Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief

liberaalarchief.be
from liberaalarchief.be More from this publisher
14.07.2013 Views

g/ 50.16, 53, 85, 179, 181, 184, 185, 191, 195, 244a, 251, 266, 298, 305, 322, 332, 337, 338, 344, 382, 390, 404a, 417, 460, 465, 499, 557, 560, 591, 680a, 698, 738, 756, 790, 801, 844a, 857, 863, 868, 876a, 878, 975, 987, 1006, 1016 Maximilien Macaire de Meulenaere (1747-1834) was een oudere broer van Pierre Georges de Meulenaere*. Hij was een petekind van zijn oom Maximilien Boudewijn de Meulenaere (1717-1799), de laatste raadpensionaris en griffier van Roeselare. Hij studeerde rechten en theologie aan de universiteit van Leuven waar hij de diploma's behaalde van 'Juris Utriusque Licentiatus' (J.U.L.) en 'Sacrae Theologiae Baccalaureus Formatus' (S.T.B.F.). Hij was te Leuven een studiemakker van onder meer Louis Ferdinand Dons de Lovendeghem*, Gaspar Philippe de Brune de Willecomme* en Jean Baptiste de Ghellinck de Nokere*. Maximilien Macaire de Meulenaere werd priester. Vrij spoedig werd hij benoemd tot kanunnik in het kapittel van de Sint-Martinusabdij te Leuven. Bij zijn terugkeer te Gent, werd hij reeds in 1772 kanunnik in het kapittel van 'Sint- Pharaïldis en Sint- Nicolaes' (het kapittel was toen aan de Sint-Niklaaskerk verbonden), en vanaf 1779 in het kapittel van de Sint-Baafskathedraal. Kanunnik de Meulenaere werd vrijmetselaar in La Constante Union. In 1773 was hij de Voorzittend Meester van een loge van studenten aan de universiteit te Leuven. Deze 'clandestiene' of 'irreguliere' loge (zij bezat immers geen constitutiebrief van een maçonnieke grootmacht) was opgericht door vier priesters: naast kanunnik de Meulenaere, ook kanunnik J.L. de Waremme verbonden aan de 'cathédrale Saint-Lambert' te Liège, priester Froidmont, die in 1765 lid was geworden van La Parfaite Harmonie te Mons, en de Duitse kanunnik de Feusser. Onder de leden van deze loge ontdekt men namen die te Gent bekend zijn. De 'chevalier de Kerle' was waarschijnlijk Joseph Louis de Keerle, een zoon van baron Louis de Keerle (1705-1781) die van 1772 tot 1781 president van de Raad van Vlaanderen was (zie onder het lemma de Moerman d'Harlebeke) en gehuwd was met Anne Catherine Diericx, een zus van Jean François Xavier Diericx (1721-1798) die de Keerle als president van de Raad van Vlaanderen opvolgde. 'Walwein, initié à Bruges' was Charles Christian Walwein (1754-1792). Zijn avontuurlijk leven wordt verhaald in het boek van Andries Van den Abeele over La Parfaite Egalité te Brugge. Hij was een neef van Joseph Antoine Walwein de Tervliet die in 1809 bibliothecaris werd van de stedelijke bibliotheek te Gent (zie onder het lemma Lammens, François Joachim). De Leuvense studentenloge van kanunnik de Meulenaere was waarschijnlijk niet de eerste in haar soort. Enige jaren tevoren bestond te Leuven een andere studentenloge met de benaming La Parfaite Amitié. De Gentse 'Wegwyzer' van 1772 (die vrij nauwkeurige inlichtingen verstrekte over de loges in de Oostenrijkse Nederlanden) vermeldt inderdaad: "La Parfaite Amitié, gezeyt de Volmaekte Vriendschap, getransfereerd van de Universiteyd van Leuven om de weynigheyd van de Broeders, tot Brussel". De Brusselse loge La Parfaite Amitié ontving in 1772 een de MEULENAERE, Maximilien - 375

constitutiebrief van markies de Gages. Twee van haar leden werden (zoals kanunnik de Meulenaere) erelid van La Constante Union: Augustin Louis Camusel*, heer van Rieput, en Engelbert François Cupis de Camargo*. De ontdekking van de door kanunnik de Meulenaere voorgezeten loge gaf aanleiding tot zware incidenten die verhaald worden in de boeken van Paul Duchaine en Bertrand Van der Schelden. Aan de Meulenaere en de studenten verweet het universiteitsbestuur niet dat zij vrijmetselaars waren. De universiteit kon het nochtans niet gedogen dat de leden wapens droegen tijdens logezittingen, hun studies verwaarloosden, tot extra-uitgaven verplicht werden en hun kamer in het 'collegium' wegens de logezittingen niet op het reglementaire uur (21 u.) konden vervoegen. In het bijzonder verweet men nog aan de studenten dat zij na een van hun vergaderingen een dame hadden lastig gevallen die in hetzelfde hotel overnachtte en die niemand minder was dan de (beeldmooie) echtgenote van graaf Nicolas Antoine d'Arberg, de plaatsvervangend Grootmeester van de Provinciale Grootloge (zie onder het lemma de Trazegnies). Het incident had dus blijkbaar geen uitstaans met de vrijmetselarij als zodanig, laat staan met enig conflict van religieuze of filosofische aard. In 1762 had de Leuvense universiteit overigens niet geaarzeld om de Naamse student in de geneeskunde Pierre Dieudonné Rémy te veroordelen en weg te zenden wegens godslastering en immoraliteit. In de zaak van de studentenloge was er geen sprake van wegzending. De zaak werd voor de Geheime Raad te Brussel en zelfs voor de landvoogd Karel van Lorreinen gebracht. Uiteindelijk was de straf mild. Kanunnik de Meulenaere werd bijv. verplicht gedurende een zestal weken in retraite te gaan in een klooster. Dit voorval heeft Maximilien Macaire de Meulenaere niet belet binnen de clerus een mooie loopbaan uit te bouwen. De ontdekking van de studentenloge had wèl tot gevolg dat voortaan aan de studenten verboden werd aan logezittingen (ook elders dan te Leuven) deel te nemen: "... prohibemus omnibus et singulis suppositis nostris, ne conventicula, quae vulgo Francs Maçons dicuntur, aliave his similia, quocumque demum nomine ea contingerit nuncupari, erigant, aut iis sive diurno nocturnetempore, sive in sive extra hanc civitatem, intersint; sub poena seclusionis ab hac universitate pro his qui auctores vel principales extiterint, et incarcerationis arbitrariae pro illis qui quovis modo, tempore aut proetextu iis interfuerint, aut ea foverint" (mandement van de universiteit van Leuven, 7 maart 1774). Op 21 april 1774 vond Provinciaal Grootmeester markies de Gages het nodig de loges aan te zetten om voorlopig geen zittingen meer te houden: "Tous les FF Maçons sont si éloignés de causer de l'ombrage et de l'inquiétude aux Puissances auxquelles ils sont soumis, que leur premier devoir est de chercher à leur plaire, fesant sans cesse des voeux pour leur repos et leur bonheur. L'envie et la jalousie, cependant, semblent triompher aujourd'hui, par différents bruits qui se répandent sur nos assemblées. Les gens sensés paroissent même se laisser entraîner par la prévention, et le Gouvernement en prendre de l'inquiétude. Nous avons l'avantage 376 - de MEULENAERE, Maximilien

g/ 50.16, 53, 85, 179, 181, 184, 185, 191, 195, 244a, 251, 266, 298, 305, 322, 332,<br />

337, 338, 344, 382, 390, 404a, 417, 460, 465, 499, 557, 560, 591, 680a, 698, 738,<br />

756, 790, 801, 844a, 857, 863, 868, 876a, 878, 975, 987, 1006, 1016<br />

Maximilien Macaire <strong>de</strong> Meulenaere (1747-1834) was een ou<strong>de</strong>re broer <strong>van</strong> Pierre<br />

Georges <strong>de</strong> Meulenaere*. Hij was een petekind <strong>van</strong> zijn oom Maximilien<br />

Bou<strong>de</strong>wijn <strong>de</strong> Meulenaere (1717-1799), <strong>de</strong> laatste raadpensionaris en griffier <strong>van</strong><br />

Roeselare.<br />

Hij stu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> rechten en theologie aan <strong>de</strong> universiteit <strong>van</strong> Leuven waar hij <strong>de</strong><br />

diploma's behaal<strong>de</strong> <strong>van</strong> 'Juris Utriusque Licentiatus' (J.U.L.) en 'Sacrae Theologiae<br />

Baccalaureus Formatus' (S.T.B.F.). Hij was te Leuven een studiemakker <strong>van</strong> on<strong>de</strong>r<br />

meer Louis Ferdinand Dons <strong>de</strong> Loven<strong>de</strong>ghem*, Gaspar Philippe <strong>de</strong> Brune <strong>de</strong><br />

Willecomme* en Jean Baptiste <strong>de</strong> Ghellinck <strong>de</strong> Nokere*.<br />

Maximilien Macaire <strong>de</strong> Meulenaere werd priester. Vrij spoedig werd hij benoemd<br />

<strong>tot</strong> kanunnik in het kapittel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sint-Martinusabdij te Leuven. Bij zijn terugkeer<br />

te Gent, werd hij reeds in 1772 kanunnik in het kapittel <strong>van</strong> 'Sint- Pharaïldis en Sint-<br />

Nicolaes' (het kapittel was toen aan <strong>de</strong> Sint-Niklaaskerk verbon<strong>de</strong>n), en <strong>van</strong>af 1779<br />

in het kapittel <strong>van</strong> <strong>de</strong> Sint-Baafskathedraal.<br />

Kanunnik <strong>de</strong> Meulenaere werd vrijmetselaar in La Constante Union.<br />

In 1773 was hij <strong>de</strong> Voorzittend Meester <strong>van</strong> een loge <strong>van</strong> stu<strong>de</strong>nten aan <strong>de</strong><br />

universiteit te Leuven. Deze 'clan<strong>de</strong>stiene' of 'irreguliere' loge (zij bezat immers<br />

geen constitutiebrief <strong>van</strong> een maçonnieke grootmacht) was opgericht door vier<br />

priesters: naast kanunnik <strong>de</strong> Meulenaere, ook kanunnik J.L. <strong>de</strong> Waremme<br />

verbon<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> 'cathédrale Saint-Lambert' te Liège, priester Froidmont, die in<br />

1765 lid was gewor<strong>de</strong>n <strong>van</strong> La Parfaite Harmonie te Mons, en <strong>de</strong> Duitse kanunnik<br />

<strong>de</strong> Feusser.<br />

On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> le<strong>de</strong>n <strong>van</strong> <strong>de</strong>ze loge ont<strong>de</strong>kt men namen die te Gent bekend zijn. De<br />

'chevalier <strong>de</strong> Kerle' was waarschijnlijk Joseph Louis <strong>de</strong> Keerle, een zoon <strong>van</strong> baron<br />

Louis <strong>de</strong> Keerle (1705-1781) die <strong>van</strong> 1772 <strong>tot</strong> 1781 presi<strong>de</strong>nt <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong><br />

Vlaan<strong>de</strong>ren was (zie on<strong>de</strong>r het lemma <strong>de</strong> Moerman d'Harlebeke) en gehuwd was met<br />

Anne Catherine Diericx, een zus <strong>van</strong> Jean François Xavier Diericx (1721-1798) die<br />

<strong>de</strong> Keerle als presi<strong>de</strong>nt <strong>van</strong> <strong>de</strong> Raad <strong>van</strong> Vlaan<strong>de</strong>ren opvolg<strong>de</strong>. 'Walwein, initié à<br />

Bruges' was Charles Christian Walwein (1754-1792). Zijn avontuurlijk leven wordt<br />

verhaald in het boek <strong>van</strong> Andries Van <strong>de</strong>n Abeele over La Parfaite Egalité te<br />

Brugge. Hij was een neef <strong>van</strong> Joseph Antoine Walwein <strong>de</strong> Tervliet die in 1809<br />

bibliothecaris werd <strong>van</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke bibliotheek te Gent (zie on<strong>de</strong>r het lemma<br />

Lammens, François Joachim).<br />

De Leuvense stu<strong>de</strong>ntenloge <strong>van</strong> kanunnik <strong>de</strong> Meulenaere was waarschijnlijk niet<br />

<strong>de</strong> eerste in haar soort. Enige jaren tevoren bestond te Leuven een an<strong>de</strong>re stu<strong>de</strong>ntenloge<br />

met <strong>de</strong> benaming La Parfaite Amitié. De <strong>Gentse</strong> 'Wegwyzer' <strong>van</strong> 1772 (die<br />

vrij nauwkeurige inlichtingen verstrekte over <strong>de</strong> <strong>loges</strong> in <strong>de</strong> Oostenrijkse Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n)<br />

vermeldt in<strong>de</strong>rdaad: "La Parfaite Amitié, gezeyt <strong>de</strong> Volmaekte Vriendschap,<br />

getransfereerd <strong>van</strong> <strong>de</strong> Universiteyd <strong>van</strong> Leuven om <strong>de</strong> weynigheyd <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />

Broe<strong>de</strong>rs, <strong>tot</strong> Brussel". De Brusselse loge La Parfaite Amitié ontving in 1772 een<br />

<strong>de</strong> MEULENAERE, Maximilien - 375

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!