br />

door die voor Zin-spreuck voert: 'Altydt besigh' - Tot Ghendt, by Cornelis Meyer,<br />

op d'Hoogpoorte in 't gecroond sweerd, 1717 (64 blz.). Het toneelstuk was<br />

opgedragen aan <strong>de</strong> voornoem<strong>de</strong> toneelmecenas Lucas <strong>van</strong> Branteghem, die op eigen<br />

kosten <strong>de</strong> toneelzaal 'het Gancxken' had laten inrichten (zie ook het lemma<br />

Bataille).<br />

Philip Blommaert meen<strong>de</strong> dat dit toneelspel niet zon<strong>de</strong>r belang was omdat het<br />

"nog in <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n vorm vervat" was, "en niet op Grieksche mo<strong>de</strong>llen geschoeid".<br />

Cornelis Meyer schreef ook 't Zegen-praelen<strong>de</strong> Geloof afgebeeld in Thomas Morus,<br />

Kancelier <strong>van</strong> Engeland, naar <strong>de</strong> Franse auteur Joachim du Bellay (1522-1560).<br />

Het was in 1718 een grote verdienste <strong>van</strong> Cornelis Meyer dat hij voor het eerst De<br />

gecroon<strong>de</strong> Leersse <strong>van</strong> Michiel <strong>de</strong> Swaen in druk uitgaf, een blijspel dat he<strong>de</strong>n nog<br />

met succes wordt gespeeld (volledige titel in 1718: De verheerlyckte schoenlappers,<br />

ofte <strong>de</strong> gecroon<strong>de</strong> Leerse, Clucht-spel, 32 blz. in- 8°). Michiel <strong>de</strong> Swaen (1654-<br />

1707) was chirurgijn te Duinkerke (Frans-Vlaan<strong>de</strong>ren) en 'prince' aldaar <strong>van</strong> een<br />

re<strong>de</strong>rijkerskamer die <strong>de</strong> kenspeuk 'Verblijdt U in <strong>de</strong>n tijdt' voer<strong>de</strong>. Guido Gezelle<br />

noem<strong>de</strong> Michiel <strong>de</strong> Swaen '<strong>de</strong> Von<strong>de</strong>l <strong>van</strong> Duinkerke'.<br />

Na <strong>de</strong> generatie <strong>van</strong> Cornelis Meyer zou het nog <strong>tot</strong> omstreeks 1780 duren voor<br />

<strong>de</strong> re<strong>de</strong>rijkerskamer De Fonteine opnieuw een grote activiteit aan <strong>de</strong> dag leg<strong>de</strong> (zie<br />

on<strong>de</strong>r het lemma Bataille).<br />

Jan Thomas Meyer bekwam zijn patent <strong>van</strong> drukker in 1735 en volg<strong>de</strong> zijn va<strong>de</strong>r<br />

op na diens overlij<strong>de</strong>n in 1736. Hij werd tevens stadsdrukker benoemd. Hij was<br />

volgens Frans De Potter, "een drukker <strong>van</strong> <strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>n eed" en sprak verschillen<strong>de</strong><br />

talen. Volgens een hierna geciteerd advies <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren was hij "un<br />

<strong>de</strong>s meilleurs imprimeurs <strong>de</strong> cette ville, et homme <strong>de</strong> capacité et d'étu<strong>de</strong>".<br />

In <strong>de</strong> drukkerij <strong>van</strong> Jan Meyer wer<strong>de</strong>n talrijke vooraanstaan<strong>de</strong> <strong>Gentse</strong> drukkers<br />

opgeleid, on<strong>de</strong>r meer Philip Jan Gimblet (1734-1801), Judocus Begyn (1724-1807),<br />

Servaas Somers (1718-1775) en Charles Jacques Fernand (1753-1827).<br />

MEYER, Jan - 389

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!