Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
Hoofdstuk III. Leden van de Gentse loges tot 1786 ... - Liberaal Archief
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Wanneer Jean Charles Mechelynck <strong>de</strong> raffina<strong>de</strong>rij overnam, was Gent een<br />
belangrijk centrum <strong>van</strong> suikerraffinage: <strong>de</strong> helft <strong>van</strong> alle raffina<strong>de</strong>urs in <strong>de</strong><br />
Oostenrijkse Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n was in <strong>de</strong>ze stad gevestigd. Jean Charles Mechelynck gaf<br />
aanzienlijke uitbreiding aan het bedrijf, waarvoor steeds grotere vestigingsplaatsen<br />
nodig waren: aan <strong>de</strong> Overschel<strong>de</strong>, <strong>de</strong> Molenaarsstraat, <strong>de</strong> Sint-Antoniuskaai, <strong>de</strong><br />
Wiedauwkaai.<br />
Naast suikerraffinage ontplooi<strong>de</strong> het bedrijf nog an<strong>de</strong>re activiteiten, zoals blijkt<br />
uit een beschrijving <strong>van</strong> <strong>de</strong> bedrijfsactiviteit in 1795: "rauwe (écru of grijze), witte<br />
en bruyne poe<strong>de</strong>rsuyckers, houille-kolen, blauw en wit papier, coor<strong>de</strong>n, houd voor<br />
<strong>de</strong> cassen, calck en boter".<br />
Uit het huwelijk <strong>van</strong> Jean Charles Mechelynck en Isabelle Vollaert volg<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r<br />
meer Marie Livine, Auguste en Fidèle Mechelynck.<br />
Marie Livine Mechelynck (1794-1864) huw<strong>de</strong> eerst <strong>de</strong> han<strong>de</strong>laar Pierre Joseph<br />
Colin, daarna <strong>de</strong> suikerraffina<strong>de</strong>ur Joseph Bernard Roegiers (1781-1861). Deze was<br />
zijn loopbaan begonnen als groothan<strong>de</strong>laar in specerijen en krui<strong>de</strong>nierswaren. In<br />
1807 werd Roegiers lid <strong>van</strong> La Félicité Bienfaisante, en in 1804 was hij een <strong>van</strong> <strong>de</strong><br />
oprichters <strong>van</strong> <strong>de</strong> club La Concor<strong>de</strong>. Van 1843 <strong>tot</strong> 1848 was hij liberaal<br />
gemeenteraadslid.<br />
Auguste (1793-1862) en Fidèle (1801-1871) Mechelynck volg<strong>de</strong>n hun va<strong>de</strong>r op<br />
als bedrijfslei<strong>de</strong>rs. De tij<strong>de</strong>n waren toen moeilijk voor <strong>de</strong> suikerraffina<strong>de</strong>urs. On<strong>de</strong>r<br />
het bewind <strong>van</strong> Napoleon werd rietsuiker ('sucre exotique'), die men vooral uit West-<br />
Indië betrok, gebrandmerkt als 'marchandise anglaise'. Krachtens het <strong>de</strong>creet <strong>van</strong><br />
15 januari 1812 richtte Napoleon vijf 'Ecoles <strong>de</strong> fabrication pour le sucre <strong>de</strong><br />
betterave' (suikerbieten) op. Bovendien moesten <strong>de</strong> landbouwers in allerijl<br />
overschakelen op <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> suikerbieten. Alleen al in <strong>de</strong> Belgische <strong>de</strong>partementen<br />
wer<strong>de</strong>n 12.800 ha. daartoe speciaal behan<strong>de</strong>ld en bezaaid (100.000 ha. voor het hele<br />
Keizerrijk). In 1747 had <strong>de</strong> Pruisische chemicus Andreas Sigismund Marggraf<br />
(1709-1782) een procédé uitgevon<strong>de</strong>n om op industriële wijze suiker uit bieten te<br />
winnen. Dit procédé werd nog verbeterd door <strong>de</strong> lijfarts <strong>van</strong> <strong>de</strong> landvoogd Karel<br />
<strong>van</strong> Lorreinen, François Xavier Burtin (1743-1818). Het duur<strong>de</strong> nochtans <strong>tot</strong> het<br />
begin <strong>van</strong> <strong>de</strong> 19<strong>de</strong> eeuw voor een suikerbietenfabriek werd opgericht. Bij <strong>de</strong><br />
bevor<strong>de</strong>ring <strong>van</strong> <strong>de</strong> teelt <strong>van</strong> suikerbieten liet Napoleon zich bijstaan door <strong>de</strong><br />
chemicus Jean Chaptal, graaf <strong>de</strong> Chanteloup (1756-1832), die in zijn Chimie<br />
appliquée aux arts (Paris, 1807) <strong>de</strong> vereiste scheikundige procédés had uiteengezet.<br />
Chaptal was ook <strong>de</strong> uitvin<strong>de</strong>r <strong>van</strong> een procédé om het alcoholgehalte <strong>van</strong> wijn te<br />
verhogen door toevoeging <strong>van</strong> suiker aan <strong>de</strong> druivenmout en dat men in het Frans<br />
nog steeds 'chaptaliser' noemt. Chaptal was lid <strong>van</strong> <strong>de</strong> loge La Parfaite Union te<br />
Montpellier.<br />
a/ Auguste Mechelynck (1793-1862) huw<strong>de</strong> tweemaal:<br />
- eerst met Marie Jeanne Kesteloot (1797-1821), een dochter <strong>van</strong> <strong>de</strong> negotiant Jean<br />
Baptiste Kesteloot (1760-1801) en Marie Colette Casier (dochter <strong>van</strong> <strong>de</strong> reeds<br />
vermel<strong>de</strong> Pieter Casier en Marie Jeanne Storme);<br />
364 - MECHELYNCK